HET GEVECHT VAN REIGERSVLIET MA de Vredesconferentie De Amerikanen te tataren Vijf-en-twlntig&te jaargang nummer SB OoisQerd^g G tJia&ri IS(9 DAG LAD door Raoul De Navert (21® VERVOLG.) iIn den Ministerraad 5 CENTIEMEN Rtwu v. a Drulilier-UitgeverJ. Van Ndwel-De Gendt. Bureelen Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. (6 MAART -19-18) Het ifl nu juist een jaar geleden dat er I geweren in de twee loopgraven, die den I De cavalerie patroeljeerders maken zich aan den IJzer, in de omgeving van Reigers- westelijken oever der beek volgden en op op het zelfde oogenblik van den 4®n post vliet, een hardnekkig gevecht geleverd werd dat voor de Dtritechers op eenen bloodigei tegenslag etndfgcFe. Machtige detachementen m Stoastruppen trokken ten aanval van onze vooruitgeschovane linies. Tn den beginne gelukten zij erin voot te krijgen-. Maar een schitterende tegenaanval, hij klaren dage uitgevoerd, maakte ons weer meester van de pesten welke de Duitschers tijdelijk hadden ingenomen. De aanvaller leed zware v verliezen; bovendien liet hij talrijke govan gen on en een aanzienlijken buit in ojize handen. In dezen sector stond onze bijzonderste et oiling achter don dam van den spoorweg Nieupoort Diksmude. Die der Duitechers stond aan den IJzer. Tusschen deze twee stpllingei) lag eene overstroomde of moeras sige streek; in deze stonden hoofdwachten en vooruitgeschovene posten, voor c^ewelke, tijdens de lango maanden die op het onver getelijk gevecht van den IJzer volgden, fel gestreden werd. Op den westelijken oever van Reigersvliet fcadden wij eene hoofdwacht welke dezen Da ara droeg. Zij bestond uit zeven posten, welke van 't Zuiden naar 't Noorden, van de hoeve der twee appelaars tot aan de hosve in puin als eeu waaier uitgespreid waren. Meer ten zuideo, tusachen do puinon van het dorp, stond de hoofdwacht van Oud Stuyve- kenakerke. Over de overstroomde streek v/aren loopbruggen gelegd, die de hoofd wachten met de bijzonderste stelling ver bondon. Recht voor ons, vier honderd meter van onze vcoraitgescnovene linie," hadden da Duitschers zich in het kasteel van Vicogne, in Kloosterhoek, in de hoeve Vandenwoudc en in eene r69ks andere versterkte posten genesteld. In Maart 1918, was de sector bezet door do cavaleriedivisie van generaal De Blauwe; met den grootsten moed deden de cavaleris ten het zware werk gd'er infanteriesoldaten. Eene kompagnie van bet 5® lansiers bezette de hoofdwacht van Reigersvliet; de karabi •uiers wielrijders stonden te OudStuyvekens- %erke. De loopgrachten langs den spoorweg, 3n den sector van Reigersvliet, waren bezet door eene korapagnie van het 4° lansiers, en eerder, er achter, in da ondersteuningsiinie, irtond een bataljon jagers te paard. Da Dacht van 5 tot 6 Maart was zeer rustig. De patroeljen die zooals gewoonlijk uitgegaan waren, hadden niers bijzonders bemerkt; ten hoogste hoorde men eenige geruchten in de richting van Klooaterhoak. Later is liet uitgekomen dat zij voortgebracht v/erdon door het aanbrengen van materieel voor den aanval. Tegen middernacht werd de majoor van de loopgraaf door komman- da nt Brennet, bevelhebber der hoofdwacht van Reigersvliet, daarvan verwittigd- Opeens, rond 5 uur 's morgends, begint man onze loopgraven schrikkelijk te be schieten. Granaten, bommen en mijnen vallen gelijk bagel; het verdedigingsstelsel wordt overhoop goworpeu, de manschappen moeien in de dekkingen kruipen; telefoni sche verbindingen ziju onderbroken. D>1 geweldig geschut duurde 8 minuten. Om 5 ure 8, nadat de pionuiers tot aau de ijzer draadversperring gekropen waren eu deze hadden doorgesneden, brak de aanval los. Ditmaal was het geene handgreep, maar wel een machtig» aanval. De vijand was besloten de hoofdwacht in te nemen en ons op den westelijken oever van de beek terug te dringen. Onze posten ten westen dezer verhinderden zijDe verbindingen en zijne bezetting op don westelijken oever van den IJzw. Hij wilde hier een einde aan stellen en daarom deed hij, met Stosstruppen van de 50®, 358® en 380® regimenten, welke tot de 314® I. D. (eeue divisie keurtroepen die op 27 Februari van Cambrai gekomen was) behoorden, oenen geweldigen aanval. De aanvalstroepau bestonden uit 9 officiers, ongeveer 300 mau en 10 maohiengeweren. Deze bijzonderste krijgsoperatie was on dersteund door twee andere aanvallen; een iu 't Noorden, moest zich van den post Twee appelaars meester maken; de andere, ten Zuiden, was tegen de hoofdwacht van Oud Stuyve kenakerku gericht; deze laatste werd slechts uitgevoerd om ons te verschalken; wij zullen het' dan ook maar aanstonds zeggen hij werd door ons vuur onmiddellijk verijdeld. Te Reigersvliet daarentegen was het bombardement zoo geweldig dat ae verdedi gers, uiettegonstaande hunnen heldhaftigen weerstand, door do levendige aanvallen overwonnen werden. De vijand had weldra onze eerste linie ingenomen, richtte toen zijne troepan naar het westen, waar hij eenige kleine loopgraven bezette, die het bruggenhoofd vormden aan den overkant der beek. Kommandant Brenuet stond met eenige manschappen en eene afdeeling machien- de i Passerelle du Serpent uitliepen; deze loopbrug was de eenige verbinding met het achterfront. Eenige verdedigers die uit de posten, welke door den vijand genomen waren, hadden kunnen vluchten, kwamen zich ondor zijn bevel stellen. Brenuet geeft aan zijne moedige manschappen het bevel, kost wat kost de plaats te behouden. Zoodra zij eenige Duitschers zien, openen zij oen helsoh vuur, dat den aanvaller onmiddellijk op de vlucht drijft. Ondertusschen bleef ónze artillerie niet werkeloos. Nauwelijks drie minuten nadat hot Duitsch bombardement, dat den aanval voorbereidde, begonnen was, deed majoor Verhavert, bevelhebber van eene groep bereden batterijen, een hevig versperrings vuur richten op do strook grond voor onze bedreigde hoofwachten. Eene batterij hou witsers van 105 der 2®'divisie kwam'ook weldra iu werking. De toestand van Komraandant Brennet eö zijne manschappen was niet minder kritisch. De vijand had niet alleen de post benoorden «Twee appelaars» bezet, maar ook in het zuiden was hq tot aan de - hoeve des trois Pignons vooruit gerukt en bedreigde do verdediger» zijdelings aan. te vallen. Om 6 uur gelukkiglijk, toeQ Brennet slechts over 15 mannen beschikte, kreeg hij eeue kostbare hulp. Het was de groep der cavaleristen patroeljeerders die hq het gerucht van het gevocht, onder bevel van Luitenant Van den Heuvel, ter hulp snelde. Door zijnen prachtigen strijdlost gedreven besloot Brennet onmiddelijk zelf eenen aanval te wagen ten einde de kleine loop graven van het bruggenhoofd, waarvan het bezit noodzakelijk was om eenen tegen aanval uit te voeren, terug te winnen. Onder dokking van machïengeweervuur rukken de patroeljeerders ten aanval, ver overen de loopgraven, nemen 19 gevangen an een machiengeweer. Op dit oogenblik krijgen zij nieuwe versterking eenige patroéljeerders van wielrijdersbataljons, onder bevel der luitenanten Masui en Bras- seur. Het moedig troepje bezet de veroverde loopgraven, richt er zich in, en niettegen staande het levendig vuur waarmede het vaD alle zijden bestookt wordt, behoudt het deze. De. vijand sohijnt nochtans eenen nieuwen aanval te willen voorbereiden. Terwijl zijne artillerie beproeft aan onze hulptroepen den doortocht te belemmeren, komt esn gansche zworm vliegtuigen onze werkende batterijen onze loopgraven aan den spoorweg bom bardeeren. Maar het is verloren werk, want nu dat de toestand verbeterd is, richten de batterijen van majoor Verbavert (een man die zijn vak kent) en der 5de en 6do divisies- welke den sector bezetten, een verschrikke lijk doeltreffend vernielingsvuur op de door den vijand ingenomen» posten. Generaal De Blauwe heeft daarenboven de cavalerie divisie doen verwittigen en de maatregelen geuoraon om eenen tegenaanval uitlevoereo. ozien het gevaar dat de troepen liepen, door bij vollen dag over de loopbrug Da Serpent te trekken, had meu eerst gedaoht den tegenaanval tot den avond uit te stellen. Maar wachten was den vijand tijd geven ora zich ia te richten, om hulp te krijgen en flus de moeilijkheid der krijgsoperatie te ver grooten. Ook nam generaal De Blauwe het kaachtig besluit onmiddelijk in werking te treden. De artillerie, die de Duitsche en de door de Belgen verloren posten reeds onder vuur genomen had, zou op het oogenblik van den aanval verder schieteu ou daardoor de Moffen afzonderen. Den majoor Jon93 werd bovolen mot zijn cavaleriebataljon dat twee kompagnies sterk was, eene van bet 1ste, eene-audore van het 2de Jagers te paatd, aan te vallen. Terwijl eene patroelje de troepen van komraandant Brennet ging versterken, trok het bataljon, om 11 uur, in kleine groepjes naar de loopgraven aan den spoorweg, bij don uitgang der loopbrug du Serpent oen trok de 2° konipagnie (komraandant Landrain) in kleine grospen over de brug; zonder gehinderd te worden kwam zq erover en kort na den middag was zij weer gansch erzameld in de loopgraven van Reigersvliet. Majoor Jones was ook daar; hij deed de i® korapagnie (kommandant Ouyerleaux), de zelfde beweging uitvoeren. Vóór 13 uur had hij do noodige bevelen gegeven tot den aanval dor drie posten, ten zuiden van do hoofdwacht; deze zullen door de jagers en patroeljeerders wielrijders genomen worden, Iedereen is vaardig; het moreel is uitstekend. Daar onzej batterijen geweldig, met eene 8ch rik wek koude juistheid op den vijand kloppen, is men zeker van de overwinning. Langs den anderen kant is de besluiteloos heid zichtbaar. Majoor Jones geeft eenen laatsten raad. Om 13 uur 15 geeft hij het sein om de kaoonnen verder te doen sohie ten. Op hetzelfde oogenblik springen jagers en wiolrqders nu met zulk eenen strijdlust vooruit, dat bijna onmiddellijk de drie posten met huu garoïzoou ingenomen worden. moester, t— Nu, om nadr het Noorden te trekken, moet men zich w*n de drie overige posten meester maken. Door middel van handgranaten, *aan het hoofd van eenige helden, neemt luitenant Thimus den ,56ni post in. Maar voor den 6®n wordt hij door het helsch werk van een machiengeweer tegen gehouden, dit.moet eerst tot zwijgen gebracht worden. On een sein nemen de bat terijen van Verhavert don post onder vuur, weinige oogenblikken daarop word hij door onze troepen bezat. Do zevende post - van de twee appe laars biedt ook eenen hardnekkigeu weer stand. Zijn garnizoen, bestaat uit eenep officier, al do Duitschers die aan ouze troepen ontsnapt zijn staan onder zijn bevel. Om den weerstand van dezeu post te breken moet men het artillerievuur er op samentrekken Om 17 ure 50 is het afgeloopen. Gansch het garnizoen werd gedood of gevangen geno men geen enkel mof kon het kasteel van Vicogne bereiken. Aldus, viel, na een gevecht dat dertien ure daurde, de Duitsche aanval uit op eenen Moedigen tegenslag. Van 9 officieren en 300 man die met het uitdrukkelijk bevel de hoofdwacht te veroveren touaanval trokken, werden 5 officieren gevangen genomen, 1 werd gedood, 102 gevangenen en 25 ge kwetsten bleven in onze handen, 31 lijken lagen op het veroverd terrein. Van de 10 machiengeweren die in werking werdan gesteld, werden er 9 in onze linies terugge bracht als ook een aanzienlijke buit, name lijk geweren, patronen 'en granaten. De aanvaltroepen werden, zooals men ziet, gansch vernield. De gevonden dokuraenten en de verkla ringen der gevangenen hebben het belang van den tegenslag bevestigd. Want, om het suocea dezer kxijgsverrichting te verzekeren, had de bevelhebber der 214" divisie dezen aanval niet alleen 2an bijzondere, daartoe voorbereide troepen toevertrouwd, maar verscheidene dagen op voorhand hadden zij dezen aanval herhaald, te Zande, op een terrein waar onze Stellingen zoo juist moge lijk nagemaakt waren. Aau deze troepen had men bijzondere uitdeelingen gedaan van Dolikatessen ten einde hen meer moed te gaveo. De heldenmoed onzer soldaten, hunne koelbloedigheid, huu strijdlust zoowel als do bekwaamheid en de vastberadenheid hunner aanvoerders veranderden Je vijandelijke po ging in eene werkelijke ramp. Cavaleristen, karabiniers-wielrijders en artilleristen wedij verden ia moed en strijdlust. Do Koning wilde persoonlijk, aan de holden van den jiagrzijn^voldoening uitdrukken. In de tegenwoordigheid der Koniagin gaf hij, eenige waken later, een nieuw vaandel aan hot 1" Jagers te paard en hij zelf schonk eareteekens aan de officieren en soldaten die zich j)qzonder onderscheiden hadden. Eindelijk, om den moed, welke de eenhe den in liet gerecht ran 6®°Madrt ten toon gespreid hadden te vereeuwigen, werden het 1® en het 2® regiment der Jagers te paard, de artilleriegroep der cavallerie af deeling, het 1® en het 2® bataljon Karabi- niers wielrijders, de III® groep van het 2® regiment artillerie, de 3® batterij van de III® =groep van het 8® regiment artillerie, ge machtigd op hunne vaandels, richtvlaggen op de schilden hunner kanonnen den naam REIGERSVLIET te schrijven dien zij beroemd hadden gemaakt. En in den winter sloot de sneeuw hem in do werkplaats op. Maar als het ijs onder de voeten kraakte, en de winterhemel zoo don- kor en zoo rijk met sterren was bezaaid, dan kon niets hom langer terughouden hij ver lustigde zieb in het beschouwen der gepoe derde boomen en heesters en gleed over den vijver met de gezwindheid van een Frieschen haataenrijder hij kwam dan wel niet met een gloeiend voorhoofd te huis, maar had zich toch verfrischt en voelde izich dan ge lukkig. La Flamme verwarmde hem dan met zijn lauwen adem, en des 's morgens hanteerden zijne vingers hamor en vijl even rap als altijd. Claudia alleen giste deze nachtelijke uit stapjes. Zij vond somtijds een ruiker van goudkleurigen brem in haar venster of een krans van rozeroods paardebloemenEen blik, de strooi van een liedje was dan de belooning van Patira. Deze twee door den zelfden beul onderdrukte wezens ontsnapten aan den haat. dank aan deze wederkeerige wisseling van de teedere gevoelens, die men medelijden en erkentelijkheid noemt. Patira was dus een knap werkman ge worden, en op het oogenblik dat graaf Flo- rent, Jean 1'Enclume gelastte een sleutel te maken, die het lang ongebruikte slot zou openen, was de smid eerlijk genoeg om te erkennen, dat noch hij,noch óón van zijne België en de Vrodesconferenoie. I Maandag avond werd ten Paleize, onder voorzitterschap van den Koning, een minis terraad gehouden, ter gelegenheid van den terugkeer vanMM. Hymans eu Vandervelde. M. Hymans gaf omstandïgen uitleg over de werking van de Vredescenferencie. Hij legde breedvoerig uiteen boe de verschillige kommissiën werken en over de deelneming der Belgische afgevaardigden aan deze werkzaamheden. In de Kommissie der oorlogsvergoedingen zetelt een onzer gevolmachligdes, M. Van den Heuvel, bijgestaan door M. Despret. advokaat bij het Verbrekingshof. De Belgische afgeveerdigden leggen er zich op toe schikkingen te bekomen, die aan Belgie onmiddelijke flnanoieele tegemoet komingen bezorgen, met hot doel de herne ming van 't ekonomische leven te verzekeren Herhaaldelijk zijn de technische, nijverheids en financieels afgeveerdigden naar Parijs met onze gevolmachtigden komen onder handelen en hunne dokumenlatie komen volledigen. Op dit oogenblik bevinden zich ook de Belgisohe laodbouwafgeveerdigden te Parijs. M. Vandervelde, minister van juaticie, zetelt met M. Mahain, leoraar bij de Hooge school van Luik, in de kommissie .der Arbeidswetgeving, waar een ontwerp van konventie gereed gemaakt wordt, dat het inrichten eener jaarlijksche Internationale Kor.f'.-recoie tot doel heeft. M. Segers, staatsminister, vertegenwoor digt ons land bij de Kommissie der Havens, Slroomen en IJzeren wegen. Hij is bijgestaan door M. De Visschero, leeraar bij de Hoogeschool van Gent. Eene kommissie onderzoekt de rerant- woQrdelijkheidbedon van den ;oorlog en de misdaden die door de Duitschers begaan zijn, M. Bolin Jacquemyns, die esn onzer vertegenwoordigers bij <ie Vredoskonferencie nan Den Haag was, zetelt in laatstgenoemde kommissie, waarvan de bosiuiton weldra zullen gekend zijn.. M. Iiymana maakt ook deel uit van bet Komiteit van den Volkerenbond dat, onder het voorzitterschap van M. Wilson, het ontwerp van verdrag opgesteld heeft, waar van lezing gegeven werd op de laatste alge meane vergadering van de Konferancie. De minister van buitenlandache zaken heeft den Raad do groote lijuea van het ontwerp van Volkerenbond uitgelegd en er den geest van laten kennen. Hij heeft vervolgens verjlag gegeven der zitting van den Raad der Groote Mogend heden, wdar de belgische afvesrdiging hare vragen ontwikkelde, strekkend tot de herziening der traktaten van 1839 en tot de opening eener onderhandeling ten einde dit doel te bereiken, onderhandeling waaraan de Verbondene Mogendheden, alsook Belgie en Nederland, ondertoekenaars van deze traktaten, zonden deel nemen. De schending der traklaten van 1339 is de oorzaak van den oorlog geweest tusachen Belgie en Duitschland. De gebeurtenissen hebben de grondvesten dezer traktaten geschokt. Het is noodzakelijk dat de statuten van Belgie in overeenstemming gebracht wordeu met de nieuwe europeesche regeling, on ook dat de voorwaarden vastgesteld worden waarop de ekooomisc e toekomst en de veiligheid van Belgie berusten. De vraag van Belgie werd onderworpen aan het onderzoek eener kommissie, samen gosteld uit negen afgeveerdigden der Groote Mogendheden, waarvan het verslag aan den hoogeren ra«fti binnen kort verwacht wordt. De minister van buitenlandsche zaken heeft ten slotte den Ministerraad zijns in drukken meegedeeld over den vooruitgang der beraadslagingen van de Vredeskouie- rancie men is het eens over de bespoedi ging van de werkzaamheden. Wat de belgi sche Belangen betreft, die genieten eeri gunstig onthaal. Deze mededeeliog werd aan al de-dagbladen gedaan. Zooals men ziet is er niets veel uit op te maken en worden er om zoo te zoggen geen nitleggingeng8gevemoverdeHolIandsch Belgisohe kwestie. Reeds vreesden ©enige belanghebbenden dat de Amerikanen Rotterdam zouden geko zen hebben als hunne vlooibasis. Zulks is echter ongegrond en ziehier wat M. Delacroix, onze eerste minister, er fever verklaarde De schepen der Commission for Relief zullen voortaan te Antwerpen aanko men om er de levensmiddelen te lossen, ni3t alleen voor België, dooh. ook voor de Ame- rikaansche troopen aan den Rhyn- Van in Antwerpeü zullen die waren op Belgische binnenschepen naar Keulna en Menz worden gebracht. Anderzijds zullen dagelijks van de Rhynstreek vier treinen naar Antwerpen vertrekken, telkens 2000 gedemobiliseerde Amerikaansohe soldaten aanbrengende, die te Antwerpen zullen inschepen Daar hun vaderland. Daar deze schepen natuurlijk niet immer gereed zullen liggen om de soldaten op le nemen, zullen te Antwerpen, aan de dokken barakken opgetrokken worden, alwaar plaats zal zijn voor 12,000 soldaten, welke door het Nationaal Komitsit zullen bevóorraad worden. Dit alles zal natuurlijk veel bijdragen tót den heropbloei der haven var. Antwerpen. IN DB QLA SNIJ VER li BID De glasblazerij van Marism-int dooft hare vuren uit. Een erg gesohil is ontstaan in de glasbla zerijen van Mariemont, te Haine St. Pierre. De werklieden hadden er het werk aan vaard, met eene verhooging van 90 °/0l op de loonen betaald in Juli 1914. Daardoor werden de miuimumloonen gebracht tot 800 fr. voor do blazers en voor de andere werk lieden zoo wat in evenredigheid. Door dozen tarief konden de baste blazers een maand loon van 2000 fr. bereiken. De kontrakten worden geteekend on de ovens werden aangemaakt, dooh nu hebben de werklieden nieuwe eischen gesteld, welke de patroons niet aannamen en deze brachten de zaak voor den Goede Mannenraad van La Louvière. Iatpsschen werden de ovens terug uitge doofd en de voreoniging der meest-T3 glas blazers is vast besloten, de vuren niet meer aan te leggen zoolang er geene juiafe positie genomen wordt. Reeds is de minister van ekonomische za ken op de hoogte gebracht van dozen ergon toestand, welke geheel de Belgische glasnij verheid in gevaar brengt. Te Londen wordt er inderdaad reeds glas verkocht aan de helft beterkoop dan in B*lgié. De opperste oorlogsraad bespreekt het verslag van maarschalk Foch over de ontwapening van den vijand. Officiëele mededseling De opperste oor logsraad vergaderde Maandag om_3 ure, onder voorzitterschap van M. Clemenceau. De bespreking van het venial van maar^- beide knechts voor die opdracht berekend waren. De smid stond den knaap een nachtrust van ettelijke uren toe tegen het krieken van den dag wekte hij hem. Er is een werk dat presseert, zeido hij, on waar Trécor en Kadoc niet mede noodig hebben. Goed, antwoordde Patira. Jeau TEnolumo bracht 't wassen afdruksel voor den dag. Zoudt ge dit kunnen namaken De knaap beschouwde oplettend 't model, plaatste de was op tafel en antwoordde be daard Ik zal er mijn best op doen. Onmiddelijk zette bij zich aan 't werk. De taak was moeilijk de klaverknoppen van den sleutel waren zeer ingewikkeld. Het klud verloor evenwel den moed niet. Hij hanteerde de vijl met de uiterste omzich tigheid, sleep, paste, boorde en mat want, zonder dat Jean FEnclume het hem gezegd had, begreep hg dat de straf verschrikkelijk zou zijn, wanneer hij niet slaagde. Toen de twee 'gezellen versohenen, zeide Jean tot Patira Ga naar 't tuintje, als ge wiltde klei nen zijn er ook. 't Was de eerste maal sinds hij het huis van een srr.id bewoonde, dat deze hem ver oorloofde met de kinderen te spelen. Mot drie sprongen was Patira bij hen. Hij buitelde door het gras, liet zich tot hun paard gebruiken, vlocht bloemen, en floot zoo lustig als een vink. Tot Claudia, die ver wonderd was hem bij de kinderen aan te treffen, zoide hij De baas heeft me verlof gegeven. Aan u, Patira Ja, ja, ik had den halve» naolit voor hem moeten werken, Jean ?Eoclume 31st h©» #en geheeïen voormiddag ongemoeid en Patira was voor den 'eersten keer van zijn leven vrij, volgde Claudia naar binnen, hield eene inspectie door het geheele vertrek on verwonderde zich over do kleinste dingen. Op den schoorsteen stond een oud beeldje der Moeder Gods. Deze lieftallige figuur had reeds vroeger Patira aangetrokken, toen hij nog langs 's Heeren wegen doolde, 't Was voor hem het beeld der goedheid, veroeni: 4 met dat der bevalligheid, en indien hij do H. Maagd niet met storren kroonde, niet de wassende maan onder hare voeten plaatsto, dan was het omdat niemand hem geleerd had dat deze dochter der mensohon dooi* )lhanden in de hoogste hemelen was opgevoerd en het sluimerende kind op harai schoot de meester der wereld heette. Maar hoe onwetend hij ook mocht zijn, toch ondervond Patira in de tegenwoordig heid van dit beeld een indruk van zoetheid en genade meer dan eens dacht liet hem dat hij de bescherming dezer liefderijk glim lachende vrouwe ondervond. Geen wonder dat hij vol belangstelling en nieuwsgierig heid aan Glaudia vraagde Wie itelt dit beeld voor f

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1919 | | pagina 1