HET HUIS DOREMBURG
Oa SSachtoIfera
der Dronkenschap
I. Dreigende afgrond.
m
Sint=Martensgestïcht
WeerkundiBB waarnemingen
mmwjii
m
TFEESTWIJZER
ARM - GOEDEREN
VAN AALST.
24 EN 25 AUG. 1913
liet is een koudo regoiiachligo winter
avond. Eene treurige eenzaamheid hangt
over do stille straten der stad Londen en
over lie donkere huizen dia overdag zoo vol
loven en beweging zijn.
Door eene slijkerige broode straat gaat
eone vrouw, een jammerlijk vermagerd
schepsel, op wier gelaat do sporen van
mishandeling nog ziohtbr.ar zijn, en wier
kracht nauwelijks voldoende schijnt te
wezen, om den lichten maar al to lichten
last te dragen van een ziekelijk kindje dat
zij in h&ro armon heeft. Aan hare zijde
lo 'pt een ander meisjo, dat in haar wezen
hot sprekend beeld toont van het lijdon en
co armoede barer moeder.
Op weinige schredon afstand komt juist
«en dronkaard strompelend voorbijgewaggeld
«lie het slot van oen drinklied op ruwo
■wijze uitgalmt. Den verwilderden blik op
slaande blijft hij legon eenon lantaarnpaal
leunend slaan en schijnt de ongolukkigo
moeder niet hare kinderen to herkennen.
Beeslengoed schreeuwt de dron
kaard liet arm drijtal toe.
Kom toch mede, zegt do vrouw tot hem
op .'meekonden toon woes na bedaard en
ga nu mede naar huis.
Ga zolf naar huis, antwoordde do on-
mensch met een scheldwoord dat wij niet
willen herhalen en mot eonen schop dien
wij niet willen beschrijven-
De vrouw neemt met hare kinderen de
vlucht, terwijl de booswicht, aan wien zij
in een ongolukkig oogenblik haar lot hooft
vorbonden, nogal'ijd het drijtal vloekond
en dreigend naschreeuwt, en vervolgens
weder in eono aangrenzondo nauwo straat
ceno vuilo nachlberborg binnentreedt.
Sinds drij dagen roeds heeft do vrouw met
liara onschuldige bloeden van kinderen geen
kruimel voedsel over de lippen gehad. Alles
is verkocht door bet arm gezin. Reeds
aedort weken is do huur niet betaald van hel
afgesloten kamertjo op den dakzolder der
donkere steeg, waar zij hongerlijdond, zich
althans des nachts legen wind on weer trach
ten te beschutten.
Wegens dronkenschap is do echtgenoot on
huisvader, die wij zoo oven leerden kennen,
van zijn werk weggejaagd on thans sinds
weken zonder eenigo verdiensten. In de
laatslo dagen heeft echter de kerel zijn
laatste gereedschappen naar den berg van
bermhartigheid gebracht, om het geld hier
door verkrogen, ook aan zijn drinkonluit
en onverzadelijken genevoi'dorst to offeren.
Den volgenden morgond wordt do dron
kaard naar het arme verblijf op don dakzol
der goloid.
Er liggen drij lijken op den grond uitge
strekt Moeder on kinderen zijn van honger
gestorven.
Huisvaders en werklieden, meent niet dat
wij overdrijven. In do groolo steden zijn
dorgelijke tooneelen der dronkenschap niet
zeldzaam. Ja, nog somherder,onder zedelijk'
opzicht kunnen die tooneelen geschetst wor
den. Welnu, overwint dien hartstocht der
dronkenschap, opdat hij u niet donkore
dogen van wroegingen wanhoop doe beleven
die nimmer kunnen herroepen worden en u
billero herinneringen bespare, welko diepst-
gezonken mensch niet kan onderdrukkon.
DE VOLKSSTEM
Lijn gedachten waren ver, ver van deze
echitterende zaal. Bericht uit Amsterdam....
dood en lever, hing er van af, en thans zich
niet kunnen terugtrekken in de eenzaamste
kamer van het huis Men danste over het
verdriet zijner ziel, men lachte en schertste
boven zijn naamloozen angst uit, gelijk de
argelooze dorpsjeugd over de aarde van het
kerkhof, die misschien een schijndoode", een
wanhopige bedekt.
Daar op eens biedt zich een bediende aan
de speeltafel. Eerbiedig naderde hij den ban
kier, die vragend iu spanning naar hem op
lag.
Verschoon mij, mijnheer Dorenburg,
Mijnheer Lichtman, die nog steeds op 't kan
toor is, zend u dit briefje.
I De bankier lachteDie ouwe, trouwe
bhI, is dag en nacht op het voordeel der
firma uit; hij geniet mijn volste vertrouwen
en toch is hij bang zoodra het eene buitenge
wone zaak geldt.
Met een glimlach opende hij het papier,
Üocli in zyii hart koesterde hij bange ver
wachtingen hij voelde, hoo het koude zweet
op zijn voorhoofd uilbrak en zijne handen
beefden.
Bericht uit Amsterdam, las bij. Do
anders zoo vaste band van den boekhouder
was krachteloos eu onzeker, gelijk geworden
aan een ongeoefende kiudervinger. De firma
Van der Straten was in bankroet; zo geven
■leclits drie percent uit... God beschormtons
firm nu is.
Gedurende lango jaren verschoon eiken
dag voor eene kerkdeur te Parijs, een oude
bedelaar, die iedereon onder don naam van
Vital kende. Altijd was bij ernstig en som
ber, sprak bijna geen woord, en zelfs als
men hem een aalmoes gaf,dankte hij slechts
mol eone kleine buiging van bet hoofd.Onder
do lompen waarmede hij bekleed was, zag
inon op zijne borst een gouden kruis.
In diezelfde kerk was een jongo geestelij
ke Paul do X. gonaamd, gewoon eiken dag
zij no IIMis to lezon, en vergat nooit wai>
neor hij do kerk inging, den armen Vital
eene kleine aalmoes te geven.
Spruit eoner voorname en rijke familie,
had zich de geeslelijko als priester den Heer
toegewijd en gebruikto bijna zijn geheel
inkomen aan goedo weikon. Zonder hom
nader te konnon was do bedelaar zoer aan
den priester gehecht.
Op zekeren dag was Vital niet op zijne
gewone plaats, en daar zijne afwezigheid
bleef voortduren, vreesde do priester dat
hem iets overkomen was. Hij vernam naar
zijne woning om hem op te zoeken, vond zo
gemakkelijk, en op zekeren morgend, nadat
hij de II. Mis gelezen had, begaf hij zich
naar het huis van Vital.
Mod wees hem een dakkamertje van do
zesde verdieping. Hij klopte op do deuren
ocne zwakke slem riep binnen De
priester opende.
Hij vonder den bedelaar ziek te bed, of
liever op een schraal stroolegcr. Ilij zag er
bleek uit. Zijno oogen waren mat en glans
loos.
O, gij zijt het, r.eido hij tot den priester
toen hij hem gewaar werd.Het is zeer vrien
delijk van u dat gij lot zoo oen ellendige
mensch komt, ik verdien uwe goedheid niet.
Wat zegt go daar, Vital, weet ge dan
niet dat de priester de vriend der ongeluk-
kigen is
En builen dit, voegde de priester er
lachend bij, wij zijn toch immer oudo beken
den.
O, mijnheer, als gij het wist, als gij mij
zoudt kennen... Spreek niet zoo good met
mij, ik bon eon ellendeling, een door God
vcrvloeklo.
Door God vervloekt IIoo kunt gij
zulke gedachten hébbon Spreek zulke
woorden niet meer uit. Zoo gij iels kwaads
gedaan hebt, hebt berouw e:i biecht. God is
de goedheid zelve en vorgeet't gaarne hem
dio berouw heeft.
Neen, neon nooit zal Hij mijne
schuld vergeven.
En waarom niet Hebt ge dan soms
geen berouw over het kwaad dat go hebt
gedaan
Of ik berouw heb ri9p Vital, zich
van het bed oprichtend en do stare oogen
op hem richtond o ja, ik heb berouw dertig
jaar lang knaagt mij hel berouw aan de borst
en toch ben ik vervloekt...
Te vergeefs traohlto de priester hom te
troosten en moed in te spieken.
Een verschrikkelijk geheim lag op zijn
geweten on do vertwijfeling sloot den mond
om hel te bekennen. Elko hoop had hem
verlaten. Eindelijk door de zachtmoedigheid
en goedheid van den priester bewogen, ver-
lelde hij mot stervende stem zijne geschie
denis.
Inderdaad in dat tengere lichaam moest
eene sterke ziel huizon, want geen spier ver
trok zich op het fijne zachte gelaat van den
bankier, toen hij den brief dicht vouwde en
iu zijn binnenzak borg.
II.—VALSCHE REDDING
In een klein eenvoudig vertrekje van een
woningje in de voorstad, rust in een leun
stoel een oudo man. Het is de oude boekhou
der van het zoo ryk en bloeiend huis Doren
burg, Thomas Gerards, die wegens ziekte
zijne betrekking had moeten vaarwel zeggen.
Een onbeduidende rente en de steun van zijn
zoon Emile, dio als muziekleeraar alom ge
zocht was en zjjne woning met hem doelde,
verzekordo hot armzalig bestaan van den man
die op gevorderden leeftijd getrouwd, spoedig
zijn echtgenoot verloren en in zijn zoon zijn
lieele levensvreugde en geluk zocht.
Het was namiddag. Emile had als naar ge
woonte met een hartelijk afscheid liet huis
veriaten om zich aan zijne zaken te wijden,
en zijn vader was alleen. Peinzend zat de
oude man in zijn stoel. Do gazet was zijn
hand ontglipt en droomend staarde hij voor
zichheon, toen zachtjes» de deur geopend
werd.
- Mijnheer Gerards, er is een lieer, die u
wenscht te spreken.
Laat hem binnenkomen, Marie sprak
hy, sprak hij tot het dionstmeisje. En töen hij
den binnenkomende zag, riep hij verrast uit:
Gij hier mijn oude Ho'm Wat een zeld
zaam en vereerend bezoek.
De-bezoeker was een oude lieer evonals de
gowezon boekhouder. Hij was gekleed in een
reeds tamelijk kale majoorsuniform, die hij
bij voorkeur droeg, hoewel hij reeds gerui-
men tijd gepensionueord was.
Ik was, zoo sprak hij, rentmeestor van
eene rijke familie, toon de bloedige revolu
tie van de voorige eeuw uilbrak. Mijn heer
heer was de goedheid 'fcelf. Do graaf de
gravin, hare bcido dochters, haar zoon, ik
dauklo hen alles, plaals,stand en vermogen.
Daar kwam liet schrikbewind. Mon zocht
dun graaf en zijne familie, maar men vond
ze niot. Zij hielden zich verborgen en ik wist
waar. Toen grng ik naar den kommissaris
ik heb hen aangeklaagd. En dit om hun
goederen to bekomon, die mon aan den aan
brenger beloofd had. Zij worden ter dood
veroorduold, allen, aan wien ik alles te
danken had, allen die ik verradon had, be
halve do kleine Paul. die nog te jong was
Eon onwillekeurige schreeuw ontsnapte
aan do borst van don priester, terwijl het
koudo zweot zijn voorboqfd bedekte.
Mijnheer ging do bedelaar voort, die
de opgewondenheid van don pricstor niet
bemerkt had, mynhoèrhet is verschrikke
lijk. Ik heb hot aangehoord toon zij terdood
veroordeeld werden. Ik stond aan de gevan
genispoort, toen zij alle tier, de eenona den
andere, do kar bestogen - iik drong door het
volk heen do kar na, ik zag hen op hot
schavot ik zag do vier hoofden onder het
mes vallen o, ik ellendeling. Van dien tijd
af heb ik noch rust, noch'duur. Ik ween, ik
hid voor hen. Ik zio zo bijna levend voor
mij. Daar, daar zijn zo, achter het muur-
gordijn.
En de oude bedelaar wees mot sidderende
band op oen voorhangsel^, dat een deel van
den muur bedekte. Dat. kruis boven mijn
bed hoordo aan den graaf too dat kleine
góudan kruisje dat mij niet verlaat, droeg
eerst de gravin. O God, wal heb ik gedaan!
en wat een berouw heb ilc er over gehad
Heli toch medelijdon mot, mij en versloot
mij niet. Bid voor den schandolijksten en
den ongolukkigston aller inenschen...
De priester knielde bij het bed neer, bleek
als de dood. Zoo bleef hij een half uur
zitten, zonder een woord te spreken. Toen
bief hij zich rustig op, maakte het toeken
des kruises en trok liet voorhangsel aan den
muur weg. Hij zag twee beelden. De bedo-
laar stiot een kreet uit toen hij ze zag en viel
op zijn armzalig bed terug.
De priester w eonde.
Vital zegde hij met sidderende stom, ik
zal uwe biecht hoorei), om u do goddelijke
vergeving lo schenken.
Nadat de biecht van dpn^stervende was af-
geloopon en hij do absolutie had gekregen
ging de priester verder
Vital, God heeft u vergeven en uit
liefde tot Hom vergeef ik u ook, want
degenen die gij ter dood overgeleverd
hebt, waren mijn vadeiVi. mijne moeder...
mijne heide zusters
De haren van don bedelaar rezen ten
ber;e bij opende de IiHpen, maar bracht
slechts eonigö onsamenhangende klanken
uil toen werd hij stil en (bewegingloos.
Toen de priester naar het bed trad was de
bedelaar dood...
Eonige dagen later had in de kerk, voor
welke Vital zoo vele jaren het medelijden
der voorbijgangers had ^opgewekt, een ewn-
vomligen lijkdienst plaats. De H. Mis werd
opgedragen door een jong priestrr.IIot bleek
gelaat loonde de diepste ontroering en met
bewogen Hem zong hij Requisest in
pace
Eenigo oogenhlikkon later werd het lijk
grafwaarts gedragen. Alleen de jonge
priester volgde en verrichtte de kerkelijke
eboden.
Gerards wees zijn vriend de eercplaats op
de canapé en nam plaats in zijne nabijheid.
En nu, oude vriefid, sprak hij, laat
eens hooren wat gelukkige boodschap gij mij
brengt.
- Een bede, mijn vriénd, een dringende
bede. God weet hoe zwaar deze weg mij is ge
vallen, Gerards. Gij hebt een braven zoon....
Ja, een onvergelijkelijk goede jongen.
En zoudt gij hem minder lief hebben,ais
gij wist, dat hij, verleid doorslechte vrienden
en door den invloed van wijn, een daad be
dreven had, waar liy berouw over heeft,
doch dio hij niet kan herstellen Neen,
nietwaar Welnu Gérarrfs, ook ik, gij weet
het, heb een zoon hij is officier, is in slecht
gezelschap geraakt, en mijn Frits heeft
gisteren gespeeld en verloren, verloren op
eerewoord. Van avond zyn de vier en twintig
uren verstreken betaalt hij niet, dan is hy
zijne eer kwijt, vervolgde de majoor gejaagd.
Gij zijt welgesteld, dat weet ik, en gfi hebt
niet voor een gezin te zorgen zooals ik. Leen
mij de twee honderd franken die mij nog ont
breken, de rest heb ik reeds hij elkaar. Dat
ik mij tot u wend is een bewijs, hoezeer ik
vertrouwen in u stel. Bij het eerstvolgend
kwartaal krijgt gij uw geld terug.
De oude Gerards zweeg een poosje, toen
de majoor ophield met spreken en hem vol
hoop aankeek.
Luister, vriend, sprak hij na eenige
oogenbiikken. Gy weet dat ik niets bezit dan
een kleine rente, waarvan ik ternauwernood
kan levon. Toch heb ik gespaard, ja zelfs ge
vast en bon gierig geweest, om zooveel bij
elkaar to scharrelen, dat ik buiton weten
van mijn zoon eenige staatspapieren heb kun
nen koopen, waarop, indien het geluk wil
dienen, groote sommen kunnen gewonnen
Bisschoppelijke Middelbare School.
Lijst der leerlingen die gedurende het
schooljaar 1912-1913, mot welgolukken een
oxamen ondergingen, of in nijverheidsge-
sticlilen en handelskantoren zijn geplaatst
geworden
II.II. Maurits De Munter, Lede, Klerk
(Boboer van Spoorwegen, Posterijen en To-
legrafon). Examen van Soplember 1912.
August Van Steenbergiie, Aalst, Orde-
klerk (Behoor van Spoorwegen, Posterijen
en Telegrafen.Examen van September 1912
Robert Coppieters, Moorsel, Ordeklerk
idem.
IIilaar Blondeel, Hofstade, Ordeklerk
idem.
Aloïs Borremans, Hofstade, Ordeklerk,
idem.
Frans De Ridder, Aalst, Ordeklerk-Tele-
graiist. Examen van Maart 1913.
Politieofficier aan bet Beheer van Spoor
wegen. Examen van April 1913.
Gustaaf Mertens, Ordeklerk-Telegra
fist. Examen 1913.
Juuus Hoste, Lede, Ordeklerk, Beheer
van Posterijen. Examen van Mei 1913.
Adhemar Blendeman, Gysegeu, Klerk
ten bureole van M. H. Bosteels, nijveraar
Aalst.
Ordolderk, Beheer van Posterijen. Exa
men van Mei 1913.
Serapiiien Haentjens, Herdersom, Leer
ling-Telegrafist.
Jozef Van Wezemael,Aalst, Leerling-Tel
Octaaf D'Hondt, Erpe. Klerk ten bureele
van don Hoer de Cocquéau des Moltos, nij
veraar, te Aalst.
Louis Mertens, Aalst, Klork op do buree
len van Le Liond'Or Aalst.
Alfred Dysseler, Ressegom. Klerk op de
bureelen van liet Huis Leygonie, Brussel.
Valerius Van den Bossche, Bambrugge
Klerk op do bureolen van het Huis Spinhayer
Brussel.
Frans Van Assciie, Erembodegem. Klerk
ten bureele van M. L. Burny, Aalst.
Maurits De Raes, Erembodegem. Klerk
ten bureele van M. R. Van Biesen, Aalst.
Emiel Van Haverbeke, Erembodegem
Klerk op de bureelen van het Huis Delhaize,
lo Brussel.
Eugeen Van Fr^chen, Esschene, Dacty-
logruaf of machienschrijver op do bureelon
van De Voreeniging der Belgische
Eigenaars Brussel.
Eugeen Sanders. Aalst. Klerk op de
bureelen van de Firma Roos-Geerinckx-
De Naoyer, Aalst.
»au IU. Cansia! Praet, opticien-specialiste
Aalst, I. angu ZouUtraat, 0
23 oogst, 16 ure:
Barometer 760°
Thermometer 20°
Wind*, zuid-west
Vooruitx: veranderlijk
worden. Niet voor mij heb ilc dit gedaan
maar mijn zoon Emiel zou ik zoo gaarne
onafhankelijk zien en gelukkig. In klinken
de munt kan ik u de som niet oogenblikke-
lijk ter hand stellen, maar vandaag nog zal ik
naar mijnheer Dorenburg, mijn voormalige
meester gaan, en hij zal mij tegen overleg
ging van die papieren de twee honderd frank
niet weigeren eer het avond is heeft uw
zoon zijn scliuldeischers betaald.
Een traan glinsterde in 'toog van den
majoor en zijn hand beefde, toen hy dio van
zijn vriend drukte.
In 't privé-kantoor van den bestuurder, dat
door de dubbele deuren van de andere kanto
ren gescheiden was, was de bankier met den
boekhouder in ernstige zaken verdiept.
Boeken en papier lagen voor hen opgesta
peld, maar de bankier liet het nazien daar
van over aan Lichtman.Hij zelf leunde doods
bleek en wanhopig in zijn zetel,
Ga heen, Lichtman, sprak hij op moede-
loozen toon, verzoek mijne vrouw dat ze mij
komt spreken.
Mevrouw Dorenburg, verstomd over de
ongewone boodschap, van haar overbrenger,
had zich, tegen hare gewoonte in, gehaast,
aan het verlangen van haar echtgenoot to
voldoen. Een vreeselijk Vermoeden had zich
reeds van haar meester gemaakt, thans bij
het zien van haar man werd dit vermoeden
zekerheid Willem, er is een ongeluk ge
schied Wee u, als gij lichtzinnig het ge
luk on het aanzien der uwen op het spel hebt
gezet
Zuchtend bedekte de bankier het gelaat
met zyn handen. Ook dan nog prevelde
hij; groote God ook dat nog! Verwyten,
harde verwyten uit den mond, die slechts
•/oor de Stad en liet Arrondissement Aalst
AALST
31 Oogst. Opvoering van Jacob van Arte-
voldi vadorlandsch drama in 4
hodrftoor do kalholiekeVlaamscho
Studenlongildo van Aalst, in do
feestzaal van hot St.Jozofscollege.
Begin om 4 ure zeor slipt.
31 Oogst.-1 Sept. Uitstap van hetSyndikaat
van Reizigers, Patroons on Bedien
den, naar Spa-Keulen.
G en 7 Septomber 1913. Algemeone Land
dag van de Katholieke Vlaamsche
studenten van heel liet land.
14 September. Kunstavond door de Konink
lijke Harmonie.
21 Septembor. Ste Barbarafeest der Vrije
Brandweer.
September. Jaarlijkscli Feost van den Bond
der Gedekoreerdo van Aalst.
NINOVE
7 September. Vijftigjarig jnbelfeeest van de
maatschappij Vereenigde werk-
liedon tot hulp van Malkaar
DENDERMONDE
24 Augustus. Gou\vfee8t der Katholieke
Turners van Oost-Vlaanderen.
Deelneming van den Turnkring
- Steun geeft Moed Aalst, met
muziek en lurn-afdeelingen.
ST-ANTELINCKX
23 September. Groot verbroederingsfeest
der Xaverianen.
STEEN IIUYZE.
8 Septembor, Feestdag van O. L. Vr.
Liederavond, om 4 ure, in de zaal
van T klooster.
HOFSTADE
19 en 26 Oktober, telkens om 4 uren, op
voering van het niouw bijbelspol
Joseph 200 uil voerders.
N. B. De katholieke Maatschappijen
van de Stad en het Arrondissement tooi den
beleefd verzocht de datum's hunner feesten
zoohaast mogelijk aan 't beheer van ons blad
mede te dealen.
Het Bestuur van het Weldadigheidsbureel der
Stad Aalst, laat weten dat er op Dijnsdag 23,
Woensdag 24, Donderdag 25, Vrijdag 26 Sep
tember, Donderdag 2 en Vrijdag 3 October 1913,
telkens om 1 uur namiddag, door het ambt van
Meester Oscar TIBBAUT, Notaris te Aalst, zal
overgegaan worden lot de openbare verpachting
der Arm-gooderen, voor ccnen termijn van 9
jaren, ingang to nemen den 31 December 1913,
om aldus te eindigen den 31 December 1S22.
ORDE DER VERPACHTING:
A. Ter herberg - De Casino, bij den hoer
Camille Verleysen, te Aalst, Nieuwstraat.
Dijnsdag 23 September 1913, voor Aalst en
Schaarbeek.
Woensdag 24 September 1913, nog voor Aalst,
Schaarbeek en voor Aalst-Mijlbeek, Herdersem,
Gijsegem, Lede cn Schoonaardc.
Donderdag 25 September 1913, voor Nieuwer*
kerken.
B. En ter herberg Het Zwitserscb-Bicr-
huis,bij den heer Frans Bomon, te Aalst, Kerk
straat
Vrijdag 26 September 1913, voor Erpe, Mcire,
Burst, Borsbeke, Aygem, Kcrkxken en Haeltert.
Donderdag2 October 1913, voor Erembodegem.
Vrijdag 3 October 1913, voor Welle, Ncder-
hassclt, Der.dorhautem, Denderleeuw, Liede-
kerke en Teralphene.
N. B. Het recht van jagen op voormelde
goederen verdeeld in verschillende loten, zal
verpacht worden, op Vrijdao 3 October 1913,
om 3 uren namiddag.
troost en medelijden voor mij moest veil
hebben
Maar hij verma'ando zich, zijn gelaat nam
een ernstige, strenge houding aan. Luister
Laura, sprak hij op vastberaden toon, ik ben
geruineerd, niot door lichtzinnige speculaties,
maar door misbruik van vertrouwen w erd
mijn val bewerkt. Een dag misschien twee
kan me nog staande houden. Bereid er u op,
om morgen vroeg met Martha de stad te
verlaten. Voor mijn arm kind moet do ramp
verborgen blijven, totdat, totdat... ze 'tuit
de bladen zal vernemen.
In verslagenheid had mevrouw Dorenburg
naar haar man geluisterd. Rood en bleek
werden beurtelings haar wangen cn het tril
len harer lippen verried de opgewondenheid
van haar binnenste.
Ongelukkige, aan uw zoon denkt ge niet
die, prijsgegeven aan den spot zijner adellij
ke vrienden, u vloekt gij denkt er niet aan
wat het zeggen wil plotseling in den afgrond
te storten van de hoogte waarop men stond.
O, gij zijt wreed en meedoogonloos,
Laura.
-Bedrieg de wereld, geef wissels uit en
offer uw eigen eer op. om de eer van uw huis
te redden. Niets mag u heilig zyn, waar het
geldt ons bestaan. Thans ga ik heen ik ga
naar den schouwburg en maak toilot, opdat
niemand vermoede wat er gebeurd is.
Zonder om te kijken verliet Laura het ver
trek, terwijl Lichtman behoedzaam binnen
trad.
- Mijnheer Dorenburg, mijn vroegere
collega Gerards wenscht u te spreken. Ilc heb
hem gezegd, dat gij het druk hebt, doch hij
staat er op met u een onderhoud te hebben»
Wordt voortgezet,