m
O Maria die daar staat
De Vergiffenis van den Monnik
De eerste Voorzitter der
Chineesche republiek
MANNEN TE KOOP
Het hoogste huis ter wereld
Nog de legeroefeningen In Holland
Pauwen
O Maria, tlie daar staat
Gij zijt goed en ik ben kwaad
Wilt gij mijne arme ziel gedinken,
'k Zal u een Ave Maria schinken.
O M; ia, gij die weet
Dat iiiijn lierte u is besteed
Wilt gij mijne arme ziel gedinken,
'k Zal u een Ave Maria schinken.
0 Maria, die mij ziet,
Gij hebt alles, ik heb niet
Wilt gij mijne arme ziel gedinken.
'k Zal u een Ave Maria schinken.
0 Maria, in uw schoot
Ligt mijn hert van deugden bloot:
Wilt gij mijne arme ziel gedinken,
'k Zal u een Ave Maria schinken.
0 Maria, overluid
Spreek ik mijn beloften uit
Wilt gij mijne arme ziel gedinken,
'k Zal u een Ave Maria schinken.
0 Maria, in den strijd
Toogt dat £ij ons Moeder zijt
Wilt gij mijne arme ziel gedinken,
'k Zal u een Ave Maritr» schinken.
Guido Gezelle.
-VW
(36*t0 Vervolg.)
Veertien dagen later kwam ik weêr
bij den schacheraar.
Dezen keer leidde hij mij voor eene
schilderij en toonde mij dezelfde naam-
teekening als op het voetstuk van het
beeldje. De compositie die eene Heilige
Familie voorstelde, was zoo zuiver, dat
zij een Raphaël waardig geweest ware
een licht bewonderenswaardig f'risch ko
loriet verhoogde nog de bevalligheid van
teekening. Ik stond even verrast als op
getogen, en ik vergenoegde mij tot
Abraham te zeggen
Laat dat morgen bij mij bren-
geu
Hij boog op die nederige wijze,
waarvan de zonen Israëls de overlevering
bewaard hebben, en voegde er vervol
gens met een fijn lachje bij
Ik heb eenige berichten ingewon
nen, ten einde Uwe Excellentie van
dienst te zijn... Ridalto woont in het Ge
sloten Huis....
Dank u, antwoordde ik, ik ga er
morgen heen.
Wanneer het is om Ridalto te spre
ken, zal het nutteloos zijn, dat TJwe Ex
cellentie er heen gaathij ontvangt nie
mand.
Maar een kunstenaar kan toch
niet in eeuwige afzondering leven
Deze doet het toch.
Kent gij hem
Neen.
Hoe handelt ge dan met hem
Ik zie hem nooit de oude Mila-
gro brengt mij zijne werken, en ont
vangt er den prijs van. Daar hij slechts
zaakgelastigde is, moet ik het cijfer dat
hij stelt, zonder beding aannemen. De
waarheid noodzaakt mij evenwel te zeg
gen, dat de eischen van Ridalto nooit
buitensporig zijn indien hij, in plaats
van een onbekenden naam te dragen, in
het bezit was van eene onbetwistbare
.vermaardheid, zouden zijne schilderijen
en beelden minstens eene dubbele weer
de hebben.
d Nu, zegde ik lachend tot Abra
ham, ik heb nu eens lust, de Mecenas
van dien onbekenden grooten man te
zijn. Binnen zes maanden heb ik in mij
ne galer' zijne stukken verzameld en
dan stel ze op een feest tot algemeene
bewondering ten toon... Den dag daarna
zal het bestellingen regenen bij den ge-
heimzinnigen bewoner van het Gesloten
Huis
Ik heb woord gehouden. Beeldjes
schilderijen, potaarden voorwerpen alles
wat de beitel of het penseel van Ridalto
in het leven geroepen heeft, bevindt zich
thans in mijne woning, en ik heb u de
zen avond hier vergaderd, ten einde u
te doen oordeelen over de volmaaktheid
van de kunstgewrochten van dien onbe
kenden vreemdeling.
De nieuwsgierigheid der gasten was
zeer geprikkeld. Er was nu niet alleen
sprake van het bezichtigen van schilder
stukken of beeldhouwwerk van waarde,
maar men moest trachten te ontdekken
welk geheim de vreemdeling van Las
Cabanas in de eenzaamheid verborg.
Een oogenblik nadat de graaf het
weinige dat hij van Ridalto wist ver
haald had, werden de beide vleugeldeu
ren der gaanderij geopend en een stroom
van licht stortte zich over een gedeelte
van het patio uit.
De bezoekers verdrongen zich nu naar
den kant der gaanderij, waar doeken en
beelden, allen in het gunstig licht ge
plaatst, schitterden pis diamanten in
hunne fluweelen kokers.
De graaf Aguidas had zich niet be
drogen in den bijval, die zijn bescher
meling te beurt viel er ging uit het ge-
heele gezelschap slechts één kreet van
bewildering op over de bevalligheid der
figuren, den glans der kleuren en de
grootsche uitvoering.
Terwijl damen en heeren zich voor de
schilder- en beeldhouwwerken verdron
gen en, zonder de minste aanmerking t(
maken, de wonderen van zulk een vol
maakte kunst en zulk een zuiveren
smaak bewonderden, kwam een bedien
de den graaf verwittigen, dat een vreem
deling, die in een der kleinere zalen ge
laten was, de eer verzocht, hem dien
avond te bezoeken.
Heeft hij zijn naam genoemd
Ja, Excellentie, die vreemdeling
heet Esteban Murillo.
De graaf Aguidas deed een uitroep van
vreugde hooien.
Murillo te Valencië Murillo hier
Welk een gelukkig toeval-
Met eene haast, die het aangename
van zijn onthaal nog verdubbelde, trad
de graaf naar de kleine zaal, waar de
kunstenaar hem wachtte.
Esteban Murillo was een schoon jong-
uan met zwarte oogen, welker levendig
heid geene diepte uitsloot. Het breede
voorhoofd vertoonde zich in al zijne
schoonheid en kracht want de lange ha
ren van den kunstenaar, die op zijne
schouders afhingen, lieten het geheel
vrij. De mond was fijn en prijkte met
een kleinen knevel de kin droeg een
puntbaard die de bevalligheid van het
gelaat nog verhoogde. Hij droeg een
fluweelen broek met donker violet ge
kleurde insnijdingen, en eene zware
gouden ketting, een geschenk van Phi
lip IV daalde op zijne borst af.
Hij deelde den graaf mede, dat hij
denzelfden morgend te Valencië was
aangekomen, om de plaatsing te regelen
van eene schilderij in de hoofdkerk.
Vernomen hebbende, dat er in het paleis
Aguidas een feest gegeven werd, achtte
hij zich gelukkig, van deze gelegenheid
gebruik te maken, om een kunstminnaar
te bezoeken, die wonderen van schoon
heid in zijne galerij bezat.
Het onthaal, dat de graaf hem deed,
was zoodanig, dat Murillo geen spijt be
hoefde te hebben, dat hij 't paleis Agui
das bezocht had.
Ter nauwernood was de naam van den
kunstenaar uitgesproken, of hij zag zich
omringd door de hooggeplaatste man
nen, zoowel Vegens ambt als titels, en
door vrouwen, die begeerig waren den
vervaardiger te zien van die onvergelij
kelijke gewrochten der gewijde kunst,
die aan het paradijs deden denken.
Toen het eerste oogenblik van de ver
warring, die de komst van Esteban Mu-
illo veroorzaakt had, voorbij was, zeg
je de graaf Aguidas tot den kunstenaar:
Wees zoo goed, niet naar de naam-
teekening op deze kunstwerken, zoowel
loeken als beelden, te zien, en mij enkel
uwe meening omtrent hunner waarde
mede te deelen.
Murillo bezichtigde de beelden lang
zaam, een voor een. Terwijl hij ze be-
ichouwde, fonkelden zijne oogen de
geestdrift zette ze in vuur en van tijd tot
Tijd hoorde men hem stamelen
Hoe schoon!... mijn God!... hoe
schoon
Toen hij eindelijk voor een gestorven
Christus, door een engel ondersteund,
bleef stilstaan, voegde hij er bij
Dit is iets, dat nooit door iemand
overtroffen zal worden
Ik overdreef dus mijne lofspraak
niet
Welke bewondering gij ook moogt
gevoeld hebben, gij zult toch beneden
ie waarheid moeten gebleven zijn
Niemand kan te zeer het volmaakt ver
nuft van den man prijzen, die de heer
lijkste. altaarstukken van Spanje heeft
geleverd, uit marmer of hout wonder-
schoone beelden heeft gebeiteld en Ma
donna's geschilderd, welke ongeloovigen
zouden doen gelooven.
Kent gij Ridalto dan vroeg graaf
Aguidas.
Senor, antwoordde Murillo, welke
naam er ook op de stukken moge staan,
ze zijn afkomstig van den beitel en het
penseel van Alonzo Cano.
Alonzo Canoherhaalde Aguidas,
en ge zijt zeker dat gij u niet vergist?
Volkomen zekerantwoordde Mu
rillo. God schenkt niet dikwijls aan een
rnensoh de gaven van een veelzijdige ge
nie.
Op dit oogenblik naderde een deftig
persoon, in geborduurd zwart fluweel,
Murillo. Zijn gelaat was streng, zijne
gebaren vreemd en de toon zijner stem
koud, om niet te zeggen, snijdend.
Dus, vroeg hij, volgens u is Alonzo
Cano de vervaardiger dezer doeken
Murillo zag dengene, die hem deze
vraag stelde, goed in het gelaat. De her
innering aan den vreeselijken toestand,
waarin zich de kunstenaar bevond,
kwam eensklaps bij hem op. Hij be
dacht dat dit onvoorzichtig woord voor
Alonzo het sein kon zijn tot nieuwe ver
volgingen... De naam van Ridalto ver
borg zonder twijfel dien van den onge
lukkige, welke uit Madrid gevlucht
was, uit schrik voor de ontzettende be
schuldiging, die op hem rustte. Een bij
tende wroeging doorsneed hem het hart.
Hij wierp een blik vol angst op den
graaf, ten einde dezen te smeeken, hem
ter hulp te komen.
Zonder twijfel, zegde deze met eene
tegenwoordigheid van geest, die den
kunstenaar eenigszins gerust stelde, gij
kunt u omtrent de wijze van bewerking
en den stijl dezer stukken niet vergis
sen, maar een oplettend leerling neemt
gemakkelijk de eigenaardigheden van
zijn meester over, en zonder iets op de
groote kunstvaardigheid, die deze wer
ken vertoonen, af te dingen, zou ik toch
aarzelen ze toe te schrijven aan den gun
steling van Philips IV, die waarschijn
lijk door hevig verdriet een te vroegen
dood gestorven is.
Wie bevestigt u, dat Alonzo Cano
dood is P vroeg de in het zwart gekleede
man, die er veel aan scheen te hechten,
de meening van Murillo omtrent het ta
lent van den kunstenaar te kennen, en
zijne antwoorden met de voorafgaande
openbaringen van den graaf Aguidas te
vergelijken.
Niets zeker is mij daarvan bekend,
senor, antwoordde Murillo, maar de
smart, die de ongelukkige over het ver
lies zijner vrouw gevoelde, heeft hem
krankzinnig moeten maken.
Gij gelooft dus aan de onschuld
van Cano?
Ja, evenals alle kunstbeoefenaars
van Madrid, senor.
Dat is zonder twijfel edelmoedig,
maar de justicie, die tegen hem een der
zwaarste beschuldigingen inbrengt, be
wijst, dat zij verre is die meening
deelen.
Ik heb mij klaarblijkelijk vergif,
zegde Murillo, gelijk gij zegdet, graar,
zal die Ridalto, hetzij te Grenada, het
zij te Sevilla, onder Alonzo Cano gestu
deerd hebben, en zal er in geslaagd zijn,
zijn meester zoodanig na te bootsen, dat
hij zelfs de oogen van kunstenaars mis
leidt.
De graaf bleek met dit gevoelen vol
komen in te stemmen en al de gasten
beïeverden zich, dit ook te doen. Dit
voorval wierp echter over het geheele
gezelschap eene ijzige kilheid. De in het
zwart gekleede, die zooveel belang"
scheen te stellen in Murillo's gevoelen,
ging de gaanderij uit en mompelde
Waar zal ik hem onder deze me
nigte terug vinden ik moet hem nood
zakelijk voorkomen.
Toen de graaf dien man zag heen
gaan, kon hij een smartelijk voorgevoel
niet bedwingen.
Senor, vroeg Esteban met eene op
gewondenheid, die hij niet poogde te
verbergen. Waar woont die Ridalto?
(Wordt voortgezet.)
Voorzitter JOEANSJIKAÏ
Zooals wij reeds in ons dagblad meld
den, is Joeansjikaï, die tot dusverre
maar alleen voorloopig president was,
Maandag, na drie stemmingen, met 507
tegen 179 stemmen, tot voorzitter der
Chineesche republiek gekozen.
Joeansjikaï heeft eene merkwaardige
en veelbewogen loopbaan gehad. Gebo
ren in 1862 heeft hij tal van belangrijke
militaire en burgerlijke ambten be
kleed. In den tijd van den Boksersop
stand hield hij den buitenlanders de
hand boven het hoofd. Vooral ook heeft
hij als onderkoning van Tsjili ge
arbeid aan de verbetering van het leger.
Door op een kritiek oogenblik in de
geschiedenis van China partij te kiezen
voor de beroemde oude keizerin-weduwe
en tegen den hervormingsgezinden kei
zer, wist hij bij de machtige vrouw in
de gunst te komen.
Na haar dood viel hij in ongenade en
moest hij zich op zijn landgoed in een
afgelegen provincie terugtrekken. Pas
toen de veldwinnende omwenteling de
positie van het keizerlijk Huis ten zeer
ste geschokt had, werd Joeansjikaï naar
Peking teruggeroepen om voor 't stam
huis nog te redden wat te redden was.
Maar toen was -het voor de Mantsjoes
reeds te laat. Wel heeft Joeansjikaï nog
gedaan wat hij doen kon maar het vor
stenhuis te redden, kon hem niet meer
gelukken.
Zijne verkiezing tot voorzitter thans,
heeft voor het buitenland vooral deze be-
teekenis, dat van Joeansjikaï een ver
lichte waardeering van de voordeelen
der Westersche beschaving en een ze
kere voorkomendheid jegens de buiten
landers in het Chineesche rijk kan wor
den verwacht.
De stand der revolutionaire partijen
en der separatisten in Zuid-China is in
gevolge de .verkiezing van Joeansjikaï
merkelijk geschokt.
Als gevolg op deze verkiezing is de
Chineesche republiek reeds erkend door
Rusland, Japan en Zwitserland.
Toen Jan nog maar veertien dagen ge
trouwd was, werd hij op eenen nacht
wakker door het geween en gekerm van
zijn vrouw, die in 't bed recht zat.
Lisabeth, zei Jan, wat beteekent
dat nu
De sukkel weende maar voort, zonder
antwoord te geven, tot haar echtgenoot
allengs meer aandrong, zeggende dat hij
als haar man, recht had de oorzaak te
kennen van haar droefheid en geween.
Och, Jan, zei Lisabeth, ik heb ge
droomd dat ik nog jonge dochter was.
Ik wandelde door eene goed verlichte
straat en ik kwam aan eenen winkel,
waar op de vitrien te lezen stond: Man
nen te koopIk vond dat aardig en
ging binnen.
Daar lagen wederzijds mannen met
prijsetiketten erop, och, zoo'n schoo-
ne mannende eene voor 20.000 fr.,
andere voor 10.000, weer andere voor
2.000, voor 1.000, voor 500, voor 10 fr.,
enz. Ik had echter zooveel geld niet en
kon dus er geenen koopen.
Denkende haar te troosten, trok Jan
zijne Lisabeth in de armen en vroeg
En zaagt ge mij daar ook niet bij
liggen, wijf ken?
Och, ja, zei Lisabeth, ik zag er
met hoopen, gelijk gij; ze waren in bus
sels bijeen gebonden, gelijk aspergies,
en kostten maar 'nen halven frank den
bussel.
Jan zweeg en ging 's anderdaags zij
nen advokaat spreken, om te weten of
dat geene reden tot echtscheiding was.
Te New-York is nu een wolkenkrab
ber gebouwd die alle andere daar be
staande in hoogte nog verre overtreft.
Eet is het Woolworth-gebouw, een voor
namelijk voor kantoren ingericht huis,
naar de plannen van den bouwkundige
Cass Gilbert uitgevoerd, en 55 verdie
pingen benevens nog twee zich daarbo
ven verheffende terrassen hoog.
Van de straat tot den top meet dat ge
bouw 240 meters, dat is 76 meters meer
dan de Keulschc dom, 60 meters meer
dan de Metropolitantoren te New-York.
De ruimte-inhoud is 400.000 kubieke
meters het gewicht 163.44 millioen ki
los. Er zijn 17 millioen baksteenen en
meer dan 24.000 ton staal bij den bouw
gebezigd. De totale oppervlakte der
vloeren is meer dan 16 hektaren, waarbij
11 hektaren voor kantoren zijn bestemd.
De bewoners van dit torenhuis zullen
door 6.000 vensters naar buiten kunnen
kijken, vensters wier ruiten te zamen
meer dan 6.000 vierkante meters opper
vlakte beslaan. Door 28 liften wordt het
verkeer in deze kleine stad bewerkstel
ligd op een tijdverloop van één minuut
zal men van de straat de hoogste ver
dieping bereiken kunnen.
Er is uitsluitend brandvrij materiaal
in het huis gebezigd.
Het gebouw wordt door 80.000 elek
trische lampen verlicht legt men de ge
leidingsdraden dezer verlichting naast
elkander, dan beslaan zij eene lengte Van
meer dan 160 kilometers, of den afstand
van New-York tot Philadelphia. Dyna
mo's van 2.500 paardenkracht bezorgen
de electriciteit vd¥Tr licht en beweeg
kracht. Ten slotte valt te melden dat
het gebouw 13 1/2 millioen dollar of
omtrent 67 millioen frank gekost heeft.
Avicultura deelt een en ander mee
over den wilden pauw, van eenige be
kwame natuurvorschers en reizigers in
Indië. Zij brengen belangwekkende bij
zonderheden omtrent de gewoonten en
de levenswijze en ook omtrent de karak
tereigenschappen van dezen prachtigen
vogel mede.
Kapitein Beauvan zégt Deze vogel is
zoo bekend, dat zijn beschrijving on-
noodig schijnt en ik noem hem alleen op
grond, dat volgens de mededeelingen
der inboorlingen, in de districten, waar
in de tijger voorkomt, ook de pauw in
menigte wordt aangetroffen. Indien een
pauw in de dzjungels gezien wordt, dan
sta
di
is dat een zeker teeken dat een tijgi
in de nabijheid is. Ik zelf betwijfel
er een verband bestaat tusschen de
beide zoo verschillende dieren, al hei
ben ze ook in één opzicht, de strijdluf au
verwante eigenschappen. Wellicht
volgt de tijger het geschreeuw van 4i
pauw, wijl hij door dezen opmerkzai
gemaakt wordt op buit ofwel op ziji
natuurlijkJ^vijanden. Bij gelegenht
dat ik den waldahjheel in een bootp. n
seerde, zag ik aan den oever eenige pai vel
wen en liet aan land roeien, om er
neer te schieten. De eigenaar van d
boot weigerde echter beslist mij te vv m"
gen, uit vrees voor den tijger. Zoo moi
ik alleen gaan en schoot een prachtis krir
pauwhaan. |Z0
Het Bulletin de la Société d'Ad
matation bevat eene bevestiging oi "us
treilt de betrekkingen tusschen pawv. Pee
tijger, waar het zegt reg
Alle Javanen weten, dat pauw ent
ger onafscheidelijk zijn, maar de np
teil kennen niet den grond van df reel
eigenaardigheid van twee zoo verscl
lend geaarde dieren. Wat hen aan el
ander bindt is niets anders dan de ^vi;i
waarop zij hun behoefte aan voedsell ^fj
vredigen. De pauw volgt het spoor t
den tijger, wijl hij zich voedt meting
wandswormen van de dieren, die dent
ger ten offer vallen. Het bewijs is g
makkelijk te g'even de tijger leeft 1 |gi
voorkeur in de warmste gedeelten x W
het gebergte, eveneens de pauw. F
vindt men iu Java's bergstreken, ope
hoogte van 3000 meter eene hoogvlaï
rijk met weidegras en struiken begrdf
en die daarom uitstekend geschikt ii
verblijf van herten en dam wild
de koude op deze hoogten, bezoel
tijger ze van uit het dal hij kan dj
gemakkelijk buit bemachtigen om ij
behoefte aan voedsel te bevredigeM
men vindt hier gelijktijdig den pffl
die, hetzelfde doel beoogend, het
dier van boom tot boom volgt.
Een ander bekende vorscher en
ger, geeft een interessante beschrij;
over 't voorkomen en de gewoonten!
den gewonen pauw in zijn vaderl
De pauw bewoont alleen Indië en
Ion, daar komt hij voor in het bi]
land van het schiereiland en het
land, tot op de hoogten van Ben[
en Chittagong, waar hij door de
wante Pavo muticus vervangen wl
Hoe ver noordelijker zich 't gebied
den Pavo cristatus uitstrekt, is niet!
kend, maar men vindt hem talrijk op
hoogten van Umbella en Punjaub. B
wel hij een vogel is van het
en het woud, zwerft hij toch gedurei
het koude jaargetijde in de open en'
bouwde dalen rond, en ik heb hem'
dikwijls in Januari op den grond
pend gezien, gelijk het huisgev
de velden afzoekend om voeder.
Wordt dit schaarscher, en dat is
woonlijk tegen half Februari, dan
de pauw naar de .uitgestrekte worn enK[(
op de hellingen van het Himalaja-
bergte.
Om daar te komen, moeten zij 10Ö
150 mijlen open land doorvliegen eni eken
dat zij weinig vliegvermogen hebbel
dit een buitengewone onderneming,
verbazing afdwingt.
Vermoedelijk leggen zij den vei
weg af statiegewijze en blijven zij
derweg hier of daar eenigen tijd
voedsel te zoeken en uit te rusten,nij\
alleenlijk zoo is het volbrengen va: Ur
reis te verklaren.
Hoewel de pauw in de wouden
Zuid- en Centraal-Indië zeer verbreil
vindt inen hem toch veel talrijker ii
Gangelioprovincies. In de noordel
deelen van Tirkoot, aan de grens
Nepaul, trof ik meer dan 50 pauweni
die naar het woud vluchtten, toe:
door onze olifanten werden opgeschl
De pauw is talrijk en tam in die'
ken hij wordt door de inboorlin|J5ke:
weinig lastig gevallen, ook door ji
daar hij als gebraad weinig waa)
jonge exemplaren uitgezonderd.
De pauwen overnachten op hooge
men en kiezen daartoe de hoogste
ken. Zij gaan laat ter rust. Op zijnr Doel
plaats kan de pauw bij maneschijn
makkelijk worden geschoten de ®re J
verlaat zijne plaats dan ook niet
wordt meermalen op hem geschoten
zal door de onbekendheid geen
vermoeden. r* -~
Worden de pauwen in hunne Mf60'1*
va
50"
boek
ui
vere
D vc
kens
Har:
e kri
njn
kin 1
fbove
iden,
rong
1 ond
lijlte
200 1
aj
6ch
on