DeVeryittenis van den Monnik V. Zondag waren de katholieken van Ro me in feest, om den verjaardag der Kro ning van Paus Pius X te vieren. Zooals men weet' werd Zijne Heilig heid Pius X plechtig gekroond den 9 Augustus. Doch daar die dag valt te midden der groote hitte en gedurende de verlofdagen, heeft Zijne Heiligheid sinds verleden jaar besloten de plechtig heden tot herinnering aan zijne kroning te verschuiven tot den 1G November. Dat die verjaringsfeesten, ofschoon in intimiteit gevierd, zeer luisterlijk waren laat zich begrijpen. Intimiteit is misschien wel wat ver gezocht, daar er duizenden vreemde pelgrims het feest bijwoonden, doch het was bijzonderlijk in het Yatikaan dat de feestelijkheden plaats hadden. Tal van onze lezers hebben reeds een bezoek gebracht aan Rome, en werden tevens door den H. Vader in gehoor ont vangen. Wij denken toch niet hen te misnoegen een overzicht te geven over die feestelijkheden en aan te vangen met eene korte beschrijving van HET VATIKAAN Het Yatikaan is het verblijf van Z. H. den Paus, het is eene verzameling van paleizen, museums, galerijen, kapellen kazernen, pleinen, straten en tuinen. Het wordt bewoond door 425 of'ficieele personen staatssecretaris, hofbeamb ten, bedienden, eenige secretariaten. De Zwitsersche wacht, de edelwacht en de gendarmen bewaken 't Yatikaan. Dit grootste paleis der wereld, met eene oppervlakte van 55.000 vierkante meters, waarbij nog 25.000 vierkante meters hovingen, werd. in den loop dei- eeuwen door Pauzen en kunstenaars, onder anderen door Raphaël, Michel- Angelo, Fra Angelico, tot een der heer lijkste museums gemaakt. Het Yati kaan bevat 1.000 zalen en kapellen. Yan deze laatste zijn de voornaamste de Sixtijnsche kapel en de Paulijnsche ka pel. De Paulijnsche kapel is de paro chiale kerk van het Yatikaan. Kunst- (42Bte Vervolg.) Gewis, men kon zich van den reizi ger, die zich op zulk eene wijze vertoon de op 't eerste zicht geen gunstig denk beeld maken. Zijne handen waren met bloed bevlekt, zijn degen was tot aan het gevest bebloed en toonde dat hij kort geleden ontzettende diensten be wezen had zijn gelaat, zijne oogen, die door de koorts eene woeste uitdrukking verkregen hadden, deden hem meer ge lijken op een misdadiger, die om eene misdaad vervolgd werd, dan op iemand, die zijne onschuld onder de vleugelen der liefde kwam verschuilen. Pater Eusebio zag den gewonde met eene engelachtige goedheid aan. Wij zullen u hier houden, zegde hij hem. Inderdaad? Zeker, mijn broeder. En zoo de justicie mij opeischt? De justicie heeft het recht niet, hier binnen te dringen, antwoordde de monnik. Het gelaat van Alonzo drukte eene groote verlichting uit. Hij leunde aan den eenen kant op den arm van den overste, aan den anderen kant op dien van broeder Eugenio en kwam aldus met veel moeite in het vertrek, dat men hem aanwees. Het was een klein vertrek met ge- schatten zijn de Sala regia de Sala Ducal enz. De bibliotheek, de voor naamste der geheele wereld, bestaat uit 50.000 handschriften en ongeveer 300 duizend boeken. Het vatikaansche geheimarchief of het Archief van den H. Stoel is uit den aard het oudste der wereld en reikt lot in de eerste eeuwen van het chris- tendom. Door Paus Leo XIII werd het voor de wetenschappelijke onderzoekingen der geleerden van geheel de wereld ge opend. 't Was in 't jaar 1881. Diezelfde Paus vestigde tevens eene school voor oudschriftkunde, hiermede in verband. Men zou wellicht denken, dat eens te Rome, men maar eenvoudig naar het Yatikaan hoeft te gaan en men zoo maar in eens binnengelaten wordt om zoo goed mogelijk alles af te zien. In 't ge heel niet. Eerst en vooral moet men trachten een ingangsbrief te verkrij gen, hetgeen niet altijd gemakkelijk is. Is men aan Monseigneur den hofmeester Zijner Heiligheid bekend, dan kan het nog al zonder groote moeite gaan. Maar iedereen heeft deze eer niet en dan is het noodig te werk te gaan met aanbe velingsbrieven S*an dezen of genen koog geplaatsten persoon, ofwel, indien men vreemdeling is, de aanvragen te doen door bemiddeling van het gezantschap van zijn land. Maar dat is nog niet alles. Onder de bevoordeelden zijn verschil lende klassen. De goede plaatsen zijn al tijd het meest aangevraagd, en het on geluk wil, dat deze maar heel klein in getal zijn. Het grootste gedeelte moet zich vergenoegen met Zijne Heiligheid en het Pauselijk Hof enkel op den door tocht van den stoet te bewonderen, en al zijne krachten in te spannen om van verre, van heel verre, eenige zeldzame noten te hooren van het kerkmuziek. Het is dan ook niet te verwonderen dat het kostelijk ingangsbriefken, met den zegel der apostolische paleizen bekleed, met zooveel iever gezocht, en met zorg bewaard wordt tot den grooten dag. witte muren, tegen een van welke een kruisbeeld de armen, uitstrekte. Een bed, eenige stoelen, een tafel met een boek er op vormden de geheele bemeu beling. Toen C'ano het binnentrad, scheen hij in eene andere wereld te komen. Zoodra hij op het bed was neergelegd, kwam de pater-geneesheer naar den verstuikten voet zien hij verbond hem met zorg, beval den gewonde de groot ste rust aan, en verwijderde zich, ter wijl hij een kruis over hem maakte. Een jonge novice werd gelast, dag en nacht bij den zieke te waken. De kleederen van Alonzo waren bij hem op een stoel gelegd het zicht van het bloed, waarmee zij bedekt waren, had een smartelijken indruk op den on gelukkige teweeg gebracht, en hij zeg de met gebroken stem Neem. dat weg..., neem alles weg wat aan Hij voleindigde den zin niet en wend de het hoofd naar den muur, terwijl de novice de kleederen wegdroeg en aan een der broeders ging vragen, de bloed vlekken uit te wasschen en den'degen zorgvuldig te reinigen. Alonzo was op het punt in slaap te vallen, toen het geluid eener zware stem en van paarden hem uit zijne ver- dooving wekte. Hij richtte zich in het bed op en vroeg den jongen novice op verwarden toon Men zoekt mij zult gij mij over- DE AANBLIK VAN ST-PIETERS PLEIN Zooals altijd op de dagen der groote verhooren, was de aanblik van het zoo uitgestrekte St-Pietersplein, Zondag ontzagwekkend. Het geleek er waarlijk een mierenhoop. Drie, vier uren voor den lijd reeds komen van alle kanten de uitverkorenen naar het St-Pietersplein. Ze zijn ge jaagd, vreugde en hoop staat op hun ge laat te lezen. Het is niet moeilijk om te onderscheiden of ze vreemdeling zijn of niet. De eersten zijn onvermijdelijk de vreemdelingen die maar voor eenige da gen in Rome verblijven. De seminaris ten volgen korts daarna, dan de kloos terzusters, de paters en de studenten. Al dat volkje komt te voet naar liet Ya tikaan gestroomd. Het is heel eigen aardig om dan St-Pietersplein te bewon deren. De onmeetbare plaats ziet zwart van het volk. Hier en daar ziet ge eene roode, eene groene of eene blauwe vlek, die de tegenwoordigheid verraden van een groep Duitsclie, Spaansclie of Ame- rikaansche seminaristen. Tusschen al dat volk ziet ge honderden en honder den rondleurders, de eenen zitstoeltjes, de anderen mozaïkwerk, anderen nog postkaarten, bijzondere uitgaven der dagbladen, min of meer gelukte por tretten van den Paus aan 4 soldi, pater nosters, medaliën, enz., te koop bieden. De echte Romeinen zijn wat kalmer dan de vreemdelingen. Ze komen maar op het laatste oogenblik, als voorname personen, per rijtuig of per automobiel en geweerdigen zich enkel te komen wanneer ze een goed briefje bezit ten. BINNEN Aan de bronzen poort geschiedt de eerste verdeeling. De Zwitsersche wacht met hunne blinkende helmen, hunne lange lansen en hun stuur gezicht zijn de zifters Ze kennen nauwelijks eenige halve woorden italiaansch, doch genoeg om op het zicht van de witte briefjes te gebieden A destra rechts en aan de blauwe briefjes A sinistra» links De witte gaan naai de binnenplaats van Sint-Damascus, de blauwe beklimmen den koninklijken trap Gelukkige blauwen Onder het wakend oog van de Zwit sersche wacht, en der statige pauselijke gendarmen, langs den trap der boeken- zaal en den gang der landkaarten komt men in de zaal van den Hertog en de ko ninklijke zaal. 't Is een echte stroom van volk. Men hoort er zuchten en kla gen en kermen op alle tonen en in alle talen. De gendarmen doen het onmoge lijke 0111 het gedrang en het geduw te beletten, maar tegen zulk een men- schenstroom zijn ze onmachtig. De heeren drogen zich het zweet af, de damen rieken eens aan hun fleschje eau de cologne schikken op hun hoofd den zwarten sluier, die door het Yatikaan is voorgeschreven, terwijl de heeren zich zoo goed trachten te houden in de voorgesch re venen frak die een goedwillige kleerverkuurder aan de meesten mits eenige franken voor dezen voormiddag heeft afgestaan. Zeer opge merkt wordt een groep pelgrims uit Ca- labrië, dicht bijeen geschaard onder het beschermend oog hunnei' priesters. Ze dragen allen hun nationaal kostuum de vrouwen met een ïvit kanten doek op het hoofd, eene witte jak waarboven een rijk versierd keurslijf, en een veelkleu rige rok. Het mansvolk draagt eene korte rood floeren broek en een groote zwarten mantel. Allen dragen boven hunne kleederen een grooten zwarten schapulier met eene groote medalie. In eenen anderen hoek ziet men een groep Hongaren en Polen ook in hunne natio nale schilderachtige kleeding. Tusschen het volk bemerkt men nog een groot ge tal Amerikaansche zeelieden, die van de tegenwoordigheid der Amerikaan sche vloot in de Middellandsche Zee ge bruik hadden gemaakt om Rome eens te komen bezoeken. leveren Broeder, antwoordde de jongeling, wij zullen liever allen sterven, dan den gast des Heeren te verraden Cano's hoofd viel op de kussens terug en hij mompelde Hoeveel bloed hoeveel bloed De ongelukkige bedroog zich niet in zijne veronderstelling. Tarifa dacht, toen hij de soldaten ach ter den vluchteling nazond, die den tuin van Milagro door het overklimmen van den muur verlaten had dat hij nu toch den waren Cano in handen zou krijgen. Maar hoeveel vertrouwen hij ook stelde in de behendigheid van Tricordo en in de bekwaamheid der soldaten en van den alfarez, die ze kommandeerde, wilde hij toch het spel niet opgeven, vóór hij ze ker was, het gewonnen te hebben. Hij keerde zich met een minder bè- leefden dan wel ontevreden blik tot Mu- rillo, en zegde hem Bot is op het oogenblik mijne zaak niet, de rol die gij in deze zaak gespeeld hebt, goed of af te keuren, senor Este- ban Murillo de koning mag zelf oor- deelen, of een zijner schilders, hoe hoog hij ook bij hem moge aangeschreven staan, zich het recht mag voorbehou den, met de justicie den draak te ste ken en ze om den tuin te leiden, door middel van eene komedie, waarin den graaf Aguidas zich niet geschaamd heeft, eene rol te vervullen. Gij ïpeent Yerleden Zaterdag had Zijne Heilig heid nog vijf of zes admiralen der Ame rikaansche vloot en hunne officieren in bijzonder verhoor ontvangen. Yrijdag en Zaterdag heeft Zijne Heiligheid nog verschillende keeren een algemeen ver hoor toegestaan aan verscheidene hon derden Amerikaansche matrozen en hun eenige vriendelijke woorden toegericht. Aan de plechtigheid van Zondag zou den er nog meer matrozen hebben deel genomen had een onvoorzien geval hun ne reis naar Rome niet onmogelijk ge maakt. Al de matrozen van twee of drie schepen hadden eene aanzienlijke som bijeen gelegd om een bijzondere boot en een bijzonderen trein van Sicilië tot Ro me te bekomen. Ze hadden het geld en de aanvraag afgegeven aan een Sici- liaanschen beambte der ijzerenwegen. Doch deze, oordeelende dat het mis schien menschlievender zou zijn, die brave jongens de vermoeinissen eener reis naar Rome te sparen, stak het geld in zijn eigen zak en poetste voorzichtig heidshalve de plaatOngetwijfeld zul len die Amerikanen niet het beste ge- divcht over de Italianen mededragen DE PAUS IN AANTOCHT Daar weerklinkt op liet St-Damascus plein het muziek der Palatijns he wacht de pauselijke marclie spelende, het was het teeken dat weldra de i auselijke stoet zou voorbijtrekken. De Palatijn- sclie wacht met muziek voorop trad de ruime zalen binnen, en ging dan onder de bevelen der officiers de haag vormen. Korts daarna kwamen de soldaten der Zwitsersche wacht om den pauselijken stoet te beschermen. Intusschentijd gingen de bijzonderste uitgenoodigden langs de koninklijke zaal hunne plaats bekleeden in de Sixtijnsche kapel. De gezanten van de verschillende landen, omringd van het personeel van liet ge zantschap zijn er. Op hunnen doortocht boden de Zwitsersche en de Palatijnsche wachten de wapens. De leden van den Romeinschen adelde prinsen en de bij zonderste weerdigheidsbekleeders van het Yatikaan gingen ook plaats nemen op de bijzondere tribunen die hun wa ren voorbehoeden. DE ZUSTERS VAN DEM PAUS V an voor in de zaal herkent men on der cle genoodigden de zusters van Zijne Heiligheid. Op een oogenblik wist het iedereen. Langzaam gingen zij, half be schaamd, vergezeld van twee soldaten der Zwitsersche wacht, naar hunne tri buun. Zij waren heel eenvoudig in liet zwart gekleed en schenen, niettegen staande hunnen ouderdom, nog wel te pas. De eene zuster, Maria, gelijkt won derwel op Zijne Heiligheid. DE KERKPRELATEN Nauwelijks hadden de zusters van Zijne Heiligheid hunne plaats ingeno men, of de stoet der kardinalen en bis schoppen trad binnen. Yooraan gingen de oversten en de generaals der verschil lende kloosterorden. Daarna volgden in lange rij de kanunnikken van het Yati kaan, van Ste-Maria de Meerdere en van St-Jan van Lateranen, de advokaten van het Consistorie en van het tribunaal der Ruota. Deze werden opgevolgd dooi de prelaten, de bisschoppen en de pa triarken 't was een stoet zonder einde Tusschen de bisschoppen wekten ieders aandacht op een groep Oostersche prela ten in hun schitterend gewaad. De pa triark der schismatieke Jacobieten, Mgr Abdul Massich, onlangs met een groot deel zijner priesters bekeerd, was er ook. Daags te voren nog had Zijne Hei ligheid den bekeerling in bijzonder ver hoor ontvangen. De patriark zwoer de ketterij nogmaals af voor Zijne Heilig heid, die hem omhelsde en hem daarna een prachtig bisschoppelijk kruis en een gouden ring ten geschenke gaf. het pleit gewonnen te hebben, maar ik denk het niet. Vier soldaten zijn zoo even vertrokken en ik stel mij aan het hoofd der overigen. Ik moet mijne be trekking verliezen of Alonzo Cano.... Of Alonzo Cano zijn hoofd, mijn heer de magistraatzegde Murillo met bijtenden spot. Ik moet zeggen dat de strijd volkomen ongelijk is, zoowel in den aanvang als in de vervolgens aan gewende middelen. Ik zou tien rechter- plaatsen geven om de rechterhand van Cano En wat de middelen betreft, die gij gebruikt, een ongelukkigen gewon de een tiental soldaten achterna te zen den, schijnt mij niet bijzonder billijk. Pas op gij hoont de justicie Pas zelf op, senor Tarifa weet dat rechters, die bij het vervolgen van een schuldige meer hunne eigen bevorde ring dan de belangen van het recht op het oog hebben, niet waardig zijn den post te vervullen, die hun opgedragen Is dat een rechtstreeksche aanval? vroeg Tarifa. Zooals gij wiltik maak mij niet bevreesd, mannen zooals gij vechten niet. De plichten van hun ambt verbie den het hen. Eh hunne kleinmoedigheid belet het hen Graaf Aguidas wendde zich tot Ta rifa. De kardinalen waren bekleed meaa rood zijden cappa magna en wJL vergezeld van hun talrijk gevolg. VIl^ aan gingen de kardinalen-diaken,! 1 kardinalen-priesters en daarna de kal nalen-bisschoppen DE H. VADER Daar ziet men een blinkend kruir?1. voorschijn komen. Onder het volkr1^ stond er eene spannende beweging 1 Ier oogen waren gericht naar deFt- gangsdeur. Daar verschijnt liet pal£( lijk hof Alles wordt stil in de zaal.m-' groep ridders van Malta in hun pracf -• kostuum opent den stoet. Daarna V de eerewacht, de edelwacht, en eii-, lijk, omringd van eene drieduim haag van edelwacht, Zwitsers en parA lijke gendarmen, verschijnt c^e Pi,- Traagzaam, een weinig gebogen, eni A' een eenigszins moeilijken stap til Zijne Heiligheid vooruit. Hij is gal in het wit gekleed en heeft enkel|er( pauselijken stool als gewaad. Toen de stoet voorbij den groep (r, breezen kwam, konden deze geest! tige zuiderlingen hunne gevoelensJ'^y langer bedwingen. Opeens weerkl er een oorverdoovend handgeklap em^ luid geroep van Yiva Pio Decinl n Leve Pius X Zijne Heiligheid r| y te aanstonds het hoofd op, stak! rechter arm afkeurend omhoog en I, tot tweemaal toe: No, no «1* neen De pauselijke gendarmen ui j1(_ ten bijspringen om den geestdriftig Calabreezen wat te bedwingen. IedeLjp bemerkte met genoegen dat Zijne |jj~ ligheid er nog tamelijk goed uit|gcj doch dat hij nog niet de bloeiend! zondheid van zoor zijne ziekte heeL ruggekregen. Het zien van den Pal bijzonder indrukwekkend, bij vele Lra, schen blonken tranen van aandoenii yy de oogen. I, De stoet werd gesloten door een J -c kameniers, door den biechtvaderL011 geneesheer en den apotheker van F Heiligheid en eindelijk door een ijje1 soldaten der Zwitsersche wacht. |L0( id, DE DANKMIS EN HET TE DEUMp ni W Toen de Pauselijke stoet in defftf* tijnsche kapel binnentrad, hief hetl het prachtig Tu es Petrus aal6 -z- bisschoppen, de prelaten en de kan,21,1 len gingen plaats nemen op de bff' dere tribunen die hun waren voorbf '-ei den, terwijl Zijne Heiligheid ginglWls len op den rijk versierden troon df° 2 gericht was langs den kant vaïj^' Evangelie. Yolgens gewoonte wort' 1 mis van dankzegging opgedragenP-'Y den kardinaal die de eerste dooij1^1 nieuwen Paus genoemd werd. Deier-A viel te beurt aan kardinaal Mern' Val, nu staatssekretaris Zijner BI t? heid. Yan op zijnen troon woont!' r Heiligheid de mis bij, zegent den! ■•ook en leest nog eenige gebeden.P Het muziek der mis wekte iedaD el bewondering op. Na de mis hief lelii Heiligheid zelf liet Te Deum dankzegging aan. Na deze plecktifm1' keerde de stoet in dezelfde orde ent denzelfden weg terug. Ikofl NA DE GODSDIENSTIGE PLECHTIr toi De pauselijke gendarmen, de sclie wacht waren geheel den dag L groot uniform gekleed. Aan de biL poort, wapperde de nieuwe praf vlag der Zwitsersche wacht term den binnenkoer van Sint-Damascf pauselijke vlag en de vlag der paL sche wacht geheschen was. Gansllu j namiddag speelde het muziek der lijke gendarmen en der Palatili V wacht hunne schoonste stukken L_„ binnenplaats van Sint-Damascui kwartier van het Yatikaan en liet Lj go waren prachtig versierd. Gelief niet te vergeten, zej dat Esteban Murillo mijn gast is wat er ook gebeure, ik verklaar schermer te zijn van hem, dien volgt. Zooriep Tarifa woedend allen verdedigt hem En God zal ons bijstaan Murillo er bij. De graaf' en de kunstenaar vt het huis van Milagro en de reek sprong te paard. Wij gaan uwe kameraden moet, zegde hij tot de soldaten. Er was slechts weinig tijd vei tusschen het oogenblik, waarop van den muur in de baan sprong, waarop Tarifa besloot hem na te De ut van Alonzo Cano, de zege oi vier vervolgers behaald, hadden! men slechts eenige minuten g en indien de huurder van het G Huis gevat was, zou Tarifa den gene en het geleide ongetwij' korten afstand ontmoeten. Dit gebeurde echter niet, en begon te vreezen, dat Alonzo op paarden van graaf Aguidas oi was, en degenen die hem moes! pen een eind wegs meegelokt h; hij na de groote, met boomen laan te hebben verlaten en eene het veld ingereden te zijn, e< aan zijne linker hand eene gr< lieden rond de bouwvallen van zag staan. (Wordt voo; ïleec (fged jelie was dil Lie It gi, iens( in h< kei en, c [baclc igen 111 W( itje Zee: Gro ;mee [er nc in zo* niet en ichei len d Lie t er :el e gij 5ai 'tje Ie ma goed laii ïii ik n :unn

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1913 | | pagina 2