Opschuddinowekkend proces
si mmÊ 1
Boe de Engetsehen
de duikboóten bevochten
Os tsokGinsf dar Buüschsrs 1
PARASOL Cgnie
De li. Stoel en
de Vredeskonferentie
Foor het behoud van Ons
paardenras
Vier-en-twinligafe jaargang nummer 23T
5 CENTIEMEN
Donderdag 12 December 1918
r .luantJjjVU'
Drukker-Uitgever: J. Van Nuffel-De Gendt.
33 CS- JE3 33
Bureelen Kerkstraat, 9 en 22, Aalst.
Wij lezen in Le Matin van Parijs
Hoe werd da duikboot-zeeroover, Öal
monster gebaard uit Duilscho kuituur en
barbaarschheid, gètemd, en welke middelen
werden aangewend, om het gevaar, waarvan
Lloyd George in 1016 zegde dat het niet
mocht minacht worden, te overwinnqji
Eerst thans heeft men zulks aan het En
gelse!» publiek bekend gemaakt. Het volk
vernam op die wijze, dat de middeleu daar
toe bedacht, zoo talrijk ^ls afwisselend wa
ren. Er waren echter geene welke zoo af
doend werkten als de antiduikboot genaamd
Q boot
Dé booten Q genaamd, als tegenstel
ling met de Duitscha U boote^ 'waren
reeds in 1916 bedacht en beproefd. Ondanks
de onvermijdelijke tegenslagen der eerste
dagen, leverden zij weldra zulke goede uit
slagen op, dat de Engelschen ze spoedig tot
volmaking brachten.
Toen de wapenstilstand een einde kwam
stellen aan de vijandelijkheden, waren er
verscheidene honderden Q booten in zee,
op'de plaatsen welke gewoonlijk door de
Duitsche dnikbooten onveilig gemaakt wer
den, 't is te zeggen in de meest bevaarde
streken. Vooraleer de duikbooton le vernie-
leü, dienden de »Q»bootenals lokaas.
Zij kweteirzich zoo goed van hunne taak,
dat het wel in hoofdzaak aan hen te wijten
is, dat er in de laats-o dagen geen duikboo-
ten meer wilden uitvaren. Het was de eerste
opstandsbowoging, welke weldra li eel don
oorlogsboefcmoest doen ineenstorten.
Ziehier nu hoe doze vreesolijke »Q»booten
getuigd waren. Bijzonder gebouwd en ge
wapend om deduikbooteu te bestrijden, zag
de Qboot er uit als een gewone vischsloen.
In werkelijkheid was hij voor do helft vrede
lievend en voor do andere helft oorlogzuch
tig, of liever hij was het allebei tö samen.
Het schip zag erx zoo rustig uit, dat het
geoefendsto oog or zich zou adh vergist
hebben. Zelfs bezat de »Q»booteene dubbele
bemanning, eene voor don vrede en eene
voor den oorlog. De eerste was zichtbaar en
bevond zich op dek; de andere .verborgen in
het ruim van het schip, met de kanomen
en andere tuigen dienende om de duikbooten
te bekampen. Zoo dwaalden zij op zee rond,
blijkbaar een argeloos toertje doende, doch
in werkelijkheid zoekend om door een duik
boot aangevallen le worden.
Zelden keerde eene »Q»boot onverrichter
zak© terug.
Deze weerlooze prooi als doel -nemend,
echiet do Duitsöhe duikboot een torpedo af.
Öe sloep goed getroffen, helt weldra aan
3one zijde over en schijnt te zullen ziukon.
inderdaad, daar ziet men op het dek de
matrozen en visschers rondloopen.Een twee
tal springen in 't water en schijnen zich al
zwemniep.de te willen redden; anderen pogen
eene reddingsboot te water te laten; nog
anderen heffen hopeloos de armen ten hemel.
Do kapitein v-ap don duikboot ziet het
schouwspel met onverholen vrougde aan.
Weldra geeft hij aan zijne bemanning bevel
de duikboot gansch boven to laten komen en
de getroffen sloop te nadèron. Nu gebeurt
echter het tweede deel van het drama. Toen
de niets kwaads vermoedende duikboot nog
pas eenige meters van de sloep verwijderd
is, en het volstrekt onmogelijk is, hot doel
te missen, openen de Engelscbe kanonniers,
van uit hunne schuilplaats, het vuur op den
vijand.
In eon officieel verslag over een gevecht
tusscbén een Q en een U boot, wordt
dat het eerste schot den Duitsehen
bevelhebber het hoofd afsloeg, het tweede
scheurde de kiel van zijn schip en eenige
Bolronden later was de duikboot met de
bemanning voor eeuwig in den dieperik...
Nu bleef er aan de bemanning van den
overwinnaar nog slechts over, naar midde
len uit te zien om zich te redden, indien
zulks nog mogelijk was. Was de sloep niet
le zwaar beschadigd, dan bestond er nog
mogelijkheid eene haven te bereiken, kon
men in de reddingsloep wegkomen, 't was
ook goed en werd men door een voorbij
varend schip opgenomen, 't was nog beter.
Doch aide opvarenden gaven "daar niet
veel om. De bemanningen der Qfcooten waren
altijd vrijwilligers, die op voorhand hun
leven geofferd hadden. Was de zeeroover
vernield, dan waren zij voldaan....
De Engelscho bladen kunnen thans uitleg
geven over het toekennen van het Victoria-
kruis, aan onbekende belden. Gedurende de
4 jaren oorlog waren er alles in alles slechts
527 toegekend.
Zoo hebben zij ook gelegenheid openbaar
en plechtig hulde te brengen aan die helden,
die mot hun bloed, een nieuw blad voegden
bij de zoo roemrijke feiten der Engelsohe
marine.
Onder meer, wordt het volgende heldhaf
tig gedrag vermeld van kapitein Isaac Sim
mons, bevelhebber van den Q 5
Kapitein Simmons word vreeselijk ge
kwetst door den torpedo welke zijn vaartuig
trof. Hij was den buik opengereten en lag
ineengekrompen in een hoek van het tus-
schendek, vanwaar hij verder zijne bevelen
gaf, de artiileriesalvo, welke den duikboot
naar den dieperik zond, inbegrepen. Ziende
dat de duikboot vernield was en dat het
water langs alle kanten zijn eigen vaartuig
binnenstroomde, zegde hij tot zijue mannen!:
En nu jongens, snel in de boot. Ik heb
mijne taak volbracht. Bekommert u niet om
een lijk. Werpt mij in zee 1
Is er wel verhevener voorbeeld van hel
denmoed en zelfverloochening mogelijk
BU5TERS, 0VEESAL!
Lloyd George, de Engelsche kabinels-
erste en Sir F. Smith, prokureargeneraal
to Londen, hielden dezer dagen merkwaar
dige redevoeringen, waaruit ook voor Bel
gië lessen dienen getrokken to worden.
Lloyd George zegde onder meer
Na de gebeurtenissen der vier of vijf
laatsto jaren, is het onmogelijk in ons land
nog eene bevolking te dulden, waarvan een
belangrijk deel, misbruik maakte van onze
gastvrijheid. Zulks is bewezen geworden
door bewijzen welke thans niet meer kunnen
verzwegen worden. Die lieden spioneerden,
namen deel aan samynzweerin'gen, hebben
Duitsohlaud geholpen in zijne plannen om
het land dat hen herbergde, te vernielen. Zij
hebben derwijze alle rechten om bij ons te
verblijven, verbeurd.
Wat meer is, indien de Duitscbers,
welke vier jaar lang-tegen ons streden, hier
nu het brood kwamen ontnemen aan do
mannen, welke zij vier jaar lang trachtten te
dooden, dan zouden er onvermijdelijk on
lusten uit voorspruiten. En alhoewel ik zeer
betreur dat het onmogelijk is, dat al de
natiën der wereld, ongebonden met elkaar
vrije betrekkingen zouden hebben, is hot
toch waar, dat er in deze laatsto jaren feiten
voorgevallen zijn, waarvan Duitschland
alleen de schuld is gewoest en waarvau het
dan ook alleen de gevolgen te dragen heeft.
Sir F. Smith 'van zijnen kant zegde
Wi^hebban het recht, uit Duitschland
don laatalen pfemntrg te halen welke het
VSRVOLG VAN
De Erfgenamen van Judas en De Jood Epferaïm
NAAR R. D. N«
184® VERVOLG.
Om tien ure gingen Roussillon en zijn
gezel het hok tinnen, gingen eene plaat9
over en worden door Rapin naar eene cel
gebracht, waaraan eene nieuwe deur moest
gemaakt worden.
Zij zoudjen er eene geheele week moeten
werken.
De dokter gaf Roussillon zijne bevolen en
bemerkte nitft hoe Espérance hem nauw
keurig opnam.
Reeds drie dagen werkten beiden in .het
huis, toen op oen middag, van een der plaat
sen noodkreten opgingon, want er was een
hevige brand uitgebroken.
Al dit geraas kwam uit den tuin, waar do
de onschadelijke krankzinnigen wandelden.
Het was de plicht van Blanohard daor te
zijh, maar het bezoek van een vriend bad
hem zijn post doen verlaten. De geleerde,
die de zonnestralen in een stuk spiegel wilde
opvangen, om het huis van den dokter te
verbranden, had bij toeval een lucifer ge
vonden. Blanehard had ze zeker uit zijn zak
laten vallen. Do geleerde was niet zoo gek
of hij wist zeer goed do waarde van zijnen
vondst te schatten en het gebruik dat bij er
van kón maken. Hij was echter to trotsch
op zijne wetenschap dan dat hij zijn spiegel
zou Vergeten hebben. Hij bracht het hout
bezit. Engeland heeft eenige koloniën vero
verd. Waarom deze teruggeven
Ik verklaar vlakaf en onder verant
woordelijkheid van lid van bet gouverne
ment, dat het ons inzicht is, tndien wij her
kozen worden, geen duimbreed der Duitsche
koloniën terug te geven. Waarom Mesopo-
tamie teruggeven Het is een rijk land, dat
bijna den oorlog kan vergoeden.
Op dit oog'ft'iblik wachten ongeveer 20
duizend t vreemdelingen, Polen, Russen, of
lieden van gemengd bloed, waarvan de helft
Daitsehers, o'p de gelegenheid om naar En
geland te kunnen teragkeeren.
Vragen wij dien terugkeer Tot wat
dient het ons, dezen grooten oorlog gewon
nen te hebben indien wij nog Engeland niet
kunnen behouden voor do Engolschen
Wanneer de geschiedenis dezer twintig
laatste jaren zal geschreven zijn, dan zullen
wij bevinden, dat op de twintig Duitschers
welke bijons verbleven achttien spioanen
waren.
Het gouvernement moet het voor plicht
aanzien, die kerels buiten te smijten en ze
buiten te houden.
Hier in Böigiëcok, krioelde liet letterlijk
van Duitsche handelsreizigers, vakmannon,
handelaars, enz...
't Is te hopen, dat men tegen hen dezelfdo
maatregelen zal nomen als in Engeland.
Eon Brussoisch blad deelt onder alle
voorbehoud een telegram uit Rome, aan
Londen Exchange mede, waarin gezegd
wordt, dat 6e H. Vader zinnens zou zijn,
de Roomache kwestie aan de aanstaande
Vredeskonferencie te onderwerpen, ten
einde eene minnelijke schikking te treffen,
tusschen het Vafikaan en het Quirinaal
(Koninklijk Paleis).
ilooge prelaten van het Vatikaan bevesti
gen de tijding, als zouden er reeds aan
moedigende voetstappen gedaan zijn, om
den H. Stoel met het Italiaausch gouverne
ment te verzoenen.
Volgens deze inlichtingen zou de kwestie
bepaald als volgt geregeld worden. De drij
miljoen frank, welke sinds 1870 Italië zie!)
verbonden' hoeft jaarlijks aan den H. Stoel
te betalen, en welke deze nooit h9?ft willen
aannemen, zouden thans gebruikt worden
voor den aankoop eener streep gronds,
welke het Vatikaan rechislrcesch mot de
zee zou verbinden. Aldus zou het Vatikaan
niet noodig hebben, Italiaausch grondgebied
te betreden.
Ook zou de H. Vader aandringen, dat
het Italiaansch gouvernement zou verzaken
aan zijn voorrecht do bisschoppelijke benoe
mingen goed te keuren. Ongetwijfeld geld
het hier de machtiging, welke 't Italiaansch
gouvernement zich steeds heeft voorbehou
den, en waarvan het soms groot misbruik
maakte.
Do prelaat Carrette, di© vooraleer president
Wilson 't besluit nam ook Rome te bezoeken
gelast geweest was, aan kardinaal Gibbons
h? naam des Pauzen te gaan groeten, en
aan den President het oordeal van don
H. Stoel vóór te leggen. Hij zal to Londen
verblijven, om doar den President bij zijne
aankomst te begroeten.
De kwestie der streep gronds, welke het
Vatikaan met d9 zee zou verbinden, is niet
nieuw meer. Zij werd reeds in verschillige
middens opgeworpen, doch vond destijds bij
den H. Stoel slechts eene koele ontvaa-st.
Is 't Vatikaan thans van gedacht veranderd.
Het is mogelijk. Het is in alle geval hot
Vatikaan dat hier te beslissen heeft, en wij
kunnen enkel do besluiten door don H. Stoel
genomen aanvaarden.
en den spiegel bij de deur, stak -zijn lucifer
en met deze liet hout aan en weldra brandde
de deur.
De andere gekken zagen hem met nieuws
gierige verbazing aan.
De vlammen woelden en warden gezien
door een wachter, die weldra brand riep.
Spoedig ontstond een algemeen alarm.
De geleerde, minder verschrokken over de
volgen zijner daad dan' gehaast om van
zijne vrijheid gebruik te maken, sprong door
de brandende deur en richtte zich naar den
grooten uitgang. De andere gekken volgden
hem kraaiende een enkele bleef, de jong
man, die wilde zien of de- lelie van zijne ziel
niet onder een dauw van tranen zou op
schieten.
Dokter Gerbaud beval do krankzinnigen
to achterhalen en hen in de groote eetzaal
le veroenigen. Maar de bedienden van het
huis waren weinig in getal, in vergelijking
met de gekken.
De stoutmoedigsten klommen in de boo
men, klauterden op den muur en sprongen
dan naar benoden.
Roussillon en zijn knecht stonden de wach
ters trouw bij Gerbaud zag hoe behendig
en sterk Espórance was om de ongelukki-
gen te doen bedaren. Een uur daaroa waren
allen weer binnen en was de dokter weer
gerust.
Dea avonds liet bij Roussillon on Espé
rancebij zich komen om te spreken over de
herstellingen, die nu opnieuw noodig zou
den zijp
Toen hij daarmede gereed was gaf hij
Espórance vijf franken.
Gij hebt u good gehouden, zeide hij
ik wilde wel manned in mijn dienst hebben,
die even sterk en koelbloedig waren als gij.
Espórance lachte.
Ja, zeide hij, ik ben sterk, en niet bang.
Indien gij iemand van dazelfde condi
ties voor mij weet, zult gij mij genoegen
doen, want Blanehard krijgt zijn congé.
Hoeveel kan hij verdienen
Honderd franken per maand bij de
vreedzame gekken.
En bij de woedende
Honderd en vijftig franken.
Wel, voor dat geld zou ik het willen
doen.
Hoe riep Roussillon.
Zeker Het is een baantje dat niet te
versmaden is.
Ik moet u zeggen, zeide Gerbaud, dat
ik u om te beginnen, niet bij de rasenden
kan plaatsen gij moet uw leertijd beginnen
bij de kalmen.
Ba 1 zeide Espórance, tk zal spoedig
opklimmen.
Dus, gij houdt vol
Ja, geeft ge ook tijd van uitgaan
Eene om do veertien dage».
Goed, dokter, ik blijf.
Wel 1 riep Roussillon, indien ik dit
had kunnen voorzien zou ik u nooit hier ge
bracht bobben. Zie, hoer dokter, hij is den
besten mijner werklieden, ijverig, trouw, in
één woord, een parel.
in Italië
Belangrijke verklaringen ever Belgie
Het Italiaansch gerecht houdt zich thans
bezig met do zaak Cavallin. Deze, eenen
gewezen volksvertegenwoordiger, heeft zich
tijdens den oorlog met allerhande zaken
bezig gehouden, de eene al zoo vuil als de
andere. Hij was in betrekking met Gaillaux,
on werd samen met Bolo Pascha, die door
don krijgsraad van Parijs ter dood veroor
deeld werd, tot den kogel veroordeeld. Hij
was echter gevlucht. Thans verschijnt hij
voor de rechtbank in geselschap van een
zestal kerols zijner soort, waaronder zekeren
d'Adda, die de spil schijnt geweest te zijn
van heel- de bende.
Deze was gedurig in betrekking met von
Jagow en Erzberger en van hen kende hij
de inzichten van het Duilsch gouvernement
betrekkelijk Elzas Lorreinen en Bolgie.
Ziehier, volgons de stukken van bet
dossier, wat Erzberger aan d'Adda verklaarde
op het oogenblik dat deze naar Frankrijk
zou vertrekken om er eene anti oorlogs
gezinde beweging te verwekken
Ik spreek tot u in mijnen naam en in
naam mijner vrienden. Gij weet dat wij
ernstig aan't werk zijn om den vrede met
Frankrijk te vergemakkelijken. Jagow is
onze werking genegen, doch moet achter
de schermen blijven. Gij zult begrrjpeu
waarom. Ziehier waarvan er kwestie is
Gij gaat naar Parijs. Gij hebt daar vele
bekenden in de politieke kringen, ministers,
oud ministers, enz. Ehwel, vraag hen of zij
zouden geneigd zijn, geheime onderbande-
iingeu aan te gaan, om to trachten eon
terrein te vinden, waarop dan later officieel
de eerste vredesvoorwaarden zouden kunnen
besproken worden. Gij moogt ons uwe
medewerking niet weigeren het geldt een
edel en heilig doel. -
d'Adda verklaarde met genoegen do
opdracht aan te nemen, doch eerst te willen
weten, op welke grondslagen Duitschland
't akkoord zou zijn om te onderhandelen.
Gij moo]t zeggen, hernam Erzberger,
dat wij bereid zijn Elzas Lorreinen aan
Frankrijk terug te geven en dat wij geen©
oorlogsvergoeding zullen eischen. Daaren
legen moet Frankrijk onze heerschappij
ovor Belgie herkennen.»
d-Adda deed opmorken, dat de heer
schappij over Belgie oenen reusachtige»
hinderpaal zou zijn voor het sluiten van'den
vrede.
Daarop wedervoer Erzberger Luistert,
wii zouden Berlijn aan onze vijanden kun
nen geven, doch het Belgisch grondgebied
vrijlaten, dat nooit Wij moeten België be
houden tegen Engeland. Wij denken aan de
toekomst
Eenige oogenbliklcen later ging d'Ada af
scheid nemen van von Jagow, deze zegde
liern Kom zoo spoedig mogelijk met goed
nieuws terug. Binnen eene halve uur moet
ik eenigo Amerikanen, vrienden van Presi
dent Wilson, ontvangen, die naar Europa
gekomen zijn om in 't belang van den vrede
te werken. Alle inspanningen zijn goed en
allen zijn waardevol.
d'Adda kwam taParijs aan op 3 Januari
en verbleef or totv24n. Hij sprak met minis
ters, oudministers, gekende dagbladschrij
vers, bankiers, n ij veraars enz., doch allen
deden hem begrijpen, dat het lot van België
aan dat van Frankrijk verhonden was.
To Berlijn teruggekeerd, ging d'Adda
aan von Jagow verslag doen over zijne
besprekingen in Frankrijk. Deze was ont
moedigd en antwoordde Het is onmoge»
lijk, wij zullen den oorlog voortzetten, er
kome van wat er wil Weet gij dan niet,
dat onze opperste legerleiding er reeds tegen
is, dat wij Elzas Lorreinen zoo maar in eons
afstaan Uoo zouden wij hen dan overhaleft,
ook België vrij te laten
Daaruit blijken dus klaar cn duidelijk de
inzichten van de Duitscha staatsmannon.
Gelukkiglijk bobben de verbondon troepen
hun geleerd, dat het gewaagd is, het val
van den beer te verkoopen vooraleer deze
geveld is.
De mensch wikt doch God beschikt 1
De Koning van Engeland in
België
De Koning van Engeland, vergezeld door
zijne zonen, do prins van Wallis en p; i s
Albert, is gisteren morgend van Bazel te
Zeebrugge aangekomen.
Zijne Majesteit was vorder nog vergezeld
door graaf d'Athlone, generaal fceppel, sir
Charles Gust, luitenant-kolonel Wigrajn,
lord Gremor, lord Ghadé Hamilton, de ma
joors Greig en Thompson,
Van Zeebrugge, werden Koniüg Joris êff
zijne zonen, naar het kasteel van Lo'pbem,
bij Brugge gevoerd, alwaar zTj door Koning
Albert, die er per automobiel aangekomen
was, ontvangen werden. De twee Vorston
hadden 'b namiddags een zeer lang onder
houd.
Heden zou de Koning van Engeland Oos
tende bezoeken, om dan naar Duinkerke cn
van daar naar Engeland terug'to keermi.
Tn Duitschland de 59,000 Belgische
merriën en da 5OOG hengsten gaan
terughalen.
Eene groep paardenfokkera uit de provin
cie Namen, zendt aan een Brusselse!» blad
Vuigend schrijven
He* Engelsch gouvernement komt aan liet
Belgisch gouvernement 50,000 paarden,
afkomstig van de demobilisatie van het leger
aan te bieden voor den landbouw.
Het edelmoedig aanbod van het Engelsch"
gouvernement word in beginsel met erken
telijkheid aangenomen, doch do lanöbouW-
afdeeling van hot Nationaal Komitoit oor
deelt, dat het behoud van liet Belgisch
paardenras een faktor is, waarmede reke
ning moet gehouden worden en is dan ook
zinhens, van nu af maatregelen te nemen,
om te beletten, dat de ingevoerde paarden
voor de fokkerij dienen.
Dat alles is zeer natuurlijk, doch is er
'geen ander middel, om het Belgisch paar
denras ongemengd lo behouden.
Zou men bij het sluiten van den vrede,
van de Duitschers de kostelooss teruggave
niet kunnen eischen, van de 50.000 Belgi
sche merriën en de 5.000 hengsten, en eene
kommissie gelasten, deze paarden le gaan
uitkiezen in de Dui^fche staUai) en fokke
rijen, voornamelijk in de Rijnprovincie, ii
Westfalen en Saksen, bij de eigenaart
welke ze gekocht hebben in da openbars
verkoopingon, in Duitschland ingericht in
1914, 1915 en 1916? Deze merriën en
hengsten werden verkocht als oorlogsbuit
en waron in werkelijkheid gestolen op ouzo
baste hofsteden, bij den inval. De dievèn
waren goed ingelicht ten andere, er waren
er velen bij, die in vredestijd onze groo'e
hofstoden bezocht hadden. Zij werden dan
goad ontvangen, want niemand dacht, dat
zij eens in uniform zouden terugkeereo, om
gewapenderhand do paarden to komen
stefon, voor dewelke zij nu hun gewicht in
goud kwamen aanbieden.
Een der beste paardenfokkers van de
Overdrijf niet, vader Roussillon. Geef
mij d© band en tot weerziens, want ik zal u
als ik vrij ben nog wei eens komen bezoe
ken
Denzelfden nacht sliep Espérance in liet
gesticht.
Evenals bij Roussillon betoonde hij daar
een ijver, waarover zijne gezellen jaloers
werden.
Zij verweten hem dat hij alles in 't werk
stelde, om opgemerkt te worden, waarop de
nieuwe wachter antwoordde, dat hij Vooruit
•wilde komen en dus alles beter wilde doen
dan de anderen.
Zijn goedo wil ging zelfs zoover, dat hij,
als zijne werkzaamheden waren afgeloopen,
zich ter beschikking van de andere wachters
stelde, om hen te helpen, hetzij dat zij verlof
kregen, hetzij bij ziekte. Hij toonde zich zoo
meêgaande, dat hij nooit een gevraagde»
dienst weigerde.
Men gewende zich spoedig aan hem en
ook weldra won hij aller sympathie.
Op zekeren dag -kwam een wachter bij
hem.
Manjeron is ziek, zeide hij tot Espé
rance, ik moet eon gek een stortbad toedie
nen, help mij een handje.
Espérance volgde Gualibert naar eene cel.
Zie riep Gualibert, wij behandelen
onze gekken goed. Zie dien jonkman daar
Hij is zoo woedend, dat hij zich reeds twin
tigmaal heeft wilien dooden.
De gek die een bad moest hebben lag te
gen den grond met het hoofd iu de armen
verborgen het gerucht der wachterd dééd
hem niet van houding veranderen.
Hoe heel liij vroeg Espcrar.ee zacht.
Dat woten wij niet. Allen krijgen
zoodra zij hier komen een nummer. Da
dokter weet hunne namen wel, maar zegt
ze ons niet. Gij begrijpt dat...
Ja, ik begrijp bet.
Gualibert naderde den gek, trok hem hij
zijn dwangbuis op, en zette hem raeht, met
het gelaat naar het licht gekoerd.
Hij kon twintig jaar oud zijn en moest
schoon geweest zijn vóór de «mart zijn ge
laat ploegde, zijne oogfcden verzwaarde on
zijn oogen dof dedon worden.
Toon Espérance dezen ongelukkige zag,
loosde hij een diepen zucht hij vouwde de
handen en week tot den muur terug.
Het bad het bad riep Gualibert.
De angst van den jonkman werd grooter,
poogde zijn bewakers te ontsnappen, maar
hij herinnerde zich zeker Jat hij te vergeefs
zou worstelen, want hij liet zich rti^êalepoh
naar de plaats waar hij gepijnigd zou wor
den.
De wachters traden juist in de cel toen
Rapin uit alle macht Gualibert riep.
Kunt gij hem alleen regeeïen vroeg
Gualibert aan Espérance.
Ja.
Maar hij ia niet gemakkelijk.
Ik zal hem wel tam makön.
Goed, bionon 5 minuten ban ik terjig.
Gualibert ging hoen en Espérapee bleef
mei den ongelukkige alleen, (Vervolgt).