nieuw vervoermiddel
ALLERLEI
Wees verzekerd
HORLOGIËN
C. PRA ET-DE WITTE
Lange Zoutstraat, 6, AALST,
NE MERKWAARDIGE LEERLINGE
Mevr. ISTA, na de prijsuitreiking.
wo ls thans het tijdstip der prijsuitreikingen en de goede leerlingen keeren
ne| eest. allen zwaar niet boeken beladen naar huis terug.
De merkwaardigste bekroonde leerlinge, was zonder twijfel wel Mevrouw
Ista, geboren te Luik in 1844, dus 69 jaar oud, die het, eenige maan-
geleden, begon te betreuren niet te kunnen lezen en schrijven. Zij zette
moedig aan 't werk, volgde de lagere avondscholen en Zondagscholen en
het zoover te brengen dat zij ondanks hare grijze haren den palm weg
en de eerste der klas uitgeroepen werd. Zij heeft zich zeiven overtroffen,
buiten en lezen en schrijven, heeft zij meteen ook nog de grondregelen
rekenen en dies meer, bijna heel het programma der lagere school aan-
Onze plaat geeft Mev. Ista weer, op het oogenblik dat zij het lokaal verlaat
de prijsuitreiking geschiedde, in gezelschap van familieleden. Eene over-
menigte bracht haar eene geestdriftige ovatie.
eg' t
ide I
Het zeilrijtulg.
,el lat men er steeds op uit is nieuwigheden voor den dag te halen, is reeds lang
[end. Thans heeft een jeugdig uitvinder, M. Urbus, zoon van den gekenden
nstzanger, zijnevrije uren besteed aan het bestudeeren en vervaardigen van
1D i zeilrijtuig Hij heeft er op het strand van Katwijk-aan-Zee eenige proef-
mngen mede gedaan, welke buitengewoon goed slaagden.
rin,
VROUWELIJK.
Gisteren trachtte iemand op straat
geldbeugel te ontrollen, maar m'n
lyoorkwam hem.
[Heeft ze hem gegrepen?
Neen, ze was er niet eens bij.
;Hoe kon ze dan?...
Wel, zij was hem thuis voor ge-
EEN BEETJE OUD.
(zijn ouden hoed toonende).
een hoed hebben van dezelfde
deze.
Herinnert ge u nog wel-
Jiet geweest is P
WELK EIND?
Een Engelsch rechter die in zijn trots
en met onbetamelijke geestigheid, met
zijn stok naar een schuldige wijzende
zeide
Aan het eind van mijn stok zit een
groote schurk, kreeg ten antwoord
Aan welk eind, heer rechter
x
DE GOEDE KANT.
Ja, knap is mijn bruid niet, dat
moet ik zeggen. Maar haar spaarboekje
is eenvoudig betooverend.
x
U wilt mijn dochter trouwen, hebt
u dan geld
Geld Wilt u dan uw dochter ver-
koopen
x
HOEVEEL LENTE'S.
Rechter (tot dame die als getuige op
treedt.) Hoe oud zijt gij
Dame (verlegen). Ik tel 25 lentes.
Rechter. En hoeveel telt gij er
niet?
x
DAT IS ZOO.
Ja, gij kunt ook absoluut niet met
geld omgaau. Hadt ge nu niet dadelijk
uw schulden betaald, dan hadden we een
vroolijken dag kunnen hebben.
x
EEN LIEF BROERTJE.
Jantje, ik heb groot nieuws voor
u ik ga trouwen met uw zuster. Wat
zegt ge daar wel van
Haar verdiende loon.
x
De hoop is de morgenster der jeugd.
De herinnering het avondmaal der grijs
heid.
Dame. Hadt gij op geen enkele
wijze uw vriend, die door de kanibalen
gevangen was, kunnen redden?
Afrika-reiziger. Helaas niet. Toen
ik aankwam, stond hij al op het menu.
x
ZIJN REDDING.
Heer. Mijn buurman, die doodziek
naar 't ziekenhuis gegaan is, knapt weer
op, hoor ik. Hoe is dat gegaan?
Dokter. Wel, hij was te zwak voor
de operatie.
x
DUIDELIJK.
Bij liet schijfschieten krijgt een sol
daat een standje van zijn officier, dat hij
telkens misschiet.
- Wat zijt gij in uw dagelijksch le
ven? vraagt de luitenant.
Kleermaker, luit'nt, antwoordt de
soldaat.
Dan moet ge toch goede oogen heb
ben om uw draad door het oog van de
naald te kunnen steken.
Jawel, luit'nt, maar dan hou ik m'n
naald geen driehonderd meter van m'n
draad af.
x
GOED BEWAARD.
Boer Piefers en zijne vrouw zijn in
't hooi aan 't werken in de weide. Het
begint te regenen en de bazin is onge
rust over den mondvoorraad.
T rees niets, zegt de boer, mijn
vest ligt over 't brood en mijn muts ligt
over den kaas.
En de worst?
Die ligt in mijn klompen.
x
EEN VOORZORG.
Kleermaker. Hoe hoog wenscht
mijnheer den kraag van zijn winterjas
Student. Maak hem maar zoo
hoog, dat gij mij onmogelijk herken
nen kunt als u mij soms op straat tegen
komt.
x
KIBBELING.
-Watte!... Hebt gij mij uit liefde
getrouwd! Dat is niet waar... Hadt gij
mij geeren gezien, dan zoudt gij heele-
maal niet met mij getrouwd zijn.
x
IN GEDACHTEN.
Nu, manneken, zei de juge van
den kindertribunaal tot een jeugdigen
spitsboef nu, manneken, ga naar huis,
ga geregeld naar de school, maak uw
werk, en probeer een braaf man te wor
den... Om te stelen zijt gij nog veel te
jong.
x
GELUK.
Is Van Zon gelukkig?
Dat zou ik gelooven hij heeft een
vaste positie; een goed loon; geen schul
den en hij is van zijn vrouw af ook.
ONTWIKKELD.
Madam. Wat is 't nu, Liza! Gij
hebt het borstbeeld van Conscience la
ten kapot vallen
Meid. Wat geeft dat, madam, Con
science is onsterfelijk
x
ANDERS.
Dingen trouwde met een schrijfster
en toen een vriend hem vroeg
A wel, Dingen, hebt gij een goud-
vischje beet?... gaf hij ten antwoord
Neen... een inktvisch
x
HET GELUK VAN MET EEN
WASCHVROUW TE TROUWEN.
Ik ga trouwen...
Nu, wat zou dat. Hoeft zij duiten?
G, jé, ja. Zij heeft vier huizen...
Wat voor huizen?...
Waschhuizen.
VERWIJT.
Madam Pompadour is met den groo-
ten kuisch bezig.
Wat zijt gij toch een stom schep
sel, zegt zij tegen de meid... Eiken keer
dat ik iets laat vallen als ik op de leer
sta, zit gij er met uwen kop onder
GOEDKOOP DRINKEN.
Pat dronk voor de toonbank in een
kroeg zijn glas whisky. Als ge toch
drinken wilt, Pat, zei een kennis, drink
dan bier, dat voedt, het is eten en drin
ken tegelijk.
Pat volgde dien raad en dronk zooveel
bier, dat hij onder het naar huis gaan in
een sloot rolde, waar hij den nacht door
bracht. Bij het ontwaken zeide hij
Waarachtig, Mike heeft gelijk. Het
geeft niet alleen ei en en drinken, maar
ook vrij logist en bewassching boven
dien.
x
Toen hij haar had gekust en haar ro
zige wang tegen de zijne gedrukt had,
week zij terug en zei
Wim, scheert gij u zelf
Ja, waarom vraagt gij dat?
Ik dacht het al, zei ze. TJw gezicht
is het ruwste dat ik ooitToen zweeg
ze, maar het was te laat.
INDIRECTE OORZAAK.
A. Het staat vast, dat wij een der
gewichtigste uitvindingen den blik
semafleider, aan een vrouw te danken
hebben.
D- Pardon, die heeft Benjamin
Franklin uitgevonden.
Jawel, maar eerst nadat hij
trouwd was.
Wat is het onderscheid tusschen een
geplaatst en een niet geplaatst gedicht
Een niet geplaatst gedicht komt in
de prullenmand voor het drukken, een
geplaatst gedicht na het drukken.
x
Een staatsman, die denkt, dat hij de
publieke opinie in zijn macht heeft, is
als een jongen, die zich sterk waant,
omdat hij het touw kan bewegen, waar
aan een groot stoomschip vast licht.
x
Boer Krelis zal voor de eerste maal een
reis met den spoortrein wagen. Als de
trein gereed staat te vertrekken, snelt
hij, alvorens in te stappen, naar de loco
motief en, den machinist een dubbeltje
in de hand duwend, zei hij
Der jong', doar kun-de as wij te
Aorum komme, 'n gleske bier veur pat-
ke inoar, dan motte ook goed uitkijke,
want ik vertrouw 't zoakske nog moar
half.
Daarna stapte
trein in.
HIJ HAD NOOIT ZOO GEGETEN.
Jantje Feder beschrijft een prachtig
feestmaal van den vorigen avond.
Ik heb nooit zoo lekker gegeten,
zei hij. 0, die kalkoen, wat heerlijk was
die. Hij ging heelemaal op.
Met hoevelen waren jullie
Met z'n tweeën.
Wat, twéé maar?
Ja, de kalkoen en ik.
x
AFDOEND.
Vader. Wat zie ik, Hedwig, rook
je sigaretten?
Dochter. Maar pa, u kunt toch niet
vinden, dat' ik een pijp moet rooken.
x
Waarom heb je je verloving afge
broken, Mina?
Wel, 't was toch mijn eerste.
hij vergenoegd den
jong-
Wilt u ook dichter worden
mensch
Wel neen hoe vraagt ge dat zoo?
Omdat u zoo onbegrijpelijk spreekt.
x
IN HAAST.
Huisknecht (nadat hij een vreemde
ling zonder meer de trap afgegooid
heeft): A propos, ge kwaamt natuurlijk
een rekening presenteeren
x
Baronnes Is mijn man er niet
Huisknecht. Mijnheer de baron
werkt in de bibliotheek.
Baronnes. Wek hem dan maar en
zeg dat er bezoek is."
x
Professor (tot dief die 's nachts in
zijn kamer komt). Maar man, waar
om komt ge niet in mijn spreekuur?
x
Zij- Hoe vindt ge mijn costuum?
Hooge chic
Hij. Ja, en nu wilt ge zeker van
mij een hooge cheque
Wie is een onbruikbaar man? Hij,
die noch bevelen, noch gehoorzamen
kan.
MISLUKT COMPLIMENT.
Een jongmensch, die een jonge dame
een compliment wil maken
P' .juffrouw u ziet er uit als een
achttienjarige roos.
EEN VERGISSING.
Knecht (van den polier)Hier is de
haas, dien Mijnheer van morgen gescho
ten heeft.
Mevrouw. Mijn man is in 't geheel
niet op de jacht geweest, hij was ziek.
Knecht. Nu, dan had hij maar moe
ten afbestellen.
x
Jonge meisjes beschouwen eenen ge
trouwden man, als een loterijbriefke na
de trekking.
MODERN HUWELIJK.
Heer. tl wilt dus nog eenige maan
den ten dienste van uw doctoraal exa
men naar Leiden gaan, mevrouw
Hoe stelt iiw man het dan gedurende
uwe afwezigheid
Dokteres. 0, dien zend ik zoolang
naar Wiesbaden.
dik.
VOORZICHTIG.
Wat is uw boekhouder geweldig
Ja, ik heb met opzet zoo'n dikke
genomen, die kan er niet zoo gemakke-
ijk van door gaan.
x
Oud heer Klaartje, gij zijt verrukke
lijk. Ik bemin u, en ik wil met u trou
wen.
Klaartje Hebt ge dat al aan mijn
moeder gezegd
Oud heer: Ja, twintig jaar geleden.
Maar hoe weet gij dat
EEN SLIMMERD.
Heb je in die mand ook eieren met
lichte dooiers, boertje vroeg een win
kelier aan een boer.
Zeker, meneer, er zijn er wel on
der.
Ja, nou kan ik ze uitzoeken?
Als je ze kunt vinden, met genoe-
gen.
Toen de winkelier er eenige uitgezocht
en betaald had, kwam het boertje tot
inzicht.
Wel, drommels, riep hij uit, daar
heeft me de kerel al de grootste eieren
uitgezocht.
x
DOUANEBEAMBTE.
Wat is er in die blauwe doos, juf
frouw
Onzin, meneer.
Beambte. Ik vraag u doe open.
's Is maar onzin.
Doe open, s. v. pl.
Heel graag. Zie maar. Heelemaal
vol minnebrieven van mijn dollen Al
fred.
ALS ZIJ KOOKT.
Mevrouw ('s middags bij het eten)
Onze keukenmeid is van morgen
plotselings ziek geworden.
Mijnheer. Ha zoo. Ja, ik merkte
ook al iets ongewoons aan de soep.
x
Jantje. Zeg, er zijn menschen, die
spinnen eten.
Lientje. Ba, dat is onmogelijk.
Jantje. Zoo, hier staat het doch
De arme weduwe voedde zich met spin
nen.
Wie zichzelven goed kent, schept
geen behagen in de loftuigingen der
menschen.
x
Vader. Op welke wijze hebt ge nu
eigenlijk uw uitgaven beperkt, mijn
zoon
Zoon. Ik betaal nog slechts de helft
van mijn rekeningen.
x
Eierenhandelaar. Is uw firma so-
lied?
Reiziger. Dat geloof ik. Wij heb
ben indertijd zelfs aan Columbus het be
roemde ei geleverd.
x
Dit prachtige hotel is voor een ge
deelte ook van mijn geld gebouwd.
Hoe zoo
Wel, de eigenaar was vroeger kell-
ner in Het Zwarte Beertjeen daar
heb ik menigmaal een dubbeltje fooi ge
geven
EEN FLINKE JONGEN.
Moeder. Ziet u, mijnheer, ik had
nooit gedacht, dat mijn Frits ooit van
zijn leven een baas zou krijgen, en nu
heeft hij er al vier gehad in een half jaar
tijds.
GEMAKKELIJK HERSTELD.
Dame. Dit huis zou me wel beval
len, als er wat meer kasten in waren.
Huisheer. Het aantal kan gemak
kelijk verdubbeld worden.
Dame. Uitstekend, dan zal ik het
contract teekenen.
Huisheer (een half uur later).
George, laat een timerman komen, om
iedere kast in tweeën te verdeelen.
x
Is het werk zwaar en moeilijk, dan
vatte men het op als een strijd en men
zal genieten "'an de overwinning, als het
eindelijk is gelukt.
PRAKTISCH.
Bezoekster. Wat loopt uw keuken
meid toch met een grooten trechter door
hei huis?
Mevrouw. Ja, ze is hardhoorig ge
worden en nu gebruikt ze hem ais ge
hoorbuis.
GETROEFD.
Kletstante. 't Spijt me dat ik het
zeggen moet, maar men heeft je man
gisteren avond na afloop van het con
cert, in gezelschap van een mooie dame
gezien.
Jonge vrouw. 0, jawel, wij zijn sa
men na het concert naar huis gegaan.
x
KINDERLIJK.
Kareltje heeft een bie gevangen, zet
die onder een glas en zegt Zoo, nu laat
ik je niet los, voor je 't geheele glas met
honig gevuld hebt.
x
IN HET VAGEVUUR
Pachter Jan ging altijd laat slapen en
dan kon hij er 's morgens niet uit.
Zijne moeder had lang gepreekt om
Pachter Jan te beteren.
Luister, Pachter Jan, zegt zij, een
goed gedacht om vroeg op te kunnen,
gij moet maar peinzen van als ik u roep,
dat gij in 't vagevuur ligt.
Goed, zei Pachter Jan, ik zal dat
doen.
's Anderendaags had moeder al vier,
vijf keeren geroepen en Pachter Jan lag
nog in 't vagevuur.
Moeder gaat eindelijk zelf naar Pach
ter Jan's bed.
Hoe is 't mogelijk, zegt zij, hebt
gij niet onthouden wat ik u gisteren ge-
zeid heb?
Ja, zeker, moeder, maar ik heb nog
verder gedachtPachter Jan, jongen,
zei ik in mijn eigen, gij ligt hier in 't
vagevuur, blijf er nog maar een tijde
ken in, gij verdient het genoeg voor uw
luiheid.
er zijn geen
beter
te verkrijgen
dan in
HET HUIS