QROOTE FEESTEN TE LEUVEN TER EERE VAN PATER DAMIAAN De herberg van den dood VIJF EN TWINTIGJARIGE HERDENKING De uitmuntende choraal der Leuvensche Eendracht zou eene groote cantaat van den welgekenden Antwerpschen toondichter ...ambach, uitvoeren, cantaat bijzonder geschreven voor deze gelegenheid, en waarvan zij aldaar dus de eerste uitvoering zouden genieten met gemengde koren* Dit zal voorzeker eene groote massa lieihebbers en muzikanten naar Leuven lokken. Naar we vernemen zou er te Leuven een comiteit in vorming zijn, om door groote feestelijkheden de 25® verjaring der dood van den Eerw. Pat. Damiaan, de apostel der melaatschen, bewonderensweerdige martelaar van Molokaï en die behoorde aan de orde der Picpussen der stad Leuven, te herdenken. Het feestprogramma zou eene groote muzikale avondstond bevatten, te ge ven in de Alhambrazaal in de maand Augustus. Pater Damiaan vóór zijn vertrek. Pater Damiaan, in de wereld Jozef De Veuster, werd geboren te Tremeloo, tusschen Aarschot en Mechelen, den 3 Januari 1840. Hij had nog twee broe ders en eene zuster, waarvan enkel een broeder in de wereld bleef. De andere broeder en zijne zuster traden in het klooster. Op 18-jarigen ouderdom werd de jon ge Jozef onweerstaanbaar tot het kloos terleven getrokken. Reeds had hij er te huis, aan zijne ouders van gesproken, alsook aan zijn broeder Pamphiel, die reeds in het klooster was te Leuven. Zekeren dag, ging hij met zijn vader Pamphiel bezoeken en... Jozef De Veus ter bleef er. Vader keerde alleen naar Tremeloo terug.... Jozef De Veuster werd naar het novi ciaat van Issy-les-Moulineaux, bij Pa rijs, gezonden, en daar legde hij den 8 October 1860 zijne geloften af als Broeder der Congregatie der HH. Har ten van Jezus en Maria. Hij kreeg den naam van broeder Damiaan. Het volgende jaar werd broeder Da miaan naar Leuven gezonden, om er in de Hoogeschool zijne studiën te voltrek ken. Door zijn buitengewonen vluggen geest, zijn helder verstand, zijne leer zucht, trok hij spoedig de algemeene aandacht op zich. Allen dachten, dat hij zich aan het onderwijs zou wijden, doch de Voorzienigheid had er anders over be schikt. Een zijner oversten had bemerkt, dat broeder Damiaan zich schier alle dagen Op de Sandwich-eilanden. Vóór zijne ziekte. naar den predikstoel begaf. Hij vroeg hem de reden daarvan en broeder Da miaan antwoordde, dat hij dagelijks ging neerknielen voor het beeld van den H. Franciskus-Xaverius, den model- missionnaris, om door dezes voorspraak de genade te bekomen, ook eens inis- sionnaris te worden. Een toeval zou hem spoedig voldoe ning doen krijgen. Mgr Margret, apostoliscken vikaris der Sandwich of Hawaï-eilanden, vroeg dringend zendelingen. De oversten dei- orde van broeder Damiaan, maakten eene zending gereed, samengesteld uit verscheidene priesters en eenige broe ders. Een 10-tal zusters, behoorende tot de orde der Damen van de HH. Harten, zouden de reis medemaken. Aan Pater Pamphiel, broeder van broeder Damiaan, eenige dagen te voren priester gewijd, viel het geluk ten deel, ook aangeduid te worden om te vertrek ken. Intussclien brak te Leuven eene ge vreesde smetziekte uit. De typhus richt te vreeselijke verwoestingen aan. Pater Pamphiel vroeg en bekwam de toelating, om daar zijn priestersloopbaan te beginnen, bij het verplegen der be smetten. Toen de ziekte schier verdwenen was, viel pater Pamphiel zelf ziek. Hij ook had den typhus betrapt. Broeder Damiaan verstond maar al te wel den pijnlijken zielesmart van zijn broeder. Deze moest op het ziekbed ge kluisterd liggen, terwijl de gelukkige andere zendelingen zouden vertrekken. Broeder Damiaan bood zich aan om in de plaats van den zieke te vertrekken en deze stemde toe. Alsdan vroeg broeder Damiaan on middellijk de toelating aan den alge- meenen overste te Parijs en deze ant woordde per keerende post 't ging destijds nog niet zoo vlug als nu dat broeder Damiaan onmiddellijk moest afscheid nemen van zijne familie en naar Parijs komen, om zich vóór te bereiden tot de afreis. Tol vreugde gaat broeder Damiaan de blijde tijding aan zijn broeder melden, en noodigt dan zijne moeder en zijne schoonzuster uit, hem in het Heiligdom van Montaigu (Scherpenheuvel), te ko men vinden, voor het doen eener bede vaart. Daar, onder het beeld van 0. L. Vrouw nam hij afscheid van zijne moeder Lang uitwijden over dit afscheid, is wellicht overbodig. Zeggen wij alleen, dat het hartroerend was, zoo voor de moeder, als voor den zoon... Na eene retret van drie dagen in het klooster te Parijs, vertrokken de zende lingen naav Bremen, waar zij op 31 Oc tober 1863 scheep gingen naar de Sand wich-eilanden. De reis ging met groote moeilijkhe den gepaard, daar nn n nog langsheen de Zuidpunt van Afrika moest omvaren. Ook was het slechts op 19 Maart 1864, feestdag van den H. Jozef, dat het schip te Honolulu aankwam. Broeder Damiaan werd daar op Goe den Zaterdag subdiaken gewijd, en wei nige dagen later diaken. Hij trok zich clan eenige dagen in studie en gebed te rug in het kollegie van Ahuimanu en 's Zaterdags voor Sinksen, van hetzelfde jaar, werd hij priester gewijd. Weinige dagen later werd hij in ge zelschap van pater Clement naar Hawaï gestuurd, om et* den zielenoogst te be ginnen Zoo bleef hij eenige jaren het goede woord verkonden over de verschillige eilaiideu van den Sandwicli-archipel, tot in 1873. Mgr Maigret, ter gelegenheid der wijding eener nieuwe kapel, al de zendelingen der streek, rondom zich ver zameld had. Daar verklaarde de aposto lische vikaris hoezeer hij bekommerd was met het lot der melaatschen, ver bannen op het eiland Molokaï. Onmiddellijk bood Pat. Damiaan zich aan, om bij de melaatschen te gaan ver blijven,-afscheid nemen van heel de an dere wereld, zich levend begraven... Op 10 Mei 1873 bracht ccnc boot hem te Molokaï, voor altijd. Wat pater Damiaan daar, op dat vree- selijk eiland, verlaten in den Oceaan, aan menschelijke ellende gezien heeft, gaat wellicht alle gedacht te boven, Doch, moedig zette hij zich aan het werk en weldra had hij alle melaatschen tot het christendom bekeerd. Er waren er meer dan 600Edoch, waf onver mijdelijk gebeuren moest, deed zich vóór. In 1884 reeds, meende Pater Damiaan aan zekere verschijnselen waar te ne- Op zijn sterfbed. men, dat de smetziekte hem ook ni sparen. Zulks vervulde hem met n vreugde: hij zou nu geheel gelijk arme beschermelingen zijn Lenige maanden later was er twijfel meer. Hij dompelde zijne t m kokend water en voelde geene de melaatschheid had zijne voetei getastde ongevoeligheid was oeste bewijs van. De nederige held, drukte dan n< ne voldoening uit, dat de kwaal handen onverlet liet, omdat hij n staat was de H. Mis op te di xlll. Sakramenten toe te dienen. De ziekte maakte laugzaam, doel houdend vorderingen. Op officieele aanvraag en getui van den protestantschen genei Fitch, kwamen in 1888 eenige z van het klooster van Honolulu, z Kakaaho vestigen om in het ver; der zieken te helpen en ook om pat miaan te verzorgen. Zorg baatte echter niet tegen dc selijke kwaal. Op 28 Maart 1889 -w ter Damiaan gedwongen te bed t ven. Pater Wendelin ging hem reg tig bezoeken en de troostmiddele den Godsdienst dragen, en op 15 volkomen gelaten in zijn lot, vol op God's zegen, scheidde de schooi van pater Damiaan van dit aardscl Zoo was het einde van dezen, heel de wereld geloofd, als DE I DER LIEFDADIGHEID EN NAASTENLIEFDE. (3® Vervolg.) Welke misdaad heeft hij dan be gaan vroeg Schültz, zich onder den groep mengende. Mijnheer, in 's Hemels naam, be moei er u niet mede, vermaande Wil helm, terwijl hij hem achteruit poogde te trekken. Laat mijsprak de brouwer. Bedenk op welke plaats wij zijn, denk aan M. Georges en Mej. Marga- retha. De plicht gaat voor alles, Wilhelm, antwoordde Schültz nog altijd kalm, en op luider toon herhaalde hij zijne vraag: Welke misdaad heeft hij dan begaand Hij heeft tot driemaal toe aan zij ne soldaten bevolen te schieten op de burgermacht, op hunne broeders, op kinderen der republiek, riep de furie het is een moordenaar, hij verdient den dood. Ja, ter dood met hemgilden een dozijn dier straatjongens van Parijs, steeds hunkerende naar bloed en wier gemoed, in de ondeugd doorkneed, zelfs niet meer het gevoel van grootmoedig heid jegens den overwonnene kent; ter dood met den moordenaar van het volk In plaats van den dood te verdienen is die generaal eene belooning waardig, liet zich eensklaps eene stem hooren door bevel te geven tot vuren heeft hij goed gedaan. Aller oogen wendden zich met sprake- looze verbazing naar den vermetele, die zoo openlijk partij durfde opnemen van een vijand van het volk zelf, dat dron ken van woede was. Het was een grijsaard van eene hooge gestalte en met een langen baard: zijne vastberaden trekken ademden eene kal me majesteit en hoewel hij zwarte bur gerlijke kleederen droeg en een breed- geranden vilten hoed, lag er in zijne houding en in zijne manier om 't hoofd rechtop te houden iets zoo krijgshaftigs, dat 't moeiielijk was zich in zijnen stand te vergissen. Lr neerscüte een oogenblik diepe stil te, teweeggebraent uoor verwonuenng üe moeuige grijsaard maan te er ge Drum van om zijne geuaente te vermaren en uen Descnuiuigue van den op nem ge worpen uiaam te zuiveren. mj nad van zijne chefs bevel ont vangen zien van de Kanonnen meester ce manen en de samenscnoiingen uiteen te drijven; mj moest genoorzamènver volgde hij. iMemand echter durfde de hand aan nem siaan; de verwoedsten zelfs voelden zich onwiileKeurig getroffen door dat oetoon van moed, hetwelk zelfs in de ha- cnelijKste oogen blikken aan den volks- noop ontzag inboezemt. Jfiotseiings slaakte de marketentster een gehuil ais eene hyena en nep uit: .burgers, het is Clement Thomas, ik herken hem. Ln al is dit zoo, antwoordde de ge neraal, heb ik niet altijd mijn plicht ge daan. Hoort, gij hem, dien ellendeling schreeuwde de helleveeg, hem met de vuist dreigende, hij noemt het vermoor den van het volk eenen plicht (Jp dezen uitroep volgde eene uitbar sting van kreten en verwenschingen, twintig armen verhieven zich om hem te slaan. Een enkele strekte zich uit om bern te verdedigen. Indien die man werkelijk schuldig is, zijn er rechtbanken om hem te von nissen, sprak Schültz; gij kunt hem niet veroordeelen zonder hem te hooren. Aha neemt gij ook de partij dei- moordenaars op, schreeuwde een oude gedekoreerde van Juli, die de uniform der nationale garde droeg; welaan! wij zullen u bij elkander plaatsen en voor de rechters voeren. Ja, ja, voor de rechtersherhaal den honderd stemmen, want de groep werd menigte. En ik zal er u heen brengen, riep een gemeen uitziende kerel, hem met de hand bij den arm vattende; ieder op ^j- ne beurt; ik ben Laurier. Dat niemand mij aanrake, sprak Schültz, ik zal meegaan Dat is wel mogelijk, maar ik houd u liever vast, grijnsde de bandiet. Z/onder iets te antwoorden pakte de Stier der Vogeezen den arm van den sergeant en drukte. Sauriër gal een gil van pijn en smeekte i genade. Schüitz openue de hand. De kerel was zoo bleek ais een doodehij voelde zich op het punt van te bezwijmen en maakte zich be schaamd uit de voeten. Lr liet zich rondom den reus een ge mompel van bewondering hooren. De menigte is altijd bereid de kracht te be wonderen. Up dit oogenblik had de Stier der Vogeezen kunnen ontsnappen, maar mj beschouwde het zijner onweerdig den generaal te verlaten in de benarde om standigheid, waarin deze zich bevond, en de urmen over de borst kruisende, ging bij naast hem staan. De oproerlingen, die hun gevangene eenige minuten vergeten hadden, begon nen hem opnieuw te beschimpen; onver vaard en overtuigd zijn plicht betracht te hebben, antwoordde hij met kalmte op al hunne beschuldigingen. Breng hem voor de rechtbank en dat er een einde aan Lome, riep de gede koreerde van Juli. Naar het Chateau-Rouge huilde de helleveeg, dat is de Bastille van het volk En de menigte, die met eiken stap aangroeide, sleurde den ongelukkigen generaal, naast wien rechts en links Schültz, de brouwer, en zijn vriend Wil helm, de strooper, gingen, in die rich ting mede. De marketentster ging hen vooruit met loshangende haren, de kleêren in wanorde, bloote armen, een sabel in de handen en tegen den gevangene zeden- kwetsende scheldnamen en afgrijselijke bedreigingen uitbrakende. M. Schültz was kalm maar treurig-; uaarmate hij langs de bairikaden verder kwam, die door gewapende booswichten en soldaten, die nog de kleeding droe^ gen van het regiment, dat zij. eerloos hadden, verlaten, bewaakt werden, zag hij in, dat hij niet als verdediger maar als medebescüultligde den generaal Tho mas vergezelde. Ik zal met om vijf ure thuis zijn, dacht hij, Margaretha en George zullen ongerust zijn. Dat alles zal slecht afloopen, pre velde Willem binnensmonds: wij hadden hier niet moeten komen maar, helaas het berouw komt te laat II. DE EERSTE MOORD. De plaats, waai- hetgeen de gewapen de bandieten hun krijgsraad noemden, zijne zittingen hield, was het recht waardüg, dat men er sprak. Het was een dier huizen van ontuclit, die men te Fa- rijs publieke bals noemt, de gewone ver zamelplaats van het laagste en gemeen ste wat zich in de groote stad in het slijk der ondeugd wentelt. De woedende menigte stroomde den tuin binnen, die het huis voorafgaat en vulde dien du een oogwenk. Al die wilde beesten roken eene terechtstelling, ver drongen en beten elkander om het bloed van dichter bij te zien vloeien. Zonder een dubbel gelid van nationale gardes en deserteurs van het 88Bt0, die hunne bondgenooten geworden waren, zou het gepeupel de gevangenen in stukken ge scheurd hebben. Ter doodhuilden honderd bloed gierige stemmen. Ter doodlevert ons de vijanden van het volk uitTer dood met hen De gardes drukten zich elleboog aan elleboog om den aandrang dier noodlot- tigen te weerstaan en hielden hunne ge- weeren geveld. De wilde dieren, wier borst bijkans met. het staal in aanraking kwam, poogden brullend achteruit te wijken, maar degenen, die achteraan kwamen, duwden hen vooruit en bij tus- schenpoozen dreigde de golvende zee den beschermende dam te zullen overweldi gen. De oude gedekoreerde van Juli, die aet geleide aanvoerde, begreep, dat hem zijne gevangenen, indien hij daar nog langer stand hield, ontrukt zoudei den, alvorens het revolutionnaire teit den tijd zou gehad hebben t bevestigen door een wettelijken i dae gevorderd werd om het in de der overige bandieten der straa der schurkerij te verzekeren. Het moet dan ook gezegd wordl dit komiteit bestond uit persoonl den, die zoo onbekend waren tot i de laagste klassen van het volk, di edel bloed moesten vergieten, om e ne roode sjerpen in te verven et glans te geven aan hunne phrj mutsen. Met welk recht zouden Assi, roerstoker van Creuzot en de age werkstaking, Yaaiin de boekbinde iioray de kwakzalver, Lullier de I zinnige en andere nog geringere Kien, hebben kunnen bevelen, al wi slechts een uur, indien zij dat scl Lijk voorrecht niet gekocht hadde een gruwzamen moord. De kapitein van het geleide w| verkocht; hij gaf bevel het gepeu rug te drijven en, terwijl liet a cl ging evenals een golf terugrolt o te krachtiger weder te keeren, d< ijlings de deur van het huis opei er den generaal met diens medegj binnengaan. De menigte slaakte een gebn woede en drong op de deur toe, m was sterk bezet en na eenige n looze poging-en gingen de aan achteruit, maar zonder de plaats oog te verliezen, waar hunne slacb opgesloten waren. Uit de bovi waar zij zich bevonden, konden schuldig-den den bloeddorst!gen tl den tuin zien golven en zijn wol huil vernemen. Er verstreek een half uur, het teit verscheen niet, zelfs, was hi te vinden. Te eerzuchtig om tel deinzen voor eene misdaad, die I den voorgrond moest stellen, durl leden der rechtbank van moord het eerlooze mandaat niet vervuil zij zich gegeven hadden. (Wordt voortge

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1914 | | pagina 2