Holland en Belgis
OE HEIRBAAN VAN ROME
De dieften aas de dokken
JEAÜ CA 31 ft DA
Een verklikker voor '1 gerecht
O
XXV»
JAARGANG
NUMMER
202
DE VOLKSSTEM
Dinsdag 2
September
Bureelsn: Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Telephoon lij D A. Gr 3B8 X_i jA. H> 5 CENTIEMEN Drukker-UitgeverJ. Van Noffel-Db Gendt
Voor d» publlcit»» bulten hel Arrondissement Aalst, zich te wenden tot het Agepltchap IIavas, 8, Marlclaarpleio, te Broaael8, Place de la Bourse, Parijs en 105, Cheapside, London.
Sedert lang, sedert eene halve eeuw in
't bijzonder, ging het maatschappelijk even
wicht, aan 't wankelen. Het vijandschap tus-
schen de sociale standen verbitterde zienlijk.
De oorlog scheen die toestand te bedaren,
doch de bezetting kon slechts een heimelijk wei'k stellen om de besluiten te verwezenlij-
vergaderingen aan, en verlangt de in prak-
tijkbrenging van den kreet, eens aan 't H.
Hart van Jesus, zoo liefdevol voor ons, ont
snapt u Ik heb medelijden met het volk.
Binst de Sociale Week te Melz, thans in
Frankrijk, heeft men rekening gehouden van
'Benedictus'woorden en zalmen alles m 't
en voorbijgaand dempen aan die uitingen
toekennen.
Nu dat er volop vrede heerscht schijnt er
ook wat beweging te komen en tusschen de
maatschappelijke standen ziet men verschil
len, gelukkig geen grootc of bijzondere, op
rijzen.
De omwentelaarszucht door de bolcbevi-
slische gedachten opgezweept en aangevuurd,
js niet gedempt of versmacht.
De ontevredenheid heerscht bij sommigen
doch vergissen wij ons niet, altijd zullen er
ondankbaren en ontevredenen in de wereld
loopen.
Vele nieuwe rijken meest slechte rijken
spannen zich voor de dwarsdrijverswagen
of steken aan die ontevredenheidskar.
Hunne mecuing en hun inzicht veranderde
niet met hun veranderd leventje.
Hunne oude vcete is hun niet ontgaan. En
die gewezen wrok dienen zij nog met hun
ergernisgevend vertoon van uitzinnige pracht
en uitbundige vermaken. Onder Iren zouden
er zeker kunnen gevonden worden 'die de
onwcnlclaars of de ruziemakersclub zouden
met toelagen ondersteunen.
Ook nog het ware lijden uit het dure leven
voortspruitende, 'tschoone luilekkerleventje
van zulken, de moeilijkheden van het werk
ingang .krijgen, de overlast van 't beheer,
enz., doen mcêom de scheiding tusschen de
verschillige maatschappelijke standen of klas
sen te bewerken.
En dc omwentelaars blijven hier zeker niet
aan te kort.
Zullen wij verzinken en vergaan, nu dat
wij zoo ons best deden, de wereld tot onze
eer deden buigen en ons bewonderen, den
vijand verjoegen en dc vrede opdrongen en
tot stand brachten? Neen, dat nooit
Vreest niet, we zullen niet verloren loopen
en te leur gesteld worden indien we ons ver
sland gebruiken, goeden raad volgen en dc
macht daartoe zoeken waar ze zeker te vinden
is. Sedert vijftig jaren tronen er te Rome be
velhebbers, onze richters, bestuurders cn
Vaders, onze oversten die malkaar onafge-
gebroken opvolgden. Zij wezen op onze
plichten.
Wanneer de eerste maatschappelijke ge
schillen plaats grepen onderzocht Leo XI1 i
de zaken endoor het licht.van hierboven
-lumen in eodo bijgestaan doorgrondde hij
de kwestie cn zag er allerklaarst in. Hij be
merkte wel dat de oorsprong van het geschil
in het hedendaagsche beheer van het werk
lag en toonde aan de wereld de middelen er
toe noodig om die moeilijkheden te regelen
door zijp.en onsterfelijken wercldbrief Itenan
Noüarum eene ware oorkonde van de
werkrcgeling.
Z. 11. Leo XIII en na hem Z. H. Pius X,
door vele bewijsstukken wekten de katholie
ken op, om die heirbaan van Rome of Pauzes
weg te volgen.
Ook ccne der eerste zorgen van 7. II. Bc-
ncdiclus XV, te midden van het woedende
wereldorkaan, was wel de herinnering, ter
stond na den oorlog verkondigd, van de
werkgrondwet, dc Encycliek nopens den
toestand der werklieden.
Benodictus zooveel als zijne voorganger^,
houdt niet af van er op te steunen, opdat dit
meesterstuk en de pontificale leeringen die
volgden, niet alleen zouden beschouwd cn
bewonderd,maar in oefening gesteld worden.
Dc tegenwoordige Paus moedigde de po
fingen der Sociale weken of belangrijke
ken. In Belgie is men verre vooruit, voor wat
aangaat maatschappelijke insteliingen en
verbeteringen, en de betrachtingen der kerk-
opperhoofden werden er sedert lang bijge
treden en gevolgd.
Zorgen wij dus voor onze christene sociale
betrekkingen en vcreenigingen, om burger
en werker in de naastenliefde en in Godes
liefde te bewaren en immer te doen stijgen.
Werkers op die schaal mogen en moeten
aangemoedigd worden, nochtans zij mogen
niet vergeten dat het Geloof en zijn werken
de basis en het doel moeten zijn van al de
maatschappelijke pogingen. De heirbaan van
Rome, de weg door de Pauzen voorgebaand,
is de éene zekere Mauc
Vervolg van Palira en De schat der Abdij
dook Raqul De Nayery
(165® VERVOLG.)
jNonpareille,» zeide Patira liaar eens
«gij zijt do dochter van onzen vriend
niet, en toch noemt gij hem uw vader»
Gelijk de vogel waarvan zij don
naam draagt, is de kleino ludiaanacho
in de bosschen opgegroeid... Hare moe
der wiegde haar overdag in eene hang
mat van bloemen en des nachts op hare
borst.
Is uwe moeder dood vroeg Patira.
Ge grootc oogen van het kind flikker
den eene siddering doorliep haar lichaam
en hare stem klonk bevend toen zij ant
woordde:
«Ge moeder van Nonpareille is dood,
0e Hurons hebben haar omgebracht.
Gedurende een nacht hieven de krijgers
den rorlogskrec-t aande vijand k\vi
de tomahuwsk deed haar bloedig werk..
Ge Blauwe Specht wilde Nonpareille
redden, maar een pijl trof haar en win
haar op don grond.»
«En uw vader?»
Ge Engelschcn vermoordden ien
man van de Blauwe Specht; de Groote
Bever was een beroemd opperh"»o?l
«En hoe werd gij gered?»
«Gat heeft de Zwartrok mij dikwijls
Verteld...
Vader Flavianus kwam van bat bo-
venmeer met den meestor van het Groo
te Blokhuis... Beiden trokken door het
Oe haer Ssgers wijst op Amerika's
voorbeeld.
Ter gelegenheid zijner uiteenzetting voor
de commissie der XIV, heeft de heer Severs,
de aandacht der leden gevestihd op een zeer
belangwekkende gelijkenis tusechen het
vraagstuk van de Schelde en dat van de
Mississipi.
Men kent het belang dat de Mississipi voor
de Vereenigdc Staten van Amerika oplevert,
die er zich van bedienen voor den in- en
uitvoer, zoowel voor de Zuidelijke als de
Noordelijke Staten bestemd.
Honderd jaar geleden bezaten de Vereen.
Staten dc mondingen van dezen stroom niet.
Deze mondingen bevinden zich inderdaad in
Louisianc, dat alsdan aan de Spanjaarden
toebehoorde.
Wanneer Spanje dit gebied aan Frankrijk
bad afgestaan, besloten de Amerikanen zich
meester te maken van de mondingen van
dezen stroom, die zich op vreemd gebied
bevonden.
In 1800 werd Livingston naar Parijs ge-
zorhlen, niet de opdracht Nieuw Orleans terug
te koopen, dal de toegang tot den Mississipi
bebeerschle. Ma.tr te Parijs ontmoette de
Amcrikuansche diplomaat den groolen Mon
roe, en deze zette Livingston aan zijn onder
richtingen te buiten te gaan en gansch Loui-
siane te veroveren.
Dc Amerikaansche diplomaat regelde den
aankoop van gansch Louisiane, voor een be
drag van 15,000 dollars. Op die wijze traden
de Amerikanen in het bezit van den groolen
stroom.
President Jefferson zou ertoe gekomen zijn,
ondanks zijne liefde voor Frankrijk, zich
desnoods door machtsawang den stroom toe
te eigenen, indiende aankoopsonderhande
lingen niet gelukt waren.
Wat België thans in naam van zijn econo
misclie belangen en zijn veilu-heid eischt, is
dus heizelfde wat de Vereenigde Staten hon
derd jaar geleden opeischten, alhoewel België
er niet aan denkt zich met geweld van den
stroom meester te maken.
De beoordeeling van den toestand
in Engeland.
De «Times» schrijft in een hoofdartikel
In de vraagstukken van de Schelde en Ne
derlands Oostgrens schijnen de vooruitzichten
niet gunstig te zijn.
Jh. van Swinderen is bereid om op enkele
punten toe te geven, mits aan den anderen
kant ook eenige concessies gedaan worden,
maar juist in die zaken, welke niet alleen
verwoeste dorp... Nonpareille lag en
zuchtte te midden der dooden... Jean
Canada nam ze mede als een, schat en
heeft ze bij zich gehouden... Naarmate
Nonpareille grooter werd', leerde ze den
God van vader Flavianus zegenen..Hij
heeft op haar het water uitgegoten,
dat de Ziel zoo blank maakt als de enge
len, en het kind der Indianen aanbidt
don Grcoten Geest en kust het heilig
kruis.»
«Zen: mij, Nonpareille, hebt gij nooit
uwe bosscheu betreurd
c Mij no stam is verstrooid, Patira...
Mijn hart woont in het Groote Blok
huis... Jean Canada heeft zich voor mij
een vader getoond... Zijne woorden die
;ijn ncoii leugenachtig en zijne ziel
opent zich voor alle kwellingen. Jean
Canada is een heilige, zegt dé Zwartrok
en dë Zwarte Bison verzekert, dat hij
een groot, krijgsman is... wat kan de
arme Nonpareille meer verlangen?
Eertijds bevond ze het Grootc Blokhuis
een beetje somber, en de gesprekken
van Zwarte Bison en Jean Canada te
gestreng- maar gij zijt gekomen, Pati-
ta, gij zijt met Herve gekomen en al
les is van gedaante veranderd... Het
buis hoort, nu liederen en lachende slem
men gefij' het hosch; Zwartrok cm Jegn
Canada zijn de vaders van Nonpareille
maar gij zijt mijn broer en het schijnt
mij toé dat gij dit land altijd bewoond
hebt cn uwe stem nooit heeft opgehou
den in mijne ooien te klinken
Somtijd», wanneer liet meisje liare
vage herinneringen uit hare eerste jeugd-
voor België, maar voor allen die belang heb
ben bij de veiligheid van Belgie van beteeke-
nis zijn, blijft hij vasthouden aan de rechten
van Nederland, zooals die in de verdragen
van 1839 zijn vastgesteld.
Het is niet mogelijk om de kracht der argu
menten te ontkennen, die België naar voren
heeft gebracht. De huidige toestand snijdt
Antwerpen van de zee af en maakt het zenden
van hulp en het verdedigen vati de vesting
vrijwel onmogelijk.
De tegenwoordige toestand in Limburg
stelt België opnieuw bloot aan een inval uit
het Oosten. De integriteit en veiligheid van
Belgie zijn van liet grootste belang voor de
veiligheid van heel Europa en voor die van
Engeland en Frankrijk vooral.
Wij zijn allen voorstanders«van het strikt
in acht houden van verdragen, zoolang zij
van kracht zijn, maar er is niets, dat de be
langhebbenden verbiedt om zich van dien
Plicht te ontdoen voor het geval dat zij volko
men verouderd zijn.
De Nederlandsche minister van buitenland
sche zaken meikte op, dat de geest, die tus
schen de beide landen zal heerschen van meer
beteekenis is dan de verplichtingen, die hen
wederzijds zullen binden. Dat is volkomen
juist, maar dat is geen reden om een non pus-
sumus te laten hooren over voorstellen, die
ten doel hebben de verplichtingen te wijzigen
nu ook de omstandigheden zijn veranderd.
Europa mag niet voortdurend blootgesteld
blijven aan de gevaren, die onverbreekbaar
met den huidigen toestand verbonden zijn.
Het zou ons verwonderen als de Nederlanders
en de Belgen niet tot een vriendschappelijk
vergelijk kwamen, nu de grootej mogendhe
den hen op de wenscheiijkheid daarvan heb
ben gewezen.
De meaning van Nederland
De Telegraafschrijft dat er een scherp
conflict beslaat van meeningen en opvattingen
De behandeling wordt voortgezet maar zonder
de afgevaardigden van beide landen. Neder
lands gezant te Darijs overlegt in Den Haag.
In de regeeringsliringen oordeelt men dat
Parijs van zijn vroeger vastgesteld beginsel
niet zal afwijken. Nederlands grondgebied is
dus veilig.
De Telegraaf vraagt Waarom is er
geen rechtstrceksch overleg tusschen Neder
land en België geweest Waarom is er niet
getracht de gemeenschappelijke formules
te vinden, die aan de commissie te Parijs
zouden worden voorgelegd?
Waj de twee landen zelf hadden moeten
overleggen, wordt nu door de commissie te
Parijs verricht, die naar een formule zoekt.
Het blad zegt dan verder dat dit voor Bel
gië gunstig is, doch besluit dat men niet
behoeft ongerust te zijn en eene bevredigende
oplossing mogelijk is.
De N. R. Ct. in een hoofdartikel geti
teld In het stadium der dreigementen?»
heeft het over de vertrouwelijke nota en keurt
de Belgische propaganda in Limburg scherp
af. Hel blad stelt er de Belgische regeering
verantwoordelijk voor en zegt op hare
rondborstigheid niet langer staat te kunnen
maken
Er heerscht onzekerheid, het vertrouwen is
geschokt, de onderhandelingen zijn op het
doode punt gebracht.
Na een hevigen uitval tegen het misplaatste
wapengekletter van zekere annexionistische
bladen, besiuit het blad
Wat het eventueel terugtrekken van de
Parijsche onderhandelingen aangaat, ook
hierin zal men zich in Nederland weten te
schikken. Het is niet Nederland geweest, dat
om herziening van het tractaat van 1839
heeft verzocht, of dat daaraan groote behoefte
heeft aan den dag gele.d. Wcnscht België
van de herziening afstand te doen, en dus het
tractaat van 1839 ongewijzigd te handhaven
ons is dat wel.
Wij hebben slechts één verlangen dat
eene herziening, zoo daartoe wordt overge
gaan, zal plaats hebben op voet van eerlijk
heid.
vertelde, vlocht zij ruikers die ze Her
ve om den hals hing,óf maakte eenvou
dige mocassims van damliertleer voor
Patira.
«De Hurons zijn een, slecht ras,» zei-
de ze, «en niets zal hun hart veranderen
Men moet de schijnbare kalmte aan de
oppervlakte mistrouwen... Het schoei
sel van een Europeaan die door de b«-
schen vlucht, zou terstond zijn afkomst
verraden maar, een mocassim is een ino-
cassim, en al de scherpzinnigheid der
Roodhuiden is dikwijls niet toereikend
om ze te herkennen... Op uwe huid die
een geheel andere kleur heeft dan de
mijne, wil ik nooit oorlogsteekenen be
merken, maar als dë Hurons komen, die
dc Blauw- °-,>cht mijne moeder gedood
hebben, ua. uc Gngc-lscïten, hunne bond-
genooten, dan zun gij een musket ne
men en met Jean Canada ten strijde
trekken. Nonpareillè kan geen boog of
lans hanteereu cn de Zwartrok wilt het
niet, dat men zijne doode oudere wreken
zal.»
Terwijl de kinderen zich in de groote
zaal of op de oevers van den stroom on
derhielden, vorderde de bouw, onder de
leiding van den markies, met vlugge
schreden.
Meer dan eens terwijl de werklieden
de stukken hout verzamelden en de
boomstammen bekapten, verviel den
markies in de herinnering van vervlo-
Ten jarenen zac in plaats van deze ei
ken planken en balken hot kasteel van
Coëlquen met zijn slanke torens uit den
grond verrijzen die torens waarvan de.
De sympathie der geallieerden.
Het groot Fransch orgaan La Dépêche
Coloniale van den 27 Augustus wjjdt een
breedvoerig artikel aan het Belgisch-Neder-
landsch geschil.
Het blad schart zich met veel sympathie
aan de zijde van België, verzekerende dat de
geallieerden en in het bijzonder Frankrijk,
zich solidair verklaren met België tegen de
handlangers van Duilschland.
De voortzetting van het getuigenverhoor.
Na de hevige woordenwisseling die gisteren
tusschen kolonel Camus en Mr Damon voor
viel, wordt thans opgemerkt dat beiden een
vriendelijken groet wisselen.
Mevr. Van Damme, uitElsene, heeft Quien
als Fransch officier gekend. Hij riep hare
hulp in om jongelingen de grens over te
brengen. Quien was bij getuige geherbergd.
Tegenstrijdig met zijn beweringen, vertrok
beklaagde niet naar Engeland. Getuige werd
integendeel kort nadien aangehouden en tot
dwangarbeid veroordeeld.
Mej. Henry, uit Brussel, beweert dat Quien
haarverklikte. Zij werd tot 12 jaar dwangar
beid veroordeeld. Quien bood zich als Bel
gisch onderofficier aan. Getuige maakte deel
uit van de inrichting Freyling. Kort nadat zij
zich met Quien in betrekking gesteld had,
werd zij door de Duitsche speurhonden ach
tervolgd en weldra aangehouden, door be
middeling van Pinkhoff.
M. Wouthorens, Brussel, heeft Quien en
Vandersmissen onderdak verleend en werd
aangehouden onder beschuldiging spionnen
gchorherg te hebben.
De verdediger vraagt om Vandersmissen !e
doen verschijnen.
Mevr. Helg, Brussel, zag Quien op den
dag der aanhouding van Miss Cavell.
Beklaagde toonde zich onvoorzichtig, zelfs
onbeschroomd.
Quien tegengesproken
Beklaagde beweert dat hij brieven van
Miss Cavell ontvangen heeft, waarin zij nieuws
van Mevr. Bodart vroeg. Laatstgenoemde
wordt geroepen, doch verklaart dat zij
dagelijks Miss Cavell zag en dat de hulp van
Quien diensvolgens niet moest ingeroepen
worden.
Andere getuigen.
M. Bellache, die zich in 4915 te Brussel
bevond, kwam in betrekking met Quien.
Alleen Miss Cavell, Mev. Bodart, Baucq en
Quien kende het adres van getuige. Nochtans
werd M. Bellache in bedoeld huis aangehou
den door de Duitschers.
Mevr. Janssens, StPieterbij Brussel, heeft
beklaagde in baar dienst gehad en werd
nochtans niet verklikt.
M. Delage, die hulp verleende aan Miss
Cavelle, heeft Quien ontmoet bij Mev. Bodart
en Miss Cavell. Getuige werd aangehouden
en wegens verspieding ter dood veroordeeld.
Mej. Wilkins, ziekenverpleegster, beweert
dat zij van de Duitschers vernam, dat de ver
klikker van Miss Cavell zekere Jacob was, die
in een gasthuis te Brussel verpleegd werd
Verschillende Fransche getuigen, die me?
Quien teSennelager verbleven, verklaren dat
beklaagde op goeden voet stond met de Duit
schers, voornamelijk met Pinkhoff.
te Antwerpen
Nog aanhoudingen.
De buitengewone vangst door de Ant-
worpsche wielrijdërebrigadë gedaan',
heeft heel wat ophef gemaakt en velen
of beter gezegd zeer velen, zullen gis
teren met een klein hartje gezeten heb
ben en elk oogenblik het bezoek van de
policiemannen gevreesd hebben. En er
is wel reden toe, want zooals we reeila
zegden, zijn de diefstallen gepleegd ten
nadeele der Belgische vloot basis, bui
tengewoon talrijk en belangrijk.
Het onderzoek over den diefstal 'der
10-vaten cognac werd men den groot
sten iever voortgezet, met liet gevolg
dat er voor deze zaak reeds acht aan
houdingen gedaan zijn.
Go grootste plichtigen m 'deze zaak
zijn: Van H. de handelsagent, wonende
Lange Gang; G., een verkooper, wonen
de'Stadswaag; Verb., woonachtig gast
huisstraat en Verh foreman, woonach
tig Raapstraat. Volgen nog Van L., een
chauffeur van het leg-er, wonende te Ho
boken, die een der bezondersten is voor
het vervoer van vleesch. In diens hout
werd eene som van 1000 fr. gevonden.
F., een natiebaas, woonachtic te Hobo-
keu, die gewoonlijk de poort opende,
wanneer er een zaakje aan de hand was
en Van M., .wonende Stadswaag, een
vervoerder.
In het geheel dus aclit, Hie allen ter
beschikking van den Prokureur des Ko-
nings werden opgesloten.
Eene nieuwe zaak.
Vier aanhoudingen.
De agenten dor wie 1 rijderbrigade aan
geprikkeld door de bekomen uitslagen,
hebben door hunne opzoekingen verno
men dat bij middel van valsche papie
ren en doorvoerbewijzen, natuurlijk met
de meewerking van ploegbasen en sol-
dëten eene belangrijke hoeveelheid ci-
garetten waren ontvreemd in het cen
traal magazijn van officieren en solda
ten en aan eenen handelaar van Brus
sel, die nog onbekend is, waren ver
kocht voor dë som van 13.000 fr. Deze
som werd onder de bende en we kun
nen ze niet anders noemen, verdeeld en
de toegekende sommen bedroegen tus
schen 2 a 3000 ir.
Het onderzoek heeft reeds verschil
lige der handlangere doen ontdekken
en waarvan reeds werden aangehouden:
Hendrik D., een markeerder uit de Sfc-
Antoniusetraat, H. H., woonachtig Stee
nenbrug, Borgerhout, Van H., soldaat,
Kroonstraat, Borgerhout, en Jerome A.
wonende Abdijstraat.
Alle vier werden ter beschikking van
den Prokureur dëS Konings opgesloten.
Huiszoekingen werdén bij allen ge
daan, en verschillende voorwerpen, als
ook het geldi dat in huis werd gevon
den, werd aangeslagen.
In déze zaak word nog 'den vervoer
der opgezocht. Deze is een inwoner van
Eeckeren, die men .wel Weten to
vinden.
Ministerie van Koloniën
De reserve officieren voor den duur van
den oorlog of hulpofficieren van het leger, in
de kolonie en heden in verlof, die verlangen
aangenomen te worden in het aktiefkader
van het Belgisch leger, worden aanzocht zich
ten spoedigste aan te bieden ten bureelen
van het Ministerie van Koloniën, Ruvs-
broeckstraat, 28, te Brussel, van 10 tot 11 1/2
ure 's morgens.
hoogste en somberste aan Blanca Hal-
gan tot kerker had gediend, en wiens
muren de eerste snikken van Herve, met
dé snikken zijner moeder en teergelief
de vrouw vermengd, gehoord ha,d.
Wanneer de avond viel en do nevels
op den onmetlijken stroom begonnen te
lrijven, herinnerde Tanguy zich den
vijver, die een dubbelen gordel rondom
den vaderlijken burcht vormden, den
vijver welke thans slechts een puinhoop
omringdë.
Het was zijne fortuin niet, noch dé
heerlijkheden van Coctqucn, die Tan
guy in zijne ballingschap betreurde;
wat zou het hem gemaakt hebben in een
houten hut te wonen indien Blanca er
•ok eene plaats had Indien hij- haar
aan de zijde van Hervé had kunnen zien.
Jean Canada had spoedig bemerkt
dat een grooter verdriet dan dat deT bal
lingschap aan het hart van zijnen gast
knaagde*. Het riddërlijk karakter van
den markies de Coëtquen had: hem ter
stond ingenomen, hij zocht dus met het
g°dul<ï van een vriend en dë voorzich
tigheid van een geneesheer de geheime
wonde van dit edel hart. te peilen. Op
zekefon avond, terwijl Tanguy en zijn
gastheer zich alleen bevonden, vertelde
Tanguy hem de treurige geschiedenis
van den Ronden Toren, liet verraad zij
ner broeders, den marteldood van Blan
ca, de toewijding van Patira; hij sprak
van zijne wanhoop, van zijne poging
tot zelfmoord, van ziin verblijf in de
abdij van Léhon, van dë wonderbare en
edelmoedige manier* waarop Patira hem
een boot had verschaft en eindelijk van
zijn ontmoeting der Espérance.
«Welaan,» zeide Jean Canada, ik
heb nu verschillende redenen te meer
om u lief te hebben... Zoo ik een wei
nig te oud schijn om me uw broeder te
noemen, ik bezit toch nog geestkracht
genoeg om te beminnen gelijk men het
op zijn twintigste jaar doet. Ik had uw
geheim niet geraden maar wel uw ge
heime smart; voortaan zullen we ze ge
zamenlijk dragen, gij zult er minder
om lijden.»
De volmaakste eensgezindheid was er
sedert dit oogenblik tusschen de beid»
mannen. Er kwam een oogenblik waar
op zij beidën van een even ridderlijk ka
rakter, elkandër niet meer verlieten-
Jean Canada1 begon hét fe betreuren!
dat de woning van Tanguy zoo snel vor
derde; deze mocht hem al beloven dat
hem herhaaldelijk zou kunnen bezoeken
de waardige man, voelde er niet te min
der om, wat de verwijdering van zijn
vriend hem zou kosten.
t Daarenboven,» voegde Kij er bij,-
wat zal er van Nonpareille worden zon
der uw zoon en zonder Patira? Wie zou
mij gezegd hebben, Öat die spichtig©
jongeling niets minder is dan een beidt
«Te meer omdat men hem verlegen
zou maken met te zeggen, dat zijn lo
ven tot nog toe meer edele daden aan.-»
wijst dan aat van vele mannen.
Indien Jean Canada zich over 'de een
zaamheid verontrustte, waarin Nonpa
reille na het y er trek der gasten y&n. het