jGXË! LETVB IHRA.NKRIJK Welkom President Poincaré Mevrouw Poincaré Maarschalk Foch DE SCHAT DER ABDIJ i"ï IJ - 1 firómif'-,uw?? £xy* JAARGANG NUMMER 169 Dinsdag 22 ,en Woensdag 28 JaU 1919 Bureelen: Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Tolopboon 114 33 A- G 13 JLa A. 33 5 CENTIEMEN Drukker-UitgeverJ. Van Nuffel-De Qenpt. Vopr de publiciteit buiten het Arrondissement Aalst, zicb te wenden tot bet Agentschap Havas, 8, Martelaarplein, te Brussel8, Place de la Bourse, Parijs - en 105, Cheapsido, Londen. De Belgisoh-Fransohe geuegenheidsblij- keu zullen thaus wel ten toppunt gestegen zijn. Acbloroenvolgens zal M. Poincaré in gezeisohap van don overwinnaar dor Duit se!. e 8lroopersbende, maarsohalk Fooh, Brussel, Gent,? Antwerpen en Luik bezoeken. Óveral zal hem, wij twijfelen er goen oogenblik aan, de schitterendste ontvangst te beurt vallon. 't Ia dat iedereen in Bolgie begrijpt, dal was do Bolgisch-Fransche eendracht roods vroeger vast, dozo thans door den wreeden oorlog ouverbreokhaar gewordon is. Leve Belgie Leve Frankrijk I De aanblik van Brussel Gansoh Brussol is in foostgewaad. Niot alleen is liet do gewone Brussolsoho feest, doch 't is 21 Juli, nationale feestdag, 't is vandaag dat M. Poincaré met maarschalk Foch te Brussel aankomt. Ovoral wapperen Belgische en Franache vlaggen naast elkaar. Vele groote Brussel- echo magazijnen, hebben hunne uitstallingen derwijze geregeld, dat dese do Belgische en Fransche driekleuren vormen. De aankomst der hooge bezoekers Maarschalk Foch, die to London de feesten der zegepraal was gaan bijwonen, kwam Maandag namiddag lo Oostende aan en nam er eenige minuten na half twee don treiu wolke hem naar Brussel zou brengen. Generaal Weygaud vergezelde hem. Te Aalst hield de trein conige minuten stil. Verscheidene onzer vrienden gjjïriïandteekeri op de kaarteh~wënië~Eê'i)) aangeboden werdeni Om 1/4 uro kwamen onze vorsten, ver gezeld door prinsen Leopold en Karei, de eerste als sinspelen soldaat, de tweede als kadet der marine gekleed, aan de Noordsta lie. Eene onafzienbare menachenzee had hen van aan liet paleis tot aan de statie ceoo Onvergetelijke ovatie gebracht. In het park, alwaar eene gekenkzuil lor eore der Bel gische gesneuvelden opgericht is, waren zij forst eène prachtige kroon aan den voet dor Éuty gaan neerleggen. Pas hebben onze vorsten eenige woorden fewisseld met de personen, in de Noordstatie anwezig, of daar wordt de treiu van maarschalk Foch aangekondigd. Nauwelijks staal de trein stil, of Maar schalk Foch als een eerste jonkheid stapt gezwind uit den trein, begeeft zich voor Koning Albert en Koningin Élisabeth en groet hen eerbiedig. Onze vorsten integen deel begroetten hem heel hartelijk, terwijl reeds oorverdoovondo kreten van Leve Foch Levo Frankrjjk weerklinken en de Marseillaise gespeeld wordt. Na de gebruikelijke wenschen en voor stellingen, begeeft de officieele stoet zich naar den eeresalon, om er de aankomst van den trein des presidenten af te wachten. De statiebedienden nemen spoedig de tapijten weg, om deze aan het spoor waar deze trein moet toekomen te gaan plaatsen. Een weinig voor zes ure begeven onze. vorsten, vergezeld door de prinsen en maar vervolg van Patira door Raoul De Navkry (133° vervolg.) Hij boog de knie op het graf der martela ren, twoe dikke tranen biggelden laügs zijne wangeo, hij toonde Servau den hemel Kom, zoide hij, ik heb uwe hulp coo- dik'. Zonder te spreken, verloren als ze waren in hunne gedachten, bereikten de beide jnan- nen de smederij van den H. Eligius. Hce zeker hij ook van de bescheideuheid van Mathea was, de fijnsmid bracht Servan toch in zijn werkkabinet. Mijn vriend, zeide hij, ik ben gekwetst, zoo gekwetst dat ik mij tot hiertoe heb voortgesleept zonder te weten hoe het mij mogelijk zon zijn de grot weder to bereiken, waar ik twee dierbare wezens lieb achterge laten, wier eenige steun ik... Het Blauwe Kind vroeg de smid. En zijn vader, den markies van Coét- quen. Hoe, den markies, die men ook dood waande f -r En die gedureudo vijf jaren de abdij heeft bewoond onder den naam van broeder Antqnios zonder mijae tusschenkomst zou hiji fteaou naolit zyne geloften hebben uitge- BpróKpo verraoprd zijn geworden. Wat kan iji doen vtoeg Servan. Gij moet ons gedurende aïie dagen van schalk Fooh zich oaar de kaai, daar de trein des presidenten aangekondigd is. De Koning onderhoudt zioh met maar schalk Fooh. Deze ziet er een kranig veld overste uit. M. Poincaré in BelgiB Do statie van Quevy in puiuen liggonde, daar do Duitaehera ze iu brand staken voor aleer de vlooht te nemen, heoft men vóór deze puiuen eene marquise geplaatst, ver sierd mot planten en vlaggen. Daar bovinden zioh de gezant van Frank rijk in Belgie, M. de Margerie, generaal Kucquoy en de officieren en eene dame welke aan den persoon van M. Poincaré en Mev. Poincaré gehecht zullen zijn tijdens hun verblijf in Belgie. Do gomueutofanfare van Aulnois komt ter plaats otn den president op eene Marseillaise to begroeten. Eene overgroote menigte ver dringt zich binnen en buileD .de stulie. Juist om 9 1/2 ure komt de ireiD binuon. De lokomolief wae versierd met Fransohe on Belgische vlaggen. M. de Margerie or. de andere officieele personen stappen in liet salonrijtuig van den president en ua de gebruikelijke begroetin gen zot de trein zioh terug in gang, onder liet daverend gejuich der menigte. Van Quévy tot Borgen rijdt do train óm zoo te zeggen door oone menschenzee. Langs beido zijden der baan staan vijf, soms tien en twintig rijen nieuwsgierigen, die toch maar trachten eon oogenblik den president te zien. De statie van Bergen was prachtig ver sierd. Daar bevinden zich het muziek van hot 5° jagersren eene afdeeliog van hetzelfde regiment, onder do bevolen van kolonel Tiberghion. Om 4 1/4 ure rijdt de trein de statie bin nen. Overal bevonden zioh toeschouwors, tot zelfs op do waggons, wagens, enz., in de statie. Keue geestdriftige ovatie begroet den president. President Poincaré stapte af, gevolgd door al de personaliteiten en begaf zicg naar de wachtzaal, zeer umuakvol vorsierd. Mev. Poinoarö was in het .salonrijtuig gebleven en daar werden haar bloemen aangeboden. In de wachtzaal word M. Poincaré begroet door M. Damoiseau, gouverneur en generaal Leciiat, krijgsgauver..our der provincie. M. Cauon-Legrand verwelkomde. x M. Poincaré antwoordde alavolgt Mijne Hoeren, Ik heb maar een spijt en dat ia dat ik geen lijd heb om eenige uren onder u door to brengen. Ik weet dat uwe stad on uwo proviocio voel geleden hotbon onder don oorlog. Ik wenschte zoo graag u wat meer blijken van mijne vriendschap to mogen even, docb mijn tijd is beperkt. Ik vergeet niot dat Bergen de eerate boigische Blad was die mij tot een bezoek uituoodigde. Ik ben elukkig dat de gevoelens van Frankrijk u ekend zijn. Gij weet dat wij Belgiö lief hebben, hoog achten en bewonderen. Deze gevoelens dagteekenou niot van gisteren. Hunne oorsprong is vérre in de geschiedenis te zoeken en behoort tot eene oude traditie. De oorlog heeft deze gevoelens nog inniger gemaakt, en zij kunnen in deze drie woorde kens samengevat worden Vrienden tot iu den dood 1 Deze woorden, uitgesproken met klare duidelijke slem, worden geestdriftig toege juicht. Ook M. Lescart, burgemeester, verwel komt M. Poincaré, waarop de president dankt en den wenscb uitdrukt, de menigte, daarbuiten, even te groeten. levensmiddelen voorzien, en vandaag kleederon brengen voor den markies. Kleederen Ik heb geen andere dan mijne. Juist Ieder ander kostuum zou ge vaarlijk zijn. Maar gij, Patira, gij 1 God zal ér in voorzien, antwoordde de fijnsmid. Ou dit oogenblik verhief zich eene kra kende slem nabij den drempel der deur, en deze stem zeide Het bloed heeft de Rance gekleurd... eu de Rance is rood, geheel rood... de raven vliegen in groolo kringen, in hnnno bekken dragen zij brokken vleesch... liet werk van Satan vordert... maar de Hoer kent den dag zijner wraak, wee aan hem die in de haiidoii van God valt Dat is Jeanne la Fileuse 1 zeide Patira, God zendt haar. Eene minuut later verbond de oude vrouw de wonde van den fijnsmid, smeerde ze met een zalf iu, waarvan zij alleen hel geheim bezat, en gaf hem nog een voorraad genees middelen bovendien. Het werk is nog niet ten einde, sprak zij, en door de goedheid Gods zult gij het vreeselijkste niet zien... de meeuwen vliegen ver, ver weg over de zee en bevochtigden bunno vleugels in het water, daarna keeren zij naar hunne geboorteroFs weder... gq ook Patira, zult de ruime zee bouwen, maar ook eenmaal zult gij de puinhoopen van Léhon terugziet). De aanblik der statieplaals van uil de statie gezien, was overweldigend. De gan- eclie pleats was zwart van 't volk, dat juichte on met zakdo 'kon of Fransche vlag jes wuifde. Outroerd, deed M. Poincaré leeken dat bij wenaohlo ie spreken Hij riep tot de menigte Ik wil u voor het onthaal dat gij aan de vertegenwoordigers van Frankrijk voorbehoudt, onkel bodanken, door deze woorden Leve Belgie. I De menigte beantwoordt dien kreet dcor een donderend Leve Fr^ulcrijk I Leve de Presideut I Na de vlag van hel 5* jagers gegroet te hebben, nemen M. Poincaré en zijn gevolg terug plaate In den trein. Van Bergen tot in Brussel, zijn alle sta tiën. alle barroelon stormenderhand inge nomen door de menigte, loodat de gehoelo reis, van Quóvy tot Dunsel, om zoo te zeggen eene gedurige ovatiu was. Jammer voor de nieuwsgierigen dit de trein lo snel reed... Om 6 ure rijdt de trein de Noordstatie te Brussel binnen. De President, het groot Hnt dor Leopolds orde dragende, gevolgd door Mov. Poincaré en M. Piohon, minister Van Builoolaudsche Zaken, stijgen uit en wisselen raat ouze orsten de gebruikelijke groeten. Daarbuiten hoeft do menigte roods ver nomen, dat onze hooge b zoekers aangeko men zijn. 't Is een gejuich zonder einde. Aan ieder venster, op de dikoe, io de straten is do menigte niet te tellen of te stillen. Allo oognn zijn op do gruote uit gangsdeur gericht. Do begroeiing der Brussolsoho bevolking. Daar verschijnt plotselings do Koning, gevolgd door M. Poicoaró on M. Piclio". Uit die duizenden hortint daar op hei «tatio- pleiu stijgt een enkele kroot op - lieve Frankrijk S Men ziut dat hot militair mu ziek speel/, men raadt d.r. het do Marseillaise is, dooti er is niets van (o (moren bet ge juich overstemt varre die koperen sto'..o;üi» dor instrumenten. Daar vorachijnen ook Mev. Poincaré on de Koningin. De donderende toejuichingen nemen zoo mogelijk nog too eu schijnen ten toppunt te stijgen, wanneu? maarschalk Foch buiten treedt met prins I-oopold. Al de soldaten staan daar als beeiicn voor den groeten oorlogsman. Een triomftocht. En nu wordt de stoet gevormd. M. Max, burgemeester, neemt plaats in don eersten auto In don tweedon, de Koning on M. Poincaré; daarna de Koningin on Mov. Poincaré, dan volgen Maarschalk Foch en •s Leopold, de eerodacnou ou da andere leden »an het gevolg vau don lvoning on M. Po cc.ré. Da maarschalk is in druk gesprek met prire Leopold en beider oogen schitteren van genoegen. M. Poir.caré, Mov. Poiucaró de Maarschalk weten maar r.iet waarheen te groeten. Het is een weergaloos en onverge telijk loonei. Reeds ia de stoet een heel eindje voorbij, dat het nog voortdurend weerklinkt van Leve Frankrijk Nog wordt er uiet hoedsn er. zakdoeken en Fransche en Belgische vlaggen gewaaid en gezwaaid. Die piotsolinge geestdriftige volksuitbars- tiag schijnt op onze bezoekers den diepsteD. roerendsUm indruk te makeu. Mr en Mev. Poincaré, Maarsohalk Focn en M. Pichon en hun gevolg, worden naar het Paleis de Bellevue gebracht, alwaar ka mers voor hen iu gereedheid gebracht waren. Patira greep de knobbeiige banden dor zien 9 ter. Jeanne, zeide hij aangedaan, moa'.on wij elkaar vaarwel zeggen Vaarwel is bel woord van hen die niet meer hopen, tot weerziens is het woord der Christenen Als de aardo ons ontglipt, blijft ons de hemel Eene seconde later hoorde men Joanne op haar stok leunende en onder het prevelen van gebeden zich verwijderen. In een ommezien bad Servan eau pak kieren van grof laken er. oen kinderkosluum klaar gemaakthij voegde er een korf le vensmiddelen bij en begaf zioli toon met Pa tira op weg. Hoe zeker Patira ook vau de bescheiden, beid van zijn vriend mocht zijn, bij ontdekte hem evenwol het geheim d r ondoraardscbo vertrekken niet hot bosuan o\r -rot Lad hiermede niets io maken om u.t den gang in de rotahoi.e ?/«rai;en, had da markies een Loop opeengestapelde s eene- moeten verplaatsen 'l zou voldoende zijn, die weder op elkaar te leggen om dsn gang te verborgen. Verlicht door de behandeling van La Fi leuse, leed Patira voet minder en kon hij sneller voortgaan werd hij wat al le ver moeid dan nam hij den arm van Servan. Er lieeraohte een lastig on p .olijk stil zwijgen onder de bei Ja w andelaars van tijd tot tijd droogde do fijnsmid eo igo dikke tranen weg, w olke langs zijne wegen rolden. Heelde eerst aohttiea jaar en vu nog niet Hulde van Frankrijk aan onze dooden Da menigte blijft zich in den omtrok ver- dringen. Zij wordt in bare hoop niet bedro gen. Daar gaat de poort van het Paleis van schoon ziobt wederom open en president Poincaré gaat uit. le voet. Hij is vergezeld van de generaals Weygsnt en» Rucquoy, graaf de Borchgrave o:i verscheidene Fran sche en Belgische offioieren. Do ordedienst heoft de handen vol, daar iedereen van dicht bij den president, de ver persoonlijking van het eeuwige Frankrijk il zien. Evenwel worden de policieposteo niot doorbroken en M. Poincaré en zijn gevolg, geraken zonder ongevallen tot aan de ge denkzuil. Voor het standbeeld van generaal Billiard houdt M. Poincaré een kort doch hartelijk gesprok runt M. Max. Vóór do gedenkzuil onzer dooden geko men, doet M. Poincaré oen toeken aan de juicheude menigto. Men verstaat dal leeken. M. Poincaré wil in kalmte aan de Belgisoho gesneuvelden, de ontroerde buide van ga lmei Frankrijk brongen. Aan den voet der gedenkzuil, naast de kroon onzer vorsten, legt M. Poincaré eene kroon neder, vorsierd met een Fransch lint, waarop men fóest Aan de Belgische soldaten, gevallen op het veld van eer, Huldeblijk der Fransche genegenheid. Na da ronde der gedenkzuil gedaan te hebben, keert de president, voortdurend toe gejuicht door do menigte, naar liet Paluia terug, alwaar do Koning con iatiora o::!bljt Ier tij.ior eero geeft. Het ontbijt ten paleize Om 1 1/2 ure, had ten paloize eon ontbijt plaats, door den Koning aan de hoogo ga «'.en aangeboden. Waren aanwezig De Koning, do Kooingin, prinsen Leopold en Karei, prinses Murie-José, de President on Mevr. Poincaré. maarsohalk Foch. M. Pichoo, M.' William Martin, bestuurder van het proto- kool, de kolonels i'ruoier eo Braconnier, de geueraals Peneion en Weygaad, M. Villel, graaf de Glcrmont-Tonnerre, M. Barbier, on. Recpuny, kolonel Callatay, Baron do Itorohgracn, kolonal 'i JSaratoveno. gravin do Borchgrave d'Altena, do Fransohe gezant in Balgio en Movr. de Margerie, graaf du Marode en praaf d'Oullreuioiit. Daar het eou gezetiig ontbijt was, worden geer.e heil dronken uitgebracht. Na het ontbijt bleven Koning Albert on president Poincaró langdurig in hartelijk gesprok gewikkeld: Builen, voor het Paleis bleof de menigte staan, onophoudend de Marseillaise en de lirabangonne zingend en vragend, dat M. Poincaré en maarschalk Fooh op het balkou zouden komen. Rond 9 ure, op liet oogenblik dat park verlicht wordt, uoodigt Koning Albert pre sident Poincaré maarschalk Foch ea Lan gevolg uit, zich naar het balkon ie bogovuu. Hunne verschijning wordt op oen donde rend gejuich begroet. Gedurende oen kwart uurs wordt aan ouze hoogo gasten en aan hun gevolg eene onbeschrijfelijke ovatie gebracht. Heel de menigte juigt de Fransohe en Belgische nationale Cederen, terwijl M.M. Poincaré en maarsohalk Foch, onmogelijk hunne ontroering kunnendo verbergen, de menigte dankend groeten. Dese antwoordt met een laals'on kreet, machtig als ecu orkaan Leve Frankrijk Bij hunne aankomst in het paleis, werden M. en Movr. Poincaré ontvangen door graaf Jean de Mcrode, groot-maarschalk van het Hof. Onze gasten werdon naar bel witte met dien slolcijoscheu moed gewapend, die de tranen in bet oog terugdringt en ze in liet hart tot berstens toe verkropt. Hij beschouwde tiet niet als eene zwak heid, wanneer hij zijne diepe smart uit stortte hij wist wel dat als het uur den ge- vasrs zou slaan, hij dezelfde zou zijn die bij allijd iu zulke beslissende stonden geweest was, gereed om ziju leven op te otteren voor hou die hij beminde. Maar terwijl hij naast Servan voorlwan- delde, ondervond hij eene zooderliugo aan doening da grond Lraoddu hem ouder de voeten hel scheen heat dat hij nimmer meer vrijelijk in dit laud door ellendelingen verwoest en waaruit men God verbande, zou adem halen. Hij gevoelde de behoefte ii zich ontwaken om een gewijden grond te ontvluchten, on verre, zoor verre, over du zeeën weg te trekken, or da gruwelen niet meer te z:oi. die hier iu de toekomst dreig den. Zijn blik dwaalde vreesachtig door de omstreke i rond de tegenwoordigheid van ee.; reiziger, van oen onbekende, zou hom voor het lot zijner dierbare l.oschermeliugen hekbeu doen sidderen. Go'ukkig oniiuoolte hij niomand in de eenzame streek en bereikte onopgemerkt de grol. De markies van Coëtquen keade Servan en aanvaardde zijne di.nisten men kwam alleen overoeu dat do uitmuntende man des avouds aan de vluchtelingen de lovonsmid delen zou brengen, die zij uoodig 1 a llen. Zo.dra Servan zich verwijderd had, trok Taog-uy hel nieuwe kostuum aan, dat hem salon geleid, alwaar hen door den Koning voorgesteld werden MM. baron do Fave- rean, voorzitter van den SenaatPoullet voorzittor der Kamer de ministers en de Staatsministers, evenals de burgerlijke en militaire aangehoorigen van IIH.Majesteiten. Prins Leopold Zooala wij hooger zegden, bevond prins Leopold zioh met maarschalk Foch in auto in den stoet, van de Noordstalio naar hot Paleis. Prins Leopold bevond zich aan da rechterzijde van maarschalk Foch. Op oeo gegeven oogenblik stond hij echter op oo verzocht beleefd en dringend met don maar sohalk van plaats te mogen wisselen. De maarsohalk moest wel toegeven. De menigte, ooggetuige van hel voorval, begreep eu vereeuigde in eene krachtigs ovatio, den Belgischen vorstentelg in bon - de police en den grijzen maarsohalk van Frankrijk. Roerende plechtigheden. Hulde aan onze aootfen Wij meldden hooger roods, dat de Koning en de Kuniogin eene kroon gingen neerlog- gon aan de gedenkzuil der gesneuvelden. Voorafgegaan door de hoogwaardigheids* bekleeders van hot Hof, begaf de Koning, in Icleinou tenue van luiteuautgeueraal, zioh inet do koningin ou prinses Marie José, on ge volgd door twee lakeien, dragers van eene prachtige kroon, zioh to voet naar de ge denkzuil. '.angzaam troJen zij het park binnen oq houdrfi stil voor het gedonkleoken. Aan de vier hoeken houden soldaten do wuoht. Do Koning, zichtbaar ontroerd, legt zeil do kroon aan don voet dor godonkzuil neer, terwijl de Koningin oa de jonge .prinses, diep ingetogen, de lippen krampaoiitig samen trekkend, blijven staan, liet is een hoogst ndoeulijk oogenblik, alhoewel zeer een voudig. Langs weerskanten der tralledeur staan eriniukten. die ook öioemen neerleggen aan den voet dor zuil, tor nagedachtenis en ver eering van huimo gesneuvelde wapenmak kers. De Koning, de Koningin en d? crinsos, groeten buigend de zuü en stappon in de utomob oien welko hen naar de Noordstatie brengen. De menigte in het oark, groet met roe- rendea eerbied, in overeenstemming met het ernstig karakter dezer kleine doch aandoen-* Iijke plechtigheid. Hulde aan onze generaals Gone indrukwekkende plechtigheid, waar over liet grootste geheim bewaard was, had Maandag morgénd, om 10 ure plaats in de hovingen van het paleis var. Brussel. De Koaing overhandigde er hel Groollint der Leopoldsorde, aan do generaals die de eerste aanleggers der zegepraal waren aan den stufoverste generaal Gillaiu aan dep bevelhebber dor i° divisie, generaal Bern- heim aan den bevelhebber der 2divisie, generaal Drabbel aan den bevelhebber der 3" divisie, gonerual Jacques aan den be velhebber der 4* divisie, generaal de Ceu- ninok aan den bevelhebber der 5® divisie, generaal Ituoquoyauu den bevelhebber der 6" divisie, generaal Biobayck aan den be- volbebbor der Rhyntroepen, generaalMioliel. Eene afdeeling vau het 19s linie, mal mu ziek en de vlag, waarop de meldingen IJser, Mcrckcm, Zarren, Handzame, prijken, luisterde do plechtigheid op. Waren ook aanwezig MM, Delacroix, aerato minialer, Piiul Hymans, minister van Builenlundsclie Zaken, baron de Broqueville zco goed als geheel onkenbaar maakte. Het koste vrij wat moeite, om den kleinon Hervé te bewegen zijne blauwe kleederon ten min ste voor een gedeelte met de door Servan medegebrachte te bedekkon want van uit trekken wilde h]j niets hooren. Het is de livrei van Ouze Lieve Vrouw zeide bij, als ik ze verlaat zullen do sleohte monsclien mij dooden. De monnikspij van broeder Antoaius word n elkaar gerold en diende het Blauwe Kind tol matras en lol deken. Hel kind sliep wel dra in ondor het murmoleod gesprok van Tanguy en Palira. Doze deed den markies eèn omstandig verhaal van do wonderlijke wijze waarop bij tol liet kerkerhol wa» aan getrokken, in 'i welk de arme Blanca ver- smachtte. Toon de fijnsmid zijn verslag geëindigd had, trok Tanguy den moedigen jonkman aan zijn hart. Gij zult mij nooit verlaten I zoide hij verstaal gij. nooit Ik zweer het u, antwoordde Palira. Beiden sliepen op hunne heart in. De glans turner schoono winterzon deed hom ontwaken; hunne ledematen waron verstijfd; Palira sprokkelde wat dor hout bij elkander, de markies deed den vuurslag spelen en toen het Blauwe Kind tijoo oogjes opende, kon het zijne kleiuu handen naar har'eluit warmen. Godure Je den loop van den dag werd de verborgen gang weder met sleenen gesloten, wier voegen men met aarde vulde. (Ver?4

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1919 | | pagina 1