HET GEVECHT VAN REIGERSVLIET
MA de Vredesconferentie
De Amerikanen te tataren
Vijf-en-twlntig&te jaargang nummer SB
OoisQerd^g G tJia&ri IS(9
DAG
LAD
door Raoul De Navert
(21® VERVOLG.)
iIn den Ministerraad
5 CENTIEMEN
Rtwu v. a
Drulilier-UitgeverJ. Van Ndwel-De Gendt.
Bureelen Kerkstraat, 9 en 22, Aalst.
(6 MAART -19-18)
Het ifl nu juist een jaar geleden dat er I geweren in de twee loopgraven, die den I De cavalerie patroeljeerders maken zich
aan den IJzer, in de omgeving van Reigers- westelijken oever der beek volgden en op op het zelfde oogenblik van den 4®n post
vliet, een hardnekkig gevecht geleverd werd
dat voor de Dtritechers op eenen bloodigei
tegenslag etndfgcFe. Machtige detachementen
m Stoastruppen trokken ten aanval van
onze vooruitgeschovane linies. Tn den beginne
gelukten zij erin voot te krijgen-. Maar een
schitterende tegenaanval, hij klaren dage
uitgevoerd, maakte ons weer meester van
de pesten welke de Duitschers tijdelijk
hadden ingenomen. De aanvaller leed zware
v verliezen; bovendien liet hij talrijke govan
gen on en een aanzienlijken buit in ojize
handen.
In dezen sector stond onze bijzonderste
et oiling achter don dam van den spoorweg
Nieupoort Diksmude. Die der Duitechers
stond aan den IJzer. Tusschen deze twee
stpllingei) lag eene overstroomde of moeras
sige streek; in deze stonden hoofdwachten
en vooruitgeschovene posten, voor c^ewelke,
tijdens de lango maanden die op het onver
getelijk gevecht van den IJzer volgden, fel
gestreden werd.
Op den westelijken oever van Reigersvliet
fcadden wij eene hoofdwacht welke dezen
Da ara droeg.
Zij bestond uit zeven posten, welke van
't Zuiden naar 't Noorden, van de hoeve der
twee appelaars tot aan de hosve in
puin als eeu waaier uitgespreid waren.
Meer ten zuideo, tusachen do puinon van het
dorp, stond de hoofdwacht van Oud Stuyve-
kenakerke. Over de overstroomde streek
v/aren loopbruggen gelegd, die de hoofd
wachten met de bijzonderste stelling ver
bondon.
Recht voor ons, vier honderd meter van
onze vcoraitgescnovene linie," hadden da
Duitschers zich in het kasteel van Vicogne,
in Kloosterhoek, in de hoeve Vandenwoudc
en in eene r69ks andere versterkte posten
genesteld.
In Maart 1918, was de sector bezet door
do cavaleriedivisie van generaal De Blauwe;
met den grootsten moed deden de cavaleris
ten het zware werk gd'er infanteriesoldaten.
Eene kompagnie van bet 5® lansiers bezette
de hoofdwacht van Reigersvliet; de karabi
•uiers wielrijders stonden te OudStuyvekens-
%erke. De loopgrachten langs den spoorweg,
3n den sector van Reigersvliet, waren bezet
door eene korapagnie van het 4° lansiers, en
eerder, er achter, in da ondersteuningsiinie,
irtond een bataljon jagers te paard.
Da Dacht van 5 tot 6 Maart was zeer
rustig. De patroeljen die zooals gewoonlijk
uitgegaan waren, hadden niers bijzonders
bemerkt; ten hoogste hoorde men eenige
geruchten in de richting van Klooaterhoak.
Later is liet uitgekomen dat zij voortgebracht
v/erdon door het aanbrengen van materieel
voor den aanval. Tegen middernacht werd
de majoor van de loopgraaf door komman-
da nt Brennet, bevelhebber der hoofdwacht
van Reigersvliet, daarvan verwittigd-
Opeens, rond 5 uur 's morgends, begint
man onze loopgraven schrikkelijk te be
schieten. Granaten, bommen en mijnen
vallen gelijk bagel; het verdedigingsstelsel
wordt overhoop goworpeu, de manschappen
moeien in de dekkingen kruipen; telefoni
sche verbindingen ziju onderbroken. D>1
geweldig geschut duurde 8 minuten. Om 5
ure 8, nadat de pionuiers tot aau de ijzer
draadversperring gekropen waren eu deze
hadden doorgesneden, brak de aanval los.
Ditmaal was het geene handgreep, maar
wel een machtig» aanval. De vijand was
besloten de hoofdwacht in te nemen en ons
op den westelijken oever van de beek terug
te dringen. Onze posten ten westen dezer
verhinderden zijDe verbindingen en zijne
bezetting op don westelijken oever van den
IJzw. Hij wilde hier een einde aan stellen
en daarom deed hij, met Stosstruppen
van de 50®, 358® en 380® regimenten, welke
tot de 314® I. D. (eeue divisie keurtroepen
die op 27 Februari van Cambrai gekomen
was) behoorden, oenen geweldigen aanval.
De aanvalstroepau bestonden uit 9 officiers,
ongeveer 300 mau en 10 maohiengeweren.
Deze bijzonderste krijgsoperatie was on
dersteund door twee andere aanvallen; een
iu 't Noorden, moest zich van den post
Twee appelaars meester maken; de
andere, ten Zuiden, was tegen de hoofdwacht
van Oud Stuyve kenakerku gericht; deze
laatste werd slechts uitgevoerd om ons te
verschalken; wij zullen het' dan ook maar
aanstonds zeggen hij werd door ons vuur
onmiddellijk verijdeld.
Te Reigersvliet daarentegen was het
bombardement zoo geweldig dat ae verdedi
gers, uiettegonstaande hunnen heldhaftigen
weerstand, door do levendige aanvallen
overwonnen werden. De vijand had weldra
onze eerste linie ingenomen, richtte toen
zijne troepan naar het westen, waar hij
eenige kleine loopgraven bezette, die het
bruggenhoofd vormden aan den overkant
der beek.
Kommandant Brenuet stond met eenige
manschappen en eene afdeeling machien-
de i Passerelle du Serpent uitliepen; deze
loopbrug was de eenige verbinding met het
achterfront. Eenige verdedigers die uit de
posten, welke door den vijand genomen
waren, hadden kunnen vluchten, kwamen
zich ondor zijn bevel stellen. Brenuet geeft
aan zijne moedige manschappen het bevel,
kost wat kost de plaats te behouden. Zoodra
zij eenige Duitschers zien, openen zij oen
helsoh vuur, dat den aanvaller onmiddellijk
op de vlucht drijft.
Ondertusschen bleef ónze artillerie niet
werkeloos. Nauwelijks drie minuten nadat
hot Duitsch bombardement, dat den aanval
voorbereidde, begonnen was, deed majoor
Verhavert, bevelhebber van eene groep
bereden batterijen, een hevig versperrings
vuur richten op do strook grond voor onze
bedreigde hoofwachten. Eene batterij hou
witsers van 105 der 2®'divisie kwam'ook
weldra iu werking.
De toestand van Komraandant Brennet eö
zijne manschappen was niet minder kritisch.
De vijand had niet alleen de post benoorden
«Twee appelaars» bezet, maar ook in het
zuiden was hq tot aan de - hoeve des trois
Pignons vooruit gerukt en bedreigde do
verdediger» zijdelings aan. te vallen.
Om 6 uur gelukkiglijk, toeQ Brennet
slechts over 15 mannen beschikte, kreeg hij
eeue kostbare hulp. Het was de groep der
cavaleristen patroeljeerders die hq het
gerucht van het gevocht, onder bevel van
Luitenant Van den Heuvel, ter hulp snelde.
Door zijnen prachtigen strijdlost gedreven
besloot Brennet onmiddelijk zelf eenen
aanval te wagen ten einde de kleine loop
graven van het bruggenhoofd, waarvan het
bezit noodzakelijk was om eenen tegen
aanval uit te voeren, terug te winnen.
Onder dokking van machïengeweervuur
rukken de patroeljeerders ten aanval, ver
overen de loopgraven, nemen 19 gevangen
an een machiengeweer. Op dit oogenblik
krijgen zij nieuwe versterking eenige
patroéljeerders van wielrijdersbataljons,
onder bevel der luitenanten Masui en Bras-
seur. Het moedig troepje bezet de veroverde
loopgraven, richt er zich in, en niettegen
staande het levendig vuur waarmede het
vaD alle zijden bestookt wordt, behoudt het
deze.
De. vijand sohijnt nochtans eenen nieuwen
aanval te willen voorbereiden. Terwijl zijne
artillerie beproeft aan onze hulptroepen den
doortocht te belemmeren, komt esn gansche
zworm vliegtuigen onze werkende batterijen
onze loopgraven aan den spoorweg bom
bardeeren. Maar het is verloren werk, want
nu dat de toestand verbeterd is, richten de
batterijen van majoor Verbavert (een man
die zijn vak kent) en der 5de en 6do divisies-
welke den sector bezetten, een verschrikke
lijk doeltreffend vernielingsvuur op de door
den vijand ingenomen» posten. Generaal
De Blauwe heeft daarenboven de cavalerie
divisie doen verwittigen en de maatregelen
geuoraon om eenen tegenaanval uitlevoereo.
ozien het gevaar dat de troepen liepen,
door bij vollen dag over de loopbrug Da
Serpent te trekken, had meu eerst gedaoht
den tegenaanval tot den avond uit te stellen.
Maar wachten was den vijand tijd geven ora
zich ia te richten, om hulp te krijgen en flus
de moeilijkheid der krijgsoperatie te ver
grooten. Ook nam generaal De Blauwe het
kaachtig besluit onmiddelijk in werking te
treden.
De artillerie, die de Duitsche en de door
de Belgen verloren posten reeds onder vuur
genomen had, zou op het oogenblik van den
aanval verder schieteu ou daardoor de
Moffen afzonderen. Den majoor Jon93 werd
bovolen mot zijn cavaleriebataljon dat twee
kompagnies sterk was, eene van bet 1ste,
eene-audore van het 2de Jagers te paatd,
aan te vallen.
Terwijl eene patroelje de troepen van
komraandant Brennet ging versterken, trok
het bataljon, om 11 uur, in kleine groepjes
naar de loopgraven aan den spoorweg, bij
don uitgang der loopbrug du Serpent
oen trok de 2° konipagnie (komraandant
Landrain) in kleine grospen over de brug;
zonder gehinderd te worden kwam zq erover
en kort na den middag was zij weer gansch
erzameld in de loopgraven van Reigersvliet.
Majoor Jones was ook daar; hij deed de i®
korapagnie (kommandant Ouyerleaux), de
zelfde beweging uitvoeren. Vóór 13 uur had
hij do noodige bevelen gegeven tot den
aanval dor drie posten, ten zuiden van do
hoofdwacht; deze zullen door de jagers en
patroeljeerders wielrijders genomen worden,
Iedereen is vaardig; het moreel is uitstekend.
Daar onzej batterijen geweldig, met eene
8ch rik wek koude juistheid op den vijand
kloppen, is men zeker van de overwinning.
Langs den anderen kant is de besluiteloos
heid zichtbaar. Majoor Jones geeft eenen
laatsten raad. Om 13 uur 15 geeft hij het
sein om de kaoonnen verder te doen sohie
ten. Op hetzelfde oogenblik springen jagers
en wiolrqders nu met zulk eenen strijdlust
vooruit, dat bijna onmiddellijk de drie posten
met huu garoïzoou ingenomen worden.
moester, t— Nu, om nadr het Noorden te
trekken, moet men zich w*n de drie overige
posten meester maken. Door middel van
handgranaten, *aan het hoofd van eenige
helden, neemt luitenant Thimus den ,56ni
post in. Maar voor den 6®n wordt hij door
het helsch werk van een machiengeweer
tegen gehouden, dit.moet eerst tot zwijgen
gebracht worden. On een sein nemen de bat
terijen van Verhavert don post onder vuur,
weinige oogenblikken daarop word hij door
onze troepen bezat.
Do zevende post - van de twee appe
laars biedt ook eenen hardnekkigeu weer
stand. Zijn garnizoen, bestaat uit eenep
officier, al do Duitschers die aan ouze troepen
ontsnapt zijn staan onder zijn bevel. Om den
weerstand van dezeu post te breken moet
men het artillerievuur er op samentrekken
Om 17 ure 50 is het afgeloopen. Gansch het
garnizoen werd gedood of gevangen geno
men geen enkel mof kon het kasteel van
Vicogne bereiken.
Aldus, viel, na een gevecht dat dertien
ure daurde, de Duitsche aanval uit op eenen
Moedigen tegenslag. Van 9 officieren en 300
man die met het uitdrukkelijk bevel de
hoofdwacht te veroveren touaanval trokken,
werden 5 officieren gevangen genomen, 1
werd gedood, 102 gevangenen en 25 ge
kwetsten bleven in onze handen, 31 lijken
lagen op het veroverd terrein. Van de 10
machiengeweren die in werking werdan
gesteld, werden er 9 in onze linies terugge
bracht als ook een aanzienlijke buit, name
lijk geweren, patronen 'en granaten. De
aanvaltroepen werden, zooals men ziet,
gansch vernield.
De gevonden dokuraenten en de verkla
ringen der gevangenen hebben het belang
van den tegenslag bevestigd. Want, om het
suocea dezer kxijgsverrichting te verzekeren,
had de bevelhebber der 214" divisie dezen
aanval niet alleen 2an bijzondere, daartoe
voorbereide troepen toevertrouwd, maar
verscheidene dagen op voorhand hadden zij
dezen aanval herhaald, te Zande, op een
terrein waar onze Stellingen zoo juist moge
lijk nagemaakt waren. Aau deze troepen
had men bijzondere uitdeelingen gedaan van
Dolikatessen ten einde hen meer moed
te gaveo.
De heldenmoed onzer soldaten, hunne
koelbloedigheid, huu strijdlust zoowel als do
bekwaamheid en de vastberadenheid hunner
aanvoerders veranderden Je vijandelijke po
ging in eene werkelijke ramp. Cavaleristen,
karabiniers-wielrijders en artilleristen wedij
verden ia moed en strijdlust. Do Koning
wilde persoonlijk, aan de holden van den
jiagrzijn^voldoening uitdrukken. In de
tegenwoordigheid der Koniagin gaf hij,
eenige waken later, een nieuw vaandel aan
hot 1" Jagers te paard en hij zelf schonk
eareteekens aan de officieren en soldaten die
zich j)qzonder onderscheiden hadden.
Eindelijk, om den moed, welke de eenhe
den in liet gerecht ran 6®°Madrt ten toon
gespreid hadden te vereeuwigen, werden
het 1® en het 2® regiment der Jagers te
paard, de artilleriegroep der cavallerie af
deeling, het 1® en het 2® bataljon Karabi-
niers wielrijders, de III® groep van het 2®
regiment artillerie, de 3® batterij van de III®
=groep van het 8® regiment artillerie, ge
machtigd op hunne vaandels, richtvlaggen
op de schilden hunner kanonnen den
naam REIGERSVLIET te schrijven dien zij
beroemd hadden gemaakt.
En in den winter sloot de sneeuw hem in
do werkplaats op. Maar als het ijs onder de
voeten kraakte, en de winterhemel zoo don-
kor en zoo rijk met sterren was bezaaid, dan
kon niets hom langer terughouden hij ver
lustigde zieb in het beschouwen der gepoe
derde boomen en heesters en gleed over den
vijver met de gezwindheid van een Frieschen
haataenrijder hij kwam dan wel niet met
een gloeiend voorhoofd te huis, maar had
zich toch verfrischt en voelde izich dan ge
lukkig.
La Flamme verwarmde hem dan met zijn
lauwen adem, en des 's morgens hanteerden
zijne vingers hamor en vijl even rap als altijd.
Claudia alleen giste deze nachtelijke uit
stapjes. Zij vond somtijds een ruiker van
goudkleurigen brem in haar venster of een
krans van rozeroods paardebloemenEen
blik, de strooi van een liedje was dan de
belooning van Patira. Deze twee door den
zelfden beul onderdrukte wezens ontsnapten
aan den haat. dank aan deze wederkeerige
wisseling van de teedere gevoelens, die men
medelijden en erkentelijkheid noemt.
Patira was dus een knap werkman ge
worden, en op het oogenblik dat graaf Flo-
rent, Jean 1'Enclume gelastte een sleutel te
maken, die het lang ongebruikte slot zou
openen, was de smid eerlijk genoeg om te
erkennen, dat noch hij,noch óón van zijne
België en de Vrodesconferenoie.
I Maandag avond werd ten Paleize, onder
voorzitterschap van den Koning, een minis
terraad gehouden, ter gelegenheid van den
terugkeer vanMM. Hymans eu Vandervelde.
M. Hymans gaf omstandïgen uitleg over
de werking van de Vredescenferencie. Hij
legde breedvoerig uiteen boe de verschillige
kommissiën werken en over de deelneming
der Belgische afgevaardigden aan deze
werkzaamheden.
In de Kommissie der oorlogsvergoedingen
zetelt een onzer gevolmachligdes, M. Van
den Heuvel, bijgestaan door M. Despret.
advokaat bij het Verbrekingshof.
De Belgische afgeveerdigden leggen er
zich op toe schikkingen te bekomen, die aan
Belgie onmiddelijke flnanoieele tegemoet
komingen bezorgen, met hot doel de herne
ming van 't ekonomische leven te verzekeren
Herhaaldelijk zijn de technische, nijverheids
en financieels afgeveerdigden naar Parijs
met onze gevolmachtigden komen onder
handelen en hunne dokumenlatie komen
volledigen. Op dit oogenblik bevinden zich
ook de Belgisohe laodbouwafgeveerdigden
te Parijs.
M. Vandervelde, minister van juaticie,
zetelt met M. Mahain, leoraar bij de Hooge
school van Luik, in de kommissie .der
Arbeidswetgeving, waar een ontwerp van
konventie gereed gemaakt wordt, dat het
inrichten eener jaarlijksche Internationale
Kor.f'.-recoie tot doel heeft.
M. Segers, staatsminister, vertegenwoor
digt ons land bij de Kommissie der Havens,
Slroomen en IJzeren wegen. Hij is bijgestaan
door M. De Visschero, leeraar bij de
Hoogeschool van Gent.
Eene kommissie onderzoekt de rerant-
woQrdelijkheidbedon van den ;oorlog en de
misdaden die door de Duitschers begaan zijn,
M. Bolin Jacquemyns, die esn onzer
vertegenwoordigers bij <ie Vredoskonferencie
nan Den Haag was, zetelt in laatstgenoemde
kommissie, waarvan de bosiuiton weldra
zullen gekend zijn..
M. Iiymana maakt ook deel uit van bet
Komiteit van den Volkerenbond dat, onder
het voorzitterschap van M. Wilson, het
ontwerp van verdrag opgesteld heeft, waar
van lezing gegeven werd op de laatste alge
meane vergadering van de Konferancie.
De minister van buitenlandache zaken
heeft den Raad do groote lijuea van het
ontwerp van Volkerenbond uitgelegd en er
den geest van laten kennen.
Hij heeft vervolgens verjlag gegeven der
zitting van den Raad der Groote Mogend
heden, wdar de belgische afvesrdiging hare
vragen ontwikkelde, strekkend tot de
herziening der traktaten van 1839 en tot de
opening eener onderhandeling ten einde dit
doel te bereiken, onderhandeling waaraan
de Verbondene Mogendheden, alsook Belgie
en Nederland, ondertoekenaars van deze
traktaten, zonden deel nemen. De schending
der traklaten van 1339 is de oorzaak
van den oorlog geweest tusachen Belgie en
Duitschland. De gebeurtenissen hebben de
grondvesten dezer traktaten geschokt. Het
is noodzakelijk dat de statuten van Belgie
in overeenstemming gebracht wordeu met
de nieuwe europeesche regeling, on ook dat
de voorwaarden vastgesteld worden waarop
de ekooomisc e toekomst en de veiligheid
van Belgie berusten.
De vraag van Belgie werd onderworpen
aan het onderzoek eener kommissie, samen
gosteld uit negen afgeveerdigden der Groote
Mogendheden, waarvan het verslag aan den
hoogeren ra«fti binnen kort verwacht wordt.
De minister van buitenlandsche zaken
heeft ten slotte den Ministerraad zijns in
drukken meegedeeld over den vooruitgang
der beraadslagingen van de Vredeskouie-
rancie men is het eens over de bespoedi
ging van de werkzaamheden. Wat de belgi
sche Belangen betreft, die genieten eeri
gunstig onthaal.
Deze mededeeliog werd aan al de-dagbladen
gedaan. Zooals men ziet is er niets veel uit
op te maken en worden er om zoo te zoggen
geen nitleggingeng8gevemoverdeHolIandsch
Belgisohe kwestie.
Reeds vreesden ©enige belanghebbenden
dat de Amerikanen Rotterdam zouden geko
zen hebben als hunne vlooibasis.
Zulks is echter ongegrond en ziehier wat
M. Delacroix, onze eerste minister, er fever
verklaarde De schepen der Commission for
Relief zullen voortaan te Antwerpen aanko
men om er de levensmiddelen te lossen, ni3t
alleen voor België, dooh. ook voor de Ame-
rikaansche troopen aan den Rhyn- Van in
Antwerpeü zullen die waren op Belgische
binnenschepen naar Keulna en Menz worden
gebracht. Anderzijds zullen dagelijks van de
Rhynstreek vier treinen naar Antwerpen
vertrekken, telkens 2000 gedemobiliseerde
Amerikaansohe soldaten aanbrengende, die
te Antwerpen zullen inschepen Daar hun
vaderland.
Daar deze schepen natuurlijk niet immer
gereed zullen liggen om de soldaten op le
nemen, zullen te Antwerpen, aan de dokken
barakken opgetrokken worden, alwaar plaats
zal zijn voor 12,000 soldaten, welke door
het Nationaal Komitsit zullen bevóorraad
worden.
Dit alles zal natuurlijk veel bijdragen tót
den heropbloei der haven var. Antwerpen.
IN DB QLA SNIJ VER li BID
De glasblazerij van Marism-int dooft hare
vuren uit.
Een erg gesohil is ontstaan in de glasbla
zerijen van Mariemont, te Haine St. Pierre.
De werklieden hadden er het werk aan
vaard, met eene verhooging van 90 °/0l op
de loonen betaald in Juli 1914. Daardoor
werden de miuimumloonen gebracht tot 800
fr. voor do blazers en voor de andere werk
lieden zoo wat in evenredigheid. Door dozen
tarief konden de baste blazers een maand
loon van 2000 fr. bereiken.
De kontrakten worden geteekend on de
ovens werden aangemaakt, dooh nu hebben
de werklieden nieuwe eischen gesteld, welke
de patroons niet aannamen en deze brachten
de zaak voor den Goede Mannenraad van
La Louvière.
Iatpsschen werden de ovens terug uitge
doofd en de voreoniging der meest-T3 glas
blazers is vast besloten, de vuren niet meer
aan te leggen zoolang er geene juiafe positie
genomen wordt.
Reeds is de minister van ekonomische za
ken op de hoogte gebracht van dozen ergon
toestand, welke geheel de Belgische glasnij
verheid in gevaar brengt.
Te Londen wordt er inderdaad reeds glas
verkocht aan de helft beterkoop dan in
B*lgié.
De opperste oorlogsraad bespreekt het
verslag van maarschalk Foch over de
ontwapening van den vijand.
Officiëele mededseling De opperste oor
logsraad vergaderde Maandag om_3 ure,
onder voorzitterschap van M. Clemenceau.
De bespreking van het venial van maar^-
beide knechts voor die opdracht berekend
waren.
De smid stond den knaap een nachtrust
van ettelijke uren toe tegen het krieken
van den dag wekte hij hem.
Er is een werk dat presseert, zeido hij,
on waar Trécor en Kadoc niet mede noodig
hebben.
Goed, antwoordde Patira.
Jeau TEnolumo bracht 't wassen afdruksel
voor den dag.
Zoudt ge dit kunnen namaken
De knaap beschouwde oplettend 't model,
plaatste de was op tafel en antwoordde be
daard
Ik zal er mijn best op doen.
Onmiddelijk zette bij zich aan 't werk.
De taak was moeilijk de klaverknoppen
van den sleutel waren zeer ingewikkeld.
Het klud verloor evenwel den moed niet.
Hij hanteerde de vijl met de uiterste omzich
tigheid, sleep, paste, boorde en mat want,
zonder dat Jean FEnclume het hem gezegd
had, begreep hg dat de straf verschrikkelijk
zou zijn, wanneer hij niet slaagde.
Toen de twee 'gezellen versohenen, zeide
Jean tot Patira
Ga naar 't tuintje, als ge wiltde klei
nen zijn er ook.
't Was de eerste maal sinds hij het huis
van een srr.id bewoonde, dat deze hem ver
oorloofde met de kinderen te spelen.
Mot drie sprongen was Patira bij hen. Hij
buitelde door het gras, liet zich tot hun paard
gebruiken, vlocht bloemen, en floot zoo
lustig als een vink. Tot Claudia, die ver
wonderd was hem bij de kinderen aan te
treffen, zoide hij
De baas heeft me verlof gegeven.
Aan u, Patira
Ja, ja, ik had den halve» naolit voor
hem moeten werken,
Jean ?Eoclume 31st h©» #en geheeïen
voormiddag ongemoeid en Patira was voor
den 'eersten keer van zijn leven vrij, volgde
Claudia naar binnen, hield eene inspectie
door het geheele vertrek on verwonderde
zich over do kleinste dingen.
Op den schoorsteen stond een oud beeldje
der Moeder Gods. Deze lieftallige figuur had
reeds vroeger Patira aangetrokken, toen hij
nog langs 's Heeren wegen doolde, 't Was
voor hem het beeld der goedheid, veroeni: 4
met dat der bevalligheid, en indien hij do
H. Maagd niet met storren kroonde, niet de
wassende maan onder hare voeten plaatsto,
dan was het omdat niemand hem geleerd
had dat deze dochter der mensohon dooi*
)lhanden in de hoogste hemelen was
opgevoerd en het sluimerende kind op harai
schoot de meester der wereld heette.
Maar hoe onwetend hij ook mocht zijn,
toch ondervond Patira in de tegenwoordig
heid van dit beeld een indruk van zoetheid
en genade meer dan eens dacht liet hem
dat hij de bescherming dezer liefderijk glim
lachende vrouwe ondervond. Geen wonder
dat hij vol belangstelling en nieuwsgierig
heid aan Glaudia vraagde
Wie itelt dit beeld voor f