jGXË! LETVB IHRA.NKRIJK
Welkom
President Poincaré
Mevrouw Poincaré
Maarschalk Foch
DE SCHAT DER ABDIJ
i"ï IJ - 1
firómif'-,uw??
£xy*
JAARGANG
NUMMER
169
Dinsdag 22
,en Woensdag
28 JaU
1919
Bureelen: Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Tolopboon 114
33 A- G 13 JLa A. 33 5 CENTIEMEN Drukker-UitgeverJ. Van Nuffel-De Qenpt.
Vopr de publiciteit buiten het Arrondissement Aalst, zicb te wenden tot bet Agentschap Havas, 8, Martelaarplein, te Brussel8, Place de la Bourse, Parijs - en 105, Cheapsido, Londen.
De Belgisoh-Fransohe geuegenheidsblij-
keu zullen thaus wel ten toppunt gestegen
zijn.
Acbloroenvolgens zal M. Poincaré in
gezeisohap van don overwinnaar dor Duit
se!. e 8lroopersbende, maarsohalk Fooh,
Brussel, Gent,? Antwerpen en Luik bezoeken.
Óveral zal hem, wij twijfelen er goen
oogenblik aan, de schitterendste ontvangst
te beurt vallon.
't Ia dat iedereen in Bolgie begrijpt, dal
was do Bolgisch-Fransche eendracht roods
vroeger vast, dozo thans door den wreeden
oorlog ouverbreokhaar gewordon is.
Leve Belgie Leve Frankrijk I
De aanblik van Brussel
Gansoh Brussol is in foostgewaad. Niot
alleen is liet do gewone Brussolsoho feest,
doch 't is 21 Juli, nationale feestdag, 't is
vandaag dat M. Poincaré met maarschalk
Foch te Brussel aankomt.
Ovoral wapperen Belgische en Franache
vlaggen naast elkaar. Vele groote Brussel-
echo magazijnen, hebben hunne uitstallingen
derwijze geregeld, dat dese do Belgische en
Fransche driekleuren vormen.
De aankomst der hooge bezoekers
Maarschalk Foch, die to London de feesten
der zegepraal was gaan bijwonen, kwam
Maandag namiddag lo Oostende aan en nam
er eenige minuten na half twee don treiu
wolke hem naar Brussel zou brengen.
Generaal Weygaud vergezelde hem.
Te Aalst hield de trein conige minuten
stil. Verscheidene onzer vrienden
gjjïriïandteekeri op de kaarteh~wënië~Eê'i))
aangeboden werdeni
Om 1/4 uro kwamen onze vorsten, ver
gezeld door prinsen Leopold en Karei, de
eerste als sinspelen soldaat, de tweede als
kadet der marine gekleed, aan de Noordsta
lie. Eene onafzienbare menachenzee had hen
van aan liet paleis tot aan de statie ceoo
Onvergetelijke ovatie gebracht. In het park,
alwaar eene gekenkzuil lor eore der Bel
gische gesneuvelden opgericht is, waren zij
forst eène prachtige kroon aan den voet dor
Éuty gaan neerleggen.
Pas hebben onze vorsten eenige woorden
fewisseld met de personen, in de Noordstatie
anwezig, of daar wordt de treiu van
maarschalk Foch aangekondigd.
Nauwelijks staal de trein stil, of Maar
schalk Foch als een eerste jonkheid stapt
gezwind uit den trein, begeeft zich voor
Koning Albert en Koningin Élisabeth en
groet hen eerbiedig. Onze vorsten integen
deel begroetten hem heel hartelijk, terwijl
reeds oorverdoovondo kreten van Leve
Foch Levo Frankrjjk weerklinken en de
Marseillaise gespeeld wordt.
Na de gebruikelijke wenschen en voor
stellingen, begeeft de officieele stoet zich
naar den eeresalon, om er de aankomst van
den trein des presidenten af te wachten. De
statiebedienden nemen spoedig de tapijten
weg, om deze aan het spoor waar deze trein
moet toekomen te gaan plaatsen.
Een weinig voor zes ure begeven onze.
vorsten, vergezeld door de prinsen en maar
vervolg van Patira
door Raoul De Navkry
(133° vervolg.)
Hij boog de knie op het graf der martela
ren, twoe dikke tranen biggelden laügs zijne
wangeo, hij toonde Servau den hemel
Kom, zoide hij, ik heb uwe hulp coo-
dik'.
Zonder te spreken, verloren als ze waren
in hunne gedachten, bereikten de beide jnan-
nen de smederij van den H. Eligius. Hce
zeker hij ook van de bescheideuheid van
Mathea was, de fijnsmid bracht Servan toch
in zijn werkkabinet.
Mijn vriend, zeide hij, ik ben gekwetst,
zoo gekwetst dat ik mij tot hiertoe heb
voortgesleept zonder te weten hoe het mij
mogelijk zon zijn de grot weder to bereiken,
waar ik twee dierbare wezens lieb achterge
laten, wier eenige steun ik...
Het Blauwe Kind vroeg de smid.
En zijn vader, den markies van Coét-
quen.
Hoe, den markies, die men ook dood
waande f
-r En die gedureudo vijf jaren de abdij
heeft bewoond onder den naam van broeder
Antqnios zonder mijae tusschenkomst zou
hiji fteaou naolit zyne geloften hebben uitge-
BpróKpo verraoprd zijn geworden.
Wat kan iji doen vtoeg Servan.
Gij moet ons gedurende aïie dagen van
schalk Fooh zich oaar de kaai, daar de trein
des presidenten aangekondigd is.
De Koning onderhoudt zioh met maar
schalk Fooh. Deze ziet er een kranig veld
overste uit.
M. Poincaré in BelgiB
Do statie van Quevy in puiuen liggonde,
daar do Duitaehera ze iu brand staken voor
aleer de vlooht te nemen, heoft men vóór
deze puiuen eene marquise geplaatst, ver
sierd mot planten en vlaggen.
Daar bovinden zioh de gezant van Frank
rijk in Belgie, M. de Margerie, generaal
Kucquoy en de officieren en eene dame welke
aan den persoon van M. Poincaré en Mev.
Poincaré gehecht zullen zijn tijdens hun
verblijf in Belgie.
Do gomueutofanfare van Aulnois komt ter
plaats otn den president op eene Marseillaise
to begroeten. Eene overgroote menigte ver
dringt zich binnen en buileD .de stulie.
Juist om 9 1/2 ure komt de ireiD binuon.
De lokomolief wae versierd met Fransohe on
Belgische vlaggen.
M. de Margerie or. de andere officieele
personen stappen in liet salonrijtuig van den
president en ua de gebruikelijke begroetin
gen zot de trein zioh terug in gang, onder
liet daverend gejuich der menigte.
Van Quévy tot Borgen rijdt do train óm
zoo te zeggen door oone menschenzee. Langs
beido zijden der baan staan vijf, soms tien
en twintig rijen nieuwsgierigen, die toch
maar trachten eon oogenblik den president
te zien.
De statie van Bergen was prachtig ver
sierd. Daar bevinden zich het muziek van
hot 5° jagersren eene afdeeliog van hetzelfde
regiment, onder do bevolen van kolonel
Tiberghion.
Om 4 1/4 ure rijdt de trein de statie bin
nen. Overal bevonden zioh toeschouwors, tot
zelfs op do waggons, wagens, enz., in de
statie. Keue geestdriftige ovatie begroet den
president.
President Poincaré stapte af, gevolgd
door al de personaliteiten en begaf zicg naar
de wachtzaal, zeer umuakvol vorsierd. Mev.
Poinoarö was in het .salonrijtuig gebleven en
daar werden haar bloemen aangeboden.
In de wachtzaal word M. Poincaré begroet
door M. Damoiseau, gouverneur en generaal
Leciiat, krijgsgauver..our der provincie.
M. Cauon-Legrand verwelkomde. x
M. Poincaré antwoordde alavolgt
Mijne Hoeren,
Ik heb maar een spijt en dat ia dat ik
geen lijd heb om eenige uren onder u door
to brengen. Ik weet dat uwe stad on uwo
proviocio voel geleden hotbon onder don
oorlog. Ik wenschte zoo graag u wat meer
blijken van mijne vriendschap to mogen
even, docb mijn tijd is beperkt. Ik vergeet
niot dat Bergen de eerate boigische Blad was
die mij tot een bezoek uituoodigde. Ik ben
elukkig dat de gevoelens van Frankrijk u
ekend zijn. Gij weet dat wij Belgiö lief
hebben, hoog achten en bewonderen. Deze
gevoelens dagteekenou niot van gisteren.
Hunne oorsprong is vérre in de geschiedenis
te zoeken en behoort tot eene oude traditie.
De oorlog heeft deze gevoelens nog inniger
gemaakt, en zij kunnen in deze drie woorde
kens samengevat worden
Vrienden tot iu den dood 1
Deze woorden, uitgesproken met klare
duidelijke slem, worden geestdriftig toege
juicht.
Ook M. Lescart, burgemeester, verwel
komt M. Poincaré, waarop de president
dankt en den wenscb uitdrukt, de menigte,
daarbuiten, even te groeten.
levensmiddelen voorzien, en vandaag
kleederon brengen voor den markies.
Kleederen Ik heb geen andere dan
mijne.
Juist Ieder ander kostuum zou ge
vaarlijk zijn.
Maar gij, Patira, gij 1
God zal ér in voorzien, antwoordde de
fijnsmid.
Ou dit oogenblik verhief zich eene kra
kende slem nabij den drempel der deur, en
deze stem zeide
Het bloed heeft de Rance gekleurd...
eu de Rance is rood, geheel rood... de raven
vliegen in groolo kringen, in hnnno bekken
dragen zij brokken vleesch... liet werk van
Satan vordert... maar de Hoer kent den dag
zijner wraak, wee aan hem die in de haiidoii
van God valt
Dat is Jeanne la Fileuse 1 zeide Patira,
God zendt haar.
Eene minuut later verbond de oude vrouw
de wonde van den fijnsmid, smeerde ze met
een zalf iu, waarvan zij alleen hel geheim
bezat, en gaf hem nog een voorraad genees
middelen bovendien.
Het werk is nog niet ten einde, sprak
zij, en door de goedheid Gods zult gij het
vreeselijkste niet zien... de meeuwen vliegen
ver, ver weg over de zee en bevochtigden
bunno vleugels in het water, daarna keeren
zij naar hunne geboorteroFs weder... gq ook
Patira, zult de ruime zee bouwen, maar ook
eenmaal zult gij de puinhoopen van Léhon
terugziet).
De aanblik der statieplaals van uil de
statie gezien, was overweldigend. De gan-
eclie pleats was zwart van 't volk, dat
juichte on met zakdo 'kon of Fransche vlag
jes wuifde.
Outroerd, deed M. Poincaré leeken dat
bij wenaohlo ie spreken Hij riep tot de
menigte Ik wil u voor het onthaal dat gij
aan de vertegenwoordigers van Frankrijk
voorbehoudt, onkel bodanken, door deze
woorden Leve Belgie. I
De menigte beantwoordt dien kreet dcor
een donderend Leve Fr^ulcrijk I Leve de
Presideut I Na de vlag van hel 5* jagers
gegroet te hebben, nemen M. Poincaré en
zijn gevolg terug plaate In den trein.
Van Bergen tot in Brussel, zijn alle sta
tiën. alle barroelon stormenderhand inge
nomen door de menigte, loodat de gehoelo
reis, van Quóvy tot Dunsel, om zoo te
zeggen eene gedurige ovatiu was. Jammer
voor de nieuwsgierigen dit de trein lo snel
reed...
Om 6 ure rijdt de trein de Noordstatie te
Brussel binnen.
De President, het groot Hnt dor Leopolds
orde dragende, gevolgd door Mov. Poincaré
en M. Piohon, minister Van Builoolaudsche
Zaken, stijgen uit en wisselen raat ouze
orsten de gebruikelijke groeten.
Daarbuiten hoeft do menigte roods ver
nomen, dat onze hooge b zoekers aangeko
men zijn. 't Is een gejuich zonder einde.
Aan ieder venster, op de dikoe, io de
straten is do menigte niet te tellen of te
stillen. Allo oognn zijn op do gruote uit
gangsdeur gericht.
Do begroeiing der Brussolsoho bevolking.
Daar verschijnt plotselings do Koning,
gevolgd door M. Poicoaró on M. Piclio".
Uit die duizenden hortint daar op hei «tatio-
pleiu stijgt een enkele kroot op - lieve
Frankrijk S Men ziut dat hot militair mu
ziek speel/, men raadt d.r. het do Marseillaise
is, dooti er is niets van (o (moren bet ge
juich overstemt varre die koperen sto'..o;üi»
dor instrumenten.
Daar vorachijnen ook Mev. Poincaré on
de Koningin. De donderende toejuichingen
nemen zoo mogelijk nog too eu schijnen ten
toppunt te stijgen, wanneu? maarschalk Foch
buiten treedt met prins I-oopold.
Al de soldaten staan daar als beeiicn
voor den groeten oorlogsman.
Een triomftocht.
En nu wordt de stoet gevormd. M. Max,
burgemeester, neemt plaats in don eersten
auto In don tweedon, de Koning on M.
Poincaré; daarna de Koningin on Mov.
Poincaré, dan volgen Maarschalk Foch en
•s Leopold, de eerodacnou ou da andere
leden »an het gevolg vau don lvoning on
M. Po cc.ré.
Da maarschalk is in druk gesprek met
prire Leopold en beider oogen schitteren van
genoegen. M. Poir.caré, Mov. Poiucaró de
Maarschalk weten maar r.iet waarheen te
groeten. Het is een weergaloos en onverge
telijk loonei.
Reeds ia de stoet een heel eindje voorbij,
dat het nog voortdurend weerklinkt van
Leve Frankrijk Nog wordt er uiet hoedsn
er. zakdoeken en Fransche en Belgische
vlaggen gewaaid en gezwaaid.
Die piotsolinge geestdriftige volksuitbars-
tiag schijnt op onze bezoekers den diepsteD.
roerendsUm indruk te makeu.
Mr en Mev. Poincaré, Maarsohalk Focn
en M. Pichon en hun gevolg, worden naar
het Paleis de Bellevue gebracht, alwaar ka
mers voor hen iu gereedheid gebracht waren.
Patira greep de knobbeiige banden dor
zien 9 ter.
Jeanne, zeide hij aangedaan, moa'.on
wij elkaar vaarwel zeggen
Vaarwel is bel woord van hen die niet
meer hopen, tot weerziens is het woord der
Christenen Als de aardo ons ontglipt, blijft
ons de hemel
Eene seconde later hoorde men Joanne
op haar stok leunende en onder het prevelen
van gebeden zich verwijderen.
In een ommezien bad Servan eau pak
kieren van grof laken er. oen kinderkosluum
klaar gemaakthij voegde er een korf le
vensmiddelen bij en begaf zioli toon met Pa
tira op weg.
Hoe zeker Patira ook vau de bescheiden,
beid van zijn vriend mocht zijn, bij ontdekte
hem evenwol het geheim d r ondoraardscbo
vertrekken niet hot bosuan o\r -rot Lad
hiermede niets io maken om u.t den
gang in de rotahoi.e ?/«rai;en, had da
markies een Loop opeengestapelde s eene-
moeten verplaatsen 'l zou voldoende zijn,
die weder op elkaar te leggen om dsn gang
te verborgen.
Verlicht door de behandeling van La Fi
leuse, leed Patira voet minder en kon hij
sneller voortgaan werd hij wat al le ver
moeid dan nam hij den arm van Servan.
Er lieeraohte een lastig on p .olijk stil
zwijgen onder de bei Ja w andelaars van tijd
tot tijd droogde do fijnsmid eo igo dikke
tranen weg, w olke langs zijne wegen rolden.
Heelde eerst aohttiea jaar en vu nog niet
Hulde van Frankrijk aan onze dooden
Da menigte blijft zich in den omtrok ver-
dringen. Zij wordt in bare hoop niet bedro
gen. Daar gaat de poort van het Paleis van
schoon ziobt wederom open en president
Poincaré gaat uit. le voet. Hij is vergezeld
van de generaals Weygsnt en» Rucquoy,
graaf de Borchgrave o:i verscheidene Fran
sche en Belgische offioieren.
Do ordedienst heoft de handen vol, daar
iedereen van dicht bij den president, de ver
persoonlijking van het eeuwige Frankrijk
il zien.
Evenwel worden de policieposteo niot
doorbroken en M. Poincaré en zijn gevolg,
geraken zonder ongevallen tot aan de ge
denkzuil. Voor het standbeeld van generaal
Billiard houdt M. Poincaré een kort doch
hartelijk gesprok runt M. Max.
Vóór do gedenkzuil onzer dooden geko
men, doet M. Poincaré oen toeken aan de
juicheude menigto. Men verstaat dal leeken.
M. Poincaré wil in kalmte aan de Belgisoho
gesneuvelden, de ontroerde buide van ga
lmei Frankrijk brongen.
Aan den voet der gedenkzuil, naast de
kroon onzer vorsten, legt M. Poincaré eene
kroon neder, vorsierd met een Fransch lint,
waarop men fóest Aan de Belgische
soldaten, gevallen op het veld van eer,
Huldeblijk der Fransche genegenheid.
Na da ronde der gedenkzuil gedaan te
hebben, keert de president, voortdurend toe
gejuicht door do menigte, naar liet Paluia
terug, alwaar do Koning con iatiora o::!bljt
Ier tij.ior eero geeft.
Het ontbijt ten paleize
Om 1 1/2 ure, had ten paloize eon ontbijt
plaats, door den Koning aan de hoogo ga «'.en
aangeboden. Waren aanwezig De Koning,
do Kooingin, prinsen Leopold en Karei,
prinses Murie-José, de President on Mevr.
Poincaré. maarsohalk Foch. M. Pichoo, M.'
William Martin, bestuurder van het proto-
kool, de kolonels i'ruoier eo Braconnier, de
geueraals Peneion en Weygaad, M. Villel,
graaf de Glcrmont-Tonnerre, M. Barbier,
on. Recpuny, kolonel Callatay, Baron do
Itorohgracn, kolonal 'i JSaratoveno. gravin
do Borchgrave d'Altena, do Fransohe gezant
in Balgio en Movr. de Margerie, graaf du
Marode en praaf d'Oullreuioiit. Daar het eou
gezetiig ontbijt was, worden geer.e heil
dronken uitgebracht.
Na het ontbijt bleven Koning Albert on
president Poincaró langdurig in hartelijk
gesprok gewikkeld:
Builen, voor het Paleis bleof de menigte
staan, onophoudend de Marseillaise en de
lirabangonne zingend en vragend, dat M.
Poincaré en maarschalk Fooh op het balkou
zouden komen.
Rond 9 ure, op liet oogenblik dat park
verlicht wordt, uoodigt Koning Albert pre
sident Poincaré maarschalk Foch ea Lan
gevolg uit, zich naar het balkon ie bogovuu.
Hunne verschijning wordt op oen donde
rend gejuich begroet. Gedurende oen kwart
uurs wordt aan ouze hoogo gasten en aan
hun gevolg eene onbeschrijfelijke ovatie
gebracht.
Heel de menigte juigt de Fransohe en
Belgische nationale Cederen, terwijl M.M.
Poincaré en maarsohalk Foch, onmogelijk
hunne ontroering kunnendo verbergen, de
menigte dankend groeten. Dese antwoordt
met een laals'on kreet, machtig als ecu
orkaan Leve Frankrijk
Bij hunne aankomst in het paleis, werden
M. en Movr. Poincaré ontvangen door graaf
Jean de Mcrode, groot-maarschalk van het
Hof. Onze gasten werdon naar bel witte
met dien slolcijoscheu moed gewapend, die
de tranen in bet oog terugdringt en ze in
liet hart tot berstens toe verkropt.
Hij beschouwde tiet niet als eene zwak
heid, wanneer hij zijne diepe smart uit
stortte hij wist wel dat als het uur den ge-
vasrs zou slaan, hij dezelfde zou zijn die bij
allijd iu zulke beslissende stonden geweest
was, gereed om ziju leven op te otteren voor
hou die hij beminde.
Maar terwijl hij naast Servan voorlwan-
delde, ondervond hij eene zooderliugo aan
doening da grond Lraoddu hem ouder de
voeten hel scheen heat dat hij nimmer
meer vrijelijk in dit laud door ellendelingen
verwoest en waaruit men God verbande, zou
adem halen. Hij gevoelde de behoefte ii
zich ontwaken om een gewijden grond te
ontvluchten, on verre, zoor verre, over du
zeeën weg te trekken, or da gruwelen niet
meer te z:oi. die hier iu de toekomst dreig
den. Zijn blik dwaalde vreesachtig door de
omstreke i rond de tegenwoordigheid van
ee.; reiziger, van oen onbekende, zou hom
voor het lot zijner dierbare l.oschermeliugen
hekbeu doen sidderen. Go'ukkig oniiuoolte
hij niomand in de eenzame streek en bereikte
onopgemerkt de grol.
De markies van Coëtquen keade Servan
en aanvaardde zijne di.nisten men kwam
alleen overoeu dat do uitmuntende man des
avouds aan de vluchtelingen de lovonsmid
delen zou brengen, die zij uoodig 1 a llen.
Zo.dra Servan zich verwijderd had, trok
Taog-uy hel nieuwe kostuum aan, dat hem
salon geleid, alwaar hen door den Koning
voorgesteld werden MM. baron do Fave-
rean, voorzitter van den SenaatPoullet
voorzittor der Kamer de ministers en de
Staatsministers, evenals de burgerlijke en
militaire aangehoorigen van IIH.Majesteiten.
Prins Leopold
Zooala wij hooger zegden, bevond prins
Leopold zioh met maarschalk Foch in auto
in den stoet, van de Noordstalio naar hot
Paleis. Prins Leopold bevond zich aan da
rechterzijde van maarschalk Foch. Op oeo
gegeven oogenblik stond hij echter op oo
verzocht beleefd en dringend met don maar
sohalk van plaats te mogen wisselen. De
maarsohalk moest wel toegeven.
De menigte, ooggetuige van hel voorval,
begreep eu vereeuigde in eene krachtigs
ovatio, den Belgischen vorstentelg in bon -
de police en den grijzen maarsohalk
van Frankrijk.
Roerende plechtigheden.
Hulde aan onze aootfen
Wij meldden hooger roods, dat de Koning
en de Kuniogin eene kroon gingen neerlog-
gon aan de gedenkzuil der gesneuvelden.
Voorafgegaan door de hoogwaardigheids*
bekleeders van hot Hof, begaf de Koning, in
Icleinou tenue van luiteuautgeueraal, zioh inet
do koningin ou prinses Marie José, on ge
volgd door twee lakeien, dragers van eene
prachtige kroon, zioh to voet naar de ge
denkzuil.
'.angzaam troJen zij het park binnen oq
houdrfi stil voor het gedonkleoken. Aan de
vier hoeken houden soldaten do wuoht.
Do Koning, zichtbaar ontroerd, legt zeil
do kroon aan don voet dor godonkzuil neer,
terwijl de Koningin oa de jonge .prinses,
diep ingetogen, de lippen krampaoiitig samen
trekkend, blijven staan, liet is een hoogst
ndoeulijk oogenblik, alhoewel zeer een
voudig.
Langs weerskanten der tralledeur staan
eriniukten. die ook öioemen neerleggen aan
den voet dor zuil, tor nagedachtenis en ver
eering van huimo gesneuvelde wapenmak
kers.
De Koning, de Koningin en d? crinsos,
groeten buigend de zuü en stappon in de
utomob oien welko hen naar de Noordstatie
brengen.
De menigte in het oark, groet met roe-
rendea eerbied, in overeenstemming met het
ernstig karakter dezer kleine doch aandoen-*
Iijke plechtigheid.
Hulde aan onze generaals
Gone indrukwekkende plechtigheid, waar
over liet grootste geheim bewaard was, had
Maandag morgénd, om 10 ure plaats in de
hovingen van het paleis var. Brussel.
De Koaing overhandigde er hel Groollint
der Leopoldsorde, aan do generaals die de
eerste aanleggers der zegepraal waren aan
den stufoverste generaal Gillaiu aan dep
bevelhebber dor i° divisie, generaal Bern-
heim aan den bevelhebber der 2divisie,
generaal Drabbel aan den bevelhebber der
3" divisie, gonerual Jacques aan den be
velhebber der 4* divisie, generaal de Ceu-
ninok aan den bevelhebber der 5® divisie,
generaal Ituoquoyauu den bevelhebber der
6" divisie, generaal Biobayck aan den be-
volbebbor der Rhyntroepen, generaalMioliel.
Eene afdeeling vau het 19s linie, mal mu
ziek en de vlag, waarop de meldingen
IJser, Mcrckcm, Zarren, Handzame,
prijken, luisterde do plechtigheid op.
Waren ook aanwezig MM, Delacroix,
aerato minialer, Piiul Hymans, minister van
Builenlundsclie Zaken, baron de Broqueville
zco goed als geheel onkenbaar maakte. Het
koste vrij wat moeite, om den kleinon Hervé
te bewegen zijne blauwe kleederon ten min
ste voor een gedeelte met de door Servan
medegebrachte te bedekkon want van uit
trekken wilde h]j niets hooren.
Het is de livrei van Ouze Lieve Vrouw
zeide bij, als ik ze verlaat zullen do sleohte
monsclien mij dooden.
De monnikspij van broeder Antoaius word
n elkaar gerold en diende het Blauwe Kind
tol matras en lol deken. Hel kind sliep wel
dra in ondor het murmoleod gesprok van
Tanguy en Palira. Doze deed den markies
eèn omstandig verhaal van do wonderlijke
wijze waarop bij tol liet kerkerhol wa» aan
getrokken, in 'i welk de arme Blanca ver-
smachtte.
Toon de fijnsmid zijn verslag geëindigd
had, trok Tanguy den moedigen jonkman
aan zijn hart.
Gij zult mij nooit verlaten I zoide hij
verstaal gij. nooit
Ik zweer het u, antwoordde Palira.
Beiden sliepen op hunne heart in. De
glans turner schoono winterzon deed hom
ontwaken; hunne ledematen waron verstijfd;
Palira sprokkelde wat dor hout bij elkander,
de markies deed den vuurslag spelen en
toen het Blauwe Kind tijoo oogjes opende,
kon het zijne kleiuu handen naar har'eluit
warmen.
Godure Je den loop van den dag werd de
verborgen gang weder met sleenen gesloten,
wier voegen men met aarde vulde. (Ver?4