De strijd in België en Frankrijk
De strijd san de Darüanellen
Metbsleg door do eeuwen heen
Ean-en-twintigste jaargang nummer 73
DAOBLAB
Bekendmaking
DE GEESELING
Van hot Ooststijk Vectitterein
Russisch-Turksche oorlog
De oorlog in de lucht
In de Italiaansche Kamer
3 CENTIEMEN HET NUMMER Zondag 28 en Maandag 23 Rlaarf 1915
ABONNEMENTEN
los maanden frankan Een jaar 8 (ranken.
Inschrijving in alle postbureelen van bet land.
I* UITGAAF, 4 a. 's avcnds ijf 2' UITGAAF, 7 's avonds
Pour toute la publicity commerctale el financièro du journal,
5'adreteer exelusivemeat 4 l'Ageuce Réclame Godis, 2, Place de
Bourse, Bruxellte.
BUREEUEN
TE BRUSSEL I TE flfiLST
BiGQOTS, Beuraptaats, 2 I Kerkstraat, G
Teieloon A 3299 f TelofooD 114
Bestuurder J. Van Buffel-De Oendt.
AANKONDIGINGEN
KI-*aok.(l tot 4kl. reg.)fr. 0,60 Sport (per regel) f7.1,00
3* bladz. (de regol) fr. 1,00 I Gemengd mou wb per regel fr. 2,00
4® bladz. (de regel) fr. 0,30 I Reeüt.herstell. (per regel) fr. 2,01
Financ.aankon.(perregel)(r. 2,00 Oterlydeo (per regel) fr. 2,00
Commerciale en fin&ncieele aankondigingen zich uitsluitelijk to
wenden Agence Reclame Godts, 2, Beursplaats, Brussel.
Du Burgemeester wordt biermede
■verzocht, do inwoners zijner gemeente
bekend to maken, dat evenals op de
Zondagen,- op 27 Maart, en 2 en 5
April geene paspoorten zullen gegeven
worden,
Aalst, 26 Maart (915.
Kommandatuur, Aalst.
W\
PASSIE-GEDICHTEN
Heer, Gij die ginpfc weldoende rond,
Met 't woord des Levens in den mond
Dat bracht ren dauw van vrede
Voor zooveel zielen mede;
Heer, Gij wiens zegenend gebaar
Genas de blccke lijdersschaar,
Die knielde op al uw schreden
Met droeve smeekgebeden
Hoe staat Ge daar zoo naakt gebonden
Vóór 't huilend, 't hatend, 't vloekend volk,
In woede ontketend als een onweerswolk
Kind, om uw zonden
Heer, Gij die waart zoo goed als brood;
Die deernis hadt met eiken nood,
En heul voor elke sirarte,
Eh troost voor ieder harte;
Heer, Gij voor wiens erkend gezag
De menigt' met verstomming zag
De dooden weder leven,
En al de duivlcn beven
Hoe staat Go daar bedekt met wonden,
Gemarteld als een weerloos lam
Waarop de beul zijn bloediust koelen kwam?
Kind, om uw zonden 1
Heer, Gij wiens glans en majesteit
Den blik van Moeder had verblijd,
En a! de heerlijkheden
Der schopping deed verbleéken;
Heer, Gij die ais een lelie, slank
Roest in uw maagd-Moei schittrend blank,
Zond->t voor al uw luister
De zon scheen dof en duister:
Hoe slaat Ge daar nu zóó geschonden,
Onkenlijk zelfs voor 't moeder-oog,
En voor de treurende engelen omhoog?
Kind, om uw zonden 1
Jef CRICK.
A.AJL.SX
Na doctors en apothekers, de ziekenhui
zen.
Voor er spraak was van het Gasthuis, dat,
Tan do Oude Vischmarkt naar de Hertshaag,
den 9 Mei 1900, verhuisde, bestond er op
het einde der huidige Pontstraat (in 1100
den Zavel goheeten), ongeveer waar heden
de Brabantstraat begint, een klein kapelle
ken, toegewijd aan O. L. Vrouw ter Sterren.
Een weinig verder was, door Dirk van
den Elz&s, een xeuodochium of gaslhuis
voor reizende lieden gesticht. Dit geschiedde
in den aanvang van 1100, wellicht rond
1120, want de oudste in ons bereik gekomen
charters hebben onkel betrek op de stichting
van het O. L. Vrouw hospitaal. Dit eerste
ziekenhuis wierd bediend door Broeders van
de orde van St Franciscus, Lollards ge
naamd, dio echter vervangen werden door
Broeders (in 1338 Priesters) van de Orde
van den H. Wilhelmus van Aquitanie, wan
neer zij, ten jare 1428, hun vernield geslicht
nan de Kapellepoort, moesten ontvluchten.
Van toen af heette men deze kloosterlin
gen Wilhelmieton of Sterheeren.
Wij me enen, dat hel tot nog toe niet uit
gemaakt is, waar ergens aan de Pontslraat-
pooi't het eerste gekend gasthuis werd opge
richt. Althans, het stond buiten de stad,
«xtra muros, huilen debemuurde omheining,
in de nabijheid van eenen meersch, ge-
uaamd de Ponte, (in 1380 eigendom van
Cornelis de Neclcer). En volgende aanteeke-
ning, die we vonden in liet Renteboek van
den H. Geest (1477) schijnt ons een kleine
lichtstraal in de duisternis
n Andries van den Steene, up liuus
n endo erve dat tziechuns plach te zine
m thendon vanden steenweghe, de beke an
r deen zide en tstraetkoue an dander,..
De Paters bezaten au den stoenwegh daer
men te Brabant waerl hutegaet (Schepen
kennissen 1412) aldaer men te Bruessel
waert ryt (Stadsrekening van 1443), het
r Sterren viverken (1477), an denLeoin-
putte (1490) en eenen meersch (1-19S), nog
gekend in 1711 (Landboek). Men zag daar ue
hofstede van Jan de Hertog (1380), de ka-
reelovens van Peeter Triestman (1410), de
schuur vanMichiel vanGremberghen (1412),
het huis van Joost van de Visschoryon (1409)
(Schepenkennissen, register 530), en meer
anderen, wier namen, op dit oogenblik, met
andere mijner papieren, zorgvuldig.... in
den grond verdoken zitten; men zal gemak
kelijk hut waarom begrijpen.
Thomas van Savoyen, graaf van Vlaande
ren, en zijne gemalin Joanna van Constanti-
nopel, bezaten, in 1241, vóór den Burcht
(hurgura Comitis), ten noorden der Achter
straat, een stuk grond, het Zeihof genaamd,
waarop hunne kapel had gestaan ...totam
aream nostram in qua sita fuit capella
nostra apud Alost. que dicitur Zeihof
(Charter van 1241, in het Staatsarchief te
Gent). Het was die grond dat liet edele echt
paar schonk om er het ziekenhuis op te
richten, hetwelk wij heden herschapen zien
in de Muziekschool en de Teekenakademie,
samen met eene andere erve, fomringd
van eene gracht en eenen muur (heden de
Oude Graanmarkt of St Martensplaats)
Item concessimus scabinis et coramu-
nitati supradictis locum in quo carnes ven-
duntur et bladum. murum et fossatum et
loca alia vacua si qua possunt inveniri...
(Document- oft Bescheedtboeck van O. L.
Vrauwehospilael te Aelst, f° 4).
Tot verpleging dor melaatschen of lepro
zen hadden, onze voorouders, aan don Gent-
schensteenweg. op den Ziezegomkouter, een
godshuis of lazarij doen bouwen. Dit ge-
gebeurde in 1242, op eene uitgestrektheid
grond (ongeveer 2 dagwand), gegeven door
Jan van Lede. Aan dit verpleeghuis waren
een kerkhof en eene kapel. Deze laatste
wierd, in 1452, door de Gentenaars afge
brand, doch later oropgericht. Men zag het
bedehuis tijdens de contagieuse sieckte
in 1647, dekken item beluelt over
tdekken met stroy de capelle daor de ghein-
fecteerde misooren... (Stadsrek ing). De
lazarij word gesloten in 1566, doch liet hei
jigdom bleef tot in 1S66 dienen tot Zondag
school en werd dit jaar door de stad ver
kocht; thans is het or de herberg van Alex,
de Freine. De lazarij had een gedeelte
van haren grond, in 1452, verpacht aan
Laurens van Raffelghem (Pachl-bouck); in
1795 kende men hier de Lazarye straetCj
en, veel vroeger, de volgende pachthoeven
of herbergen, nopens dewelke wij interes
sante bijzonderheden verzamelden ter
Hallen, buton denieustraetpoorteiïgheleghen
in de Holle (142S); de Vier Heemers van
Adriaan van Meerheke (1634); de Croone
(1477); den Posthooren,. van Jaak Martens
(1645). met het QuaedRockelyf; de Plough,
van Jan de Brucker (1687); Sint Jcorys
(17< 5); het Wit Iluys ^1720); Sinle Anne
(1723); het Haentjen (1740); de stede van
Philip van Somergem, daer de nieuwe voste
deure ghegraeven es(1496, Renteboek
van don H. Geest. 8610); de Duyvo keelo
van myn heere van Maesdam (1671); hel
Wafel buys, van het Hospitaal (1695), enz.
De H. Goestdisch roemt op eene eerbied-
weerdige oudlieid. Bereids in 1300 zien wij
deze instelling in het bezit van eene orve,
gekocht van Hendrik van Inghene en zijne
eega Beatrix Clercq (lieden de plaats waar
liet postïiotel oprijst; Schepenenbook van
1525, nummer 619). Lieven Godevaerts en
zijn zoon Jan schonken, ten jare 136S, aan
don H. Goestdisch een huis en erve waar,
in do Katleslraat, het H. Geesthuis word
opgericht. Eene nieuwe kapel, deze die nog
bestaat, wierd gebouwd in 1470 (Zio Rente
boek nummers 6 82; Schepenenboek van
1470, bladzijde 17; Bouc van den Jaerghe-
lidon van den Heyleghe Geest 1477, on an
deren). Kranke en oude menschen ontvingen
er onderkomen en verzorging. In de XVIII®
eeuw wierden er zelfs behoeftige krankzin
nigen opgenomen en bewaakt.
Blijft ons nu nog een woord te zeggen
over de pesthuizen. Men weet, dat reeds van
in 1315 de bevolking van Aalst door deze
vreesoliike smotzieke geteisterd werd. In
het eerst begin vonden de pestzieken oen
onderkomen in de vestingtorens, o. a. in den
Scherrowerretoren of Schrobbersloren, aan
de Kapellepoort. Nadien stonden de Williel-
mieten oen gedeelte van hunnen Sint Urs-
maarameersch (thans het Stalieplein) aan de
stad af, om er pestliuizekens en later een
pestkerkhof (nu liet Vaartplein) te maken.
Postmeesters wierden aangesteld (Schepe
nenboek 1636, register 726) en aen den
Wintmolon (Windmolenstraat) richtte de
bevolking eene kapel op, om-me by de pa-
ters Garmelieten, gaende in de sieckte,
misse te lesen tot dienste van do gemeiute
(Stadsrekening 1668, n-r 106).
Op verzoek van het Magistraat kwamen
de Zwarte Zuster? in 1474 naar Aalst, die
met de verzorging der pestlijders wierden
belast (Akte van 1475). De schepen Cornelis
van Hoorebeke toekende de akte der instel
ling. Do edele aloude familie van Hoorebeke,
waarvan de afstammelingen in onze stad
nog verblijven, draagt voor wapen au
champ d'argent, a trois cornets^le sable
posés en triangle et attachés avec des liens
d'or en heeft voor leuze Laetentur et
exultent cum gloria. Philip IV bekrach
tigde, te Madrid, den 8 November 1667, de
adelbrieven der van Hoorëboke's.
Petrus VAN NUFFEL.
AALST, 25 Maart. (Duitsche Kommandant).
Afgezien van onbeduidende gevechten aan
de Muashoogten, ten Zuid-Onsten van
Verdun, en op het Hartmannweilerkopje,
hadden enkel artilleriegevechten plaats.
Fransche fos*on.
PARIJS, 24 Maart. (Reuter) In het
avondbericht wordt gezegd
Duitsche nachtelijke aanvallen bij Notre
Dame de Lorette, ten noorden van Atreoht
en bij Beauséjour in Champagne werden
afgeslagen.
AALST, 25 Maart, (Duitsche Kommandant.)
Russische aanvallen ten Zuiden en ten
Znid-Oosten van Auguslaw, alsook bij
Jednorozec, ten Noord-Oosten van Przas-
nysz, werden afgeslagen.
Oostenrijksche bron.
WEENEN, 25 Maart. Officieel.
Aan het Westelijk front der Karpathen hoeft
zich nebij den Uszoker bergpas een groote
hardnekkigheid voortduurt. Z*er sterke Rus
sische strijdkrachten gingen tot den aanval
over. Om do hoogtestolling wordt met
verbittering gestreden.
Tusschen de Pruth en de? Dn jester kwam
liet tot meerdere gevechten, waarhij de
Russen uit verscheidene dorpen verdreven
werden en naar de grens moesten wijken.
Het steunpunt des vijands tusschen Czer-
nowitz en de Pruth ia ontruimd geworden.
In Polen en West-Galicien geen verande
ring.
Nabij Offinow is het oprukken der Russen
door onze artillerie gestuit.
Russische bron
PETROGRAD, 23 Maart. (P. T. A.) Me-
dedoeling van don grooten generalen staf
Onze verkenningsafdeeling in do richting
van Memel heeft zioh naar ons grondgebied
teruggetrokken.
Op den linkeroever van de Njemen, in de
streek van Marjampol, hebben wij een aan
val der Duitschors afgeslagen. Op den weg
van Kalwarija naar Suwalki, bij Schep
lischki heeft onze cavalerio, gebruik makende
van de duisternis eu den sneeuwstorm, een
Duilschen trein overvallen. Wij vermeester
den een groot aantal wagens met levens
voorraad.
De artillerie van Ossowiec heeft belang
rijke resultaten bereikt.
Op de andere gevechtsterreinen aan den
rechteroever van de Narew en den linker
oever van den Weichsel is geen verandering
van beteekenis.
In de Karpathen blijven onze troepen met
succes terrein winnen aan bot front tusschen
den Dukla-pas un de boven-Sar..De aanvallen
van den vijand in de richting van Uszok
werden afgeslagen.
Na de overgave van Przemysl
OuaSscih© bron
BERLIJN, 31 Maart (Wolff) Volgens een
bericht van de Lokal Anzeiger verneemt
Aftenposten uit St. Petersburg Na de capi
tulatie van Przemysl werd aan generaal
Kusmanek en zijn officieren alle militaire
eer bewezen.
Toen Kusmanek zijn sabel wilde overhan
digen word hem gezegd Generaal, een half
jaar lang hebt gij onze overmacht weerstaan;
Rusland wenscht dat gij uw sabel behoudt,
gij zijt steeds een dapper en ridderlijk vijand
geweest.
DwitscBio bvon
BERLIJN, 23 Maart (Part) De «Lokal
Anzeiger« meldt, dat naar aanleiding van
het gelukkig terugslaan van de aanvallen
van de Engelsch-Fransche vloot op de Dar-
danellenversterking. den sultan, de generaal
veldmaarschalk Von der Goltz de gouden en
zilveren Imliazmedaille ruet de zwaarden
heeft verleend. Deze onderscheiding is de
hoogste oorlogsorde van Turkije.
BERLIJN, 24 Maart (W. B.) Een
correspondent van de Tribuna op Tenedos
meldt, dat daar veertig transportschepen
zijn aangekomen met ongeveer 30.000 man.
Er heerschte dientengevolge op het eiland
groote bedrijvigheid. De «Inflexible», die op
een zandbank was geloopen was, volgens
dezen correspondent, nog niet vlot.
Griettschc bron.
ATHENE, 24 Maart. (Part.) Vol-
goDS betrouwbare berichten wordt de vloot
dor Verbondenen aan de Dardanellen zeer
versterkt. Behalve twee linieschepen wor
den eon Fransche dreadnought en 4 kolen
schapen verwacht, alsook de superdread-
r.ougkt. La France en eenige linieschepen.
De Engelsche admiraal Gardener is terug
geroepen, omdat hij uit onvergeeflijke nala
tigheid de schepen blootgesteld heeft aan
mijnengevaar.
Engelsche bron
TENEDOS, 22 Maart.
Uit het Oosten en Noorden woedt sinds 3
dagen een hevige storm. Alle ondernemin
gen worden daardoor onmogelijk gemaakt;
10 slagschepen liggen bij het eiland voor
anker.
LONDEN, 24 Maart. (Part.) De Daily
Express ontvangt een telegram uit Athene,
dat do geallieerden door de Golf van Saros,
troepen hebben ontscheept op het schier
eiland Gallipoli.
Er wordt gemeld, dat een algemeene aan
val zal plaats hebben, wanneer nog andere
schepen van de Britsch-Fransche vloot zullen
aangekomen zijn.
Russische bran
PETROGRAD, 24 Maart. (P. T. A.)
Een communiqué van den opperbevelhebber
in den Kaukasus meldt, dat na een strijd van
twee dagen, de Turken in hot dal van do
Alasjkert bij Zeidekian, op 22 dezer, zijn
teruggedreven.
Een aanval van Engelsche vliegers op
de scheepswerf van Hofroken.
LONDEN, 24 Maart. (Part.) Officieel.
De admiraliteit maakt hekend dat vijf vlieg
tuigen van het eskader van Duinkerken van
morgen een succesvollon aanval hebben ge-g
daan op de constructioplaatsen te Hoboken
.bij Antwerpen. Twee loodsen moesten
wegens het slechte weer teruglceeren, maar
twee anderen lieten vier bommen vallen op
duizend voet hoogte, op de onderzeeërs. Men
kon waarnemen dat in de werkplaatsen
brand was ontstaan.
In de Italiaansche Kamer heeft M. Salaudra
kabinetsoversto, voorgestele, dat de Kamer
in verlof zou gaan tot 12 Mei.
Een der afgevaardigden M. Turati, vroeg
dat iti aanmerking nemende den Internatio
nalen toestand, de Paaschvakantiën zouden
verkort worden en dat men op 15 April
opnieuw zou vergaderen. Hij drukte tevens
de hoop uit, dat de onzijdigheid van Italië
eene onzijdigheid zou zijn, welke gunstig
zou zijn aan den vrede en de rechtvaardig
heid.
M. Salandra antwoordde, dat het gouver
nement voorzeker niet zinnens was, zonder
kontrool van hel Parlement te heerschen,en
voegde er bij, dat indien hij voorgesteld had
langer Paaschverlof te houden dan gewoon
lijk, het juist was, om zich geheel aan het
onderzoek van den internationalen toe
stand te kunnen wijden.
Wat betreft de huitenlandsche politiek,
voegde de president er bij, dat hij voortdu
rend bewijzen kreeg liet vertrouwen dei-
Kamer te genieten, hetgeen beteekent, dat
liet gouvernement do volste vrijheid van
handelen heeft.
Hij is dus zeker, dat er tusschen het
Gouvernemont en het Parlement een volle
dig akkoord is, vooral wat betreft de verde
diging der wettige belangen en der rechtma
tige verzuchtingen des lands.
Ten slotto werd het voorstel van M.
Salandra aangenomen en ging de Kanjer
uiteen tot 12 Mei.
van Troja tot Przemysl
Steeds heeft in den loop dor eeuwen het
nauwste verband bestaan tusschen oorlog en
techniek, die in wezen zooveel gemeen heb
ben. Beide toch zijn uitingen van den wil
van den mensch om lo overwinnen, te heer-
schen in den oorlog over andere menschen,
in de techniek over de natuurkrachten.
Een wil, welke, alle vredesidealen helaas
ten spijt, steeds zal blijven bestaan, zoolang
een zwakker doel-van de menschheid moet
buigen onder do macht van een sterker ge
deelte, en de drang tot onafhankelijkheid in
den mensch aanwezig blijft een wil, die in
de techniek steeds tot uiting zal blijven ko-
mèn, zoolang er nog natuurkrachten zijn,
die overwonnen moeten wordon.
Voortdurend is de wijze van oorlogvoeren
voor een zeer groot gedeelte afhankelijk ge
weest van de vorderingen der techniek.
Zelfs was tot de 19® eeuw de techniek nage
noeg alleen gericht op oorlogsdoeleinden.
Men denke slechts aan den bruggenbouw
door de Romeinen aan het maken van
zwaarden, helmen, harnassen, enz., waar
door de middeleeuwen nagenoeg de goheole
ijzerindustrie werd heheerscht aan het feit,
dat tot in de 18® eeuw het meerendeel dor
ingenieurs militaire ingenieurs waren, waar
hij namen als Vauban, Van Goehoorn, Mes-
griny, Bólidor, Coulomb, enz., voor zich
spreken.
De val van Przemysl roept de aandacht op
do krijgsverrichtingen, strekkend tot inslui
ting eener versterkte stad of veslingplaats,
die men tot oyergave wilde dwingen, wan
neer men er niet in gelukte die stormender
hand in te nemen.
De val van Przemysl roept de aandacht
op de krijgsverrichtingen, strekkend tot in
sluiting eener versterkte stad of vesting
plaats, die men tot overgave wilde dwingen,
wanneer men er niet in gelukte dio stormeu-
iiand in te nemen.
Die krijgsverrichtingen verschillen na
tuurlijk volgens den tijd. Zoo lang men
strijden moest met onvoldoende aanvalswa
penen, volstonden hooge en sterke muren en
diepe grachten om steden voor inneming te
vrijwaren het vijandelijk leger bepaalde
zich bij het uithongeren der bezetting van do
belegerde plaats doch, aangezien de bele
geraars gewoonlijk over niet veel man be
schikten, was de blokkade feitelijk onmoge
lijk on duurde lret beleg uiterst lang; zöó
het beleg van Troja.
Later bouwde men wapentuigen werp-
govaarten, biijdens en stormtorens, besLomd
om projectielen te werpen tegen de muren
of op de huizen, om brossen te maken, ook
nog om de muren te benaderen en do sol-"
dalen in manden omhoog te lichten, der
wijze dat zij het bovenste van do wal of
muur konden bereiken,
L)e belegeraars groeven onderaardsche
gangen om in de belegerde plaats uit te
komen, terwijl de belegerden tegengangon
groeven om den vijand in zijne onderaard
sche werken te begraven en zijne onder
mij nings werken te doen mislukken.
De bestormingen werden afgeslagen door
het laten neervallen van kokend pek of
olie, gesmolten lood, enz. op de bestormers.
Ziedaar een beeld van de belegeringen
van al de oudheid tot tegen hot einde der
middeleeuwen. Nooit waren de belegeringen
moorddadiger en verschrikkelijker. Do
veroverde stad wérd te vuur en te zwaard
gezet en de bevolking ofwel over de kling
gejaagd, ofwel gevankelijk weggevoerd.
De uitvinding van het buskruit en de vor
deringen der artillerie, maakten den beleg-
oorlog minder lang, maar verplichten de
belegeraars meer dekking te zoeken.
Wel werden de ondermijningswerken
voortgezet, maar schansen werden opge
worpen en loopgraven aangelegd. Het
plaatsen der batterijen, het opstellen der
belegeringstroepen, de aardewerken, maak
ten eene gelieele kunst uit, die do krijgsgenio
werd. De groote vestingen vielen en vanaf
de XVI® eeuw versterkte men de plaatsen
bij middel van werken, gelijk mot den
grond en van diepe grachten, waartegen
artillerie weinig vermocht.
Duit8chers en Zweden hadden deze kunst
met welslagen aangewend, doch het was
Vauban die haar lot haar toppunt voerde.
Naarmate de verdedigingswerken weten
schappelijker werden en de kanonnen meer
schotsverte kregen, drong zich de noodza
kelijkheid op van het aanleggen eener
tweede verdedigingslijn rond versterkte
plaatsen, met forten die den belegeraar
onder kruisvuur konden nemen en hein
aldus beletten zijne werken te dicht bij de
belegerde stad te benaderen.
Zoo onl8tond de moderne belegoorlog,
waar de insluiting eener versterking voor
doel heeft, deze tot overgave te dwingen
door uithongering of ten gevolge der schade
door de beschieting in do stad aangericht.
Aldus het belegd der stelling Antwerpen in
1914, waarhij de krijgsverrichtingen, op
28 September begonnen, op 9 October ein
digden met de capitulatie der stad.
Dit stelsel van steden door vrees van
vernieling tot overgave to dwingen, werd
voor goed door Napoleon Iin zwang gebracht
en door de Duitschers in den oorlog van
1870-71 loegepast te Metz, Straatsburg en
Parijs.
Uit de oudheid kennen wij het beleg van
Jericho en bet beleg van Troja; van Tyr,
door Alexander; van Rome, door de Gail*
liërs; van Sagonte, door Annihal van
Syracuse, door Marcellus; van Carthago en
Numaucia, door Scipio; van Alesia, door
Gesar, alle dagteekenend vóór Christus
geboorte.
In de christone jaartelling: bet beleg van
Jerusalem door de Kruisvaarders (1090);
hot belog van Galais door de Engelsche:: in
1347; het beleg van Orleans door denzelf kn
in 1428; van Constantinopel door de Turken