De verleren zoon Moedigs Soldaten De Koopman De ziisterkens der armen TroepH9Q0ER OF! komt Schoons daad onzer Kanonniers- te mod.0 "lffS is sEfr: I5i3 - Gedurende ganscli liet verlof zien we de moedige studenten bezig op hunne wekolijk- selio vergaderingen waar ze zich zelvon vor men, opwerken tot hoogo Vlamingen, vol maakter katholieken, zelfstandiger menschen; Waar zo hunne medemakkers aanvuron in den edolen strijd voor do verheffing van het Vlaamsche volk. 't En is hun niet voldoonde op zich zeiven te werken en op de andoren, ook moeten zij tot hun volk ga'an' en dit kunnen zij niet beier dan door het toon oei. 't Is zoo dat do studenten er aan houden ieder, juar een prachtig looneolfeest te govon. Aalst heeft dit*jaar Jacob' van "Artevoldo, met veel goeddu bijval ten berde gebracht, Donderbaulem, waar ook studenten liuizen, voert dit jaar op 14 Soptomhor De Verlo ren Zoon op een Parabelspel door Jos. Van den Berghe. De Verloren Zoon 'is eon stuk door iedereen genoeg gekend, geloof ik, om niet meer te moeten zeggen dat hot op urio, vier jaron moor dan honderd maal werd opge voerd en dat het nu nog overal op 't repor- torium is. Dat is eon Parabolspel waarvan de hoofd inhoud Een vader had twee zonen.... enz., gelrokken uit het Evangelie, voor niemand onbekend blijft en waarvan do dichterlijke uitbreiding en vrije ontwikkeling voor den toeschouwer een aangenaam ziöisgenot meê- brengt en eene edele zodelijke verheffing verschaft. Door natuurlijken eenvoud, voor ieder toegankelijke klaarheid door zielsroerende en mooie handeling, door aangenamen ver haaltrant behaalt het Bijbelverhaal altijd en overal oenen ongemoeneu ongehoorden hij- val. Voor den kunstenaar als voor den eenvou- digsleu man, voor den hoogor ontwikkelde als voor den ongeletterde, voor iedereen is het spel eeii liooger zielsgenot, eene verhef fing uit den alledaagschen slenter, uit de Hoffelijke gejaagdheid naar immer meer en moer, tot hooger verhevener zielsleven. Niot door de plaatselijke tooneolgildo, maar door jeugdige krachten door de bloeien- io studentengilde, gekend om zijne opvoerin- jen van verleden jaar, wordt De Verleren Zoon voor hot voetlicht gebracht. En voor wat spelen dio studenten Niet voor eigen zak, dat hebben zij immers zoo niet broodnoodig, niet om gold uit een ondermans zakken te kloppen om de hunne dan te vullen, niet om gelijk wie schade toe te brengen in zijn eer of reeds verworven room neen voor dat alles niet, maar voor het welzijn van geheel de gemeente, voor iedereen, lot stichting en veredeling dei- menigte. tot zodolijke verheffing van 't VI. volk, en bijzonderlijk tot herstelling der kapel van VII Weeën, kapel van verval, doch die weer moet hersteld. Daarom wordt De Verloren Zoon op gevoerd. Do Verloren Zoon bijbelstuk dat voor doel heeft niet alleen de jeugd van barmhar tigheid op te helderen, maar ook en bijzon derlijk de barmhartigheid van Jezus tegen over den zondaar te doen uitstralen. Vriend lezer, indien uwe beurze het geven van een frank niet gevoelt, kom zonder r— fout naar Denderhautem om de opvoering van Do Verloren Zoon om 4 uro in 'l Gil donhuis bij te wonen, denk dat hot een goed werk is voor 't algomeen welzijn en voor liet uwe in 't bizonder. Vlamingen, komt allen eens zien wa jonge studenten op eigon initiatiuf vermogen to doen, wat zij verrichten tot verheffing en heropboüring van hun zoo dierbaar Vlaam- scfie Volk. Junior. ïk VOLKSSTEM MM In de ruime wachtkamer van eene Zuid- Duitsche statie trok op zekeren vroegen mor rend der maand Augusti, onder de bonte groepen, een jongman, ieders aandacht door lijn sierlijk voorkomen en het ongeduld, waarmeê hij de aankomst van den vroegtrein verbeidde. De ongedwongen op het hoofd geplaatste reisklak werd dikwijls met eene ondubbelzinnige beweging van teleurstelling verschoven, by welke gelegenheid er zorgvul dig behandelde haarlokken te voorschijn kwamen, de warme bonte jas werd dichter om hot iijf geslagen, want de morgendkoude deed zich gevoelen, en by tusschenpoozen werd de stok waarop de reiziger leunde, krachtig tegen de gladde steenen geslagen, wanneer hij zijne zitplaats verliet, om met mei heen en wéér loopen den tijd te verdry- rcn. Bij het onrustig op- en neêrgaan bemerkte ueii, dat de jongman met eenige moeite gaan ion. Do stok waarmede hij zijne misnoegd heid lucht gaf, diende eigenlijk om hem bij lijn hinkend been ter hulp te komen. Doch )ot frissche, levenslustig gelaat en do lichaamsbeweging wareu geheel in tegen- ipraak met dit gebrek. Vyf-cn-twintig jaar oud, officier, een kind ran bot geluk, dit alles zag men op zijn uiterlijk Het inwendige verried zich door jonkore, schitterende oogendie aanbevelens- weerdig genoeg, zonder hulp van lorgnet, aolder in 't rond zagen. Weldra sloeg het uur van verlossing voor Hen ongeduldige. Het langgerekte gefluit kondigde het naderen van den trein aan en Biidanks zijn hinken bevond zich do jonge Geene liefdadigere inrichting dan de Con gregatie of Kloosterorde der zusterkens der armen. Een eenvoudig doch ieverig en heilig on derpastoor uit fransch Bretanje, was do in- steller van dat groot liefdewerk. Eene arme doch vurige en zeer godvruchtigo dienst meid, reeds wat gevorderd in oudordom was er liet eerste lid van. Geene inrichting breidde zich rapper uit. Nochtans de regel is zeer streng niet voor de ouderlingen van beido geslachten dio men eraanveerdt, verzorgt naar ziel en lichaam, wiens leven en dood men tracht aangenaam to maken maar wel voor de zusters dio al liefdebetuigingen te bewijzen en liefdewerken uit te oofenen daar bij nog strenge boclveerdigheid doen en nooit eten, onder andore, tenzij wanneer al de oudjes genoten hebben wat hun liertje lust. En r wanneer ér weinig of niets meer overschiet van hot gastmaal, hongerig mo gen voortworken. Eene uitbreiding zonder weêrga viel ten doele aan dat instituut. Tegenwoordig telt men 5793 zusters, 258 novicen en 237 poslulanton bereiden zich om dat wonder liefdeleven aan te gaan. 90 leden por jaar wördo» door de dood weggèrukt en krijgen goede loon naar hun goede werken. Reeds 2912 zusterkens stier ven sinds hot ontstaan dor Congregatie. 46,923 ouderlingen worden in hunne kloosters verzorgd en per jaar helpen die brave zieltjes 8805 oudjes naar den heinel. Sinds het bogin van dat wonder instituut waren er 284,976 oude menschen die het tijdelijke met 't eeuwige verwisselden. In Frankrijk tellen zij lil huizen in België 14 waaronder te Brussel, Gent, Oostende, Antw erpen, Leuven voor 't Vlaam sche land in Engeland 27 in Spanje en Portugal 54 in Italië en Zwitserland 22 in Turkije en Hongarië 2 in Azia 7in Afrika 5; in Noord- on Zuid-Amerika 57 in Oceanië 7 in 't geheel 306 liuizga of kloosters. 't Grootste dool der zusters bohooren aan den rijken stand, velé gravinnen en zelFs princessen als nog andore juffrouwen uit gen adel maken deel van dat in zijn aard ©enig kloosterorde. Nooit zal men kunnen optellen do edel moedigheid, do ootmoedigheid, de liefdadig heid die daar in 't verholen aan den dag wordt gebracht. Heldendaden verricht men erEn vele zusterkens vallen op liet veld van eer en der liefdadigheid door uitputting en door opge dane ziekten. Bedelen, versterving doen,zeer arm leven, alles geven aan hunne oudjes, altijd zonder verpoozing in hun vaderland en daar huiten werken cn zwoegen uit liefde Gods en uit naastenliefde ziedaar wat het leven uit maakt dier zoo heilige zieltjes, die nochtans somtijds, dat wel eens in onze Kamers, uit gemaakt en uitgelachen worden MARC. officier zoo snel bij den waggon, dat liy een der eersten was die in de rijtuigen klommen. Met tooverachtige snelheid had het uitstap pen en toestroomen der passagiers plaats, want bij vyf minuteu oponthoud »is 't altijd noodzakelijk, met het hoofd vooruit in den waggon te stormen. Voor de geringe tijd nog voorbijgevlogen is, ziet men zich als oen vogel in de kooi gepakt,en is men aan vreemd gezelschap, onbekende gezichten, uitgestrek te beonen en brandende sigaren op genade en ongenade overgeleverd. In de coupé waarin de jonge officier klom bevond zich behalve hem slechts éen be jaarden heer, die by het binnentreden van den nieuwen reisgezel zijne voeten zoo haastig en angstig achteruit trok, alsof hij reeds hij voorbaat tegen alle aanvallen protesteerde die op zijne eksteroogen gemunt konden zijn. Hij was fijn gekleed en hot eentoonige zwart van zyne toilet werd alleen door een gekleur- den halsdoek, een ordelintje in het knops- gat, een diamant en verscheidene fonkelende ringen aan de rechterhand afgewisseld. Deze hand scheen werktuigelijk eene geëmailleerde met een portret versierde snuifdoos open en dicht te doen en mot een voortdurend snuifje tusschen de twee vingers voorzien te zijn. De kleine gedaante van dezen heer bezat de bewegelijkheid van kwikzilver. Nieuws gierigheid glinsterde uit de oogen die hij even als alle bijziende dichtgeknepen hield de lust tot babbelen speelde om den mond, die reeds door verscheidene openingen van go- miste tanden was ingevallen. Do oude heer scheen ongeerne te zwijgen. Hij bezag zijn reisgenoot, die achteloos do landschappen liet voorbijtrekken, en alhoewel opebhertig en blijgeestig, er toch niet zeer modedcel- zaam uitzag. In de Vie Militaire van 5 Juni maakte men gewag van den moed en de edele na- streving van do kanonniers een er onzer batterijen die schietoefeningen deed in dei: polygoon van Brass^'liaetDoor eene ontploffing werden twee soldaten gedood. 's Anderendaags zogdo do bevelhebber der batterij aan zijne in gelid slaande mannen Gisteren, zijn twee der uwen als slacht offer van den plicht gestorven en wij aan schouwen allen bunnen moed in het lijden. Vandaag versta ik dat de harten mijner jonge soldaten nog met vrees gevuld zijn. Daar slochls oenigeo onder u nu noodig zijn om de overblijvende obussen af te vuren, zoo vraag ik. dat diegene dio de oefeningen willen doen vier stappen zouden vooruitko men Er. men zag de beide rijen vier stappen vooruittreden en ziclijterug op rij stollen. Dat was het alignement der dapperen, niet een kanonnier was achter gebleven. Do soldaten dezer batterij sinds dien in onbepaald verlof gozonden, zijn nu voor hun manoeuverterniijn terug binnen. l)o Vie Militaire komt in den mess dei' offi cieren der batterij de artikel wordt erdoor osn der dapperen gelezen en ziehier wat hij antwoordde. m Fort van Loncin; den 2 Oogst 1913. Mijnheer,- Uwe belangwekkende uitgave doorbla derend in den mess'dér officieren van het fort te Loncin, lees ik in uw nummer van 5 Juni laatst onder de rubriek Moedige Soldaten de meldiugvan het ongeluk dat onze batterij tijdens zijn verblijf aan den polygoon van Braschaet in 1912 in rouw dompelde* -y* Uw briefwisselaar neemt er behagen in van eer te bewijzen aan de koelbloedigheid en do dapperheid der soldaten die, niettegen staande een onuitlegbaar ongeluk, dat twee hunner kameraden deed vallen, zich zonder vrees aanboden, waniieer de schietoefenin gen vorder moesten gedreven worden. Het noodlot dat ons zijne onrechtvaardige grillen oplegde,vereenigdo ons in dezelfde gemoeds beweging wij voelden ons nader hij elkan der en ook nader hij onzen bevelhebber Naessens, die wij beminden en eerbiedigden. In dit pijnlijk oogenblik wist hij de woorden te vinden dio het hart onmiddelijk binnen dringen, en daden doen verrichten welke men nooit vergeet. Bij de haastige ovèrlezing van het arti kel, voor mijne gezellen, zag ik in hunne oogen eene vlam fpnkelen van wettigen hoogmoed. Waarlijk 1 wij waren fier van die dappere kleine Belgen n te zijn. Wij besloten elk: eon nummer van de Vie Militaire vaivden 5 Juni te lcoopen, en onze jonge gezellen van 1912, die fier zijn tot de 9® batterij van Luik te bohooren, wenschten ook dit nummer te bezitten. Ah wat hebt ge gelijk van aan allen te leeren wat het militair leven is, en den mannelijken indruk dien het achterlaat op het karakter der jongelingen die van hen mannen maakt in de volle waarheid van het woord. Ziedaar wat iedereen zou dienen te weten en dan ook zou iedereen het als eene eer aanzien te kunnen zeggen Ik ben soldaat gejveost n Een trotsche jonker, sprak de oudeheer bij zich zeiven hy ziet er aristokratisch uit, zou by van adel zijn Wilt ge ook roolcen, mynheer? vroeg hy eindelijk den jongman, terwijl hij hem eenen koker met netjes gerangschikte Virgi nias als 't ware als een vriendelijk lokaas aanbood mag ik er u een presouteeren De aangesprokene boog koeltje. Ik dank u, zegde hy, ik bon zelf Voor zien en rooltonderweg niet. Zou met de eigaar ook alle gezellig on derhoud worden afgéivezen dacht de kleine heer, een snuifje nemende doch hy was zoo gemakkelijk niet af te schrikken, wanneer het er op aankwam, om een stommen reis makker in een onderhoudend man te her scheppen. Zwijgen is goed voor hen, die het uit kunnen houden, ik kan 't echter niet Daarmede begon dé oude lieër den aanval opnieuw. Gaat uwe reis n^ar de stad, mynheer Ja. Blijft u daar? hebt gij soms aanbevelin gen noodig Dan zou ik in staat zyn om u de grootste huizen in tè leiden verondersteld... Dat ik er toe bedoor vulde de jongman den volzin eenigzins «arlcastisch aan, gij zijt te beloefd mijnheer Ik ben even goed met aanbevelingen als met Virginia sigaren voor zien. Overigens houd ik my slechts korten tijd in do residentie öp, om oumiddelyk naar Wiesbaden te gaan. Allerliefst hernam de oude heer ver heugd, dan ontmoeten we elkaar weder eu kunnen de kennismaking der reis hernieuwen Ik ga or ook heen en 't is mij dus wel veroor loofd te vragen wien ik in mijn toekomstige reisgenoot zal wederviudon Do jongo officier lachte onbewimpeld over a In die omstandigheid deden wij niets meor dan onzen plicht, maar ik zou nochtans den moed willen doen uitschijnen van dio eenige gezellen die het noodlottige schieten bijwoonden en zich op ganscli bijzonder wijze ondorscheidden. De kanonniers Baras, Knaepen en Oger, ofschoon gewond, drongen er op aan om de schietoefeningen voort te zotten en hervatte- den hunnen post die zij tijdens het ongeluk bezeltedon. Mekers en Mussoel, twee kozijns, vie len zeer zwaar gekwetst. En kunt go radon wat Mokers, een eenige zoon alvorens te sterven, tot zijn oude vader zegde n Laat, laat al ons goed aan mijn kozijn Massoot die nu gobrokkelijk zal blijven Was zulks niet bewonderenswaardig Ik zou ook, alhoewel ik vrees soms de nederigheid van den konjmandant Naessens te kwetsen, willen dat gij van höm eene bij zondere melding zoudt doen. Voor ons is hij een held, voor wien wij allen willen sterven, indien het noodig is i» (Get,) Em. Lemaire, miliciaan, 1910. 5jC Oh dio brave barton Aan ons, officie ren, doet het genoegen te bestatigen tot hoe ver do vorknocktheid dier mannon welke wij zoo zeer beminnen, als zij ons, gaan kan. De wedorzijdsche genegenheid en betrou wen, zijn machtige handen die van een troep een onoverwinnelijk iets maken. En nog, het lezen van dezen brief is ook opbeurend in een ander oogpunt: wij zouden hegeeren dat hij gelezen worde door deze die nog durven beweren, dat liet kazernele ven eenen noodlottige» invloed uitoefent op de zedelijke gezondheid van don soldaat.... Zij zouden genoeg welon. We vernemen uit goede bron dat de puike en befaamde troep Hooger op op 21® Sep tember aanstaande, een prachtig avondfeest komt geven in den Schouwburg van Aalst, •ten voordeele dor katholieke Vkamsche drukpers. Die troep reist door België, voor de zaak, op aanvraag van onze katholieke voor mannen. Hunne keus kon zich niet beter vestigen dan op den troep Hooger Op eon onzer boste belgische tooneelvereenigin- gen. Als tooneelmeester en hoofdrol de echte kunstenaar Neel Plas. Als bestuurder Xav. De Wachter, en vorder nog als spelers schitterende elementen, als 'non Michiels, 'nen Eeckhaut, 'nen Fraifljois, don hollander Schillings, Heylen, enz... Voeg daarbij noj -de puike toonoelkünsfenaressen Mevr. Jans- 'sëns, Mevr. Weytsman, Juffr. Wilmotto, en dan moogt ge verzekerd zijn een allerprach tigste en kunstvolle vertooning te smaken Het beste bewijs van de degelijkheid van den troep is dat al de vertooningen welke hij tot hiertoe gegeven heeft, opeen buiten gewonen bijval en geestdrift werden ont haald. Dat zij in al de steden, waar zij tot hiertoe zijn opgetreden, op algemoene aan vraag worden teruggeroepen, is wel de schoonste bekrooning huiiner diepgaande kunst. Wij durven verhopen dat onze kunstlie vende stad Aalst niet zal ten achteren blij- deze nieuwsgierigheid,die eigenlijk toch niets kwetsends had. Integendeel hy begon er ver maak in te scheppen. Ik heet Victor Alm en ben luitenant, luide het antwoord. De oude heer sprong van zijne plaats op. zijne grijze oogappels werdén van verrassing ontzaggelijk grooter. Vergeef me zegde hij eindelijk zeer op geruimd, dat ik by na schrik. Maar verbeeld u zelf eens Op eene reis van örij dagen treft men hot morkweerdig toeval van elk dier dagen een reisgenoot van dien naam te ont moeten. Eergisteren rijd ik in eene dilegencie, en de eerste die by my in het rijtuig klimt is een heer met een zeer eerbiedweerdig voorkomen die zich als koopman Alm uit T beleend maakte. Dat was mijn vader, hernam de officier lachend. Zeer welGisteren ga ik op den trein, en myn eerste reisgenoot is een jong, knap man, die my byzonder veel belang inboe zemde. Ik kon niet nalaten, ofschoon nieuws gierigheid anders juist niet tot mijne eigen schappon behoort, hem zijnen naam te vra gen, Eugène Alm is het antwoord. Dit is dus een bloedverwant, niet waar Ja, een bloedverwant inderdaad, ant woordde de gevraagde met in 't oog vallende verlegenheid. 't Is opmerkelijk Gij zyt derhalve de derde van dezen naam en nu ben ik er op voorbereid, om een vierden en vyfden Alm op mijne reis te ontmoetten. De jonge officier lachte onwillekeurig over het grappige van dezen uitroep, ofschoon uit het misnoegen dat do naam Eugène Alm by bom opwekte, genoegzaam bleek, dat dit ven, maar mol nog me9rgonoegen zal komen- smakken aan al wat kunst is en edel. Op hot programma De wonde, door Delatlin en De gevoBoen van een leugen, het groot lachsuccès. Deuren om 7 uur. Gordijn om 7 3/4 uur.' Prijzen der plaatsen fr. 3, 2, 1 on 0,50» Kaarten op voorhand to hekomen ten lo* kale van 't Land van Riem, Groole Markt. Allen dus op 21 September naar den Schouwburg, om een goed werk te onder steunen en 'nen aangenamen avond door to brengen. Nog iels puiks gevonden wie zou hot wel uitpeinzen dat zulke dingen van over jaren door bofaamde schrijvers op 't papier gezot wierden. 't Wordt toch effenaf schandalig en men heeft niet meor de minste schaamte Gaat er daar geen einde aan komen aan al dip gekkerijen en onzedigheden En zo meonen dan nog dat ze uiterst schoon zijn, die uitzinnige en onverstandig» modepoppen want neemt hot niet kwalijk ik spreek hier alleen van die zoo ken schetsende vrouwen en dochters. Nochtans men kan deftig en eerlijk en zedig de mode volgen, als men dan toch meedoet, maar 't is zeker nooit geoorloofd anderen tot het kwaad en lot de zonde te brengen. Eliwel, allons, bezie eens die stadsdame onder haren nieuwen hoed (van 't overige willen we niet gewagen) Ze blikt op u néér als eene koningin Een paar dagen geleden verdwaalde mijn blik op een mode annonce eene pluim van 6enen halven meter stak er loodrecht boven eenen hoed uit... En dat wordt mode in den zomer Mij leek de pluim een ezelsoor... in alle geval zit er een onder Nooit kreeg de mode zulk een hoed op eenen kop die den ken kan Louis Veuillot, vermaard katholiek gazet- en boekenschrijvor, heeft zoo wonderprach- tig in zijn Epouse imaginaire fijn geestig afgeschilderd Mejufvrouw, ge wilt na tuurlijk vernemen hoe ik er uitzie Of 't a meê zal vallen En ik antwoord u 't Ideaal van een menschengestalte heeft nog al vóór op mijn geheel Doch luistor, wat me laatst eene verstandige dame zoi Wie niet te hooron krijgt vergeet dat hij mij ziet Onze bepluimdo stadsdame schijnt u toe te roepen Om de liefde Gods, zoek toch geon onschuld in mijne oogen, gebii wijsheid op mijne lippen staar u liever dul op mijnen hoed en mocht ge bij 't turen vergeten wat ge hooren zult Leg hun pluim op eene schaal, al hun ver stand op de andere, en dikwijls al hun deugd daarbij de pluim zinkt als lood De koppen dio in de wereld hoog opsteken, zijn wellicht niet zwaar van gedachten enkel ledige aren schieten recht door op hunnen stengel... Mogen onze hangende aren zwellen van 't graan, moge echte ootmoed over onze zie len neêrhalen overvloedigen zegen van God f Doen we toch niet meê met zulke dwaas heden en ondeugendheden, ons de woorden van den koster herinnerende De on- noozelen zullen zot zien. Marc. thema hem niet aangenaam was. Evenwel antwoordde hij tamelijk opgeruimd Ik kan met zekerheid zeggen, dat dit niet gebeuren zal. Voor zoo ver ik weet, zijn er in dit laod en misschien ook daar buiten, geene personen meer van dezen naam. Dat is jammer, waarachtig jammer riep de oude heer luimigde avonturen worden ailengskens zeldzamer en daar had den we er roeds een wat dunkt u Eea schoon onderwerp voor een blijspelDaaif ge dus de rei sluit, luitenant Alm, mag ni£ uwe kennismaking nog minder ontglippen. Gij zult mij op de badplaats een welkoni medegezel wezen ik kom er met mijnó dochters, die ik nu afhaal, vindt ge 't goed J De luitenant deed zyne goedkeuring doorf eene buiging blijken. Zijn blik gaf tevens duidelijk de belangstelling te kennen voor den man, met wien hij daar kennis gemaakt had. Doch de vraaglust mijnheer was nog niet klaar. Bezoekt ge die badplaats slechts voor uw plezier vroeg hy verder. Eilaas, neen. Ik bezoek de bronnen orfl eene in de laatste veldslagen gekregeno won den te genezen. Dan hebt ge zeer jong de vuurproef ondergaan, hernam de oude heer ernstig. Ik heb door die gebeurtenissen een onherstel baar verlies geleden ik heb mijn eenigen zoon in den slag van San-Lucia verloren. Een diepe zucht ontvlood de anders zoo be wegelijke lippen van den ouden man. Daar word ik ook gekwetst, antwoordde Victor Alm snel, hoe heette uw zoon, Mijnbeer 1 Wordt voortgezet.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1913 | | pagina 6