V¥a! de werklieden niet weten M. 7. Iü9 HL TE BRUSSEL DE SCHAT DER ABDIJ vervolg van Patira XXV» I JAARGANG NUMMER Donderdag 24 Juli Bureelep: Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Telepboon 114 I Gr 5 CENTIEMEN Drukker-UitgeverJ. Vak Nufiel-De Gehdt. Voor dt de publiciteit buiten het Arrondissement Aalst, zich te wenden tot liet Agentschap Havas, 8, Martelaarplein, te. Brussel 8, Place de la Bourse, Parijs - en 105, Cheapside, Londen. Het zevende gebod van het socialisme luidt als volgtGij zult stelen wat gij kunt Immers de Vooruit schreef- Wij zullen de kapitalisten hun eigendom ontweldigen zon der hun schadeloosstelling te gevou en het komt er weinig op aan, of men dit diefstal noemt Zoodus landbouwers en werklieden, kleine turgors, die met moeite een kapitaaltje ver gaard hebt, gij weet dat u een nieuw Duilsch regiem van levering te wachten staat, dat eindigen moet met u op straat te brengen. Wat het negende gebod betreft, daarover Iaat de taal van den socialist Bebel geen twijfel bestaan. Kan er, zegt hij, van huwe lijk sprake zijn, als man en vrouw niets zijn dan dieren Kan men spreken van een on- verbreokbaren band Zeer zeker niet. De vrouw blijft altijd vrij, even goed als de man altijd vrij moet blijven I De verbinte nis moet ophouden, zoodra ze niet meer be* valt De socialisten, willen alzoo, zooals in Rus land, de maatschappij veranderen in een verkenstal Wie lust heeft om daarin te leven, moet maar bet socialisme aankleven 1 Het tiende gebod luidt als volgt Gij zult eene algemeeue omwenteling voorbereiden Wie geen omwenteling wil kan geen so cialist zijn zegt de roode Bercaut. Eo Fer- rant eeu socialistisch schrijver voegt er bij. De kogels voor de burgera wij moeten het dynamiet niet sparen AI de geboden van bet socialisme ziju dus een reohtstroeksche aanval op alles wat eer lijk, deugdzaam en verheven is. Ook aar zelt Van der Velde uiet te beweren dat de godsdienst, de voornaamste hinderpaal is van het socialisme Werklieden, landbouwers en burgers die tl misschien onbewust door de loonpolitiek der roode leiders laat beet nemen, weet, dat gij met bot socialisme aan te kleven en te steunen, de toekomst uwer kindoren be- dreigt, uw huisgezin naar den dieperik helpt cn het Vaderland met ondergang bedreigt 1 Kiest Het woord ia aan U I DE REVUE De dag van gisteren is een onvergetelijke dag g6v.eest voor Brussel, ondanks den regen. De overtalrijke menigte welke uit alle koeien des lauds te Brussel samengestroomd was, om onze bevrijders te zien deflleeren, nam de zaak van den goeden kant op. Zij liad zich gewapend met regenmantels of regenschermen en zoo wachtten zij in den piassenden regen tot bet beu vergund zou zijn onze dappere bondgenooten en onze eigen helden toe te juichen. Ofschoon op aanvraag der Brusselsche bevolking Koning Albert besloten had den optocht der zegepralende soldaten veel te verlengen, verdrong zich toch eene dloiit opeengepakte menigte langsheen den weg. Voetpaden, vensters zelfs dakep waren stormenderhand bezet geworden. Vluding- rijke nederige lipdpn uit den omtrek der Congroskolóm komèn uit alle steegjes en straatjes aangedraafd met tafels, stoelen, banken, ladders, zelfs met wagens, en de plaatsen zijn spoedig verhuurd, 't Is nog een goede dag voor die arme lieden. Eene eerste ovatie gaat tot de oorlogsver minkten. 't Is eene lange stoet, en velen worden door hunne echtgeuoote of zuster naar de hun voorbehouden plaatsen geleid. Ilier is bet een blinde, daar èen éénarm, wat verder een met een houten been. Men werpt ben bloomen... velen weenen. Rechtover hej paleis waren stoelen voor ben bewaard gebleven. Daarna komen eenige kamions van het Roode Kruis en brengen zwaar verminkten. Ook deze worden be bloemd en hartelijk toegejuicht. Eene groep Eugelsche soldaten, rond eene vlag der Engelsche marine geschaard, zingt Eogels^he liederen om den tijd te dooden. Onnoodig te zeggen, dat het refrein van den Tipperary door gunsoh de menigte in koor medegezongen wordt. Intusschen hebben al de troepen hunne standplaats ingenomen, en om 1/4 ure juist verlaten Koning Albert en maarschalk Foch govolgt door generaal De Ceuninck, prins Leopold, generaal Weygand, generaal Gillain en een schitterenden staf, te paard het paleis, om de troepen in oogenschouwd te nemen. De regen heeft geen vat, noch op do sol dalen, noch op do menigte en de toejuichin gen volgen elkander onverpoosd op. Van aan de Schaarbeekpoort tot aan de Louizapoort is bet een ononderbroken ovatie. De Koning, de Maarschalk en hun gevolg trekken eerst voorbij het Amerikaansohe kontingent. Dezer 15 vlaggen groeten.Recht- over bet ministerie van Landbouw ziju het de Fransohen, Alpenjagers, Algiersche scherpschutters en dragonders. Dan komt de beurt aan de Engelschen stijf en waardig als immer, de Japanners die eene prachtige kroon in roode en witte bloemen dragon, met het opschrift - Aan onze dappere ge zellen van het Belgisch leger, gevallen voor het Vaderland de Chineezen te paard, oen schilderachtige groep vormende, de Grieken, de Polen, de Portugeezen, do Rou- menen, de Serviërs, de Siameezen, de Tscbeck-Slovakken. De Belgen staan de laalsten. Aan de Louizapoort, wenschen de Koning en de maarschalk generaal de Ceuninck ge luk om de prachtige houding dor Belgische troepen. Dan verwijderen zij zicli longs de Poelaertplaata en de Regentschapstraat, om na^f hot Paleis terug te keoren. DE DÉFILÉ Intusschen hebben de Koningin, Mr en Mev. Poinoaró, prinses Marie José, prins Karol en hun gevolg plaats genomen in de Koninklijke tribuun. Om 10 1/2 ure komt Koning Alben met maarschalk Foch, prins Leopold en hun ge volg op de Palnizenplaats terug. Zij stijgen „af en begeven zich ook naar de tribuuQ. Koning Albert neemt plaats in het midden met Prosident Poincaró, de Koningin, maar schalk Foch en prins Leopold aan de rech terzijde. Links zitten Movr. Poincaré, prinses Marle-José en prins KareL Achter hen nemen plaats M. de Margerie, Fransohe gezant te Brussel on de loden van het gezant schap, M. Masson, minister van oorlog, de grootmaarschalk van het Hof, de eeredamen en de hoogere officieren van den Belgis&hen en volronden staf. En nu begint oumiddelijk de défilé of Op tocht der verbonden troepen. Het gejuich beschrijven is totaal onmogelijk. Het is een oorverdoovend geroep van Leve Het overige kan mon onmogelijk verstaan... Als bij too verslag zijn de regenschermen verdwenen. Mon moet de handen vrij hebben om met hoeden en zakdoeken te wuiven, om bloemen te werden. Een peloton gendarmen opent den optooht. Dan volgt generaal de Ceuninck met zijnen staf. Dan komèn de afdeelingeu der verbon den legers het 5* Amerikaansche veldartil lerie, in lange rijen. Alhoewel het hier eeue andere manier van toejuichen is dan bij hen, schijnen de Amerikanen zichtbaar verrast over de ovatie welke hen gebracht wordt. Bloemen worden geworpen uit alle ven sters. Daarop volgen de Franschen en nu is het, als breekt een orkaan los. Het geroep Leve Frankrijk Leve de Poilus l is waar lijk oorverdoovend. De Frausohe troepen, door Raoul De Navery (1346 VERVOLG.) De mos en de muurplaten zouden in de eerstkomende lente het werk dezer afslui ting voltooien en er een karakter van oud- Leid aan geven. Des avonds kwam Servao weder. Op de vragen die hem gedaan werden, antwoordde Lij niets nieuws vernomen te hebben de bende der sansculotten verwoestte de om- stroken van Dinan burger Brutus had zijne bediening in de stad hernomen zijn ijver kond gedaan door de inhechtenisneming van eefi groot getal mannen en vrouwen, be- aohuldigd van tegen de Republiek samen te zweren? I Maar, vroeg de markies, zijt gij er ook zeker van, dat ze geene kwade plannen te gen het van Goétquen smeden be tnafile» wist nog mets van den brand van het voorvaderlijke erfgoed, en den dood van Flprent en zijne dienaren. Servao htog het hoofd en !Patira bewaarde het stjlzwjjgen. Tanguv begreep hen. Hij yatte de hand tan den njnsmid en drukte ze öaet eene lievigheid dje meer zei dan de wel sprekendste Woorden. Mijne broeders, vroeg hij met halve stem. Wij tullen voor ben bidden, mijnheer de markiée. onder de bevelen van generaal Grumbach, hebben bloemen aan de bajonet en aan het knopgat. Op sommige plaatsen kunnen de Franschen schier niet vooruit, daar de bloe menregen al te hevig is. Sohier op geheel den doortocht weerklinkt de Marseillaise. De soldaten beantwoorden de ovatie der menigte e i zelfs de officieren werden door den geestdrift der menigte verleid... Zij kunnen onmogelijk ernstig blijven en groetten ook voortdurend. Na de Franschen rukken de Engelschen aan, mariniers en voetvolk, onder de bevo len van generaal Bealbrown. Dan volgen de Italianen, onder het bevel van generaal Cordero di Montezesoolo. De Italianen dra gen het geweer horizontaal. Vervolgens komt eene afgevaardiging Japaanscho en Cbineesche officieren, do Griekscbe infante rie ook in kakbi, het Poolsche voetvolk in 't blauw, de Portugeezen do Brabangonne spelend, dan de Roumerien, de Serviërs, de Sianeezen, de Tscheekon. Allen worden geostdriftig toegejuicht. De vlaggen dezer verschillige afdeelingen komèn zich rechtover de Koninklijke tribuun plaatsen. De toejuichingen nemen plotselings een overweldigen omvang daar ziju onze sol daten. Op hunne vlaggen leest men de roem rijke opschriften Luik, Haelen, Handzame, Clercken, Merckem, Ieparen, Passchendaele, Diksrauide, Poelkapelle, Houthulst, Zarren, enz., enz. Voorop do linlelroepen, dan de genie on de verschillige andere infanleriewapens, de Kongolroepen, waarvan do vaandeldrager een prachtige neger is, de mitrailleurs, loop graaf mortieren, artillerie, enz., enz. Do kroten-: Leve h6t Leger I Leve het Vaderland 1 Leve België volgen elkander onverpoosd op. Boven de troepen, op geringe hoogte, vliegt een overgroot vliegtuig in allerlei zwenkingen. De troepen zija voorbij de koninifjtce tri buun. D« vlaggen komou koning Aitort en de genoodigden groeten, waarna onze vor sten, M. en Mevr. Po'inoarév maarschalk Foch en hun gevolg, naar het paleis terug keeren. Een oogenblik later is geheel de Paleizen- plaats ovorrompeld. Het volk is in een oog wenk over de afsluitingen geklommen en bevindt Lich thans vlak voor hot paleis, den president vragend. Eenige sekonden houdt het geroep op, wanneer de Koning, de Koningin, do prin sen, de president. Mevr. Poincaró en maar schalk Foch zich aan een der vensters van het paleis vertoonen, om dan in eene uitbun dige ovatie wederom los te broken. Langs de Boulevards. De troepen zolton intusschen hun zegevie renden optocht langs de boulevards voert. Overal worden zij gefeest en toegejuicht. Hier is het zoo strong niet meer en soldaten zingen gezwind met de menigte do gekende Madeion en Tipperary mede. Op de Rogierplaals ging do optocht uiteen en do soldaten konden naar hun kantonne- ment terug keeren. De Slacluofiar» \n het gedrang zijn eenige personen ziek ge^niien. Om 10 1/2 ure, waren reeds IS personen naar de ambulancierijiuigen over gebracht. Aao de ScUaarbeekpoort was eene vroaw aan eene hartaandoening bezweken. Een militair ontbijt Na den optocht bad ten paleize een mili tair ontbijt plaats. Behalve de Koninklijke familie M. en Mev. Poincaré, M. Masson, minister van oorlog en M. do Margerie, waren er nog een 70 lal genoodigden, allen opperofficioren der verbonden legers en hoog waardigheidsbekleders van hot Hof. O, dacht Tanguy, de wraak Gods is zeer snel geweest. Patira wist niet dat Gael er in geslaagd was bet kasteel te verlaten alvorens Simon eu de bende van l'Enciume er waren aangekomen. Hoe groot de misdaad zijner broeders ook geweest was, de tijdiög van hun dood ver vulde des niettemin het hart van den mar kies met bitterheid. Hij stelde zich hunne vreeselijke worsteling met do revolution nairen voor indien de broeder sidderde, de Christen vreesde en met het hoofd in zijne handen geborgen, herhaalde Tanguy Heer, Heer, ontferm a over hunne zielen 1 Na verloop van drie dagen eelde Patira tot Servan Morgen moet ge niet naar de grot ko men wij veranderen vandaag van schuil plaats. In 't vervolg zult ge ons bij den eik der Twaalf Boogschutters vinden. Meent gij dus sterk genoeg te zijn om zoo ver te gaan vroeg de smid. Ja, antwoordde Patira, en 't is voor ons gemeen welzijn niet raadzaam, lang in eene en dezelfde schuilplaats te blijven. Inderdaad des avonds verlieten de drie voortvluchtigen de grot van Léhon. De markies hield Hervé bij de hand Pa tira droeg met ziin gezonden arm den korf met levensmiddelen. De grond, door don vorst tot ijs geworden, kraakte onder hunne voetstappen Ijet kind rilde somtijds, en tooh ontlokte dwe wandeling in een helde ren, rijk gesterffden winternacht hem aleehls In het Parlement De Kamer was prachtig met bloemen en planten versierd eu als in een park herscha pen. In de Senaat/aal geeo vlaggon. Alleen op de plaats waar Miss Edith Ca veil zich hoorde ter dood veroordoelen door do Duil- schers prijkten de Engelsche kleuren, tor- wijl de plaatsen waar de Belgische helden veroordeeld werden met onze driekleur ver sierd is. Ondanks den stortregen verdringt zich eene menschenmassa voor het Naliepaleis. Men wil kost wat kost onze gasten toejui chen 1 1 Eenige miDuten voor 2 ure komen de Ko ningin en Mev. Poincaró aan. Zij worden ontvangen door de bureelen van Kamer en Senaat en onder geestdriftig gejuich, langs den grooten trap van den Senaat naar de Kamer geleid. Bijna op hetzelfde oogenblik, doet eene groep Fransche generaals zijne intrede. Zij groeten de roemrijke Belgische regiments- vlaggen, welke straks dou Koning zullen begeleiden. Wanneor maarschalk Foch zioh naar de hem vooi^ehouden plaats begeeft, weerklinkt geestdriftig geroep Leve Fochl Leve Frankrijk Vijf minaien later doen ook Koning Al- bert en M. Poincaró hunne intrede. Zij wor den met hetzelfde ceremonieel ontvangen als bij het bezook van president Wilson en op een onvergetelijke ovatie onthaald. M. Poullet, voorzitter der Kamer, spreekt eene prachtige redevoering uit, waarin hij vooral doet Uitschijnen, de genegenheid der Belgen voor hunne Franscho zusternatie en de hoop uitdrukt, dat aangezien Frankrijk en België meest te lijdon haddeu door de bezetting, Frankrijk en België hand in hand zouden gaan in de toekomst, om de puinon te vervangen. De redevoering van M. Poullet werd her haalde malen onderbroken, door het geroep: Leve Frankrijk Leve Poincaró I Leve de Koning l M. Poincaró in eene prachtige improvi satie dankt Belgie voor zijno gulhartige ont vangst, brengt hulde aan-de opoffering, toe wijding en eendracht der Belgen. Hij besluit zijne rede als volgt Eon Duilsch gouverneur heeft verklaard dat het Bulgiseh karakter een raadsel was. Ja, een raadsol voor hem (gelach), zooals do Polen en de Franschen van deo Elzaï oen raadsel voor de Duilschors waren. (Hulde betuiging aan Polen en Elzas). Die gouver- nour l;egreop den drang der fierheid en het verzat der vrijheid niet. IIij wist het niet, dal de Belgen reeds sedert don tijd van Gesar moedig en vrijheidslievend zijn. Men heeft geen listen gespaard, om u te verdoelen, maar al die konkelarijen hebben u juist na der tol elkander gebracht, en Vlamingen en Walen komen vers'.orkt en de eonheid van het land rijst kloekor uit de beproeving en den strijd. (Lai)g. toej.) Voor die vrijheid streedt gij in den tijd der gemeenten, streden Jan van Brabant, de gebroeders Artevelde. Die roemrijke ge schiedenis werd bekroond door deze vier laatste jaren. Gij hobtgeleden en geworsteld om weer in bezit van uw land te lcomeD, maar ook om het Recht te wreken. Als Frankrijk waart gij de wakende schild wacht van het menschelijk gevoel. (Langdurige toejuiohingon). Vereenigd in den oorlog, willen wij het ook in den vrede zijn I Laten wij van elkander hopsn. dat de vrede voor beide lauden voorspoedig zij en er spoedig de ruïnen herstellen en het werk materiaal verbeteren moge, opdat het nor male leven hernomen worde. Frankrijk behoudt u zijn dankbaarheid en vriendschap en ik bon gelukkig voor u deze gevoelens temogen uitdrukken. (Langdurige ovatie). De menigte, als geëleclriaeerd zingt de Marseillaise. Nooit kendo het Parlement zulk begeesterend en roerend oogenblik. De coremonie is afgeloopen. Eene laatste ovatie en de Koning' de Ko ningin, de -president en Mev. Poincaré kee ren naar hunne autos terug. De Fransche- werken M. Poincaré ontving in het Paleis van Brussel, do afgevaardigingen der Fransche kolonie to Brussel. Daarna ging liij een be zoek brengen aao de Fransche school, An- derlechtlaao. Ten Stadhuize Om 5 i/2 ure word de prosident, Mev. Poincaró en maarschalk Foch, door den Ko ning, de Koningin eaprins Leopold naar het stadhuis gobracht. ij werden er op den dorpel ontvangen door M. Max on de leden -van hot soliepan. kollegie en naar de pracblig versierde Go tische zaal gebracht. M. Max hiold er eene van geestdrift bla kende redevoering, hulde brengend aan het Franscho leger, en gehool de Franscj|e natie en de hoop uitdrukkond dat de genegenheids- banden welke Frankrijk aan Belgie hechten steeds nauwer toegohaald zouden worden. M. Poiucaró in zijn antwoord wees er vooral op dat de Fransoh Bolgische genegenheid vooral gesteund was op onderling vertrou wen en waardeering en onverbreekbaar zou blijven. Vervolgens brengt hij buide aan het heldhaftig gedrag van M. Max en zijn op volger Lomonnier, die hom weldra iu bal lingschap ging vervoegen zegt dat zij heel Frankrijk door bewonderd werden. Namens Frankrijk, zusternatie van Belgie en evenals Belgie bewaarster der menschelijke vrijho- don, hartelijken dank (geestdriftige toejui chingen). Daarna had oen concert plaats, in een nevenzaal, terwijl daarbuiten op d# Groote Markt de muziekeu van hel 8, 18 eu 19 linie en van het 1 gidsen, met vier zang-s vereenigingen een ooucert gaven. De president en de Koninklijke familie verschijnen op het balkon. Al de aanwezigen zingen de Marseillaiseterwijl een ouver- wacht en gelukkig opgevat schouwspel zich ontrolt. Drie even talrijke groepen meisjes, zwaaien boven hunne hoofden de eenen blauwe, de middenste witto en de derde roode vlaggen, zoodat het als een groote levende vlag is, waaruit den kreet Leve Frankrijk opstijgt l Wanneer op het einde vaa hst Concert da Brabangonne aangeheven wordt, herhalen de meisjes het tooneel van zooeven, dooh ditmaal zijn het de Belgische kleuren ea on der den kreet Leve België 1 Het feest loopt om 7 ure ten einde. De Koninklijke familie en hunne genoo digden, worden naar 't paleis teruggevoerd. Het galaontbijt Om 8 are had ten Paleize een galaoütbgt plaats, door den Koning aan zijne hooge gasten aangeboden. Er waren 2i6genoé- digden in de prachtige saai, waaronder kar dinaal Mercier. de vreemde gezanten, de mi nisters, enz., enz. Koning Albert «telde er e*D heildronk In het genoegen uitdrukkende aller Belgen in dit plechtig uar, brengt op zijne beurt een warme hulde aan het onvergelijkelijke Fran sche leger en aan maarschalk Fooh die de geallieerde strijdkraohten ter zegepraal leid de Gij hebt gedurende de oorlogsjaren woorden gesproken die weerklank vonden ver over de grenzen van uw land. Onze lan den hebben elkander leeren achten en bemin nen op de slagvelden waar heiden hun bloed vergoten. Meer dan ooit rekent België op den steun van Frankrijk, van het land aaa hetwelk ik uit uit ganaoher harte een gloria- rijke toekomst wensoh. De Koning dronk dan op President Poin- kreten van blijdschap. Do markies en Patira wierpen angstige en onderzoekende blikken naar den gezichteinder van tijd tot tijd erhief zich in de verlo een rookkolom, of een rossige gloed kleurde de hemel, het was een brand, door de moderne Wandalen ont stoken. Na verloop van een uur werd Hervé moe de Tanguy nam hein op en droeg hem op zijne armen. Vóór de klok elf ure wees, be reikten zij den eik, in wiens nabijheid de hut van den klompenmaker een puinhoop vormde. Patira wees met zijne hand een plekje aan, dat voortaan geheiligd was de markies knielde op hot graf van Blanca no- der. Ilier sluimert de heilige, lispelde Herve. En daar voegde hij er bij, beeft bet paard van graaf Floront mij omvergewor pen. Bid, mijn engel, zeide de markies. SerSGn kwam den volgenden dag. Hij bracht slechte tijdingen niedo. Niemand zal ontsnappen, zeide hij de bandieten hebben het kasteel de la Hunan- daye is asch gelegd, Mout.<fi)an is ook door het vuur vernield. Nog twee dagen, zeide Patira. en mijn arm zal bijt-a genezen zijn dan tal hot mij mogelijk wozon een middel cn te gaan spo ren om den markies aao g«»e zijde van het kanaal te krijgen. Onzen oprechten dank, Servan wij zullen in 'i vervolg voor ons zelve zorgen. Qod zegene u en brenge u behouden weder zeide de smid, terwijl hij zijn hoofd onlbloote. En hij verwijderde zich aangedaan. Daags daarna drongen de vluchtelingen in de bosschen door zij begonnen zich aan het donkbeeld van den strijd te gewennen; ge- duronde de eerste dagen sidderde de markies meer bezorgd voor het leven van Hervé dan voor zich zeltjo, hij de gedach'en van onvoilig gemaakt land te doorkruisen; het dacht hem dal iedereen hem zou herkennen maar hij werd hieromtrent gerustgesteld, toen hij achtereenvolgens drie zij'nar pach ters van Coëtpuen tegenkwam, die Patira slaar.do hielden en met hem spraken, zonder op hun meester acht te slaan. Ongelukkig genoeg konden de reizigors niet altijd in d bosachen blijven, zij moesten eindelijk den openbaren weg nemen. Ilier was liet, dat hun twee mannen te gemoet kwamen, waarin Patira lerslond Kadoc en Trécor herkende. Ilelzij Kadoc achterdocht opvatte, of dat hij werkolijk behoefte gevoelde om een pot appelwijn te ledigen, hij hield Patira aan en zejde tot hem De kroog van La Fumade ia uiet ver af, wat geeft ge aan een patriot gelijk ik ben Al het water der Rance orn u te ver drinken, antwoordde Patira lachende. Dat is niet genoeg, hervatte Kadoc, voeg er den cidre van la Fumade bij... Ge moet iets over hebben voor de echte patriot ten, zie: ge Zijt ge ook een echte, hm Terwijl gij en Jean l'Enclumo én Tré- cor mij van den morgen tot den avond ranselde, li9b ik heusoh den tijd niet gehad om mij eene politiek^ meening te vormen... Ik werk stevig voor den kost, meer weet ik u niet te zeggen, en dat moest dankt mij, iedereen doen. En waar gaat ge nu heen Naar Dinan, om te hooren «rat daar zoo al voorvalt. Kom mee naar Corentin,, ik cal u allot vertellen. Ik ben gehaast, antwoprdde Patir^. Pas op, kleine gannef t hernam EUdoo, gij weet dat ge tot de verdachten behoi Men heeft u verleden Zondag in de ml* zien tracht de liedeo te doen vergetéQ de abbé do Guóthenoc uw vriend en de toor van Saint Hélen uw biechtvadot wal Hebben we de Republiek vroég lira. Natuurlijk, antwoordde Raomhoorn. Dan zijn de gevoelen» ook vnjj. Dat wil zeggen de onze, anders... De guillotine, hè Kom drinken, "Kadoc, gij hebt gél^k i de patriotten herkennen elkander mét hél glas in de banden. Ik moet dien spitsboef een roes Uif* indrinken, dacht de njnsmid, andert «oü öfcf een ongeluk overkomén. De kroeghouder bracht drie blinkend* glazen en een stoop appelwijn. Neen, brandewijn beval Palir* Lftf' taal gij met d&ien dukaat, La Fumaaotf_ (Vervol#).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1919 | | pagina 1