De Zesdagenkoers te Brussel De lijkp.'echtigheden van Paul Déroulède, te Parijs Eeu monument aan kapitein Scott, te Lausanne De heer Francis de Pressend Nog de Dnitsche inmengeling in.de Russische kanontabrieken Poutiioit ZONDAG I5SFEBRUARI <1914 1 Kardinaal Gomari ;i ill Het bevelhebberschap over de Landweer In het Groot-Hertogdom Luxemburg •t nne (Zwitserland) is een monument ingehuldigd geworden, ter na is aan den ontdekkingsreiziger kapitein Scott.Op onze photogravuur (van links naar rechts)de heer Mirande, professor aan de fakulteit Irenoble (Frankrijk), de scheepskapitein Drake, die aan de expeditie var «in Scoit deelnam en de heer Charcot, dokter, die voor het gedénkmaal redevoering uitgesproken hebben. diepte Rome komt te overlijden. Het ve/irek. e zesdagenkoers te Brussel is dus loopen met eene prachtige over ling der Vlamingen. Wij zeggen winning, alhoewel in den uitslag uist dat woord niet,beduidt dat de ningen al de eereplaatsen verover- doch, wij willen hier bepalen dat vens Van Houwaert, de oude msche Leeuw, die met Stol den 8 won, benevens de Vlaamsche jen Leon Buysse-De Pauw en Mar- Buysse-Van Lerberghe die tot het e in de hoofdgroep waren, na hun- erloren ronde ingehaald te hebben, de Vlaamsche rijders De Baets-Per- Van de Velde-Van den Berghe, brechts - Spiessens, zich in deze t koersen, welke bijzonder lastig naast de besten wisten te plaatsen, nerikanen, aan die karweitjes ge- l, als Mac Farland, verborg het pzins, dat hij nooit zulke koers had iwoond, en zonder de ondervinding Root, Moran, en andere Ameri- eche zesdagenmannen, waren zij rlijk op den achtergrond gedron- gen. 't Is hetgeen een Duitsch sport blad deed uitschijnen, toen het vermeld- Je, dat de Amerikanen van nu af opge- ïouden hebben de besten te zijn voor le zesdagenkoersen. Zij hebben hunne meesters gevonden in de Vlamingen, evenals de o-ekendste Fransche baanren ners in de lastigste koersen, op hunne eigen banen, regelmatig afgedroogd worden door die zelfde Vlamingen. 't Is nu twee jaar achtereenvolgens, dat de Belgen de Fransehen in de Ron de van Frankrijk geklopt hebben in den zesdagenkoers van Brussel stonden de Fransclien ook beneden de Vlamin gen de sportliefhebbers mogen dus ge rust zijn, het derde jaar zal de twee vo rige jaren gelijken. Onze photo is genomen, toen de rij ders zich gereed stelden om den koers aan te vangen. Men ziet er Van Hou waert met zijn lange jas aan die Stol vasthoudt, dan verders Comès, Mi- quel, die Lapize houdt; Poulain, Mac Namara, enz. advokaat en verdediger van Dreyfus onlangs te Parijs overleden Dezer dagen had te St Petersburg de inhuldiging plaats der nieuwe gebou wen van de Russische kanonnenfabriek Poutilcff. Onze photo geeft hier de beheerders, de gezanten van het ministerie van zeewezen (links), en den Russischen en Duitschen financiersgroep, die de noo- dige fondsen verschaften tot de vergrooting der fabrieken, weer. Redevoering van M. MARCEL HABERT voor de Kerk van St-Augustinus. Wij «even hierboven h,L portret weer van majoor Van Dijck. de huidig» aanvoerder der gewapende macht van het Groot-Hertogdom Luxemburg. Hij is tevens aide-de- camp van H. K. H. Mevrouw de Groot Hertogin. Na de godsdienstplechtigheid, wordt het lijk van Paul Déroulède terug voor de kerk gebracht. Verscheidene spre kers bestijgen de tribuun die voor de kerkdeur werd opgetimmerd. M. Marcel Habert, beklimt vol aan doening het gestoelte. Hij komt zijne smart te boven niet om te weenen maar om deze te vereeren die in zijne laatste levensstonden tot zijne zuster zeide Ik wil niet dat gij weent; rood ge weende oogen zie ik niet gaarne. Eene plechtige stilte keersckt weldra op het kerkplein en M. Habert spreekt: Deze betoogdag zal de laatste niet we zen, want van heden af leggen wij den eed af in Parijs, en dit met de mede werking van al de patriotten van Frank rijk, de beeltenis op te richten van dien grooten Parijzenaar en grooten Fransch- man, tot zinnebeeld van de volmaaktste en zuiverste vaderlandsliefde. De spreker legt de zoo edelmoedige en krijgshaftige loopbaan bloot van den vrijwilliger van 1870, den stichter van den patriottenbond, van het parlements lid, van den banneling. Terugkeerend uit het ballingschap, lijdt, hij reeds aan de kwaal die hem wegvoeren zal, gansch bedroefd en ver ontwaardigd door de godsdienststrijden waaraan hij niet onverschillig kon blij ven.. Ixl1897 eindigde hij zijne a Chants du Paysan door eene geloofeakte, ge titeld Credo Ik gelooi in God. Frankrijk, be droefd en terneergeslagen, laat zich zij ne ziel verdrukken en zijn wensch ver krachten. De groote natie slaapt een slaap die doodt. Maai' het uur der ont waking zal komen. Ik geloof in God. Gansch aangedaan schetste de spre ker de laatste dagen van zijnen vriend, die, gansch afgemat, steeds heldhaftig was hij eindigde met deze woorden Gij zijt verzekerd, mijne lieve ka meraden, dat zijne ziel voortleeft, gij gelooft evenals hij, dat de God der Heirscharen, de beschermer van Frank rijk, hem eene zegevierende ontvangst heeft voorbehouden en, wijl gij de droeve gebeurtenissen uit uwen geest houdt, zijt gij bereid alsof hij nog in uw midden was, den hoop- en geloofs- kreet te uiten van a Leve GodLeve Frankrijk

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1914 | | pagina 1