Gfirislelijke Liefde DAQBLAD 'T EEN EN 'T ANDER Mev. Caillaux vaar het Assisenhof Twintigste jaargang n' 171 2 CENTIEM EN HET NUMMERZaterdag £5 ls;j ABONNEMENTEN Zos maanden 4 franken. Een jaar 8 franken. Inschrijving in alle postbureelan van bet laad. f UITGAAF, 4 u. 's awnte^ 0 T UITWAF, 7's avonds Tour toot* la pubhcité commerciale et financière du journal, s'adresser exclusivemeut a TAgeace Réclame Gcdis, 2, Place do la Bouree, Bruxelles. BUREELENi TE BRUSSEL 1 TE AALST li BöOTS, Beursplaats. 2 I Kortstraat, 'Teleloeo A 3899 Telefoon Jlt BestuurderJ* Van Nuffel'De Qendt. AANKONDIGINGEN El. aank. "1 tot 4kl. reg.)fr. 0.60 j 3* eiadt. (de -egel) f'. 1 00 4' bladz me -egel) fr. 0 30 I Fmanc aankon, (per regel)fr 2.00 Sport (per >-egcl> ir. 1.00 Gemengd nieuws per regel fr. 2,00 Recai.herstel!. (per regel) fr. 2,00 Overlijden iper regel) fr. 2,00 Commerciale en flnancieele aankondigingen zich uitsluitelyk te wsaden Agence Reclame God's, 2, Beursplaats, Brussel. Zou er wel edeler gevoel in bet bert tier xnenschen gelegd zijn dan christe lijke liefde? Kan men in de schepping wel iets verhevener uitdenken dan het: Allen voor één, één voor allen Bemin uw evennaasten als u zeiven om God. Bemin uwe vijanden, vergeef !mn 't onrecht dat zij u aandeden, doe wel aau die u baten en bid voor «we vervolgers en belasleraars. Zie daar de leer van Christus. Ware die leer eene algemoene en strenge wet, ook ware bet leven een hemel op aarde Helaasnaarmate de wereld ver ouderd en het menschdom in bescha ving vordert, verdwijnt stilaan moor om moer do ware christelijke liefde. Ziehier waarom De beschaving brengt onvermijdelijk noodwendighe den tot een beter stedelijk leven mede, die slechts kunnen bereikt worden DOOR HET-BEZIT DER AARDSCHE GOEDE REN. Allen voelen wij ons gedreven tot bet gulden kalf, waarvan ontelbaren reeds hun god hebben gemaakt. Wij voelen ons onweerstaanbaar aange trokken door de weelde wij willen genieten, hot onze orvan hebben en wij schijnen niet te bemerken, neen, WIJ WILLEN NIET ZIEN DAT HET VOL DOEN ONZER DRIFTEN EN WELLUSTEN WERKT ALS EEN DOODEND VERGIF OP DE CHRiSTEXlXTKE UZrwz. Do wijsgeoren bebben dien zuclit tot het bezitten van meer, altijd moer, den naam gegeven van De strijd om HET BESTAAN Deze strijd was de oorsprong der ïkzuciit en der afgunst die thans het menschdom beheerschcuDe menschen beminnen malkaar niet meer en indien zij elkander nog niet verscheuren zoo- ais do wilde dieren, dan is het enkel dat er in hun binnenste nog een spran kel overbluft van het goddelijk liciit dat, sedert Christus, zijne milde stralen op het menschdom liet vallen. De eene mensch benijdt bet brood van don anderen. Eenieder wil rijker zrjn en beter doen dan zijn gebuur. Vrienden die enkel zouden moeten leven om malkaar te beminnen zijn ^•eene vwenden meer, zoo baast bet persoonlijk belang zich tusschen bei- uen plaatst. Zien we niet dagelijks de innigste, 3e vertrouwdste broederliefde over- 6»aau tot baat en vijandschap na het afsterven van ouders of aanverwanten, wier erfgenamen zij zijn Handelaars schaden zich zeiven om liet louter genoegen te smaken ook een ander daardoor te schaden. Een vriend in nood baart geen modelijden. Ja 't is bedroevend, het ongeluk der «enen verwekt zeer dikwijls vreugde bij anderen. Hoevelen zijn er niet die van niets tot iets kwamen en thans met verach ting op hunne vroegere kennisson •neerzien 1 Zij wanen zich meer en beter, dan bunne vroegere vrienden, waarom, ja, waarom Omdat meer en meer de christe lijke LIEFDE VERVANGEN WORDT DOOR KOUDE IKZUCHT. Wil dit alles nu zeggen dat de christelijke liefde uit de wereld ver bannen is? Goddank neen. Doch ze bestaat nog slechts bij die genen die dicht bij bunnen Schepper staan zij bestaat nog ja, bij tal van ware christenen die zich de woorden van den Meester herinneren Bemin uw evennaasten als u zolvon om God "Voor de duiven.liefr hebbers. Door de rechtbank van Enkelo Policie le St Joost-ten-Noode werd een voor de duivenliefhebbers belangwekkend von nis uitgesproken. Het luidt nameljjk Overwegende dat het uit het onderzoek ge noegzaam in rechte blijkt dat de verweerder opzettelijk en aanhoudend, een erg lawyt heeft gemaakt met het doel de duiven van deneischer te verschrikken en te beletten dat zij op het hok binnengaan; Dat hij hem op die wijze schado heeft berok kend, het thuiskomen der duiven die aan eene prijsvlucht deelnamen, vertragende; Overwegende dat, zoo hot niet Indrukkelijk mag bevestigd worden dat do duiven van den eiselier tijdig genoeg zouden zijn aangekomen, om ecnen prijs in den kampstrijd te winnen, de eischor nochtans schade heeft geleden, die door hierna vermelde toegekende vergoeding zal her steld worden Om deze redenen verwijzen wij den verweerder tot het betalen eener som van 25 fr. aan den eischer ten titel van schadevergoeding.. De groote leseroefenin» gen —Dit jaar zullen de groote legeroefonin- gen bijzonder belangrijk zijn, omdat /.o zullen geschieden volgens de nieuwe inrichtingen der afdeelingen. De regimenten voetvolk zullen ver dubbeld worden, om met eene groep artillerie en eene kompagniemitraljeuzende gemengde bri gaden uit te maken. Iedere legeratdeeling (1®, 5e en 68), zal, buiten drie gemengdo brigaden, een regiment artillerie met drie groepen van twee batterijen tellen, een regimeHt ruiterij, een bataljon genie en het nieuw gesticht vorvoer- korps, begrijpende eeuo amhulanciekolon en de legertros. Bij iedere legerafdeeling zal eene groep vliegers gevoegd worden. Drie afdee lingen telegrafisten en twee staties van draad- looze telegraaf zullen verdeeld worden over de hoofd-kwartiers generaal. De aioeeiing ruiw^ij b®i ongoumi cellen met twee regimenten, een groep artillerie te peerd, een wielrijdersbalaljon, een bataljon pionniers-pontonniers wielrijders en een ver- voerkorps. De bevo wradingsdienet der 5° leger afdeeling en der ruiterijafdeeling zal per auto mobiel gesohieden. Voor de eerste maal zal er bij de gemengde brigaden een peleton gendarmen gevoegd worden. Do getalsterkte dor troepen, die aan de legeroefeningen zullen deelnemen, bedraagt meer dan 30,000 manschappen, 'tzij 6000 moor dan verloden jaar. De oefeningen zullen geschieden dwars over den grens der provincies Namen on Luxemburg, in eene weinig bevolkto streek. Ook zal het last lijden om de soldaten een onderkomen voor den nacht te bezorgen, en denkelijk zal men wol in open lucht moeten kampeeren. WerKongeval. Een bedien de van den ijzeren weg te Chicago was gedwon gen geweest drie dagen en drie nachten te wer ken, zonder in het geheel meer dan 7 uren te rusten. Toen hij don derden nacht een foergon wilde op een zijspoor brengen, viel hij van uit putting op het spoor. Een trein naderde juist en reed hem den rechterarm af. De ongelukkige werd daarenboven erg gewond over gansch het lichaam. Dinsdag heeft men hem te Chicago eene som van 375,000 fr. als schadevergoeding toegekend. Zulks is de hoogste vorgoeding die tot nu toe voor een werkongeval werd toegestaan. ■%/%/->/%/- CONGO Vepis*ek dep - Anvscsville Donderdag voormiddag is de Belgische stoom boot Anversville naar Congo vertrokken met 118 passagiers, waaronder 79 van eerste klas. Onder dezen bevonden zich de eerw. pater Austen, van de orde der Redemptoristen en twee eerw. broe ders. Verders de groop van de Touring Club, die een uitstapje doet dwars door Congo. Er was tamelijk Yeel volk bij hot vertrek aan wezig. r i Terugkeer uii Congo De volgende passagiers bevinden zich aan boord van de Albertville, welko Maandag aan slaande te Antwerpen verwacht wordt Voor bet ministerie van koloniënMM. O. Krocli, magistraat; E. Ballois, overste-klerk (financiën Katanga); F. Cibour, onder-luitenant; A. De Brand, overste-klerk, (belastingen); C. Drago, tolegraafplaatser; F. Debatty, sector overste (taalman); J. Delouvain, timmerman; W. De Franquen, magistraat; A. Farquet, adminis- tratievon dienst; J. Firelii, geneesheer; J. Fetu, landmetor bij het kadasterR. FriaK» territo riale agent tweede klas G. Gadeyne, telegraaf- plaatser F. Gios, werioversto G. Goethals, territoriale agent P. Hurlet, beheeragentI. Huylebroeck, territoriale agentE. Kadler, sectoroverste L. Meyers, idem M. Mosselmaus werjttoouchter J, Poncelet, broeder Marist E. Spitaols, militaire agentE. Sand berg, werk tuigkundige e&rrto klas Suino, sectoroverste ■Stoops, klerk oorstd klfwC. ÖoUwab, behoor- agentJ. Schepers, militaire agent G. Tinei, bijgevoegd mag sstraat A. Veraluys, bestuur der P. GoLdtsbc .en, geneesheer-toezichter J. Vansippe, timmerman J. Witlems, militaire agent (Katanga; F. Warnier, klerk tweede klas R. D ufo er, territoriale beheerderA. Neydt, werktuigkundige derde klas. Voor de Grand. Lacs M.M. L. Collet, metser; M. Carpentier, worfoverste J. Fauconnet, lei der van werken O. Hagg, ambachtsman K. Avalstedt, baanl.-gger J. Martinez, ingenieur. Voor de Jezuiisn de-eerw. pator Butaye. Voor de Sjogreen et Co.M.M. Colle en Klin- kenbergh- Voorde S. A. 8.M.M. de Backer en Delaye. Van de Comp. du cherain de for du Congo M.M. Nenegsni, Dossray, Geschin, Fornassier en Malthay. Van de Citas M. Persiani. Van de Comp. du KasaïM.M. Van den Hove, Dor, Foris, Va:; den Borght, Helin, Crunian, Cabuy en WalLcusen. Voor de A. B. .7.M. Quennepoix. Voor de Comfi--.a M. Renard, Voor de UrséKiM. De Vos. Voor de N. A. H. V.M.M. Korhershoek en Everberg. Voor de Comp. des ProduitM. Hanus, Voor de Lomaici M. Moeykens. Voor de Comp - d'IrebuM. Pruedhomme. •>.V' Hervorming van 'i Koloniaal Beheer In het ministerie van koloniën wordt ijverig gewerkt tot hervorming van het koloniaal beheer, zoo in .ifrika als in Europa. Verschei dene besluiten werden dienaangaande opge maakt om aan do liandteekening van den koning onderworpen te worden. De hervorming schijnt heel belangrijk te zullen wezen. Eens dat groot werk godaan, schrijft de Brus- selsche corrcspo; dent van den - Bien Public» gaat minister Rcnkin dadelijk aan 't opmaken van een boek over Congo. Veel personen ie van Congo spreken; kennen US*. ''MUÜ mot, Ou lila. Hij UI vaituu over ingelicht werden of het niet gevoeglijk bestudeerd hebben. De minister wil een vijfjaarlijksch verslagboek over de kolonie uitgegeven betrekkelijk alles wat de kolonie en de koloniale regeering aanbe langt, met vergelijkende kaarten welke zullen toelaten te zieu wat er in de verloopen vijf jaren veranderd is. Het eerste boek zal aanwijzen wat is verricht geworden sinds de naasting tot op 1 Januari 1915 VERHOOR van DONDERDAG, 23 JULI. (Vervolg.) Het getuigenverhoor. M, Westphal, schatbewaarder van den Bond der Rechten van den Mensch, verhaalt dat hij getuige was van het vernielen der intie me brieven door Mad. Gueydan. Deze scheen liever de brieven te willen behouden. Mr Labori. Dan hebt gij toch geweten, wat er in die brieven stond M. Westphal. Ja I Echter kan ik mij nu niet meer juist de woorden herinneren, doch ik weet dat er niets kwetsend in stond. De getuigenis van Mev. Gueydan. Mev. Gueydan, eerste vrouw van Caillaux, wordt opgeroepen. Zij vraagt om te mogen hare notas raad plegen hetgeen haar geweigerd wordt. Mev. Gueydan dringt aan en vraagt waar om men haar zulks weigert, alhoewel M. Caillaux alles mooht lozen wat hij wilde. Ik sta tegenover een berg van leugens, welke Ik wil verbrokkelen M. de Voorzitter. Gij moogt van geene notas gebruik maken. Gij zijt in 1911 uit don echt gescheiden? Mev. Gueydan. Wij leefden heel geluk kig, M. Caillaux en ik, tot mijn man kennis kreeg met eene andere vrouw. De eerste in tieme brief welke hij kreeg, heeft hij mij zelf gegeven. Het was don 14 Juni 1898, in het ministerie van financen. Daar had men hem den brief gegeven en hij gaf hem aan mij, zeggende Lees dat eens. Ik versta er niets van.Die brief kwam van Mev. Rainouard. M. de Voorzitter. Hoe hebt gij te Mamers de brieven ontvreemd? Mev. Gueydan. Op 14 Juli 1909 begon ik te twijfelen aan de rechtzinnigheid van M. Caillaux ten mijnen' opzichte. Dien dag had hij weer een brief ontvangen en toen ik hem vroeg van wie, antwoordde hij mij dat de brief van eene vrouw van lichte zeden was. Hij viel op de knieën en vroeg mij vergiffe nis, doch 's anderendaags was hij wederom bij die vrouw. Na den val van het ministerie Clemenceau trok mijn man nsar de Sarthe. Tijdens zijne afwezigheid kreeg ik talrijke naamlooze brie ven, waarin men mij zegde wat er gebeurde. Ik ontving er zelfs twee van zijne vriendin en toen mijn man terugkeerde, maakte ik hem opmerkingen en gaf hem de twee brie ven van zijne minnares. Hij was woedend omdat ik au alles wist en zekeren morgend kwam hij mij zeggen, dat hij 's nachts zinnens geweest was mij te vermoorden.... Ik ging dan cenige dagen te Versailles doorbrengen, doch daar mijn man wegbleef, keerde ik naar Parijs terug. Wederom vond ik brieven van Mev. Ratnouard. Een dezer brieven was opzettelijk geschreven, om mij te doen gelooven, dat er niets verdachts was. in don omgang van M. Caillaux en Mevrouw Rainouard. Toen mijn man terugkeerde, zegde ik hem wat ik over Mev. Rainouard gehoord had mi zulks scheen indruk op hem te maken. Op 20 September vond ik twee nieuwe brieven in eene lade. Nu verstond ik, dat al les vruchteloos zou zijn. Ik nam de brieven, bracht ze in veiligheid en verliet mijn man. Dan begonnen de onderhandelingen voor de echtscheiding. Eene eerste maal werd ik door een pleitbezorger in een valstrik gelokt. Dan kwam M. Westphal mij, in naam van M. Caillaux, voorstellen doen, naar 't schijnt voor eene verzoening. Spoedig ondervond ik, dat ook M. Westphal mij zocht te bedriegen en ik liet hem aan M. Caillaux zeggen, dat ik geene echtscheiding verlangde. Men wilde dan ten allen koste de brieven terug hebben, doch al de rechtskundigen die ik er over raadpleegde, gaven mij den raad, nooit die brieven te laten gaan. Eene halve verzoening had plaats en op 5 November gaf ik de brieven aan M. Caillaux terug. Hij schreef mij een brief, waarin hij zijn ongelijk bekende. Daar ik ondervond, dat men tegen mij aan 't komploleeren was, trachtte ik zooveel mo gelijk verdedigingsmiddelen te verzamelen. Zekeren dag vroeg M. Caillaux mij, op mijn eerewoord te verklaren, dat ik al de brieven verbrand had. Hij ook gaf zijn woord van oer, doch ik zegde hem, dat hij daarvan niet moest spreken, daar ik wist wat dat eere woord waard was. (Opschudding.) Het verhoor wordt om 2 1/2 ure geschorst en om 3 ure hernomen. Mev. Gue>u«n. ncu utc» gcccgu unt ci eene overeenkomst is gesloten geworden. Daar is niets van. Men kan wel trachten, mij to doen doorgaan voor eene oneerlijke vrouw, om aldus verzachtende omstandigheden in te roepen voor eene misdadigster, doch men zal er niet ln gelukken. Ik verdedig mijne eer en die van mijn zoon. Alles wat M. Caillaux en zijne tegenwoordige vrouw beweerd heb ben, is valsch. (Beweging.) (Getuige haalt een bundeltje brieven te voorschijn en vraagt of zij ze mag lezen Mr Labori vraagt om besluitselen te mogen nemen, daar Mev. Gueydan toch nog brieven in haar bezit gevonden heeft. Mr Chenu. Dat is niet ernstig, Mr Labori. Wij vragen licht in deze zaak. Mev. Gueydan. Indien gij deze brieven wilt lezen, zult gij zien dat ik waarheid spreek. Ik heb ook eene nota gevonden van liet agentschap Goron, waarin men aau mijd man heel mijn leven en alles wat ik deed kenbaar maakte.... M. de Voorzitter. Wij zullen de brieven lezen, na ze onderzocht te hebben. Mev. Gueydan. Toen ik dacht, dat M. Caillaux met zijne minnares had afgebro ken, vertrok liij naar Egypte. Zijne vriendin vroeg hem of zij hem to Cairo mocht gaan vervoegen, doch hij wilde er niet in toestem men. Den 21 December keerde hij naar Parijs te rug en de betrekkingen werden hernomen. Ik vorweet hem zulks, doch daar hij meende dat ik geene bewijzen meer had, antwoordde bij zeer brutaal. Den 29 Juni 1910 verliet hij de echtelijke woning. Daags nadien bracht men mij een pakje, de photographiën bevattende der brieven welke ik vroeger gevonden had. Men zegde mij, dat ik deze zou noodig gehad heb ben. Eenigen tijd later vond ik in de dagbla den berichten, dat M. Caillaux de echtscliei-" ding aanvroeg. Op 7 Maart 1911 deed mijn pleitbezorger mij naar zijn bureel komen en zegde mij dat ik best zou doen de echtscheiding te aanvaar den. Ik stemde toe en 48 uren later was de echtscheiding ten mijnen voordeele uitge sproken. Ik had enkel de photographiën der brieven moeten toonen, om to bewijzen, dat mijn man ln foute was. M. de Voorzitter. Hoe zijn de photogra phiën u ter hand gesteld geworden Mev. Gueydan. 't Is mijne zuster, Mad. Robert, die de brieven had doen pliotogra- phieeren, buiten mijn weto. M. de Voorzitter. Uw broeder heeft ook die brieven in zijn bezit gehad?, Mev. Gueydan. Ja. M. de Voorzitter. Toen uwe zuster onge huwd was, heeft zij kennis gehad met M. Ver voort Mev. Gueydan. Ja, maar ik druk hierop, dat het M. Caillaux is, die aan zijne trawan ten van de photos gesproken heeft. Indien ik vroeger geweten had, dat er photos beston den, zou ik het wel gezegd hebben, aan M. Caillaux, gedurende de 8 maanden welke op de verzoening gevolgd .waren. M. de Voorzitter. De photos zijn toch id andere handen geweest Mev. Gueydan. Zij hebben nooit derf brandkoffer van het Crédit Lyonnais. waad ik ze geborgen had, verlaten. M. de Voorzitter. Zijn zij er nog Mev. Gueydan. Dat zeg ik niet. M. de Voorzitter. M Vervoort beweert, dat gij hem de inlichtingen gegeven hebt be trekkelijk de photos. Mev. Gueydan. Al wat M. Vervoort ver klaart is valsch. Het is een bedrieger dien ik' hier wil ontmaskeren. Hij is mij komen vra gen of ik geen brieven had, welke zouden moeten dienen om een boek tegen M. Cail laux te schrijven. Ik heb M. Vervoort aan de deur gezet. Dan is hij bij den minister ge gaan. Wat hij daar heeft verteld weet ik niet. M. do Voorzitter. Ook M Bonnard is u komen vragen of hij den brief o Ton Jo mocht afkondigen? Mev. Geuydan. Ja, doch ik heb gewei-» gerd. M. de Voorzitter. Hoe kon hij dan eena kopij hebben van den brief Mev. Gueydan. Hoe is de kopij van hef dokument Fabre in hunne handen gekomen 7 Alvorens de echtscheiding werd uitgespro ken. zijn de brieven en de photos in handen geweest van avoués. Hoe zij echter in handen van M. Calmette geraakt zijn, weet ik niet M? Chenu. Kunt gij ons zeggen wat er in de andere brieven staat? Mev. Gueydan. Die brieven belangen en-» kei mijn persoon. Zij bevatten geene poll- tiek. Mr Chenu. Waar zijn die brieven t Mev. Gueydan. Hier I M>" Chenu. Wil Mev. Gueydan de photos aan den Voorzitter geven? Mev. Gueydan. Ik heb het liever niet te doen. Men spreekt wel van twee intieme brie» ven. Er zijn er nog veel meer. Mr Chenu. Gij neemt eene groote yeranfc woordelijkheid on u. mo». vracyoan. Degenen die beweren dia brieven gelezen te hebben liegen 1 Mr Labori. Mev. Gueydan is eerlijk. Ilij eerbiedig hare smart. Mr Chenu. Gij zoudt beter met mij vra» gon, dat volle klaarte in de zaak gebracht worde. Mr Labori. Deze vrouw Is reeds genoeg gesmaad geworden. Mr Chenu. 't Zijn uwe vrienden die met vuilnis wierpen Mev. Gueydan. De gezwoomen mogen oordeelen wat ik te doen heb Ik geef de brie ven in bewaring aan Mr Labori. Hij kan en mede doen wat hij wil. Mr Labori. Ik aanvaard ze....» De zitting wordt voor 10 minuten geschorst* (Mev. Gueydan verlaat de balie der getui» gen Hot publiek brengt haar eene ovatie» Eene konfrontatie Mev. GUEYDAN en M. CAILLAUX. Om 5 ure wordt het verhoor hernomen. Mr Labori. M. Caillaux vraagt om ge< lioord te worden. M. de Voorzitter. Mr Chenu vraagt om ook Mev. Gueydan te liooren. Het Hof heeft de brieven gelezen. Deze schijnen geen al ta groot belang tc hebben. Mev. Gueydan. Er zijn nog acht brieven welke ik ook aan Mr Labori zal laten gewor den. M. Caillaux. Ik moet verzet aantecke- nen tegen de positie waarin'Mev. Gueydan! mij plaatst. Nu weet ik van waar den laster komt. Mev. Gueydan beweert dat er in zake politiek niets verdachts in de brieven staat Indien zulks zoo is voor het publiek, is dat niet het geval voor een dagbladbestuurder. Ik wil nu heel de waarheid zeggen, over mijn privaat leven. Mr Labori. Ik heb misschien eene fouï begaan, door de brieven te aanvaarden. Ik heb het gedaan, met de gedachte, dat na do vrijspraak, welke noodzakelijk is, algeheela verzoening zou volgen. M. Caillaux. Ik heb te veel geleden. Nooiï heb ik mijne tegenstrevers behandeld, zoo als zij mij behandelen. Het is mijn plicht doze ongelukkige welke zich op het schaad- bankje bevindt, to verdedigen. Dan, zich tot Mev. Gueydan richtendeMe» vrouw, gij hebt mij gekend toen ik een jong minister was. Ik had ongelijk u te trouwen, daar gij van mijn ras niet waart. Reeds des anderendaags, vooraleer ik die ongelukkige kende, begreep ik zulks. Wij waren- vrien den, en dat is alles. Mev. Gueydan. Gij onteert u. M. Caillaux. Dagelijks werd de toestand slechter enik zocht afleiding. Zekere» dag werden mijne brieven gestolen. Eene ver zoening volgde nog, doch weldra konden wij onmogelijk samen blijven. Op het einde der maand Juni, verbood mijne waardigheid mij, langor bij u le blijven Meer zal ik niet zeg gen. Mev. Gueydan. Neen, gij moet alles zeg gen! M. Caillaux. Dan zal ik het doen. Op he*

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1914 | | pagina 1