Opschuddinowekkend proces si mmÊ 1 Boe de Engetsehen de duikboóten bevochten Os tsokGinsf dar Buüschsrs 1 PARASOL Cgnie De li. Stoel en de Vredeskonferentie Foor het behoud van Ons paardenras Vier-en-twinligafe jaargang nummer 23T 5 CENTIEMEN Donderdag 12 December 1918 r .luantJjjVU' Drukker-Uitgever: J. Van Nuffel-De Gendt. 33 CS- JE3 33 Bureelen Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Wij lezen in Le Matin van Parijs Hoe werd da duikboot-zeeroover, Öal monster gebaard uit Duilscho kuituur en barbaarschheid, gètemd, en welke middelen werden aangewend, om het gevaar, waarvan Lloyd George in 1016 zegde dat het niet mocht minacht worden, te overwinnqji Eerst thans heeft men zulks aan het En gelse!» publiek bekend gemaakt. Het volk vernam op die wijze, dat de middeleu daar toe bedacht, zoo talrijk ^ls afwisselend wa ren. Er waren echter geene welke zoo af doend werkten als de antiduikboot genaamd Q boot Dé booten Q genaamd, als tegenstel ling met de Duitscha U boote^ 'waren reeds in 1916 bedacht en beproefd. Ondanks de onvermijdelijke tegenslagen der eerste dagen, leverden zij weldra zulke goede uit slagen op, dat de Engelschen ze spoedig tot volmaking brachten. Toen de wapenstilstand een einde kwam stellen aan de vijandelijkheden, waren er verscheidene honderden Q booten in zee, op'de plaatsen welke gewoonlijk door de Duitsche dnikbooten onveilig gemaakt wer den, 't is te zeggen in de meest bevaarde streken. Vooraleer de duikbooton le vernie- leü, dienden de »Q»bootenals lokaas. Zij kweteirzich zoo goed van hunne taak, dat het wel in hoofdzaak aan hen te wijten is, dat er in de laats-o dagen geen duikboo- ten meer wilden uitvaren. Het was de eerste opstandsbowoging, welke weldra li eel don oorlogsboefcmoest doen ineenstorten. Ziehier nu hoe doze vreesolijke »Q»booten getuigd waren. Bijzonder gebouwd en ge wapend om deduikbooteu te bestrijden, zag de Qboot er uit als een gewone vischsloen. In werkelijkheid was hij voor do helft vrede lievend en voor do andere helft oorlogzuch tig, of liever hij was het allebei tö samen. Het schip zag erx zoo rustig uit, dat het geoefendsto oog or zich zou adh vergist hebben. Zelfs bezat de »Q»booteene dubbele bemanning, eene voor don vrede en eene voor den oorlog. De eerste was zichtbaar en bevond zich op dek; de andere .verborgen in het ruim van het schip, met de kanomen en andere tuigen dienende om de duikbooten te bekampen. Zoo dwaalden zij op zee rond, blijkbaar een argeloos toertje doende, doch in werkelijkheid zoekend om door een duik boot aangevallen le worden. Zelden keerde eene »Q»boot onverrichter zak© terug. Deze weerlooze prooi als doel -nemend, echiet do Duitsöhe duikboot een torpedo af. Öe sloep goed getroffen, helt weldra aan 3one zijde over en schijnt te zullen ziukon. inderdaad, daar ziet men op het dek de matrozen en visschers rondloopen.Een twee tal springen in 't water en schijnen zich al zwemniep.de te willen redden; anderen pogen eene reddingsboot te water te laten; nog anderen heffen hopeloos de armen ten hemel. Do kapitein v-ap don duikboot ziet het schouwspel met onverholen vrougde aan. Weldra geeft hij aan zijne bemanning bevel de duikboot gansch boven to laten komen en de getroffen sloop te nadèron. Nu gebeurt echter het tweede deel van het drama. Toen de niets kwaads vermoedende duikboot nog pas eenige meters van de sloep verwijderd is, en het volstrekt onmogelijk is, hot doel te missen, openen de Engelscbe kanonniers, van uit hunne schuilplaats, het vuur op den vijand. In eon officieel verslag over een gevecht tusscbén een Q en een U boot, wordt dat het eerste schot den Duitsehen bevelhebber het hoofd afsloeg, het tweede scheurde de kiel van zijn schip en eenige Bolronden later was de duikboot met de bemanning voor eeuwig in den dieperik... Nu bleef er aan de bemanning van den overwinnaar nog slechts over, naar midde len uit te zien om zich te redden, indien zulks nog mogelijk was. Was de sloep niet le zwaar beschadigd, dan bestond er nog mogelijkheid eene haven te bereiken, kon men in de reddingsloep wegkomen, 't was ook goed en werd men door een voorbij varend schip opgenomen, 't was nog beter. Doch aide opvarenden gaven "daar niet veel om. De bemanningen der Qfcooten waren altijd vrijwilligers, die op voorhand hun leven geofferd hadden. Was de zeeroover vernield, dan waren zij voldaan.... De Engelscho bladen kunnen thans uitleg geven over het toekennen van het Victoria- kruis, aan onbekende belden. Gedurende de 4 jaren oorlog waren er alles in alles slechts 527 toegekend. Zoo hebben zij ook gelegenheid openbaar en plechtig hulde te brengen aan die helden, die mot hun bloed, een nieuw blad voegden bij de zoo roemrijke feiten der Engelsohe marine. Onder meer, wordt het volgende heldhaf tig gedrag vermeld van kapitein Isaac Sim mons, bevelhebber van den Q 5 Kapitein Simmons word vreeselijk ge kwetst door den torpedo welke zijn vaartuig trof. Hij was den buik opengereten en lag ineengekrompen in een hoek van het tus- schendek, vanwaar hij verder zijne bevelen gaf, de artiileriesalvo, welke den duikboot naar den dieperik zond, inbegrepen. Ziende dat de duikboot vernield was en dat het water langs alle kanten zijn eigen vaartuig binnenstroomde, zegde hij tot zijue mannen!: En nu jongens, snel in de boot. Ik heb mijne taak volbracht. Bekommert u niet om een lijk. Werpt mij in zee 1 Is er wel verhevener voorbeeld van hel denmoed en zelfverloochening mogelijk BU5TERS, 0VEESAL! Lloyd George, de Engelsche kabinels- erste en Sir F. Smith, prokureargeneraal to Londen, hielden dezer dagen merkwaar dige redevoeringen, waaruit ook voor Bel gië lessen dienen getrokken to worden. Lloyd George zegde onder meer Na de gebeurtenissen der vier of vijf laatsto jaren, is het onmogelijk in ons land nog eene bevolking te dulden, waarvan een belangrijk deel, misbruik maakte van onze gastvrijheid. Zulks is bewezen geworden door bewijzen welke thans niet meer kunnen verzwegen worden. Die lieden spioneerden, namen deel aan samynzweerin'gen, hebben Duitsohlaud geholpen in zijne plannen om het land dat hen herbergde, te vernielen. Zij hebben derwijze alle rechten om bij ons te verblijven, verbeurd. Wat meer is, indien de Duitscbers, welke vier jaar lang-tegen ons streden, hier nu het brood kwamen ontnemen aan do mannen, welke zij vier jaar lang trachtten te dooden, dan zouden er onvermijdelijk on lusten uit voorspruiten. En alhoewel ik zeer betreur dat het onmogelijk is, dat al de natiën der wereld, ongebonden met elkaar vrije betrekkingen zouden hebben, is hot toch waar, dat er in deze laatsto jaren feiten voorgevallen zijn, waarvan Duitschland alleen de schuld is gewoest en waarvau het dan ook alleen de gevolgen te dragen heeft. Sir F. Smith 'van zijnen kant zegde Wi^hebban het recht, uit Duitschland don laatalen pfemntrg te halen welke het VSRVOLG VAN De Erfgenamen van Judas en De Jood Epferaïm NAAR R. D. N« 184® VERVOLG. Om tien ure gingen Roussillon en zijn gezel het hok tinnen, gingen eene plaat9 over en worden door Rapin naar eene cel gebracht, waaraan eene nieuwe deur moest gemaakt worden. Zij zoudjen er eene geheele week moeten werken. De dokter gaf Roussillon zijne bevolen en bemerkte nitft hoe Espérance hem nauw keurig opnam. Reeds drie dagen werkten beiden in .het huis, toen op oen middag, van een der plaat sen noodkreten opgingon, want er was een hevige brand uitgebroken. Al dit geraas kwam uit den tuin, waar do de onschadelijke krankzinnigen wandelden. Het was de plicht van Blanohard daor te zijh, maar het bezoek van een vriend bad hem zijn post doen verlaten. De geleerde, die de zonnestralen in een stuk spiegel wilde opvangen, om het huis van den dokter te verbranden, had bij toeval een lucifer ge vonden. Blanehard had ze zeker uit zijn zak laten vallen. Do geleerde was niet zoo gek of hij wist zeer goed do waarde van zijnen vondst te schatten en het gebruik dat bij er van kón maken. Hij was echter to trotsch op zijne wetenschap dan dat hij zijn spiegel zou Vergeten hebben. Hij bracht het hout bezit. Engeland heeft eenige koloniën vero verd. Waarom deze teruggeven Ik verklaar vlakaf en onder verant woordelijkheid van lid van bet gouverne ment, dat het ons inzicht is, tndien wij her kozen worden, geen duimbreed der Duitsche koloniën terug te geven. Waarom Mesopo- tamie teruggeven Het is een rijk land, dat bijna den oorlog kan vergoeden. Op dit oog'ft'iblik wachten ongeveer 20 duizend t vreemdelingen, Polen, Russen, of lieden van gemengd bloed, waarvan de helft Daitsehers, o'p de gelegenheid om naar En geland te kunnen teragkeeren. Vragen wij dien terugkeer Tot wat dient het ons, dezen grooten oorlog gewon nen te hebben indien wij nog Engeland niet kunnen behouden voor do Engolschen Wanneer de geschiedenis dezer twintig laatste jaren zal geschreven zijn, dan zullen wij bevinden, dat op de twintig Duitschers welke bijons verbleven achttien spioanen waren. Het gouvernement moet het voor plicht aanzien, die kerels buiten te smijten en ze buiten te houden. Hier in Böigiëcok, krioelde liet letterlijk van Duitsche handelsreizigers, vakmannon, handelaars, enz... 't Is te hopen, dat men tegen hen dezelfdo maatregelen zal nomen als in Engeland. Eon Brussoisch blad deelt onder alle voorbehoud een telegram uit Rome, aan Londen Exchange mede, waarin gezegd wordt, dat 6e H. Vader zinnens zou zijn, de Roomache kwestie aan de aanstaande Vredeskonferencie te onderwerpen, ten einde eene minnelijke schikking te treffen, tusschen het Vafikaan en het Quirinaal (Koninklijk Paleis). ilooge prelaten van het Vatikaan bevesti gen de tijding, als zouden er reeds aan moedigende voetstappen gedaan zijn, om den H. Stoel met het Italiaausch gouverne ment te verzoenen. Volgens deze inlichtingen zou de kwestie bepaald als volgt geregeld worden. De drij miljoen frank, welke sinds 1870 Italië zie!) verbonden' hoeft jaarlijks aan den H. Stoel te betalen, en welke deze nooit h9?ft willen aannemen, zouden thans gebruikt worden voor den aankoop eener streep gronds, welke het Vatikaan rechislrcesch mot de zee zou verbinden. Aldus zou het Vatikaan niet noodig hebben, Italiaausch grondgebied te betreden. Ook zou de H. Vader aandringen, dat het Italiaansch gouvernement zou verzaken aan zijn voorrecht do bisschoppelijke benoe mingen goed te keuren. Ongetwijfeld geld het hier de machtiging, welke 't Italiaansch gouvernement zich steeds heeft voorbehou den, en waarvan het soms groot misbruik maakte. Do prelaat Carrette, di© vooraleer president Wilson 't besluit nam ook Rome te bezoeken gelast geweest was, aan kardinaal Gibbons h? naam des Pauzen te gaan groeten, en aan den President het oordeal van don H. Stoel vóór te leggen. Hij zal to Londen verblijven, om doar den President bij zijne aankomst te begroeten. De kwestie der streep gronds, welke het Vatikaan met d9 zee zou verbinden, is niet nieuw meer. Zij werd reeds in verschillige middens opgeworpen, doch vond destijds bij den H. Stoel slechts eene koele ontvaa-st. Is 't Vatikaan thans van gedacht veranderd. Het is mogelijk. Het is in alle geval hot Vatikaan dat hier te beslissen heeft, en wij kunnen enkel do besluiten door don H. Stoel genomen aanvaarden. en den spiegel bij de deur, stak -zijn lucifer en met deze liet hout aan en weldra brandde de deur. De andere gekken zagen hem met nieuws gierige verbazing aan. De vlammen woelden en warden gezien door een wachter, die weldra brand riep. Spoedig ontstond een algemeen alarm. De geleerde, minder verschrokken over de volgen zijner daad dan' gehaast om van zijne vrijheid gebruik te maken, sprong door de brandende deur en richtte zich naar den grooten uitgang. De andere gekken volgden hem kraaiende een enkele bleef, de jong man, die wilde zien of de- lelie van zijne ziel niet onder een dauw van tranen zou op schieten. Dokter Gerbaud beval do krankzinnigen to achterhalen en hen in de groote eetzaal le veroenigen. Maar de bedienden van het huis waren weinig in getal, in vergelijking met de gekken. De stoutmoedigsten klommen in de boo men, klauterden op den muur en sprongen dan naar benoden. Roussillon en zijn knecht stonden de wach ters trouw bij Gerbaud zag hoe behendig en sterk Espórance was om de ongelukki- gen te doen bedaren. Een uur daaroa waren allen weer binnen en was de dokter weer gerust. Dea avonds liet bij Roussillon on Espé rancebij zich komen om te spreken over de herstellingen, die nu opnieuw noodig zou den zijp Toen hij daarmede gereed was gaf hij Espórance vijf franken. Gij hebt u good gehouden, zeide hij ik wilde wel manned in mijn dienst hebben, die even sterk en koelbloedig waren als gij. Espórance lachte. Ja, zeide hij, ik ben sterk, en niet bang. Indien gij iemand van dazelfde condi ties voor mij weet, zult gij mij genoegen doen, want Blanehard krijgt zijn congé. Hoeveel kan hij verdienen Honderd franken per maand bij de vreedzame gekken. En bij de woedende Honderd en vijftig franken. Wel, voor dat geld zou ik het willen doen. Hoe riep Roussillon. Zeker Het is een baantje dat niet te versmaden is. Ik moet u zeggen, zeide Gerbaud, dat ik u om te beginnen, niet bij de rasenden kan plaatsen gij moet uw leertijd beginnen bij de kalmen. Ba 1 zeide Espórance, tk zal spoedig opklimmen. Dus, gij houdt vol Ja, geeft ge ook tijd van uitgaan Eene om do veertien dage». Goed, dokter, ik blijf. Wel 1 riep Roussillon, indien ik dit had kunnen voorzien zou ik u nooit hier ge bracht bobben. Zie, hoer dokter, hij is den besten mijner werklieden, ijverig, trouw, in één woord, een parel. in Italië Belangrijke verklaringen ever Belgie Het Italiaansch gerecht houdt zich thans bezig met do zaak Cavallin. Deze, eenen gewezen volksvertegenwoordiger, heeft zich tijdens den oorlog met allerhande zaken bezig gehouden, de eene al zoo vuil als de andere. Hij was in betrekking met Gaillaux, on werd samen met Bolo Pascha, die door don krijgsraad van Parijs ter dood veroor deeld werd, tot den kogel veroordeeld. Hij was echter gevlucht. Thans verschijnt hij voor de rechtbank in geselschap van een zestal kerols zijner soort, waaronder zekeren d'Adda, die de spil schijnt geweest te zijn van heel- de bende. Deze was gedurig in betrekking met von Jagow en Erzberger en van hen kende hij de inzichten van het Duilsch gouvernement betrekkelijk Elzas Lorreinen en Bolgie. Ziehier, volgons de stukken van bet dossier, wat Erzberger aan d'Adda verklaarde op het oogenblik dat deze naar Frankrijk zou vertrekken om er eene anti oorlogs gezinde beweging te verwekken Ik spreek tot u in mijnen naam en in naam mijner vrienden. Gij weet dat wij ernstig aan't werk zijn om den vrede met Frankrijk te vergemakkelijken. Jagow is onze werking genegen, doch moet achter de schermen blijven. Gij zult begrrjpeu waarom. Ziehier waarvan er kwestie is Gij gaat naar Parijs. Gij hebt daar vele bekenden in de politieke kringen, ministers, oud ministers, enz. Ehwel, vraag hen of zij zouden geneigd zijn, geheime onderbande- iingeu aan te gaan, om to trachten eon terrein te vinden, waarop dan later officieel de eerste vredesvoorwaarden zouden kunnen besproken worden. Gij moogt ons uwe medewerking niet weigeren het geldt een edel en heilig doel. - d'Adda verklaarde met genoegen do opdracht aan te nemen, doch eerst te willen weten, op welke grondslagen Duitschland 't akkoord zou zijn om te onderhandelen. Gij moo]t zeggen, hernam Erzberger, dat wij bereid zijn Elzas Lorreinen aan Frankrijk terug te geven en dat wij geen© oorlogsvergoeding zullen eischen. Daaren legen moet Frankrijk onze heerschappij ovor Belgie herkennen.» d-Adda deed opmorken, dat de heer schappij over Belgie oenen reusachtige» hinderpaal zou zijn voor het sluiten van'den vrede. Daarop wedervoer Erzberger Luistert, wii zouden Berlijn aan onze vijanden kun nen geven, doch het Belgisch grondgebied vrijlaten, dat nooit Wij moeten België be houden tegen Engeland. Wij denken aan de toekomst Eenige oogenbliklcen later ging d'Ada af scheid nemen van von Jagow, deze zegde liern Kom zoo spoedig mogelijk met goed nieuws terug. Binnen eene halve uur moet ik eenigo Amerikanen, vrienden van Presi dent Wilson, ontvangen, die naar Europa gekomen zijn om in 't belang van den vrede te werken. Alle inspanningen zijn goed en allen zijn waardevol. d'Adda kwam taParijs aan op 3 Januari en verbleef or totv24n. Hij sprak met minis ters, oudministers, gekende dagbladschrij vers, bankiers, n ij veraars enz., doch allen deden hem begrijpen, dat het lot van België aan dat van Frankrijk verhonden was. To Berlijn teruggekeerd, ging d'Adda aan von Jagow verslag doen over zijne besprekingen in Frankrijk. Deze was ont moedigd en antwoordde Het is onmoge» lijk, wij zullen den oorlog voortzetten, er kome van wat er wil Weet gij dan niet, dat onze opperste legerleiding er reeds tegen is, dat wij Elzas Lorreinen zoo maar in eons afstaan Uoo zouden wij hen dan overhaleft, ook België vrij te laten Daaruit blijken dus klaar cn duidelijk de inzichten van de Duitscha staatsmannon. Gelukkiglijk bobben de verbondon troepen hun geleerd, dat het gewaagd is, het val van den beer te verkoopen vooraleer deze geveld is. De mensch wikt doch God beschikt 1 De Koning van Engeland in België De Koning van Engeland, vergezeld door zijne zonen, do prins van Wallis en p; i s Albert, is gisteren morgend van Bazel te Zeebrugge aangekomen. Zijne Majesteit was vorder nog vergezeld door graaf d'Athlone, generaal fceppel, sir Charles Gust, luitenant-kolonel Wigrajn, lord Gremor, lord Ghadé Hamilton, de ma joors Greig en Thompson, Van Zeebrugge, werden Koniüg Joris êff zijne zonen, naar het kasteel van Lo'pbem, bij Brugge gevoerd, alwaar zTj door Koning Albert, die er per automobiel aangekomen was, ontvangen werden. De twee Vorston hadden 'b namiddags een zeer lang onder houd. Heden zou de Koning van Engeland Oos tende bezoeken, om dan naar Duinkerke cn van daar naar Engeland terug'to keermi. Tn Duitschland de 59,000 Belgische merriën en da 5OOG hengsten gaan terughalen. Eene groep paardenfokkera uit de provin cie Namen, zendt aan een Brusselse!» blad Vuigend schrijven He* Engelsch gouvernement komt aan liet Belgisch gouvernement 50,000 paarden, afkomstig van de demobilisatie van het leger aan te bieden voor den landbouw. Het edelmoedig aanbod van het Engelsch" gouvernement word in beginsel met erken telijkheid aangenomen, doch do lanöbouW- afdeeling van hot Nationaal Komitoit oor deelt, dat het behoud van liet Belgisch paardenras een faktor is, waarmede reke ning moet gehouden worden en is dan ook zinhens, van nu af maatregelen te nemen, om te beletten, dat de ingevoerde paarden voor de fokkerij dienen. Dat alles is zeer natuurlijk, doch is er 'geen ander middel, om het Belgisch paar denras ongemengd lo behouden. Zou men bij het sluiten van den vrede, van de Duitschers de kostelooss teruggave niet kunnen eischen, van de 50.000 Belgi sche merriën en de 5.000 hengsten, en eene kommissie gelasten, deze paarden le gaan uitkiezen in de Dui^fche staUai) en fokke rijen, voornamelijk in de Rijnprovincie, ii Westfalen en Saksen, bij de eigenaart welke ze gekocht hebben in da openbars verkoopingon, in Duitschland ingericht in 1914, 1915 en 1916? Deze merriën en hengsten werden verkocht als oorlogsbuit en waron in werkelijkheid gestolen op ouzo baste hofsteden, bij den inval. De dievèn waren goed ingelicht ten andere, er waren er velen bij, die in vredestijd onze groo'e hofstoden bezocht hadden. Zij werden dan goad ontvangen, want niemand dacht, dat zij eens in uniform zouden terugkeereo, om gewapenderhand do paarden to komen stefon, voor dewelke zij nu hun gewicht in goud kwamen aanbieden. Een der beste paardenfokkers van de Overdrijf niet, vader Roussillon. Geef mij d© band en tot weerziens, want ik zal u als ik vrij ben nog wei eens komen bezoe ken Denzelfden nacht sliep Espérance in liet gesticht. Evenals bij Roussillon betoonde hij daar een ijver, waarover zijne gezellen jaloers werden. Zij verweten hem dat hij alles in 't werk stelde, om opgemerkt te worden, waarop de nieuwe wachter antwoordde, dat hij Vooruit •wilde komen en dus alles beter wilde doen dan de anderen. Zijn goedo wil ging zelfs zoover, dat hij, als zijne werkzaamheden waren afgeloopen, zich ter beschikking van de andere wachters stelde, om hen te helpen, hetzij dat zij verlof kregen, hetzij bij ziekte. Hij toonde zich zoo meêgaande, dat hij nooit een gevraagde» dienst weigerde. Men gewende zich spoedig aan hem en ook weldra won hij aller sympathie. Op zekeren dag -kwam een wachter bij hem. Manjeron is ziek, zeide hij tot Espé rance, ik moet eon gek een stortbad toedie nen, help mij een handje. Espérance volgde Gualibert naar eene cel. Zie riep Gualibert, wij behandelen onze gekken goed. Zie dien jonkman daar Hij is zoo woedend, dat hij zich reeds twin tigmaal heeft wilien dooden. De gek die een bad moest hebben lag te gen den grond met het hoofd iu de armen verborgen het gerucht der wachterd dééd hem niet van houding veranderen. Hoe heel liij vroeg Espcrar.ee zacht. Dat woten wij niet. Allen krijgen zoodra zij hier komen een nummer. Da dokter weet hunne namen wel, maar zegt ze ons niet. Gij begrijpt dat... Ja, ik begrijp bet. Gualibert naderde den gek, trok hem hij zijn dwangbuis op, en zette hem raeht, met het gelaat naar het licht gekoerd. Hij kon twintig jaar oud zijn en moest schoon geweest zijn vóór de «mart zijn ge laat ploegde, zijne oogfcden verzwaarde on zijn oogen dof dedon worden. Toon Espérance dezen ongelukkige zag, loosde hij een diepen zucht hij vouwde de handen en week tot den muur terug. Het bad het bad riep Gualibert. De angst van den jonkman werd grooter, poogde zijn bewakers te ontsnappen, maar hij herinnerde zich zeker Jat hij te vergeefs zou worstelen, want hij liet zich rti^êalepoh naar de plaats waar hij gepijnigd zou wor den. De wachters traden juist in de cel toen Rapin uit alle macht Gualibert riep. Kunt gij hem alleen regeeïen vroeg Gualibert aan Espérance. Ja. Maar hij ia niet gemakkelijk. Ik zal hem wel tam makön. Goed, bionon 5 minuten ban ik terjig. Gualibert ging hoen en Espérapee bleef mei den ongelukkige alleen, (Vervolgt).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1918 | | pagina 1