m §1 De redevoering van den Rijkskanselier V* JAAR N. 22 centiemen het nummer Zondag 27 an IHaandas 28 Januari *91 e...' Drukker-Uitgever J. Van Nupfkl-De Oendt. Bureelen: Kerkstra N. 9 en 221 Aatst 95I5TSBSsE MEDEDEELIMQ 453. -- VERORDENING bétreffe"r.do liet verbod vr.n hanengevechten J. In hot Oporatiogobied van hot 4ö leger ütjji Os hananfffevephtei} verboden. 2. Binnen do aclit dagen na afkow&ging dezer vorordeiidhg moeten ae kemphanen op de Ortèkommranleihturen afgeleverd worden. De Ortskomman dantureu moeten ervoor zorgen dat de kemphanen voor de teelt gebruikt of gedood worden. fï. '..'vertredingen worden met ton hoogste 2000 mark boete of met gevangenis tot êcn jaar gestraft. Zijn bevoegd de Duitsche militaire rechtban ken en militaire besturen. A. B. Q., den 8 Januari 1918. Der Oberbefohlshaber» i.v. von SCHRODER, Admiral und Kommandiereader Admiral des i'darinekorps. 430. VERORDENING TER WIJZIGING der verordening van 13 Juli t917 betreffende hol gëbruikon dss nieuwen suikerijoogst. Vcrordeningsblad voor bot Etapper.gebied van lit-t 4° leger nr 82. blz. 749. e.^z.) Cüfer IV, 3, lid 2 wordt gewijzigd alsvolgt.: De prijs, aan welken de fabrikanten het sui- erijpooi.Muiten afstaan, wordt bepaald op l fr. voor i 00 kilos ingepakte suikerfj cn op 8'J fr, voor 100 kilos niet ingepakte suikerij, geno men aan de inln iek. A. H. Q.j dan 'J Januari 1918, Der Oberbefelilshaber, I. v. von Schroder, Admiral und Kommandierender Admiral des Marinekorps» 461.— BESCHIKKING. Op grond van d<y wetten van 1 Juni 18.70, 15 Juni 1881, 19 Mei 1914, van het koninklijk be sluit van 24 December 1912 en van mijne veror- dning van 10 November 1917, beschik ik het navolgende Art. 1. Te Gont wordt een Rijks middelbare MeisjEsnorruaalschool mot voorbereidende af- deoliug opgericht. In beide scholen is hot Neder- landsch de voertaal van het ouderwijs. Art. 2. De Rijks middelbare Meisjesnor- maaisckool omval drie aldecLiagen, te weten: Eene létser kundige afdeeling, eene wetenschjp- peiijke afdeeling en eene afdoe ling voor Ger- in.aa«SChö laleu. Art. 3. In do laagste klas van de voorberei dende aldeeling worth n b;j het begin van het eerste schooljaar leerlingen aanvaard, die met ;oed gevolg het uitga .gsexaaun hebben door-' staan aan een Rijks of gemeentelijke middelbare school, ol die met goed gevolg een toehiciugs-; oxamén hebben afgelegd over de leerstof van jjet leerplan der middelbare scholen. In de hoogste klas worden de leerlingen asn- v, !i*d, die niet goed gevolg het examen hebben f'u rstaan over «ie Jeersto.' van de laagste klas (Ier voorbereidende afdeeling. i'eoxamons worden afgenomen door een jury, v.,;:: en gesteld uit leden van het onderwijzend personeel; de bestuurster dér school neemt het voorzitterschap waar, zij stolt tevens do jury samen on roept deze ook bijeen. De bestaande verordeningen zijn van toepas sing oi). de^eammeus die later zullen afgenomen Vorden. Art. 4. Het Hoofd van het burgerlijk be stuur (Verwaltuitgsc'hefvoor Vlaanderen wordt; met-de uitvoering van deze beschikking belust,! Brussel, don 10 November 1917. Der Generalgoiu'srrsour in Bolgien.l Freiherr vou F ALK LNiiAUSEN, Generaloberst. Bovenstaande beschikking breng ik door deze ter openbare kennis. J3. H. O., den 11 Januari.ISIS. Dc r E t;ip po :s iaspek teur, ven SCHICK FiS, General der Infant. 462. BESCHIKKING. Art. 1. —Opgrond van «Je wetten vau 1 Juni 1810, 15 Juni lot'l cn 19 Aiei 1914, wordt te Gont een Rijks ir.fddelbare .Meisjesschool met voor bereidends aidVieiing opgïricnt. Art. 2. Bedoelde onderwijsinstelling is on- rafëfue'lijk na do ut kondigi ag van deze beschik king t "p - en. Art. 3. Het ministerie van Wetenschappen en Kunfclc-n zal de vereischte maatregelen tref- êsn, om dc uiivo.-ring ic verzekeren vau art 9 dar wet van 15 Juni 1681, rcr zake van du ver- slachtingen der gemeente Gunt. Art. 4. Het hoofd van hel burgerlijk bestuur (Verwattungschof) voor Vlaanderen wordt met de uitvoering van d*.:c beschikking beiast. Brussel, den 10 November 1917. Dor Generftigouvcrneur in Belgien, Freiherr vou FALKENHAUWEN, Generaloberst. Bovenstaande beschikking breng ik door deze ter openbare kennis. E. H. U., den 11 Januari 1918. Der Ecappeainspekteur, von 9CH1'CK F UB, General der lui' BERLIJN, 24 Jan. In de hoofdkom- misBife van den Rijksdag nam D' Fraai v. lierliiug lieden namiddag 't woord en zegde Mijne Heeron 1 Toen ik het laatste maal de eer uad, in de koofdkommissio te spreken het was op 3 Januari stonden wij voor een in Rreai Litowsk voorgekomen incident. Ik bei) toen de hoop geuit dat wij hel bijlog- gon van dit incident rustig zouden afwachten. De ieiten li ebb on mij gelijk gegeven do RpssDcko delegatie is te Beest-Li lowsk aau gekomen en de onderhui.dei mg©» werdei h ©re om on en voortgezel.; zij gaan langzaam verder, maar zij zijn buitengewoon moeilijk. Ik heb reeds ue vorige maal gewezen op de nauwere omstaudij-iieden die de roden zijn dier mooilijkhtden. Meermaals kon de twijfel ontslaan o'f het bij de RusDaoho Solatia we! ernst was rnftt de vredesonderhandelingen on ailer- bande teUgrammen van zeidzair;en inhoud gingen dö wereld in, zoadat die twijfel ster ker kon worden. Trots dat alles bfijf ik bij do hoop dat wij ook «aai Ao Russische dele $&i© te Brftat-Lifowsii w »klra tot e*u«» goeden uitslag zullen kamen. Met de verlegen*oerdtafcrs van Ockranië sL-aa onze ou Jerkandelifigeü op gwqptigttn vou Ö.ufc" hier utg ruoei!h^»diw te l)«v-.»i te komen, *$d*rée veoraiOKcbi^n a^ti gouu. Wij hopoe w eldra m»i évkrwüt tot eenen uitslag te komen, die zal beantwoor den aan beider belangen en langs den eko- mischen kant voordeel zal opleveren. Wij haddep, mijno Heeren reeds den 4 Januari om iö ure ""s avonds eenen uitslag aan le teeltenen Zooals u allen bekend is ad do Russische delegatie op het einde van September voorgesteld, eene uitnoodiging e zendon aan allo oorlogvoerenden, o:n aan de vredesonderhandelingen deol te nenvn, on als grondslag had de Russische regeoring zekere vrorstelleu opgeworpen van zeer algomoenen aard. Wij liaado.i ons alsdan met het voorstel van uitnoodiging aller oorlogvoerenden tot de onderhandelingen 't akkoord verklaard, onder voorwaarde nochtans dat de uitnoodi ging zou gepaard gaan met een bepaald ter- Den 4 Januari om 10 ura 's avonds was hot termijn verstreken. Er was geon ant woord gekomen. De uitslag is dat wij vrije baan hebben voor afzonderlijke onderhandelingen met Rusland, en dat wij tegenover de Entente, natuurlijker wijze geenszins meer gebonden zijn. In plaats van het destijds verwachte ant woord, dat-uitbleef, deden zich oadertusachen twee manifestaties van vijandelijke Staats mannen voor do Redevoering van den En gelachen minis- ter-voor sitter Lloyd Geoi-gevar 5 Januari, en de boodschap van den president Wilson, daags nadien. Ik erken gaarne dat Lloyd George van toon is veranderd. Hij schimpt niet meer cn schijnt diens volgens zijn vroeger gemak van omkeoriug waaraan ik begon te twijfelen, weder le willen latGn blijken. (Gelach). Ik kan evenwel mot zoo ver gaan als sommige mannen uit het neutraal buitenland die in dc redevoering van Lloyd George een ernstigen vredeswil, zolfs een vriendelijk gezindheid zagen. Hij vindt bijna woorden van achting voor onze ekonomische, polo- tieke en kultureele stelling. Maar daarlusschen ontbreekt het toch niet aan andere uitingen, daariusschen dringt nog im:r.=rr do opvatting door, dat hij over liet schuldige, aan allo mogelijke misdrijven plichligo Duilschland recht moet spreken, ene gezindheid waarmede wij oi.a natuurlijk iof kunnob inlaten, en waarin wij van oenen ernstigen vredeswil nog niets kurn m ver moeden. Wij zouden do schuldigen zijn waarover de Entente alleen hot vonnis heeft te vellen, dat noodzaakt mij tol eenen Kortbondigen terugblik over de verhoudingen die vóór don oorlog voorhanden waren, en de voorvallen die zich alsdan hebben voorgedaan, op het go- vaar af, dingen die lang gekend zrjn nog maals te moeten herhalen. Do oprichting van hot Duitsche rijk, in liet jaar 1871, maakte eon einde aan de oude verdeeldheid. Door do aaneensluiting zijner stammen bad het Duitsche rijk in Europa de eenige positie verkregen, die overeenstemde met zijne wetenschappelijke en kultureele opgaven en do daarop gesteunde aanspra ken. (Bravo.) Vorst Bismarck bekroonde zijn werk door het Bondgenootschap met Oostenrijk Ho i gariö. Het was een zuiver defensief bondge nootschap, door de hooge bondgenooten van den eersten dag af alzoo bedao.it, en zoo ge wild. In do laatste jaarliontallen kwam nimmer bij iemand de gedachte op aan een misbruik van liet verbond Lot aanvallende doel. Het defensief verbond tusschen Duitsch and on zijne verkleefde Bondgenooten, zou enkel en alleen dienen tot het in stand hou den van den vrede. Edoch, reeds vorst Bisinark gevoelde, de grooto drukking der koalitiea, eu de ge beurtenissen van den daaropvolgeuden lijd nebben getoond, dat zulks geen ijdel schrik barend droombeeld was, en meermaals dreigde in de verte het gevaar voor ven vijandelijke koalitiea, legen de Centraal- mogoodheden. Door de insluitingspolitiek van koning Eciuaxd werd da droom der koalitie werke lijkheid. Het vooruitstrevende en sterker wordende Duitsche rijk stond het Engeischo imperialismus in den weg. Dat Engeisehe imperialismus vond in de Frauscko revan- chezucht, in do Russische zucht tot uitbrei ding al te bereidwillige hulp, en zoo werden gevaarlijke plannen voor onze toekomst oorbereid. Immer heeft de geographischo ligging van Duilschland ons voor liet gevaar ge steld van eenen oorlog op twee fronten. Thans werd het immer meer duidelijk. Tusschen Rusland en Frankrijk werd een Doadgenootschap gesloten waarvan de deel nemers, aan inwonersgetaL het Duitsche rijk en Ooatenrijk-Hongarië dubbel over troffon. Frankrijk, het republikeinsche Frankrijk, leende aan het Tzarenrijk miljarden voor het aanleggen van strategische spoorbanen in het koninkrijk Polen, die den opmarsoh tegen ons moesten vergemakkelijken. De Fransche republiek riep den laatsten man op tot don driejarigen dienstplicht. Benevens Rusland ving Frankrijk tot aan de uiterste grenzen van zijn vermogen da bewapening aan. Reiden .hadden daarbij ocgmtrlren in den zin die onze tegenstanders thans impsfuliatisoH beetea. liet wate pljohtrergaten handelen ge- weasi, aadde DuüchWd rustig oj dat toegezien, irÜtw wy ook niot getraoht had don ons eene bewapening aan te schaffen die ons tegen onze toekomstige vijanden kon beschutten. Mijne iieeren, ik moet cr weilicht aan herinneren, dat ik zelf er steeds bij bewa- poningsuitgaven steeds erop gewezen had, dat het Duïtschü volk, indien in die bewape ningen toestemde, alleen eene politiek van vrede wilde vooren, c...t de uitrustingen 3leclits noodz ikiilijk werden gemaakt tot afwering van het gevaar ons van den kant onzer vijanden bedreigende. Het schijnt niet dat die woorden op om het. even welke wijze in het buitenland v.erden in acht genomen. Flu Elzas-Lotharingen waarvan ook Lloyd George thans weder spreekt. Hij spreekt ook weder van het onrecht door Duilschland in 1S71 aanFrank- rijk aangedaan. Elzas-Lotharingen, ik zeg het niet tot u, ^ij behoeft «latjiiet le lec-ren, maar in liet buitenland sc.üjnt mon dat immer nog niet le weten Elzas-Lotharingen omvat van het grootste gedeelte, zuiver uit Duitsche grondstreken, die door eeuwenlang voort durende gewélddcnaren en rechlmisbruilcen van hel L'uilsehs rijk werden losgerukt, tot dat eindelijk in 1780 do Fransche revolutie het laatste overblijfsel inpalmde. Dan werden zij Fransche provincies.Wan neer wij nu in den uorlog van 't jaar 70, de provincies ons misdadig ontrukt, terug ver langden, was dat niet eono verovering van vreemden grond, maar eigenlijk walmen nu' desanneccatienoemt, eu dio desan- ncxatie werd dan ook door de Fransche nationale vergadering, de grondwettelijke vertegenwoordiging van het Fransche volk, den 29 Maart ^S7i met greote meerderheid van stemmen erkend. Ook in Engeland, mijn» Hec-ren, sprak caeu toen ganscii anders als nu. Ik kan mij op eenen klassieken getuige beroepen. Het s niemand anders .als de beroemde Engeisehe >eschisdkundige en schrijver Thomas Car- lyif, di.-) iu eenen brief aan de Times, in 187'J volgende schreef Geexr volk heeft een zoo slechten gebuur als Duilschland ia de laatsto 4üt) jaren aan Frankrijk bezat. Duilschland ware van zijne zinnen beroofd, moest het er niet aan denken eenen grens wal tusschen hen en Gönen dor- geiijken nabuur op te werpen. Ik merk op dal ik die zeer harde uitdruk kingen, die de heer Carlyla tegenover Frankrijk in liet bovenaangehaalde gebruikte van mijnen kant niet heb herhaald. Carlyle zegde Zich earreir dergelijkon grenswal op te richten, waarhet de gelegenheid ertoe vindt. Ik ken geeno natuurwet, noch een hemelsch pari emeu tbesl uit, krachten hetwelk Frank rijk alleen van alle aardsche wezens er niet zou toe verplicht zijn een deel der geroofde gronds'reken terug te geven, wanneer de eigenaars van wie zo ontroofd werden, eene gunstige gelegenheid hebben om dezelve terug te winnen. En in d^nzelfden zin Bpraken voorname Eugelsche persorganen, ik noem b. v. de Daily News Ik kom tot Wilson. Mijne Hoeren, ook hier erken ik dat de toon veranderd is. Het schijnt dat de toen malige afwijzing van de poging van Wilson, in het antwoord aan de pauselijke nota, tusschen het Duitsche volk £en da Duitsche regeeriag tweedracht le zaaien, haar uit werksöl heeft gehad. Die eendrachtige afwijzing kon reeds Wilson op den rechten weg brengen en men begint zulks reeds le bespeuren. Inderdaad, er is te minste al geen spraak meer van de onderdrukking van liet Duitsche volk door eene autouratische regeering, eu de vroegere aanvallen tegen het huis d6r Hohenzoiiern komen niet meer voor, Va: de verkeerde dawrstelling-der Duitsche poli tiek, die thans ook nog in de redevoering van Wilson te vinden is, wil ik hier niet grondig spreken, maar alleen |in het bijzon der de punten behandelen dm Wilson voor brengt. Er zijn niet min als 14 punton, waarin hij zijn v.redesprogramma formuleert, en ik vraag u geduld, terwijl ik die 14 punten hier zoo korf mogelijk bespreke. Het eerste punt vergt dat er geene ge heime inter, .a tuin ale overeenkomsten zuilen gesloten worden. Mijne Heeren, de.geschie denis leert (laï wij ons van oerst af met de meest verregaande publiciteit der verdragen konden t'&kkoord verklaren en herinnert er aan, dat ons d«exe sief verdrag met Oosten rijk Hongarië aeu..-rt het jaar 1888 door heel do wereld was gekend, terwijl de offensieve overeenkomsten tusschen do vijandelijke staten, eerst in den loop van den oorlog en nu laatst door de onthullingen der Russische geheime akten aan hot licht kwamen. Ook de onderhandelingen in Brest Li to wak in alle openbaarheid gevoerd, bewijzen, dat wij doorgaans konden bereid zijn dat voor' stel aan te nemen, en (le openbaarheid der verdragen als algemeeneu politieleen grond slag te vprklarei:. In het iiceede punt eischt Wilson do vrij heid der zeeën. De volkoinene vrijheid der scheepvaart op zee, in vrede en oorlog, wordt ook door Duilschland voorgesteld als een der meest ernstige en gewiohtigste eis scnen der toekomst. Hier beslaat er fdua ge<jn verschil van meaning. De beperking door Wilson op bot eimU bijgevoegd ik moet z& niet woordelijk aanhalen is niet recht verstaanbaar, en schijnt overbodig; zij zoudus best wegvallen. Flet ware echter in hoogen graad gewichtig voor do vrijheid der scheepvaart in de toe komst, indien er kon verzaakt worden aan de zeer versterkte vlootsteunpunten, langs gewichtige internationale verkeerswegen, zooals Engeland in Gibraltar, Malta, Aden, Hongkong op do Folklands eilanden en op versoheidene andere punten onderhoudt. Ten derde Van kantstelling van alle ekonomische beperkingen. Ook wij zijn met de afschaffing van alle ekonomische beper kingen die den handel al te overvloedig insluiten, doorgaans t'akkoord. Ook wij voroordeelen eenen ekonomischen oorlog, die onvermijdelijk de oorzaak in zicli zou dragen van latere krijgsverwikkelingen. Ten vierde beperking der bewapeningen, zooals reeds vroeger door ons verklaard werd, kan het gedacht eener beperking dor bewapeningen doorgaansweg besproken worden. De financieels toestand van al de Euro- peescbe Staten na den oorlog, zou veel kunnen bijdragen tot de oplossing dezer kwestie. Het blijkt dus, mijne Heeren, dat er zonder ernstige moeilijkheid eene overeenstemming over die vier eerste punten kan getroffen worden. Ik kom aan het vijfde punt Beslechting van allo koloniale aanspraken en twistvra- gen. Do praktische uitvoering van het princiep door Wilson voorgesteld, in do wereld der werkelijkheid sou eenige moeilijkheden kun nen ontmoeten. In alle geval geloof ik dat het -aan het grootste koloniaal rijk, Enge land, kan overgelaten worden, hoe het over dat voorstel met zijne bondgenooten kan 't eens geraken. Bij do onvoorwaardelijk ook door ons go- vergde nieuwe regeling van de koloniale bezittingen in do wereld, zal h9t woord no pens dat punt voornamelijk aan hern zijn. Zesde punt. Ontruiming der Russische grondsireken. Nadat de Ententestaten geweigerd hebban, binnen hei termijn door Rusla.-d on do vier verbonden mogendheden vastgesteld, zich bij de besprekingen aan te sluiten, moet ik. in naam van laatstgenoemde, eeae teiaatkomende inmenging verwerpen. Wij slaan hier voor vragen, die alleen Ruslanden de vier verbondene mogendheden aangaan. Ik behoud do hoop dat het onder erkenning der zelfbestemming dor westelijke randvolken van het voormalig Russisohe keizerrijk zal gelukken lot eene goede over eenkomst le komen zoowel met deze als met het overige Rusland, aau hetwelk wij ten zeerste den terugkeer wensohen tot eenen ordelijken toeslaud die rust en wel vaart aan hot land verzekeren. Punt zeven heeft betrek op de Belgische vraag. Wat de. Belgische vraag, betreft hot is door mijne ambt voorgangers herhaaldelijk gezegd geworden, dat nimmer binst den oorlog, do i^ewelddadige inlijving van België bij Duilschland een punt uitgemaakt heeft van hol program dor Duiische politiek. De Belgische kwestie behoort tot een samenhang der kwesties, waarvan de bij zondorheden voor de oorlogs- on de vrede onderhandelingen zullen te overwegen zijn. Zoolang onze tegenstrevers zonder terug houding niet uitgaan van het beginsel dat de onsoheubaarheid van het grondgebied der Verbondenen de eenig mogelijke grondvest voor vredesonderhandelingen kan aanbieden, moet ik op het huidige standpunt blijven en etmo voorafgaande wegruiming der Bel gische aangelegenheid uit de gezamenlijke bespreking van de hand wijzeu. Ten achtste Ontruiming van het Frank- sche grondgebied. De bezette deëlen van Frankrijk zijn een waardevol pand in onze hand. Ook hier maakt de gewoldadiga inlijving geen deel uit van de Duitsche politiek. De bepalingen eu gebruikelijkheden der ontruiming, dio rekening moeten houden van de levensbelangen van Duilschland, moeien tusschen Duilschland en Frankrijk vastgesteld worded. Ik kan enkel nog uitdrukkelijk zegg dat van eenen afstuud van grondgebied van het Rijk nimmer of nooit spraak kan zijn. Hel Rijkstand dat zich in tusschen meer en ineer bij liet Duitschdom heeft aangeslo ten, dat zich op iioogsl verheugende wijze ekonornisüh gedurig meer ontwikkelt; vau hetwelk meer dan 87 per honderd de Duit sche moedertaal spreken, zullen wij ons door den vijand door den vijand docr geaue welkdauige schoone woorden weer laien ontnemen. (Levendig bravo). NegendeTiende en Bifde punt Iia- Uaansch front, het vraagstuk der naliouali üeiten van de Donau-monarchie, de Balkan staten. Nopens de besproken punten door Wilson onder 9, 10 en 10 deze bevatten zoowel de vraag der Italiaanscke grenzen, ais deze van d© toekomende ontwikkeling der Dotiau monarchie en het Balkanvraagsiuk naar do belangen van onze verbondene Oostenrijk Hongarië een belangrijke ro' spelen. Daar waar Duitsche belangeu in het spel zijn, zullen die uitdrukkelrjkste waarborgen eisclioD, maar ik wil eerst aaa dsn Ooston- rijksche minister van buileutaftdeolm zaken de mogelijkheid laten op de voorstullsu vau Wilson nopens dit punt ia te gaar-. Dp nauwe eenheid met de DonaumonVekie ii do kern over hedendaagsche politiek en moet ons het politiek richtsnoer voor de toekomst blijven. vriendschap tusschen ons op zoo schilteronde wijze door de wapens binst den oorlog bevestigd most ook zijnen invloed na den vrede doen gevoelen en daarom is het dat wij opjjene vr'ade turen die rekent met dé billijksle eischen der Donaumonarchie. Punt ticaal fTurkije. Ik wil geenszins de Turksche Staatslieden don loof afstoken nonans do zaken dio onzen dapperen bond genoot betreffen, en welke Wilson onder 12 heeft besproken. De onschendbaarheid vqn Turkseh grondgebied en van hare hoofdstad staan in nauwe betrekking mot de straten- kwestie die ook vqor 't Duitsche rijk vau groot belang zijn. Ook hier mag onz^ bond- enoot op den opreohtsteu steun rekenen. Punt dertien; Polen. Het was de Entente die Polen enkel mot holle volzinnen verde digde en voor dit land w erd vóór den oorlog door hen bij Rusland niet tusschengekomon; maar het waren liet Duitsche rijk en Oosten rijk Hongarië die Polen van 't Tsarendoin hebben bevrijd. Dat rneu dan ook aan Duitschland, Ooslonrijk en Polen overlato dezen toekomstigen staat le organiseeren. Gelijk de onderhandelingen van het vorige jaar bewijzen zijn wij nopens die vraag op goeden weg. Het laatste punt bespreekt den Volkeren bond. Gelijk mijne politieke werkzaamheid hot heeft bewezen, ben ik nopens dit punt geneigd alio gedacht te verdedigen welke toekomstige oorlogen kan beletten on daar toe met. vreedzame modowerking dor volko ren in te stemmen. Indien het voorstel van den Volkerenbond door Wilson met billijkheid ia voorgedragen i zonder vooroordeel opgovat, het keizer lijk bestuur is bereid na oplossing der han gende vraagstukken op het vraagstuk vau een volkerenbond in te gaan. Mijne Heeren, zoo hebt gij konnis gekre gen van de redovooringou van Lloyd George eu van de voorstellen van Wilson. Ik moet u herhalen wat ik in den beginne zegdo. Wy moeten ons afvragen of er achter deze rede voeringen een oprechte wil steekt tot alge meeneu vrede, welken wij ook betrachten en die zouden als grondslag van besprekingen kunnen dienen. Daar nooklhans naar de vra gen conrect gesteld zijn ten opzichte vau ons zelvon en ton opzichte van onze verbonde nen, wij bespeuren eene zekere weifeling. Onze tegenstrevers willen Duitschland niet vernietigen, maar ze reiken hebzuchtige handen naar sommige dealen van ous tand, en paar dat onzer verbondenen. lij spreken mei achting van DuitschlQml's positie maar laten voortdurend do/.© opvat ting doorschemeren dat wij do schuldigen zijn ou wij boet6n moeten en beiernis belo ven. Zoo spreekt de overwinnaar gewoonlijk tot de overwonnenen. 't Is zoo dat deze spreekt, die allo onze uitbatingen als pacifistische strevingen schet ste en ze als leekei.s van zwakheid aanzag, en 't ia deze opvatting en deze begoocheling welke do staatsmannen der Entente zouden moeien laten varen. Om bu i deze laak lo vergemakkelijken, wil ik hun klaar onzen toestand blootleggen. Hot zij mij lo eg©! al en te verklaren dat onze toestand boter i3 als ooit. Onze gsniale legeraanvoerders zijn overtuigd van de eindoverwinning. Strijd lust vervult nog immer officieren eu solda ten. Ik herinner u hel woord nopens dit punt door mij op 29 November uitgespro- keu. Onze pacifistische bedoelingen, dè geest van de verantwoordelijkheid dio ons bezielt» zijn geen vrijbrief voor de Entente oni daarmede den oorlog te verlengen. Indien onze vijanden ons daartoe dwingen, zuilen zij do gevolgen ervan ondorvinden. Indien de staatsmannen der Entente wer kelijk don vrede verlangen, dat ze nog eons hun program herzien on het zooals Lloyd George zich uitdrukt, aan oone Reconside- ratie onderwerpen. Doen zo dal eu leggen ze ons nieuwe voorstellen voor, wij .zuilen zo ernstig nazien, want wij ook wenseiieo een duursamsn algomeenen vrede. Maar zulke vrede is onmogoiijk zoolanh de levens belangen en de waardigheid van ons vader land niet worden gewaarborgd. Tot dit oogeublik moeten wy kalm afwachten. Wal het doel betrefi, daarover s^-a net allen eens. Men kan in do moLboieo «a de toepassingen verschillen, maar tegen woordig zeiten wij aile meeningBversehil op zij, luatona niet aan formaleu vastklampen die altijd onvoldoende zijn om den loop der wereldgebeurtenissen op te houden, maar laat ons boven partijpolitiek hei algemeen doel sleileii Het welzijn des Vaderlands. Dal eenhuid bestuur eu volk verbmde oiê da overwinning is aan ons. Een goed# vrede moei komen en zal komen. Het Duitsche volk verdraagt met bewonderenswaardig geduld den tast van den oorlog die het «ierde jaar is ingegane. Ik herinner u'hier r.an het groote lijden der kleine burgerij, handwerkers en kleine beambten, maar allen, mannen eu vrouwen willen lijden en volhoud©:» tot het einde. Hunne politieke ontwikkeling laat zich niöt Ir. mot holle volzinnen, zij karman onder scheiden tusschen de werkelijkheid d s levens en de ohimerieko beloften van geluk 1 Zuik een volk zal uooit. vergaten Goi ;s met ons en met ons zal Hij blijvou.(Bravu!)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1918 | | pagina 1