)e doodendans
VOOR DE KEUKEN
TROUWEN
DESTOK?
Chineesche zedespreuken
Amerikaansche luxe
OP TIJD?!
ALLERLEI
Vleeschcroquetjes.
Van overgebleven rund- en kalfs-
.eSLli kan men smakelijke croquetjes
iken door hei yleescli fijn te hakken,
een geklopt ei, een weinig peper en
lerselie door te doen, er langwerpige
ikjes van te rollen in den vorm van
quetten, deze te wentelen in fijn ge
uren beschuit of paneermeel en te
Jcken in reuzel, tot ze licht, bruin zijn.
n rand van den schotel versiert men
»t takjes peterselie.
Carnalenpasteitjes.
))e garnalen worden goed afgewas
sen, maai vlug, zoodat ze niet te laf
jrdeii. Dan stooft men ze met melk,
li flink stuk boter, een weinig noot-
jakaat en wat citroensap en vult de
futons. Heeft men deze niet, dan kan
»n de garnalen in vormtjes doen en er
Loosterd brood bij opdienen.
Rijstpudding,
tien heerlijke pudding, waarin tevens
rl voeding zit, is de volgende Men
L 3 oneen rijst koken op eene kan
bik, waarin een pijpje kaneel en wat
[ter. Als dit goed gaar is, laat men het
Ld worden. Men klopt 5 of 6 eier-
Liers met suiker en doet dit door de
[st en laat dit alles nog wel een uur
[ken. Ten slotte doet men het stijf ge-
me eiwit er door en laat 't. in een
»m koelen. Men kan hierbij naar ver
[zing rhumsaus of vanillesaus opdie-
L Als er kinderen van medeëten, is
5 laatste natuurlijk te verkiezen.
Beiersche Appelpudding.
itcht tot tien appels worden geschild
aan stukken gesneden, waarop men
n klokhuis verwijdert en de appels met
lier, suiker en wat vanille oï' citroen-
lilletjes zacht kookt. Nu worden ze
Lreen zeef gedrukt,
ulet moes wordt hierop met het sap
|u een citroen vermengd. Dan roert
In hierdoor 25 grammen in warm wa-
[opgeloste gelatine en mengt daarom
I een halven liter geslagen room.
Iet geheel doet men nu in een vorm
kort voor het gebruik schudt men den
Iding op een schotel. Men dient er
vruchten-saus bij op.
Aardappelkoek.
Sen bord vol groote aardappelen wor-
i geschild, afgewasschen, op een rasp
[gemaakt en met een eetlepel weiten-
el, 2 eierdooiers, wat kaneel, zout,
ker en het stijfgeklopte eiwit van de
leren dooreen geroerd. Nu bakt men
boter of reuzel koeken van willeken-
grootte aan weerszijde mooi bruin
strooit er suiker en kaneel on.
(Russische Legende.)
leu moet de dooden eeren
l)e trouwlustige Russische schoone
i de vader en de moeder van Jacques
ïteline op gaan zoeken en had hun
[willen Russische gebruiken het
cgdUw zoon Jacques is nu zes-
twintig jaar, de jonge meisjes ont-
eteu in de straten van Korolevetz
lit schooner, knapper jongen man dan
ques, wanneer hij in zijn fijn laken-
e overjas met kostelijk halsband en
lijke castormuts door de stad wan-
Ik ken een jeugdige burgeres van
e-en-twintig jaar, eenige dochter,
wie de vader en de moeder een liu-
ijksschat zullen geven van duizend
bels. Ge moet nu uw zoon Jacques
in huwen met die jonge dochter Pras-
ie Homonozof
'eoude Sheteline vulde het glas van
verloofde met Varenoukka (likeur
wijn en honig met gedroogde drui-
)i dat zijn vrouw zooëven had klaar
makt. Na eenige onderhandelingen
rden bruidschat en vervolgens eeni-
inlichtingen gevraagd te hebben aan
verloofde zelf, werden zes roebels aan
arme gegeven, en de overeenkomst
M gesloten. De kogel was door de
k. zegt het spreekwoord.
e.n volgenden morgend kwamen de
dies Sheteline en Homonozof bijeen
werden de verloofden voorgesteld,
breus weder van elkaar te scheiden,
J de dag voor de huwelijkspleclitig-
1 bepaald.
^at grootse li vreugdevol feestDe
a (dorpsnot abele) gewaardigde zich,
ptpaar de eer te bewijzen bij de
"hglieid tegenwoordig te zijn, en
Izag men een schitterender en bree-
Verzameling van jonge meisjes met
'e zachte haren, door linten met ro-
eu opgebonden, getooid keurslijf
mverlaken en veelkleurige japon-
i.haar voetjes waren met nauwe
6Jes van marokijnleder geschoeid,
groote schaar jongelingen sloten
bi) de jonkvrouwen aan en boden
de hand ten dans op de muziek van
tooi en de balalaika (tweesnarige
|eu tegen den nacht de muziek op-
Biet spelen, liet dansen gestaakt
vereenigde zich het heele gezel-
Mot een groep, om de jonggehuw-
^1U^S V8U ^en ec^të'enoot te
bannen hadden zoo dikwijls op
femk en de gezondheid van Jacques
ascovie gedronken, de dansen had-
de dansers zoo verhit en zoo vroo-
gemaakt, dat de vrouwen niet zwe-
eQ de mannen niet hun hoofd ont-
toen zij voorbij het kerkhof
en: Haar integendeel, allen gin-
'onder eerbied, gearmd, onversohil-
lig verder, al vroolijke liedjes zingende.
Staakt uwe zangen, riep nochtans
een der ernstige grijsaards. Zwijgt, hebt
eerbied voor de dooden en buigt uwe
hoofden
Naar den duivel met de 'dooden
Leve de vreugde Wat. doen ons de lij
ken, die daar vergaan tot stof onder het
gras? Ts er wel een ziel? Is er wel eeu
hel Dwaasheid en leugens Stilte geldt
hier voor de kruipende vreesachtigen
Laat de vroolijke liederen hier lustig
klinken, schreeuwde een der ruwe jonge
mannen.
Bij uwe zaligheid, herhaal Hie god-
delooze woorden niet, waarschuwde de
grijsaard. S. Nicolaas bemerk, dat de
Allerhoogste deze woorden niet hoore
Zulke woorden uit te braken, nabij een
kerkhof, langs zijne muren trekkende...
joelende, spottende, dat is een ergernis,
eene beleediging aan de dooden
Komt, laat dien ouden gek zani
ken en mopperen, komt mee vrienden,
en volgt mij en die mij liefhebben, doen
als ik en geven mij de handVooruit
Een vroolijke rondedans op het kerkhof
Allo, de jongens en meisjes moeten een
grooten kring vormen, en dat de duivel
dan, wanneer hij een goede flinke speel
man is, in ons midden op de balakaika
kome spelen.
Kreten, ondoordachte uitroepen ant
woordden op deze ondoordachte laster
taal. Er kwam luidruchtige beweging
onder de eerst stil luisterende troen fees
telingen. Men was eerst verbaasd, staar
de verward op, maar na de juichkreten
laaide onverschillig feestvreugde op, en
bijna allen volgden den lastfraar...
Men liep naar het kerkh' f, reikte el
kaar de hand en vormde zoo eene lange
ketting van menschen... die den ingang
van den doodenakker naderde, binnen
sprong en langs de graven wilde trek
ken. Maar zie, eene siddering ging door
het lijf van iederen danser, iedere dan
seres. Op het oogenblik, dat ieder het
kerkhofpoortje doorschreed, steeg voor
ieders oog een bleeke, magere geestés-
gestalte op, een spook met doodshoofd
en knokerige ledematen, grijpt de hand
van iedere danseres, die meenden, een
warme hand van vriend of vriendin te
drukken, om een dans door den dooden
akker te maken.
Zij schrokken, beefden en stonden als
roerloos daar tegenover hun spoken.
Toen verscheen Satan in eigen per
soon, met een balalaika in de hand.
Er heerschte doodsche stilte, slechts
het tokkelen van Satan op de mandoline
met zijne lange, beenige vingers trilde
door de drukkende nachtstilte. Allen
zwegen, sloegen van angst voor den
vreeselijken aanblik hun oogen neer.
Satan gaf een teelten. De doodendans
begon
Én hij begon, bliksemsnel, zonder
tempo, zonder rytkme, de muziek werd
helsch, de dans verschrikkelijk, onstui
mig, duurde immer voort, zonder ophou
den, zonder rust voor de vermoeide lede
maten.
De skeletten der spookgestalten klep
perden en rammelden in die lielsche
draaiingen.
De weinige grijsaards, buiten 't kerk
hof gebleven, sloegen beangst, ontsteld
de oogen neer.
De dans was zoo snel, dat de blikken
der grijsaards niets van de dansers kon
den onderscheiden en zij meenden een
wervelwind yan stof, die onophoudelijk
draaide, te zien. De oogen werden moe
van dat aanschouwen en de ooren vingen
smartkreten op, die niets menschelijks
meer hadden. De ongelukkige leden on
dragelijke smarten, niet te lijden pijnen,
zij werden waanzinnig van dat getol en
hun schreeuwen leek wel op het huilen
tan den storm.
De dans duurde den nacht door, den
volgenden dag nog, dagen en nachten
achtereen, zoolang de duivelsche bala
laika vreeswekkend trilde in onnatuur
lijke zware tonen. Eindelijk, na weken-
maandenlangen dans, hield de rondwen
teling op. De duivel verdween, de liel
sche muziek zweeg. En de grijsaards
vergezeld van eenige popen en een stoet
geloovigen togen naar den doodenak
ker. Zij vonden niets dan geraamten
akelig, doodsch zag alles er uit op de
plaats van den doodendans.
En, onder de bleeke voeten vonden zij
een diepen ronden put, die hunne voe
ten, bij het maken der vliegensnelle
passen gedurende den verschrikkelijken
doodendans gemaakt hadden: Een dei-
popen, met sneeuwwit haar, hief zijne
betraande oogen ten hemel, vouwde zij
ne handen van verrassing en medelijden
en verzocht hen die bij hem waren:
Laat ons de overblijfselen dezer on
gelukkige spotters, die zwaar gestraft
zijn, begraven, want men moet de doo
den eeren.
Zonder moeite, zonder bezwaar, kon
men de overblijfselen opnemen. In diep
stilzwijgen werd dat werk verricht,
voorzichtig liet men de beenderen in de
kuilen neer.
Doch toen men de ronde kuilen wilde
dicht maken, faalde hierbij elk mensche-
lijk pogen. De spade bleek iederen keer
te zwaar, de hand te krachteloos, om de
beenderen onder een zanddek te bergen.
De natuur zelf moest de graven dich
ten, het hemelwater, de stormen in het
voor- en najaar joegen zand, bladeren
en water in de grafkuilen, totdat de
bleeke beenderen aan het oog onttrok
ken waren
En kwam men in vroeger jaren in Ko
rolevetz, dan werd daar het graf aange
wezen, al zeggende
Zoo zijn zij gestraft, die de dooden
met eerden
Trouwen is geen kinderspel.
Trouwt gij goed dan is het wel.
Trouwt gij met een licht gemoed,
't Gaat den meesten tijd niet goed,
En liet leven wordt een hel.
Trouwen met een lichten zin.
Immer is 't een slecht begin.
Trouwen met een rein gemoed,
Strekt tot heil en tot het goed
Doch eenieder die het doet,
Iverwege en wete wel
Trouwen is geen kinderspel.
Dom Bosco preekte eens voor jeug
dige personen in een verbeteringshuis
bij Turijn gelegen, acht dagen lang de
retraite, en allen ontvingen godvruchtig
de HH. Sacramenten. De vrome pries
ter begaf zich nu tot den minister en
verzocht als loon één dag vrij en een
uitstapje voor zijne nieuwe vrienden
De minister wist niet wat hij hoorde,
maar stond toch ten slotte de vraag toe
gezien het aandringen van den priester.
Nu, goed, sprak hij, zij zullen een
uitstapje doen, maar vijftig gendarmen
te paard zullen hen begeleiden.
Neen, excellentie, antwoordde Dom
Bosco, ik alleen zal meegaan.
En zoo geschiedde het. Bij de thuis
komst ontbrak niet één enkele.
Naar den grond dezer tucht en orde
gevraagd, zei de priester
Dat, bereiken wij door de veelvul
dige Biecht, de veelvuldige H. Commu
nie en het dagelijkscli bijwonen der H.
Mis. Waar dat ontbreekt, heeft men den
stok noodig
't Is maar al te waar, is 't. zoo niet
ouders en meesters
In liet. boek der Chineesche zede!eer
Li-King staan eenige spreuken, die
ook door de Vlaamsche en Belgische
vrouwen en dochters mogen overwogen
worden.
Ziehier, ze gaan zulke deugd doen en
zulk goed werk verrichten Hoe meer
een meisje op een afgod gelijkt, des te
minder vereerders zij zal hebben.
De schaamte is de dapperheid der
vrouw. Het, jonge meisje, dat luid
op roept, verliest elk spoor van bevallig
heid. De. deugd in, het hart, be
scheidenheid .op 't voorhoofd, Zoetheid
op de lippen, arbeid in de handen, zie
daar de schoonste en beste eigenschap
pen van eene waarlijk edele vrouw.
Die Li-King kan het aardig maar
schoon zeggen, eh Doet het nu maar
De Atchison Topeka en Santa Fé-
spoorweg laat een expresstrein loopen
tusscken Chicago en Los Angelos. Deze
trein draagt den naam van Santa-Fé-de-
luxe. Hij vertrekt eenmaal per week en
overtreft in weelde alles, wat tot dus
verre op dat gebied werd geleverd. Hij
vertrekt eiken Dinsdag morgend om 8 u.
uit Chicago eu komt den Vrijdag mor
gend ten 9 ure in Los Angelos aan, om
des avonds weer om 8 ure uit Los Ange
los terug te keeren en binnen de 73 uren
terug te zijn in Chicago. De passagiers
ofte reizigers beschikken over kame
niers, bedienden, stenografen, een bar
bier en over badkamers dagelijks kun
nen zij beursnoteeringen out vangen, ter
wijl zij ook alledaagsche nieuws verne-
Men leest in boeken en in gazetten die
goeden raad geven men hoort van op
sommige predikstoelen, in catechismus-
lessen of leeringen, enz., 't volgende ge
zegde Gij moet op tijd te biechten en
te communie gaan. Wat beteekent die
spreek Die spreekwijze kan anders niet
beteekenen tenzij dat men den Paus in
al wat hij over het dikwijls naderen tot
de HH. Sacramenten uitveerdigde, moet
nakomen. Inderdaad op tijd naderen tot
het sacrament der Biecht is wel dan na
deren wanneer men in doodzonde geval
len is, want een christen mag nooit leven
als vriend van den duivel eu vijand van
Christus. A oor wat de H. Communie be
treft vermits zij is ons dagelijksch
brood zullen wij dus zeer wel doen ze
dagelijks of ten minste zeer dikwijls,
te ontvangen.
Op tijd te biechten en te Communie
gaan wil dus absoluut niet zeggen dat
het alle jaren, drie of vier maal 's jaars
of zelfs alle maanden genoeg is tot de
Sacramenten te naderen. Men zal nooit
te veel, al ware het dagelijks, tot de
HH. Sacramenten naderen zoo luidt de
leering der H. Kerk. Doch onthouden
wij, dat iemand die sinds zijne laatste
goede Biecht in staat van gratie blijft
voortleven, mag te communie gaan, als
het hem belieft.
Maro.
MARK TWAINS
BLIKSEMSSNEL PAARD
Het was mét de hoop den uitkramer,
van het sterkste Amerikaansch vertel
sel te overwinnen, dat Mark Twain het
volgende verhaalde.
Mark Twain dineerde met een aantSl
vrienden en vroeg of zij al hadden hooren
spreken van een vlug paard, dat hij be
zat in Nevada. Men antwoordde hem van
neen.
Wel Heeren, vervolgde Mark ter
wijl hij een rookringetje uitblaasde en
het nakeek, dat was een vlug paard
Het was een zeer vlug paard maar het
was zoo onverschillig in den muil, dat
ik het met geen gebit kon leiden.
Hoe leidet gij het? vroeg iemand.
AVel Heeren, ik moest het leiden
met elektriciteit. Ik had lijnen van ijzer
draad en een batterie in de koets, zonder
dat kon ik liet niet doen stil houden
Waarom deedt gij het niet stil hou
den met hue te roepen?
Het. stil houden met liue te
roepen riep Mark uit. Maar ik kon niet
had genoeg roepen om mij te doen hoo
ren van dat paard. Het liep zoo snel dat
nooit geen klank hem van achter be
reikte. Het was vlugger dan klank, mijn
heer.
x
ONZE KINDEREN
Vader. Jantje, wat wilt ge voor
uwen nieuwjaar?
Jantje. Eene worst, vader.
Vader. En wat nog, mijn lief Jan
tje
Jantje. Nog eene worst, vader.
Vader. Maar, mijn beste Jantje,
uw buikje kan zooveel worsten niet ber
gen toe, mijn jongen, zeg me, wat wilt.
ge nog meer
Jantje. Dan nog eenen buik, vader.
BIJ DEN BARBIER.
Kersmans zijn barbier is nog al eens
een beetje zattekens. Dat was dees week
weer het geval. Hij zat in den stoel, toen
ligaro hem in eenen keer bij den neus
greep en hem stevig vasthield.
Laat mijnen neus los riep Kers-
mans.
Ik kan nietsprak de barbier... als
ik hem loslaat, val ik op den mijnen.
x
ONBEGRIJPELIJK
Ik kan die telegraaf zonder draad
maar niet begrijpen, zei Trien.
Niet, zei Jef. 't Is toch zoo eenvou
dig Ze zenden den elektrischen stroom
door de lucht, in plaats van door draden.
Ja, maar hoe maken ze de lucht
vast aan die hooge palen
x
BOER EN ADVOKAAT
Een liberale advokaat vroeg binst den
rasten aan eenen katholieken boer.
Wat doet gij voor uwen vasten?
Menheer de advokaat, zei de boer,
ik ga naar uwe pleidooien hooren.
x
GOED GEREKEND
Ouderwijzer.Isidoor, als ik je van
daag twee konijnen geef en morgen nog
eens drie, hoeveel konijnen heb je dan?
Isidoor. Zes, meester.
Onderwijzer. Neen, jongen, twee
en drie is vijf.
Isidoor. Ja, meester, maar ik heb
er al één thuis.
x
HOE MEN EENE BUIS NOEMT
Goede Vader,
Ik heb dezen morgen mijn examen
zoowel afgelegd dat M. de Professeur
mij ontboden heeft, nog eens in October
terug te keeren. Ik kom slechts binnen
enkele dagen te huis, daar ik de lokalen
waar ik mij voorbereid heb, niet mag
vergeten.
(get.) Georges.
x
DE RAND VAN UWEN HOED
Toen kleine Herman 's middags uit de
school te huis kwam, zag zijne moeder
dat de rand van zijnen hoed gescheurd
was.
Hoe komt ge daar nu weer aan, on
deugende bengel? vroeg zij.
Dat heb ik zelf gedaan moeder,
was t antwoord, want de meester had
dezen morgen op het bord geschreven
Iets wat gij nimmer sparen moet,
dat is de rand van uwen hoed
x
KINDERVRAAG
Tante, gij zijt zeker vroeger heel
net geweest?
Waarom vraagt ge dat, Jefken?
AVel, gelijk ge nu zijt, zou Nonkel
u toch nooit genomen hebben.
GOEDE RAAD
Een aalmoes, als 't u belieft, jam
merde er eenen aan de deur van den win
kel.
Help u zelveriep de baas uit den
winkel hem toe.
Dank u voor dien raad, zei de slim
merik en hij scharde 2 flesschen wijn,
een pak chocolade en was de gaten uit.
AANBEVELING
Dame. Het schijnt dat gij nog al
wat zijt tegengekomen
Keukenmeid. Ja, madame. Ik hel)
veel gereisd. Laatst nog met een Engel-
sche familie ben ik in Afrika geweest,
maar ze is door «le wilden opgeëten.
Dame. En gij
Keukenmeid. Ik ben bij den hoofd
man keukenmeid geworden.
x
DE RECHTE DOKTER
Een boer, wiens vrouw aan rhumatiek
leed, kwam in de stad en vroeg naar een
dokter. Een spotvogel verwees hem naar
eeu advokaat.
Ben ik hier bij een dokter vroeg
de man.
AVat is er van uw verlangen, ka
meraad
Ik wil u eens spreken over mijne
vrouw die sukkelt erg met rhumatiek.
Maar, beste man, ik ben dokter in
de rechten.
O, dan kunt gij mijne vrouw niet.
helpen want die wordt al erg krom.
x
MODERN
Vriend, ik zit leelijk in nesten. Gij
kunt u niet voorstellen wat ik beleefd
heb. sedert wij ons niet meer gezien
hebben.
Och, ik heb geen tijd meer om iets
te beleven.
x
Ventje, ik moet een nieuw kleed
hebben
Alweer?... Eu waarom?
Mijne vriendin Bella trouwt, en ik
kan toch met hetzelfde kleed niet gaan
dat ik aan had toen zij den vorigen keer
getrouwd is.
x
HUWELIJKSTROUW
Koetsier (van den gevangeniswagen
die een gevangene overbrengt). Uwe
vrouw zit. nu ook in *t. tuchthuis
Gevangene (geroerd). Dat kon ik
niet anders verwachten eene vrouw die
haar man werkelijk lief heeft, volgt hem
tot in de gevangenis
IN DEN DIERENTUIN
Moeder, wat dier is dat
Een kameel, mijn kind.
AVel, moeder, hebben ze dien ka
meel laten vallen toen hij nog klein was,
dat hij nu met. zoo 'n bult loopt
x
OORLOC OF NIET
Pel, wat denkt ge, vriend, zullen
we oorlog krijgen
Hoe laat is het?
5 minuten voor twaalven.
Dan is hetrbij mij thuis z^ker oorlog
bij mijne vrouw.
x
WAAR ZIJN
Rattevanger, ten einde zijner kluiten,
was van zin naar den Congo te gaan en
Peê gaf hem eenige vermaningen en zei
onder andere:
Goede vriend, Rattevanger, pas
wel op dat gij daar geenen zonneslag
krijgt.
Ja maar, antwoordde Rattevanger,
z'en zullen het mij zoo gemakkelijk niet
hebben, ik zal millepatnt weerslaan.
x
IN DE SCHOOL
Meester Pietje was aan 't uitleggen
der samentelling.
Janneken, een der jongens, kon het
maar niet begrijpen.
A'riendje, zei Pietje, luister eens
joed als moeder vier eieren heeft en
vader legt er nog* vier bijhoeveel eieren
heeft moeder dan
Vader legt geen eieren, ant woordde
J anneken
x
Piet de Beer, beter gekend als droogc
keel, komt regelmatig alle Zondag nach
ten zat naar huis. Overlest, Piet,
weer zoo zat als een genevertonne, komt
's nachts al zingende naar huis. Eens
klaps begint de brandklok te klippen
en Piet aan 't tellen 10, 11. 12 13
14... 15... 16...
Sjemenissen roept Piet, 't is al
zestien uren zoo laat. ben ik nog nooit
niet thuis gekomen.
Cies werd door den trein een been af
gereden. Zijn knecht die toegeloopen is,
staat te weenen.
Bah, bah g'en moet niet weenen,
Koben, sprak de man Gij zoudt beter
doen van te lachen, nu moet gij maar
eene laars meer poetsen.
x
GEPEPERD
Reiziger. Bliksems, zatte Nolle,
wat. is dat eten gepeperd
Zatte Nelle. Och, mijnheer, gij zult
seffens iets krijgen dat nog veel meer
gepeperd is
Nog al? Wat dan?
De rekening van moeder, mijnheer.
x
Vrouw Lante. AArel, Maria, zegde
zij tegen hare dienstmeid, ik had ge
dacht dat gij u niet met verkeering op-
hield, eu gisteren avond zag ik u bij den
champetter...
De meid. Maar, madame, tegen de
poucie mag ik mij niet verzetten.