Holland en Belgis OE HEIRBAAN VAN ROME De dieften aas de dokken JEAÜ CA 31 ft DA Een verklikker voor '1 gerecht O XXV» JAARGANG NUMMER 202 DE VOLKSSTEM Dinsdag 2 September Bureelsn: Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Telephoon lij D A. Gr 3B8 X_i jA. H> 5 CENTIEMEN Drukker-UitgeverJ. Van Noffel-Db Gendt Voor d» publlcit»» bulten hel Arrondissement Aalst, zich te wenden tot het Agepltchap IIavas, 8, Marlclaarpleio, te Broaael8, Place de la Bourse, Parijs en 105, Cheapside, London. Sedert lang, sedert eene halve eeuw in 't bijzonder, ging het maatschappelijk even wicht, aan 't wankelen. Het vijandschap tus- schen de sociale standen verbitterde zienlijk. De oorlog scheen die toestand te bedaren, doch de bezetting kon slechts een heimelijk wei'k stellen om de besluiten te verwezenlij- vergaderingen aan, en verlangt de in prak- tijkbrenging van den kreet, eens aan 't H. Hart van Jesus, zoo liefdevol voor ons, ont snapt u Ik heb medelijden met het volk. Binst de Sociale Week te Melz, thans in Frankrijk, heeft men rekening gehouden van 'Benedictus'woorden en zalmen alles m 't en voorbijgaand dempen aan die uitingen toekennen. Nu dat er volop vrede heerscht schijnt er ook wat beweging te komen en tusschen de maatschappelijke standen ziet men verschil len, gelukkig geen grootc of bijzondere, op rijzen. De omwentelaarszucht door de bolcbevi- slische gedachten opgezweept en aangevuurd, js niet gedempt of versmacht. De ontevredenheid heerscht bij sommigen doch vergissen wij ons niet, altijd zullen er ondankbaren en ontevredenen in de wereld loopen. Vele nieuwe rijken meest slechte rijken spannen zich voor de dwarsdrijverswagen of steken aan die ontevredenheidskar. Hunne mecuing en hun inzicht veranderde niet met hun veranderd leventje. Hunne oude vcete is hun niet ontgaan. En die gewezen wrok dienen zij nog met hun ergernisgevend vertoon van uitzinnige pracht en uitbundige vermaken. Onder Iren zouden er zeker kunnen gevonden worden 'die de onwcnlclaars of de ruziemakersclub zouden met toelagen ondersteunen. Ook nog het ware lijden uit het dure leven voortspruitende, 'tschoone luilekkerleventje van zulken, de moeilijkheden van het werk ingang .krijgen, de overlast van 't beheer, enz., doen mcêom de scheiding tusschen de verschillige maatschappelijke standen of klas sen te bewerken. En dc omwentelaars blijven hier zeker niet aan te kort. Zullen wij verzinken en vergaan, nu dat wij zoo ons best deden, de wereld tot onze eer deden buigen en ons bewonderen, den vijand verjoegen en dc vrede opdrongen en tot stand brachten? Neen, dat nooit Vreest niet, we zullen niet verloren loopen en te leur gesteld worden indien we ons ver sland gebruiken, goeden raad volgen en dc macht daartoe zoeken waar ze zeker te vinden is. Sedert vijftig jaren tronen er te Rome be velhebbers, onze richters, bestuurders cn Vaders, onze oversten die malkaar onafge- gebroken opvolgden. Zij wezen op onze plichten. Wanneer de eerste maatschappelijke ge schillen plaats grepen onderzocht Leo XI1 i de zaken endoor het licht.van hierboven -lumen in eodo bijgestaan doorgrondde hij de kwestie cn zag er allerklaarst in. Hij be merkte wel dat de oorsprong van het geschil in het hedendaagsche beheer van het werk lag en toonde aan de wereld de middelen er toe noodig om die moeilijkheden te regelen door zijp.en onsterfelijken wercldbrief Itenan Noüarum eene ware oorkonde van de werkrcgeling. Z. 11. Leo XIII en na hem Z. H. Pius X, door vele bewijsstukken wekten de katholie ken op, om die heirbaan van Rome of Pauzes weg te volgen. Ook ccne der eerste zorgen van 7. II. Bc- ncdiclus XV, te midden van het woedende wereldorkaan, was wel de herinnering, ter stond na den oorlog verkondigd, van de werkgrondwet, dc Encycliek nopens den toestand der werklieden. Benodictus zooveel als zijne voorganger^, houdt niet af van er op te steunen, opdat dit meesterstuk en de pontificale leeringen die volgden, niet alleen zouden beschouwd cn bewonderd,maar in oefening gesteld worden. Dc tegenwoordige Paus moedigde de po fingen der Sociale weken of belangrijke ken. In Belgie is men verre vooruit, voor wat aangaat maatschappelijke insteliingen en verbeteringen, en de betrachtingen der kerk- opperhoofden werden er sedert lang bijge treden en gevolgd. Zorgen wij dus voor onze christene sociale betrekkingen en vcreenigingen, om burger en werker in de naastenliefde en in Godes liefde te bewaren en immer te doen stijgen. Werkers op die schaal mogen en moeten aangemoedigd worden, nochtans zij mogen niet vergeten dat het Geloof en zijn werken de basis en het doel moeten zijn van al de maatschappelijke pogingen. De heirbaan van Rome, de weg door de Pauzen voorgebaand, is de éene zekere Mauc Vervolg van Palira en De schat der Abdij dook Raqul De Nayery (165® VERVOLG.) jNonpareille,» zeide Patira liaar eens «gij zijt do dochter van onzen vriend niet, en toch noemt gij hem uw vader» Gelijk de vogel waarvan zij don naam draagt, is de kleino ludiaanacho in de bosschen opgegroeid... Hare moe der wiegde haar overdag in eene hang mat van bloemen en des nachts op hare borst. Is uwe moeder dood vroeg Patira. Ge grootc oogen van het kind flikker den eene siddering doorliep haar lichaam en hare stem klonk bevend toen zij ant woordde: «Ge moeder van Nonpareille is dood, 0e Hurons hebben haar omgebracht. Gedurende een nacht hieven de krijgers den rorlogskrec-t aande vijand k\vi de tomahuwsk deed haar bloedig werk.. Ge Blauwe Specht wilde Nonpareille redden, maar een pijl trof haar en win haar op don grond.» «En uw vader?» Ge Engelschcn vermoordden ien man van de Blauwe Specht; de Groote Bever was een beroemd opperh"»o?l «En hoe werd gij gered?» «Gat heeft de Zwartrok mij dikwijls Verteld... Vader Flavianus kwam van bat bo- venmeer met den meestor van het Groo te Blokhuis... Beiden trokken door het Oe haer Ssgers wijst op Amerika's voorbeeld. Ter gelegenheid zijner uiteenzetting voor de commissie der XIV, heeft de heer Severs, de aandacht der leden gevestihd op een zeer belangwekkende gelijkenis tusechen het vraagstuk van de Schelde en dat van de Mississipi. Men kent het belang dat de Mississipi voor de Vereenigdc Staten van Amerika oplevert, die er zich van bedienen voor den in- en uitvoer, zoowel voor de Zuidelijke als de Noordelijke Staten bestemd. Honderd jaar geleden bezaten de Vereen. Staten dc mondingen van dezen stroom niet. Deze mondingen bevinden zich inderdaad in Louisianc, dat alsdan aan de Spanjaarden toebehoorde. Wanneer Spanje dit gebied aan Frankrijk bad afgestaan, besloten de Amerikanen zich meester te maken van de mondingen van dezen stroom, die zich op vreemd gebied bevonden. In 1800 werd Livingston naar Parijs ge- zorhlen, niet de opdracht Nieuw Orleans terug te koopen, dal de toegang tot den Mississipi bebeerschle. Ma.tr te Parijs ontmoette de Amcrikuansche diplomaat den groolen Mon roe, en deze zette Livingston aan zijn onder richtingen te buiten te gaan en gansch Loui- siane te veroveren. Dc Amerikaansche diplomaat regelde den aankoop van gansch Louisiane, voor een be drag van 15,000 dollars. Op die wijze traden de Amerikanen in het bezit van den groolen stroom. President Jefferson zou ertoe gekomen zijn, ondanks zijne liefde voor Frankrijk, zich desnoods door machtsawang den stroom toe te eigenen, indiende aankoopsonderhande lingen niet gelukt waren. Wat België thans in naam van zijn econo misclie belangen en zijn veilu-heid eischt, is dus heizelfde wat de Vereenigde Staten hon derd jaar geleden opeischten, alhoewel België er niet aan denkt zich met geweld van den stroom meester te maken. De beoordeeling van den toestand in Engeland. De «Times» schrijft in een hoofdartikel In de vraagstukken van de Schelde en Ne derlands Oostgrens schijnen de vooruitzichten niet gunstig te zijn. Jh. van Swinderen is bereid om op enkele punten toe te geven, mits aan den anderen kant ook eenige concessies gedaan worden, maar juist in die zaken, welke niet alleen verwoeste dorp... Nonpareille lag en zuchtte te midden der dooden... Jean Canada nam ze mede als een, schat en heeft ze bij zich gehouden... Naarmate Nonpareille grooter werd', leerde ze den God van vader Flavianus zegenen..Hij heeft op haar het water uitgegoten, dat de Ziel zoo blank maakt als de enge len, en het kind der Indianen aanbidt don Grcoten Geest en kust het heilig kruis.» «Zen: mij, Nonpareille, hebt gij nooit uwe bosscheu betreurd c Mij no stam is verstrooid, Patira... Mijn hart woont in het Groote Blok huis... Jean Canada heeft zich voor mij een vader getoond... Zijne woorden die ;ijn ncoii leugenachtig en zijne ziel opent zich voor alle kwellingen. Jean Canada is een heilige, zegt dé Zwartrok en dë Zwarte Bison verzekert, dat hij een groot, krijgsman is... wat kan de arme Nonpareille meer verlangen? Eertijds bevond ze het Grootc Blokhuis een beetje somber, en de gesprekken van Zwarte Bison en Jean Canada te gestreng- maar gij zijt gekomen, Pati- ta, gij zijt met Herve gekomen en al les is van gedaante veranderd... Het buis hoort, nu liederen en lachende slem men gefij' het hosch; Zwartrok cm Jegn Canada zijn de vaders van Nonpareille maar gij zijt mijn broer en het schijnt mij toé dat gij dit land altijd bewoond hebt cn uwe stem nooit heeft opgehou den in mijne ooien te klinken Somtijd», wanneer liet meisje liare vage herinneringen uit hare eerste jeugd- voor België, maar voor allen die belang heb ben bij de veiligheid van Belgie van beteeke- nis zijn, blijft hij vasthouden aan de rechten van Nederland, zooals die in de verdragen van 1839 zijn vastgesteld. Het is niet mogelijk om de kracht der argu menten te ontkennen, die België naar voren heeft gebracht. De huidige toestand snijdt Antwerpen van de zee af en maakt het zenden van hulp en het verdedigen vati de vesting vrijwel onmogelijk. De tegenwoordige toestand in Limburg stelt België opnieuw bloot aan een inval uit het Oosten. De integriteit en veiligheid van Belgie zijn van liet grootste belang voor de veiligheid van heel Europa en voor die van Engeland en Frankrijk vooral. Wij zijn allen voorstanders«van het strikt in acht houden van verdragen, zoolang zij van kracht zijn, maar er is niets, dat de be langhebbenden verbiedt om zich van dien Plicht te ontdoen voor het geval dat zij volko men verouderd zijn. De Nederlandsche minister van buitenland sche zaken meikte op, dat de geest, die tus schen de beide landen zal heerschen van meer beteekenis is dan de verplichtingen, die hen wederzijds zullen binden. Dat is volkomen juist, maar dat is geen reden om een non pus- sumus te laten hooren over voorstellen, die ten doel hebben de verplichtingen te wijzigen nu ook de omstandigheden zijn veranderd. Europa mag niet voortdurend blootgesteld blijven aan de gevaren, die onverbreekbaar met den huidigen toestand verbonden zijn. Het zou ons verwonderen als de Nederlanders en de Belgen niet tot een vriendschappelijk vergelijk kwamen, nu de grootej mogendhe den hen op de wenscheiijkheid daarvan heb ben gewezen. De meaning van Nederland De Telegraafschrijft dat er een scherp conflict beslaat van meeningen en opvattingen De behandeling wordt voortgezet maar zonder de afgevaardigden van beide landen. Neder lands gezant te Darijs overlegt in Den Haag. In de regeeringsliringen oordeelt men dat Parijs van zijn vroeger vastgesteld beginsel niet zal afwijken. Nederlands grondgebied is dus veilig. De Telegraaf vraagt Waarom is er geen rechtstrceksch overleg tusschen Neder land en België geweest Waarom is er niet getracht de gemeenschappelijke formules te vinden, die aan de commissie te Parijs zouden worden voorgelegd? Waj de twee landen zelf hadden moeten overleggen, wordt nu door de commissie te Parijs verricht, die naar een formule zoekt. Het blad zegt dan verder dat dit voor Bel gië gunstig is, doch besluit dat men niet behoeft ongerust te zijn en eene bevredigende oplossing mogelijk is. De N. R. Ct. in een hoofdartikel geti teld In het stadium der dreigementen?» heeft het over de vertrouwelijke nota en keurt de Belgische propaganda in Limburg scherp af. Hel blad stelt er de Belgische regeering verantwoordelijk voor en zegt op hare rondborstigheid niet langer staat te kunnen maken Er heerscht onzekerheid, het vertrouwen is geschokt, de onderhandelingen zijn op het doode punt gebracht. Na een hevigen uitval tegen het misplaatste wapengekletter van zekere annexionistische bladen, besiuit het blad Wat het eventueel terugtrekken van de Parijsche onderhandelingen aangaat, ook hierin zal men zich in Nederland weten te schikken. Het is niet Nederland geweest, dat om herziening van het tractaat van 1839 heeft verzocht, of dat daaraan groote behoefte heeft aan den dag gele.d. Wcnscht België van de herziening afstand te doen, en dus het tractaat van 1839 ongewijzigd te handhaven ons is dat wel. Wij hebben slechts één verlangen dat eene herziening, zoo daartoe wordt overge gaan, zal plaats hebben op voet van eerlijk heid. vertelde, vlocht zij ruikers die ze Her ve om den hals hing,óf maakte eenvou dige mocassims van damliertleer voor Patira. «De Hurons zijn een, slecht ras,» zei- de ze, «en niets zal hun hart veranderen Men moet de schijnbare kalmte aan de oppervlakte mistrouwen... Het schoei sel van een Europeaan die door de b«- schen vlucht, zou terstond zijn afkomst verraden maar, een mocassim is een ino- cassim, en al de scherpzinnigheid der Roodhuiden is dikwijls niet toereikend om ze te herkennen... Op uwe huid die een geheel andere kleur heeft dan de mijne, wil ik nooit oorlogsteekenen be merken, maar als dë Hurons komen, die dc Blauw- °-,>cht mijne moeder gedood hebben, ua. uc Gngc-lscïten, hunne bond- genooten, dan zun gij een musket ne men en met Jean Canada ten strijde trekken. Nonpareillè kan geen boog of lans hanteereu cn de Zwartrok wilt het niet, dat men zijne doode oudere wreken zal.» Terwijl de kinderen zich in de groote zaal of op de oevers van den stroom on derhielden, vorderde de bouw, onder de leiding van den markies, met vlugge schreden. Meer dan eens terwijl de werklieden de stukken hout verzamelden en de boomstammen bekapten, verviel den markies in de herinnering van vervlo- Ten jarenen zac in plaats van deze ei ken planken en balken hot kasteel van Coëlquen met zijn slanke torens uit den grond verrijzen die torens waarvan de. De sympathie der geallieerden. Het groot Fransch orgaan La Dépêche Coloniale van den 27 Augustus wjjdt een breedvoerig artikel aan het Belgisch-Neder- landsch geschil. Het blad schart zich met veel sympathie aan de zijde van België, verzekerende dat de geallieerden en in het bijzonder Frankrijk, zich solidair verklaren met België tegen de handlangers van Duilschland. De voortzetting van het getuigenverhoor. Na de hevige woordenwisseling die gisteren tusschen kolonel Camus en Mr Damon voor viel, wordt thans opgemerkt dat beiden een vriendelijken groet wisselen. Mevr. Van Damme, uitElsene, heeft Quien als Fransch officier gekend. Hij riep hare hulp in om jongelingen de grens over te brengen. Quien was bij getuige geherbergd. Tegenstrijdig met zijn beweringen, vertrok beklaagde niet naar Engeland. Getuige werd integendeel kort nadien aangehouden en tot dwangarbeid veroordeeld. Mej. Henry, uit Brussel, beweert dat Quien haarverklikte. Zij werd tot 12 jaar dwangar beid veroordeeld. Quien bood zich als Bel gisch onderofficier aan. Getuige maakte deel uit van de inrichting Freyling. Kort nadat zij zich met Quien in betrekking gesteld had, werd zij door de Duitsche speurhonden ach tervolgd en weldra aangehouden, door be middeling van Pinkhoff. M. Wouthorens, Brussel, heeft Quien en Vandersmissen onderdak verleend en werd aangehouden onder beschuldiging spionnen gchorherg te hebben. De verdediger vraagt om Vandersmissen !e doen verschijnen. Mevr. Helg, Brussel, zag Quien op den dag der aanhouding van Miss Cavell. Beklaagde toonde zich onvoorzichtig, zelfs onbeschroomd. Quien tegengesproken Beklaagde beweert dat hij brieven van Miss Cavell ontvangen heeft, waarin zij nieuws van Mevr. Bodart vroeg. Laatstgenoemde wordt geroepen, doch verklaart dat zij dagelijks Miss Cavell zag en dat de hulp van Quien diensvolgens niet moest ingeroepen worden. Andere getuigen. M. Bellache, die zich in 4915 te Brussel bevond, kwam in betrekking met Quien. Alleen Miss Cavell, Mev. Bodart, Baucq en Quien kende het adres van getuige. Nochtans werd M. Bellache in bedoeld huis aangehou den door de Duitschers. Mevr. Janssens, StPieterbij Brussel, heeft beklaagde in baar dienst gehad en werd nochtans niet verklikt. M. Delage, die hulp verleende aan Miss Cavelle, heeft Quien ontmoet bij Mev. Bodart en Miss Cavell. Getuige werd aangehouden en wegens verspieding ter dood veroordeeld. Mej. Wilkins, ziekenverpleegster, beweert dat zij van de Duitschers vernam, dat de ver klikker van Miss Cavell zekere Jacob was, die in een gasthuis te Brussel verpleegd werd Verschillende Fransche getuigen, die me? Quien teSennelager verbleven, verklaren dat beklaagde op goeden voet stond met de Duit schers, voornamelijk met Pinkhoff. te Antwerpen Nog aanhoudingen. De buitengewone vangst door de Ant- worpsche wielrijdërebrigadë gedaan', heeft heel wat ophef gemaakt en velen of beter gezegd zeer velen, zullen gis teren met een klein hartje gezeten heb ben en elk oogenblik het bezoek van de policiemannen gevreesd hebben. En er is wel reden toe, want zooals we reeila zegden, zijn de diefstallen gepleegd ten nadeele der Belgische vloot basis, bui tengewoon talrijk en belangrijk. Het onderzoek over den diefstal 'der 10-vaten cognac werd men den groot sten iever voortgezet, met liet gevolg dat er voor deze zaak reeds acht aan houdingen gedaan zijn. Go grootste plichtigen m 'deze zaak zijn: Van H. de handelsagent, wonende Lange Gang; G., een verkooper, wonen de'Stadswaag; Verb., woonachtig gast huisstraat en Verh foreman, woonach tig Raapstraat. Volgen nog Van L., een chauffeur van het leg-er, wonende te Ho boken, die een der bezondersten is voor het vervoer van vleesch. In diens hout werd eene som van 1000 fr. gevonden. F., een natiebaas, woonachtic te Hobo- keu, die gewoonlijk de poort opende, wanneer er een zaakje aan de hand was en Van M., .wonende Stadswaag, een vervoerder. In het geheel dus aclit, Hie allen ter beschikking van den Prokureur des Ko- nings werden opgesloten. Eene nieuwe zaak. Vier aanhoudingen. De agenten dor wie 1 rijderbrigade aan geprikkeld door de bekomen uitslagen, hebben door hunne opzoekingen verno men dat bij middel van valsche papie ren en doorvoerbewijzen, natuurlijk met de meewerking van ploegbasen en sol- dëten eene belangrijke hoeveelheid ci- garetten waren ontvreemd in het cen traal magazijn van officieren en solda ten en aan eenen handelaar van Brus sel, die nog onbekend is, waren ver kocht voor dë som van 13.000 fr. Deze som werd onder de bende en we kun nen ze niet anders noemen, verdeeld en de toegekende sommen bedroegen tus schen 2 a 3000 ir. Het onderzoek heeft reeds verschil lige der handlangere doen ontdekken en waarvan reeds werden aangehouden: Hendrik D., een markeerder uit de Sfc- Antoniusetraat, H. H., woonachtig Stee nenbrug, Borgerhout, Van H., soldaat, Kroonstraat, Borgerhout, en Jerome A. wonende Abdijstraat. Alle vier werden ter beschikking van den Prokureur dëS Konings opgesloten. Huiszoekingen werdén bij allen ge daan, en verschillende voorwerpen, als ook het geldi dat in huis werd gevon den, werd aangeslagen. In déze zaak word nog 'den vervoer der opgezocht. Deze is een inwoner van Eeckeren, die men .wel Weten to vinden. Ministerie van Koloniën De reserve officieren voor den duur van den oorlog of hulpofficieren van het leger, in de kolonie en heden in verlof, die verlangen aangenomen te worden in het aktiefkader van het Belgisch leger, worden aanzocht zich ten spoedigste aan te bieden ten bureelen van het Ministerie van Koloniën, Ruvs- broeckstraat, 28, te Brussel, van 10 tot 11 1/2 ure 's morgens. hoogste en somberste aan Blanca Hal- gan tot kerker had gediend, en wiens muren de eerste snikken van Herve, met dé snikken zijner moeder en teergelief de vrouw vermengd, gehoord ha,d. Wanneer de avond viel en do nevels op den onmetlijken stroom begonnen te lrijven, herinnerde Tanguy zich den vijver, die een dubbelen gordel rondom den vaderlijken burcht vormden, den vijver welke thans slechts een puinhoop omringdë. Het was zijne fortuin niet, noch dé heerlijkheden van Coctqucn, die Tan guy in zijne ballingschap betreurde; wat zou het hem gemaakt hebben in een houten hut te wonen indien Blanca er •ok eene plaats had Indien hij- haar aan de zijde van Hervé had kunnen zien. Jean Canada had spoedig bemerkt dat een grooter verdriet dan dat deT bal lingschap aan het hart van zijnen gast knaagde*. Het riddërlijk karakter van den markies de Coëtquen had: hem ter stond ingenomen, hij zocht dus met het g°dul<ï van een vriend en dë voorzich tigheid van een geneesheer de geheime wonde van dit edel hart. te peilen. Op zekefon avond, terwijl Tanguy en zijn gastheer zich alleen bevonden, vertelde Tanguy hem de treurige geschiedenis van den Ronden Toren, liet verraad zij ner broeders, den marteldood van Blan ca, de toewijding van Patira; hij sprak van zijne wanhoop, van zijne poging tot zelfmoord, van ziin verblijf in de abdij van Léhon, van dë wonderbare en edelmoedige manier* waarop Patira hem een boot had verschaft en eindelijk van zijn ontmoeting der Espérance. «Welaan,» zeide Jean Canada, ik heb nu verschillende redenen te meer om u lief te hebben... Zoo ik een wei nig te oud schijn om me uw broeder te noemen, ik bezit toch nog geestkracht genoeg om te beminnen gelijk men het op zijn twintigste jaar doet. Ik had uw geheim niet geraden maar wel uw ge heime smart; voortaan zullen we ze ge zamenlijk dragen, gij zult er minder om lijden.» De volmaakste eensgezindheid was er sedert dit oogenblik tusschen de beid» mannen. Er kwam een oogenblik waar op zij beidën van een even ridderlijk ka rakter, elkandër niet meer verlieten- Jean Canada1 begon hét fe betreuren! dat de woning van Tanguy zoo snel vor derde; deze mocht hem al beloven dat hem herhaaldelijk zou kunnen bezoeken de waardige man, voelde er niet te min der om, wat de verwijdering van zijn vriend hem zou kosten. t Daarenboven,» voegde Kij er bij,- wat zal er van Nonpareille worden zon der uw zoon en zonder Patira? Wie zou mij gezegd hebben, Öat die spichtig© jongeling niets minder is dan een beidt «Te meer omdat men hem verlegen zou maken met te zeggen, dat zijn lo ven tot nog toe meer edele daden aan.-» wijst dan aat van vele mannen. Indien Jean Canada zich over 'de een zaamheid verontrustte, waarin Nonpa reille na het y er trek der gasten y&n. het

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1919 | | pagina 1