k
DeYergiffenis van den Monnik
De misdaad en haar straf
ONLUSTEN IN CHINA
Mooie meisjes en... minder mooie
Waarschuwingen voor meisji:
1
CASTRO,
gewezen Voorzitter van Venezuela.
Het leven van dien gewezen Voorzit
ter van de Republiek van Venezuela is
een dolenaarsleven geworden hij reist
van land tot land, naar de Vereenigde-
Staten, naar Frankrijk, naar Engeland,
en telkens wanneer hij op het punt is
aan wal te stappen krijgt hij officieel
bericht, dat zijne tegenwoordigheid niet
gewenscht wordt en waardoor men hem
verzoekt in een ander gewest zijne ver
blijfplaats te zoeken.
Dinsdag laatst bevond Castro zich te
Teneriffe, aan boord van zijn stoom
schip "Wasgewald Daar heeft hij
zijne vrouw ontboden, zijne dochter en
en ook een paar huisknechten om samen
met hen naar La Habana te varen.
Castro's einde is het einde van alle
despoten. Geen man meer dan hij maak
te misbruik van de groote macht die hem
werd verleend. Heel Venezuela heeft
lange jaren onder zijne heerschappij
moeten zwichten. Duizenden families
hebben aan hem duurbare levens en for
tuinen moeten opofferen, 't Was een
echte dwingeland die zich zelfs inbeeld
de dat hij met de rechtmatige eischen
van Europa lachen mocht.
Maar zekeren 'dag verscheen aan de
kusten van Venezuela de vloot van En
geland, Frankrijk en Italië.
Gedaan was het weldra met de roeke
loosheid van den Zuider Amerikaan ge
daan ook met zijn Voorzitterschap. Se
dertdien zwerft hij rond overal zijn on
geluk met zich sleurende.
•volg.)
De opperrechter wendde zich thans
uitsluitend tot hem, als belastte hij hem
in de toekomst met alles wat deze zaak
aanging.
Het rijtuig zal ten tien ure voor
uwe deur zijn, gij zult er in stappen en u
naar de woning van Alonzo Cano bege
ven, vervolgens zult gij hem uitnoodi-
gen u te volgen. Indien hij meegaat, zult
gij natuurlijk geen geweld behoeven te
gebruiken indien hij weerstand mocht
bieden, zullen de twaalf alguazils, die u
met een alfarez zullen vergezellen, hem
wel weten te noodzaken om mee te gaan.
En eenmaal in het rijtuig?
Zult gij hem naar de gevangenis
brengen, waar gij hem zult laten.
Uwe Edelheid kan op mij rekenen.
Gaspardo stond op.
-Het behandelen van deze geheim
zinnige zaak blijft in uwe handen?
Ja, antwoordde de opperrechter, gij
kunt u vergist hebben, maar ik ken uwe
goede bedoelingen.
Gaspardo verwijderde zich en liet Ma-
noël Lascazaros alleen.
Beiden hadden in deze zaak verschil
lende belangen.
Manoël Lascazaros beminde de justi-
cie om haar zelve, maar hij overdreef
hare plichten evenals hare privilegies.
Hij wilde van het priesterschap door
hem uitgeoefend, de eerste macht maken
in Spanje. Fijne en scherpzinnige geest
als hij was, was Lij in de hooge waar
digheid waarmede hij bekleed was, voor
alles geschikt wat de voornaamste ver
plichtingen aanging. Maar zijn hoog
moed, het hooge belang dat hij aan zijn
eigen persoon hechtte, schaadden maar
al te dikwijls aan de uitoefening der
zelfde plichten. Hij zag in zijn rol van
rechter slechts de gewichtige maar on
verzoenlijke zijde. De gewoonte van in
aanraking te zijn met misdadigers had
zijn gemoed zoo verhard, dat hij aan
geen onschuld meer geloofde. Ieder ver
dacht mensch was schuldig in zijne oo-
gen. Medelijden had geen invloed meei
op deze versteende ziel. Hij beheerschte,
geloofde hij, in dubbelen zin, de me
nigte, ten eerste door zijne macht, ten
tweede door zijne verachting.
Philip IV, wiens zacht karakter hem
van zelf tot medelijden en barmhartig
heid stemde, vreesde Manoël Lascazaros
bijna. Wanneer hij behoefte gevoelde
om genade te schenken, bleer don Ma
noël nooit in gebreke hem de gevaren
aan te toonen die Spanje daardoor liep
hem den Staat af te schilderen op den
rand van den ongergang, en de misdaad
hoedanig zij ook was, in verband te
brengen met de poging tot een Povtu
geeschen opstand.
Dat was de gevoelige zijde van Phi
lippus. Ofschoon hij er later toe ov« i
ging, zijne toestemming te geven tol
eene afscheiding van Portugaal en Spar
je, waren toch al degenen, die sympa
I j hie aan den dag legden voor het huis
'ïraganza, 'vijanden des konings.
Om dit feit geloofde Manoël ditmaal
om zoo te zeggen bij verrassing, des kc
nings handteekening te bekomen voor
het vonnis van Alonzo Cano. Na een uui
onderhoud met Rosales, ïvas Manoël ge
heel en al van de schuld van den artist
overtuigd.
Wat Rosales betreft, had de oude Jon
na waarheid gesproken, toen zij tot M
guël zeide dat de mail der wet. in d(
grond van zijn hart een diepen haat t -
gen Alonzo voedde, wegens de weigv
ring van Mercedes.
Te zeer huichelaar om zijn haat te la
ten blijken wachtte hij met een soort
van noodlottige zekerheid, tot Alonzo
van zelf in zijne handen viel.
Zekere vogels voorspellen den storm
zekere wilde dieren rieken van verre de
lijken en zekere menschen kunnen bijna
als zeker voorspellen, dat er een uur zal
slaan, waarop de man dien zij haten
zich in hunne tegenwoordigheid zal be
vinden en waarop het hun zal gegeven
zijn, over zijn geluk, zijne eer of zijn
leven te beschikken.
Het rustig leven, tot nu toe door
Alonzo Cano geleid, had wel is waar r og
weinig zekerheid gegeven van dit voor
gevoel.
De onstuimige jonge man, die met
zooveel waardigheid den degen hanteer
de en wiens duël met. Sebasl m Llono
y Yaldez zulke verschrikkelijke gevol
gen had gehad, was na deze ramp een
toonbeeld van zachtmoedigheid gewor
den.
Het karakter zijner werken wekte tot
odsvrucht, maar ook tot bewondering.
Indien het in onzen tijd aan de kun
stenaars geoorloofd is, schilderijen ten
toon te stellen, wier gedachte ziel en oog
te gelijk kwetsen, was zulks niet in
Spanje het geval, waar de groote eer
bied voor het geloof belette dat de kunst
ontheiligd werd.
Men kende kunstenaals, beeldhou
wers en schilders het recht niet toe, on
derwerpen, kwetsend voor het oog, in
liet openbaar ten toon te stellen, en ge
lijk er rechtbanken bestonden om mis
daden van gemeen recht te onderzoeken,
geestelijke rechtbanken om in geloof s-
en gewetenszaken uitspraak te doen, zoo
bestond er eene afzonderlijke rechtbank,
die eenigszins tot de inkwisitie behoor
de, en hare waakzaamheid uitstrekte
over de werken van schilder- en beeld
houwkunst der Spaansche artisten.
Nooit hadden het penseel of de beitel
van Alonzo Cano een berispelijk werk
geleverd, zijn gedrag en zijn talent ston
den op dezelfde hoogte als zijn eergevoel
en zijn genie.
Rosales moest verscheidene jaren
wachten voor dat de haat in zijne ziel
gebroeid, aan het licht kon treden. Met
welk een haast en vermaak greep hij de
gelegenheid aan om hem in het verderf
te storten, die niet wist, hem ooit met
opzet beleedigd te hebben.
Eenige oogenblikken slechts scheid
den hem nog van het uur waarop hij in
uaam van een gewichtig mandaat, zijne
zware hand ging leggen op den schouder
van Alonzo Cano en hoe kort deze tijd
ook nog was, hij kon zijn onstuimig on
geduld niet bedwingen. Huiswaarts ge
teerd, na den voorzitter der opperste
rechtbank verlaten te hebben, stiet hij
met eene doffe stem bedreigingen uit of
lachte op eene boosaardige wijze, welke
nog verschrikkelijker was door de ge
weldige uitbarstingen van woedenden
toorn.
Om zijn tijd door te brengen, ontbood
hij den alfarez», gelast met het bevel
over de twaalf alguazils die hij voor
zijne expeditie noodig had.
Gij hebt mij wel begrepen, senor
alfarez? zegde hij tot hem.
Volkomen, antwoordde den offi
cier.
Wilt gij dan een mijne orders her
halen
-Tuist ten tien ure zal zich een rij
tuig bevinden in de straat, recht over
het huis van Alonzo Cano. Mijne man
nen zullen om u geschaard staan, om de
menigte te beletten hem te zien en u
bijstand te bieden, wanneer het noodig
mocht zijn.
Zeer goed, ik hoop dat deze voor
zorg onnoodig zal zijn maar voorziet u
in ieder geval van sterke handboeien.
Uwe Edelheid heeft slechts te be
velen. Is er nog iets?
Niets.
De alfarez verwijderde zich en Rosales
zette zijne wandeling voort.
Toen het uurwerk half tien wees, ver
liet hij zijne woning. Hij zou hebben
kunnen bevelen, hem met zijn rijtuig te
komen afhalen, dat Cano naar de gevan
genis moest brengen, maar hij verkoos
te voet te gaan. Zijn hoofd bonsde, hij
had de koorts, de koorts van den haat,
die ongeduldig is om zich te wreken.
Terwijl de rechters, officieren en sol
daten in de meening waren dat zij ge
weld zouden moeten gebruiken om Alon
zo gevangen te nemen, was deze in de
kamer van Mercedes, bij haar doodsbed
gebleven. (Wordt voortgteaet.)
jgï
De kaaien van Shangaï.
Generaal Long-Chi-Kwang behaalde
den zegepraal tegen de opstandelingen
en trok te Canton binnen de opperbe
velhebber der opstandelingen, Cheng-
Chun-Min en Chen-Tsuen-Hsuen, voor
zitter van de opstandelingen zijn naar
Hong-Kong gevlucht. De bevolking van
Canton ontving de getrouw gebleven
tioepen op geestdriftige wijze. De pro
vinciën van Canton en van Kouangsi
zijn bezet door de troepen van Long-Chi-
Kwaug. De laatste rust- en standplaats
is vernietigd.
De laatste troepen der opstandelingen
bevinden zich ron d Nanchang, hoofd
stad van Kiangsi. Maar zij zijn reeds
omsingeld door de getrouw gebleven
troepen en de opstandelingen kunnen
niet vluchten. De overgave der stad zal
niet lang aanloopen en dan zal het ge
daan zijn met allen tegenstand.
Wat het fort van Woosung te Chan-
gaï betreft, de vloot heeft het niet wil
len bombardeeren om het niet te vernie
tigen. Men zal dat fort belegeren en de
troepen, die zich daar bevinden tot de
overgave dwingen
De opstand in China loopt er ten ein
de. Voorzitter Ian-Chi-Kaï behaalt de
zegepraal. Hij behoudt de grondwet en
de Kamers maar hij zal aanstonds maat
regelen nemen om de f'inancen te rege
len en al de troepen van de provinciën
onder het gezag van Peking te brengen.
Alle gedacht van splitsing of van schei
ding in het Chineesche rijk moet ophou
den.
zoldertje wijst, waar zij meende, dat
zich aanstonds ter rust had begeven,
tusschen had den reiziger een beani
heid bekropen, waarvan hij zich g.
rekenschap kon geven. Hij luistert,
met ontzetting vangt hij iets op van
gruwelijk plan, tegen hem beraamd,
man namelijk, zou den zolder bekl
men, hem een slag op het hoofd toety
gen, vervolgens hem het venster uiti
pen, waarna de vrouw hem beneden,
der met een bijl zou afmaken. Onts
zocht nu de arme reiziger, doch vruc
loos, maar een uitweg om te ontsnapp
Zachtjes tast hij overal in den blij
rond, om iets te vinden, waarmed<
voor minst zijn leven zoo duur m!
lijk kon verkoopen en gelukkig
hem een stuk hout in handen, dat
knuppel dienen kan. Daarmede ge
pend, wacht hij zijn vijand af, en op
oogenblik dat deze binnentreedt,
Lijdoor doodsangst vertwijfeld,
een slag op het hoofd, dat hij suizt
ter aarde stort en werpt daarna hi
chaam het venster uit. De vrouw in
donker op den loer staande, en geen
genblik twijfelende dat het de reizi
is, die naar beneden geworpen wo
schiet toe en brengt haar man me!
scherpe bijl een doodelijke wonde to
Zij werd gevat en ontging haar
verdiende straf niet.
M. ASSER,
Staatsminister van Holland, komt te
sterven in den ouderdom van 75 jaar.
De schoonheid der vrouw vermindert
in waarde en dat wel ten gevolge van de
sociale omwentelingen der laatste tien
tal jaren.
Het Engelsch blad, waaraan deze ont
stellende uitspraak is ontleend, voegt
er in een adem bij, dat het aantal huwe
lijken, in industrieele landen gesloten,
achteruit gaat, zoodat alleen in Enge
land verleden jaar ongeveer 12.000 hu
welijken minder zijn gesloten dan vijf
jaar geleden. Het onmiddellijk gevolg
daarvan is, dat. het aantal meisjes en
vrouwen, dat haar levensweg eenzaam
moet afleggen, steeds grooter wordt.
Maar nu doet zich het eigenaardige ge
val voor dat onder de vrouwen die onge
huwd blijven, het aantal, dat doorgaat
voor het beslist mooi, hoe langer hoe
grooter wordt, terwijl hare, minder door
de natuur bevorrechte zusters, dikwijls
al lang haar eigen huishouding bestie
ren en baar kinderen zien opgroeien.
Het Engelsch blad haalt het volgende
aan uit een brief van een lezer, die mee
deelt, hoe hij zich de ideale vrouw voor
stelt
Ik zou graag een flinke, gezonde
vrouw willen hebben, gezond naar li
chaam en ziel. Maar mooi behoeft ze niet
te zijn, want schoonheid zit alleen aan
de oppervlakte (vooral bij de vrouwen);
een mooie vrouw brengt dagelijks on
eindig veel tijd door voor den spiegel,
zij verlangt te veel bewondering van ha
ren man en doet te weinig om hem te
bevallen.
En de eigenaar van een groote En-
gelsche zaak deelt mede, hoe het hem
heel veel moeite kost, zijn niet mooie,
vrouwelijke werkkrachten te behouden.
Alleen de mooie meisjes blijven lang
in de zaak. De alledaagsche meisjes vra
gen allen ontslag, ornaat zij trouwen.
In het begin dezer eeuw had een een
voudig gekleed man, die t<» voet reisde,
voor een oogenblik bij het vallen van
den avond, op den weg van Condé naar
Leuze, een kleine, eenzaam gelegen her
berg binnen, alleen door den hoeren
waard met zijn vrouw bewoond. Terwijl
hij daar nederzat, vertelde hij zonder erg
waarheen hij ging, en terstond nam de
waard het besluit hem te berooven. Nau
welijks een kwartier voortgegaan, vor
derde een vermomd persoon hem, onder
bedreiging des doods, zijn geld af.
De reiziger bood hem 12 franken aan,
onder verzekering, dat liet. alles was,
wat hij bezat, waarop de roover hem
zijn weg liet vervolgen. Maar tot zijn
ongeluk, neemt de man, die bevreesd
ge\yorden was, het besluit onverwijld op
zijn schreden terug te keeren, en zoo
mogelijk den nacht in hetzelfde herberg
je dat hij zoo even verliet, door te bren
gen. Hij vindt, alleen de vrouw te huis,
verhaalt zijn wedervaren en tevens dat
hij 12,000 franken bij zich heeft. De
waardin brengt hem op een kleinen zol
der met een bedstede, verzoekende het
alzoo voor lief te nemen, daar zij geen
andere slaapplaats had. Thans komt de
waard, die een omweg had genomen, te
huis en stelt, zijn vrouw de buit gemaak
te 12 franken ter hand. In plaats dat hij
van zijn even slechte vrouw een pluim-
je zou krijgen, kreeg hij 't volgende
ten antwoord.
«Domkop», zegt zij, «gij weet dan
niet dat hij 12.000 franken met zich
voert. Hij is hier,» terwijl zij op het
In Amerika zal men de volgende i 0
belangrijke waarschuwingen voor
jes in spoorwegcoupé's en tramwag
ophangen. Ze lijken ons ook voor
land zoo groot, gewicht, dat we ze
vertaald laten volgen. Dat men tot
ke openbare waarschuwing over^
wijst er op hoe groot het gevaar ie
welke meisjes, zonder goede bei
ding, zijn blootgesteld.
Meisjes zullen nooit vreemdelii
aanspreken, hetzij mannen of vroui
op de straat, in winkels, op stationj
treinen, op eenzame landwegen, oj
plaatsen van vermaak.
Meisjes zullen nooit den weg
dan alleen aan beambten in acti<
dienst als agenten van .policie, 8]
wegbeambten, of brievenbestellers,
Meisjes zullen nooit een vrouiv
hulp komen, die op straat voor hun t
ten schijnbaar flauw valt, maar rot
onmiddellijk de hulp van een pol
gent in.
Meisjes zullen nooit ingaan op uit
digingen van vreemdelingen om
Zondagsschool of godsdienstige bij
komst, bij te wonen, zelfs niet als
vreemdelingen de kleeding van een
ter, non of geestelijke dragen.
Meisjes zullen zich nooit bej
naar een adres, hen door een vreemd
opgegeven.
Meisjes zullen nooit met een vre<
ling meegaan, zelfs niet als de vr
deling is gekleed als ziekenverplegö
praatjes gelooven, dat hun bloedver
ten (d. i. van de meisjes in kwestie)
ongeluk is overkomen, of plotsel
zijn ziek geworden, daar deze een
gebruikt middel zijn om meisjes in
val te laten loopen.
Meisjes zullen nooit versnaperin|
voedsel, een glas water, of geuR
bloemen aannemen van vreemdelin
Ook zullen ze geen reukwerken, vo«
of specerijen aan de deur koopen
deze bedwelmenden of andere nad<
werkende inhoud kunnen bevatten.
nst
Miss HELEN KELLER, blindstomme schrijfster en hare leermeestei
I" MACY, geven samen voordrachten over de nieuwe methode van ondi
voor de blinden.