Vredesbeweging der Ooslenrijk=Hongaarscbe regeering XïIV JAAR N. 194 Alle oorlogvoerende partijen uitgenoodigd voor eene bespreking WEENEN, 14 September. Officieel wordt bekend gemaakt; Eene voorwerpelijke, gewe tensvolle beschouwing der toestanden die heer- schen in alle oorlogvoerende landen, laat er hoegenaamd geen twijfel meer over bestaan, dat alle volkeren, laogs welken kant zij ook strijden, op hartstochtelijke wijze het einde van den bloe- digen kamp wensche'n. Trots dezen begnjpelij- ken en natuurlijken wensch naar vrede, is het tot hiertoe nog niet kunnen lukken om de voor waarden te bepalen die van aard zouden kunnen zijn, om het stroven -«aar vrede te doen slagen en de afgronden, die-op den dag van heden de oorlogvoerende partijen van elkander scheiden, te overbruggen. Daarin moeten er nu werkza mer middels en wegen in overweging genomen worden, door dewelke er aan de verantwoorde lijke personen aller landen gelegenheid geschoh; ken wordt om de thans voorhanden zijnde kan sen voor eene overeenkomst te onderzoeken. De eerste stap, dio op 12 December 1916 door Oostenrijk-Hongarië, in overeenstemming met zijne bondgenooten, gedaan werd om den vrede tot stand te brengen, leidde tot geen uitslag en de redenen daarvan liggen wel in de destijds be staande toestanden. Om den steeds overal af he menden oorlogslust der volkeren weer op te hitsen, hebben de regeeringen dur verbonden landen tot heden toe alle besprekingen van de vredelievende gedachten doorde strengste maat regels onderdrukt, en zoo is het gekomen dkt het gebied waarop eene vredelievende verstand houding kon besproken worden, niet voldoende kon voorbereid worden. Het ontbrak daar heelemaal aan den weg voor den overgang uit den toestand der oorlogsra- zernij naar den toestand der verzoeningsge zindheid. Het zou echter verkeerd zijn te geloo- ven dat onze toen aangewende stappen hoege naamd geen uilslag opgeleverd hebben. De gevolgen van onze slappen bestaan in het niet te overschatten voordeel dat de vredekwestie niet meer van de dagorde verdwenen is geweest.... En indien de voor het tribunaal der openbare denkwijze gevoerde besprekingen bewezen heb- ben dat de slechts geringe tegenstellingen zijn, die de oorlogvoerende landen gescheiden hou den, voor wat de algemeene vredesvoorwaarden aangaat; dan is er toch eene omgeving gescha pen geweest waarin de bespreking van bet vre desvraagstuk niet meer onmogelijk gemaakt is. Zonder overdreven hoop kan men uit de ver klaringen van eenige verantwoordelijke staats mannen ton minste zooveel opmaken, dat de wil voor eene verslandhouding zou kunnen doorge voerd worden en dat de oorlog niet uitsluitelij k door de macht der wapens zou moeten ten einde gebracht worden, en dat dit gedacht ingang begint te vinden in de verbonden landen, albe- staan daar ook nog eenige niet gering te schat ten uitzonderingen. De k. en k. regeering is intusschen daarvan bewust, dat de diepe opschuddingen en ontroe ringen, die in het bestaan der volkeren werden veroorzaakt door den wereldoorlog, dat de aan het wankelen gebrachte wereldorde zoo maar met met een slag weder goed kan gemaakt worden. Lang en moeilijk zal de weg zijn langs den welke, de vreielievende betrekkingen tus- schen de verschillende volkeren zullen moeten hersteld worden, die door den haat en de ver bittering zoo geweldig tegea elkaar opgejaagd 5 centiemen het nummer DE VOLKSSTEM Drukker-Uitgever J. Van Nuffel-Db Gendt. BareeleD Kerkstraat, N. 9 en 22, Aalst werden, maar toch is liet haar plicht den weg der onderhandelingen in te slaan. En als er op den dag van heden nog verant woordelijke personen bestaan, die den vijand bij middel der wapens willen ten grond slaan, die hun den wil van den overwinnaar willen opdrin gen, dan toch kan er geen twijfel meer bestaan omtrent de vraag of het doel, aangenomen dat het nog kan hereikt worden, een langer bloedig strijden noodzakelijk moet maken. De voor alle Europeesche staten en volkeren zoo noodlottige gevolgen van eene dergelijke politiek zouden door een toekomstigen vrede, die door de wa pens wordt afgedwongen, niet hoegenaamd meer goed te maken zijn. Slechts een vrede, waardoor de lieden ten dage tegenover elkander stuitende opvattingen der vijanden op eene rechtvaardige wijze overeengebracht worden, zou den door alle volkeren gewenèchten vrede kunnen zijn. In dit bewustzijn en onvoorwaardelijk bemoeid om te werken in het bc-lang van dien vrede, komt de Oostenrijk-Hongaarsche regeering andermaal voor den dag met eene aansporing tot het voorbereiden van eene rechtstreeksche bespreking tusschen alle tegenover elkander staande mogendheden De ernstige vredewensch» van groote volks- massas de door den oorlog geteisterde landen, de onloochenbaar vast te stellen toenadering voor wat eenige twistvragen aangaat, zoowel als de algemeene op te merken verzoeningsgezind heid komen de k. en k. regeering toot als eene waarborg er voor, dat eene het belang van den vrede ondernbmen poging, waarbij rekening gehouden wordt van ai deze verschijnsels, voor den oogenblik kans heeft om tot een goeden uit slag te leiden. De Oostenrijk-Hongaarsche re geering heeft daarom besloten om alle oorlog voerenden. vrienden en vijanden, een volgens haar begaan baren weg te toonen en hen voor te stellen om bij eene volkomen vrije geaachten- wisseling te onderzoeken of thans met de ver langde voorwaarden bestaan die van aard kun nen zijn om het aanvangen van vredesonderhan delingen mogelijk te laten schijnen. Ten behoeve daarvan beeft de k. en k. regeering de vertegen woordigers der oorlogvoerende landen uitgenoodigd lot eene vertrouwelijke en tol niets bindende bespreking eene pluats van het onzijdig buitenland en aan hen in dezen zin opgevatte nota gericht. Met do nota wordt deze stap ter kennis van den Heiligen Stoel gebracht en hierbij aan zijn den vrede gericht belang herinnerd. Verder word-n de regeeringen der neutrale landen van den voetstap ingelicht. De steeds enge overeenstem ming welke bij de verbonden machten bestaat, biedt daartoe de waarborg, dat de verbonden Oostenrijk-Hongaren, door dewelke liet voorstel op gelijke wijze gaat, de in de nota ontwikkelde opvatting deelen. Het vredesaanbod, dat de machten van den vierbond op 12 December 1916 aan hunne vijan den richtte, en welks verzosnlijke grondgedach ten zij nooit opgegeven hebben, beteekent trots de afwijzing die het opliep, een gewichtig, tijd stip in de geschiedenenis van dezen oorlog. Als onderscheid van de eerste twee oorlogsjaren, heeft van dezen oogenblik af de vraag van den vrede in 't center der Europeesche ja der wereld- diskussie gestaan en heeft ze immer in stijgen de mate bezig gehoudën en beheerseht. De rij na hebben haast alle oorlogvoerende staton tot de kwestie van den vrede, zijne vooropstellingen en Voorwaarden steeds weer het woord genomen De linie der ontwikkeling dezer besprekingen was evenwel geene eensgezinde en voortdurende, de grondgedachten en standpunten wisselden onder den invloed van den militairen en politie- ken toestand. Tot een tastbaren praktisch waar- digen algomeenen uitslag heeft zij echter, ten minste tot hiertoe, niet gevoerd, in elk geval kan echter van al deze zwenkingen vastgesteld worden, dat de afstand der wederzijdsche opvatting over 't algemeen wat. verminderde, en dat trots hot onloochenbaar voortbestaan van tot hiertoe niet overbrugde princiepen een ge deeltelijke afkeer van menige der uiterste, kon kreten oorlogsdoeleinden toont en eene zekere overeenstemming, betreffend de algemeene grondprinciepen van den wereldvrede manifes tant. In beide kampen is in broede bevolkingskrin gen een aangroeien van den vredes- en vergtand- houdiugswil ongetwijfeld waar le nemen, ook een vergelijking der opname van het vredes voorstel der vierbondemnachten bij hunne vijan den met latere uitingen van verjntwoordelijke staatsmannen der laatsten gelijk ook van niet verantwoordelijken, maar politiek niet zonder invloed zijnde persoonlijkheden bestatigt dezen indruk. Terwijl bijvoorbeeld in het antwoord der geallieerden aan president Wilson eischen ston den, die op eene verbrokkeling van Oostenrijk Hongarie, op eene verkleining en diepgaande innerlijke veraudering van het Duitsehe rijk en op de vernietiging van het Europeesch bezit van Turkije uitliepen, werden later de eischen, wel-1 ker verwezenlijking een overwegende overwin ning tot vooropstelling zou hebben, in menige verklaringen v;in ambtelijke plaatsen van do Entente veranderd of ten deele weg gelaten.Zoo erkende in een vóór ongeveer een jaar in het Engelsch Lagerhuis gegevene verklaring minis ter Baliour uitdrukkelijk dat Oostenrijk Hon garie zijne innerlijke kwesties zelf moat oplos sen en dat niemand van buifen uil Duitschland eene grondwet kan opdringen. Miuister Lloyd George verklaarde bij't begin van dit jaar dat het niet tot het strijddoel der geallieerden be hoort, Oostenrijk Hongarie te verdeelen, lust Osmaiinsche rijk van zijne Turksche provinciën te berooven en/Duitschland binnen in te refor- meeren. Als symptomatisch kan ook gelden, dat minister Balfour in December 1917 kategoriek de aanname aanwees dat de lingelsche polititk zoo ooit voor het scheppen van een zelfstandigen staat uit het linksck Kijnsch Duitschland enga geert. De uitlatingen der middeuinacuten laten geen twijfel daarover toe, dat zij enkel een ver dedigingsstrijd omdj ougedeerdhoid en zeker heid hunner gebiedeu voerou. Verder dan op 't gebied der konkrete oorlogs doeleinden is de toenadering der opvattingen ten opzichte der richtlinies op welker bazis de vrode kan geslote» en de toe komstige regeling van Europa en van de wereld opgebouwd moet worden. President Wilson heeft in d«ze richting in zijne redevoeringen van 12 Februari en 14 Juli van dit jaar princiepen geformuleerd, die bij zijne geallieerden niet op protest stuitten en welker verregaande aanwending ook vanwege de vierbondmachten geen«tegenzin zou ontmoe ten, voorengezet dat deze aanwending algemeen en met de levensbelangen der betreffende staten vereenigbaar is. In allo geval is te bedenken, dat eene overeen stemming in algemeene princiepen niet volstaat, maar dat het verder daarom gaat ovtr hunne aanwending op de verschillende conkrete oor- logs- en vredeskwestie eens te worden. Voor een onbevangen waarnemer kan geen twijfel daar over bestaan, dat in alle oorlogvoerende staten zonder uitzondering de wensch naar.een vrede der vorstandhouding geweldig versterkt is, en dat zich immer meer de opvatting baan breekt dat eene verdere voortzetting van den bloedigen strijd Europa in een puinhoop zou doen verval len en in een toestand der uitputting brengen, die zijne ontwikkeling voor tientallen van jaren verlamt, zonder dat eene waarborg daarvoor zou bestaan, waardoor zij die beslissing door de wapens zou bewerken, welke van weerskanten in vier jaren vol ongehoorde offers, inspanning en lijden vergeefs nagestreefd werd. Bestaat ergens een ernstig uitzicht van door de voortvoering der diskusie over het vredes vraagstuk in de huidige wijze tot dit doel te geraken Over de laatste vraag hebben wij niet den moed ja te antwoorden. De diskussiès van eene openbare Iribune tot eene andere, gelijk zij tot hiertoe tusschen de staatsmannen der ver schillende landen plaats gehad hebb9n, waren slechts een serie van monologen. Deze uitlatin gen herelkteD hun doel niet, want zij kruisten elkander zonder zich te ontmoeten, de spiekers sprake i elkander over het hoofd.Anderzijds was liet de openbaarheid en de grond dezer uiteen zettingen die hun de mogelijkheid van een vruchtbaren vooruitgang roofden. Bij alle open bare betoogingen van dezen aard wordt eene formeele bespraaktheid aangewend, die met de werking op grooten afstand en op de massa rekent. Daarmee vergroot men echter bewust of onbewust den afstand van de vijandelijke opvatting, bewerkt misverstand, die wortel schiet en niet verdwijnt en bemoeilijkt de vrij moedige, eenvoudige gedachtenwisseling. Deze betooging der leidende staatsmannen zal zoodra zij plaats gehad beeft, en nog eer de gezaghebbende plaatsen der vijandelijke zijde daarop kunnen antwoorden, het voorwerp eener hartstochtelijke of overdrijvende bespreking van onveraniwoordelijkeelementen zijn. Maar ook de verantwoordelijke staatsmannen hoopt de bezorgheiddo belangen der oorlogs voering door ongunstige beinvloeding der stemming in 't vaderland in gevaar te brengen Woensdag 18 Septembap 1918 en de eigene laatRte inzichten voorbarig te verraden, tot het aanslaan van hoogere tonen en tot het star vasthouden aan uiterste standpun ten. Moest ons de poging gedaan worden om te onderzoeken ef voor eene verstandhouding die de katastroof eener zelfmoord voortzetting van den strijd van Europa aftewenden geschikt is, de bazis gegeven worden, dan zou in elk geval eene andere methode te kiezen, die eene onmid- delijke mondelinggsche bespreking tusschen de vertegenwoordigers der regeering en enkel tusschen hen mogelijk maakt. Het veonce p van zulke bespreking en van wederzijdsche toelichting zouden de te genstrijdige opvattingen der verschillende oor logvoerende Staten vormen, gelijk ook de alge meene princiepen, die den vrede en de toekom stige verhouding der Staten tot elkaar als basis moeten dienen, en waarover eerst een akkoord met uitzicht op uitslag kan gepoogd worden. Zoodra een akkoord over de grondprinciepen zou bereikt zijn, zou men in 't verloop der besprekin gen moeten pogen, ze op de verschillende vre- deskwesties konkreetaan te wenden en daarmee dezer oplossing te bewerken. Wij zouden willen hopen dat van geen der oorlogvoerenden eene bedenking tegen zulke gedachten wisseling zou volgen. Do oorlogsouderhandelingen zouden goene onderbreking ondergaan. De besprekingen zou den ook slechts zooverre gaan als zij door de verschillende deelnemers voor goed gehouden worden. Voor de betrokken landen zou er geen nadeel in kunnen zijn, wat de eerste maal met gelukt, kan herhaald worden ea heeft wellicht minstens reeds tot opheldering der opvatting bijgedragen. Bergen van oud misverstand zouden alsdus oog te ruimen zijn. Vele nieuwe erkenningen brengen, stro.omen van teruggehoudene menschenvrieiidelijkheid zouden ontspruiten, in welker warmte al het wezenlijke zou blijven bestaan, daarentegen zou veel tegenstrijdigheid verzwinden, waarom he den nog eeue overmatige beteekenis gehecht wordt. Volgens onze overtuiging zijn alle oorlogvoe renden het aan de menschheid schuldig, geiuecn- zaatn te pogen of het niet en na zooveel jaren van een olïervollen maar onbeslisten strijd, welks gansch verloop op eene verstaudhoudiug wijst, mogelijks is het schrikkelijk strijden ten einde te brengen. De k. en k. regeering zou daarom de regee ringen aller oorlogvoerende staten willen voor stellen voor eene.vertrouwelijke eo niet bindende uitspraak over de grondprinciepen van een vrede, iu eene plaats van het neutraal buiteuland en voor een nabij tydstip, waarover men nog kan overeenkomen, afgevaardigden te zenden die zouden gelaet zijn, de opvattingen hunner regeeringen over die princiepen uiteen aan el- Kauder bekend te maken, analoge mededeelin- gen te aanvaarden en de openlijke en vrijmoe dige verklaring over al die punten die eene pre- eiseenng nog noodig hebben, te verzoeken on mee te deelen. De k. en k. regeeriDg vereert zich de regee ringen van door de bemiddeling van Uwe Ex cellentie to verzoeken, deze mededeeling ter kennis der regeeriug over ie willen brengen. Ontvangst bij van Hinze BERLIJiS, 15 September. btaatssekretaris von Hinze ontvang heden avond persvertegen woordigers om hun mededeeling te geven van de nieuwe vredesvoorstellen van graai' Buriau. Te vorea had de btaatssekretaris eene bespre king met de partijhoofden over hetzelfde thema, die buitengewoon lang tot 8 ure i avonds dwirde.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1918 | | pagina 1