V¥a! de werklieden niet weten
M.
7.
Iü9
HL TE BRUSSEL
DE SCHAT DER ABDIJ
vervolg van Patira
XXV»
I JAARGANG
NUMMER
Donderdag
24 Juli
Bureelep: Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Telepboon 114 I Gr
5 CENTIEMEN Drukker-UitgeverJ. Vak Nufiel-De Gehdt.
Voor
dt
de publiciteit buiten het Arrondissement Aalst, zich te wenden tot liet Agentschap Havas, 8, Martelaarplein, te. Brussel
8, Place de la Bourse, Parijs - en 105, Cheapside, Londen.
Het zevende gebod van het socialisme
luidt als volgtGij zult stelen wat gij kunt
Immers de Vooruit schreef- Wij zullen de
kapitalisten hun eigendom ontweldigen zon
der hun schadeloosstelling te gevou en het
komt er weinig op aan, of men dit diefstal
noemt
Zoodus landbouwers en werklieden, kleine
turgors, die met moeite een kapitaaltje ver
gaard hebt, gij weet dat u een nieuw Duilsch
regiem van levering te wachten staat,
dat eindigen moet met u op straat te brengen.
Wat het negende gebod betreft, daarover
Iaat de taal van den socialist Bebel geen
twijfel bestaan. Kan er, zegt hij, van huwe
lijk sprake zijn, als man en vrouw niets zijn
dan dieren Kan men spreken van een on-
verbreokbaren band Zeer zeker niet. De
vrouw blijft altijd vrij, even goed als de
man altijd vrij moet blijven I De verbinte
nis moet ophouden, zoodra ze niet meer be*
valt
De socialisten, willen alzoo, zooals in Rus
land, de maatschappij veranderen in een
verkenstal Wie lust heeft om daarin te
leven, moet maar bet socialisme aankleven 1
Het tiende gebod luidt als volgt Gij zult
eene algemeeue omwenteling voorbereiden
Wie geen omwenteling wil kan geen so
cialist zijn zegt de roode Bercaut. Eo Fer-
rant eeu socialistisch schrijver voegt er bij.
De kogels voor de burgera wij moeten het
dynamiet niet sparen
AI de geboden van bet socialisme ziju dus
een reohtstroeksche aanval op alles wat eer
lijk, deugdzaam en verheven is. Ook aar
zelt Van der Velde uiet te beweren dat de
godsdienst, de voornaamste hinderpaal is
van het socialisme
Werklieden, landbouwers en burgers die
tl misschien onbewust door de loonpolitiek
der roode leiders laat beet nemen, weet,
dat gij met bot socialisme aan te kleven en
te steunen, de toekomst uwer kindoren be-
dreigt, uw huisgezin naar den dieperik helpt
cn het Vaderland met ondergang bedreigt 1
Kiest Het woord ia aan U I
DE REVUE
De dag van gisteren is een onvergetelijke
dag g6v.eest voor Brussel, ondanks den
regen.
De overtalrijke menigte welke uit alle
koeien des lauds te Brussel samengestroomd
was, om onze bevrijders te zien deflleeren,
nam de zaak van den goeden kant op. Zij
liad zich gewapend met regenmantels of
regenschermen en zoo wachtten zij in den
piassenden regen tot bet beu vergund zou
zijn onze dappere bondgenooten en onze
eigen helden toe te juichen.
Ofschoon op aanvraag der Brusselsche
bevolking Koning Albert besloten had den
optocht der zegepralende soldaten veel te
verlengen, verdrong zich toch eene dloiit
opeengepakte menigte langsheen den weg.
Voetpaden, vensters zelfs dakep waren
stormenderhand bezet geworden. Vluding-
rijke nederige lipdpn uit den omtrek der
Congroskolóm komèn uit alle steegjes en
straatjes aangedraafd met tafels, stoelen,
banken, ladders, zelfs met wagens, en de
plaatsen zijn spoedig verhuurd, 't Is nog een
goede dag voor die arme lieden.
Eene eerste ovatie gaat tot de oorlogsver
minkten. 't Is eene lange stoet, en velen
worden door hunne echtgeuoote of zuster
naar de hun voorbehouden plaatsen geleid.
Ilier is bet een blinde, daar èen éénarm, wat
verder een met een houten been. Men werpt
ben bloomen... velen weenen.
Rechtover hej paleis waren stoelen voor
ben bewaard gebleven. Daarna komen eenige
kamions van het Roode Kruis en brengen
zwaar verminkten. Ook deze worden be
bloemd en hartelijk toegejuicht.
Eene groep Eugelsche soldaten, rond eene
vlag der Engelsche marine geschaard, zingt
Eogels^he liederen om den tijd te dooden.
Onnoodig te zeggen, dat het refrein van den
Tipperary door gunsoh de menigte in koor
medegezongen wordt.
Intusschen hebben al de troepen hunne
standplaats ingenomen, en om 1/4 ure
juist verlaten Koning Albert en maarschalk
Foch govolgt door generaal De Ceuninck,
prins Leopold, generaal Weygand, generaal
Gillain en een schitterenden staf, te paard
het paleis, om de troepen in oogenschouwd
te nemen.
De regen heeft geen vat, noch op do sol
dalen, noch op do menigte en de toejuichin
gen volgen elkander onverpoosd op. Van aan
de Schaarbeekpoort tot aan de Louizapoort
is bet een ononderbroken ovatie.
De Koning, de Maarschalk en hun gevolg
trekken eerst voorbij het Amerikaansohe
kontingent. Dezer 15 vlaggen groeten.Recht-
over bet ministerie van Landbouw ziju het
de Fransohen, Alpenjagers, Algiersche
scherpschutters en dragonders. Dan komt de
beurt aan de Engelschen stijf en waardig als
immer, de Japanners die eene prachtige
kroon in roode en witte bloemen dragon,
met het opschrift - Aan onze dappere ge
zellen van het Belgisch leger, gevallen voor
het Vaderland de Chineezen te paard,
oen schilderachtige groep vormende, de
Grieken, de Polen, de Portugeezen, do Rou-
menen, de Serviërs, de Siameezen, de
Tscbeck-Slovakken. De Belgen staan de
laalsten.
Aan de Louizapoort, wenschen de Koning
en de maarschalk generaal de Ceuninck ge
luk om de prachtige houding dor Belgische
troepen. Dan verwijderen zij zicli longs de
Poelaertplaata en de Regentschapstraat, om
na^f hot Paleis terug te keoren.
DE DÉFILÉ
Intusschen hebben de Koningin, Mr en
Mev. Poinoaró, prinses Marie José, prins
Karol en hun gevolg plaats genomen in de
Koninklijke tribuun.
Om 10 1/2 ure komt Koning Alben met
maarschalk Foch, prins Leopold en hun ge
volg op de Palnizenplaats terug. Zij stijgen
„af en begeven zich ook naar de tribuuQ.
Koning Albert neemt plaats in het midden
met Prosident Poincaró, de Koningin, maar
schalk Foch en prins Leopold aan de rech
terzijde. Links zitten Movr. Poincaré, prinses
Marle-José en prins KareL Achter hen
nemen plaats M. de Margerie, Fransohe
gezant te Brussel on de loden van het gezant
schap, M. Masson, minister van oorlog, de
grootmaarschalk van het Hof, de eeredamen
en de hoogere officieren van den Belgis&hen
en volronden staf.
En nu begint oumiddelijk de défilé of Op
tocht der verbonden troepen. Het gejuich
beschrijven is totaal onmogelijk. Het is een
oorverdoovend geroep van Leve Het
overige kan mon onmogelijk verstaan...
Als bij too verslag zijn de regenschermen
verdwenen. Mon moet de handen vrij hebben
om met hoeden en zakdoeken te wuiven, om
bloemen te werden.
Een peloton gendarmen opent den optooht.
Dan volgt generaal de Ceuninck met zijnen
staf. Dan komèn de afdeelingeu der verbon
den legers het 5* Amerikaansche veldartil
lerie, in lange rijen. Alhoewel het hier eeue
andere manier van toejuichen is dan bij hen,
schijnen de Amerikanen zichtbaar verrast
over de ovatie welke hen gebracht wordt.
Bloemen worden geworpen uit alle ven
sters.
Daarop volgen de Franschen en nu is het,
als breekt een orkaan los. Het geroep
Leve Frankrijk Leve de Poilus l is waar
lijk oorverdoovend. De Frausohe troepen,
door Raoul De Navery
(1346 VERVOLG.)
De mos en de muurplaten zouden in de
eerstkomende lente het werk dezer afslui
ting voltooien en er een karakter van oud-
Leid aan geven.
Des avonds kwam Servao weder. Op de
vragen die hem gedaan werden, antwoordde
Lij niets nieuws vernomen te hebben de
bende der sansculotten verwoestte de om-
stroken van Dinan burger Brutus had zijne
bediening in de stad hernomen zijn ijver
kond gedaan door de inhechtenisneming van
eefi groot getal mannen en vrouwen, be-
aohuldigd van tegen de Republiek samen te
zweren? I
Maar, vroeg de markies, zijt gij er ook
zeker van, dat ze geene kwade plannen te
gen het van Goétquen smeden
be tnafile» wist nog mets van den brand
van het voorvaderlijke erfgoed, en den dood
van Flprent en zijne dienaren.
Servao htog het hoofd en !Patira bewaarde
het stjlzwjjgen. Tanguv begreep hen. Hij
yatte de hand tan den njnsmid en drukte ze
öaet eene lievigheid dje meer zei dan de wel
sprekendste Woorden.
Mijne broeders, vroeg hij met halve
stem.
Wij tullen voor ben bidden, mijnheer
de markiée.
onder de bevelen van generaal Grumbach,
hebben bloemen aan de bajonet en aan het
knopgat. Op sommige plaatsen kunnen de
Franschen schier niet vooruit, daar de bloe
menregen al te hevig is.
Sohier op geheel den doortocht weerklinkt
de Marseillaise. De soldaten beantwoorden
de ovatie der menigte e i zelfs de officieren
werden door den geestdrift der menigte
verleid... Zij kunnen onmogelijk ernstig
blijven en groetten ook voortdurend.
Na de Franschen rukken de Engelschen
aan, mariniers en voetvolk, onder de bevo
len van generaal Bealbrown. Dan volgen de
Italianen, onder het bevel van generaal
Cordero di Montezesoolo. De Italianen dra
gen het geweer horizontaal. Vervolgens
komt eene afgevaardiging Japaanscho en
Cbineesche officieren, do Griekscbe infante
rie ook in kakbi, het Poolsche voetvolk in
't blauw, de Portugeezen do Brabangonne
spelend, dan de Roumerien, de Serviërs, de
Sianeezen, de Tscheekon.
Allen worden geostdriftig toegejuicht.
De vlaggen dezer verschillige afdeelingen
komèn zich rechtover de Koninklijke tribuun
plaatsen.
De toejuichingen nemen plotselings een
overweldigen omvang daar ziju onze sol
daten. Op hunne vlaggen leest men de roem
rijke opschriften Luik, Haelen, Handzame,
Clercken, Merckem, Ieparen, Passchendaele,
Diksrauide, Poelkapelle, Houthulst, Zarren,
enz., enz.
Voorop do linlelroepen, dan de genie on
de verschillige andere infanleriewapens, de
Kongolroepen, waarvan do vaandeldrager
een prachtige neger is, de mitrailleurs, loop
graaf mortieren, artillerie, enz., enz.
Do kroten-: Leve h6t Leger I Leve het
Vaderland 1 Leve België volgen elkander
onverpoosd op.
Boven de troepen, op geringe hoogte,
vliegt een overgroot vliegtuig in allerlei
zwenkingen.
De troepen zija voorbij de koninifjtce tri
buun. D« vlaggen komou koning Aitort en
de genoodigden groeten, waarna onze vor
sten, M. en Mevr. Po'inoarév maarschalk
Foch en hun gevolg, naar het paleis terug
keeren.
Een oogenblik later is geheel de Paleizen-
plaats ovorrompeld. Het volk is in een oog
wenk over de afsluitingen geklommen en
bevindt Lich thans vlak voor hot paleis, den
president vragend.
Eenige sekonden houdt het geroep op,
wanneer de Koning, de Koningin, do prin
sen, de president. Mevr. Poincaró en maar
schalk Foch zich aan een der vensters van
het paleis vertoonen, om dan in eene uitbun
dige ovatie wederom los te broken.
Langs de Boulevards.
De troepen zolton intusschen hun zegevie
renden optocht langs de boulevards voert.
Overal worden zij gefeest en toegejuicht.
Hier is het zoo strong niet meer en soldaten
zingen gezwind met de menigte do gekende
Madeion en Tipperary mede.
Op de Rogierplaals ging do optocht uiteen
en do soldaten konden naar hun kantonne-
ment terug keeren.
De Slacluofiar»
\n het gedrang zijn eenige personen ziek
ge^niien. Om 10 1/2 ure, waren reeds IS
personen naar de ambulancierijiuigen over
gebracht. Aao de ScUaarbeekpoort was eene
vroaw aan eene hartaandoening bezweken.
Een militair ontbijt
Na den optocht bad ten paleize een mili
tair ontbijt plaats. Behalve de Koninklijke
familie M. en Mev. Poincaré, M. Masson,
minister van oorlog en M. do Margerie,
waren er nog een 70 lal genoodigden, allen
opperofficioren der verbonden legers en hoog
waardigheidsbekleders van hot Hof.
O, dacht Tanguy, de wraak Gods is
zeer snel geweest. Patira wist niet dat Gael
er in geslaagd was bet kasteel te verlaten
alvorens Simon eu de bende van l'Enciume
er waren aangekomen.
Hoe groot de misdaad zijner broeders ook
geweest was, de tijdiög van hun dood ver
vulde des niettemin het hart van den mar
kies met bitterheid. Hij stelde zich hunne
vreeselijke worsteling met do revolution
nairen voor indien de broeder sidderde, de
Christen vreesde en met het hoofd in zijne
handen geborgen, herhaalde Tanguy
Heer, Heer, ontferm a over hunne
zielen 1
Na verloop van drie dagen eelde Patira
tot Servan
Morgen moet ge niet naar de grot ko
men wij veranderen vandaag van schuil
plaats. In 't vervolg zult ge ons bij den eik
der Twaalf Boogschutters vinden.
Meent gij dus sterk genoeg te zijn om
zoo ver te gaan vroeg de smid.
Ja, antwoordde Patira, en 't is voor ons
gemeen welzijn niet raadzaam, lang in eene
en dezelfde schuilplaats te blijven.
Inderdaad des avonds verlieten de drie
voortvluchtigen de grot van Léhon.
De markies hield Hervé bij de hand Pa
tira droeg met ziin gezonden arm den korf
met levensmiddelen. De grond, door don
vorst tot ijs geworden, kraakte onder hunne
voetstappen Ijet kind rilde somtijds, en
tooh ontlokte dwe wandeling in een helde
ren, rijk gesterffden winternacht hem aleehls
In het Parlement
De Kamer was prachtig met bloemen en
planten versierd eu als in een park herscha
pen. In de Senaat/aal geeo vlaggon. Alleen
op de plaats waar Miss Edith Ca veil zich
hoorde ter dood veroordoelen door do Duil-
schers prijkten de Engelsche kleuren, tor-
wijl de plaatsen waar de Belgische helden
veroordeeld werden met onze driekleur ver
sierd is.
Ondanks den stortregen verdringt zich
eene menschenmassa voor het Naliepaleis.
Men wil kost wat kost onze gasten toejui
chen 1 1
Eenige miDuten voor 2 ure komen de Ko
ningin en Mev. Poincaró aan. Zij worden
ontvangen door de bureelen van Kamer en
Senaat en onder geestdriftig gejuich, langs
den grooten trap van den Senaat naar de
Kamer geleid.
Bijna op hetzelfde oogenblik, doet eene
groep Fransche generaals zijne intrede. Zij
groeten de roemrijke Belgische regiments-
vlaggen, welke straks dou Koning zullen
begeleiden. Wanneor maarschalk Foch zioh
naar de hem vooi^ehouden plaats begeeft,
weerklinkt geestdriftig geroep Leve Fochl
Leve Frankrijk
Vijf minaien later doen ook Koning Al-
bert en M. Poincaró hunne intrede. Zij wor
den met hetzelfde ceremonieel ontvangen
als bij het bezook van president Wilson en
op een onvergetelijke ovatie onthaald.
M. Poullet, voorzitter der Kamer, spreekt
eene prachtige redevoering uit, waarin hij
vooral doet Uitschijnen, de genegenheid der
Belgen voor hunne Franscho zusternatie en
de hoop uitdrukt, dat aangezien Frankrijk
en België meest te lijdon haddeu door de
bezetting, Frankrijk en België hand in hand
zouden gaan in de toekomst, om de puinon
te vervangen.
De redevoering van M. Poullet werd her
haalde malen onderbroken, door het geroep:
Leve Frankrijk Leve Poincaró I Leve de
Koning l
M. Poincaró in eene prachtige improvi
satie dankt Belgie voor zijno gulhartige ont
vangst, brengt hulde aan-de opoffering, toe
wijding en eendracht der Belgen. Hij besluit
zijne rede als volgt
Eon Duilsch gouverneur heeft verklaard
dat het Bulgiseh karakter een raadsel was.
Ja, een raadsol voor hem (gelach), zooals do
Polen en de Franschen van deo Elzaï oen
raadsel voor de Duilschors waren. (Hulde
betuiging aan Polen en Elzas). Die gouver-
nour l;egreop den drang der fierheid en het
verzat der vrijheid niet. IIij wist het niet,
dal de Belgen reeds sedert don tijd van Gesar
moedig en vrijheidslievend zijn. Men heeft
geen listen gespaard, om u te verdoelen,
maar al die konkelarijen hebben u juist na
der tol elkander gebracht, en Vlamingen en
Walen komen vers'.orkt en de eonheid van
het land rijst kloekor uit de beproeving en
den strijd. (Lai)g. toej.)
Voor die vrijheid streedt gij in den tijd der
gemeenten, streden Jan van Brabant, de
gebroeders Artevelde. Die roemrijke ge
schiedenis werd bekroond door deze vier
laatste jaren. Gij hobtgeleden en geworsteld
om weer in bezit van uw land te lcomeD,
maar ook om het Recht te wreken. Als
Frankrijk waart gij de wakende schild wacht
van het menschelijk gevoel. (Langdurige
toejuiohingon).
Vereenigd in den oorlog, willen wij het
ook in den vrede zijn I
Laten wij van elkander hopsn. dat de
vrede voor beide lauden voorspoedig zij en
er spoedig de ruïnen herstellen en het werk
materiaal verbeteren moge, opdat het nor
male leven hernomen worde.
Frankrijk behoudt u zijn dankbaarheid en
vriendschap en ik bon gelukkig voor u deze
gevoelens temogen uitdrukken. (Langdurige
ovatie).
De menigte, als geëleclriaeerd zingt de
Marseillaise. Nooit kendo het Parlement
zulk begeesterend en roerend oogenblik.
De coremonie is afgeloopen.
Eene laatste ovatie en de Koning' de Ko
ningin, de -president en Mev. Poincaré kee
ren naar hunne autos terug.
De Fransche- werken
M. Poincaré ontving in het Paleis van
Brussel, do afgevaardigingen der Fransche
kolonie to Brussel. Daarna ging liij een be
zoek brengen aao de Fransche school, An-
derlechtlaao.
Ten Stadhuize
Om 5 i/2 ure word de prosident, Mev.
Poincaró en maarschalk Foch, door den Ko
ning, de Koningin eaprins Leopold naar het
stadhuis gobracht.
ij werden er op den dorpel ontvangen
door M. Max on de leden -van hot soliepan.
kollegie en naar de pracblig versierde Go
tische zaal gebracht.
M. Max hiold er eene van geestdrift bla
kende redevoering, hulde brengend aan het
Franscho leger, en gehool de Franscj|e natie
en de hoop uitdrukkond dat de genegenheids-
banden welke Frankrijk aan Belgie hechten
steeds nauwer toegohaald zouden worden.
M. Poiucaró in zijn antwoord wees er vooral
op dat de Fransoh Bolgische genegenheid
vooral gesteund was op onderling vertrou
wen en waardeering en onverbreekbaar zou
blijven. Vervolgens brengt hij buide aan het
heldhaftig gedrag van M. Max en zijn op
volger Lomonnier, die hom weldra iu bal
lingschap ging vervoegen zegt dat zij heel
Frankrijk door bewonderd werden. Namens
Frankrijk, zusternatie van Belgie en evenals
Belgie bewaarster der menschelijke vrijho-
don, hartelijken dank (geestdriftige toejui
chingen). Daarna had oen concert plaats, in
een nevenzaal, terwijl daarbuiten op d#
Groote Markt de muziekeu van hel 8, 18 eu
19 linie en van het 1 gidsen, met vier zang-s
vereenigingen een ooucert gaven.
De president en de Koninklijke familie
verschijnen op het balkon. Al de aanwezigen
zingen de Marseillaiseterwijl een ouver-
wacht en gelukkig opgevat schouwspel zich
ontrolt.
Drie even talrijke groepen meisjes, zwaaien
boven hunne hoofden de eenen blauwe, de
middenste witto en de derde roode vlaggen,
zoodat het als een groote levende vlag is,
waaruit den kreet Leve Frankrijk opstijgt l
Wanneer op het einde vaa hst Concert da
Brabangonne aangeheven wordt, herhalen
de meisjes het tooneel van zooeven, dooh
ditmaal zijn het de Belgische kleuren ea on
der den kreet Leve België 1
Het feest loopt om 7 ure ten einde.
De Koninklijke familie en hunne genoo
digden, worden naar 't paleis teruggevoerd.
Het galaontbijt
Om 8 are had ten Paleize een galaoütbgt
plaats, door den Koning aan zijne hooge
gasten aangeboden. Er waren 2i6genoé-
digden in de prachtige saai, waaronder kar
dinaal Mercier. de vreemde gezanten, de mi
nisters, enz., enz.
Koning Albert «telde er e*D heildronk In
het genoegen uitdrukkende aller Belgen in
dit plechtig uar, brengt op zijne beurt een
warme hulde aan het onvergelijkelijke Fran
sche leger en aan maarschalk Fooh die de
geallieerde strijdkraohten ter zegepraal leid
de Gij hebt gedurende de oorlogsjaren
woorden gesproken die weerklank vonden
ver over de grenzen van uw land. Onze lan
den hebben elkander leeren achten en bemin
nen op de slagvelden waar heiden hun bloed
vergoten. Meer dan ooit rekent België op
den steun van Frankrijk, van het land aaa
hetwelk ik uit uit ganaoher harte een gloria-
rijke toekomst wensoh.
De Koning dronk dan op President Poin-
kreten van blijdschap. Do markies en Patira
wierpen angstige en onderzoekende blikken
naar den gezichteinder van tijd tot tijd
erhief zich in de verlo een rookkolom, of
een rossige gloed kleurde de hemel, het was
een brand, door de moderne Wandalen ont
stoken.
Na verloop van een uur werd Hervé moe
de Tanguy nam hein op en droeg hem op
zijne armen. Vóór de klok elf ure wees, be
reikten zij den eik, in wiens nabijheid de
hut van den klompenmaker een puinhoop
vormde. Patira wees met zijne hand een
plekje aan, dat voortaan geheiligd was de
markies knielde op hot graf van Blanca no-
der.
Ilier sluimert de heilige, lispelde Herve.
En daar voegde hij er bij, beeft bet
paard van graaf Floront mij omvergewor
pen.
Bid, mijn engel, zeide de markies.
SerSGn kwam den volgenden dag. Hij
bracht slechte tijdingen niedo.
Niemand zal ontsnappen, zeide hij de
bandieten hebben het kasteel de la Hunan-
daye is asch gelegd, Mout.<fi)an is ook door
het vuur vernield.
Nog twee dagen, zeide Patira. en mijn
arm zal bijt-a genezen zijn dan tal hot mij
mogelijk wozon een middel cn te gaan spo
ren om den markies aao g«»e zijde van het
kanaal te krijgen. Onzen oprechten dank,
Servan wij zullen in 'i vervolg voor ons
zelve zorgen.
Qod zegene u en brenge u behouden
weder zeide de smid, terwijl hij zijn hoofd
onlbloote.
En hij verwijderde zich aangedaan.
Daags daarna drongen de vluchtelingen in
de bosschen door zij begonnen zich aan het
donkbeeld van den strijd te gewennen; ge-
duronde de eerste dagen sidderde de markies
meer bezorgd voor het leven van Hervé dan
voor zich zeltjo, hij de gedach'en van
onvoilig gemaakt land te doorkruisen; het
dacht hem dal iedereen hem zou herkennen
maar hij werd hieromtrent gerustgesteld,
toen hij achtereenvolgens drie zij'nar pach
ters van Coëtpuen tegenkwam, die Patira
slaar.do hielden en met hem spraken, zonder
op hun meester acht te slaan. Ongelukkig
genoeg konden de reizigors niet altijd in d
bosachen blijven, zij moesten eindelijk den
openbaren weg nemen. Ilier was liet, dat
hun twee mannen te gemoet kwamen, waarin
Patira lerslond Kadoc en Trécor herkende.
Ilelzij Kadoc achterdocht opvatte, of dat
hij werkolijk behoefte gevoelde om een pot
appelwijn te ledigen, hij hield Patira aan en
zejde tot hem
De kroog van La Fumade ia uiet ver
af, wat geeft ge aan een patriot gelijk ik
ben
Al het water der Rance orn u te ver
drinken, antwoordde Patira lachende.
Dat is niet genoeg, hervatte Kadoc,
voeg er den cidre van la Fumade bij... Ge
moet iets over hebben voor de echte patriot
ten, zie: ge Zijt ge ook een echte, hm
Terwijl gij en Jean l'Enclumo én Tré-
cor mij van den morgen tot den avond
ranselde, li9b ik heusoh den tijd niet gehad
om mij eene politiek^ meening te vormen...
Ik werk stevig voor den kost, meer weet ik
u niet te zeggen, en dat moest dankt mij,
iedereen doen.
En waar gaat ge nu heen
Naar Dinan, om te hooren «rat daar
zoo al voorvalt.
Kom mee naar Corentin,, ik cal u allot
vertellen.
Ik ben gehaast, antwoprdde Patir^.
Pas op, kleine gannef t hernam EUdoo,
gij weet dat ge tot de verdachten behoi
Men heeft u verleden Zondag in de ml*
zien tracht de liedeo te doen vergetéQ
de abbé do Guóthenoc uw vriend en de
toor van Saint Hélen uw biechtvadot wal
Hebben we de Republiek vroég
lira.
Natuurlijk, antwoordde Raomhoorn.
Dan zijn de gevoelen» ook vnjj.
Dat wil zeggen de onze, anders...
De guillotine, hè
Kom drinken, "Kadoc, gij hebt gél^k i
de patriotten herkennen elkander mét hél
glas in de banden.
Ik moet dien spitsboef een roes Uif*
indrinken, dacht de njnsmid, andert «oü öfcf
een ongeluk overkomén.
De kroeghouder bracht drie blinkend*
glazen en een stoop appelwijn.
Neen, brandewijn beval Palir* Lftf'
taal gij met d&ien dukaat, La Fumaaotf_
(Vervol#).