m
§1
De redevoering van
den Rijkskanselier
V* JAAR N. 22
centiemen het nummer
Zondag 27 an IHaandas 28 Januari *91
e...'
Drukker-Uitgever J. Van Nupfkl-De Oendt.
Bureelen: Kerkstra
N. 9 en 221 Aatst
95I5TSBSsE MEDEDEELIMQ
453. -- VERORDENING
bétreffe"r.do liet verbod vr.n hanengevechten
J. In hot Oporatiogobied van hot 4ö leger
ütjji Os hananfffevephtei} verboden.
2. Binnen do aclit dagen na afkow&ging
dezer vorordeiidhg moeten ae kemphanen op de
Ortèkommranleihturen afgeleverd worden. De
Ortskomman dantureu moeten ervoor zorgen dat
de kemphanen voor de teelt gebruikt of gedood
worden.
fï. '..'vertredingen worden met ton hoogste
2000 mark boete of met gevangenis tot êcn jaar
gestraft.
Zijn bevoegd de Duitsche militaire rechtban
ken en militaire besturen.
A. B. Q., den 8 Januari 1918.
Der Oberbefohlshaber»
i.v. von SCHRODER,
Admiral und Kommandiereader Admiral
des i'darinekorps.
430. VERORDENING TER WIJZIGING
der verordening van 13 Juli t917
betreffende hol gëbruikon dss nieuwen
suikerijoogst.
Vcrordeningsblad voor bot Etapper.gebied van
lit-t 4° leger nr 82. blz. 749. e.^z.)
Cüfer IV, 3, lid 2 wordt gewijzigd alsvolgt.:
De prijs, aan welken de fabrikanten het sui-
erijpooi.Muiten afstaan, wordt bepaald op
l fr. voor i 00 kilos ingepakte suikerfj cn op 8'J
fr, voor 100 kilos niet ingepakte suikerij, geno
men aan de inln iek.
A. H. Q.j dan 'J Januari 1918,
Der Oberbefelilshaber,
I. v. von Schroder,
Admiral und Kommandierender Admiral
des Marinekorps»
461.— BESCHIKKING.
Op grond van d<y wetten van 1 Juni 18.70, 15
Juni 1881, 19 Mei 1914, van het koninklijk be
sluit van 24 December 1912 en van mijne veror-
dning van 10 November 1917, beschik ik het
navolgende
Art. 1. Te Gont wordt een Rijks middelbare
MeisjEsnorruaalschool mot voorbereidende af-
deoliug opgericht. In beide scholen is hot Neder-
landsch de voertaal van het ouderwijs.
Art. 2. De Rijks middelbare Meisjesnor-
maaisckool omval drie aldecLiagen, te weten:
Eene létser kundige afdeeling, eene wetenschjp-
peiijke afdeeling en eene afdoe ling voor Ger-
in.aa«SChö laleu.
Art. 3. In do laagste klas van de voorberei
dende aldeeling worth n b;j het begin van het
eerste schooljaar leerlingen aanvaard, die met
;oed gevolg het uitga .gsexaaun hebben door-'
staan aan een Rijks of gemeentelijke middelbare
school, ol die met goed gevolg een toehiciugs-;
oxamén hebben afgelegd over de leerstof van
jjet leerplan der middelbare scholen.
In de hoogste klas worden de leerlingen asn-
v, !i*d, die niet goed gevolg het examen hebben
f'u rstaan over «ie Jeersto.' van de laagste klas
(Ier voorbereidende afdeeling.
i'eoxamons worden afgenomen door een jury,
v.,;:: en gesteld uit leden van het onderwijzend
personeel; de bestuurster dér school neemt het
voorzitterschap waar, zij stolt tevens do jury
samen on roept deze ook bijeen.
De bestaande verordeningen zijn van toepas
sing oi). de^eammeus die later zullen afgenomen
Vorden.
Art. 4. Het Hoofd van het burgerlijk be
stuur (Verwaltuitgsc'hefvoor Vlaanderen wordt;
met-de uitvoering van deze beschikking belust,!
Brussel, don 10 November 1917.
Der Generalgoiu'srrsour in Bolgien.l
Freiherr vou F ALK LNiiAUSEN,
Generaloberst.
Bovenstaande beschikking breng ik door deze
ter openbare kennis.
J3. H. O., den 11 Januari.ISIS.
Dc r E t;ip po :s iaspek teur,
ven SCHICK FiS, General der Infant.
462. BESCHIKKING.
Art. 1. —Opgrond van «Je wetten vau 1 Juni
1810, 15 Juni lot'l cn 19 Aiei 1914, wordt te Gont
een Rijks ir.fddelbare .Meisjesschool met voor
bereidends aidVieiing opgïricnt.
Art. 2. Bedoelde onderwijsinstelling is on-
rafëfue'lijk na do ut kondigi ag van deze beschik
king t "p - en.
Art. 3. Het ministerie van Wetenschappen
en Kunfclc-n zal de vereischte maatregelen tref-
êsn, om dc uiivo.-ring ic verzekeren vau art 9
dar wet van 15 Juni 1681, rcr zake van du ver-
slachtingen der gemeente Gunt.
Art. 4. Het hoofd van hel burgerlijk bestuur
(Verwattungschof) voor Vlaanderen wordt met
de uitvoering van d*.:c beschikking beiast.
Brussel, den 10 November 1917.
Dor Generftigouvcrneur in Belgien,
Freiherr vou FALKENHAUWEN,
Generaloberst.
Bovenstaande beschikking breng ik door deze
ter openbare kennis.
E. H. U., den 11 Januari 1918.
Der Ecappeainspekteur,
von 9CH1'CK F UB, General der lui'
BERLIJN, 24 Jan. In de hoofdkom-
misBife van den Rijksdag nam D' Fraai v.
lierliiug lieden namiddag 't woord en zegde
Mijne Heeron 1 Toen ik het laatste maal
de eer uad, in de koofdkommissio te spreken
het was op 3 Januari stonden wij voor
een in Rreai Litowsk voorgekomen incident.
Ik bei) toen de hoop geuit dat wij hel bijlog-
gon van dit incident rustig zouden afwachten.
De ieiten li ebb on mij gelijk gegeven do
RpssDcko delegatie is te Beest-Li lowsk aau
gekomen en de onderhui.dei mg©» werdei
h ©re om on en voortgezel.; zij gaan langzaam
verder, maar zij zijn buitengewoon moeilijk.
Ik heb reeds ue vorige maal gewezen op
de nauwere omstaudij-iieden die de roden
zijn dier mooilijkhtden. Meermaals kon de
twijfel ontslaan o'f het bij de
RusDaoho Solatia we! ernst was
rnftt de vredesonderhandelingen on ailer-
bande teUgrammen van zeidzair;en inhoud
gingen dö wereld in, zoadat die twijfel ster
ker kon worden. Trots dat alles bfijf ik bij
do hoop dat wij ook «aai Ao Russische dele
$&i© te Brftat-Lifowsii w »klra tot e*u«»
goeden uitslag zullen kamen.
Met de verlegen*oerdtafcrs van Ockranië
sL-aa onze ou Jerkandelifigeü op gwqptigttn
vou Ö.ufc" hier utg ruoei!h^»diw te
l)«v-.»i te komen, *$d*rée veoraiOKcbi^n a^ti
gouu. Wij hopoe w eldra m»i évkrwüt tot
eenen uitslag te komen, die zal beantwoor
den aan beider belangen en langs den eko-
mischen kant voordeel zal opleveren.
Wij haddep, mijno Heeren reeds den 4
Januari om iö ure ""s avonds eenen uitslag
aan le teeltenen Zooals u allen bekend is
ad do Russische delegatie op het einde van
September voorgesteld, eene uitnoodiging
e zendon aan allo oorlogvoerenden, o:n aan
de vredesonderhandelingen deol te nenvn,
on als grondslag had de Russische regeoring
zekere vrorstelleu opgeworpen van zeer
algomoenen aard.
Wij liaado.i ons alsdan met het voorstel
van uitnoodiging aller oorlogvoerenden tot
de onderhandelingen 't akkoord verklaard,
onder voorwaarde nochtans dat de uitnoodi
ging zou gepaard gaan met een bepaald ter-
Den 4 Januari om 10 ura 's avonds was
hot termijn verstreken. Er was geon ant
woord gekomen.
De uitslag is dat wij vrije baan hebben
voor afzonderlijke onderhandelingen met
Rusland, en dat wij tegenover de Entente,
natuurlijker wijze geenszins meer gebonden
zijn.
In plaats van het destijds verwachte ant
woord, dat-uitbleef, deden zich oadertusachen
twee manifestaties van vijandelijke Staats
mannen voor do
Redevoering van den En gelachen minis-
ter-voor sitter Lloyd Geoi-gevar 5 Januari,
en de boodschap van den president Wilson,
daags nadien.
Ik erken gaarne dat Lloyd George van
toon is veranderd. Hij schimpt niet meer cn
schijnt diens volgens zijn vroeger gemak van
omkeoriug waaraan ik begon te twijfelen,
weder le willen latGn blijken. (Gelach).
Ik kan evenwel mot zoo ver gaan als
sommige mannen uit het neutraal buitenland
die in dc redevoering van Lloyd George een
ernstigen vredeswil, zolfs een vriendelijk
gezindheid zagen. Hij vindt bijna woorden
van achting voor onze ekonomische, polo-
tieke en kultureele stelling.
Maar daarlusschen ontbreekt het toch
niet aan andere uitingen, daariusschen dringt
nog im:r.=rr do opvatting door, dat hij over
liet schuldige, aan allo mogelijke misdrijven
plichligo Duilschland recht moet spreken,
ene gezindheid waarmede wij oi.a natuurlijk
iof kunnob inlaten, en waarin wij van oenen
ernstigen vredeswil nog niets kurn m ver
moeden. Wij zouden do schuldigen zijn
waarover de Entente alleen hot vonnis heeft
te vellen, dat noodzaakt mij tol eenen
Kortbondigen terugblik
over de verhoudingen die vóór don oorlog
voorhanden waren, en de voorvallen die
zich alsdan hebben voorgedaan, op het go-
vaar af, dingen die lang gekend zrjn nog
maals te moeten herhalen.
Do oprichting van hot Duitsche rijk, in
liet jaar 1871, maakte eon einde aan de oude
verdeeldheid. Door do aaneensluiting zijner
stammen bad het Duitsche rijk in Europa de
eenige positie verkregen, die overeenstemde
met zijne wetenschappelijke en kultureele
opgaven en do daarop gesteunde aanspra
ken. (Bravo.)
Vorst Bismarck bekroonde zijn werk door
het Bondgenootschap met Oostenrijk Ho i
gariö. Het was een zuiver defensief bondge
nootschap, door de hooge bondgenooten van
den eersten dag af alzoo bedao.it, en zoo ge
wild.
In do laatste jaarliontallen kwam nimmer
bij iemand de gedachte op aan een misbruik
van liet verbond Lot aanvallende doel.
Het defensief verbond tusschen Duitsch
and on zijne verkleefde Bondgenooten, zou
enkel en alleen dienen tot het in stand hou
den van den vrede.
Edoch, reeds vorst Bisinark gevoelde, de
grooto drukking der koalitiea, eu de ge
beurtenissen van den daaropvolgeuden lijd
nebben getoond, dat zulks geen ijdel schrik
barend droombeeld was, en meermaals
dreigde in de verte het gevaar voor ven
vijandelijke koalitiea, legen de Centraal-
mogoodheden.
Door de insluitingspolitiek van koning
Eciuaxd werd da droom der koalitie werke
lijkheid. Het vooruitstrevende en sterker
wordende Duitsche rijk stond het Engeischo
imperialismus in den weg. Dat Engeisehe
imperialismus vond in de Frauscko revan-
chezucht, in do Russische zucht tot uitbrei
ding al te bereidwillige hulp, en zoo werden
gevaarlijke plannen voor onze toekomst
oorbereid.
Immer heeft de geographischo ligging
van Duilschland ons voor liet gevaar ge
steld van eenen oorlog op twee fronten.
Thans werd het immer meer duidelijk.
Tusschen Rusland en Frankrijk werd een
Doadgenootschap gesloten waarvan de deel
nemers, aan inwonersgetaL het Duitsche
rijk en Ooatenrijk-Hongarië dubbel over
troffon.
Frankrijk, het republikeinsche Frankrijk,
leende aan het Tzarenrijk miljarden voor
het aanleggen van strategische spoorbanen
in het koninkrijk Polen, die den opmarsoh
tegen ons moesten vergemakkelijken.
De Fransche republiek riep den laatsten
man op tot don driejarigen dienstplicht.
Benevens Rusland ving Frankrijk tot
aan de uiterste grenzen van zijn vermogen
da bewapening aan. Reiden .hadden daarbij
ocgmtrlren in den zin die onze tegenstanders
thans impsfuliatisoH beetea.
liet wate pljohtrergaten handelen ge-
weasi, aadde DuüchWd rustig oj dat
toegezien, irÜtw wy ook niot getraoht had
don ons eene bewapening aan te schaffen
die ons tegen onze toekomstige vijanden kon
beschutten.
Mijne iieeren, ik moet cr weilicht aan
herinneren, dat ik zelf er steeds bij bewa-
poningsuitgaven steeds erop gewezen had,
dat het Duïtschü volk, indien in die bewape
ningen toestemde, alleen eene politiek van
vrede wilde vooren, c...t de uitrustingen
3leclits noodz ikiilijk werden gemaakt tot
afwering van het gevaar ons van den kant
onzer vijanden bedreigende. Het schijnt niet
dat die woorden op om het. even welke wijze
in het buitenland v.erden in acht genomen.
Flu Elzas-Lotharingen
waarvan ook Lloyd George thans weder
spreekt. Hij spreekt ook weder van het
onrecht door Duilschland in 1S71 aanFrank-
rijk aangedaan.
Elzas-Lotharingen, ik zeg het niet tot u,
^ij behoeft «latjiiet le lec-ren, maar in liet
buitenland sc.üjnt mon dat immer nog niet
le weten Elzas-Lotharingen omvat van
het grootste gedeelte, zuiver uit Duitsche
grondstreken, die door eeuwenlang voort
durende gewélddcnaren en rechlmisbruilcen
van hel L'uilsehs rijk werden losgerukt, tot
dat eindelijk in 1780 do Fransche revolutie
het laatste overblijfsel inpalmde.
Dan werden zij Fransche provincies.Wan
neer wij nu in den uorlog van 't jaar 70, de
provincies ons misdadig ontrukt, terug ver
langden, was dat niet eono verovering van
vreemden grond, maar eigenlijk walmen nu'
desanneccatienoemt, eu dio desan-
ncxatie werd dan ook door de Fransche
nationale vergadering, de grondwettelijke
vertegenwoordiging van het Fransche volk,
den 29 Maart ^S7i met greote meerderheid
van stemmen erkend.
Ook in Engeland, mijn» Hec-ren, sprak
caeu toen ganscii anders als nu. Ik kan mij
op eenen klassieken getuige beroepen. Het
s niemand anders .als de beroemde Engeisehe
>eschisdkundige en schrijver Thomas Car-
lyif, di.-) iu eenen brief aan de Times, in
187'J volgende schreef
Geexr volk heeft een zoo slechten gebuur
als Duilschland ia de laatsto 4üt) jaren aan
Frankrijk bezat. Duilschland ware van zijne
zinnen beroofd, moest het er niet aan denken
eenen grens wal tusschen hen en Gönen dor-
geiijken nabuur op te werpen.
Ik merk op dal ik die zeer harde uitdruk
kingen, die de heer Carlyla tegenover
Frankrijk in liet bovenaangehaalde gebruikte
van mijnen kant niet heb herhaald. Carlyle
zegde
Zich earreir dergelijkon grenswal op te
richten, waarhet de gelegenheid ertoe vindt.
Ik ken geeno natuurwet, noch een hemelsch
pari emeu tbesl uit, krachten hetwelk Frank
rijk alleen van alle aardsche wezens er niet
zou toe verplicht zijn een deel der geroofde
gronds'reken terug te geven, wanneer de
eigenaars van wie zo ontroofd werden, eene
gunstige gelegenheid hebben om dezelve
terug te winnen.
En in d^nzelfden zin Bpraken voorname
Eugelsche persorganen, ik noem b. v.
de Daily News
Ik kom tot Wilson.
Mijne Hoeren, ook hier erken ik dat de
toon veranderd is. Het schijnt dat de toen
malige afwijzing van de poging van Wilson,
in het antwoord aan de pauselijke nota,
tusschen het Duitsche volk £en da Duitsche
regeeriag tweedracht le zaaien, haar uit
werksöl heeft gehad.
Die eendrachtige afwijzing kon reeds
Wilson op den rechten weg brengen en men
begint zulks reeds le bespeuren.
Inderdaad, er is te minste al geen spraak
meer van de onderdrukking van liet Duitsche
volk door eene autouratische regeering, eu
de vroegere aanvallen tegen het huis d6r
Hohenzoiiern komen niet meer voor, Va:
de verkeerde dawrstelling-der Duitsche poli
tiek, die thans ook nog in de redevoering
van Wilson te vinden is, wil ik hier niet
grondig spreken, maar alleen |in het bijzon
der de punten behandelen dm Wilson voor
brengt.
Er zijn niet min als 14 punton, waarin hij
zijn v.redesprogramma formuleert, en ik
vraag u geduld, terwijl ik die 14 punten hier
zoo korf mogelijk bespreke.
Het eerste punt vergt dat er geene ge
heime inter, .a tuin ale overeenkomsten zuilen
gesloten worden. Mijne Heeren, de.geschie
denis leert (laï wij ons van oerst af met de
meest verregaande publiciteit der verdragen
konden t'&kkoord verklaren en herinnert er
aan, dat ons d«exe sief verdrag met Oosten
rijk Hongarië aeu..-rt het jaar 1888 door heel
do wereld was gekend, terwijl de offensieve
overeenkomsten tusschen do vijandelijke
staten, eerst in den loop van den oorlog en
nu laatst door de onthullingen der Russische
geheime akten aan hot licht kwamen. Ook
de onderhandelingen in Brest Li to wak in
alle openbaarheid gevoerd, bewijzen, dat
wij doorgaans konden bereid zijn dat voor'
stel aan te nemen, en (le openbaarheid der
verdragen als algemeeneu politieleen grond
slag te vprklarei:.
In het iiceede punt eischt Wilson do vrij
heid der zeeën. De volkoinene vrijheid der
scheepvaart op zee, in vrede en oorlog,
wordt ook door Duilschland voorgesteld als
een der meest ernstige en gewiohtigste eis
scnen der toekomst. Hier beslaat er fdua
ge<jn verschil van meaning.
De beperking door Wilson op bot eimU
bijgevoegd ik moet z& niet woordelijk
aanhalen is niet recht verstaanbaar, en
schijnt overbodig; zij zoudus best wegvallen.
Flet ware echter in hoogen graad gewichtig
voor do vrijheid der scheepvaart in de toe
komst, indien er kon verzaakt worden aan
de zeer versterkte vlootsteunpunten, langs
gewichtige internationale verkeerswegen,
zooals Engeland in Gibraltar, Malta, Aden,
Hongkong op do Folklands eilanden en op
versoheidene andere punten onderhoudt.
Ten derde Van kantstelling van alle
ekonomische beperkingen. Ook wij zijn met
de afschaffing van alle ekonomische beper
kingen die den handel al te overvloedig
insluiten, doorgaans t'akkoord. Ook wij
voroordeelen eenen ekonomischen oorlog,
die onvermijdelijk de oorzaak in zicli zou
dragen van latere krijgsverwikkelingen.
Ten vierde beperking der bewapeningen,
zooals reeds vroeger door ons verklaard
werd, kan het gedacht eener beperking dor
bewapeningen doorgaansweg besproken
worden.
De financieels toestand van al de Euro-
peescbe Staten na den oorlog, zou veel
kunnen bijdragen tot de oplossing dezer
kwestie.
Het blijkt dus, mijne Heeren, dat er zonder
ernstige moeilijkheid eene overeenstemming
over die vier eerste punten kan getroffen
worden.
Ik kom aan het vijfde punt Beslechting
van allo koloniale aanspraken en twistvra-
gen.
Do praktische uitvoering van het princiep
door Wilson voorgesteld, in do wereld der
werkelijkheid sou eenige moeilijkheden kun
nen ontmoeten. In alle geval geloof ik dat
het -aan het grootste koloniaal rijk, Enge
land, kan overgelaten worden, hoe het over
dat voorstel met zijne bondgenooten kan
't eens geraken.
Bij do onvoorwaardelijk ook door ons go-
vergde nieuwe regeling van de koloniale
bezittingen in do wereld, zal h9t woord no
pens dat punt voornamelijk aan hern zijn.
Zesde punt. Ontruiming der Russische
grondsireken. Nadat de Ententestaten
geweigerd hebban, binnen hei termijn door
Rusla.-d on do vier verbonden mogendheden
vastgesteld, zich bij de besprekingen aan te
sluiten, moet ik. in naam van laatstgenoemde,
eeae
teiaatkomende inmenging verwerpen.
Wij slaan hier voor vragen, die alleen
Ruslanden de vier verbondene mogendheden
aangaan. Ik behoud do hoop dat het onder
erkenning der zelfbestemming dor westelijke
randvolken van het voormalig Russisohe
keizerrijk zal gelukken lot eene goede over
eenkomst le komen zoowel met deze als
met het overige Rusland, aau hetwelk wij
ten zeerste den terugkeer wensohen tot
eenen ordelijken toeslaud die rust en wel
vaart aan hot land verzekeren.
Punt zeven heeft betrek op de Belgische
vraag. Wat de. Belgische vraag, betreft hot
is door mijne ambt voorgangers herhaaldelijk
gezegd geworden, dat nimmer binst den
oorlog, do i^ewelddadige inlijving van België
bij Duilschland een punt uitgemaakt heeft
van hol program dor Duiische politiek.
De Belgische kwestie behoort tot een
samenhang der kwesties, waarvan de bij
zondorheden voor de oorlogs- on de vrede
onderhandelingen zullen te overwegen zijn.
Zoolang onze tegenstrevers zonder terug
houding niet uitgaan van het beginsel dat de
onsoheubaarheid van het grondgebied der
Verbondenen de eenig mogelijke grondvest
voor vredesonderhandelingen kan aanbieden,
moet ik op het huidige standpunt blijven en
etmo voorafgaande wegruiming der Bel
gische aangelegenheid uit de gezamenlijke
bespreking van de hand wijzeu.
Ten achtste Ontruiming van het Frank-
sche grondgebied. De bezette deëlen van
Frankrijk zijn een waardevol pand in onze
hand.
Ook hier maakt de gewoldadiga inlijving
geen deel uit van de Duitsche politiek.
De bepalingen eu gebruikelijkheden der
ontruiming, dio rekening moeten houden
van de levensbelangen van Duilschland,
moeien tusschen Duilschland en Frankrijk
vastgesteld worded.
Ik kan enkel nog uitdrukkelijk zegg
dat van eenen afstuud van grondgebied van
het Rijk nimmer of nooit spraak kan zijn.
Hel Rijkstand dat zich in tusschen meer
en ineer bij liet Duitschdom heeft aangeslo
ten, dat zich op iioogsl verheugende wijze
ekonornisüh gedurig meer ontwikkelt; vau
hetwelk meer dan 87 per honderd de Duit
sche moedertaal spreken, zullen wij ons
door den vijand door den vijand docr geaue
welkdauige schoone woorden weer laien
ontnemen. (Levendig bravo).
NegendeTiende en Bifde punt Iia-
Uaansch front, het vraagstuk der naliouali
üeiten van de Donau-monarchie, de Balkan
staten.
Nopens de besproken punten door Wilson
onder 9, 10 en 10 deze bevatten zoowel
de vraag der Italiaanscke grenzen, ais deze
van d© toekomende ontwikkeling der Dotiau
monarchie en het Balkanvraagsiuk naar do
belangen van onze verbondene Oostenrijk
Hongarië een belangrijke ro' spelen.
Daar waar Duitsche belangeu in het spel
zijn, zullen die uitdrukkelrjkste waarborgen
eisclioD, maar ik wil eerst aaa dsn Ooston-
rijksche minister van buileutaftdeolm zaken
de mogelijkheid laten op de voorstullsu vau
Wilson nopens dit punt ia te gaar-. Dp
nauwe eenheid met de DonaumonVekie ii
do kern over hedendaagsche politiek en
moet ons het politiek richtsnoer voor de
toekomst blijven. vriendschap tusschen
ons op zoo schilteronde wijze door de wapens
binst den oorlog bevestigd most ook zijnen
invloed na den vrede doen gevoelen en
daarom is het dat wij opjjene vr'ade turen
die rekent met dé billijksle eischen der
Donaumonarchie.
Punt ticaal fTurkije. Ik wil geenszins
de Turksche Staatslieden don loof afstoken
nonans do zaken dio onzen dapperen bond
genoot betreffen, en welke Wilson onder 12
heeft besproken. De onschendbaarheid vqn
Turkseh grondgebied en van hare hoofdstad
staan in nauwe betrekking mot de straten-
kwestie die ook vqor 't Duitsche rijk vau
groot belang zijn. Ook hier mag onz^ bond-
enoot op den opreohtsteu steun rekenen.
Punt dertien; Polen. Het was de Entente
die Polen enkel mot holle volzinnen verde
digde en voor dit land w erd vóór den oorlog
door hen bij Rusland niet tusschengekomon;
maar het waren liet Duitsche rijk en Oosten
rijk Hongarië die Polen van 't Tsarendoin
hebben bevrijd. Dat rneu dan ook aan
Duitschland, Ooslonrijk en Polen overlato
dezen toekomstigen staat le organiseeren.
Gelijk de onderhandelingen van het vorige
jaar bewijzen zijn wij nopens die vraag op
goeden weg.
Het laatste punt bespreekt den Volkeren
bond. Gelijk mijne politieke werkzaamheid
hot heeft bewezen, ben ik nopens dit punt
geneigd alio gedacht te verdedigen welke
toekomstige oorlogen kan beletten on daar
toe met. vreedzame modowerking dor volko
ren in te stemmen.
Indien het voorstel van den Volkerenbond
door Wilson met billijkheid ia voorgedragen
i zonder vooroordeel opgovat, het keizer
lijk bestuur is bereid na oplossing der han
gende vraagstukken op het vraagstuk vau
een volkerenbond in te gaan.
Mijne Heeren, zoo hebt gij konnis gekre
gen van de redovooringou van Lloyd George
eu van de voorstellen van Wilson. Ik moet
u herhalen wat ik in den beginne zegdo. Wy
moeten ons afvragen of er achter deze rede
voeringen een oprechte wil steekt tot alge
meeneu vrede, welken wij ook betrachten en
die zouden als grondslag van besprekingen
kunnen dienen. Daar nooklhans naar de vra
gen conrect gesteld zijn ten opzichte vau ons
zelvon en ton opzichte van onze verbonde
nen, wij bespeuren eene zekere weifeling.
Onze tegenstrevers willen Duitschland niet
vernietigen, maar ze reiken hebzuchtige
handen naar sommige dealen van ous tand,
en paar dat onzer verbondenen.
lij spreken mei achting van DuitschlQml's
positie maar laten voortdurend do/.© opvat
ting doorschemeren dat wij do schuldigen
zijn ou wij boet6n moeten en beiernis belo
ven.
Zoo spreekt de overwinnaar gewoonlijk
tot de overwonnenen.
't Is zoo dat deze spreekt, die allo onze
uitbatingen als pacifistische strevingen schet
ste en ze als leekei.s van zwakheid aanzag,
en 't ia deze opvatting en deze begoocheling
welke do staatsmannen der Entente zouden
moeien laten varen. Om bu i deze laak lo
vergemakkelijken, wil ik hun klaar onzen
toestand blootleggen. Hot zij mij lo eg©! al en
te verklaren dat onze toestand boter i3 als
ooit. Onze gsniale legeraanvoerders zijn
overtuigd van de eindoverwinning. Strijd
lust vervult nog immer officieren eu solda
ten. Ik herinner u hel woord nopens dit
punt door mij op 29 November uitgespro-
keu. Onze pacifistische bedoelingen, dè geest
van de verantwoordelijkheid dio ons bezielt»
zijn geen vrijbrief voor de Entente oni
daarmede den oorlog te verlengen. Indien
onze vijanden ons daartoe dwingen, zuilen
zij do gevolgen ervan ondorvinden.
Indien de staatsmannen der Entente wer
kelijk don vrede verlangen, dat ze nog eons
hun program herzien on het zooals Lloyd
George zich uitdrukt, aan oone Reconside-
ratie onderwerpen. Doen zo dal eu leggen
ze ons nieuwe voorstellen voor, wij .zuilen
zo ernstig nazien, want wij ook wenseiieo
een duursamsn algomeenen vrede. Maar
zulke vrede is onmogoiijk zoolanh de levens
belangen en de waardigheid van ons vader
land niet worden gewaarborgd. Tot dit
oogeublik moeten wy kalm afwachten.
Wal het doel betrefi, daarover s^-a
net allen eens. Men kan in do moLboieo «a
de toepassingen verschillen, maar tegen
woordig zeiten wij aile meeningBversehil op
zij, luatona niet aan formaleu vastklampen
die altijd onvoldoende zijn om den loop der
wereldgebeurtenissen op te houden, maar
laat ons boven partijpolitiek hei algemeen
doel sleileii Het welzijn des Vaderlands.
Dal eenhuid bestuur eu volk verbmde oiê da
overwinning is aan ons. Een goed# vrede
moei komen en zal komen. Het Duitsche
volk verdraagt met bewonderenswaardig
geduld den tast van den oorlog die het
«ierde jaar is ingegane.
Ik herinner u'hier r.an het groote lijden
der kleine burgerij, handwerkers en kleine
beambten, maar allen, mannen eu vrouwen
willen lijden en volhoud©:» tot het einde.
Hunne politieke ontwikkeling laat zich niöt
Ir. mot holle volzinnen, zij karman onder
scheiden tusschen de werkelijkheid d s
levens en de ohimerieko beloften van geluk 1
Zuik een volk zal uooit. vergaten Goi ;s
met ons en met ons zal Hij blijvou.(Bravu!)