De Vergiffenis van den Monnik
Prins Hendrik van Beieren en de Groot-Hertogin van Luxemburg
HET KONGRES DER DUITSCHE KATHOLIEKEN
fabrie
Iedereen herinnert zich nog het be
zoek van de groot-hertogin Olga aan ons
vorstenhuis. Sinds eenigen tijd was er
ook spraak van de verloving van hooger
vermelde prinses met den prins Hendrik
van Beieren. Toch was er dit waar, dat
deze prins herhaalde malen deze laatste
lijden aan 't hof van Luxemburg was
verschenen.
De verloving was echter een kwakkel;
een officieel advies komende van Lu
xemburg heeft aan dat gevogelte nu ook
de vleugels afgesneden.
De Sluit zitting.
De sluitzitting was schitterend lijk
overigens al de zittingen van de Duit-
sche Katholieke Kongressen.
M. Gersten berger, hoofdopsteller van
een dagblad van Würzburg, handelde
over de drukpers. Hij herinnerde dat
voor vele lieden het dagblad het onont
beerlijke, het eeuige geestesvoedsel is,
dat hel daarom ook de steunpilaar is en
de onmisbare medehelper van alle katho
lieke werking. Hij herhaalt de woorden
van den Paus Pius X aan kanunnik Bau-
don van Limoges Te vergeefs zal men
er aan denken kerken te bouwen, scho
len te stichten, missiën in te richten,
indien men door de drukpers niet ge
holpen wordt.
Daarna bespreekt hij de leer van de
pers Eenheid in de hoofdzaken, vrij
heid in de betwistbare maar broederlijk
heid in alles. Hij kenmerkt ook de dag
bladen welke de katholieken moeten van
de hand wijzen en geeft er al de kentee-
kens van, door het Belgisch episcopaat
aangeduid de pers die den godsdienst
aanrandt in zijn dogma, in zijn zedeleer,
in zijne tucht, in zijne overheid of in zij
ne geloovigen. Evenzeer moet men ook
de dagbladen verwijderen die zich met
den naam van onzijdigheid willen be
stempelen en die rondom hen eene at-
mospheer van onverschilligheid eerst,
en daarna van ongodsdienstigheid ver
spreiden willen.
In Duitschland bereiken de katholie
ke dagbladen in hunne oplage nagenoeg
1/10 van de liberale mi de socialistische
drukpers. Laatst riep een socialistisch
volksvertegenwoordiger in vollen Reich
stag uit dat zij dagelijks meer dan een
millioen dagbladen de wereld in stuur
den. Onder de katholieke familiën van
Elzas-Lotharingen zijn er 58% die geen
dagblad lezen en 78% die geen katholiek
dagblad hebben.
Hij sluit met den kreet elk katho
liek huis zijn katholiek dagblad.
De E. P. Bonaventura zou de eer heb
ben laatst van al het woord te voeren en
den laatsten indruk te laten op de ont
zaglijke massa der kongressisten. In
eene meesterlijke redevoering, die meer
dan ander half uur duurde, sprak de
gevierde spreker van de ontkerstening
der zeden. De redenaar roept de hulp in
van de studenten, van de burgers, van
de werklieden, van de soldaten, om de
toekomst van de christene beschaving
te verzekeren.
Eene eindelooze ovatie valt den spre
ker te beurt.
De prins van Loewenstein herhaalt
daarna nog eens de pauselijke beslissing
aangaande de syndikaten. Daarna sloot
Mgr Benzier, bisschop van Metz, het
kon gres en zegende de menigte. Een
Te Deum in 't Duitsch door 180.000
man gezongen sloot de zitting.
Zoo eindigde het 608Ui kongres dat
eene bittere teleurstelling medebracht
voor onze vijanden en eene groote vreug
de voor de katholieken van Duitschland
en van gansch de wereld. Het kongres
van Metz zal den naam dragen van Kon
gres van den Vrede.
(308to Vervolg.)
Wat begeert gij, senor Cano vroeg
hij hem met buitengewone vriendelijk
heid.
Dat gij mij zegt waar gij mij heen
voert.
Gij zult het spoedig weten, mag ik
u intusschen eenig voedsel aanbieden,
gij hebt den geheelen dag niets geëten
en gij moet flauw zijn.
Dank u, zegde Alonzo, het hart is
mij te vol dan dat ik iets zou kunnen ge
bruiken.
Moed, senor, antwoördde de algua-
zil weêr, alles zal beter gaan dan gij
denkt.
Hij verwijderde zich groetende, maar
een minuut later kwam hij terug, èen
glas Malagawijn meebrengende, dat A-
lonzo niet kon weigeren.
spoedig hierop zette zich het rijtuig
weer in beweging.
Zonder dat hij er zich rekenschap van
gaf, voelde de kunstenaar een soort van
verlichting. Het scheen hem toe dat de
stem van den man, met wien hij eenige
woorden gewisseld had, genegenheid
uitdrukte.
De ongelukkigen zijn meer dan ande
ren gevoelig voor medelijden.
Door liet portel, dat hij thans had
opengedaan, zag Alonzo een schoon en
weelderig landschap, de maïs planta-
ge's, de huerras, oranje- citroen- en gra
naat boomen volgden elkander op, het
zachte windje, dat dezen eerlijken zo
mernacht verfrischte, met hunne geuren
bezwangerend.
Eindelijk daagde een huis links op
een schel fluitje deed zich hooien en een
oogenblik later hield het rijtuig voor
deze woning stil..
Op hetzelfde oogenblik stegen twee
alguazils, die naast den koetsier gezeten
hadden en een derde, die achter op het
rijtuig gestaan had, af, en voegden zich
bij vijf ruiters die achter hef rijtuig aan
kwamen en die van af Madrid tot eskorte
dienden. Zij waren tot de tanden gewa
pend en hij, die hun den doortocht zou
hebben durven betwisten, zou het er
slecht afgespeeld hebben.
De alguazil die zoo even tot Alonzo
gesproken had, naderde thans opnieuw.
Hij opende het portier en zegde vrien
delijk
Senor Cano, wilt gij uitstappen
De artist sprong uit het rijtuig.
Volg mij, zegde de jonge man.
Mag ik ten minste weten waar gij
mij heen brengt?
Gij zijt op uwe bestemming aan
gekomen.
De jonkman ging vooraan, Alonzo
volgde hem, terwijl dé ruiters en de al
guazils zich bij hen aansloten.
Twee bejaarde bedienden, door een
der soldaten, die aan de deur geklopt
had, verschrikt, stonden op den dorpel,
too diep mogelijk voor hunne meesters
buigende, daarna openden zij een groot
salon en brachten lampen.
Dit gedaan hebbende, trokken zij zich
terug, in de hoogste mate onthutst door
iiet vreemde geval, eenigszins verschrikt
door de uniformen der alguazils, maar
meer gerust gesteld door hunne manie
ren die niets soldaatachtigs hadden.
Alonzo Cano stapte het eerst dit half
verlicht vertrek binnen.
Acht mannen volgden hem.
Toen wierp elk van hen zijn pruik en
zijn mantel af, de artist geloofde te droo-
men, toen hij Miguël, Pablo, Bartholo-
meo Roman, Pedro Castello en vier an
deren van zijne leerlingen voor zich zag.
Gij hier, zegde hij, gij hier, maar
wat beteekent dat?
Dat beteekent, meester, antwoord
de Bartholomeo Roman, dat wij u ont
voerd hebben.
Ongelukkige kinderen, wat hebt
gij gedaan?
Iets wat zoo redelijk mogelijk is.
En waarvan het denkbeeld aan Mi
guël toekomt, zegde Pablo, een schoon
gedacht, dat wij met vervoering hebben
aangegrepen.
Maar voor het gerecht de vlucht
nemen, is den schijn aannemen alsof
men het vreesde.
Men zou minder dan dat vreezen,
zegde Miguël.
Wat het ook zij, zegde Alonzo, als
beschuldigde behoor ik voor de recht
bank te verschijnen.
Meester, zegde Miguël, wilt gij mij
veroorloven dat ik onze meeningen uit
eenzet.
Spreek op, zegde hij.
Meer bewogen dan hij het kon uit
drukken, drukte de artist de beide han
den van den jongeling in de zijne.
Ik begrijp en eerbiedig het ge
recht, zegde Miguël, maar het heeft zij
ne gevaarlijke hellingen en als ieder
mensckelijk werk, is het aan dwalingen
onderworpen. Zijt gij er geen overtui
gend voorbeeld van,-meester. Op dit oo
genblik en van welken aard het ook zij,
verzegelt een eed uwe lippen.
Dat is waar, zegde Alonzo. -
Ifi het niet mogelijk, dat gij van
dien eed ontslagen wordt?
Dat is mogelijk.
Kan van den anderen kant. de ellen
dige moordenaar van dona Mercedes niet
ontdekt worden
Dat kan, zonder twijfel.
Bedenk, meester, dat tusschen deze
twee gunstige gevallen geplaatst, gij er
alle voordeelen van zult verliezen. De
haast, waarmee de rechter Rosales deze
zaak zal doordrijven, om beweegredens,
welke het mij onmogelijk is te gissen,
zal u beletten degenen te waarschuwen
die uw leven in hunne handen hebben,
of te wachten tot men den waren schul
dige gevonden heeft, en die schuldige is
Lello.
Ja, Lello,. herhaalden verschillende
stemmen.
Miguël hernam
Wat wij wilden, is niet den loop
van het gerecht te verhinderen, maai
liet te verhoeden voor eene overhaasting,
waarvan de gevolgen onherstelbaar zou
den zijn. Niemand weet op 't. oogenblik
te Madrid de richting die wij genomen
hebben. Rosales had in zijn rijtuig een
braven jongen, die een coiffuur en een
mantel droeg gelijk aan de uwe en die
zich met het grootste genoegen van de
wereld naar de gevangenis zal laten voe
ren.
Maar de serenade dan vroeg Cano.
Gij zoudt kunnen zeggen charivari,
meester. De serenade, indien gij haar
zoo wilt noemen, was op touw gezet door
kameraden van ons, de leerlingen val';
Velasquez en die van 't atelier van Mar-
sello.
Zij wachtten dus het rijtuig af?
Zij wachtten het af, maar wees ge
rust goede wapens waren onder guita
ren -verborgen en de kasbische tambou-
rijnen deden de dolken geen kwaad.
Het rijtuig dat dus den weg ver
sperde?...
Is dat, waarin gij gereisd hebt...
En de heer die zulk een leven
maakte?...
Ben ik, zegde een schoone jonge
man, zich eerbiedig voor Alonzo bui
gende.
Deze reikte hem getroffen de hand.
En de alguazils dan? hernam de
artist
Zij daar, zegde Bartholomeo Ro
man, waren de alguazils van Miguël.
Mijne vrienden, mijne kinderen,
riep Alonzo, maar dit alles grenst aan
een wonder
Een wonder van erkentelijkheid
dan.
Maar hoe hebt gij in zoo korten
tijd zulk een komplot kunnen opzetten
Daar hebben wij niet lang werk
over gehad, dank zij Miguël, zegde Cas
tello
Altijd Miguël, en ik, die den vori-
gen dag...
Gij hadt het recht mij te straffen,
antwoordde de jonge man, het was mijn
plicht mij tusschen u en het ongeluk te
stellen
Spreek op, ik wil alles weten.
Toen de rechters uw huis verlieten,
hernam Miguël, duiden ons de versla
genheid van Gaspardo del Roca en de
boosaardige glimlach van Rosales ge
noegzaam aan, welk gevaar gij liept.
De tranen van de brave Juana zegden
ons het overige. Ik bleef bij u toen gij
het portret schilderdet der ongelukkige
Mer cedes.Zoodra ik u kon verlaten, ging
ik naar mijne kameraden. Zij waren on
der den indruk van een zelfde gevoel
één wil vereenigde ons allen; het gold u,
u aan de handen te ontrukken van hen,
wier overhaasting en haat wij vreesden
zonder het te weten. Indien wij geraad
pleegd hadden bij de aan te wenden mid
delen, dan zoudt gij ze zonder twijfel ge
weigerd hebben.
Ja, antwoordde Alonzo.
Tegen de vermoedens en de achter
docht der justicie steldet gij uwe on
schuld.
Het is een verheven kracht, ant
woordde Alonzo.
Zij gelijkt op die der martelaars.
Is het niet schoon te lijden
(Wordt voortgezet.)
DE GROOTE KLOK VAN SEBASTOPOL
Na den Krimoorlog in 1855, hadden
de Fransehen de groote klok van Sebns-
topol medegevoerd naar Frankrijk en ze
als trophee in de torens gehangen van
.0. L. Vrouw. Dezer dagen, om de vrien
delijke overeenkomst tusschen Frank
rijk en Rusland te bezegelen, werd dat
aloude trophee teruggestuurd naar Rus
land. Daar zal de oude klok terug hare
eereplaats innemen op den toren van Se-
bastopol.
PASTEUR
Geen geleerde is er die den
dienstzm en de christene ootmoed
hooger dreef dan de groote Pasfc
Zijn naam is een klinkend anl
aan degenen die beweren zouden. 'D>
tusschen godsdienst en wetenscb n f
niet te overwinnen tegenstrij
heerscht. Me
Juist te gepaster oogenblik kv 11 *e
groote Engelsche geneesheer te ^eo
schijn, Jenner, wanneer heele g aar
ten aan 't. wegsterven waren ten g k°n:
van de koepokken. Evenzoo Z1C
kwam, een vijftig jaren nadien, ii- eie11
te Pasteur, wanneer de honds
meer dan ooit woedde en 'wanneer
van Darwin een nieuw stelsel kwa
digen, dat het oude, christene
zou inbeuken.
Pasteur kwam, en de jonge
zoo schuchter en bloode, zoo boer r
onbeschaafd en wild van uitzicht
een serum, een onfeilbaar middel
de hondsdolheid, ten minste wane
bij tijds wordt toegepast. De kle
zasser, Meister, en de herder Jup
dergingen, de eerste, de inentii
dert dien worden er dagelijks hou
lieden, heel de wereld door,
schrikkelijke plaag verlost.
Maar Pasteur bewees tevens d< ,n 0
lie proefnemingen dat heel liet ^ierl
van Darwin slechts op inbeel n U
steunt en dat de spontane schepdierl
totaal onmogelijk zijn. De invlo 01
Pasteur op zijne eeuw was ove
Overal rijzen gestichten op die
naam dragen. Het Iinstituut van
dat nu reeds 25 jaar bestaat, wo ar 111
stuurd door M. Roux.
min
sprof
M. ROUX,
Bestuurder van het Instituut P
te Parijs.
DE VLIEGER
aid,
In t vliegen ziju er, lijk mijn i
In gansch Vlaanderen geen t' et jle.
Hij vloog al van d'écol' moyel ei-
En van den Athénée
Ik deed hem dan op een
Van verven en vernis,
Waar hij, na eenen korten tijd
Ook weggevlogen is
Hij werd dan klerk op een kan 1Qa.
Daar had hij ook malheur m be^
Want hij vloog, na een dag of f zee.
Met klank reeds aan de deur t ha(
P bij
Hij deed van alles, 'k weet ni« e hof
Maar telkens liep hij mis,
Zoodat hij, nu eens vroeg, dan
Er uitgebogen is.
Ik kocht hem dan een vliegnn j(
En weet ge wat geschiedt
Nu heeft hij wat hij heeft ver!
Nu vliegt de dèugniet niet