Brsisselsche Kiekskens IN DE BALKANEN Hst sclmlikelijk 1 È'aiM op sis Lel Hat drama der Piatinokxsiraat te Brussel Nieu wshe richten sitter8 Jos. Notermens""- Ifiiioa dn Crédit van Brussel. I g Spaarkas. Interesten 3 1/2 p. h. tot 5GGQ fraak. DE VOLKSSTÉM' Mej. von B..., die reeds een gevorder den leeftijd bereikt had, vluchtte met len predikant na eene som van 106.000 •rank mede genomen te hebben. Beiden gingen zich te Bodenbach ves- •igen, waar eene fijne methode een tal- ajk klienteel verzekerde, onder dewelke talrijke jonge meisjes van lichte zeden. De aandacht der politie vestigde zich Hndelijk op het zonderling koppel, en ion de persoonlijkheid ervan opmaken. De familie van IVj. von B... werd ver wittigd, maar toen de ouders te Boden bach aankwamen was Mej. von B... met \aren bijzit verdwenen, en drie nieuw- bekeerden werden vermist. Men zoekt lit zonderling broederschap van buiten- iporigen op. Zonderlinge aanhouding, Uit Metz jaeldt men eene zonderlinge bespie- lingszaak voor dewelke de overheid Ie noodige inlichtingen zal moeten we ien te geven. M. de Ladouchamps, kasteeleigenaar /erkocht over eenigen tijd stukken jrond aan het militair bestuur. Tijdens ie ophoogingswerken door de genie be gonnen onderschepte men eene waterlei- Hing van het kasteel. 3d. de La-douchamps verzette zich hiertegen maar alles bleef vruchteloos lot hij zelf het geniebestuur ging vin ien. Daar stond hem echter eene onaan gename verrassiug te wachten. Men be schuldigde er M. de Ladouchamps van bespieding en hij werd opgesloten. 's Anderendaags werd hij echter in vrijheid gelaten onder verontschuldi ging dat men een misslag begaan had. ZWITSERLAND Erg ongel'Jk. Uit Geneve De stel ling van het nieuw observatorium So- jève is ingestort. MM. Demierre en Mar- thac, van Geneve, en Amiet, ingenieur van de Centraalschool van Parijs zijn van eene hoogte van 12 meters gestort. MM. Marthac en Amiet werden zwaar gewond. M. Demierre, die zich aan een torentje kon vastklampen bekwam slechts lichte kneuzingen. GOSTENRIJK-HÖNGARIË De aanslag op dsn Expresstrem. flet onderzoek over den aanslag op den expresstrein van Bucharest-Berlijn, tus- pchen de statiën Sichau en Davidow, heeft doen uitschijnen dat er medeplich tigen op den trein waren. Het zijn zij die het noodsein op de afgesprokene plaats hebben gegeven. Het is dank aan de vastberaden hou ding van het personeel dat de postwagen niet geplunderd werd. Men heeft reeds als medeplichtige den stoker aangehouden. Er wegen zware rermoedens op andere bedienden van len trein. Men heeft de stoutmoedige bandieten niet kunnen aanhouden. 8PALME DcsdcHjli automobleiORgsluk. Een fenelberichfc uit Mondonedo meldt dat eene automobiel waarin de bisschop van het. bisdom met twee zijner familieleden plaats had genomen omgekanteld is op den steenweg van Santiago. De bisschop werd gewond. Een fami lielid werd gedood en de andere zwaar gewond. Ti'efnJjGtGlng. Uit Valentië wordt gemeld, dat een gemengde trein in de statie van Mguile in botsing gekomen is. Er zijn talrijke gekwetsten. Ver scheidene rijtuigen werden vernield. Eon plankonulösr ingestort. Te Copüiigo waren een 50-tal personen in eene huiskamer vergaderd, om deel te nemen aan den rouw van den inwoner. De plankenvloer stortte in. Verscheide ne personen hadden armen of beenen ge broken en liepen daarbij nog min of meer zware verwondingen op. PERZïë Het orawentolaarshoofd verschuilt zich In ïteï Russisch konsulast. Vol gons een telegram uit Kermancha, boudt Salar-ëd-Daouleh, liet hoofd der omwen teling, zicli schuil in het Russisch kon- sulaat. MONGOLIË Cïit-fekkEng van goudmijnen. Eene Moongoolsche maatschappij heeft op zoekingen gedaan in de vallei van den Kondour om er goudlagen op te zoe ken. Zij ontdekte eene mijn en twee goudaders waarvan de eene buitenmate rijk is,. MEXICO Nederlaag der Opstandelingen. Uit Laredo (Texas) wordt geseind Berich ten deelen mede dat de opstandelingen te Tocreon, tusschen den 17 en den 28 Oogst 3.000 man verloren. Zij trekken zich op Durango terug. De federale troepen verloren ruim 500 man. Een Senator die het goed op heeft, De militaire wet. Een kwakkel. (Van onzen bijz. briefwisselaar.) Brussel, 29 Oogst 1913. De Senaat heeft vandaag zijne werk zaamheden geëindigd. Dat ging daar rap en goed, dank voor al aan de kunde van den voorzitter ba ron de Favereau. Deze die in de diplo matie zijn leven sleet en minister van buitenlandsche zaken was weet daar nog zijn fijnen rol van diplomaat voort te spelen en hij zetelt daar als voorzitter met een gezag dat door alle senators ge ëerbiedigd wordt. Ten andere in het Se naat gebeuren al de besprekingen nog steeds met die hoffelijkheid en die be leefdheid welke er immer troonden, ir het Parlement, vooraleer de socialisten er waren binnengeslopen. Een senator die wel overtuigd is van de nutteloosheid van zijne redevoering is M. Piret. Van namiddag be_gon hij zij ne redevoering als volgt Ik weet, dat men naar mij niet zal luisteren en dat mijne redevoering geen gevolg zal hebben. Dat heet men vol maakte ootmoedigheid, of ook nog, zijn eigen zei ven naar waarde leeren schatten. Maar als die senator dat zoo goed weet, waarom dan wil hij er toch tusschen komen De nieuwe militaire wet, de wet hou dende wijziging aan de kaders van het leger en ook deze, de bezoldiging der mi- licianen wijzigende, zal Zondag in het Staatsblad verschijnen. x Men had het gerucht verspreid dat de minister van Binnenlandsche Zaken voornemens was de wedrennen en velo- koersen langs de baan te verbieden. Ik heb aan M. Berryer gevraagd of zulks waar was. Hij antwoordde mij Zulks is loutere uitvinding. Zelfs indien ik die koersen wilde beletten zou ik niet kunnen zonder eerst en vooral desaangaande eene wet te doen stem men. Voor bet oogenblik' zijn het enkel de burgemeesters van de verschillende gemeenten die deze wedstrijden kunnen verbieden* HAROLD. zen daar zij meer overeenkomt met de thesis, welke Bulghrië voortgaat met te ondersteunen, namelijk dat de Thracië- kwestie een internationaal vraagstuk blijft. Maar waarom wordt Italië dan als bemiddelaarster uitgekozen? Omdat het minder belang heeft in de kwestie En Engeland dan? Generaal Raako Dimitrieff komt als Bulgaarsche minister in St-Petersburg benoemd te wordefl. Gegeven zijnde de Russo-gezindheid tan den minister is deze benoeming zonder twijfel van aard om de geschillen van over eenige maan den, tot de herinnering toe, te doen ver dwijnen en het verzoeningswerk met de toenadering van Rusland en Bulgarië tot zijn einde te voeren. D© Turkschö handeling. Uit Constantinopel: Men meent te we ten dat de Porte oplieftige wijze ontkent dat het Andrinopelerleger nog legerde- tachementen op den rechteroever der Maritza onderhoudt. Zij ontkent insge lijks een detachement tot Kirdjali tè hebben gezonden. Een detachement is uit Ortakeui ver trokken naar Koutchikavak daar de be volking voor Bulgaarsche gruwelen be ducht was. De Albansc-ssh© tioon. Uit Berlijn wordt aan den Temps gemeld, dat men daar verklaart dat Duitschland geen kandidaat stellen zal voor den Albaneeschen troon, maar inte gendeel het kandidaatschap, waarover Italië en Oostenrijk 't akkoord zijn, zal ondersteunen Prius Wied, waarvan er sprake was, zou niet kunnen voorgesteld worden als Duitsche kandidaat. Oostenrijk alleen zal er zijne hoop op vestigen. Een verhaal uit de dagen der Commune. (50'te Vervolg.) Eensklaps wordt er bevel tot den te rugtocht gegeven. Zal men dan deze geduchte stelling .weer moeten opgeven, na haar veroverd te hebben? Was deze uitval dan nutteloos? Eene grievende beleediging den dapperen aangedaan, eene bloedige bespotting der edelste gevoelens? Nog eens zal men manüen uitzenden om zich te laten doo den, degenen die overblijven zal men verzamelen en weer naar de stad terug trekken Bij deze gedachte kookt het bloed van Benedict. Vriendenzegt hij tot zijne mak kers, dit is verraad, eene hoonende schandedie naar Parijs terugkeert breekt het woord, dat hij zich zeiven ge geven heeft. Wij zijn soldatenhet zij zoo maar vrijwillige soldaten heden belden, morgen misschien martelaars (Wij zijn geen kinderen der kazerne, wien de legertucht alle recht op eigen handeling ontnomen heeft. Wij zijn ver metel, laat het zijn Onwillig misschien maar wij wijken niet Neenneen, roepen twintig stem men. De trompetten schallen, de trommels slaan den aftocht. Voorwaarts roept. Benedict. En hij snelt met' zijne vrienden eene bende vluchtende Pruisen na. Deze liepen zoo snel zij. konden zonder Italië bemiddelaarster? Do Bulgaro-Risssische toenadering, Te Sofia is het gerucht in omloop, dat Turkije zou voorgesteld hebben een be roep te doen op de Italiaaansche bemid deling. Men weet niet hoe Bulgarië dit voor stel zal aanschouwen. Het is evenwel mogelijk, dat Bulga rië het zal aannemen, en dat het deze manier van handelen boven de recht- streeksche onderhandelingen zal verkie- Wij gaven gisteren het eerste volle dige inlichtingen oyer liet vreeslijk dra ma, dat gebeurde op de Lei, ter plaats genoemd De drié Leien De plaats, waar de botsing zich' voor deed, tusschen de twee autobooten, is juist achter den omdraai, die ue Lei daar maakt naar het Heilig Huizeken In het bootje, waarin zich de student bevond, waren er nog vijf personen, niet vier, zooals wij eerst meldden. Het wa ren de heer De Wageneire, zijne vrouw, zijn zoontje, zijne dochter en een andere juffer, de beminde van den student. De ze had de personen; bij wien hij inwoon de, medegevraagd om een boottochtje te doen op de Lei, tef gelegenheid van zijn 22° verjaringsfeest: De heer De Wageneire, die vroeger reeds had medegevaren, nam het voor stel aan en 's namiddags, rond 2 1/2 u. vertrok men mat de hoop, zich eens goed te vermaken. Ter..gelegenheid van het verjaringsfeest van' den student had men zelfs eene groote t^art medegenomen. Het autobootje, bestuurd door den student, vaarde tot aan St-Martens-Laa them, waar het gansche gezelschap zich hartelijk vermaakte: er werd gedanst eh gesprongen! Rond 7 u. verlieten zij St- Martens-Laathem, nadat zij goede reis waren gewenscht g'eworden door de per sonen der herberg, waar zij landden, di< hun nog zegden Als gii u spoedt, zult gij nog voor den donker thuis wezen. Dat is niets, antwoordde de heer De Wageneire daarop; wij hebben licht aan boord en zijn dus niet bevreesd. Daar mede verlieten zij de voormelde gemeen te en vaarden naar Gent toe. De feoising. Volgens de verklaring van enkele per-: sonen, zouden laaide booten verkeerd hebben uitgeweken, waardoor eene bot sing teweeg werd gebracht. Men verze kert nog dat de groote boot geen licht had. zich om dooden of gekwetsten te bekom meren, zonder om te zien naar hen, die van uitputting neervielen en door de an deren vertreden werden. Een panische schrik joeg hen door het park, en reeds hadden zij de grens daarvan bereikt, toen de plotselinge aankomst van eene groote versterking de vluchtelingen van gedachte deed veranderen. Bij het zien der onverwachte hulp lier- vatten zij eensklaps moed thans ston den zij niet meer tien, maar twintig te gen één. De kleine bende Franschen, door hun nen ijver meegesleept, kon op geen hulp meer rekenen. Alleen te midden yan dit uitgestrekt pavk, vol duistere hinderlagen, op het oogenblik dat zij zich overwinnaar waande, zag zij zich eensklaps verplicht, niet om den strijd te hervatten en de overwinning te voltooien, maar om te vechten en zonder hoop op redding te sterven. In een oogenblik bevonden zich Gil das, Benedict, de kolonel en hunne mak kers te midden van een kring van Prui- sen. Thans dachten zij aan dat heilig ba taljon van Waterloo, dat den Engel- schen weerstand bood, tot de laatste zij ner dapperen doodelijk getroffen neer viel, en met eene vlugheid, die het ge volg was van het dreigende gevaar, schaarden zich de jongelieden bijeen en maakten front tegen den vijand, gereed om te sterven maar om gewroken te sterven. Hun weerstand was zoo fier en krijgs haftig, dat de Pruisen begrepen, dat de overwinning niet gemakkelijk zou te be halen zijn.. Wat er van zij, het kleine autoboot je is niet gansch omgekanteld, doch door de hotsing, zouden de inzittenden recht gesprongen zijn en aldus in het water gevallen zijn. Dadelijk na de aanvaring kon de heer Fuerizone de verloofde van den student vastgrijpen en behouden op zijne boot helpen. Doch met de overige personen was het anders gesteld. Vader De Wageneire redde zijn 8-jarig knaapje, maar kon niets doen voor zijne vrouw en zijne dochter. Het schijnt wel waar te zijn, dat de student, die uitmuntend zwemmer was, de beenen en armen omklemd werd door de beide drenkelingen. Omstrengeld als hij was, kon hij niet de minste beweging doen en zakte met de twee vrouwen in de diepte. Volgens ons verteld werd, waren het hulpgeroep en de. angstkreten der da mes, die zich op de groote autoboot be vonden, hartverscheurend. Het bootje van de drenkelingen werd licht beschadigd langs den rechter kant, aan den punt. De slachtoffers. De student Critsos was 22 jaar oud en ging zijne studiën eindigen in de Hoo- geschool. Vrouw De Wageneire was 42 jaar oud en haar dochtertje, een beeld schoon kind van slechts 14 jaar oud. De heer De Wageneire heeft met zijn zoontje, den nacht na het drama door gebracht op het kasteel van den heer De Backer, waar men hem moest bewaken; vreezende dat hij zich het leven zou be oven. Zoohaast de booten stil lagen, kwam de policiekommissaris van Drongen ter. jlaata en maakte proces-verbaal op het bootje, dat aangevaren werd, werd on der de bewaking gesteld van twee gen darmen. De hoot van den heer Fuerison werd nabij de plaats der ramp aan den ketting elegd. Gisteren namiddag, om 2 ure, kwam het parket van Gent ter plaats liet was samengesteld uit de HH. Schellekens, substituut van den procureur des ko- nings Van Ginderachter, onderzoeks rechter, en Massart, greffier. De heer Fuerison werd onderh'oord over de oorzaak van het ongeluk. Een plan werd opgemaakt van de plaats, waar het drama gebeurde. De heeren magistraten namen ook kennis van het proces-verbaal, opgesteld door den policie-commissaris van Dron- ;n, den heer Kets. Het parket keerde rond 5 ure naar Gent terug. De slachtoffers. De student werd een 20-tal minuten na de ramp opg'ehaald twee geneeshee- ren poogden gedurend 1 1/2 ure de le vensgeesten, weer op te wekken, doch al les bleef vruchteloos. De lijken van moeder en dochter wer den gisteren morgend, rond 5 ure, op- ehaald zij lagen dichtbij elkander. Gisteren morgend werden de drie lij ken naar het doodenhuis van Drongen met een pont gevoerd. Gisteren namiddag, om 4 ure", nadat de lijkschouwing had plaats gehad, door de wetsdoktoors, werden de drie lijken gekist, in kisten aangebracht door drie dcodwagens uit Gent, en de treurige stoet vatte zijne pijnlijke reis naar Gent Zij konden niet meer strijden met het geweer, het blanke wapen alleen bleef dezen kampioenen, van den dood ter be schikking over. Twintig maal beproefden de Pruisen het vierkant der jonge éclaireurs te ver breken, twintig maal zagen zij hoe het zich weer aaneensloot als de dood er bressen in gemaakt had. Zij vielen ech ter, de brave vrijwilligers zij vielen de woede in het hart/ den wraakkreet op de lippen. Gesloten in een gordel van ijzer, gewond en bebloed, wisten zij dat nie mand hunner aan deze slachting zou ont snappen, maar de dood scheen hun min der bitter, als zij dachten aan het aantal vijanden dat zij velden, alvorens zelve neer te zinken. De arme Gildas, reeds bloedend uit eene wonde aan den rechterarm, vocht met den linker j^en slag met een ge weerkolf, die hem'in de volle borst trof, wierp hem op den grond. Een oogenblik later viel de kolonel naast hem Bene dict worstelde nog met twee zijner mak kers, maar door eene zware wond aan het hoofd getroffen, zonk hij op zijne beurt op een hoop van lijken neêr. Dat was het einde dezer heldhaftige worsteling. Als jakhalzen verdwenen de Pruisen in de duisternis van den nacht. Terwijl zij het park ontruimden, stonden twee licht gekwetste éclaireurs op, trachtten de duisternis die hen omring de ie doorbooren, sleepte zich met in spanning van al nunne krachten buiten het park, en begaven zich op den weg om te zien of zij geen plaats konden vin den in een rijtuig der ambulance, en of eenige mannen, van draagbaren voor zien, diegenen luinner makkers, welke misschien nog leefden^ ter hulp konden 31 AUG.' EN 1 SEPT. 1913 sgsasss De moordenares aangehouden to Parijs. Men zal zich het bloedig drama herin neren, dat verleden week in de Ple- tinckxstraat te Brussel voorviel. Eene genaamde Lucie Marshal, ge boren te Doornijk in 1890, te Oostende verblijvende, had vernomen dat haar minnaar, Andr Vassaux, te Brussel met eene nieuwe vriendin woonde. Lucie Marshal besloot zich te wreken, wapende zich met revolver en dolk, trok naar Brussel en begaf zich recht naar de kamer door het koppel betrokken. Andró Vassaux kreeg een dolksteek in de borst, ten gevolge waarvan hij overleed. Ook de jonge vrouw kreeg een dolksteek en wordt thans nog verpleegd in een- gasthuis. De moordenares had de vlucht genomen, en alle opzoekingen waren tot hiertoe vruchteloos gebleven. Donderdag werd haar spoor ontdekt te Parijs en Vrijdag morgend, bij het krieken van den dag werd zij in een ho tel der Pigallestraat aangehouden. Zij bood geen tengenstand en liet zicli gedwee per auto naar het policiebureel voeren. Na er door den onderzoeksrechter on dervraagd geweest te zijn, is zij opgeslo ten, in afwachting dat de uitleverings formaliteiten vervuld worden. De kisten werden naar de woning van den heer De Wageneire gebracht, gele gen Kleine Meerschstraat. Bs Ujkpieshisgheden. Men denkt dat de begraving der drie verdronken personen Maandag zal plaats hebben. Brussel. Slachtoffers der hitte. 1 Een oud vrouwken, Louiza De Veyse, verblijvend in 't ouderlingenhuis der Hoogstraat, is gisteren namiddag onder den invloed der warmte, plots zinneloos geworden. De politie bracht haar over naar het St-Jansgasthuis. 214 - Eene 60-jarige dame, Bertlia; Schultz, werd op de de Brouckèreplaats door bloedopdrang getroffen en zeeg ten gronde. In het St-Jansgasthuis oordeel de men haren toestand zeer gevaarlijk'. Arme kleine. Een jonge kleer makersgast, afkomstig van Diest, wo nend Vlaamsche steenweg, had eene heelkundige bewerking onderstaan om zijn mank been te genezen. Dat misluk te echter. Hierover zeer bedroefd, be sloot hij een einde aan zijn leven te stel len. In den afgeloopen nacht wierp hij zicK nabij de Saincteletteplaats in de vaart van Charleroi. Schippers snelden toe, doch te laat. Een paar uren later werd het lijk opgevischt. Onvoorzichtige werkman. -— Een werkman, die aan den afbraak van hui zen arbeidde op den hoek der Zavel- en Pachecostraten, liet zijn houweel ont snappen. Het zware tuig kwam terecht op het hoofd van eene winkelierster, vrouw Verbeeck, wonend Schaarbeek- schcn steenweg, die van de markt naar huis kwam. De arme vrouw zonk als eene leveniooze massa neer. In een nabu rig huis gedragen, achtte een hijgeroe pen dokter den toestand der vrouw aller gevaarlijkst en liet haar naar het Sint- Jansgasthuis overbrengen. De .vrouw, verkeert in stervensnood. Wanhopige daad. Vrijdag mor gend, rond 2 1/2 ure, is zekere E..., kleermaker, oud 28 jaar, wonende Vlaamsche steenweg, 111, nabij de Kas teeltjesstraat in de vaart gesprongen. Kort daarna werd zijn lijk opgehaald. De wanhopige was reeds sedert verschei* dene maanden ziek. komen. Ongetwijfeld bevonden er zich onder degenen, die daar onbeweeglijk op den grond lagen uitgesrekt, evenveel gewon den als dooden. Maar, al was ook de moed der jonge lingen groot, met elke minuut nam hun ne zwakheid toe. Afgemat en uitgeput, verloren zij hun bloed uit hunne nog niet verbonden kwetsuren. De met stapels lijken bezaaide weg, dien zij langs gingen, werd voor hen een verschrikkelijke kruisweg. Nu en dan steeg uit eene greppel, uit eene diepte of het dichte struikgewas een hartverscheurende klacht omhoog het was een ongelukkige, die om hulp vroeg een stervende, die om een teug water 6meekte, welke hem, zoo hij ge loofde, verlicht, maar in werkelijkheid den dood zou hebben aangebracht... Het medelijden hield hen terug, zij hadden ieder dezer dapperen, die voor het vaderland nutteloos het edelste bloed hunner aderen vergoten, willen bijstaan, maar dan hervatte de rede de overhand en riep hun toe verderverderuwe hulp zou nutteloos zijn en binnen een uur kunt gij hen naar het slagveld voeren, die den gewonden verlichting en hoop zullen schenken Een oogenblik meenden de éclaireurs dat zij noch voor zichzelven, noch voor hunne kameraden iets meer van de men- schen te wachten hadden. Geen lanteern was er op den weg te zien. Zoover hunne oogen droegen, was het duisternis, zoo ver het geluid tot hunne ooren door drong, was het de trage stap van hen, die, meer ontmoedigd dan den vorigen avond, naar de stad terugkeerden en in den grond van hun hart diegenen ver vloekten, welke hen wederom den terug* tocht bevolen hadden. Ook zij konden niets meer doen, dan zich nedervleien, om te sterven. Eensklaps pinkte er in de verte een licht. Hij, die het droeg, boog zich aanhou dend voorover en stond dan weer op, ter* wijl hij de lange rijen van mannen scheen te onderzoeken, die met den trek van den doodstrijd op het gelaat gegrift, en een nutteloos wapen in de vuist ge klemd, zich over hunne neerlaag op den hemel scheen te beroepen. Een kreet om hulp ontsnapte den mond der twee éclaireurs. De man, die de lanteern droeg, hief den arm op en trachtte in de duisternis hen, die zijn bijstand inriepen/te onder scheiden. Thans zeker, dat er voor hen en Kunne makkers hulp zou opdagen, herhaalden de éclaireurs hun geroep en dezen keer wees hunne stem den man met den lan teern den weg. Hij naderde langzaam, want 'de me nigte van gesneuvelden versperde hem elk oogenblik den weg hij stuitte op af grijselijke hoopen van opeengestapelde lijken, zijne voeten gleden uit in het bloed en vertraagden zijn toch reeds zoo moeielijken gang. Toen hij zich dicht hij de éclaireurs bevond, konden dezen bij het schijnsel der lanteern den man, die hen naderde, beter opnemen. Bij de roode, flikkerende stralen van het licht scheen hij eerder eene pliantas- tisclie verschijning, dan een levend we zen, "SVordt voortgezet.).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1913 | | pagina 2