Hst Mgiscli ïilegerkorps Eens belangrijks aanbeading Oe rsmp vsn het iminitleplsia van Kwaireciit Vijf-en-twintêgsie jaargang nummer 19 waas Wat behoeft het Volk "pAiiASOL^C guio Ce ErfgenameQ van Judas en De Jood Epiiraïm So de Ouüsc-irs follsrksntpen Worden zij Zot??! 5 CENTIEMEN Dcnders'ag 3 Januari 1919 v -r. Drukker-UitgeverJ. Van Nuffel-De Qenbt. DAGBLAD Buréelen Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Die vraag beantwoordt heer Winandy, katholiek demokratisch volksvertegenwoor diger voor Vorviers, in een blad, heetende Pressu Verviótoise dat op dit oogenblik het orgaan ia van alle partijen. n Groote ontstemming beklemt ons volk schrijft hijen toch.de verfoeide vijand is verslagen, onze heldhaftige soldaten zijn ten onzent en wij hebben met Belgische hartelijkheid oi zo trouwe bondgenooten toegejuicht daags na de geestdriftige zege praalstonden zien wij de uitgestrektheid van onzen rampspoed De vijand is weg, maar wij zien, uaar 'i schijnt, al het kwaad dat hij^jns berok kende, beter, en wij lij don er des te meer om; onze fabrieken blijveu gesloten en stil, onze magazijnen ledig, en in do straten drentelt een dapper volk, een trouw volk, dat nog niol zijn genoegen eet.. En, ijselijk, de opkoopers herbeginnen hun bedrijf. De eerzame handelaar, meesttijds ten ondergebracht, de kleino burger, de stielman gaan voort onverzettelijk hun ellende te verduikeu..:. En nochtans, allon, vanaf den nederig - sten fabriekarbeider tot den grootsten nijve raar, medegerekend de werkzame elementen der middenklassen, allen snakken ernaar om den arbeid te hervatten... Doch, naar 't schijnt, 't staat vast, dat Let thans onmogelijk is... Geduld, 't is voor tater. Anderzijds kondigt men ons volk aan, liet algemeen stemrecht.,, eo de kieziDgen, bijna seffens Welnu, ja,leve het algemeen stemrecht; doch eerst nog leve hel volk leve België Reeds kondigt men beloogingen aan. congressen van al de partijen... Welhaast dan gaar. wij, liberalen, socialisten en ka tholieken, tegenover elkaar staan, elkaar aanvallen, one onderling verscheuren... wij moeten immers, dezen of genen zetel zoeken te behouden of te veroveren... Dit was eer tijds, zoo vrolijk I... Maar nu jaagt het ons schrik can Ouzo partijleiders onze uitgelezen mannen gaan wellicht aangerand worden, 'verdacht gemaakt, verguisd door hunne wederzij dsche tegenstrevers..,. ieder gaat zich inspannen om bet volk op te jagen tegen don politioken vijand, en wie weet of 't '•^uitsctie goud, .hot gestolen goud, niet als eertijds, buiten onze wete, verraderlijk zijn rel vervullen zal tegen ons allen,.. Welt'U, ik denk dat het volk dit thans niet wil,.. Ons volk behoeft, aanstonds, vrede en brood. n Wat liet volk wil Dat wij, politieke rnannen, alles vergerou om ^slechts aan 't volk te denken; reiken wij nog elkaar de hand. Gedurende meer flan vier jaar. terwijl onze Koning on onze soldaten voor ons in Vlaanderen streden, hebben onze openbare bestuurders ,7.ich hartelijk en rechtzinnig vereenigd om onze bevolking aan te moedi gen en te troosten, om den vuigen bezottor 'l hoofd te bieden, cm onze meuschon van wanorde en hongersnood te redden. Ons Heilig Verbond, haast zooveel ais de hel denmoed onzer soldaten, sohonk ons de legepraal en verwierf ons de bewondering lor ganscke wereld. Ten aanzien onzer gesloopte of ontred derde mjverheidsgestienten, onze afgeta kelde werktuigen, onze ledige bergplaatsen, ten aanzien onzer modeburgers en hunne sloohj gevoede kindertjes, t6wege moedeloos te worden, is het heilig Verbond meer dan ooit noodzakelijk. V Envoi. O VAN NAAR R. D. N« 213* VERVOLG. Het rijtuig is voor, kwam de gargon zeggen. De reiziger trok zijne handschoenen aan, keok overmoedig in het rond, alsof hij iedereen wilde uitdagen. Naar Dominé Korlon, zeide hij. De gargon bracht den koetsier het adres over en het rijtuig vertrok. Bij dominé Kerlen hadden dien dag ern stige dingen plaats gehad. Lavergne had mevrouw gevraagd hem voor dien dag de benedenkamers af te staan on de salon had daarna geheel het aanschijn gekregen van eeno vergaderingzaal. Op de tafel in het midden lag een groen kleed, terwijl zij bedekt was met papier, Ïiennen en lukt. In het ronde stonden stoe- en de gordijnen werden neergelaten en graven Ret vertrek een somber aauzien.3 Aan de meisjes was dien dag de tuin ver boden. Dokter Gex was de eerste vreemde ling, dio dezen morgend het huis van den dommé binnentrad. Hij greette alle») vriendelijk en de hand van zijn vriend drukkende, zeide hij Gij verandert, Tobias, gij mat u te veel af, gij moot beter voor u zei ven zorgen. De dominé boog het hoofd. Lijdt ge vroeg öe dokter. Daarom wil ik, katholiek democratisch gezinde volksvertegen woord iger.kondmaken dat mijn programma van lieden hetzelfde is als dit van gisteren geen politiek voordat het vaderland heropgericht zij. f Wij hebben een groot Koning, die ons allen bemint zooals wij hem liefhebben. Onze Regeering is de Rehesring van allen, vermits zij bestaat uit de manuenvan waarde aller partijen, aller standen; een kiezing welke ons arij maanden ongezonde opwin ding zou opleggen, zou ons slechts een Constitua~uto schenken, welke enkele weken later diende ontbonden, met nieuwe vooruit zichten op hardnekkige kiesstrijden. Welhoo eeu jaar in woelige twisten, op puinhoopen, te midden van ellenden 1... Schenken wij onze Regeering ons ver trouwen voor ten minste een jaar, vermits die Regeering der democratie vertrouwen verleent door uitdrukkelijke verbintenissen. E11 wij, senators en volksvertegenwoor digers, staan wij de Rege;ring bij in baar lieropbouwiügswerk, zonder andere bekom mernis dan deze welke do beheerders der gemeenten hadden onder het Duitscke juk 3 volks heil. Vragen wij spoorwegen, steenkolen, roiidsioifeu, terwijl het Nationaal Gomiteit ons brood aan de hand doet, en onze ge meentebesturen voortgaan, hun taak in vrede en eendracht te kwijten. Spreken wij enkel tot het volk om het moed ia te prenten in zijn ongeluk, en liet to helpen mat-kalm te en waardighnid, tijden te bereiken welke beter zijn voor iedereen. E11 wanneer wij weer het fluiten verne- meu oDzer vurige locomotieven, het klik klakken onzer flinke getonwen; wanneer wij opnieuw watmeer blos beepeuren op de wangen onzer kleine scholieren en wat meer blijdschap op alle wezens,-dan zullen wij do herziening vragen, het algemeen stemrecht, het kiesrecht voor de vrouwen, kinzingen zoo leutig als weleer, en meer andere dingen wellicht, waar wij zullen aan peinzen, zoodra wij er tijd voor hebben, en wanneer het volk ten volle zijnen honger zal kunnen stillen. Want alles vol ingezien, de herziening van 'l jaar 20 zal al zoo ongrondwettelijk zijn als deze van 't\jsar 19. Heer Winarr^y heeft hot goed voor. Hot oogenblik om üe politieke driften aan het gisten te brengen is, inderdaad slecht geko zen. Als alle klassen der bevolking, alle partijen ééo zeel trekken, zal 't nog moeilijk genoeg gaan cm 't economische leven tol zooverre te herstellen, dat er voer op erlijke en regelmatige wijze brood te win nea valt voor hst grootste gedeelte onzer medeburgers. En dit herstellen znl meer dan drij of zes maanden duren. Waar gaau we dan den tijd vinden voor bet maken van kiespropaganda, zonder afbreuk te doen aan Je onmiddelijke, de duurbaarste belangen des Vaderlands Waarlijk, 'tzou een slichtend tooneel zijn voor or.ze bondgenooten de Belgen le zien elkander te scheuren naar aanleiding van kiezingen, terwijl zij, die bondgenooten, aanzocht worden ons weer te been te helpen, na jarenlang verdrukt en vertrapt liggen onder do mei ijzer bealo4en laars der Moffen De verantwoordelijke leiders aller partijen zullen wel doen de woorden en wenken van lieer Winandy grondig to overwegen. Vele teruggekeerden uit Duitschland, 't zij krijgsgevangenen, politieke gevangenen, opgeeischten, enz. hebben hier do hartbre- kendste verhalon gedaan over de wijze Ja, vriend. En uwe kwaal De wetenschap kan mij niet genezen, antwoordde de dominé, mijn ziekte heek twijfel. Do dokter drukte zijn vriend nog eens de hand, maar zeide niets, hij wist dat hij tegen zulk ecne kwaal nieta vermocht. Kan ik Cyrillus zien vroeg hij. Zeker, hij is bij Lavergne, De dokter klom naar boven. Lavergne was bezig Nestor Chambry zijne instructies te geven. Ik behoef u niet te vragen hoe gij het maakt, zeide Gex, ik zie dat het goed gaat, Cyrillus. - Ja, dokter, ik ga een watertoohtje doen, en dat kan msn niet als mén ziek Is. Nu Ja, Lavergne zegt het. 't Is mij wel, maar ik meen dat uwe tegenwoordigheid hier dezen morgend hoog noodig is. Wij kunnon zonder hem beginnen, zeide Lavergne. Dan ia het goed. Cyrillus volgde Chambry. Beneden stond Pampy hen te wachten. Als kleme meester ongeluk krijgt, gij sterven door Pampy's hand, zeide de neger. Vrees niets, antwoordde Chambry, ik hdb twee zakeD te doen mij te wroken op Malceuvre en een nieuw leven te beginnen. Pampy bracht Cyrillus in 't bootje Nestor begon te roeiee eo de boot verwijderde zich -=r--7-v^r waarop zij door de Duitschers gevoed werden. Dat men er dwangarbeid moest verrichten waarbij men gevaar liep dood te vallen, indien men niet dood geslagen werd of van I uitputting bezweek, is overbekend. Wat echter min bekend is, is de wijze van bereiding der viscbsoen, waarvan allen zonder onderscheid geproefd hsbben... In do groote steden weidendeingewanden van visch vergaard. Dezen afval werd gedroogd en dan in poeder gemalen. Het aldus verkregen poeder werd gekookt, mits bijvoeging van wat zout en eenige hands vollen ongereinigde aardappelschillen hadden de Duitscho kuituurdragers spoedig eeno soep voor de arrao gevangenen 1 Daarbij kregen zij eonige grammen stinkend brood en mochten ucarmede terug aan hot werk... Zal zulke onmenschelijlio handelwijze ooit den Duitschers vergolden worden Verklikkers vèör 't Krijgsgereoht De krijgsraad van Oost Vlaanderen is niet zeer zacht voor de verklikkers die hunne landgenooten bij de Duitschers gingen aan klagen, Eene vrouw van Moerheke, die voor de Duitschers den wasch deed, en bare zuster, die haar zulks verweet, bij de Duitschers aankloeg, later haar schoonbroeder, die opgeeischt was en zich verborgen hield, ging verraden, kreeg twee maal zes rnaand ge vang. Het krijgsger6cht gaf de kleinste Btraf omdat de vrouw kleine kinderen heeft en omdat haar man goeden dionst gedaan heeft in het Belgisch le^er. Een tweede zaak was die ten laste van zekeren T..., gewezen politieagent, thans poertier in eene fabriek. Hij ging aan de Duitschers ven-aden, waar zijn messier het koper, enz. had ver borgen en gaf zóo aanleid mg tot het inbeslag nemen van 10 tot 15,000 kgr. koper, caout chouc, soda, riemen, enz.. De nijvoraars kregen 3,000 mark boete en werklieden der fabriek, die het koper hadden helpen ver borgen, werden door de Duitschers tot ge vangenisstraffen veroordeeld. T... kreeg nu 5 jaar gevang en 5000 fr. boete, 't Is nog te woinig 1 1 Talrijke Duitsche officieren vragen om in legers der Verbondenen ingelijfd te worden!' De geestestoestand dor Duitschers in betrek tot den vrede, is al zoo zonderling gebleven als hij was gedurende den oorlog. Er zijn thans te Berlijn duizende Duitsche dia enkel eene gelegenheid afwachten om naar Engeland of Amerika over te steken. Velen onper hen willen naar hunne oud© bezigheid 1 iet meer tcrugkeereo, doch hopen zich thans eene betere positie te verwer ven. Vóór don oorlog giügen zij Duitsche waren verkoopen in den vreemden. Thans willen zij vreemde waren verkoopen in Duitschland. t is daarom dat zij naar Engeland en Amerika willen gaan om daar rechtstreeksoh in verbinding te komen met de huizen welke grondstoffen te verkoopen hebben in Duitschland. Er is ook nog e6ne andere kategorie deze de onnoozelen, die denken dat alles reeds vergoten is. En de zonderlingste van allen zijn dan nog de officieren. Bijna onmiddelijk na de bezetting van de Rhijustreek, hebban de Braerikanon tallooze vragen van officieren ontvangen om in het Amerikaansche leger dienst te nemen. Deze juist toen het rijtuig deu vreemdeling van bet hotel des Berghes voor de dour van Kerlfln_hracht. -^Toenhn^tiit! Toen hyüitstapte hoordo hij riemslagen op het meerffn keek om. Hij zag Chambry en Cyrillus alleen in het bootje. Komaan, zeide hij, Nostor heeft woord gehouden, thans ben ik gerust en kan ik zonder gevaar den slag beginnen. Het was hem onmogelijk om in den man die aan den oever van 't meer stond, Pampy te herkennen, want deze stond met den rug naar het huis en volgde het bootje met hel oog. Eene dienstmaagd stond op den drempel van het huh. Mijnheer Lavergne vroeg de bezoe ker. De meid opende de deur van bet salon en sprak Ik zal mijnheer roepen wie moet ik aandienen. De reiziger gaf.zijn kaartje. De meid las den naam van Jude Manoeuvre en ging naar boven. oogenblik later kwam Lucien naar boneden. Hii kwam niet alleen, want hij werd ge volgd door dokter Gex, dominé Kerlen, den advokaat Merveiflac eu nog drie mannen in hot zwart gekleed. Deze rnannen deden zoo wel aan eeu gerechtshof als aan een familie raad denken. Maloeuvre zug allou een voor eeu aan, doch kon op hun gelaat slechts een koele kalmte leteu aanvragen werden verworpen en de Duitsche officieren wendden zich dan tolde Japaan- sclie overlieden met dezelfde vraag. Daar ook werden zij aan do deur gezet. Eene week verliep en nu vroegen zij aan de Engelscho overlieden de toelating om in het Engelsch leger te mogen dienen. Het is gemakkelijk om raden, welk onthaal hunne vraag daar genoot... Reeds dacht men er voor goed van ont slagen t© zijn, toen dezor dagen een talrijke groep Duitsche officieren. allen met ver scheiden dekoratien en andere ijzeren krui sen versierd, toelating vroegen om in het Franech léger dienst te nomen. Daar vonden zij natuurlijk ook de deur van hout. Of zij nu ook zinnens zijn zich tot de Portugeezon of de Brazilianen te wenden lot Belgie of.Servie zouden zij niet durven, zij zijn er te goed gekend kan niet met zekerheid gezegd worden, doch een der Verbondenen vermoedelijk Italië kreeg zooveel Duitsche aanvragen, dat- men de weigerende antwoorden met do schrijf machien moest doei* schrijven en ze bij honderden verzonden'vverden. NOQ EEN BEWIJS Waarom Holland in 1914 niet overrom peld werd De Amsterdammer bladen melden, dat Willem II en Franz-Jozef in Engelsche ban ken 25 en 110 miljoen geplaatst haddon en deze sommen in 1914 in Hollandsche banken overplaatsten. Het is om wiHo dier belangrijke geld - plaatsingen, dat Holland van den inval ver schoond bleef, daar het Hollandsch gouver nement er dadelijk do hand zou opgelegd hebben. Het is een nieuw en doorslaand bewijs, der plichtigheid van den keizer, in zake de verantwoordelijkheid van den oorlog. Bij het uitbreken van den oorlog telde do Belgische militaire ltichtdienst 24 leden. Thans zijn er 260, vliegers, waarnemers in vliegtuigen en waarnemers in luchtballen. Kolonel Van Crombrugghe is de bevelheb ber der vlic-gors en majoor Van Moonen, de bevelhebber van dan iucbtbaldienst. Wil men nu weten hoeveel lucklhèlden er op het veld van eer gevallen zijn Er zijn er ongelukkig genoeg 56, waarvan de offi- eieelo lijst hier volgt Bevelhebber Jules Dony; Kapiteins, Fran- gois Deschamps on Leon Collignon Luitenanten Soumoy, Robert Lagrange, Leopold Bussy, Pierre Rigaux, Robert Smits, Victor Gilles, Richard Farming, Jules Gallant, da Bersacques, Leon Deeub- her, Jacques de Mesas, Paul Ilanciaux, René Vertongen, William Gordesso, Charles Cootnansen Sen ais Gruber. Onderluitenanten Charles Kervyn de Lettenhove, Henri Van Geel, Pierre Braun, Robert Gallar, Jean de Roest d'Alkemade, Albert Cissleire, Max Roland en Jacques Goethals. Adjudanten Egidius Robbaert, Armand Glibert, Arthur Gilson, Charles de Mon- tigny. De 1® Sergantmajoors: do Woot deTrixht, Lucien Mallet, de Maelcamp d'Opaftaele, Armand Vorhouatraoten, Carlos Verbessem, Didier Malhorbe. De 1° sergeanten Edward Herman, Ro bert Cis9let. De sergeanten Marcel Ciselet, Paul de Gossencourt, Paul de Mélotte do Lavaux, Victor Van Stappen, René Vlieckx, Gaston Boel en Gaston De Rayter. Hij verwachtte opdat van Lavergne een duivelschen haat te lezen, doch het bleef onbeweeglijk. Malceuvre groette, men groette hem terug en La vergno, die.de vergadering scheen voor te zitten gaf Maloeuvre een teeken plaats to nemen. Mijnheer, zeide Malceuvre tot Laverg ne, ik iieb van u eene uitnoodiging ontvan gen om in hel huis van dominé Korlen te iiomo;i en wel juist op dezen dag en op dit uur. Niets verplichtte mij om gevolg te geven aan dit verzoek, dat geheel onwettig, is. Zie in mijne bereidwilligheid het bewijs dat ik van mijn kant gereed ben u te hooien en mijnheer Merceillac die lid was van den familieraad... Pardon, zeide de advokaat, ik wijd mij nog altijd aau de weezen van Pont Joubert. lij weet, antwoordde Maloeuvre, dat ge voor hen alles hebt gedaan wat ge doen kondt. Ougolukkiglijk maken de dood van de eene en de krankzinnigheid van een an dere, hét mij onmogelijk mijne zeer goede bedoelingen jegens hen te toonen. Maar nu vraag ik den heer Lavergne eene verklaring van zijn brief. De inhoud daarvan was deae: Cyrillus Pont Joubert, opgcslotefi in het krankzinnigengesticht van doktor Gorbaud, zou op dit oogenblik te Genère zijn, zelfs in dit buis, geheel genezen van zijne krankzin nigheid en daar hij meerderjarig is, vraagt hij zijne fortuin op. Dat geeft go immers voor Ja antwoordde Lavergne. De Korporaals Taccoeu. Michaux, Mar cel, Evrard en Artan de St. Martin. De Soldaten Dupont en Van Dyck. Van den luchthaldienst vielen voor het Vadorland - Kapitein-bevelhebber Eckstein Onderlui tenant Jean De Mot en Soldaat RoLert De Proost. De spieën die dsn aanval legen het fort van Bonceüss leidde, geknipt. Op 29 December werd te Luik. een Duit- scher, zekeren Themer, wonende te Seraing, aangehouden, toen hij, voorzion van valsche papieren op naam van Hendrickx, naar Holland wilde vertrekken. Deze kerel was beticht, den vijand geleid te hebben bij don aanval op liet fort van Boncelles. Hot onderzoek heeft thans aan het licht gebracht, dat Themer een onderofficier en rersehillige soldaten, die eon vooruitgescho ven post bewaakten, zou gedood hebben, in den nacht van 5 Oogst 1914. Reders hijzonde^hnden. De brand is eindelijk dezen nacht uitge doofd; in den morgend kon men, zooniet do plaats der ramp, dan toch de omgeving bezoeken. De verwoesting, veroorzaakt door di ontploffingen, is onzeggelijk. Hel springec der buskruitfabriek van Wotteren, heeft vroeger nooit zulke schade bewerkt als deze ramp. Al de huizen, zonder éóne uitzondering der wijken Wetterslraat, Kruisen, Quatrecht en omgeving zijn om zoo te zeggen zonder dak, geen enkele woonst bleef gespaard. Binnen in de woningen ontwaart men slechts steengruis, ingestorte gewelven,' in gedrukte muren, verbrijzelde deuren en ramen, stukgeslagen meubels, glas en pan- nenscherven; hier en daar stukken van munitie, ja soms hcelebommen of shrapnels. Bouwvallige stallingen, kleine woningen, muren of gevels dreigen in te vallen, in een woord, 3 tot 40O huizen in don omtrek zijn totaal onbewoonbaar. Men heeft don indruk alsof eene hagelbui van ijzer on lood over de streek hoeft ge woed. De groote steenweg ligt bedekt met metaalflcherven of granaten, d'eeno ontploft, d'andero nog geladen, waarvan sommige moer dan 70 kilos wegen en meer dan eeu kilometer ver zijn geslingerd; de ganscho omtrek is als't ware dik bezaaid met stukken van shrapnels of bommen, mol ijzer, lood en Loperscherveu; overal zijr» duizende pulten in den grond gewoeld, waar bier en daar nog granaten ten deele uitsteken. Hot is alsof Kwatracht gedurende dagen beschoten ware door honderden kanonnen. Het zoo lief, nieuw kerkje van Kwatreclit, slcohls eenige jaren voor dei oorlog go- bouwd, heeft door de ramp schrikkelijk geleden. Hot dak is ontbloot van schaliën en op vele plaatsen doorslagen; hoeken en kanten ziju afgerukt, het gewelf binnen in de kerk is op vole plaatsen ingestort, geen enkel venstor bleef gespaard, het altaar van O. L. Vr. is totaal verwoest, liet boeld in naaiend stukken, h«t eikenhouten portaal in splinters vaneen gereten; overal steengruis, glasscherven, verwoesting. Wanneer men de uitgestrekte ramp over ziet en de hagelbui van ijzer en lood over weegt die in den omtrek gevallen is, dan begrijpt men niet, dat er niet moer meuschon levens le betreuren zijn. Slechts twee dooden Tegenover uwe beveetigiug, waarvan ik de heeren tot getuigen neem, stel ik. formeol twee onmogelijkheden. De eerste is dat Cyrillus Pont Joubert nooit is genezen en de tweede dat hij nog altijd in liet krawkzinnigengealich van dokter Gerbaud verblijft, en dat zijne aanvallen van razernij zoo hevig zijn, dat men het stortbad eu liet dwangbuis op hem heeft moeten to optelen. Kuut ge bewijzen dat Cyrillus nog het kraukziimigengeéitiokt van dokter Gerbaud bewoont 'i vroeg Lvvergne kalm. Hier is het bewijs van aannoming en een attest van den doktor. Merveillao narn de twee stukkeu, las ze en gaf ze aan een der drie onbekende man nen. Het is uitgemaakt, zeide de advokaat, dat in het krankzinnigengesticht of in liet huis van domine Kerlen een ledepop do plaats van Cyrillus inneemt. En ik beschuldig de heer Lavergne dat hij in de plaats van Cyrillus Pont Joubert, die thans te Parijs is, een onbekende wil schuiven om hem do rol van mijn pupil te doon spelen, ten einde zoodoende de foriuió van mijn vriend meester te worden. Overi gens, waar is die jonkman Waarom hem té verbergen Waarom zoolang praten over eene zaak, die dadelijk kan opgelost w orden. Gij bevestigt, ik ontken. Wees gerust, heeren, z :ide Merveillac, Cyrillus maakt een roeitochtje op bet meer, bij komt fpotdig tordg. (verrolgt.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1919 | | pagina 1