Leve de Paus
van den Monnik
De vermaarde fabiiekjjvan Krupp te EssenBi
f.
li
SS
Een rare vogel
De bedrieger bedn
IS ;3 iSS
Z. H. PIUS X in den hof van het Vatikaan,
naar eene photographie genomen den 15 Juli 1913.
Wederom én wel voor de tiende maal
vierden wij Pauzes kiezingsverjaardag.
De Paus?... Pauzes feest!... tien
jaar opperhoofd der H. Kerk.
Ge ziet van hier dat het de slechten
niet meegaat...
Doch wat kunnen ons boozen en god-
deloozen en mannen zonder zeden schil
len.
't Was Pauzes feest
De voddegazetten hebben er geen ge
benedijd woordje over gerept 't is im
mers 't wachtwoord.
In alle landen der wereld, daar waar
eene kerk, eene kapel of eene zendelings
tent is opgeslagen, daar waar een chris
ten herte klopt, zijn gebeden voor den
Vader van ons allen ten hemel gestuurd.
Dat algemeen en welwillend gebaar
ten voordeele van Z. H. en dat zelfs niet
aau ander.vorst, hoe rijk in kanonnen
en oorlogschepen hij ook moge wezen,
zal geschonken worden, schijnt tegen
sprekers te vinden zoudt ge niet zeg
gen dan
En een groot deel van dat volk, opge
leid door wat protestantsehe en vijan
dige schriivelaars zoowel als de menigte
der vrijmetselaars, die al onder op mee
werken, zijn te kort geschoten aan dien
zeer grooten plicht.
Integendeel al dezen die door zichzel-
ven denken en geen verdeeldheid in hun
ne gedachten willen teweegbrengen,
buigen met. gretigheid het verootmoe
digde hoofd voor die eerbiedwekkende
gezagsbloem, op den reusacktigsten tak
der Geschiedenis uitgeschoten...
Groeien en bloeien, en dat nog in vol
le twintigste eeuw, zijnen waren oor
sprongswortel voelen in het gedacht en
in het hert van den Meester, alhoewel
thans menschen- en staatsbeheeren wan
kelen en omkantelen Gij zijt Petrus
en op dien steen zal ik mijne Kerk bou
wen
Welk adeldom mag er met zulken in
aanraking komen!...
Gelijk hoe hij heet... Clemens... Leo
I..., Üubanus II..., Gregorius VII...,
Leo XIII..., of Pius X.T., hij is de
Paus!... opvolger van Petrus... de ver-
lievenste bestuurder van dat onmeetbaar
geheel dat de Kerk hier op deze wereld
uitmaakt, en met de Kerk van hierboven
vereenigt
Ook, in deze huidige tijden van alge-
meene bekommering, thans wanneer de
volksmassa naar omwenteling slaakt, dt
opperhoofden in benauwdheid leven en
de onontbeerlijkste grondregels de ver
sleten balken van een al te oud gewor
den gebouw schijnen... thans wanneer
men als bevangen wordt door den indruk
van de bijkomende rampen... hoe mogen
de katholieken zich gelukkig achten
eene zoo zekere richting op de geheim
zinnige baan die liet toekomende inloopt
en waar langs het menschdom zoo ang
stig voortrolt, te ontmoeten! En 't is
daarom dat we den Paus moeten dank
baar zijn
We kennen genoeg, we beseffen te
wel de rol van de ontzaginboezemende
bescherming door hem op touw gezet en
voortgespeeld..., immers in den loop van
iedere eeuw hoorden onze voorvaders zij
ne gebiedende stem te midden van duis
ternissen en moeilijkbeden... zijne hand
onttrok ons te dikwijls aan 't gevaar en
de slechte gelegenheid... we weten dat
hij de eenige vorst en opperhoofd der
wereld is die niet vleit of streelt... we
hebben ondervonden dat hij ons genoeg
bemint om besluiten te nemen die opof
feringen vergen...
Wij beminnen hem omdat we als ver
baasd en bevreesd staan bij het nagaan
zijner verantwoordelijkheid.
Heere gij maaktet mij machtig en
«4 heerschend, laat me nu inslapen van
der wereld slaap zoo sprak Mozes,
door de moeite overlast en niet min door
ondankbaarheid en hoop overmeesterd.
Ik stel me gemakkelijk voor, dat ins
gelijks de Paus, zooals eens de propheet,
0111 ontlasting en genade moet bidden.
Ik stel me voor dat Hij somtijds, te
midden van den t reinigen luister des Va-
tikaans, zijne gedachten laat heen vlie
gen naar het blijgeestig Venetië, de stad
met hare St-Marcuskoepels, die als een
kostbaar kantwerk op den helderblau-
wen hemel uitkomen naar de Piazza,
met hare blanke duiven naar de vlie
gende, klotsende en vreugdige zonne
stralen in de stilzwijgende waterstraten
en poelen naar de glijdende gondolen
die als groote zwaluwen de waters over-
glibberen naar het vrije leven, naar de
oude vrienden en kennissen, verschrikt
door de hoogste grootheid... naar het
goede en brave volk, waar hij zijn oor
sprong vond...
En wanneer hij wederom na zulken
droom de oogen opent, de groote sclia-
duwe der St-Pietersdom schijnt hem
te willen verpletteren, en de staatspa-
piei-en ziet hij nog talrijker opeengesta
peld op zijne schrijftafel.
Oh bidden we voor hem, 't is plicht
Vermits hij er het hoofd van is, moe
ten wij het hert uitmaken...
Hoe dikwijls en godvruchtig komt het
ons niet toe hem aan te bevelen aan dien
grooten oot moedigen, aan dien begeeri-
gen naar stilzwijgendheid, die, hij ook,
staande voor Jeruzalem, aan Nazareth
dacht... aan dien zwakken, die de sterk-
sten der sterken was..., aan dien Jozef
van Galilea die men aan de grondves
ting der Kerk vermoedt, zooals men de
grondsteenen onder het reusachtig ge
bouw moet gissen.
Vriend lezer, misschien onverschillig,
ja, wie weet, vijandig, stel u voor dat
men in 't laatste tijdstip van uw leven
IJ ontrukt aan uwen geboortegrond of
ten minste aan uwen thuis, aan uwe ge
bruiken en gewoonten, aan uwe gedach
tenissen en vrienden...
Men voert u in een paleis, doch dat pa
leis is een gevang... Het verleden drukt
er u zoo zwaar..., gij zijt thans de Va
der geworden van honderde millioenen
geloovigen... De gansche wereld beloert
uw leven... uwe woorden weergalmen
tót de uiteinden der wereld... uwe ou
derlingschouders bukken onder een ge
wicht dagelijks vermeerderd... men be
mint u en men vervloekt u!... men ge-
benedijdt en men vermaledijdt u!... Gij
staat tusschen hemel en aarde, en de
angsten dier twee werelden bevangen uw
hert...
Zoudt ge, bij het vallen van den
avond op die officieele en afmattende
dagen, geen behoefte aau een weinig
liefde gevoelen... en de dorst naar een
vriendsgebed ondervinden?... Zou liet u
niet aangenaam wezen de zekerheid te
bekomen, dat van verre of van bij een
liefdevol gedacht, als een met zijn vleu
gels slaande vogel, de grijze wanden van
uw gevang komt streelen?...
Dat hierop uw gemeend antwoord de
maat weze van hetgene gij voor den
Paus schikt te doen...
Voor ons, christenen van de Katho
lieke Apostolieke en Roomsche Kerk,
wij roepen uit ganscher herte Leve
de Paus Dat God hem tegen de boo
zen beware... dat Hij hem ondersteune...
Dat Hij hem verlichte..., dat Hij hem
verlichte, dat Hij hem gelukkig make
en hem nog lang aan de liefde zijner
kinderen beware
De PAFS!...
LEVE DE PAUS!...
(Naar PIERRE TERMITE.)
(28*t° Vervolg.)
De oude Juana had zich gehaast, we
tende dat de mannen van de mensche-
lijke gerechtigheid hun werk hadden
verricht en hun proces-verbaal op perka
ment gebracht, aan den doodenkamer
een minder afschrikkelijk voorkomen te
even
Zij had de witte lakens van het bed
opgetrokken tot de kin van de jonge
vrouw en dusdoende hare vreeselijke
wonden bedekt een kruisbeeld, in hare
handen gelegd, verspreidde een vertroos-
tenden glans óver dit tooneel van ont
zetting en doodsangst; door de gordijnen
viel eene zachte schaduw op liet gelaat
der do'ode, waarop de bleekte des doods
verspreid lag.
Eenige korrels reukwerk, in eene
brasero geworpen, verdreven de
bloedlucht uit de kamer en Juana had in
een naburigen tuin takken van oranje-
en granaatboomen, nog met hunne bloe
men bedekt, doen halen en ze met han
den vol Qver het doodsbed heengewor-
peni
Terwijl zij deze vrome taak volbracht,
ging Aloiizo voort met bidden.
De slag die hem trof, was zoo onver
wachts, zoo plotselings, dat hij er onder
verpletterd was, en den moed niet had,
er zich tegen te verdedigen.
Wij hebben liet reeds gezegd, de her
innering aan zijn duël met Sebastiaan
Llano y Valdez drukte loodzwaar op de
ziel van den kunstenaar en scheen hem
reeds met eene zware kastijding te be
dreigen, zoodat hij de beproeving aan
nam als eene verwachte schuldvereffe-
ning.
Wat hij ook zou doen, om zjch te ver
dedigen, hij hield zich overtuigd dat het
hem niet baten zou. Men fcou hem ver-
oordeelen. Indien de menschelijke ge
rechtigheid zich ook al bedroog, door
hem te beschuldigen, Mercedes ver
moord te hebben, de gerechtigheid Gods
volbracht haar werk traagzaam maar ze
ker, door hem te laten boeten voor het
bloed van Sebastiaan, dat niet ophield
tegen hem te roepen.
Toen het tien ure sloeg, werd de deur
van Alonzo's kamer geopend om twee
groepen mannen binnen te laten.
De eenen droegen eene cederhouten
kist, met. lood gevoerd, waarin Mercedes
moest gelegd worden, de anderen kwa
men om Alonzo te halen.
Het lijk en de levende persoon, die dit
huis gingen verlaten, zouden spoedig
weer in eene zelfde plaats vereenigd wor
den de moord van de eene zou de ter
doodbrenging van de andere maar korten
tijd voorafgaan.
Eerst zou men Alonzo Cano wegvoe
ren, de doode kon wachten.
Juist toen Rosales op den drempel der
kamer verscheen, stond de artist op, hij
boog zich over het bed heen en drukte
zijne lippen, even koud als deze van de
doode, oi) haar voorhoofd.
Slaap in vrede, arme martelares,
zegde hij.
Zulk een huichelarij kan het ge
recht niet. bedriegen, riep Rosales uit.
Hetj doel van uwe komst is mij weg
te voeren, senor, antwoordde Alonzo. Ik
geloof niet dat de rechtbank, die het
schuldig nog niet tegen mij heeft uitge
sproken, u reeds bij voorbaat zou hebben
opgedragen mij de foltering aan te doen
van zulk eene bclcediging.
Alonzo trad met een vasten en zekeren
stap op den alfarez toe.
Ik ben uw gevangene, zegde hij,
maar ik ben rustig een spaansch sol
daat heeft nog nooit een ongelukkige
beleedigd.
Juana greep de hand van haar meester
en bedekte deze met kussen.
Hoor mijne laatste bevelen, zegde
Alonzo tot haar. Dit. huis behoort, mij, ik
vertrouw het u toe ter bewaring. Blijf
er, wat er ook gebeure. Indien ik terug
keer, zal het een troost voor mij zijn er
u te vinden. Indien ik niet terugkom,
behoud liet. als eene herinnering aan de
dierbare doode en als eene getuigenis
van mijne erkentenis. Ik zal u alle vol
macht zenden, die hiervoor noodig is.
Ween nietde beproeving komt. van
God, maar juist daarom is zij aanbid
denswaardig.
De oude vrouw zag Alonzo aan met
een uitdrukking vol eerbied en liefde
daarna opstaande ging zij terug naar het
bed van Mercedes, waarop zij snikkend
lei r.de.
De alfarez, Rosales en Alonzo daalden
den tiap af.
Toen hij beneden kwam, zag de artist
om, naar den kant van het atelier. Hij
verwachtte er, zoo niet. allen, ten minste
eenige zijner leerlingen te zien uitko
men. Het zou een troost voor hem ge
weest zijn, hen een woord van afscheid
te hebben kunnen toespreken hij ge
loofde zich bemind door de geestdriftige
jeugd, die aan hem zulke kostbare les
sen te danken had.
Maar het atelier was leeg, zijne wijd
geopende deuren lieten ternauwernood
het profiel onderscheiden van sommige
standbeelden en de gouden lijsten dei-
schilderijen, waarop het toortslicht viel
van de twee alguazils, die op den drem
pel stonden.
Buiten schudden de muildieren met
hun kop en lieten de bellen rinkelen.
De alfarez trad eenige stappen terug
om den beschuldigde te laten doorgaan.
Deze richtte zich tot Rosales.
Is het noodig, vroeg hij hem, dat
gij in dit. rijtuig naast mij plaats neemt
(Wordt voortgezet.)
Die vermaarde fabriek werd gesticht rond 1835 door een smidsgai
name Krupp en dien men sedert met. den naam heeft herdoopt van
koning Ten jare 1°"" 'elde die fabriek 17.000 werklieden, 14 smelt
300 stoommachienen <1., amen 650.000 ton kolen verbrandden per jaar
terhamers wegende tot 80.000 kilogr., 23.000 gazlampen, 58 kilometersL
wegen binnen de omheining van de fabriek, 24 lokomotieven, 14 telegn
staties, 4 stoomschepen die het ijzererts gingen halen naar Bilbao (Sj
of naar Noorwegen, benevens 414 steenkoolmijnen in Duitschland zelf ge v
De fabriek groeide nog immer aan van dag tot. dag.
Ten jare 1903 telde die fabriek 30.000 werklieden in hare koolmijnen,
ovens en andere toehoorigheden. Het is ongetwijfeld de grootste f'abrie
heel de wereld en levert vooral staal en kanons, machienen, lokomotieven
pen, ijzeren bruggen, en al wat ijzer en staal betreft.
Al de werklieden in de fabriek gebezigd bewonen de «fabriekstad»
men een dertigduizend «villa's» aantreft; van elkaar gescheiden bij
van hofjes en tuinen verwarmd en verlicht door toedoen van de niji
zelve en kosteloos voor den inwoner. Al de benoodigheden voor voedsel ei Hnl
ding worden ook overigens aangeschaft door eene soort van samen wei
maatschappij door de fabriek zelve opgericht derwijze dat dit alles aan de
lieden wordt verschaft aan den minst mogelijken prijs.
Als men die groote nijverheid van Krupp te Essen nu aanschouwt
denkt dat zulks vooral het werk is van grootvader Krupp, den eenvo
smidsgast die het ook eens beproefde voor eigen rekening te arbeiden,
men weldra overtuigd dat een kleine, zeer kleine dwerg hier tot eenen v
lijken reus is opgeschoten en dat vaste wil gepaard met onverdroten iel
nog, zoo wel, ja, meer dan vroeger, wonderen verrichten kan.
Bijna al de landen van de wereld zijn voorzien van kanonnen en and
logstuig te Essen, door Krupp vervaardigd. In den laatsten oorlog- t
Balkanen scheen het te blijken dat de kanonnen Aan Franschen oorspro dee]
van Krupp verre te boven gingen, onder meer dan een oogpunt. Daar ant
men nochtans op dat de militaire opleiding van de soldaten die ze moesl
dienen, alleen te Avenschen liet. Wij laten aan andere, bevoegde manï
zorg oA-er desaangaande te beslissen. Eene zaak is zeker, het feit dat
agenten Aran het groote nijverheidshuis zich mengden in de staatspolii
allerhande lage listen gebruikten om de Staten tot nog ergere militaire
uitrusting aan te zetten, heeft iedereen ten zeerste verwonderd en rnism
Ik ken een dichter flink en fijn
Zooals er weinig dichters zijn
Een dichter die met blij gemoed
Het keuken- eiï het huiswerk doet,
Die alle dagen werkt en wroet
Met dollen spoed.
Ik ken een dichter raar gewis
Zooals geen ander dichter is
Een dichter die zijn potje kookt,
Dat 't schouwke immer lustig rookt
Die blij van zin zijn stoof'ke stookt
Terwijl hij pookt.
Ik ken een dichter knap gewis
Zooals geen ander dichter is
Een dichter die zijn huisje klein
Doet. blinken in den zonneschijn
Die zich zelf zijn bedje dekt zoo fijn
Als 't maar kan zijn.
Als 't huisje dan zoo proper is
En alles' helder is en frisch,
Dan komt de harpe A^oor den dag,
Dan doet die dichter zijn beklag
En maakt van politiek gewag
Met ATeel gezag.
Die rare A'ogel, A-lug en knap
Is maar 'nen dichter A'oor de grap,
Die kerel is steeds Avelgezind,
Hij leeft eenvoudig als een kind,
Maar hij geeft acht en hij verzint
Eer hij begint.
mei
T
er
ger
pea:
tief
tale
tent
wel'
heb
tref]
Kon
U
men
edel
hebl
Kon
delii
trek
ping
en w
vroe
tend
nen
onki
dere
A;
taan
len,
tot
scha
Een heer kwam bij een Lom
paardenve r h u u r der
Kan ik een goed paard kri
Ik wil naar Richmond rijd
veel moet. ik u daarvoor geven"
Een halven soATereign.
Besthernam de heer, bes
paard en reed Aveg.
Toen de ruiter terugkwam,
een hal ven soA'ereign betalen.
Neen, dat gaat niet, h«
eigenaar van het paard. Gij
mij oA^ereengekomen, een hall
reign tot Richmond te geven.
eA'enwel ATan Richmond Aveer n
den gereden zijt, moet ik een 1
vereign extra dus een heelen
De heer bemerkte dat hij
was, en betaalde.
Na A'erloop A'an eenigen tijd
andermaal een iiaard huren.
Ik wil naar Windsor rij
kost een goed paard Aroor dien
Een sovereign.
De heer besteeg het paard
weg. Hij kwam echter te voe
huurkoetsier terug. j
Ik kom u miin sovereign'
rit naar Windsor betalen.
Best maar waar is mi in
Te Windsor. Daar ik bet
der dan tot daar gehuurd heb,
ik het. verkieslijker, met den.'
terug te keereu.
en n
te k(
H<
leere
nen
del a
ledei
de v<
kuni
moec
none
Croep leden van het clnematographisch kongres, dat deze week
gehouden werdg en verleden Woensdag zijne werkzaamheden s
gaan
sterft,
gaan
rindei