De Vergiffenis van den Monnik DE VERJAARDAG DES KONINGS MOEDERSMART DE WAPENSCHOUW TE BRUSSEL. De nieuwe officieren-tuniek en helm. Woensdag-, ter gelegenheid van den verjaardag der geboorte van koning Albert, onze vorst is gebore nte Brussel, op 8 April 1875, en dus 39 jaar oud,' werd er te Brussel, op de Louizalaan, een wapenschouw gehouden. Eene ontzaglijke menigte verdrong zich langs de baan. waar de troepen opgesteld waren. De wapenschouwing werd gedaan door generaal Bonhomemeer dan 5.000 soldaten namen er deel aan. De nieuwigheden van den dag waren de honden, de mitrailjeuzen trek kend, alsmede een peloton soldaten van het 9' linie, met den nieuwen helm op het hoofd. Om 11 1/4 are was de wapenschouwing afgeloopen en generaal de Bon home nam plaats rechtover het Koninklijk Paleis, waar de défilé plaats had. Aan de vensters hadden de koningin, de prinsen Leopold en Karei en de prinses Marie-J té plaats genomen. goddelooze bloeddorstige monsters, die u verraden hebben. 0, de vloek eener moeder ruste op hen. Stil, moedervervloek niemand, en zoo gij iemand wilt vervloeken, ver vloek dan mij. Nu ben ik gereed, ver volgde hij, zich tot de gerechtsdienaars wendende. Toen men hem de handboeien aan legde, bemerkte men voor de eerste maal, dat hij eene diepe snede had in de hand, die nog bloedde. Waar hebt gij de wonde gekregen? vroeg ik hem in de hoop dat zijn ant woord aan de zaak eene betere wending- geven zou; maar hij bleef stom en schudde slechts treurig het hoofd. Tiet zou onmogelijk zijn, de onbegrensde droefheid der ongelukkige moeder te beschrijven. Zij bezwoer zijne onschuld, noemde zich zelve zijne moordenares, smeekte nu den vrederechter, dan mij of de omstaanders, haren zoon te hel pen redden, en men moest haar half met geweld vasthouden om den jongen man te kunnen wegleiden. De troep met de gevangenen stelde zich in beweging en de beklagenswaar dige moeder zeeg daarop in onmacht, die haar het ongeluk voor een tijd deert vergeten. II. De gevangenen werden naar Maidsto ne vervoerd, waar hunne zaak na korten tijd voor de rechtbank kwam. Het innit belang-, dat. ik in het lot van moeder en zoon stelde, vergunde mij niet, den uit slag van het proces werkeloos af te wachten. Daar ik bovendien als getuige was opgetreden, begaf ik mij eenige da gen v roeger naai* de stad en poogde New-land over te halen door eene op rechte getuigenis, tegen zijne nietdeu- g-ende makkers, zich zeiven van een smadelijken dood en zijne moeder van wanhoop te redden. Ik drong te sterker bij hem aan, wijl ik uit verschillende omstandigheden wel vooruit zien kon, dat een van de Strange's anders eene taak op zich nemen en liem opofferen zou. Al mijne voorstellingen dienaan gaande bleven echter bij den jongeling- vruchteloos; want Anna was- mij voor geweest, en had hem door valsche be loften in naam harer broeders de toe zegging afgeperst dat hij zijne kameia- den in geen geval ven-aden zou. Eindelijk brak de gevreesde dag aan Reeds van den vroegen morgen was het Gerechtshof met menschen opgevuld, en ik nam plaats in de bank der advokaten. Ik liet mijne oogen rondgaan en zag den zoon der 'weduwe tussclien twee zijner eveneens geboeide kameraden, en met verre van daar, maar zonder banden, den derden broeder, gereed, om als ge tuige op te treden. Ik huiverde door dat De soldaten van het 9' linie met den helm. Er hadden nergens ongevallen of incidenten plaats. Dat er heel wat gepraat wordt over den helm der soldaten, hoeft niet gezegd te worden, 't Is zoo met al wat nieuw is. De eenen vinden hem krijgs haftig en de anderen kinderachtig de eenen vinden dat de soldaten er goed mede staan, terwijl de anderen weer beweren, dat het schijnt alsof het hoofd der soldaten veel te....... klein is voor zulke helmen. Wie daar best, kan van praten zijn de soldaten zelf die hem te dragen hebben. De soldaten verklaren dat de helm veel lichter is dan de shako, dat de lucht er ruimer binnendringt en dat er met den lielm, geen riempje aan de kin noodig is, hetgeen voor de op marsch zijnde soldaten eene onuitstaan bare pijn en hindernis was. Daar de eerste proef schijnt bevallen té zijn, mag men er zich dus aan /erwachten weldra alle linieregimenten met helmen uitgedöscht te zien. (Vervolg, Men had de vier gevangenen den avond te voren naar de Fransehe kust onder zeil zien gaan. met het kennelijk doel om dien nacht koopwaren binnen te smokkelen, en niemand kon zeggen, wanneer zij waren teruggekeerd. Ook bracht men den brie! te voorschijn, waardoor de policiebeambten gewaar schuwd waren en waarin ik oogenblik- kelijk de hand van Ferdinand's moeder herkende. De brief bevatte den volgenden in houd u Iemand die een braaf jongeling van het verderf wenschi ie redden, bericat de hee- ren commissarissen, dat een met kanten en zijdenstoffen beladen boot den 15"" dezer tegen middernacht heneden Filkstone los- sen zal. Het is te denken, dat zij met vier koppen bemand zal zijn en dat de goederen over den heuvel gebracht worden naar het huis van John Strange. De bewijzen tegen de gevangenen schenen klaar en ontegensprekelijk, niettemin bleven de gebroeders met duizend eeden hunne onschuld betui gen, terwijl Newland, toen men hem af vroeg, of hij ook iets ter zijner verde-j diging had in te brengen, stom en be- weegloos bleef staan, en van hetgeen om hem voorviel volstrekt geene be wustheid scheelt te hebben. De vrederechter had het bevel tot. hunne gevangenneming juist ondertee kend, toen Aewland's moeder het ver trek kwam binnenstuiven. 0, wat heb ik gedaan? riep zij op een toon, die ons allen door het hart sneed, en wat hebt gij gedaan, mijn on gelukkig kind? Waarom staat gij bier, mijn zoon, en vat is dat voor bloed aan uwe handen? Hij is onschuldig, mijnheer, zeide zij tot den w-edereehter, zeker, hij is onschuldig. Hij, een moord begaan!.... Hij, die altijd zoo zacht en goed was, totMaar neen, ik mag daar niet van spreken. Dat is nu voorbij, de verbinte nis is verbroken, en hij zal opnieuw de troost worden zijner verlatene moeder. (jij zult met mij gaan, niet waar Fer dinand? Newland zuchtte diep. Ik kan niet met u gaan, moeder, jammerde hij, ik moet naar de gevan genis en dan naar het schavot. Naar de gevangenis en het scha vot, zegt gij? Neen, neen, onmogelijk, dat kan niet gebeuren Daarom deed ik het niet; u gaf ik niet aan, maar die'dwongen. gezicht en eene heimelijke verachting tegen den booswicht steeg m mijn bin nenste op. l)e deurwaarder gelastte t.lians stilte. Oogenblikkelijk hield alle gefluister op en men had eene naald op den grond kunnen hooren vallen, terwijl de akte van aanklacht werd voorgelezen; /nj be schuldigde Zacharias,Thomas en hduard Strange, benevens l'erdmand Newland, van het vermoorden van een tolbeambte en van eene poging om verboden goede ren te smokkelen. Op de gewone vraag verklaarden de Strange s zich rooi ge- heel onschuldig, maar Newland nep me vaste stem Aan het eerste misdrijf onschul dig, schuldig aan het tweede Niet schuldig; niet schuldig aan moord riep eene stem boven van de ga lerij. Hoor dat, heer rechter! mijn zoon is onschuldig0, laat hem gaan, laat hem gaan De toon, waarop deze woorden wer den uitgesproken, scheen alle aanwezi gen versteend te hebben. Ik zag op, en daar stond de ongelukkige moeder met opgeheven annen, gevouw en handen, en de starende oogen op haar kind gericht. Hare ldeeding was geheel in wanorde, hare muts verschoven, haar half grijs haar los op de schouders neerhangend, en haar groot, donker oog onbewege- lijk. Intusschen had de rechter zich van zijnen zetel opgericht. Goede vrouw, sprak hij op zacli- ten, maar ernst.igen toon, gij moet stil zijn, en zoudt nog beter doen met de zaal te verlaten. Ja, ja! riep zij, maar hebt gij het dan niet gehoord? Hij is onschuldig, ik wil dat bezweren. Dat mag niet geduld worden, her nam de rechter. Deurwaarders, doet uwen plicht en herstelt de orde. Maar zelfs de gerechtsdienaars be handelden haar met goedheid en bewo gen haar, stil te blijven. En nu ver klaarde de openbare aanklager, dat T Strange door het tolbestuur als getuige aangenomen en de aanklacht tegen hem uit dien hoofde ingetrokken was Hierop sprak de jury, op het. voorstel van den rechter dezen man vrij en deed hem de bank der misdadigers verlaten. Thans worden de getuigen gehoord, en daaronder ook ik, doch er kwam niets aan het licht, dat den jury tegen een dei- aangeklaagden eene wettelijke zeker heid had kunnen verschaffen, toen de beurt ten laatste aan den medeschuldige kwam. Deze droeg zijn verhaal bedaard en in den besten samenhang voor. Hij bekende, dat zij alle vier met het in- sluiken van verboden goederen waren bezig geweest, en dat zelf zijn broed }r Eduard en New-land dezen op de schou ders hadden, toen de tolbeambten hen ovei vielen en tot eene overhaaste vlucht (Wordt voortgezet.) (61"te Vervolg.) Is uw vader u ter hulp gekomen? Hij? Nooit. Hij wil dat ik naar lndië ga. Hebt. gij dan geleend? Mijne vrienden zijn juist zulke doorbrengers als ik. Dan begrijp ik het niet, zegde Lello. Mvfffe moeder heeft diamanten, zegde Francesco. Heeft zij ze voor u verkocht Neen, dat zou ze voor mijn vadei niet durven. Waar komt dan dit goud vandban liki geloofde u sterk genoeg, om het te iaden, zegde Francesco. Gij zegt, dat uwe moedei hare dia manten niet verkocht heeft. Neen, maar ik heb ze voor haar .erpand. Zonder haar te waarschuwen? Natuurlijk. En wanneer zij het bemerkt? Ik al van avond misschien win nen, zegde Francesco. En als gij verliest Ah- ik verlies.... Als ik verlies, bega ik een onge luk. Hij hield een oogenblik op met spie ken, vervolgens hernam bij Ziet gij wel, zegde Lello lachende, die Francesco krijgt aanleg voor 't spel. De deur ging opnieuw open en twee mannen traden binnen. Beiden waren bleek en ernstig en droegen de sporen van een hevig verdriet op het gelaat. De eene was een eerlijk man, die dom de kwade trouw van een vriend belet werd, zijne verbintenissen na te komen, en die, waarschijnlijk den volgenden dag zijne eer moetende verliezen, thans aan liet spel eene laatste hulp vroeg. De andere was een huisvader, die tot de diepste ellende vervallen was, en die, daar hij geen middel had om in de be boetten van zijn talrijk gezin te voor zien, in dit speelhuis brood voor zijne kinderen kwam zoeken. De twee mannen hadden met elkander in v oorspoediger dagen kennis gemaakt, en, daar zij elkaar nu in een even pijn lijk oogenblik ontmoetten, deelden zij elkander hunne wanhoop- mede, en ^de koopman raadde zijn vriend aan, zijne laatste wanhoop op op een worp te stel len Langezamerhand werd de zaal gevuld. Jongeren en ouden, edelen en "burgers zetten zich in de zalen. Do handelaar op de Indiën, die Mi- geël schilderijen hestellen moest, liet zich niet wachten. Het goud raiinnelde in zijne zakken, en hij zag het gezel schap aan met liet zelfvertrouwen, (lat de onbekiompenen welstand verleent. Het pel begon. Nauwelijks luidden zich degenen, die ei aan deel namen, om de tafel plaats genomen, of op ieders gelaat stond eene verschillende aandoening te lezen. Op sommige gezichten lag een diepe angst. De neusgaten verwijdden zich, de oogen werden strak, de bevende lippen spraken onsamenhangende woorden uit, zonder twijfel aanroepingen van liet lot, dat zich min of meer gunstig zou toonen. De schaakspelers zonderden zicli in eene kleine stille zaal af, terwijl kaart en dohbelpartijen de groote zaal in be slag namen. De handelaar op lndië en Francesco schenen de twee eenige kampvechters in den strijd. Elk van hen had een volle goudbeurs op de tafél geworpen, en de worpen volgden elkander met afgewis selde kansen op, zonder de zege van een van beiden te bewerken. De jonge koop- an zag er zeer opgewonden uit, eene soort van gramschap Meurde zijne wan en Zijne oogen schoten vlammen en hij boog zich over de tafel, ten einde de steenen van zijne tegenpartij spoediger te zien. Francesco integendeel was bleek de slechte daad, die hij verricht had, liet, ondanks zijne bedorvenheid eene wroe ging op den bodem zijns harten achter; zoo hij zich schuldig gemaakt had, wil de hij ten minste dat de hartstocht, die hem zoo diep had do'en zinken, hem eene goede som g-elds opbracht. Hij wilde naar den pandbeleener gaan En naarmate hij verloor, zag France zijne rijkdommeu zich voor hem opi pelen. Hij zag zich in het bezit van zt een ontzet tenden stapel eoud, dat zich niet in staat g-evoeldë, de waarde 001 van (c berekenen. Zijn gelaal had icrl van vreugde stralende uitdrukking genomen, hij sprak uiterst gemakke] en scheen de ongelukkige spelers willen uitdagen. Ik neem op mij, de partij téj ieder van u vol te houden, zegde hij, Zelfs tegen mij, vroeg Lello, En waarom niet tegen u, seno^ Omdat ik ongeluk aanbreng de Lello. Bali zegde l' ianee,seo, dat stelsel van uw land. En gij weigert er geloof aan hechten Volstrekt. Laat. ons dan spelen, zegde Li Welnu, laat ons spelen, autvvoi de Francesco. Lello wierp zijnen steen het eerst der, hij had gezegd, dat hij drié werpen en wierp zes Francesco drie. De twee tegenstanders speelden een gouden dukaat. Ik daag u uit tegen mijne fort te worstelen, zegde Francesco, door nieuw geluk half dronken. De kans keert, zegde Lello, tcf hij de steenen schudde Francesco hoog zich nieuwsgitfcln voorover. Vijf riep hij, voor mij Maar in spijt van zijn vertrou\f|ni( kreeg hij liet getal vier. Spelen w ij om vier dukaten vi§ d b j aan Lello Tin verloor Francesco weer zon 1 •b ast le l cli de dei leb VIT tk ié [ar rC dei nee en de diamanten zijner moeder g-aan los sen. Hij speelde met eene soort van spannino die met ongechild en woede vermengd was. Ofschoon hij niet onge rust geschenen had, tóén hij Lello ver haalde wat hij gedaan had, vroeg hij zich af, hoe hij den blik zijner moeder zou kunnen weerstaan, als hij thuis kwam zonder de diamanten gelost te hebben. Lello Lelli sloeg hem ter sluik gade. De jonge koopman, hoewel niet min der hartstochtenjk spelende, was zich zeiven meer meester. Maar de kans, waarop Francesco re kende, de kans die hij zoovele maanden vervolgde, zonder ze te kunnen berei ken, scheen wel verre van hem toe te la chen. hem meer dan ooit te ontvluchten Hij verloor slag op slag, totdat hem nog slechts één goudstuk overbleef. Daar hij het niet op een worp wilde stellen, wisselde hij het. Hij won, verdubbelde den inzet ei won nogmaals. Hij behield geene koel bloedigheid genoeg, om met voorzich tigheid te spelen, de geldduivel, de zucht naar winst dreven hem tot waan zin. De jonge koopman verloor zijne beurs met goud, de diamanten van zijne vin gers en den gouden gesp van zijn hoed. ophouden, zonder tusschenpcozeu. zag lie! goud dat Lij nog kort gele li vo >r zich had liefren, even snel verdub ik li, als hij liet gewonnen had. Het ldoed steeg hem naar het ho|es zijne oogleden werden rood, zijne den f chenen die van een grijsaard, trilden als van ouderdom. Een oogenblik hield Lello op en tol den jonkman met eene uitdrukt ed van medelijden en verachting Houd op niet spelen, dan hebt nog iets om die snuisterijen bij San oe te lossen. Neen, neen riep Francesco wil doorspelen, ik wil altijd maar spelen Zooals gij wilt, zegde Lello, wijl hij de steenen neerwierp. Verloren, alweer verloren !-' Francesco woedend uit. Hij bezag, wat hem nog aan overbleef, woog het met de hand eii nam Ik waag er alles aan Tk neem het spel aan, antwooi Lello. De jonge koopman hoog zich over schouder van den Italiaan, ten eind partij betei Ie volgen en het meerei! \.'ii lien, die dien avond in het huis Diego kaartten, dobbelden of sehai vormden rondom de twee spelers et kring van nieuwsgierigen. Francesco was doodsbleek Lello scheen van zijne zege overtu g Speel zegde hij tot Francesco ie Zes rie]) deze. Lello wierp hetzelfde getal. De toeschouwers stouden verblufi c\x Francesco nam het hoorntje wedei jj Vijf!.... riep hij .op zegepralei ;t toon Zesantwoordde Lello Lelli daard De jonkman omvatte zijn voorh va met beide handen en de verwildering j rj den waanzin fonkelde in zijn blik. Lello scheen zich niet op die oi hoopte kans te laten voorstaan en lust te hebben zich te verwijderen dien een ander speler zich met wenschte te meten zegde hij met soort van hoffelijkheid. Ik hen ter beschikking van die met mij spelen wil. Morgen misschien, zegde de l man, van avond niet, het zekerste del om te verliezen, is koppig te zij het. spel. Lello liet drie goudstukken in de van Fuentes glijden. Hij liep snel naar huis, doch wen derweg plotseling aangegrepen, en hij den tijd had, den aanval af te t of een middel ter verdediging te zoe uitte hij een (kreet en zonk op den g der. I t Een man, die liem sedert het ve|^a! uit het huis van Fuentes gevolgd had hem zijn ponjaard in het lid Jes gestooten. Met eene snelle beweging snei moordenaar de riempjes van den lei ne geldtasch los, waarin het geld val speler zich bevond, en verdween v< gens in den doolhof der naburige ten. De kreet, door Lello Lelli geuit geweest Biecht Dit was (le gebruikelijke uit.r<X Spanje en in de Spaansc-he Nederls geworden, zoodra een dolk of degel het leven van een mensch in g bracht. Wanneer de stervende den grol we ik il de: rte 8 leu d dli it en el< le Lp: Kal ig-e l ue siniciiur ucu der de voeten voelde wegzinken, Bö hij daarmee aan zijn vijand, hei minste den Hemel niet te sluiten. -■ Maar ditmaal was de moord A reeds verre, en de verschrikte Lell' zich ~eheel alleen en uit eene lijke wonde bloedende op een kleiig?' zaam plein bevond, stond van den op .en herhaalde Biechtbiecht (Wordt voortgel Z< 8 er 11 ide G dii de ii ii eet VO' en

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1914 | | pagina 2