Gfirislelijke Liefde
DAQBLAD
'T EEN EN 'T ANDER
Mev. Caillaux vaar het Assisenhof
Twintigste jaargang n' 171 2 CENTIEM EN HET NUMMERZaterdag £5 ls;j
ABONNEMENTEN
Zos maanden 4 franken. Een jaar 8 franken.
Inschrijving in alle postbureelan van bet laad.
f UITGAAF, 4 u. 's awnte^ 0 T UITWAF, 7's avonds
Tour toot* la pubhcité commerciale et financière du journal,
s'adresser exclusivemeut a TAgeace Réclame Gcdis, 2, Place do
la Bouree, Bruxelles.
BUREELENi
TE BRUSSEL 1 TE AALST
li BöOTS, Beursplaats. 2 I Kortstraat,
'Teleloeo A 3899 Telefoon Jlt
BestuurderJ* Van Nuffel'De Qendt.
AANKONDIGINGEN
El. aank. "1 tot 4kl. reg.)fr. 0.60 j
3* eiadt. (de -egel) f'. 1 00
4' bladz me -egel) fr. 0 30 I
Fmanc aankon, (per regel)fr 2.00
Sport (per >-egcl> ir. 1.00
Gemengd nieuws per regel fr. 2,00
Recai.herstel!. (per regel) fr. 2,00
Overlijden iper regel) fr. 2,00
Commerciale en flnancieele aankondigingen zich uitsluitelyk te
wsaden Agence Reclame God's, 2, Beursplaats, Brussel.
Zou er wel edeler gevoel in bet bert
tier xnenschen gelegd zijn dan christe
lijke liefde? Kan men in de schepping
wel iets verhevener uitdenken dan het:
Allen voor één, één voor allen
Bemin uw evennaasten als u zeiven
om God. Bemin uwe vijanden, vergeef
!mn 't onrecht dat zij u aandeden,
doe wel aau die u baten en bid voor
«we vervolgers en belasleraars. Zie
daar de leer van Christus.
Ware die leer eene algemoene en
strenge wet, ook ware bet leven een
hemel op aarde
Helaasnaarmate de wereld ver
ouderd en het menschdom in bescha
ving vordert, verdwijnt stilaan moor
om moer do ware christelijke liefde.
Ziehier waarom De beschaving
brengt onvermijdelijk noodwendighe
den tot een beter stedelijk leven mede,
die slechts kunnen bereikt worden
DOOR HET-BEZIT DER AARDSCHE GOEDE
REN. Allen voelen wij ons gedreven tot
bet gulden kalf, waarvan ontelbaren
reeds hun god hebben gemaakt. Wij
voelen ons onweerstaanbaar aange
trokken door de weelde wij willen
genieten, hot onze orvan hebben en
wij schijnen niet te bemerken, neen,
WIJ WILLEN NIET ZIEN DAT HET VOL
DOEN ONZER DRIFTEN EN WELLUSTEN
WERKT ALS EEN DOODEND VERGIF OP DE
CHRiSTEXlXTKE UZrwz.
Do wijsgeoren bebben dien zuclit
tot het bezitten van meer, altijd moer,
den naam gegeven van De strijd om
HET BESTAAN
Deze strijd was de oorsprong der
ïkzuciit en der afgunst die thans het
menschdom beheerschcuDe menschen
beminnen malkaar niet meer en indien
zij elkander nog niet verscheuren zoo-
ais do wilde dieren, dan is het enkel
dat er in hun binnenste nog een spran
kel overbluft van het goddelijk
liciit dat, sedert Christus, zijne milde
stralen op het menschdom liet vallen.
De eene mensch benijdt bet brood
van don anderen. Eenieder wil rijker
zrjn en beter doen dan zijn gebuur.
Vrienden die enkel zouden moeten
leven om malkaar te beminnen zijn
^•eene vwenden meer, zoo baast bet
persoonlijk belang zich tusschen bei-
uen plaatst.
Zien we niet dagelijks de innigste,
3e vertrouwdste broederliefde over-
6»aau tot baat en vijandschap na het
afsterven van ouders of aanverwanten,
wier erfgenamen zij zijn
Handelaars schaden zich zeiven om
liet louter genoegen te smaken ook
een ander daardoor te schaden. Een
vriend in nood baart geen modelijden.
Ja 't is bedroevend, het ongeluk der
«enen verwekt zeer dikwijls vreugde
bij anderen.
Hoevelen zijn er niet die van niets
tot iets kwamen en thans met verach
ting op hunne vroegere kennisson
•neerzien 1
Zij wanen zich meer en beter, dan
bunne vroegere vrienden, waarom, ja,
waarom
Omdat meer en meer de christe
lijke LIEFDE VERVANGEN WORDT DOOR
KOUDE IKZUCHT.
Wil dit alles nu zeggen dat de
christelijke liefde uit de wereld ver
bannen is? Goddank neen.
Doch ze bestaat nog slechts bij die
genen die dicht bij bunnen Schepper
staan zij bestaat nog ja, bij tal van
ware christenen die zich de woorden
van den Meester herinneren Bemin
uw evennaasten als u zolvon om God
"Voor de duiven.liefr
hebbers. Door de rechtbank van
Enkelo Policie le St Joost-ten-Noode werd een
voor de duivenliefhebbers belangwekkend von
nis uitgesproken.
Het luidt nameljjk
Overwegende dat het uit het onderzoek ge
noegzaam in rechte blijkt dat de verweerder
opzettelijk en aanhoudend, een erg lawyt heeft
gemaakt met het doel de duiven van deneischer
te verschrikken en te beletten dat zij op het hok
binnengaan;
Dat hij hem op die wijze schado heeft berok
kend, het thuiskomen der duiven die aan eene
prijsvlucht deelnamen, vertragende;
Overwegende dat, zoo hot niet Indrukkelijk
mag bevestigd worden dat do duiven van den
eiselier tijdig genoeg zouden zijn aangekomen,
om ecnen prijs in den kampstrijd te winnen, de
eischor nochtans schade heeft geleden, die door
hierna vermelde toegekende vergoeding zal her
steld worden
Om deze redenen verwijzen wij den verweerder
tot het betalen eener som van 25 fr. aan den
eischer ten titel van schadevergoeding..
De groote leseroefenin»
gen —Dit jaar zullen de groote legeroefonin-
gen bijzonder belangrijk zijn, omdat /.o zullen
geschieden volgens de nieuwe inrichtingen der
afdeelingen. De regimenten voetvolk zullen ver
dubbeld worden, om met eene groep artillerie en
eene kompagniemitraljeuzende gemengde bri
gaden uit te maken. Iedere legeratdeeling (1®,
5e en 68), zal, buiten drie gemengdo brigaden,
een regiment artillerie met drie groepen van
twee batterijen tellen, een regimeHt ruiterij, een
bataljon genie en het nieuw gesticht vorvoer-
korps, begrijpende eeuo amhulanciekolon en de
legertros. Bij iedere legerafdeeling zal eene
groep vliegers gevoegd worden. Drie afdee
lingen telegrafisten en twee staties van draad-
looze telegraaf zullen verdeeld worden over de
hoofd-kwartiers generaal.
De aioeeiing ruiw^ij b®i ongoumi cellen
met twee regimenten, een groep artillerie te
peerd, een wielrijdersbalaljon, een bataljon
pionniers-pontonniers wielrijders en een ver-
voerkorps. De bevo wradingsdienet der 5° leger
afdeeling en der ruiterijafdeeling zal per auto
mobiel gesohieden. Voor de eerste maal zal er bij
de gemengde brigaden een peleton gendarmen
gevoegd worden. Do getalsterkte dor troepen,
die aan de legeroefeningen zullen deelnemen,
bedraagt meer dan 30,000 manschappen, 'tzij
6000 moor dan verloden jaar.
De oefeningen zullen geschieden dwars over
den grens der provincies Namen on Luxemburg,
in eene weinig bevolkto streek. Ook zal het last
lijden om de soldaten een onderkomen voor den
nacht te bezorgen, en denkelijk zal men wol in
open lucht moeten kampeeren.
WerKongeval. Een bedien
de van den ijzeren weg te Chicago was gedwon
gen geweest drie dagen en drie nachten te wer
ken, zonder in het geheel meer dan 7 uren te
rusten. Toen hij don derden nacht een foergon
wilde op een zijspoor brengen, viel hij van uit
putting op het spoor. Een trein naderde juist en
reed hem den rechterarm af. De ongelukkige
werd daarenboven erg gewond over gansch het
lichaam.
Dinsdag heeft men hem te Chicago eene som
van 375,000 fr. als schadevergoeding toegekend.
Zulks is de hoogste vorgoeding die tot nu toe
voor een werkongeval werd toegestaan.
■%/%/->/%/-
CONGO
Vepis*ek dep - Anvscsville
Donderdag voormiddag is de Belgische stoom
boot Anversville naar Congo vertrokken met 118
passagiers, waaronder 79 van eerste klas. Onder
dezen bevonden zich de eerw. pater Austen, van
de orde der Redemptoristen en twee eerw. broe
ders. Verders de groop van de Touring Club, die
een uitstapje doet dwars door Congo.
Er was tamelijk Yeel volk bij hot vertrek aan
wezig.
r
i
Terugkeer uii Congo
De volgende passagiers bevinden zich aan
boord van de Albertville, welko Maandag aan
slaande te Antwerpen verwacht wordt
Voor bet ministerie van koloniënMM. O.
Krocli, magistraat; E. Ballois, overste-klerk
(financiën Katanga); F. Cibour, onder-luitenant;
A. De Brand, overste-klerk, (belastingen); C.
Drago, tolegraafplaatser; F. Debatty, sector
overste (taalman); J. Delouvain, timmerman; W.
De Franquen, magistraat; A. Farquet, adminis-
tratievon dienst; J. Firelii, geneesheer; J. Fetu,
landmetor bij het kadasterR. FriaK» territo
riale agent tweede klas G. Gadeyne, telegraaf-
plaatser F. Gios, werioversto G. Goethals,
territoriale agent P. Hurlet, beheeragentI.
Huylebroeck, territoriale agentE. Kadler,
sectoroverste L. Meyers, idem M. Mosselmaus
werjttoouchter J, Poncelet, broeder Marist
E. Spitaols, militaire agentE. Sand berg, werk
tuigkundige e&rrto klas Suino, sectoroverste
■Stoops, klerk oorstd klfwC. ÖoUwab, behoor-
agentJ. Schepers, militaire agent G. Tinei,
bijgevoegd mag sstraat A. Veraluys, bestuur
der P. GoLdtsbc .en, geneesheer-toezichter J.
Vansippe, timmerman J. Witlems, militaire
agent (Katanga; F. Warnier, klerk tweede
klas R. D ufo er, territoriale beheerderA.
Neydt, werktuigkundige derde klas.
Voor de Grand. Lacs M.M. L. Collet, metser;
M. Carpentier, worfoverste J. Fauconnet, lei
der van werken O. Hagg, ambachtsman K.
Avalstedt, baanl.-gger J. Martinez, ingenieur.
Voor de Jezuiisn de-eerw. pator Butaye.
Voor de Sjogreen et Co.M.M. Colle en Klin-
kenbergh-
Voorde S. A. 8.M.M. de Backer en Delaye.
Van de Comp. du cherain de for du Congo
M.M. Nenegsni, Dossray, Geschin, Fornassier
en Malthay.
Van de Citas M. Persiani.
Van de Comp. du KasaïM.M. Van den Hove,
Dor, Foris, Va:; den Borght, Helin, Crunian,
Cabuy en WalLcusen.
Voor de A. B. .7.M. Quennepoix.
Voor de Comfi--.a M. Renard,
Voor de UrséKiM. De Vos.
Voor de N. A. H. V.M.M. Korhershoek en
Everberg.
Voor de Comp. des ProduitM. Hanus,
Voor de Lomaici M. Moeykens.
Voor de Comp - d'IrebuM. Pruedhomme.
•>.V'
Hervorming van
'i Koloniaal Beheer
In het ministerie van koloniën wordt ijverig
gewerkt tot hervorming van het koloniaal
beheer, zoo in .ifrika als in Europa. Verschei
dene besluiten werden dienaangaande opge
maakt om aan do liandteekening van den koning
onderworpen te worden. De hervorming schijnt
heel belangrijk te zullen wezen.
Eens dat groot werk godaan, schrijft de Brus-
selsche corrcspo; dent van den - Bien Public»
gaat minister Rcnkin dadelijk aan 't opmaken
van een boek over Congo.
Veel personen ie van Congo spreken; kennen
US*. ''MUÜ mot, Ou lila. Hij UI vaituu
over ingelicht werden of het niet gevoeglijk
bestudeerd hebben.
De minister wil een vijfjaarlijksch verslagboek
over de kolonie uitgegeven betrekkelijk alles
wat de kolonie en de koloniale regeering aanbe
langt, met vergelijkende kaarten welke zullen
toelaten te zieu wat er in de verloopen vijf jaren
veranderd is.
Het eerste boek zal aanwijzen wat is verricht
geworden sinds de naasting tot op 1 Januari 1915
VERHOOR van DONDERDAG, 23 JULI.
(Vervolg.)
Het getuigenverhoor.
M, Westphal, schatbewaarder van den Bond
der Rechten van den Mensch, verhaalt dat
hij getuige was van het vernielen der intie
me brieven door Mad. Gueydan. Deze scheen
liever de brieven te willen behouden.
Mr Labori. Dan hebt gij toch geweten,
wat er in die brieven stond
M. Westphal. Ja I Echter kan ik mij nu
niet meer juist de woorden herinneren, doch
ik weet dat er niets kwetsend in stond.
De getuigenis van Mev. Gueydan.
Mev. Gueydan, eerste vrouw van Caillaux,
wordt opgeroepen.
Zij vraagt om te mogen hare notas raad
plegen hetgeen haar geweigerd wordt.
Mev. Gueydan dringt aan en vraagt waar
om men haar zulks weigert, alhoewel M.
Caillaux alles mooht lozen wat hij wilde. Ik
sta tegenover een berg van leugens, welke Ik
wil verbrokkelen
M. de Voorzitter. Gij moogt van geene
notas gebruik maken.
Gij zijt in 1911 uit don echt gescheiden?
Mev. Gueydan. Wij leefden heel geluk
kig, M. Caillaux en ik, tot mijn man kennis
kreeg met eene andere vrouw. De eerste in
tieme brief welke hij kreeg, heeft hij mij
zelf gegeven. Het was don 14 Juni 1898, in het
ministerie van financen. Daar had men hem
den brief gegeven en hij gaf hem aan mij,
zeggende Lees dat eens. Ik versta er niets
van.Die brief kwam van Mev. Rainouard.
M. de Voorzitter. Hoe hebt gij te Mamers
de brieven ontvreemd?
Mev. Gueydan. Op 14 Juli 1909 begon ik
te twijfelen aan de rechtzinnigheid van M.
Caillaux ten mijnen' opzichte. Dien dag had
hij weer een brief ontvangen en toen ik hem
vroeg van wie, antwoordde hij mij dat de
brief van eene vrouw van lichte zeden was.
Hij viel op de knieën en vroeg mij vergiffe
nis, doch 's anderendaags was hij wederom
bij die vrouw.
Na den val van het ministerie Clemenceau
trok mijn man nsar de Sarthe. Tijdens zijne
afwezigheid kreeg ik talrijke naamlooze brie
ven, waarin men mij zegde wat er gebeurde.
Ik ontving er zelfs twee van zijne vriendin
en toen mijn man terugkeerde, maakte ik
hem opmerkingen en gaf hem de twee brie
ven van zijne minnares.
Hij was woedend omdat ik au alles wist
en zekeren morgend kwam hij mij zeggen,
dat hij 's nachts zinnens geweest was mij te
vermoorden....
Ik ging dan cenige dagen te Versailles
doorbrengen, doch daar mijn man wegbleef,
keerde ik naar Parijs terug. Wederom vond
ik brieven van Mev. Ratnouard. Een dezer
brieven was opzettelijk geschreven, om mij
te doen gelooven, dat er niets verdachts was.
in don omgang van M. Caillaux en Mevrouw
Rainouard.
Toen mijn man terugkeerde, zegde ik hem
wat ik over Mev. Rainouard gehoord had mi
zulks scheen indruk op hem te maken.
Op 20 September vond ik twee nieuwe
brieven in eene lade. Nu verstond ik, dat al
les vruchteloos zou zijn. Ik nam de brieven,
bracht ze in veiligheid en verliet mijn man.
Dan begonnen de onderhandelingen voor
de echtscheiding. Eene eerste maal werd ik
door een pleitbezorger in een valstrik gelokt.
Dan kwam M. Westphal mij, in naam van
M. Caillaux, voorstellen doen, naar 't schijnt
voor eene verzoening. Spoedig ondervond ik,
dat ook M. Westphal mij zocht te bedriegen
en ik liet hem aan M. Caillaux zeggen, dat ik
geene echtscheiding verlangde.
Men wilde dan ten allen koste de brieven
terug hebben, doch al de rechtskundigen die
ik er over raadpleegde, gaven mij den raad,
nooit die brieven te laten gaan.
Eene halve verzoening had plaats en op
5 November gaf ik de brieven aan M. Caillaux
terug. Hij schreef mij een brief, waarin hij
zijn ongelijk bekende.
Daar ik ondervond, dat men tegen mij aan
't komploleeren was, trachtte ik zooveel mo
gelijk verdedigingsmiddelen te verzamelen.
Zekeren dag vroeg M. Caillaux mij, op mijn
eerewoord te verklaren, dat ik al de brieven
verbrand had. Hij ook gaf zijn woord van
oer, doch ik zegde hem, dat hij daarvan niet
moest spreken, daar ik wist wat dat eere
woord waard was. (Opschudding.)
Het verhoor wordt om 2 1/2 ure geschorst
en om 3 ure hernomen.
Mev. Gue>u«n. ncu utc» gcccgu unt ci
eene overeenkomst is gesloten geworden.
Daar is niets van. Men kan wel trachten, mij
to doen doorgaan voor eene oneerlijke vrouw,
om aldus verzachtende omstandigheden in
te roepen voor eene misdadigster, doch men
zal er niet ln gelukken. Ik verdedig mijne eer
en die van mijn zoon. Alles wat M. Caillaux
en zijne tegenwoordige vrouw beweerd heb
ben, is valsch. (Beweging.)
(Getuige haalt een bundeltje brieven te
voorschijn en vraagt of zij ze mag lezen
Mr Labori vraagt om besluitselen te mogen
nemen, daar Mev. Gueydan toch nog brieven
in haar bezit gevonden heeft.
Mr Chenu. Dat is niet ernstig, Mr Labori.
Wij vragen licht in deze zaak.
Mev. Gueydan. Indien gij deze brieven
wilt lezen, zult gij zien dat ik waarheid
spreek. Ik heb ook eene nota gevonden van
liet agentschap Goron, waarin men aau mijd
man heel mijn leven en alles wat ik deed
kenbaar maakte....
M. de Voorzitter. Wij zullen de brieven
lezen, na ze onderzocht te hebben.
Mev. Gueydan. Toen ik dacht, dat M.
Caillaux met zijne minnares had afgebro
ken, vertrok liij naar Egypte. Zijne vriendin
vroeg hem of zij hem to Cairo mocht gaan
vervoegen, doch hij wilde er niet in toestem
men.
Den 21 December keerde hij naar Parijs te
rug en de betrekkingen werden hernomen. Ik
vorweet hem zulks, doch daar hij meende dat
ik geene bewijzen meer had, antwoordde bij
zeer brutaal.
Den 29 Juni 1910 verliet hij de echtelijke
woning. Daags nadien bracht men mij een
pakje, de photographiën bevattende der
brieven welke ik vroeger gevonden had. Men
zegde mij, dat ik deze zou noodig gehad heb
ben. Eenigen tijd later vond ik in de dagbla
den berichten, dat M. Caillaux de echtscliei-"
ding aanvroeg.
Op 7 Maart 1911 deed mijn pleitbezorger
mij naar zijn bureel komen en zegde mij dat
ik best zou doen de echtscheiding te aanvaar
den. Ik stemde toe en 48 uren later was de
echtscheiding ten mijnen voordeele uitge
sproken. Ik had enkel de photographiën der
brieven moeten toonen, om to bewijzen, dat
mijn man ln foute was.
M. de Voorzitter. Hoe zijn de photogra
phiën u ter hand gesteld geworden
Mev. Gueydan. 't Is mijne zuster, Mad.
Robert, die de brieven had doen pliotogra-
phieeren, buiten mijn weto.
M. de Voorzitter. Uw broeder heeft ook
die brieven in zijn bezit gehad?,
Mev. Gueydan. Ja.
M. de Voorzitter. Toen uwe zuster onge
huwd was, heeft zij kennis gehad met M. Ver
voort
Mev. Gueydan. Ja, maar ik druk hierop,
dat het M. Caillaux is, die aan zijne trawan
ten van de photos gesproken heeft. Indien ik
vroeger geweten had, dat er photos beston
den, zou ik het wel gezegd hebben, aan M.
Caillaux, gedurende de 8 maanden welke op
de verzoening gevolgd .waren.
M. de Voorzitter. De photos zijn toch id
andere handen geweest
Mev. Gueydan. Zij hebben nooit derf
brandkoffer van het Crédit Lyonnais. waad
ik ze geborgen had, verlaten.
M. de Voorzitter. Zijn zij er nog
Mev. Gueydan. Dat zeg ik niet.
M. de Voorzitter. M Vervoort beweert,
dat gij hem de inlichtingen gegeven hebt be
trekkelijk de photos.
Mev. Gueydan. Al wat M. Vervoort ver
klaart is valsch. Het is een bedrieger dien ik'
hier wil ontmaskeren. Hij is mij komen vra
gen of ik geen brieven had, welke zouden
moeten dienen om een boek tegen M. Cail
laux te schrijven. Ik heb M. Vervoort aan de
deur gezet. Dan is hij bij den minister ge
gaan. Wat hij daar heeft verteld weet ik
niet.
M. do Voorzitter. Ook M Bonnard is u
komen vragen of hij den brief o Ton Jo
mocht afkondigen?
Mev. Geuydan. Ja, doch ik heb gewei-»
gerd.
M. de Voorzitter. Hoe kon hij dan eena
kopij hebben van den brief
Mev. Gueydan. Hoe is de kopij van hef
dokument Fabre in hunne handen gekomen 7
Alvorens de echtscheiding werd uitgespro
ken. zijn de brieven en de photos in handen
geweest van avoués. Hoe zij echter in handen
van M. Calmette geraakt zijn, weet ik niet
M? Chenu. Kunt gij ons zeggen wat er in
de andere brieven staat?
Mev. Gueydan. Die brieven belangen en-»
kei mijn persoon. Zij bevatten geene poll-
tiek.
Mr Chenu. Waar zijn die brieven t
Mev. Gueydan. Hier I
M>" Chenu. Wil Mev. Gueydan de photos
aan den Voorzitter geven?
Mev. Gueydan. Ik heb het liever niet te
doen. Men spreekt wel van twee intieme brie»
ven. Er zijn er nog veel meer.
Mr Chenu. Gij neemt eene groote yeranfc
woordelijkheid on u.
mo». vracyoan. Degenen die beweren dia
brieven gelezen te hebben liegen 1
Mr Labori. Mev. Gueydan is eerlijk. Ilij
eerbiedig hare smart.
Mr Chenu. Gij zoudt beter met mij vra»
gon, dat volle klaarte in de zaak gebracht
worde.
Mr Labori. Deze vrouw Is reeds genoeg
gesmaad geworden.
Mr Chenu. 't Zijn uwe vrienden die met
vuilnis wierpen
Mev. Gueydan. De gezwoomen mogen
oordeelen wat ik te doen heb Ik geef de brie
ven in bewaring aan Mr Labori. Hij kan en
mede doen wat hij wil.
Mr Labori. Ik aanvaard ze....»
De zitting wordt voor 10 minuten geschorst*
(Mev. Gueydan verlaat de balie der getui»
gen Hot publiek brengt haar eene ovatie»
Eene konfrontatie
Mev. GUEYDAN en M. CAILLAUX.
Om 5 ure wordt het verhoor hernomen.
Mr Labori. M. Caillaux vraagt om ge<
lioord te worden.
M. de Voorzitter. Mr Chenu vraagt om
ook Mev. Gueydan te liooren. Het Hof heeft
de brieven gelezen. Deze schijnen geen al ta
groot belang tc hebben.
Mev. Gueydan. Er zijn nog acht brieven
welke ik ook aan Mr Labori zal laten gewor
den.
M. Caillaux. Ik moet verzet aantecke-
nen tegen de positie waarin'Mev. Gueydan!
mij plaatst. Nu weet ik van waar den laster
komt. Mev. Gueydan beweert dat er in zake
politiek niets verdachts in de brieven staat
Indien zulks zoo is voor het publiek, is dat
niet het geval voor een dagbladbestuurder.
Ik wil nu heel de waarheid zeggen, over mijn
privaat leven.
Mr Labori. Ik heb misschien eene fouï
begaan, door de brieven te aanvaarden. Ik
heb het gedaan, met de gedachte, dat na do
vrijspraak, welke noodzakelijk is, algeheela
verzoening zou volgen.
M. Caillaux. Ik heb te veel geleden. Nooiï
heb ik mijne tegenstrevers behandeld, zoo
als zij mij behandelen. Het is mijn plicht
doze ongelukkige welke zich op het schaad-
bankje bevindt, to verdedigen.
Dan, zich tot Mev. Gueydan richtendeMe»
vrouw, gij hebt mij gekend toen ik een jong
minister was. Ik had ongelijk u te trouwen,
daar gij van mijn ras niet waart. Reeds des
anderendaags, vooraleer ik die ongelukkige
kende, begreep ik zulks. Wij waren- vrien
den, en dat is alles.
Mev. Gueydan. Gij onteert u.
M. Caillaux. Dagelijks werd de toestand
slechter enik zocht afleiding. Zekere»
dag werden mijne brieven gestolen. Eene ver
zoening volgde nog, doch weldra konden wij
onmogelijk samen blijven. Op het einde der
maand Juni, verbood mijne waardigheid mij,
langor bij u le blijven Meer zal ik niet zeg
gen.
Mev. Gueydan. Neen, gij moet alles zeg
gen!
M. Caillaux. Dan zal ik het doen. Op he*