De verleren zoon
Moedigs Soldaten
De Koopman
De ziisterkens der armen
TroepH9Q0ER OF! komt
Schoons daad onzer Kanonniers-
te mod.0
"lffS is sEfr: I5i3 -
Gedurende ganscli liet verlof zien we de
moedige studenten bezig op hunne wekolijk-
selio vergaderingen waar ze zich zelvon vor
men, opwerken tot hoogo Vlamingen, vol
maakter katholieken, zelfstandiger menschen;
Waar zo hunne medemakkers aanvuron in
den edolen strijd voor do verheffing van het
Vlaamsche volk.
't En is hun niet voldoonde op zich zeiven
te werken en op de andoren, ook moeten zij
tot hun volk ga'an' en dit kunnen zij niet
beier dan door het toon oei. 't Is zoo dat do
studenten er aan houden ieder, juar een
prachtig looneolfeest te govon.
Aalst heeft dit*jaar Jacob' van "Artevoldo,
met veel goeddu bijval ten berde gebracht,
Donderbaulem, waar ook studenten liuizen,
voert dit jaar op 14 Soptomhor De Verlo
ren Zoon op een Parabelspel door Jos.
Van den Berghe.
De Verloren Zoon 'is eon stuk door
iedereen genoeg gekend, geloof ik, om niet
meer te moeten zeggen dat hot op urio, vier
jaron moor dan honderd maal werd opge
voerd en dat het nu nog overal op 't repor-
torium is.
Dat is eon Parabolspel waarvan de hoofd
inhoud Een vader had twee zonen.... enz.,
gelrokken uit het Evangelie, voor niemand
onbekend blijft en waarvan do dichterlijke
uitbreiding en vrije ontwikkeling voor den
toeschouwer een aangenaam ziöisgenot meê-
brengt en eene edele zodelijke verheffing
verschaft.
Door natuurlijken eenvoud, voor ieder
toegankelijke klaarheid door zielsroerende
en mooie handeling, door aangenamen ver
haaltrant behaalt het Bijbelverhaal altijd en
overal oenen ongemoeneu ongehoorden hij-
val.
Voor den kunstenaar als voor den eenvou-
digsleu man, voor den hoogor ontwikkelde
als voor den ongeletterde, voor iedereen is
het spel eeii liooger zielsgenot, eene verhef
fing uit den alledaagschen slenter, uit de
Hoffelijke gejaagdheid naar immer meer en
moer, tot hooger verhevener zielsleven.
Niot door de plaatselijke tooneolgildo,
maar door jeugdige krachten door de bloeien-
io studentengilde, gekend om zijne opvoerin-
jen van verleden jaar, wordt De Verleren
Zoon voor hot voetlicht gebracht.
En voor wat spelen dio studenten
Niet voor eigen zak, dat hebben zij immers
zoo niet broodnoodig, niet om gold uit een
ondermans zakken te kloppen om de hunne
dan te vullen, niet om gelijk wie schade toe
te brengen in zijn eer of reeds verworven
room neen voor dat alles niet, maar voor
het welzijn van geheel de gemeente, voor
iedereen, lot stichting en veredeling dei-
menigte. tot zodolijke verheffing van 't VI.
volk, en bijzonderlijk tot herstelling der
kapel van VII Weeën, kapel van verval,
doch die weer moet hersteld.
Daarom wordt De Verloren Zoon op
gevoerd.
Do Verloren Zoon bijbelstuk dat voor
doel heeft niet alleen de jeugd van barmhar
tigheid op te helderen, maar ook en bijzon
derlijk de barmhartigheid van Jezus tegen
over den zondaar te doen uitstralen.
Vriend lezer, indien uwe beurze het geven
van een frank niet gevoelt, kom zonder
r—
fout naar Denderhautem om de opvoering
van Do Verloren Zoon om 4 uro in 'l Gil
donhuis bij te wonen, denk dat hot een goed
werk is voor 't algomeen welzijn en voor
liet uwe in 't bizonder.
Vlamingen, komt allen eens zien wa
jonge studenten op eigon initiatiuf vermogen
to doen, wat zij verrichten tot verheffing en
heropboüring van hun zoo dierbaar Vlaam-
scfie Volk. Junior.
ïk VOLKSSTEM
MM
In de ruime wachtkamer van eene Zuid-
Duitsche statie trok op zekeren vroegen mor
rend der maand Augusti, onder de bonte
groepen, een jongman, ieders aandacht door
lijn sierlijk voorkomen en het ongeduld,
waarmeê hij de aankomst van den vroegtrein
verbeidde. De ongedwongen op het hoofd
geplaatste reisklak werd dikwijls met eene
ondubbelzinnige beweging van teleurstelling
verschoven, by welke gelegenheid er zorgvul
dig behandelde haarlokken te voorschijn
kwamen, de warme bonte jas werd dichter
om hot iijf geslagen, want de morgendkoude
deed zich gevoelen, en by tusschenpoozen
werd de stok waarop de reiziger leunde,
krachtig tegen de gladde steenen geslagen,
wanneer hij zijne zitplaats verliet, om met
mei heen en wéér loopen den tijd te verdry-
rcn.
Bij het onrustig op- en neêrgaan bemerkte
ueii, dat de jongman met eenige moeite gaan
ion. Do stok waarmede hij zijne misnoegd
heid lucht gaf, diende eigenlijk om hem bij
lijn hinkend been ter hulp te komen. Doch
)ot frissche, levenslustig gelaat en do
lichaamsbeweging wareu geheel in tegen-
ipraak met dit gebrek.
Vyf-cn-twintig jaar oud, officier, een kind
ran bot geluk, dit alles zag men op zijn
uiterlijk Het inwendige verried zich door
jonkore, schitterende oogendie aanbevelens-
weerdig genoeg, zonder hulp van lorgnet,
aolder in 't rond zagen.
Weldra sloeg het uur van verlossing voor
Hen ongeduldige. Het langgerekte gefluit
kondigde het naderen van den trein aan en
Biidanks zijn hinken bevond zich do jonge
Geene liefdadigere inrichting dan de Con
gregatie of Kloosterorde der zusterkens der
armen.
Een eenvoudig doch ieverig en heilig on
derpastoor uit fransch Bretanje, was do in-
steller van dat groot liefdewerk. Eene arme
doch vurige en zeer godvruchtigo dienst
meid, reeds wat gevorderd in oudordom was
er liet eerste lid van. Geene inrichting breidde
zich rapper uit. Nochtans de regel is zeer
streng niet voor de ouderlingen van beido
geslachten dio men eraanveerdt, verzorgt
naar ziel en lichaam, wiens leven en dood
men tracht aangenaam to maken maar wel
voor de zusters dio al liefdebetuigingen te
bewijzen en liefdewerken uit te oofenen daar
bij nog strenge boclveerdigheid doen en
nooit eten, onder andore, tenzij wanneer al
de oudjes genoten hebben wat hun liertje
lust. En r wanneer ér weinig of niets meer
overschiet van hot gastmaal, hongerig mo
gen voortworken.
Eene uitbreiding zonder weêrga viel ten
doele aan dat instituut.
Tegenwoordig telt men 5793 zusters, 258
novicen en 237 poslulanton bereiden zich
om dat wonder liefdeleven aan te gaan.
90 leden por jaar wördo» door de dood
weggèrukt en krijgen goede loon naar hun
goede werken. Reeds 2912 zusterkens stier
ven sinds hot ontstaan dor Congregatie.
46,923 ouderlingen worden in hunne
kloosters verzorgd en per jaar helpen die
brave zieltjes 8805 oudjes naar den heinel.
Sinds het bogin van dat wonder instituut
waren er 284,976 oude menschen die het
tijdelijke met 't eeuwige verwisselden.
In Frankrijk tellen zij lil huizen in
België 14 waaronder te Brussel, Gent,
Oostende, Antw erpen, Leuven voor 't Vlaam
sche land in Engeland 27 in Spanje en
Portugal 54 in Italië en Zwitserland 22
in Turkije en Hongarië 2 in Azia 7in
Afrika 5; in Noord- on Zuid-Amerika 57
in Oceanië 7 in 't geheel 306 liuizga of
kloosters.
't Grootste dool der zusters bohooren aan
den rijken stand, velé gravinnen en zelFs
princessen als nog andore juffrouwen uit gen
adel maken deel van dat in zijn aard ©enig
kloosterorde.
Nooit zal men kunnen optellen do edel
moedigheid, do ootmoedigheid, de liefdadig
heid die daar in 't verholen aan den dag
wordt gebracht.
Heldendaden verricht men erEn vele
zusterkens vallen op liet veld van eer en der
liefdadigheid door uitputting en door opge
dane ziekten.
Bedelen, versterving doen,zeer arm leven,
alles geven aan hunne oudjes, altijd zonder
verpoozing in hun vaderland en daar huiten
werken cn zwoegen uit liefde Gods en uit
naastenliefde ziedaar wat het leven uit
maakt dier zoo heilige zieltjes, die nochtans
somtijds, dat wel eens in onze Kamers, uit
gemaakt en uitgelachen worden
MARC.
officier zoo snel bij den waggon, dat liy een
der eersten was die in de rijtuigen klommen.
Met tooverachtige snelheid had het uitstap
pen en toestroomen der passagiers plaats,
want bij vyf minuteu oponthoud »is 't altijd
noodzakelijk, met het hoofd vooruit in den
waggon te stormen. Voor de geringe tijd
nog voorbijgevlogen is, ziet men zich als oen
vogel in de kooi gepakt,en is men aan vreemd
gezelschap, onbekende gezichten, uitgestrek
te beonen en brandende sigaren op genade
en ongenade overgeleverd.
In de coupé waarin de jonge officier klom
bevond zich behalve hem slechts éen be
jaarden heer, die by het binnentreden van
den nieuwen reisgezel zijne voeten zoo haastig
en angstig achteruit trok, alsof hij reeds hij
voorbaat tegen alle aanvallen protesteerde
die op zijne eksteroogen gemunt konden zijn.
Hij was fijn gekleed en hot eentoonige zwart
van zyne toilet werd alleen door een gekleur-
den halsdoek, een ordelintje in het knops-
gat, een diamant en verscheidene fonkelende
ringen aan de rechterhand afgewisseld. Deze
hand scheen werktuigelijk eene geëmailleerde
met een portret versierde snuifdoos open en
dicht te doen en mot een voortdurend snuifje
tusschen de twee vingers voorzien te zijn.
De kleine gedaante van dezen heer bezat
de bewegelijkheid van kwikzilver. Nieuws
gierigheid glinsterde uit de oogen die hij
even als alle bijziende dichtgeknepen hield
de lust tot babbelen speelde om den mond, die
reeds door verscheidene openingen van go-
miste tanden was ingevallen. Do oude heer
scheen ongeerne te zwijgen. Hij bezag zijn
reisgenoot, die achteloos do landschappen
liet voorbijtrekken, en alhoewel opebhertig
en blijgeestig, er toch niet zeer modedcel-
zaam uitzag.
In de Vie Militaire van 5 Juni maakte
men gewag van den moed en de edele na-
streving van do kanonniers een er onzer
batterijen die schietoefeningen deed in dei:
polygoon van Brass^'liaetDoor eene
ontploffing werden twee soldaten gedood.
's Anderendaags zogdo do bevelhebber der
batterij aan zijne in gelid slaande mannen
Gisteren, zijn twee der uwen als slacht
offer van den plicht gestorven en wij aan
schouwen allen bunnen moed in het lijden.
Vandaag versta ik dat de harten mijner
jonge soldaten nog met vrees gevuld zijn.
Daar slochls oenigeo onder u nu noodig zijn
om de overblijvende obussen af te vuren,
zoo vraag ik. dat diegene dio de oefeningen
willen doen vier stappen zouden vooruitko
men
Er. men zag de beide rijen vier stappen
vooruittreden en ziclijterug op rij stollen.
Dat was het alignement der dapperen,
niet een kanonnier was achter gebleven.
Do soldaten dezer batterij sinds dien in
onbepaald verlof gozonden, zijn nu voor
hun manoeuverterniijn terug binnen. l)o
Vie Militaire komt in den mess dei' offi
cieren der batterij de artikel wordt erdoor
osn der dapperen gelezen en ziehier wat hij
antwoordde.
m Fort van Loncin; den 2 Oogst 1913.
Mijnheer,-
Uwe belangwekkende uitgave doorbla
derend in den mess'dér officieren van het
fort te Loncin, lees ik in uw nummer van 5
Juni laatst onder de rubriek Moedige
Soldaten de meldiugvan het ongeluk dat
onze batterij tijdens zijn verblijf aan den
polygoon van Braschaet in 1912 in rouw
dompelde* -y*
Uw briefwisselaar neemt er behagen in
van eer te bewijzen aan de koelbloedigheid
en do dapperheid der soldaten die, niettegen
staande een onuitlegbaar ongeluk, dat twee
hunner kameraden deed vallen, zich zonder
vrees aanboden, waniieer de schietoefenin
gen vorder moesten gedreven worden. Het
noodlot dat ons zijne onrechtvaardige grillen
oplegde,vereenigdo ons in dezelfde gemoeds
beweging wij voelden ons nader hij elkan
der en ook nader hij onzen bevelhebber
Naessens, die wij beminden en eerbiedigden.
In dit pijnlijk oogenblik wist hij de woorden
te vinden dio het hart onmiddelijk binnen
dringen, en daden doen verrichten welke
men nooit vergeet.
Bij de haastige ovèrlezing van het arti
kel, voor mijne gezellen, zag ik in hunne
oogen eene vlam fpnkelen van wettigen
hoogmoed. Waarlijk 1 wij waren fier van die
dappere kleine Belgen n te zijn.
Wij besloten elk: eon nummer van de
Vie Militaire vaivden 5 Juni te lcoopen,
en onze jonge gezellen van 1912, die fier
zijn tot de 9® batterij van Luik te bohooren,
wenschten ook dit nummer te bezitten.
Ah wat hebt ge gelijk van aan allen
te leeren wat het militair leven is, en den
mannelijken indruk dien het achterlaat op
het karakter der jongelingen die van hen
mannen maakt in de volle waarheid van het
woord.
Ziedaar wat iedereen zou dienen te weten
en dan ook zou iedereen het als eene eer
aanzien te kunnen zeggen
Ik ben soldaat gejveost n
Een trotsche jonker, sprak de oudeheer
bij zich zeiven hy ziet er aristokratisch uit,
zou by van adel zijn
Wilt ge ook roolcen, mynheer? vroeg
hy eindelijk den jongman, terwijl hij hem
eenen koker met netjes gerangschikte Virgi
nias als 't ware als een vriendelijk lokaas
aanbood mag ik er u een presouteeren
De aangesprokene boog koeltje.
Ik dank u, zegde hy, ik bon zelf Voor
zien en rooltonderweg niet.
Zou met de eigaar ook alle gezellig on
derhoud worden afgéivezen dacht de kleine
heer, een snuifje nemende doch hy was zoo
gemakkelijk niet af te schrikken, wanneer
het er op aankwam, om een stommen reis
makker in een onderhoudend man te her
scheppen. Zwijgen is goed voor hen, die het
uit kunnen houden, ik kan 't echter niet
Daarmede begon dé oude lieër den aanval
opnieuw.
Gaat uwe reis n^ar de stad, mynheer
Ja.
Blijft u daar? hebt gij soms aanbevelin
gen noodig Dan zou ik in staat zyn om u de
grootste huizen in tè leiden verondersteld...
Dat ik er toe bedoor vulde de jongman
den volzin eenigzins «arlcastisch aan, gij zijt
te beloefd mijnheer Ik ben even goed met
aanbevelingen als met Virginia sigaren voor
zien. Overigens houd ik my slechts korten
tijd in do residentie öp, om oumiddelyk naar
Wiesbaden te gaan.
Allerliefst hernam de oude heer ver
heugd, dan ontmoeten we elkaar weder eu
kunnen de kennismaking der reis hernieuwen
Ik ga or ook heen en 't is mij dus wel veroor
loofd te vragen wien ik in mijn toekomstige
reisgenoot zal wederviudon
Do jongo officier lachte onbewimpeld over
a In die omstandigheid deden wij niets
meor dan onzen plicht, maar ik zou nochtans
den moed willen doen uitschijnen van dio
eenige gezellen die het noodlottige schieten
bijwoonden en zich op ganscli bijzonder wijze
ondorscheidden.
De kanonniers Baras, Knaepen en Oger,
ofschoon gewond, drongen er op aan om de
schietoefeningen voort te zotten en hervatte-
den hunnen post die zij tijdens het ongeluk
bezeltedon.
Mekers en Mussoel, twee kozijns, vie
len zeer zwaar gekwetst. En kunt go radon
wat Mokers, een eenige zoon alvorens
te sterven, tot zijn oude vader zegde
n Laat, laat al ons goed aan mijn kozijn
Massoot die nu gobrokkelijk zal blijven
Was zulks niet bewonderenswaardig
Ik zou ook, alhoewel ik vrees soms de
nederigheid van den konjmandant Naessens
te kwetsen, willen dat gij van höm eene bij
zondere melding zoudt doen.
Voor ons is hij een held, voor wien wij
allen willen sterven, indien het noodig is
i» (Get,) Em. Lemaire,
miliciaan, 1910.
5jC
Oh dio brave barton Aan ons, officie
ren, doet het genoegen te bestatigen tot hoe
ver do vorknocktheid dier mannon welke wij
zoo zeer beminnen, als zij ons, gaan kan.
De wedorzijdsche genegenheid en betrou
wen, zijn machtige handen die van een troep
een onoverwinnelijk iets maken.
En nog, het lezen van dezen brief is ook
opbeurend in een ander oogpunt: wij zouden
hegeeren dat hij gelezen worde door deze
die nog durven beweren, dat liet kazernele
ven eenen noodlottige» invloed uitoefent op
de zedelijke gezondheid van don soldaat....
Zij zouden genoeg welon.
We vernemen uit goede bron dat de puike
en befaamde troep Hooger op op 21® Sep
tember aanstaande, een prachtig avondfeest
komt geven in den Schouwburg van Aalst,
•ten voordeele dor katholieke Vkamsche
drukpers.
Die troep reist door België, voor de
zaak, op aanvraag van onze katholieke voor
mannen. Hunne keus kon zich niet beter
vestigen dan op den troep Hooger Op
eon onzer boste belgische tooneelvereenigin-
gen. Als tooneelmeester en hoofdrol de echte
kunstenaar Neel Plas. Als bestuurder Xav.
De Wachter, en vorder nog als spelers
schitterende elementen, als 'non Michiels,
'nen Eeckhaut, 'nen Fraifljois, don hollander
Schillings, Heylen, enz... Voeg daarbij noj
-de puike toonoelkünsfenaressen Mevr. Jans-
'sëns, Mevr. Weytsman, Juffr. Wilmotto, en
dan moogt ge verzekerd zijn een allerprach
tigste en kunstvolle vertooning te smaken
Het beste bewijs van de degelijkheid van
den troep is dat al de vertooningen welke
hij tot hiertoe gegeven heeft, opeen buiten
gewonen bijval en geestdrift werden ont
haald. Dat zij in al de steden, waar zij tot
hiertoe zijn opgetreden, op algemoene aan
vraag worden teruggeroepen, is wel de
schoonste bekrooning huiiner diepgaande
kunst.
Wij durven verhopen dat onze kunstlie
vende stad Aalst niet zal ten achteren blij-
deze nieuwsgierigheid,die eigenlijk toch niets
kwetsends had. Integendeel hy begon er ver
maak in te scheppen.
Ik heet Victor Alm en ben luitenant,
luide het antwoord.
De oude heer sprong van zijne plaats op.
zijne grijze oogappels werdén van verrassing
ontzaggelijk grooter.
Vergeef me zegde hij eindelijk zeer op
geruimd, dat ik by na schrik. Maar verbeeld
u zelf eens Op eene reis van örij dagen treft
men hot morkweerdig toeval van elk dier
dagen een reisgenoot van dien naam te ont
moeten.
Eergisteren rijd ik in eene dilegencie, en
de eerste die by my in het rijtuig klimt is een
heer met een zeer eerbiedweerdig voorkomen
die zich als koopman Alm uit T beleend
maakte.
Dat was mijn vader, hernam de officier
lachend.
Zeer welGisteren ga ik op den trein,
en myn eerste reisgenoot is een jong, knap
man, die my byzonder veel belang inboe
zemde. Ik kon niet nalaten, ofschoon nieuws
gierigheid anders juist niet tot mijne eigen
schappon behoort, hem zijnen naam te vra
gen, Eugène Alm is het antwoord. Dit is
dus een bloedverwant, niet waar
Ja, een bloedverwant inderdaad, ant
woordde de gevraagde met in 't oog vallende
verlegenheid.
't Is opmerkelijk Gij zyt derhalve de
derde van dezen naam en nu ben ik er op
voorbereid, om een vierden en vyfden Alm op
mijne reis te ontmoetten.
De jonge officier lachte onwillekeurig over
het grappige van dezen uitroep, ofschoon uit
het misnoegen dat do naam Eugène Alm
by bom opwekte, genoegzaam bleek, dat dit
ven, maar mol nog me9rgonoegen zal komen-
smakken aan al wat kunst is en edel.
Op hot programma
De wonde, door Delatlin en De
gevoBoen van een leugen, het
groot lachsuccès.
Deuren om 7 uur. Gordijn om 7 3/4 uur.'
Prijzen der plaatsen fr. 3, 2, 1 on 0,50»
Kaarten op voorhand to hekomen ten lo*
kale van 't Land van Riem, Groole Markt.
Allen dus op 21 September naar den
Schouwburg, om een goed werk te onder
steunen en 'nen aangenamen avond door to
brengen.
Nog iels puiks gevonden wie zou hot wel
uitpeinzen dat zulke dingen van over jaren
door bofaamde schrijvers op 't papier gezot
wierden.
't Wordt toch effenaf schandalig en
men heeft niet meor de minste schaamte
Gaat er daar geen einde aan komen aan al
dip gekkerijen en onzedigheden
En zo meonen dan nog dat ze uiterst
schoon zijn, die uitzinnige en onverstandig»
modepoppen want neemt hot niet kwalijk
ik spreek hier alleen van die zoo ken
schetsende vrouwen en dochters.
Nochtans men kan deftig en eerlijk en
zedig de mode volgen, als men dan toch
meedoet, maar 't is zeker nooit geoorloofd
anderen tot het kwaad en lot de zonde te
brengen.
Eliwel, allons, bezie eens die stadsdame
onder haren nieuwen hoed (van 't overige
willen we niet gewagen) Ze blikt op u
néér als eene koningin
Een paar dagen geleden verdwaalde mijn
blik op een mode annonce eene pluim van
6enen halven meter stak er loodrecht boven
eenen hoed uit... En dat wordt mode in den
zomer Mij leek de pluim een ezelsoor...
in alle geval zit er een onder Nooit kreeg
de mode zulk een hoed op eenen kop die den
ken kan
Louis Veuillot, vermaard katholiek gazet-
en boekenschrijvor, heeft zoo wonderprach-
tig in zijn Epouse imaginaire fijn geestig
afgeschilderd Mejufvrouw, ge wilt na
tuurlijk vernemen hoe ik er uitzie Of 't a
meê zal vallen En ik antwoord u 't Ideaal
van een menschengestalte heeft nog al vóór
op mijn geheel Doch luistor, wat me laatst
eene verstandige dame zoi Wie niet te
hooron krijgt vergeet dat hij mij ziet
Onze bepluimdo stadsdame schijnt u toe te
roepen Om de liefde Gods, zoek toch geon
onschuld in mijne oogen, gebii wijsheid op
mijne lippen staar u liever dul op mijnen
hoed en mocht ge bij 't turen vergeten wat
ge hooren zult
Leg hun pluim op eene schaal, al hun ver
stand op de andere, en dikwijls al hun deugd
daarbij de pluim zinkt als lood
De koppen dio in de wereld hoog opsteken,
zijn wellicht niet zwaar van gedachten
enkel ledige aren schieten recht door op
hunnen stengel...
Mogen onze hangende aren zwellen van
't graan, moge echte ootmoed over onze zie
len neêrhalen overvloedigen zegen van God f
Doen we toch niet meê met zulke dwaas
heden en ondeugendheden, ons de woorden
van den koster herinnerende De on-
noozelen zullen zot zien. Marc.
thema hem niet aangenaam was. Evenwel
antwoordde hij tamelijk opgeruimd
Ik kan met zekerheid zeggen, dat dit
niet gebeuren zal. Voor zoo ver ik weet, zijn
er in dit laod en misschien ook daar buiten,
geene personen meer van dezen naam.
Dat is jammer, waarachtig jammer
riep de oude heer luimigde avonturen
worden ailengskens zeldzamer en daar had
den we er roeds een wat dunkt u Eea
schoon onderwerp voor een blijspelDaaif
ge dus de rei sluit, luitenant Alm, mag ni£
uwe kennismaking nog minder ontglippen.
Gij zult mij op de badplaats een welkoni
medegezel wezen ik kom er met mijnó
dochters, die ik nu afhaal, vindt ge 't goed J
De luitenant deed zyne goedkeuring doorf
eene buiging blijken. Zijn blik gaf tevens
duidelijk de belangstelling te kennen voor
den man, met wien hij daar kennis gemaakt
had.
Doch de vraaglust mijnheer was nog niet
klaar.
Bezoekt ge die badplaats slechts voor
uw plezier vroeg hy verder.
Eilaas, neen. Ik bezoek de bronnen orfl
eene in de laatste veldslagen gekregeno won
den te genezen.
Dan hebt ge zeer jong de vuurproef
ondergaan, hernam de oude heer ernstig. Ik
heb door die gebeurtenissen een onherstel
baar verlies geleden ik heb mijn eenigen
zoon in den slag van San-Lucia verloren.
Een diepe zucht ontvlood de anders zoo be
wegelijke lippen van den ouden man.
Daar word ik ook gekwetst, antwoordde
Victor Alm snel, hoe heette uw zoon,
Mijnbeer 1
Wordt voortgezet.