Hst Mgiscli ïilegerkorps
Eens belangrijks aanbeading
Oe rsmp vsn het iminitleplsia van
Kwaireciit
Vijf-en-twintêgsie jaargang nummer 19
waas
Wat behoeft het Volk
"pAiiASOL^C guio
Ce ErfgenameQ van Judas en De Jood Epiiraïm
So de Ouüsc-irs follsrksntpen
Worden zij Zot??!
5 CENTIEMEN
Dcnders'ag 3 Januari 1919
v -r.
Drukker-UitgeverJ. Van Nuffel-De Qenbt.
DAGBLAD
Buréelen Kerkstraat, 9 en 22, Aalst.
Die vraag beantwoordt heer Winandy,
katholiek demokratisch volksvertegenwoor
diger voor Vorviers, in een blad, heetende
Pressu Verviótoise dat op dit oogenblik
het orgaan ia van alle partijen.
n Groote ontstemming beklemt ons volk
schrijft hijen toch.de verfoeide vijand
is verslagen, onze heldhaftige soldaten zijn
ten onzent en wij hebben met Belgische
hartelijkheid oi zo trouwe bondgenooten
toegejuicht daags na de geestdriftige zege
praalstonden zien wij de uitgestrektheid van
onzen rampspoed
De vijand is weg, maar wij zien, uaar
'i schijnt, al het kwaad dat hij^jns berok
kende, beter, en wij lij don er des te meer
om; onze fabrieken blijveu gesloten en stil,
onze magazijnen ledig, en in do straten
drentelt een dapper volk, een trouw volk,
dat nog niol zijn genoegen eet.. En, ijselijk,
de opkoopers herbeginnen hun bedrijf.
De eerzame handelaar, meesttijds ten
ondergebracht, de kleino burger, de stielman
gaan voort onverzettelijk hun ellende te
verduikeu..:.
En nochtans, allon, vanaf den nederig -
sten fabriekarbeider tot den grootsten nijve
raar, medegerekend de werkzame elementen
der middenklassen, allen snakken ernaar
om den arbeid te hervatten...
Doch, naar 't schijnt, 't staat vast, dat
Let thans onmogelijk is... Geduld, 't is voor
tater.
Anderzijds kondigt men ons volk aan,
liet algemeen stemrecht.,, eo de kieziDgen,
bijna seffens
Welnu, ja,leve het algemeen stemrecht;
doch eerst nog leve hel volk leve
België
Reeds kondigt men beloogingen aan.
congressen van al de partijen... Welhaast
dan gaar. wij, liberalen, socialisten en ka
tholieken, tegenover elkaar staan, elkaar
aanvallen, one onderling verscheuren... wij
moeten immers, dezen of genen zetel zoeken
te behouden of te veroveren... Dit was eer
tijds, zoo vrolijk I... Maar nu jaagt het ons
schrik can
Ouzo partijleiders onze uitgelezen
mannen gaan wellicht aangerand worden,
'verdacht gemaakt, verguisd door hunne
wederzij dsche tegenstrevers..,. ieder gaat
zich inspannen om bet volk op te jagen tegen
don politioken vijand, en wie weet of 't
'•^uitsctie goud, .hot gestolen goud, niet als
eertijds, buiten onze wete, verraderlijk zijn
rel vervullen zal tegen ons allen,..
Welt'U, ik denk dat het volk dit thans
niet wil,.. Ons volk behoeft, aanstonds,
vrede en brood.
n Wat liet volk wil Dat wij, politieke
rnannen, alles vergerou om ^slechts aan 't
volk te denken; reiken wij nog elkaar de
hand.
Gedurende meer flan vier jaar. terwijl
onze Koning on onze soldaten voor ons in
Vlaanderen streden, hebben onze openbare
bestuurders ,7.ich hartelijk en rechtzinnig
vereenigd om onze bevolking aan te moedi
gen en te troosten, om den vuigen bezottor
'l hoofd te bieden, cm onze meuschon van
wanorde en hongersnood te redden. Ons
Heilig Verbond, haast zooveel ais de hel
denmoed onzer soldaten, sohonk ons de
legepraal en verwierf ons de bewondering
lor ganscke wereld.
Ten aanzien onzer gesloopte of ontred
derde mjverheidsgestienten, onze afgeta
kelde werktuigen, onze ledige bergplaatsen,
ten aanzien onzer modeburgers en hunne
sloohj gevoede kindertjes, t6wege moedeloos
te worden, is het heilig Verbond meer dan
ooit noodzakelijk.
V Envoi. O VAN
NAAR R. D. N«
213* VERVOLG.
Het rijtuig is voor, kwam de gargon
zeggen.
De reiziger trok zijne handschoenen aan,
keok overmoedig in het rond, alsof hij
iedereen wilde uitdagen.
Naar Dominé Korlon, zeide hij.
De gargon bracht den koetsier het adres
over en het rijtuig vertrok.
Bij dominé Kerlen hadden dien dag ern
stige dingen plaats gehad.
Lavergne had mevrouw gevraagd hem
voor dien dag de benedenkamers af te staan
on de salon had daarna geheel het aanschijn
gekregen van eeno vergaderingzaal.
Op de tafel in het midden lag een groen
kleed, terwijl zij bedekt was met papier,
Ïiennen en lukt. In het ronde stonden stoe-
en de gordijnen werden neergelaten en
graven Ret vertrek een somber aauzien.3
Aan de meisjes was dien dag de tuin ver
boden. Dokter Gex was de eerste vreemde
ling, dio dezen morgend het huis van den
dommé binnentrad.
Hij greette alle») vriendelijk en de hand
van zijn vriend drukkende, zeide hij
Gij verandert, Tobias, gij mat u te
veel af, gij moot beter voor u zei ven zorgen.
De dominé boog het hoofd.
Lijdt ge vroeg öe dokter.
Daarom wil ik, katholiek democratisch
gezinde volksvertegen woord iger.kondmaken
dat mijn programma van lieden hetzelfde is
als dit van gisteren geen politiek voordat
het vaderland heropgericht zij.
f Wij hebben een groot Koning, die ons
allen bemint zooals wij hem liefhebben.
Onze Regeering is de Rehesring van allen,
vermits zij bestaat uit de manuenvan waarde
aller partijen, aller standen; een kiezing
welke ons arij maanden ongezonde opwin
ding zou opleggen, zou ons slechts een
Constitua~uto schenken, welke enkele weken
later diende ontbonden, met nieuwe vooruit
zichten op hardnekkige kiesstrijden.
Welhoo eeu jaar in woelige twisten,
op puinhoopen, te midden van ellenden 1...
Schenken wij onze Regeering ons ver
trouwen voor ten minste een jaar, vermits
die Regeering der democratie vertrouwen
verleent door uitdrukkelijke verbintenissen.
E11 wij, senators en volksvertegenwoor
digers, staan wij de Rege;ring bij in baar
lieropbouwiügswerk, zonder andere bekom
mernis dan deze welke do beheerders der
gemeenten hadden onder het Duitscke juk
3 volks heil.
Vragen wij spoorwegen, steenkolen,
roiidsioifeu, terwijl het Nationaal Gomiteit
ons brood aan de hand doet, en onze ge
meentebesturen voortgaan, hun taak in vrede
en eendracht te kwijten.
Spreken wij enkel tot het volk om het
moed ia te prenten in zijn ongeluk, en liet
to helpen mat-kalm te en waardighnid, tijden
te bereiken welke beter zijn voor iedereen.
E11 wanneer wij weer het fluiten verne-
meu oDzer vurige locomotieven, het klik
klakken onzer flinke getonwen; wanneer
wij opnieuw watmeer blos beepeuren op
de wangen onzer kleine scholieren en wat
meer blijdschap op alle wezens,-dan zullen
wij do herziening vragen, het algemeen
stemrecht, het kiesrecht voor de vrouwen,
kinzingen zoo leutig als weleer, en meer
andere dingen wellicht, waar wij zullen aan
peinzen, zoodra wij er tijd voor hebben, en
wanneer het volk ten volle zijnen honger zal
kunnen stillen.
Want alles vol ingezien, de herziening
van 'l jaar 20 zal al zoo ongrondwettelijk
zijn als deze van 't\jsar 19.
Heer Winarr^y heeft hot goed voor. Hot
oogenblik om üe politieke driften aan het
gisten te brengen is, inderdaad slecht geko
zen. Als alle klassen der bevolking, alle
partijen ééo zeel trekken, zal 't nog moeilijk
genoeg gaan cm 't economische leven tol
zooverre te herstellen, dat er voer op
erlijke en regelmatige wijze brood te win
nea valt voor hst grootste gedeelte onzer
medeburgers. En dit herstellen znl meer dan
drij of zes maanden duren. Waar gaau we
dan den tijd vinden voor bet maken van
kiespropaganda, zonder afbreuk te doen aan
Je onmiddelijke, de duurbaarste belangen
des Vaderlands
Waarlijk, 'tzou een slichtend tooneel zijn
voor or.ze bondgenooten de Belgen le zien
elkander te scheuren naar aanleiding van
kiezingen, terwijl zij, die bondgenooten,
aanzocht worden ons weer te been te
helpen, na jarenlang verdrukt en vertrapt
liggen onder do mei ijzer bealo4en laars der
Moffen
De verantwoordelijke leiders aller partijen
zullen wel doen de woorden en wenken van
lieer Winandy grondig to overwegen.
Vele teruggekeerden uit Duitschland, 't zij
krijgsgevangenen, politieke gevangenen,
opgeeischten, enz. hebben hier do hartbre-
kendste verhalon gedaan over de wijze
Ja, vriend.
En uwe kwaal
De wetenschap kan mij niet genezen,
antwoordde de dominé, mijn ziekte heek
twijfel.
Do dokter drukte zijn vriend nog eens de
hand, maar zeide niets, hij wist dat hij
tegen zulk ecne kwaal nieta vermocht.
Kan ik Cyrillus zien vroeg hij.
Zeker, hij is bij Lavergne,
De dokter klom naar boven.
Lavergne was bezig Nestor Chambry zijne
instructies te geven.
Ik behoef u niet te vragen hoe gij het
maakt, zeide Gex, ik zie dat het goed gaat,
Cyrillus.
- Ja, dokter, ik ga een watertoohtje
doen, en dat kan msn niet als mén ziek Is.
Nu
Ja, Lavergne zegt het.
't Is mij wel, maar ik meen dat uwe
tegenwoordigheid hier dezen morgend hoog
noodig is.
Wij kunnon zonder hem beginnen,
zeide Lavergne.
Dan ia het goed.
Cyrillus volgde Chambry. Beneden stond
Pampy hen te wachten.
Als kleme meester ongeluk krijgt, gij
sterven door Pampy's hand, zeide de neger.
Vrees niets, antwoordde Chambry, ik
hdb twee zakeD te doen mij te wroken op
Malceuvre en een nieuw leven te beginnen.
Pampy bracht Cyrillus in 't bootje Nestor
begon te roeiee eo de boot verwijderde zich
-=r--7-v^r
waarop zij door de Duitschers gevoed
werden.
Dat men er dwangarbeid moest verrichten
waarbij men gevaar liep dood te vallen,
indien men niet dood geslagen werd of van
I uitputting bezweek, is overbekend.
Wat echter min bekend is, is de wijze van
bereiding der viscbsoen, waarvan allen
zonder onderscheid geproefd hsbben...
In do groote steden weidendeingewanden
van visch vergaard. Dezen afval werd
gedroogd en dan in poeder gemalen. Het
aldus verkregen poeder werd gekookt,
mits bijvoeging van wat zout en eenige
hands vollen ongereinigde aardappelschillen
hadden de Duitscho kuituurdragers spoedig
eeno soep voor de arrao gevangenen 1
Daarbij kregen zij eonige grammen stinkend
brood en mochten ucarmede terug aan
hot werk...
Zal zulke onmenschelijlio handelwijze ooit
den Duitschers vergolden worden
Verklikkers vèör 't Krijgsgereoht
De krijgsraad van Oost Vlaanderen is niet
zeer zacht voor de verklikkers die hunne
landgenooten bij de Duitschers gingen aan
klagen,
Eene vrouw van Moerheke, die voor de
Duitschers den wasch deed, en bare zuster,
die haar zulks verweet, bij de Duitschers
aankloeg, later haar schoonbroeder, die
opgeeischt was en zich verborgen hield, ging
verraden, kreeg twee maal zes rnaand ge
vang. Het krijgsger6cht gaf de kleinste Btraf
omdat de vrouw kleine kinderen heeft en
omdat haar man goeden dionst gedaan heeft
in het Belgisch le^er.
Een tweede zaak was die ten laste van
zekeren T..., gewezen politieagent, thans
poertier in eene fabriek.
Hij ging aan de Duitschers ven-aden,
waar zijn messier het koper, enz. had ver
borgen en gaf zóo aanleid mg tot het inbeslag
nemen van 10 tot 15,000 kgr. koper, caout
chouc, soda, riemen, enz.. De nijvoraars
kregen 3,000 mark boete en werklieden der
fabriek, die het koper hadden helpen ver
borgen, werden door de Duitschers tot ge
vangenisstraffen veroordeeld.
T... kreeg nu 5 jaar gevang en 5000 fr.
boete, 't Is nog te woinig 1 1
Talrijke Duitsche officieren vragen om in
legers der Verbondenen ingelijfd te worden!'
De geestestoestand dor Duitschers in
betrek tot den vrede, is al zoo zonderling
gebleven als hij was gedurende den oorlog.
Er zijn thans te Berlijn duizende Duitsche
dia enkel eene gelegenheid afwachten
om naar Engeland of Amerika over te steken.
Velen onper hen willen naar hunne oud©
bezigheid 1 iet meer tcrugkeereo, doch hopen
zich thans eene betere positie te verwer ven.
Vóór don oorlog giügen zij Duitsche
waren verkoopen in den vreemden. Thans
willen zij vreemde waren verkoopen in
Duitschland.
t is daarom dat zij naar Engeland en
Amerika willen gaan om daar rechtstreeksoh
in verbinding te komen met de huizen welke
grondstoffen te verkoopen hebben in
Duitschland.
Er is ook nog e6ne andere kategorie
deze de onnoozelen, die denken dat alles
reeds vergoten is. En de zonderlingste van
allen zijn dan nog de officieren.
Bijna onmiddelijk na de bezetting van de
Rhijustreek, hebban de Braerikanon tallooze
vragen van officieren ontvangen om in het
Amerikaansche leger dienst te nemen. Deze
juist toen het rijtuig deu vreemdeling van
bet hotel des Berghes voor de dour van
Kerlfln_hracht.
-^Toenhn^tiit!
Toen hyüitstapte hoordo hij riemslagen
op het meerffn keek om. Hij zag Chambry
en Cyrillus alleen in het bootje.
Komaan, zeide hij, Nostor heeft woord
gehouden, thans ben ik gerust en kan ik
zonder gevaar den slag beginnen.
Het was hem onmogelijk om in den man
die aan den oever van 't meer stond, Pampy
te herkennen, want deze stond met den rug
naar het huis en volgde het bootje met hel
oog.
Eene dienstmaagd stond op den drempel
van het huh.
Mijnheer Lavergne vroeg de bezoe
ker.
De meid opende de deur van bet salon en
sprak
Ik zal mijnheer roepen wie moet ik
aandienen.
De reiziger gaf.zijn kaartje.
De meid las den naam van Jude Manoeuvre
en ging naar boven.
oogenblik later kwam Lucien naar
boneden.
Hii kwam niet alleen, want hij werd ge
volgd door dokter Gex, dominé Kerlen, den
advokaat Merveiflac eu nog drie mannen in
hot zwart gekleed. Deze rnannen deden zoo
wel aan eeu gerechtshof als aan een familie
raad denken. Maloeuvre zug allou een voor
eeu aan, doch kon op hun gelaat slechts een
koele kalmte leteu
aanvragen werden verworpen en de Duitsche
officieren wendden zich dan tolde Japaan-
sclie overlieden met dezelfde vraag. Daar
ook werden zij aan do deur gezet.
Eene week verliep en nu vroegen zij aan
de Engelscho overlieden de toelating om in
het Engelsch leger te mogen dienen. Het is
gemakkelijk om raden, welk onthaal hunne
vraag daar genoot...
Reeds dacht men er voor goed van ont
slagen t© zijn, toen dezor dagen een talrijke
groep Duitsche officieren. allen met ver
scheiden dekoratien en andere ijzeren krui
sen versierd, toelating vroegen om in het
Franech léger dienst te nomen.
Daar vonden zij natuurlijk ook de deur
van hout.
Of zij nu ook zinnens zijn zich tot de
Portugeezon of de Brazilianen te wenden
lot Belgie of.Servie zouden zij niet durven,
zij zijn er te goed gekend kan niet met
zekerheid gezegd worden, doch een der
Verbondenen vermoedelijk Italië
kreeg zooveel Duitsche aanvragen, dat- men
de weigerende antwoorden met do schrijf
machien moest doei* schrijven en ze bij
honderden verzonden'vverden.
NOQ EEN BEWIJS
Waarom Holland in 1914 niet overrom
peld werd
De Amsterdammer bladen melden, dat
Willem II en Franz-Jozef in Engelsche ban
ken 25 en 110 miljoen geplaatst haddon en
deze sommen in 1914 in Hollandsche banken
overplaatsten.
Het is om wiHo dier belangrijke geld -
plaatsingen, dat Holland van den inval ver
schoond bleef, daar het Hollandsch gouver
nement er dadelijk do hand zou opgelegd
hebben.
Het is een nieuw en doorslaand bewijs,
der plichtigheid van den keizer, in zake de
verantwoordelijkheid van den oorlog.
Bij het uitbreken van den oorlog telde do
Belgische militaire ltichtdienst 24 leden.
Thans zijn er 260, vliegers, waarnemers in
vliegtuigen en waarnemers in luchtballen.
Kolonel Van Crombrugghe is de bevelheb
ber der vlic-gors en majoor Van Moonen, de
bevelhebber van dan iucbtbaldienst.
Wil men nu weten hoeveel lucklhèlden er
op het veld van eer gevallen zijn Er zijn
er ongelukkig genoeg 56, waarvan de offi-
eieelo lijst hier volgt
Bevelhebber Jules Dony; Kapiteins, Fran-
gois Deschamps on Leon Collignon
Luitenanten Soumoy, Robert Lagrange,
Leopold Bussy, Pierre Rigaux, Robert
Smits, Victor Gilles, Richard Farming,
Jules Gallant, da Bersacques, Leon Deeub-
her, Jacques de Mesas, Paul Ilanciaux,
René Vertongen, William Gordesso, Charles
Cootnansen Sen ais Gruber.
Onderluitenanten Charles Kervyn de
Lettenhove, Henri Van Geel, Pierre Braun,
Robert Gallar, Jean de Roest d'Alkemade,
Albert Cissleire, Max Roland en Jacques
Goethals.
Adjudanten Egidius Robbaert, Armand
Glibert, Arthur Gilson, Charles de Mon-
tigny.
De 1® Sergantmajoors: do Woot deTrixht,
Lucien Mallet, de Maelcamp d'Opaftaele,
Armand Vorhouatraoten, Carlos Verbessem,
Didier Malhorbe.
De 1° sergeanten Edward Herman, Ro
bert Cis9let.
De sergeanten Marcel Ciselet, Paul de
Gossencourt, Paul de Mélotte do Lavaux,
Victor Van Stappen, René Vlieckx, Gaston
Boel en Gaston De Rayter.
Hij verwachtte opdat van Lavergne een
duivelschen haat te lezen, doch het bleef
onbeweeglijk.
Malceuvre groette, men groette hem terug
en La vergno, die.de vergadering scheen voor
te zitten gaf Maloeuvre een teeken plaats to
nemen.
Mijnheer, zeide Malceuvre tot Laverg
ne, ik iieb van u eene uitnoodiging ontvan
gen om in hel huis van dominé Korlen te
iiomo;i en wel juist op dezen dag en op dit
uur. Niets verplichtte mij om gevolg te
geven aan dit verzoek, dat geheel onwettig,
is. Zie in mijne bereidwilligheid het bewijs
dat ik van mijn kant gereed ben u te hooien
en mijnheer Merceillac die lid was van den
familieraad...
Pardon, zeide de advokaat, ik wijd mij
nog altijd aau de weezen van Pont Joubert.
lij weet, antwoordde Maloeuvre, dat
ge voor hen alles hebt gedaan wat ge doen
kondt. Ougolukkiglijk maken de dood van
de eene en de krankzinnigheid van een an
dere, hét mij onmogelijk mijne zeer goede
bedoelingen jegens hen te toonen. Maar nu
vraag ik den heer Lavergne eene verklaring
van zijn brief. De inhoud daarvan was deae:
Cyrillus Pont Joubert, opgcslotefi in het
krankzinnigengesticht van doktor Gorbaud,
zou op dit oogenblik te Genère zijn, zelfs in
dit buis, geheel genezen van zijne krankzin
nigheid en daar hij meerderjarig is, vraagt
hij zijne fortuin op. Dat geeft go immers
voor
Ja antwoordde Lavergne.
De Korporaals Taccoeu. Michaux, Mar
cel, Evrard en Artan de St. Martin.
De Soldaten Dupont en Van Dyck.
Van den luchthaldienst vielen voor het
Vadorland -
Kapitein-bevelhebber Eckstein Onderlui
tenant Jean De Mot en Soldaat RoLert De
Proost.
De spieën die dsn aanval legen het fort
van Bonceüss leidde, geknipt.
Op 29 December werd te Luik. een Duit-
scher, zekeren Themer, wonende te Seraing,
aangehouden, toen hij, voorzion van valsche
papieren op naam van Hendrickx, naar
Holland wilde vertrekken.
Deze kerel was beticht, den vijand geleid
te hebben bij don aanval op liet fort van
Boncelles.
Hot onderzoek heeft thans aan het licht
gebracht, dat Themer een onderofficier en
rersehillige soldaten, die eon vooruitgescho
ven post bewaakten, zou gedood hebben, in
den nacht van 5 Oogst 1914.
Reders hijzonde^hnden.
De brand is eindelijk dezen nacht uitge
doofd; in den morgend kon men, zooniet do
plaats der ramp, dan toch de omgeving
bezoeken.
De verwoesting, veroorzaakt door di
ontploffingen, is onzeggelijk. Hel springec
der buskruitfabriek van Wotteren, heeft
vroeger nooit zulke schade bewerkt als deze
ramp. Al de huizen, zonder éóne uitzondering
der wijken Wetterslraat, Kruisen, Quatrecht
en omgeving zijn om zoo te zeggen zonder
dak, geen enkele woonst bleef gespaard.
Binnen in de woningen ontwaart men
slechts steengruis, ingestorte gewelven,' in
gedrukte muren, verbrijzelde deuren en
ramen, stukgeslagen meubels, glas en pan-
nenscherven; hier en daar stukken van
munitie, ja soms hcelebommen of shrapnels.
Bouwvallige stallingen, kleine woningen,
muren of gevels dreigen in te vallen, in een
woord, 3 tot 40O huizen in don omtrek zijn
totaal onbewoonbaar.
Men heeft don indruk alsof eene hagelbui
van ijzer on lood over de streek hoeft ge
woed. De groote steenweg ligt bedekt met
metaalflcherven of granaten, d'eeno ontploft,
d'andero nog geladen, waarvan sommige
moer dan 70 kilos wegen en meer dan eeu
kilometer ver zijn geslingerd; de ganscho
omtrek is als't ware dik bezaaid met stukken
van shrapnels of bommen, mol ijzer, lood en
Loperscherveu; overal zijr» duizende pulten
in den grond gewoeld, waar bier en daar
nog granaten ten deele uitsteken. Hot is
alsof Kwatracht gedurende dagen beschoten
ware door honderden kanonnen.
Het zoo lief, nieuw kerkje van Kwatreclit,
slcohls eenige jaren voor dei oorlog go-
bouwd, heeft door de ramp schrikkelijk
geleden. Hot dak is ontbloot van schaliën en
op vele plaatsen doorslagen; hoeken en
kanten ziju afgerukt, het gewelf binnen in
de kerk is op vole plaatsen ingestort, geen
enkel venstor bleef gespaard, het altaar van
O. L. Vr. is totaal verwoest, liet boeld in
naaiend stukken, h«t eikenhouten portaal in
splinters vaneen gereten; overal steengruis,
glasscherven, verwoesting.
Wanneer men de uitgestrekte ramp over
ziet en de hagelbui van ijzer en lood over
weegt die in den omtrek gevallen is, dan
begrijpt men niet, dat er niet moer meuschon
levens le betreuren zijn. Slechts twee dooden
Tegenover uwe beveetigiug, waarvan
ik de heeren tot getuigen neem, stel ik.
formeol twee onmogelijkheden.
De eerste is dat Cyrillus Pont Joubert
nooit is genezen en de tweede dat hij nog
altijd in liet krawkzinnigengealich van dokter
Gerbaud verblijft, en dat zijne aanvallen
van razernij zoo hevig zijn, dat men het
stortbad eu liet dwangbuis op hem heeft
moeten to optelen.
Kuut ge bewijzen dat Cyrillus nog het
kraukziimigengeéitiokt van dokter Gerbaud
bewoont 'i vroeg Lvvergne kalm.
Hier is het bewijs van aannoming en
een attest van den doktor.
Merveillao narn de twee stukkeu, las ze
en gaf ze aan een der drie onbekende man
nen.
Het is uitgemaakt, zeide de advokaat,
dat in het krankzinnigengesticht of in liet
huis van domine Kerlen een ledepop do
plaats van Cyrillus inneemt.
En ik beschuldig de heer Lavergne dat
hij in de plaats van Cyrillus Pont Joubert,
die thans te Parijs is, een onbekende wil
schuiven om hem do rol van mijn pupil te
doon spelen, ten einde zoodoende de foriuió
van mijn vriend meester te worden. Overi
gens, waar is die jonkman Waarom hem té
verbergen Waarom zoolang praten over
eene zaak, die dadelijk kan opgelost w orden.
Gij bevestigt, ik ontken.
Wees gerust, heeren, z :ide Merveillac,
Cyrillus maakt een roeitochtje op bet meer,
bij komt fpotdig tordg. (verrolgt.)