Brsisselsche Kiekskens
IN DE BALKANEN
Hst sclmlikelijk 1
È'aiM op sis Lel
Hat drama der
Piatinokxsiraat te Brussel
Nieu wshe richten
sitter8 Jos. Notermens""-
Ifiiioa dn Crédit van Brussel.
I g Spaarkas. Interesten 3 1/2 p. h.
tot 5GGQ fraak.
DE VOLKSSTÉM'
Mej. von B..., die reeds een gevorder
den leeftijd bereikt had, vluchtte met
len predikant na eene som van 106.000
•rank mede genomen te hebben.
Beiden gingen zich te Bodenbach ves-
•igen, waar eene fijne methode een tal-
ajk klienteel verzekerde, onder dewelke
talrijke jonge meisjes van lichte zeden.
De aandacht der politie vestigde zich
Hndelijk op het zonderling koppel, en
ion de persoonlijkheid ervan opmaken.
De familie van IVj. von B... werd ver
wittigd, maar toen de ouders te Boden
bach aankwamen was Mej. von B... met
\aren bijzit verdwenen, en drie nieuw-
bekeerden werden vermist. Men zoekt
lit zonderling broederschap van buiten-
iporigen op.
Zonderlinge aanhouding, Uit Metz
jaeldt men eene zonderlinge bespie-
lingszaak voor dewelke de overheid
Ie noodige inlichtingen zal moeten we
ien te geven.
M. de Ladouchamps, kasteeleigenaar
/erkocht over eenigen tijd stukken
jrond aan het militair bestuur. Tijdens
ie ophoogingswerken door de genie be
gonnen onderschepte men eene waterlei-
Hing van het kasteel.
3d. de La-douchamps verzette zich
hiertegen maar alles bleef vruchteloos
lot hij zelf het geniebestuur ging vin
ien. Daar stond hem echter eene onaan
gename verrassiug te wachten. Men be
schuldigde er M. de Ladouchamps van
bespieding en hij werd opgesloten.
's Anderendaags werd hij echter in
vrijheid gelaten onder verontschuldi
ging dat men een misslag begaan had.
ZWITSERLAND
Erg ongel'Jk. Uit Geneve De stel
ling van het nieuw observatorium So-
jève is ingestort. MM. Demierre en Mar-
thac, van Geneve, en Amiet, ingenieur
van de Centraalschool van Parijs zijn
van eene hoogte van 12 meters gestort.
MM. Marthac en Amiet werden zwaar
gewond. M. Demierre, die zich aan een
torentje kon vastklampen bekwam
slechts lichte kneuzingen.
GOSTENRIJK-HÖNGARIË
De aanslag op dsn Expresstrem.
flet onderzoek over den aanslag op den
expresstrein van Bucharest-Berlijn, tus-
pchen de statiën Sichau en Davidow,
heeft doen uitschijnen dat er medeplich
tigen op den trein waren. Het zijn zij
die het noodsein op de afgesprokene
plaats hebben gegeven.
Het is dank aan de vastberaden hou
ding van het personeel dat de postwagen
niet geplunderd werd.
Men heeft reeds als medeplichtige den
stoker aangehouden. Er wegen zware
rermoedens op andere bedienden van
len trein. Men heeft de stoutmoedige
bandieten niet kunnen aanhouden.
8PALME
DcsdcHjli automobleiORgsluk. Een
fenelberichfc uit Mondonedo meldt dat
eene automobiel waarin de bisschop van
het. bisdom met twee zijner familieleden
plaats had genomen omgekanteld is op
den steenweg van Santiago.
De bisschop werd gewond. Een fami
lielid werd gedood en de andere zwaar
gewond.
Ti'efnJjGtGlng. Uit Valentië wordt
gemeld, dat een gemengde trein in de
statie van Mguile in botsing gekomen
is. Er zijn talrijke gekwetsten. Ver
scheidene rijtuigen werden vernield.
Eon plankonulösr ingestort. Te
Copüiigo waren een 50-tal personen in
eene huiskamer vergaderd, om deel te
nemen aan den rouw van den inwoner.
De plankenvloer stortte in. Verscheide
ne personen hadden armen of beenen ge
broken en liepen daarbij nog min of
meer zware verwondingen op.
PERZïë
Het orawentolaarshoofd verschuilt
zich In ïteï Russisch konsulast. Vol
gons een telegram uit Kermancha, boudt
Salar-ëd-Daouleh, liet hoofd der omwen
teling, zicli schuil in het Russisch kon-
sulaat.
MONGOLIË
Cïit-fekkEng van goudmijnen. Eene
Moongoolsche maatschappij heeft op
zoekingen gedaan in de vallei van den
Kondour om er goudlagen op te zoe
ken. Zij ontdekte eene mijn en twee
goudaders waarvan de eene buitenmate
rijk is,.
MEXICO
Nederlaag der Opstandelingen. Uit
Laredo (Texas) wordt geseind Berich
ten deelen mede dat de opstandelingen
te Tocreon, tusschen den 17 en den 28
Oogst 3.000 man verloren. Zij trekken
zich op Durango terug.
De federale troepen verloren ruim 500
man.
Een Senator die het goed op heeft, De
militaire wet. Een kwakkel.
(Van onzen bijz. briefwisselaar.)
Brussel, 29 Oogst 1913.
De Senaat heeft vandaag zijne werk
zaamheden geëindigd.
Dat ging daar rap en goed, dank voor
al aan de kunde van den voorzitter ba
ron de Favereau. Deze die in de diplo
matie zijn leven sleet en minister van
buitenlandsche zaken was weet daar nog
zijn fijnen rol van diplomaat voort te
spelen en hij zetelt daar als voorzitter
met een gezag dat door alle senators ge
ëerbiedigd wordt. Ten andere in het Se
naat gebeuren al de besprekingen nog
steeds met die hoffelijkheid en die be
leefdheid welke er immer troonden, ir
het Parlement, vooraleer de socialisten
er waren binnengeslopen.
Een senator die wel overtuigd is van
de nutteloosheid van zijne redevoering
is M. Piret. Van namiddag be_gon hij zij
ne redevoering als volgt
Ik weet, dat men naar mij niet zal
luisteren en dat mijne redevoering geen
gevolg zal hebben. Dat heet men vol
maakte ootmoedigheid, of ook nog,
zijn eigen zei ven naar waarde leeren
schatten. Maar als die senator dat zoo
goed weet, waarom dan wil hij er toch
tusschen komen
De nieuwe militaire wet, de wet hou
dende wijziging aan de kaders van het
leger en ook deze, de bezoldiging der mi-
licianen wijzigende, zal Zondag in het
Staatsblad verschijnen.
x
Men had het gerucht verspreid dat de
minister van Binnenlandsche Zaken
voornemens was de wedrennen en velo-
koersen langs de baan te verbieden. Ik
heb aan M. Berryer gevraagd of zulks
waar was. Hij antwoordde mij
Zulks is loutere uitvinding. Zelfs
indien ik die koersen wilde beletten zou
ik niet kunnen zonder eerst en vooral
desaangaande eene wet te doen stem
men. Voor bet oogenblik' zijn het enkel
de burgemeesters van de verschillende
gemeenten die deze wedstrijden kunnen
verbieden*
HAROLD.
zen daar zij meer overeenkomt met de
thesis, welke Bulghrië voortgaat met te
ondersteunen, namelijk dat de Thracië-
kwestie een internationaal vraagstuk
blijft. Maar waarom wordt Italië dan als
bemiddelaarster uitgekozen? Omdat het
minder belang heeft in de kwestie En
Engeland dan?
Generaal Raako Dimitrieff komt als
Bulgaarsche minister in St-Petersburg
benoemd te wordefl. Gegeven zijnde de
Russo-gezindheid tan den minister is
deze benoeming zonder twijfel van aard
om de geschillen van over eenige maan
den, tot de herinnering toe, te doen ver
dwijnen en het verzoeningswerk met de
toenadering van Rusland en Bulgarië tot
zijn einde te voeren.
D© Turkschö handeling.
Uit Constantinopel: Men meent te we
ten dat de Porte oplieftige wijze ontkent
dat het Andrinopelerleger nog legerde-
tachementen op den rechteroever der
Maritza onderhoudt. Zij ontkent insge
lijks een detachement tot Kirdjali tè
hebben gezonden.
Een detachement is uit Ortakeui ver
trokken naar Koutchikavak daar de be
volking voor Bulgaarsche gruwelen be
ducht was.
De Albansc-ssh© tioon.
Uit Berlijn wordt aan den Temps
gemeld, dat men daar verklaart dat
Duitschland geen kandidaat stellen zal
voor den Albaneeschen troon, maar inte
gendeel het kandidaatschap, waarover
Italië en Oostenrijk 't akkoord zijn, zal
ondersteunen
Prius Wied, waarvan er sprake was,
zou niet kunnen voorgesteld worden als
Duitsche kandidaat. Oostenrijk alleen
zal er zijne hoop op vestigen.
Een verhaal uit de dagen der Commune.
(50'te Vervolg.)
Eensklaps wordt er bevel tot den te
rugtocht gegeven.
Zal men dan deze geduchte stelling
.weer moeten opgeven, na haar veroverd
te hebben?
Was deze uitval dan nutteloos? Eene
grievende beleediging den dapperen
aangedaan, eene bloedige bespotting der
edelste gevoelens? Nog eens zal men
manüen uitzenden om zich te laten doo
den, degenen die overblijven zal men
verzamelen en weer naar de stad terug
trekken
Bij deze gedachte kookt het bloed van
Benedict.
Vriendenzegt hij tot zijne mak
kers, dit is verraad, eene hoonende
schandedie naar Parijs terugkeert
breekt het woord, dat hij zich zeiven ge
geven heeft. Wij zijn soldatenhet zij
zoo maar vrijwillige soldaten heden
belden, morgen misschien martelaars
(Wij zijn geen kinderen der kazerne,
wien de legertucht alle recht op eigen
handeling ontnomen heeft. Wij zijn ver
metel, laat het zijn Onwillig misschien
maar wij wijken niet
Neenneen, roepen twintig stem
men.
De trompetten schallen, de trommels
slaan den aftocht.
Voorwaarts roept. Benedict.
En hij snelt met' zijne vrienden eene
bende vluchtende Pruisen na.
Deze liepen zoo snel zij. konden zonder
Italië bemiddelaarster?
Do Bulgaro-Risssische toenadering,
Te Sofia is het gerucht in omloop, dat
Turkije zou voorgesteld hebben een be
roep te doen op de Italiaaansche bemid
deling.
Men weet niet hoe Bulgarië dit voor
stel zal aanschouwen.
Het is evenwel mogelijk, dat Bulga
rië het zal aannemen, en dat het deze
manier van handelen boven de recht-
streeksche onderhandelingen zal verkie-
Wij gaven gisteren het eerste volle
dige inlichtingen oyer liet vreeslijk dra
ma, dat gebeurde op de Lei, ter plaats
genoemd De drié Leien
De plaats, waar de botsing zich' voor
deed, tusschen de twee autobooten, is
juist achter den omdraai, die ue Lei daar
maakt naar het Heilig Huizeken
In het bootje, waarin zich de student
bevond, waren er nog vijf personen, niet
vier, zooals wij eerst meldden. Het wa
ren de heer De Wageneire, zijne vrouw,
zijn zoontje, zijne dochter en een andere
juffer, de beminde van den student. De
ze had de personen; bij wien hij inwoon
de, medegevraagd om een boottochtje te
doen op de Lei, tef gelegenheid van zijn
22° verjaringsfeest:
De heer De Wageneire, die vroeger
reeds had medegevaren, nam het voor
stel aan en 's namiddags, rond 2 1/2 u.
vertrok men mat de hoop, zich eens goed
te vermaken. Ter..gelegenheid van het
verjaringsfeest van' den student had men
zelfs eene groote t^art medegenomen.
Het autobootje, bestuurd door den
student, vaarde tot aan St-Martens-Laa
them, waar het gansche gezelschap zich
hartelijk vermaakte: er werd gedanst eh
gesprongen! Rond 7 u. verlieten zij St-
Martens-Laathem, nadat zij goede reis
waren gewenscht g'eworden door de per
sonen der herberg, waar zij landden, di<
hun nog zegden Als gii u spoedt, zult
gij nog voor den donker thuis wezen.
Dat is niets, antwoordde de heer De
Wageneire daarop; wij hebben licht aan
boord en zijn dus niet bevreesd. Daar
mede verlieten zij de voormelde gemeen
te en vaarden naar Gent toe.
De feoising.
Volgens de verklaring van enkele per-:
sonen, zouden laaide booten verkeerd
hebben uitgeweken, waardoor eene bot
sing teweeg werd gebracht. Men verze
kert nog dat de groote boot geen licht
had.
zich om dooden of gekwetsten te bekom
meren, zonder om te zien naar hen, die
van uitputting neervielen en door de an
deren vertreden werden. Een panische
schrik joeg hen door het park, en reeds
hadden zij de grens daarvan bereikt,
toen de plotselinge aankomst van eene
groote versterking de vluchtelingen van
gedachte deed veranderen.
Bij het zien der onverwachte hulp lier-
vatten zij eensklaps moed thans ston
den zij niet meer tien, maar twintig te
gen één.
De kleine bende Franschen, door hun
nen ijver meegesleept, kon op geen hulp
meer rekenen.
Alleen te midden yan dit uitgestrekt
pavk, vol duistere hinderlagen, op het
oogenblik dat zij zich overwinnaar
waande, zag zij zich eensklaps verplicht,
niet om den strijd te hervatten en de
overwinning te voltooien, maar om te
vechten en zonder hoop op redding te
sterven.
In een oogenblik bevonden zich Gil
das, Benedict, de kolonel en hunne mak
kers te midden van een kring van Prui-
sen.
Thans dachten zij aan dat heilig ba
taljon van Waterloo, dat den Engel-
schen weerstand bood, tot de laatste zij
ner dapperen doodelijk getroffen neer
viel, en met eene vlugheid, die het ge
volg was van het dreigende gevaar,
schaarden zich de jongelieden bijeen en
maakten front tegen den vijand, gereed
om te sterven maar om gewroken te
sterven.
Hun weerstand was zoo fier en krijgs
haftig, dat de Pruisen begrepen, dat de
overwinning niet gemakkelijk zou te be
halen zijn..
Wat er van zij, het kleine autoboot je
is niet gansch omgekanteld, doch door
de hotsing, zouden de inzittenden recht
gesprongen zijn en aldus in het water
gevallen zijn. Dadelijk na de aanvaring
kon de heer Fuerizone de verloofde van
den student vastgrijpen en behouden op
zijne boot helpen.
Doch met de overige personen was het
anders gesteld. Vader De Wageneire
redde zijn 8-jarig knaapje, maar kon
niets doen voor zijne vrouw en zijne
dochter.
Het schijnt wel waar te zijn, dat de
student, die uitmuntend zwemmer was,
de beenen en armen omklemd werd door
de beide drenkelingen. Omstrengeld als
hij was, kon hij niet de minste beweging
doen en zakte met de twee vrouwen in
de diepte.
Volgens ons verteld werd, waren het
hulpgeroep en de. angstkreten der da
mes, die zich op de groote autoboot be
vonden, hartverscheurend.
Het bootje van de drenkelingen werd
licht beschadigd langs den rechter kant,
aan den punt.
De slachtoffers.
De student Critsos was 22 jaar oud en
ging zijne studiën eindigen in de Hoo-
geschool. Vrouw De Wageneire was 42
jaar oud en haar dochtertje, een beeld
schoon kind van slechts 14 jaar oud.
De heer De Wageneire heeft met zijn
zoontje, den nacht na het drama door
gebracht op het kasteel van den heer De
Backer, waar men hem moest bewaken;
vreezende dat hij zich het leven zou be
oven.
Zoohaast de booten stil lagen, kwam
de policiekommissaris van Drongen ter.
jlaata en maakte proces-verbaal op het
bootje, dat aangevaren werd, werd on
der de bewaking gesteld van twee gen
darmen.
De hoot van den heer Fuerison werd
nabij de plaats der ramp aan den ketting
elegd.
Gisteren namiddag, om 2 ure, kwam
het parket van Gent ter plaats liet was
samengesteld uit de HH. Schellekens,
substituut van den procureur des ko-
nings Van Ginderachter, onderzoeks
rechter, en Massart, greffier.
De heer Fuerison werd onderh'oord
over de oorzaak van het ongeluk. Een
plan werd opgemaakt van de plaats,
waar het drama gebeurde.
De heeren magistraten namen ook
kennis van het proces-verbaal, opgesteld
door den policie-commissaris van Dron-
;n, den heer Kets.
Het parket keerde rond 5 ure naar
Gent terug.
De slachtoffers.
De student werd een 20-tal minuten
na de ramp opg'ehaald twee geneeshee-
ren poogden gedurend 1 1/2 ure de le
vensgeesten, weer op te wekken, doch al
les bleef vruchteloos.
De lijken van moeder en dochter wer
den gisteren morgend, rond 5 ure, op-
ehaald zij lagen dichtbij elkander.
Gisteren morgend werden de drie lij
ken naar het doodenhuis van Drongen
met een pont gevoerd.
Gisteren namiddag, om 4 ure", nadat
de lijkschouwing had plaats gehad, door
de wetsdoktoors, werden de drie lijken
gekist, in kisten aangebracht door drie
dcodwagens uit Gent, en de treurige
stoet vatte zijne pijnlijke reis naar Gent
Zij konden niet meer strijden met het
geweer, het blanke wapen alleen bleef
dezen kampioenen, van den dood ter be
schikking over.
Twintig maal beproefden de Pruisen
het vierkant der jonge éclaireurs te ver
breken, twintig maal zagen zij hoe het
zich weer aaneensloot als de dood er
bressen in gemaakt had. Zij vielen ech
ter, de brave vrijwilligers zij vielen de
woede in het hart/ den wraakkreet op de
lippen. Gesloten in een gordel van ijzer,
gewond en bebloed, wisten zij dat nie
mand hunner aan deze slachting zou ont
snappen, maar de dood scheen hun min
der bitter, als zij dachten aan het aantal
vijanden dat zij velden, alvorens zelve
neer te zinken.
De arme Gildas, reeds bloedend uit
eene wonde aan den rechterarm, vocht
met den linker j^en slag met een ge
weerkolf, die hem'in de volle borst trof,
wierp hem op den grond. Een oogenblik
later viel de kolonel naast hem Bene
dict worstelde nog met twee zijner mak
kers, maar door eene zware wond aan het
hoofd getroffen, zonk hij op zijne beurt
op een hoop van lijken neêr.
Dat was het einde dezer heldhaftige
worsteling. Als jakhalzen verdwenen de
Pruisen in de duisternis van den nacht.
Terwijl zij het park ontruimden, stonden
twee licht gekwetste éclaireurs op,
trachtten de duisternis die hen omring
de ie doorbooren, sleepte zich met in
spanning van al nunne krachten buiten
het park, en begaven zich op den weg
om te zien of zij geen plaats konden vin
den in een rijtuig der ambulance, en of
eenige mannen, van draagbaren voor
zien, diegenen luinner makkers, welke
misschien nog leefden^ ter hulp konden
31 AUG.' EN 1 SEPT. 1913 sgsasss
De moordenares aangehouden to Parijs.
Men zal zich het bloedig drama herin
neren, dat verleden week in de Ple-
tinckxstraat te Brussel voorviel.
Eene genaamde Lucie Marshal, ge
boren te Doornijk in 1890, te Oostende
verblijvende, had vernomen dat haar
minnaar, Andr Vassaux, te Brussel met
eene nieuwe vriendin woonde.
Lucie Marshal besloot zich te wreken,
wapende zich met revolver en dolk, trok
naar Brussel en begaf zich recht naar de
kamer door het koppel betrokken. Andró
Vassaux kreeg een dolksteek in de
borst, ten gevolge waarvan hij overleed.
Ook de jonge vrouw kreeg een dolksteek
en wordt thans nog verpleegd in een-
gasthuis. De moordenares had de vlucht
genomen, en alle opzoekingen waren tot
hiertoe vruchteloos gebleven.
Donderdag werd haar spoor ontdekt
te Parijs en Vrijdag morgend, bij het
krieken van den dag werd zij in een ho
tel der Pigallestraat aangehouden.
Zij bood geen tengenstand en liet zicli
gedwee per auto naar het policiebureel
voeren.
Na er door den onderzoeksrechter on
dervraagd geweest te zijn, is zij opgeslo
ten, in afwachting dat de uitleverings
formaliteiten vervuld worden.
De kisten werden naar de woning van
den heer De Wageneire gebracht, gele
gen Kleine Meerschstraat.
Bs Ujkpieshisgheden.
Men denkt dat de begraving der drie
verdronken personen Maandag zal plaats
hebben.
Brussel. Slachtoffers der hitte. 1
Een oud vrouwken, Louiza De Veyse,
verblijvend in 't ouderlingenhuis der
Hoogstraat, is gisteren namiddag onder
den invloed der warmte, plots zinneloos
geworden. De politie bracht haar over
naar het St-Jansgasthuis.
214
- Eene 60-jarige dame, Bertlia;
Schultz, werd op de de Brouckèreplaats
door bloedopdrang getroffen en zeeg ten
gronde. In het St-Jansgasthuis oordeel
de men haren toestand zeer gevaarlijk'.
Arme kleine. Een jonge kleer
makersgast, afkomstig van Diest, wo
nend Vlaamsche steenweg, had eene
heelkundige bewerking onderstaan om
zijn mank been te genezen. Dat misluk
te echter. Hierover zeer bedroefd, be
sloot hij een einde aan zijn leven te stel
len.
In den afgeloopen nacht wierp hij zicK
nabij de Saincteletteplaats in de vaart
van Charleroi. Schippers snelden toe,
doch te laat. Een paar uren later werd
het lijk opgevischt.
Onvoorzichtige werkman. -— Een
werkman, die aan den afbraak van hui
zen arbeidde op den hoek der Zavel- en
Pachecostraten, liet zijn houweel ont
snappen. Het zware tuig kwam terecht
op het hoofd van eene winkelierster,
vrouw Verbeeck, wonend Schaarbeek-
schcn steenweg, die van de markt naar
huis kwam. De arme vrouw zonk als
eene leveniooze massa neer. In een nabu
rig huis gedragen, achtte een hijgeroe
pen dokter den toestand der vrouw aller
gevaarlijkst en liet haar naar het Sint-
Jansgasthuis overbrengen. De .vrouw,
verkeert in stervensnood.
Wanhopige daad. Vrijdag mor
gend, rond 2 1/2 ure, is zekere E...,
kleermaker, oud 28 jaar, wonende
Vlaamsche steenweg, 111, nabij de Kas
teeltjesstraat in de vaart gesprongen.
Kort daarna werd zijn lijk opgehaald.
De wanhopige was reeds sedert verschei*
dene maanden ziek.
komen.
Ongetwijfeld bevonden er zich onder
degenen, die daar onbeweeglijk op den
grond lagen uitgesrekt, evenveel gewon
den als dooden.
Maar, al was ook de moed der jonge
lingen groot, met elke minuut nam hun
ne zwakheid toe.
Afgemat en uitgeput, verloren zij hun
bloed uit hunne nog niet verbonden
kwetsuren.
De met stapels lijken bezaaide weg,
dien zij langs gingen, werd voor hen een
verschrikkelijke kruisweg.
Nu en dan steeg uit eene greppel, uit
eene diepte of het dichte struikgewas
een hartverscheurende klacht omhoog
het was een ongelukkige, die om hulp
vroeg een stervende, die om een teug
water 6meekte, welke hem, zoo hij ge
loofde, verlicht, maar in werkelijkheid
den dood zou hebben aangebracht...
Het medelijden hield hen terug, zij
hadden ieder dezer dapperen, die voor
het vaderland nutteloos het edelste bloed
hunner aderen vergoten, willen bijstaan,
maar dan hervatte de rede de overhand
en riep hun toe verderverderuwe
hulp zou nutteloos zijn en binnen een uur
kunt gij hen naar het slagveld voeren,
die den gewonden verlichting en hoop
zullen schenken
Een oogenblik meenden de éclaireurs
dat zij noch voor zichzelven, noch voor
hunne kameraden iets meer van de men-
schen te wachten hadden. Geen lanteern
was er op den weg te zien. Zoover hunne
oogen droegen, was het duisternis, zoo
ver het geluid tot hunne ooren door
drong, was het de trage stap van hen,
die, meer ontmoedigd dan den vorigen
avond, naar de stad terugkeerden en in
den grond van hun hart diegenen ver
vloekten, welke hen wederom den terug*
tocht bevolen hadden.
Ook zij konden niets meer doen, dan
zich nedervleien, om te sterven.
Eensklaps pinkte er in de verte een
licht.
Hij, die het droeg, boog zich aanhou
dend voorover en stond dan weer op, ter*
wijl hij de lange rijen van mannen
scheen te onderzoeken, die met den trek
van den doodstrijd op het gelaat gegrift,
en een nutteloos wapen in de vuist ge
klemd, zich over hunne neerlaag op den
hemel scheen te beroepen.
Een kreet om hulp ontsnapte den
mond der twee éclaireurs.
De man, die de lanteern droeg, hief
den arm op en trachtte in de duisternis
hen, die zijn bijstand inriepen/te onder
scheiden.
Thans zeker, dat er voor hen en Kunne
makkers hulp zou opdagen, herhaalden
de éclaireurs hun geroep en dezen keer
wees hunne stem den man met den lan
teern den weg.
Hij naderde langzaam, want 'de me
nigte van gesneuvelden versperde hem
elk oogenblik den weg hij stuitte op af
grijselijke hoopen van opeengestapelde
lijken, zijne voeten gleden uit in het
bloed en vertraagden zijn toch reeds zoo
moeielijken gang.
Toen hij zich dicht hij de éclaireurs
bevond, konden dezen bij het schijnsel
der lanteern den man, die hen naderde,
beter opnemen.
Bij de roode, flikkerende stralen van
het licht scheen hij eerder eene pliantas-
tisclie verschijning, dan een levend we
zen,
"SVordt voortgezet.).