Zitting van den Gemeenteraad van Maandag 13 October
AALST KRIJGT EEN GARNIZOEN
Hulde aan ons Katholiek Schepenkollege
dat steeds werkt voor een grooter en schooner Aalst
VAN WOENSDAG 15 OCTOBER 1913
DANK AAN ONZEN VOLKSVERTEGENWOORDIGER EN SCHEPENE M. R. MOYERSOEN
die de eerste voetstappen deed bij het Ministerie van Oorlog, en onze stad
regiment ruiterij bezorgde, zonder nieuwe belastingen te heffen.
een
Huldebetoog De Veylder.
Mededeelingen.
HET GARNIZOEN
BIJVOEGSEL VAN DE VOLKSSTEM
Even talrijk publiek als de verleder.e week.
De lieer Burgemeester verklaart de zitting
geopend om 5 ure 45.'
De lieer De Hert, Schepene van Onderwijs
en Schoone Kunsten neemt liet woord, om
denbeer Hubert Do Veylder, laureaat in de
laatste Hoogesclioolwedslrijden, geluk te
wenschen.
Hij drukt zich volgenderwijze uit
HEER DE VEYLDER
Met een waar genoegen en eene rechtma
tige fierheid vervul ik den eervollen plicht
U uit naam van liet Stadsbestuur te geluk-
wenscheiijOver de buitengewone onderschei
ding die gij zoo verdienstelijk hebt verwor
ven.
Eene plechtige ontvangst in deze feestzaal
werd aan andere uitstekende Aelstersche
medeburgers om hunne zonderlinge verdien
sten nog voorbereid. Maar, meer kwam ze
U toe, aan U de eerste Aelslenaar die als
laureaat in di-prijskampen tusschen de ver-
schillige hoogescliolen van liet land wordt
gevierd en toegejuicht.
Groot is de eer die U te beurt valt, aan
U aan uwe achtbare familie, aan onze dier
bare moederstad,die op liotschitterend talent
en de hooge verdiensten van haar gelauwerd
kind mag roemen.
Na voortreffelijke humaniora studiën in
St. Jozefscollege alhier, hebt gij puike
examens afgelegd bij de Hoogeschool van
Gent. En nu dank aan uwen schranderen
geest, aan uwe aanhoudende werkzaamheid,
aan uwe onverpoosde opzoekingen, hebt gij
in het voordragen uwer prachtige thesis de
anatomo physiologische wetenschap met een
nieuw licht gesierd, en, voor de geneeskun
de onbetreden banen geopend tot vooruit
gang in den eeuwigen strijd tegen de ellen
den van het lijdende menschdom.
Ten allen tijde, door de eeuwen heen,
beroemden zich de Aalstenaars over de
Groote Mannen die hunne moederstad ver
eerden. Moge u dus eene heerlijke en heil
volle loopbaan beschoren zijn Moge de
naam van Hubert De Veylder benevens
deze van heelmeester Kluyskens eens in het
Goudboek van Aalst :n schitterende letteren
aangeteekend worden
Het Stadsbestuur heeft geoordeeld dat
van deze plechtigheid eene duurzame herin
nering moet blijven en biedt u een weten
schappelijk werk aan, met eene kostelooze
inschrijving op de nog te verschijn«n afleve
ringen van het groot medisch woordenboek
van een anderen welbefaamden Aalslenaar,
uwen aanstaanden confrater onzen collega,
en vriend van ons allen, Dokter 'Bauwens.
(Eene bloemenschoof wordt hem ook aan
geboden. Het muziek der Koninkl. Harmonie
speelt de Braban§onne).
M. BAUWENS, als vriend engeneesheer,
stuurt zijne beste wenschen tot den laureaat.
De vereeniging der Geneesheeren van Aalst
en omliggende is hoogst verheugd en fier
over de onderscheiding door een harer leden
behaald. Ik ben overtuigd dat gij zult voort-
werken, om nieuwe lauweren te plukken en
do smarten der lijdende menschheid te ver
zachten.
Spreker bedankt de heeren, die aan den
laureaat a's geschenk zijn werk aanboden.
Het is niet uit trotschheid, maar omdat ik
hoop dat M. De Veylder mij mogelijks zal
kunnen helpen, en wie weet, misschien mijn
werk kunnen voorzetten.
M. de BETHUNE, in naam der reohter-
zijde sluit zich aan bij de hulde aan dun lau
reaat gebracht. Het is een onbetwistbaren
roem voor den primus en eene eer voor
gan8ch de stad. Wij .hebben gezien, hoe
gansch de stad hem viert. Nogmaals wenscli
ik den laureaat en zijne familie geluk en ik
druk den wensch uit, dat deze onderscheiding
slechts den eersten stap moge zijn op eene
lange loopbaan in de geneeskunde, dit voor
zijn persoonlijk geluk en voldoening, voor
den roem der stad Aalst en voor het welzijn
der lijdende menschlmid.
M. DE BLIECK in naam der liberale
minderheid sluit zich uit ganscher. harlo bij
de huldebetooging aan. Alle politiek moet
hiervan kant gelaten worden.Wij wenschen
den laureaat veel geluk en voorspoed en zul
len met genoegen zijne loopbaan nagaan.
M. DAENS in naam zijnerpartij, sluit zidftSL
ook bij de hulde aan. Wij willer. schooner^
en beter Aalst, vooral door de geleerdheid.
Door M. De Veylder zal de Stad Aalst nog
meer bekend geraken. Wij moeten hem be
danken. Hij ook hoopt, dat M. De Veylder
voor M. Bauwens een degelijk medewerker
moge zijn.
M. DE VEYLDER, berecht ontroerd,
dankte van harte voor de eer hem aange
daan. Ik ben zeor verwonderd over die eer.
Ongetwijfeld heb ik er mij steeds op toege
legd, om mijn verstand te ontwikkelen, maar
die pogingen zouden vruchteloos geweest
zijn, indien zij onder het wijs bestuur van
den Gemeentoraad niet konden groeien en
bloeien.
Ons gemeentebestuur is er steeds bezorgd
voor, officieel en vrij onderwijs aan te
moedigen. Hier heb ik eerst hel.k'gar-
onderwijs genoten, en nadien het middelbaar
in St. Jozefscollege, waar ik steeds leeraars
heb ontmoet die alles gedaan hebben, wat zij
konden, om mij aan te sporen in den zucht
naar kennis en die later op de Hoogeschool
te Gent te kunnen ontwikkelen.
Ik moet hier bijzonderlijk dank zeggen
aan den E. P. Bauwens, mijn gewezen
leeraar, broeder van den lieer schepene
Bauwens, die ook steeds al doet wat in zijne
macht is voor liet onderwijs. Aan hem ook
ben ik alles verschuldigd.
Te Gent heb ik mannen van geleerdheid
en ondervinding ontmoet, die de geleerdheid
alom strooien. 'L Is aan hen allen datdeeere
toekomt. De hulde geef in aan hen terug.
Aan u, heeren burgemeester, schepenen
en gemeenteraadsleden, mijn innigsten dank.
Ik ben zeer aangedaan, door den lof mij
door den heer Doktor Bauwens toegezwaaid,
vermits hij mij in naam van bet geneeskun
dig korps huldigde. Aan die heeren ook,
mijn besten dank. 't Is me ook zeer aange
naam den lof gehoord te hebban van dé lin
kerzijde. Zooals do heer De Bliek het zegde,
wanneer het wetenschap betreft, moet poli
tiek van kant gelaten worden. Wij allen
moeten werken voor grooter en schooner
Aalst.
Meer kan ik niet zeggen. Nogmaals, hee
ren, mijn besten dank. (Toejuichingen).
M. Jozef ARYS in naam van het Land
van Riem huldigt ook den gevierde, een
oud'medespeler en biedt hem eene bloemen
schoof aan.
M. DE VEYLDER dankt nogmaals.
M. de Gemeentesecretaris geeft lezing
van eenige mededeelingen en daarna wordt
overgegaan tot het grootste punt der dag
orde
M. MOYERSOEN In de laatste zitting
heb ik aan den raad de voorwaarden
medegedeeld onder dewelke wij een
garnizoen mochten bekomen. Die voorwaar
den hebben geene aanleiding tot zware
opmerkingen gegeven. Moe6t er echter in
den loop der zitting tegenspraak komen,
vol gaarne zal ik er antwoord op geven.
Doch wat eene lange bespreking verwek
te zoo van rechter dan van linkerzijde was
de door het schepencollege voorgestelde
rangschikking onzer openbare werken.
Ik heb verklaard dat de stad zonder nieuwe
lasten de kosten van het garnizoen zou kun
nen dekken, doch op de uitdrukkelijke voor
waarde, dat betonhouwen van eenen schouw
burg zou uitgesteld worden.
Dat blijft mijne overtuiging.
Daarom had ik voorgesteld van nu af de
bestemming te veranderen der som van 200
duizend fr., in de begrooting van 1913 inge
schreven voor het opbouwen der schouw
burg en mij te machtigen dat geld te gebrui
ken voor den aankoop der gronden, noodig
voor de kazerne en het oefeningsplein.
In de vergadering der sectiën en later nog
door mijne politiek©-vrienden is er bij mij
aangedrongen om'lan die som hare bestem
ming te behouden.
Zulks kan alleen geschieden op de uit
drukkelijke voorwaarden dat er geen ge
bruik wordt gomaakt van dat geld vooraleer
wij het noodig kapitaal om de kosten te dek
ken van het garnizoen zullen uitbetaald heb
ben.
Voor het oogenblik bepaal ik mij bij deze
verklaring.
M. DAENS. Wij staan voor eene be
langrijke beslissing Garnizoen en Schouw
burg. Men wil ons het mes op do keel zeiten.
M. De Naeyer heeft met reden gevraagd-;
wanneer de schouwburg er zou kunnen ko
men. Binnen 2, 5, 10 of 20 jaar
Er bestaat gevaar in den huidigen schouw
burg en daar spreekt M. de Schepene niet
van. M'. Do Naeyer durft er met zijne familie
niet heengaan. Alle burgers zullen ver
schrikt zijn. Moeten er misschien eerst
slachtoffers zijn
Wij willen schooner en beter Aalst. In
eene stad met zooveel kunstmacht als de
onze, moet er een degelijke schouwburg zijn.
't Is daarom dat Schepene Do Naeyer (go-
lach) met een plan afkwam. Wij zouden moe
ten eene feestzaal hebben voor plechtighe
den als de ontvangst van daar even, want er
moet te voel volk blijven buiten staan.
Moest men een referendum inrichten zoo
als in Zwitserland, het volk zou zich voor
den schouwburg verklaren. Dan zouden de
Aelstenaars niet naar Gent of Brussel de
schouwburgen gaan bezoeken. Men zou moe
ten de voorstellen van M. De Naeyer aan
vaarden.
Mon zegt dal de minister van Oorlog niet
kan wachten. Denkt eerst goed na.
Volgens de schepene is het al suiker en
honing, doch het schijnt niet zoo zoet als hij
het voorstelt. Wat zullen die 700 soldaten
hier met hunne onnoozele solde kunnen ver
toren
Kan dat opwegen tegen de schado door
de nieuwe legerwet veroorzaakt
Er zijn.200 jonkheden weg en dat is een
verlies van 600 fr. daags voor onze stad.
Aals' krijgt hier nogmaals maar den over
schot, St. Nikolaas.de derde stad van't land
(gelach)..
Zich lot M. Eeman wendende
Ja lach maar omdat ik mij vergis.
M. EEMAN. Ik ben geen gazetschrij
ver. Gij verdient 4000 fr. met te klappen.
M. DAENS Gij en wint geen geld.
M. EEMAN. Gij leeft zeker van hot
verlies gij. x
M. DAENS krijgt bet nu op de zenuwen
en begint te klappen over lintwormen en
officieren van Ieperen die den avond te
Brussel gaan doorbrengen.
M. BOSTEELS. Zij mogen geen vijf
kilometers van hunne garnizoenslad gaan.
M. DAENS. Zij gaan niet, zij rijdon.
(Gelach). Haast en spoed is zelden goed.
Aalst is eene arme stad en er liggen reeds
te veel lasten. Men zou aan den minister van
oorlog kunnen vragen van de kosten
150,000 fr. te laten vallen en die som aan
wenden vooronderwijs.
M DE NAEYER. Iedereen in de stad
brengt hulde aan onzen schepene van finan-
cen, wegens de groote zorg welke hij aan
onze gemeentekas besteedt.
Wij weten allen, hoe hij met lijf en ziel
zijn plicht doet en welke groote diensten hij
hew ijst't is misschien de reden, waarom
hij wat te streng is en zegt dat wij geen gar
nizoen en schouwburg te gelijker tijd kunnen
hebben.
M. MOYERSOEN. Ik heb gezegd, dat
wij eerst, de kosten van garnizoen moesten
dekken, en dan ue kosten der schouwburg.
M. DE NAEYER. Dus de schouwburg
is niet heel en al op den achtergrond. De
kwestie van garnizoen is geene politieke
kwestie, maar eene vrije kwestie. Het is aan
allen toegelaten te onderzoeken welke schik
kingen er de beste is voor de stad.
Ik herinner mij nog zoo goed den lieuge-
1 ij ken avond, toen de nieuwe schouwburg
gestemd werd. Hel was een algemeene geest
drift en in alle herbergen, in de straten,
hoorde men van niets anders spreken. Overal
werd er gejubeld.
Langs den eenen kant ging ket groote
gevaar verdwijnen, de onafmeelbare verant
woordelijkheid was weg.
Langs den anderen\kant zouden wij een
nieuwen schouwburg, eene plaats van deftig
verzet hebben.
Enkelen zeggen, dat hot niet te veel is,
om naarGent of Brussel in prachtige schouw
burgen te gaan. Deze denken maar op zich
zeiven. Er is hier veel volk, die van schouw
burg geniet en niet "naar Brussul of Gent
gaat. Er is nu bij de jongelingen een VTaam-
sche strooming, en in de tweede Vlaamsche
stad, moet er eene zaal zijn waar de Vlaam
sche letterkunde kan beoefend worden.
(Bravo
Ook voor de Vlaamsche muziek. Waar
kan men beter muziekuitvoeringen geven,
dan in een schouwburg?
Er wordt dikwijls geklaagd over ander
vermaak, de cinemas. Deze zijn niet te ver
gelijken met schouwburgen. Die zalen kun
nen niet doorgaan om volk te ontvangen. Er
wordt daar stommen ambacht vertoond.
M. BOSTEELS. Het zijn zalen van
geestverstomping.
M. DE NAEYER. Er moet iels ge
zocht worden, om toch den gewenschten
schouwburg te bekomen.
Toen de garnizoenkwestie voor het eerst
ten berde kwam, werd dat nieuws goed ont
vangen en iedereen loofde den heer Moyer-
soen en hel Schepenkollegie wegens de aan
gewende voetslappen om hier een garnizoen
te verkrijgen.
Doch, moest dat garnizoen de stronkel-
steen zijn, om geen schouwburg te bekomen,
er zou een bitteren smaak zijn aan die vol
doening.
Wanneer er spraak was van een nieuwen
schouwburg, dacht ik aan de geringe mid
delen waarover wij beschikten om een
prachtmonument op te lichten. Ik had ge
dacht dat misschien met geringe kosten daar
iels zou kunnen gedaan worden.
Ik heb steeds rondgezien of ik niets vond
wat in Aalst zou kunnen van pas komen en
in Duilscliland heb ik iels ontdekt.
Er is eone kommissie samengesteld om de
kwestie aan den nieuwen schouwburg te
onderzoeken. Jammer genoeg heb ik tol
hiertoe nog geene enkele uituoodiging ont
vangen om biji en te komen, 't Spijt mij
maar ik weet niet of er gezonden zijn. Ik
mocht dus met mijn gedacht alleen loopen,
alhoewel ik heel te vreden zou geweest zijn.
eens mijn gedacht te doen kennen. Ik was
dus heel te vreden, dat nu de garnizoenkwe-
stie ten berde kwam, omdat er minder aan
den schouwburg zou kunnen besleed wor
den, en zulks met mijne inzichten overeen
kwam.
Gij vraagt hoe ik zou te werk gaan. Ik
kan u hier natuurlijk zonder plannen of
teekmiingen niet diets maken wat ik denk,
doch ik kan u toch zeggen, dat er middel is
om den huidigen schouwburg, dat kerkge
bouw, met zijne stevige muren een nieuw
voorlijf te geven en de zaal derwijze te ver
anderen, dat hij zoo groot wordt als de
grootste van Brussel.
In plaats van alles te slachtofferen aan de