hst Id Cautie! m issemei R.Vai! '4 w*mm Nationals Vlaamsclis Onderneming van alle Lood- en Zinkwerken voor gebouwen lÉiEil ifL^J wjm m >i Saaislaoza Tnsctfsthp 153 S>a ksvikenbatcerij, mag ons tar tvCfskn. van ai da eaivaasgsi niet OTerassstemd mat da aanfc j niet o c c 'tZlja üg nationals Vlaamsrös BorstisalsemitlHan. V. DE VALKENEER, Apotheker, Plaatsing van Qaz- en Waterleiding Cb schoensfe pijpen, Db fcsste tabak, Da fijnsia. sigaren, OMT ZIEN m OORDEELT! AALST, ÊC@!-is ZoTïtsïraai, 54, AALST. 35-0 o5' uitgever J. Van Nlffkl-Db Genot. 10, Diepstraat, Ar, tv/er pen :V sa J GAZSESTIG AALST WIJST DE IN EET EÖGF met de 4» Geene sclieele hoofdpijn, nooit andere smarten meer in 'i ficcfd Fr. 0.4© bet proef pais, S fr. dc doos van 6 païdien V* :/«V^' 3UIVCR «LtiSÜHiUfS wcr.vcM gcea vci'giiHgiiig en ec!»'i7sTi ffiigM£ü af i 33 G?cn gehefrozfnafge oogesteSdoecleB tneer ffè wclfcc eensklaps de familiën angstig aantasten üoor de wetten der gezondheidsleer. ZUIVER fJ.U&SGHSaa oxy:!cerl en fei eek* S230ITI Ocen lastig vertinnen meer! Het onderhoud der keukcnartikclen in zuiver aluminium is gemakkelijk en goedkoop, zonder groote kos ten en zonder groote moeite. Wilt ge mar mieten, casserolen, deksel», kookpannen, schotels die nooit uw keuken met hunne stuk ken en brokken bezaaien! Kiest dan een keuksRgerie! in zuiver aluminium; dit Is het incest weerstand biedende der metalen. Z155VEH &UJ8HKI3JS8I ts he§ GS553- KU3?STE:, fiie* VGORSÜËÜGSTË (Tictaai 5 Rst metaal daï a*£fJ«B eend inner» ïyke KAASDE behou&l. Bij uitstek is het c",e geleider der warmte en 't verzekert eene besparing van 50 o/0 in het verbruik vsn brandstof, in verhouding tot tie andere metalen. Zeasünj frcnco vrsc Vraagt ons voor de voorwerpen, hierb behoorten. Langs de tuinen en boomgaarden, die de boorden van den Orontos versieren, reisde ik naar Emesa, Damascus, Bostra en Philadel phia, tot wanneer ik hier aankwam. Ziedaar, broeders, mijne geschie denis. Laat mij nu de uwe hooren. MELCHIOR. De Egyptenaar en de Hindoe zagen elkander aan de eerste wenkte met de hand, de andere boog ten teeken van goedkeuring en begon Onze broeder heeft goed gesproken, mochten mijne woorden even verstandig zijn. Mijn naam, broeders, is Melcbior. Mijne taal is, zoo niet de oudste der wereld, dan toch de eerste, waarmede men zich van de schrijfkunst bediende ik bedoel het Sanskriet van Indië. Ik ben Hindoe van geboorte. Mijn volk beeft altijd de paden der wetenschap bewandeld en wat er ook gebeuren moge, de vier Veda's moeten blijven bestaan, omdat zij de bronnen van den godsdienst en van alle nuttige kennis zijn. Ik ben een geboren Brahmaan. Voorschriften regelen dus mijn leven tot in de minste daad, tot in zijn laatste uur. Ik kon niet wandelen, eten, drinken, of slapen, zonder gevaar te loopen een der regelen te overtreden. En de straf, mijne broe ders, zou mijne ziel treffen. Van den aard der overtreding hing het af, of mijne ziel naar den hemel kon gaan, zij bet ook den laagsten, dien van Indra, of teruggedreven zou worden om te leven in eenen worm, eene vlieg, eenen visch of een wild dier De belooning voor volmaakte gehoorzaamheid is de zaligheid, een opgaan in het Brahma, hetgeen niet zoo zeer een zelfstandig bestaan, als wel een volkomene rust is. De Hindoe zweeg voor eenige oogenblikken, daarna ging bij voort Toen ik mijne studiën voleindigd had, en dat ik tot de tweede orde kon toegelaten worden, dat is te zeggen, toen ik in het huwelijk mocht treden en een eigen gezin hebben, begon ik naar alles een onderzoek in te stellen, zelfs naar het Brahma want, sedert eenigen tijd was voor het oog mijns geestes een schemerschijn van licht opgegaan en mijne ziel smachtte om dat licht van nabij te beschouwen. Eindelijk, na lange jaren werkens, stond ik in het volle licht en aanschouwde het grondbe ginsel van het leven, de ware grondslag van den godsdienst, den band tusschen de ziel en God de Liefde. Het gerimpeld gelaat van den ouderling schitterde van innerlijke vreugde en hij vouwde de handen tot een dankgebed. De liefde is slechts gelukkig wanneer zij in werking is, zoo ver volgde hij. Aan hetgeen men bereid,is voor anderen te doen kan men haar toepassen. Ik kon niet rusten. Brahma had zooveel ellende over de wereld gebracht. Het eiland van Ganga-Lagor, is gelegen daar waar de heilige wate ren van den Ganges zich in den Indischen Oceaan uitstorten. Ik hoopte rust te vinden in den schaduw van den tempel aan Kapila gewijd, om mij daar met zijne jongeren in het gebed te vereenigen. Maar tweemaal 's jaars kwamen gansche scharen bedevaarders die plaats bezoeken. Hunne ellende vuurde mijne liefde aan. In het begin legde ik mijzelven met geweld het zwijgen op, want één woord tegen het Brahma zou mij in het verderf storten, één dienst aan de uitgebrande Brahmanen bewezen, die zich naar het verzengende strand sleepten om daar te sterven, één zegenbede, één glas water zou mij tot eenen van hen maken, verloren voor familie, land en voorrechten. t Maar de liefde overwon. Ik sprak tot de tempelhewoners, zij toonden mij de deur. Ik ging tot de pelgrims, zij verjoegen mij met steenen. Op de wegen trachtte ik te prediken, mijne aanhoorders liepen van mij weg, of trachtten mij te dooden. Nergens in Indië kon ik ten slotte vrede noch veiligheid vinden zelfs niet onder de bannelingen, want hoe diep zij gevallen waren, zij bleven gelooven in Brahma. Tot het uiterste gebracht zocht ik een eenzame plek, waar ik voor allen, behalve voor God, mij schuil kon houden. Ik volgde den Ganges tot aan zijne bronnen. Zoo kwam ik in het Himalayagebergte. Mijn weg voerde mij langs duize lingwekkende afgronden, over gletschers, nu in de hoogte, dan in de 'diepte, totdat ik het wonderschoone meer Tso bereikte, aan den voet van een drietal rotsen gelegen, die hare met altijd sneeuw bedekte kruinen hemelhoog in de lucht verheffen. Hier was ik zinnens mijne tent op te slaan, en te verblijven tot wanneer het God zou behaagd hebben mij tot zich te roepen. t Op zekeren avond wandelde ik langs het meer en riep Wanneer zal God verschijnen en mij tot een beter leven roepen Is er dan geene verlossing Op hetzelfde oogenhlik vertoonde er zich een lichtvonk op den donkeren waterspiegel. Weldra verrees een ster, die dichter en dichter kwam, totdat zij hoven mijn hoofd bleef staan. Haar glans ver blindde mij. Ik viel ter aarde en toen ik daar lag hoorde ik eene stem, zeldzaam liefelijk, die tot mij zegde TTwe liefde heeft overwonnen. Gezegend zijt gij, zoon van Indië! De verlossing is aanstaande. Met twee anderen, komende van de uithoeken der wereld, zult gij den Ver losser zien, en van zijne komst getuigen. Maakt u morgen ochtend reis vaardig, ga hun te gemoet en stel al uw vertrouwen in den Geest die u zal geleiden. «Van dat oogenblik is het licht van mij gebleven ten teeken dat de Geest met mij was. Ik vertrok dus met het krieken van den dageraad en teerde langs denzelfden wes terug als ik gekomen was. Onderweg vond BALTHASAR. De levendige Griek barstte los in betuigingen van blijdschap en ge lukwenschen, waarna de Egyptenaar, met zijnen gewonen ernst, zegde Ik groet u, mijn broeder, gij hebt veel geleden en ik verheug mij in Ja uwe overwinning. Weest nu beiden aandachtig, dan zal ik vertellen wie ik ben en hoe ik geroepen werd. Wacht een oogenblik. Hij ging buiten om de kameelen vast te binden, terugkeerende nam ie hij plaats tusschen zijne twee reisgezellen. Daarna begon hij zijn verhaal: ie Mijn naam is Balthasar. Ik ben te Alexandrië geboren uit een vor- l stelijk en priesterlijk geslacht, en ontving bijgevolg eene opvoeding vol] gens mijnen rang. Al heel vroeg- werd ik ontevreden. Men had mij ge. leerd, dat na de dood de ziel opnieuw moet beginnen, van den laagsteij trap opwaarts, onverschillig hoe men zich gedurende het aardsch hestaaa gedragen heeft. Die gedachte verontrustte mij. Weihoe? Werd dan geen onderscheid gemaakt tusschen hoozen en goeden? Maar ik had geleerd pi wat vele honderden jaren geleden in mijn land voorgevallen was met Hebreeuwsche volk, dat als laven onder ons woonde. Die lieden beweer] den den eenigen, waarachtigen God te dienen hoe zij na vele wonderen en teekenen uitgelegd werden, en hoe de Pharao, die hen met zijn leger achtervolgde, met allen die hem vergezelden, den dood vond. Die God was onders ons niet vergeten, en hoe langer ik over nadacht, des te grooter werd de overtuiging in mijne ziel, dat de godenlk mijns volks niets waren in vergelijking met den God den Hebreeuwen. Maar als die God, volmaakt rechtvaardig volgens hunne leer, over het lot van levenden en dooden te beschikken heèft, dan behoefde ik mij niet langer ongerust te maken, dan moest, wanneer men stierf, en de schei- n ding plaats heeft van ziel en lichaam, de ziel van den booze verloren zijn, ?l die van den goede echter tot een hooger leven ingaan, niet het nirvana ij van den Boeddist, noch de ontkennende rust van den Brahma, o Mei- chiornoch in dien toestand, o Gasparwaarvan uwe priesters leeren, maar tot een leven, een heerlijk, werkzaam, eeuwig leven een met God. Op zekeren dag begaf ik mij naar de aanzienlijke en meest bezochte ei wijk van Alexandrië en sprak tot de menigte over God, de ziel, het goed en het kwaad, en over den hemel, die den braven wacht. U, o Melchior, steenigen zij, mijne toehoorders lachten mij uit. Ik beproefde het nog maals, zij wierpen met steenen naar mij, bespotten mijnen God en mijnen hemel. De Hindoe gaf een zucht wanneer hij dat zegde. De vijand van den mensch is de mensch, mijn broeder. Balthasar hield het stilzwijgen. Lang dacht ik na, ging de spreker voort, over de oorzaak van het it mislukken mijner poging na eenigen tijd ontdekte ik haar. Eene dagreize van de stad verwijderd ligt een dorp door herders hoveniers bewoond. Ik ging er heen. 's Avonds deed ik het volk bijeen komen, mannen en vrouwen, de armsten onder de armen. Ik verkondigde hun hetzelfde wat ik in de stad gepredikt had. Zijig lachten niet meer. 's Anderdaags 's avonds sprak ik weder, zij namen mijne aanspraak met blijdschap aan, en verkondigden, op hunne beurt^ mijn woord aan iedereen die zij ontmoetten. Toen ging ik naar de stad terug en onder een heerlijken sterren- n hemel kwam ik tot de overtuiging Die eene hervorming wenscht tot v\ stand te brengen, beginne niet bij rijken en grooten, maar ga liever tol hen die niets bezitten, dat is tot de armen en nederigen. Nu ontwierp ik mijne plannen voor de toekomst. Het eerste wat ik deed, was mijne uitgestrekte bezittingen verze keren, opdat het inkomen ten allen tijde zou kunnen gebruikt worden voor de hulpbehoevenden en noodlijdenden. Dat volbracht hebbende, begon ik mijne zwerftochten langi Nijl, in de dorpen, onder alle stammen en predikte den éénen waren God, een leven in gerechtigheid, met den Hemel als belooning. Ik heb ti j goed gesticht, hoeveel hoef ik niet te zeggen. Ik ben zeker dat er velen bereid zijn Hem te ontvangen, dien wij nu gaan zoeken. Hier zweeg de Egyptenaar een oogenblik, daarna ging hij voort Gedurende die jaren, mijne broeders, kwelde mij ééne gedachte Wat zou er van de goede zaak worden, als ik heengegaan was? Zou zi; met mij ophouden te bestaan Ik droomde van eene inrichting als de betooging van mijn werk. Ik heb het beproefd, maar het lukte niet. Neen. A de toestand van de wereld is van dien aard, dat, om het oude Egyptische 1 geloof te herstellen een hervormer noodig is met meer dan menschelijke macht bekleed; hij moet niet alleen komen in Gods naam, hij moet zijn woord met bewijzen kunnen staven. Aarde en lucht zij vol van valsche godheden, dat een terugkeer tot den éénen waren God alleen kan plaats vinden langs bloedige paden, dat is te zeggen de bekeerlingen moeten liever willen sterven, dan hun geloof prijs te geven. En wie anders kan mei ge- Gelijk alle jaren zien we reeds nieuwe geneesmiddelen tegen de val li Al die wondermiddels die tijdelijk verimiiièu maar uoxsn. verdwijnen na eeitig® weken leeftijd. Ken middel ldijft en zal jaren lang nog beslaan Deze u'Hen enkel uit zuivere plantenaitlreksels samougesiald, bevatten noch scheikundige noch schadeloozs stoffen. Eenieder vraagt zich af hoe het komt dat de Nationale. Vlaaineohe Borslbalsempillen van jaartotjaar in naam komen. Hoe hot komt Wel vraagt het aan de zieke, aan de Dorst lijder» en ondervindt het zolf zoohaast gij eens eene valling of een» verkoudheid hebt, of een steek te in d» xijd» of een hoost die niet weggaat), of (luimen en aluirnon dio uwe longen en looapijpen belemmeren, of dat gij alaneloox» nachten doorworstelt terwijl gij bevangen r.ijt on den adem. Dan xult gij Ued. zelf beantwoorden en zeggen 11 e Naliouale Vlaatnaohe Boralbalaemuiilen blijven bestaan os- dat zij genezen. Oe doo» 1 Fr. per Post Fr. 1,10 Algemeen Dépdl Volksapothesk St. Jozef,- Eaplanatlepleiil (NABIJ DIS STATIE) AS LOT. - -'-093 TJJ ALGF.il EEK-U BPOT Acolbnek LE PROGSÈS, rue.Er,Ir3 2 Foals, 80. Luik worden GOEDKböPST vetkQolit bij joep?? iUPUfi Leopaldsfrcsat, 46, J&. jLj T 6 on het Jeuksel is gedaan. Gewaarborgd gGneesmiduol tegen uile beiziekteH, zoor.ls: xïlt, puisten; h^amr?rai| bfiariÏKittWsB, ssi-Hirft, Bwelfe'cörat, enz., te langoin te melden Ir, één w rd, het is 'c bests middel dat er bostaat. WACHT U VAN NAMAAKSELS Dc pot: f.23; 'Ie halve pot0.73 post8.Q5 opleg. Bloedzuiverend middel: l,2S.T« verkrij gen ia alle goodo apolhskvn. Iloot'ddepot voor de Vlaaiidereu P. DE MEULICNAERE, Steen- dam, GENT. De Valkeneer, Aalst. Roman, Dendermonde. Van der Kelen, Gecraardsber- geu. Tuypens, St-Nikolaas. 541 Uilgozochlo Coke Grovo Coke per 10 H. genomen Grgsilion N° 2 id. N° 1 MEN BESTELT TEN HUIZE 630 Telephoon 13 en 55 OVERAL VERKRIJGBAAR.- Verzending lenen postzegels loegosluard aan P. PARMENTIER, la IBorlanwetZ. I B D

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1913 | | pagina 10