HET HUIS DOREMBURG Oa SSachtoIfera der Dronkenschap I. Dreigende afgrond. m Sint=Martensgestïcht WeerkundiBB waarnemingen mmwjii m TFEESTWIJZER ARM - GOEDEREN VAN AALST. 24 EN 25 AUG. 1913 liet is een koudo regoiiachligo winter avond. Eene treurige eenzaamheid hangt over do stille straten der stad Londen en over lie donkere huizen dia overdag zoo vol loven en beweging zijn. Door eene slijkerige broode straat gaat eone vrouw, een jammerlijk vermagerd schepsel, op wier gelaat do sporen van mishandeling nog ziohtbr.ar zijn, en wier kracht nauwelijks voldoende schijnt te wezen, om den lichten maar al to lichten last te dragen van een ziekelijk kindje dat zij in h&ro armon heeft. Aan hare zijde lo 'pt een ander meisjo, dat in haar wezen hot sprekend beeld toont van het lijdon en co armoede barer moeder. Op weinige schredon afstand komt juist «en dronkaard strompelend voorbijgewaggeld «lie het slot van oen drinklied op ruwo ■wijze uitgalmt. Den verwilderden blik op slaande blijft hij legon eenon lantaarnpaal leunend slaan en schijnt de ongolukkigo moeder niet hare kinderen to herkennen. Beeslengoed schreeuwt de dron kaard liet arm drijtal toe. Kom toch mede, zegt do vrouw tot hem op .'meekonden toon woes na bedaard en ga nu mede naar huis. Ga zolf naar huis, antwoordde do on- mensch met een scheldwoord dat wij niet willen herhalen en mot eonen schop dien wij niet willen beschrijven- De vrouw neemt met hare kinderen de vlucht, terwijl de booswicht, aan wien zij in een ongolukkig oogenblik haar lot hooft vorbonden, nogal'ijd het drijtal vloekond en dreigend naschreeuwt, en vervolgens weder in eono aangrenzondo nauwo straat ceno vuilo nachlberborg binnentreedt. Sinds drij dagen roeds heeft do vrouw met liara onschuldige bloeden van kinderen geen kruimel voedsel over de lippen gehad. Alles is verkocht door bet arm gezin. Reeds aedort weken is do huur niet betaald van hel afgesloten kamertjo op den dakzolder der donkere steeg, waar zij hongerlijdond, zich althans des nachts legen wind on weer trach ten te beschutten. Wegens dronkenschap is do echtgenoot on huisvader, die wij zoo oven leerden kennen, van zijn werk weggejaagd on thans sinds weken zonder eenigo verdiensten. In de laatslo dagen heeft echter de kerel zijn laatste gereedschappen naar den berg van bermhartigheid gebracht, om het geld hier door verkrogen, ook aan zijn drinkonluit en onverzadelijken genevoi'dorst to offeren. Den volgenden morgond wordt do dron kaard naar het arme verblijf op don dakzol der goloid. Er liggen drij lijken op den grond uitge strekt Moeder on kinderen zijn van honger gestorven. Huisvaders en werklieden, meent niet dat wij overdrijven. In do groolo steden zijn dorgelijke tooneelen der dronkenschap niet zeldzaam. Ja, nog somherder,onder zedelijk' opzicht kunnen die tooneelen geschetst wor den. Welnu, overwint dien hartstocht der dronkenschap, opdat hij u niet donkore dogen van wroegingen wanhoop doe beleven die nimmer kunnen herroepen worden en u billero herinneringen bespare, welko diepst- gezonken mensch niet kan onderdrukkon. DE VOLKSSTEM Lijn gedachten waren ver, ver van deze echitterende zaal. Bericht uit Amsterdam.... dood en lever, hing er van af, en thans zich niet kunnen terugtrekken in de eenzaamste kamer van het huis Men danste over het verdriet zijner ziel, men lachte en schertste boven zijn naamloozen angst uit, gelijk de argelooze dorpsjeugd over de aarde van het kerkhof, die misschien een schijndoode", een wanhopige bedekt. Daar op eens biedt zich een bediende aan de speeltafel. Eerbiedig naderde hij den ban kier, die vragend iu spanning naar hem op lag. Verschoon mij, mijnheer Dorenburg, Mijnheer Lichtman, die nog steeds op 't kan toor is, zend u dit briefje. I De bankier lachteDie ouwe, trouwe bhI, is dag en nacht op het voordeel der firma uit; hij geniet mijn volste vertrouwen en toch is hij bang zoodra het eene buitenge wone zaak geldt. Met een glimlach opende hij het papier, Üocli in zyii hart koesterde hij bange ver wachtingen hij voelde, hoo het koude zweet op zijn voorhoofd uilbrak en zijne handen beefden. Bericht uit Amsterdam, las bij. Do anders zoo vaste band van den boekhouder was krachteloos eu onzeker, gelijk geworden aan een ongeoefende kiudervinger. De firma Van der Straten was in bankroet; zo geven ■leclits drie percent uit... God beschormtons firm nu is. Gedurende lango jaren verschoon eiken dag voor eene kerkdeur te Parijs, een oude bedelaar, die iedereon onder don naam van Vital kende. Altijd was bij ernstig en som ber, sprak bijna geen woord, en zelfs als men hem een aalmoes gaf,dankte hij slechts mol eone kleine buiging van bet hoofd.Onder do lompen waarmede hij bekleed was, zag inon op zijne borst een gouden kruis. In diezelfde kerk was een jongo geestelij ke Paul do X. gonaamd, gewoon eiken dag zij no IIMis to lezon, en vergat nooit wai> neor hij do kerk inging, den armen Vital eene kleine aalmoes te geven. Spruit eoner voorname en rijke familie, had zich de geeslelijko als priester den Heer toegewijd en gebruikto bijna zijn geheel inkomen aan goedo weikon. Zonder hom nader te konnon was do bedelaar zoer aan den priester gehecht. Op zekeren dag was Vital niet op zijne gewone plaats, en daar zijne afwezigheid bleef voortduren, vreesde do priester dat hem iets overkomen was. Hij vernam naar zijne woning om hem op te zoeken, vond zo gemakkelijk, en op zekeren morgend, nadat hij de II. Mis gelezen had, begaf hij zich naar het huis van Vital. Mod wees hem een dakkamertje van do zesde verdieping. Hij klopte op do deuren ocne zwakke slem riep binnen De priester opende. Hij vonder den bedelaar ziek te bed, of liever op een schraal stroolegcr. Ilij zag er bleek uit. Zijno oogen waren mat en glans loos. O, gij zijt het, r.eido hij tot den priester toen hij hem gewaar werd.Het is zeer vrien delijk van u dat gij lot zoo oen ellendige mensch komt, ik verdien uwe goedheid niet. Wat zegt go daar, Vital, weet ge dan niet dat de priester de vriend der ongeluk- kigen is En builen dit, voegde de priester er lachend bij, wij zijn toch immer oudo beken den. O, mijnheer, als gij het wist, als gij mij zoudt kennen... Spreek niet zoo good met mij, ik bon eon ellendeling, een door God vcrvloeklo. Door God vervloekt IIoo kunt gij zulke gedachten hébbon Spreek zulke woorden niet meer uit. Zoo gij iels kwaads gedaan hebt, hebt berouw e:i biecht. God is de goedheid zelve en vorgeet't gaarne hem dio berouw heeft. Neen, neon nooit zal Hij mijne schuld vergeven. En waarom niet Hebt ge dan soms geen berouw over het kwaad dat go hebt gedaan Of ik berouw heb ri9p Vital, zich van het bed oprichtend en do stare oogen op hem richtond o ja, ik heb berouw dertig jaar lang knaagt mij hel berouw aan de borst en toch ben ik vervloekt... Te vergeefs traohlto de priester hom te troosten en moed in te spieken. Een verschrikkelijk geheim lag op zijn geweten on do vertwijfeling sloot den mond om hel te bekennen. Elko hoop had hem verlaten. Eindelijk door de zachtmoedigheid en goedheid van den priester bewogen, ver- lelde hij mot stervende stem zijne geschie denis. Inderdaad in dat tengere lichaam moest eene sterke ziel huizon, want geen spier ver trok zich op het fijne zachte gelaat van den bankier, toen hij den brief dicht vouwde en iu zijn binnenzak borg. II.—VALSCHE REDDING In een klein eenvoudig vertrekje van een woningje in de voorstad, rust in een leun stoel een oudo man. Het is de oude boekhou der van het zoo ryk en bloeiend huis Doren burg, Thomas Gerards, die wegens ziekte zijne betrekking had moeten vaarwel zeggen. Een onbeduidende rente en de steun van zijn zoon Emile, dio als muziekleeraar alom ge zocht was en zjjne woning met hem doelde, verzekordo hot armzalig bestaan van den man die op gevorderden leeftijd getrouwd, spoedig zijn echtgenoot verloren en in zijn zoon zijn lieele levensvreugde en geluk zocht. Het was namiddag. Emile had als naar ge woonte met een hartelijk afscheid liet huis veriaten om zich aan zijne zaken te wijden, en zijn vader was alleen. Peinzend zat de oude man in zijn stoel. Do gazet was zijn hand ontglipt en droomend staarde hij voor zichheon, toen zachtjes» de deur geopend werd. - Mijnheer Gerards, er is een lieer, die u wenscht te spreken. Laat hem binnenkomen, Marie sprak hy, sprak hij tot het dionstmeisje. En töen hij den binnenkomende zag, riep hij verrast uit: Gij hier mijn oude Ho'm Wat een zeld zaam en vereerend bezoek. De-bezoeker was een oude lieer evonals de gowezon boekhouder. Hij was gekleed in een reeds tamelijk kale majoorsuniform, die hij bij voorkeur droeg, hoewel hij reeds gerui- men tijd gepensionueord was. Ik was, zoo sprak hij, rentmeestor van eene rijke familie, toon de bloedige revolu tie van de voorige eeuw uilbrak. Mijn heer heer was de goedheid 'fcelf. Do graaf de gravin, hare bcido dochters, haar zoon, ik dauklo hen alles, plaals,stand en vermogen. Daar kwam liet schrikbewind. Mon zocht dun graaf en zijne familie, maar men vond ze niot. Zij hielden zich verborgen en ik wist waar. Toen grng ik naar den kommissaris ik heb hen aangeklaagd. En dit om hun goederen to bekomon, die mon aan den aan brenger beloofd had. Zij worden ter dood veroorduold, allen, aan wien ik alles te danken had, allen die ik verradon had, be halve do kleine Paul. die nog te jong was Eon onwillekeurige schreeuw ontsnapte aan do borst van don priester, terwijl het koudo zweot zijn voorboqfd bedekte. Mijnheer ging do bedelaar voort, die de opgewondenheid van don pricstor niet bemerkt had, mynhoèrhet is verschrikke lijk. Ik heb hot aangehoord toon zij terdood veroordeeld werden. Ik stond aan de gevan genispoort, toen zij alle tier, de eenona den andere, do kar bestogen - iik drong door het volk heen do kar na, ik zag hen op hot schavot ik zag do vier hoofden onder het mes vallen o, ik ellendeling. Van dien tijd af heb ik noch rust, noch'duur. Ik ween, ik hid voor hen. Ik zio zo bijna levend voor mij. Daar, daar zijn zo, achter het muur- gordijn. En de oude bedelaar wees mot sidderende band op oen voorhangsel^, dat een deel van den muur bedekte. Dat. kruis boven mijn bed hoordo aan den graaf too dat kleine góudan kruisje dat mij niet verlaat, droeg eerst de gravin. O God, wal heb ik gedaan! en wat een berouw heb ilc er over gehad Heli toch medelijdon mot, mij en versloot mij niet. Bid voor den schandolijksten en den ongolukkigston aller inenschen... De priester knielde bij het bed neer, bleek als de dood. Zoo bleef hij een half uur zitten, zonder een woord te spreken. Toen bief hij zich rustig op, maakte het toeken des kruises en trok liet voorhangsel aan den muur weg. Hij zag twee beelden. De bedo- laar stiot een kreet uit toen hij ze zag en viel op zijn armzalig bed terug. De priester w eonde. Vital zegde hij met sidderende stom, ik zal uwe biecht hoorei), om u do goddelijke vergeving lo schenken. Nadat de biecht van dpn^stervende was af- geloopon en hij do absolutie had gekregen ging de priester verder Vital, God heeft u vergeven en uit liefde tot Hom vergeef ik u ook, want degenen die gij ter dood overgeleverd hebt, waren mijn vadeiVi. mijne moeder... mijne heide zusters De haren van don bedelaar rezen ten ber;e bij opende de IiHpen, maar bracht slechts eonigö onsamenhangende klanken uil toen werd hij stil en (bewegingloos. Toen de priester naar het bed trad was de bedelaar dood... Eonige dagen later had in de kerk, voor welke Vital zoo vele jaren het medelijden der voorbijgangers had ^opgewekt, een ewn- vomligen lijkdienst plaats. De H. Mis werd opgedragen door een jong priestrr.IIot bleek gelaat loonde de diepste ontroering en met bewogen Hem zong hij Requisest in pace Eenigo oogenhlikkon later werd het lijk grafwaarts gedragen. Alleen de jonge priester volgde en verrichtte de kerkelijke eboden. Gerards wees zijn vriend de eercplaats op de canapé en nam plaats in zijne nabijheid. En nu, oude vriefid, sprak hij, laat eens hooren wat gelukkige boodschap gij mij brengt. - Een bede, mijn vriénd, een dringende bede. God weet hoe zwaar deze weg mij is ge vallen, Gerards. Gij hebt een braven zoon.... Ja, een onvergelijkelijk goede jongen. En zoudt gij hem minder lief hebben,ais gij wist, dat hij, verleid doorslechte vrienden en door den invloed van wijn, een daad be dreven had, waar liy berouw over heeft, doch dio hij niet kan herstellen Neen, nietwaar Welnu Gérarrfs, ook ik, gij weet het, heb een zoon hij is officier, is in slecht gezelschap geraakt, en mijn Frits heeft gisteren gespeeld en verloren, verloren op eerewoord. Van avond zyn de vier en twintig uren verstreken betaalt hij niet, dan is hy zijne eer kwijt, vervolgde de majoor gejaagd. Gij zijt welgesteld, dat weet ik, en gfi hebt niet voor een gezin te zorgen zooals ik. Leen mij de twee honderd franken die mij nog ont breken, de rest heb ik reeds hij elkaar. Dat ik mij tot u wend is een bewijs, hoezeer ik vertrouwen in u stel. Bij het eerstvolgend kwartaal krijgt gij uw geld terug. De oude Gerards zweeg een poosje, toen de majoor ophield met spreken en hem vol hoop aankeek. Luister, vriend, sprak hij na eenige oogenbiikken. Gy weet dat ik niets bezit dan een kleine rente, waarvan ik ternauwernood kan levon. Toch heb ik gespaard, ja zelfs ge vast en bon gierig geweest, om zooveel bij elkaar to scharrelen, dat ik buiton weten van mijn zoon eenige staatspapieren heb kun nen koopen, waarop, indien het geluk wil dienen, groote sommen kunnen gewonnen Bisschoppelijke Middelbare School. Lijst der leerlingen die gedurende het schooljaar 1912-1913, mot welgolukken een oxamen ondergingen, of in nijverheidsge- sticlilen en handelskantoren zijn geplaatst geworden II.II. Maurits De Munter, Lede, Klerk (Boboer van Spoorwegen, Posterijen en To- legrafon). Examen van Soplember 1912. August Van Steenbergiie, Aalst, Orde- klerk (Behoor van Spoorwegen, Posterijen en Telegrafen.Examen van September 1912 Robert Coppieters, Moorsel, Ordeklerk idem. IIilaar Blondeel, Hofstade, Ordeklerk idem. Aloïs Borremans, Hofstade, Ordeklerk, idem. Frans De Ridder, Aalst, Ordeklerk-Tele- graiist. Examen van Maart 1913. Politieofficier aan bet Beheer van Spoor wegen. Examen van April 1913. Gustaaf Mertens, Ordeklerk-Telegra fist. Examen 1913. Juuus Hoste, Lede, Ordeklerk, Beheer van Posterijen. Examen van Mei 1913. Adhemar Blendeman, Gysegeu, Klerk ten bureole van M. H. Bosteels, nijveraar Aalst. Ordolderk, Beheer van Posterijen. Exa men van Mei 1913. Serapiiien Haentjens, Herdersom, Leer ling-Telegrafist. Jozef Van Wezemael,Aalst, Leerling-Tel Octaaf D'Hondt, Erpe. Klerk ten bureele van don Hoer de Cocquéau des Moltos, nij veraar, te Aalst. Louis Mertens, Aalst, Klork op do buree len van Le Liond'Or Aalst. Alfred Dysseler, Ressegom. Klerk op de bureelen van liet Huis Leygonie, Brussel. Valerius Van den Bossche, Bambrugge Klerk op do bureolen van het Huis Spinhayer Brussel. Frans Van Assciie, Erembodegem. Klerk ten bureele van M. L. Burny, Aalst. Maurits De Raes, Erembodegem. Klerk ten bureele van M. R. Van Biesen, Aalst. Emiel Van Haverbeke, Erembodegem Klerk op de bureelen van het Huis Delhaize, lo Brussel. Eugeen Van Fr^chen, Esschene, Dacty- logruaf of machienschrijver op do bureelon van De Voreeniging der Belgische Eigenaars Brussel. Eugeen Sanders. Aalst. Klerk op de bureelen van de Firma Roos-Geerinckx- De Naoyer, Aalst. »au IU. Cansia! Praet, opticien-specialiste Aalst, I. angu ZouUtraat, 0 23 oogst, 16 ure: Barometer 760° Thermometer 20° Wind*, zuid-west Vooruitx: veranderlijk worden. Niet voor mij heb ilc dit gedaan maar mijn zoon Emiel zou ik zoo gaarne onafhankelijk zien en gelukkig. In klinken de munt kan ik u de som niet oogenblikke- lijk ter hand stellen, maar vandaag nog zal ik naar mijnheer Dorenburg, mijn voormalige meester gaan, en hij zal mij tegen overleg ging van die papieren de twee honderd frank niet weigeren eer het avond is heeft uw zoon zijn scliuldeischers betaald. Een traan glinsterde in 'toog van den majoor en zijn hand beefde, toen hy dio van zijn vriend drukte. In 't privé-kantoor van den bestuurder, dat door de dubbele deuren van de andere kanto ren gescheiden was, was de bankier met den boekhouder in ernstige zaken verdiept. Boeken en papier lagen voor hen opgesta peld, maar de bankier liet het nazien daar van over aan Lichtman.Hij zelf leunde doods bleek en wanhopig in zijn zetel, Ga heen, Lichtman, sprak hij op moede- loozen toon, verzoek mijne vrouw dat ze mij komt spreken. Mevrouw Dorenburg, verstomd over de ongewone boodschap, van haar overbrenger, had zich, tegen hare gewoonte in, gehaast, aan het verlangen van haar echtgenoot to voldoen. Een vreeselijk Vermoeden had zich reeds van haar meester gemaakt, thans bij het zien van haar man werd dit vermoeden zekerheid Willem, er is een ongeluk ge schied Wee u, als gij lichtzinnig het ge luk on het aanzien der uwen op het spel hebt gezet Zuchtend bedekte de bankier het gelaat met zyn handen. Ook dan nog prevelde hij; groote God ook dat nog! Verwyten, harde verwyten uit den mond, die slechts •/oor de Stad en liet Arrondissement Aalst AALST 31 Oogst. Opvoering van Jacob van Arte- voldi vadorlandsch drama in 4 hodrftoor do kalholiekeVlaamscho Studenlongildo van Aalst, in do feestzaal van hot St.Jozofscollege. Begin om 4 ure zeor slipt. 31 Oogst.-1 Sept. Uitstap van hetSyndikaat van Reizigers, Patroons on Bedien den, naar Spa-Keulen. G en 7 Septomber 1913. Algemeone Land dag van de Katholieke Vlaamsche studenten van heel liet land. 14 September. Kunstavond door de Konink lijke Harmonie. 21 Septembor. Ste Barbarafeest der Vrije Brandweer. September. Jaarlijkscli Feost van den Bond der Gedekoreerdo van Aalst. NINOVE 7 September. Vijftigjarig jnbelfeeest van de maatschappij Vereenigde werk- liedon tot hulp van Malkaar DENDERMONDE 24 Augustus. Gou\vfee8t der Katholieke Turners van Oost-Vlaanderen. Deelneming van den Turnkring - Steun geeft Moed Aalst, met muziek en lurn-afdeelingen. ST-ANTELINCKX 23 September. Groot verbroederingsfeest der Xaverianen. STEEN IIUYZE. 8 Septembor, Feestdag van O. L. Vr. Liederavond, om 4 ure, in de zaal van T klooster. HOFSTADE 19 en 26 Oktober, telkens om 4 uren, op voering van het niouw bijbelspol Joseph 200 uil voerders. N. B. De katholieke Maatschappijen van de Stad en het Arrondissement tooi den beleefd verzocht de datum's hunner feesten zoohaast mogelijk aan 't beheer van ons blad mede te dealen. Het Bestuur van het Weldadigheidsbureel der Stad Aalst, laat weten dat er op Dijnsdag 23, Woensdag 24, Donderdag 25, Vrijdag 26 Sep tember, Donderdag 2 en Vrijdag 3 October 1913, telkens om 1 uur namiddag, door het ambt van Meester Oscar TIBBAUT, Notaris te Aalst, zal overgegaan worden lot de openbare verpachting der Arm-gooderen, voor ccnen termijn van 9 jaren, ingang to nemen den 31 December 1913, om aldus te eindigen den 31 December 1S22. ORDE DER VERPACHTING: A. Ter herberg - De Casino, bij den hoer Camille Verleysen, te Aalst, Nieuwstraat. Dijnsdag 23 September 1913, voor Aalst en Schaarbeek. Woensdag 24 September 1913, nog voor Aalst, Schaarbeek en voor Aalst-Mijlbeek, Herdersem, Gijsegem, Lede cn Schoonaardc. Donderdag 25 September 1913, voor Nieuwer* kerken. B. En ter herberg Het Zwitserscb-Bicr- huis,bij den heer Frans Bomon, te Aalst, Kerk straat Vrijdag 26 September 1913, voor Erpe, Mcire, Burst, Borsbeke, Aygem, Kcrkxken en Haeltert. Donderdag2 October 1913, voor Erembodegem. Vrijdag 3 October 1913, voor Welle, Ncder- hassclt, Der.dorhautem, Denderleeuw, Liede- kerke en Teralphene. N. B. Het recht van jagen op voormelde goederen verdeeld in verschillende loten, zal verpacht worden, op Vrijdao 3 October 1913, om 3 uren namiddag. troost en medelijden voor mij moest veil hebben Maar hij verma'ando zich, zijn gelaat nam een ernstige, strenge houding aan. Luister Laura, sprak hij op vastberaden toon, ik ben geruineerd, niot door lichtzinnige speculaties, maar door misbruik van vertrouwen w erd mijn val bewerkt. Een dag misschien twee kan me nog staande houden. Bereid er u op, om morgen vroeg met Martha de stad te verlaten. Voor mijn arm kind moet do ramp verborgen blijven, totdat, totdat... ze 'tuit de bladen zal vernemen. In verslagenheid had mevrouw Dorenburg naar haar man geluisterd. Rood en bleek werden beurtelings haar wangen cn het tril len harer lippen verried de opgewondenheid van haar binnenste. Ongelukkige, aan uw zoon denkt ge niet die, prijsgegeven aan den spot zijner adellij ke vrienden, u vloekt gij denkt er niet aan wat het zeggen wil plotseling in den afgrond te storten van de hoogte waarop men stond. O, gij zijt wreed en meedoogonloos, Laura. -Bedrieg de wereld, geef wissels uit en offer uw eigen eer op. om de eer van uw huis te redden. Niets mag u heilig zyn, waar het geldt ons bestaan. Thans ga ik heen ik ga naar den schouwburg en maak toilot, opdat niemand vermoede wat er gebeurd is. Zonder om te kijken verliet Laura het ver trek, terwijl Lichtman behoedzaam binnen trad. - Mijnheer Dorenburg, mijn vroegere collega Gerards wenscht u te spreken. Ilc heb hem gezegd, dat gij het druk hebt, doch hij staat er op met u een onderhoud te hebben» Wordt voortgezet,

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1913 | | pagina 6