Rouw hulde
Belasting op Oorlogswinsten
De ophefmakende aanhouding
Een sterfhuis geplunderd le Elsene
Bij het Leger
ureelen: Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Telephoon 114— D A G B Li A D 5 CENTIEM E.N Drukker-UitgeverJ. Van Nuffel-Db Gekpt.
Voor d. publiciteit bulten het Arrondissement Aalst, zich te wonden tot het Agentschap Havas, 8, Martelaarplein, te Brnssel8, Place de la Bourse, Parijs en 105, Cheapside, Londen.
Stoutmoedige bandietei-ij
De ramp op de Schelde
De levensduurte en de komende
Winter
Het ireval Pierre Lenoir
JEAN CANADA
BRUSSEL BIJ NACHT...
Aanhoudingsmandaat bekrachtigd
Is het eene schipbreuk
IDE VOLKSSTEM"
©TALE) AALMX
aan onze diepbetreurde overleden Mede
burgers ter dood gebracht bij den inval
der Duitschers of ten gevolge der gruwel
daden der opeischingen.
SCHIKKINGEN Zalerdag avond te 7 ure
Luiden der klokken.
1) Zondag 28 September 1919, om 9 ure
in St-Marlenskerk PLECHTIGE ROUW
DIENST, de absouten zullen gezongen wor
den door Zijne Hoogw. Mgr den Bisschop van
GentGelegenheidsrede door Eerw. P. Dr
Berthold der Capucienen.
2} Om 10 ure OFFICIEELE ROUWSTOET
naar de Drie Sleutelstraat Huldebetoog van
wege het Stadsbestuur. Vertrek ter Groote
Markt om 10 ure.
3) Om 2 uur namiddag VOLKSROUW
STOET naar het Kerkhof en huldebetoog door
al dc maatschappijen der stad bijeenkomst
op het Statieplein en omliggende straten.
Afvaardigingen van het leger zullen de
militaire eer bewijzen op de rouwplechlig-
beden.
Men wordt verzocht aan al de huizen over
de gaiisclte stad de vlaggen halftop te kijschen
Voor het Stadsbestuur
HET INRICHTEND KOMITEIT
De oorlogswoekeraars hebben gedacht dat
zij in 't bezit gingen blijven van hun onrecht
vaardig gewonnen geld. Zonder rekening te
houden van de oude, Vlaamsche spreuk
Gestolen goed, gedijt niethadden ze uil
alle macht en met volle handen geschept al
dat ze konden in de goudmijn van den woe
ker. Toen duizenden lieden honger leden
vulden zij hunne zakken, en die zakken sche
nen zoo diepte zijn, dat zij nimmer verzadigd
waren. Ten andere het spreekwoord
's Duivels zak is nooit vol liegt niet, de
•woekeraars leverden er het sprekend bewijs
van.
De vorige weck kwam deze zaak nogmaals
ter bespreking in dc Kamer. M. Delacroix,
minister van financies lieert er gezegd, dal
dezen die op de volksellende gespekuleerd
hebben om schatten te verzamelen, niet in
het vreedxaem genot van hunne minsten ge
laten worden.Zoo werd een brusselsche koop
man door de kommissie, aangesteld om de
oorlogswinsten te ramen en te belasten, eenen
taks opgelegd van vijf miljoen frank.
Hoe verheven dit cijfer ook schijne, te
Antwerpen werd het verre overtroffen. In
deze stad werd een trafikant, wiens winsten
zorgvuldig door de onderzoekskommissie ge
schal waren, eene belasting opgelegd van 15
miljoen frank. Vijftien miljoen frank voor één
enkelen haiideldrijverDie kerel moet dus 17
tot 18 miljoen gewonnen hebben, daar de
taks 80 p. h. is der totale winsten.
In geval het onderzoek uitwijst, dat er
handel geweest is ten voordeele van den
vijand, dan komt er ook verraad in 't spel, en
dan wordt de totale winst aangeslagen en
verbeurd verklaard. Dau nog staan de over
treders aan rechterlijke vervolgingen bloot.
In een Henegouwsch dorp heeft men een
beestenkoopman een taks opgelegd van 3 1/2
miljoen frank. Dit alles is slechts een begin.
De onderzoekskommissics konden maar inge
steld worden na de stemming der wet. Zij
zijn nu sedert eenige dagen met hun werk
zaamheden begonnen. Het ware wenschelgk,
dat minister Delacroix de eerste uitslagen
van de toepassing der wet in het gansche land
binnen kort kenbaar maakte. Dit zou een
voertreffelijk middel zijn om de gemoederen
der eerlijke menschen, die het slachtoffer
waren van de gewetenlooze woekeraars, ge
rust te stellen. Dat de accapareursintusschen
maar hunne beurs beginnen te ontsluiten
Loontje komt om boontje 1
TE LAUSANNE
Eenige dagen geleden deelden wij een
telegram van een benchtenngenisehap mede,
meldende, dal een Duitsch onderdaan, zeke
ren von Treek te Lausanna aangehouden
werd, toen hij wilde beproeven eene belang
rijke geldsom in te smokkelen, voor de Bol
chewistische propagande in Frankrijk, Enge
land, Zwitserland en Italië.
von Treek is tbans onder borgtocht in
vrijheid gelaten en zijn eerste werk is geweest
in krachtige bewoordingen verzet aan te
teekenen tegen de beschuldigingen ten zijnen
laste.
von Treek is een gewezen Duitsch officier
en zoon van een groot Duitsch nijveraar te
Petrograd. Na den wapenstilstand is hij te
Lausanne in liet huwelijk getreden met de
dochter van graaf Frankenberg en niet van
prins Furstenberg zooals eerst gemeld werd.
Volgens zijne bewering is hij aangehouden
tengevolge van dokumenten welke nu valsch
bevonden werden. Hij komt hevig op tegen
de betichting een Bolchewist te zijn, daar de
Bolchewislen al zijne fabrieken van Petrograd
een overgroot fortuin vertegenwoordigende,
plat legden.
De advokaat van von Treek heeft verklaart
dat degene die de dokumenten vervalschie
reeds aangehouden is. Hel is eene zekere
prinses Wiszmeneska, die thans te Berne op
gesloten is.
"to wynegem.
Gisteren avond werd de gemeente Wyne
gem in opschudding gebracht door eene
stoutmoedige bandietenstreek.
Een onbekend wielrijder kwam voorbij de
stokerij Meeus gereden, toen hij eensklaps
neergeschoten werd door een kerel, die zich
achter een boom verborgen hield en hem
met een revolverschot neervelde.
De moordenaar sprong op zijn slachtoffer
toe, om hem uit te plnnderen, doch op het
zelfde oogenblik naderden twee andere wiel
rijders, die den bandiet op de vlucht dreven.
De moordenaar kon niet herkend worden.
Op het slachtoffer werden geene identiteits
bewijzen gevonden.
Het parket is ter plaats geweest.
TE ANTWERPEN
Nog twea lijken opgevischt. Reeds vijf
slachtoffers gekend.
Twee lijkon van slachtoffers van liet ver-
onselukte motorbootje zijn tot Hoboken ge
spoeld, waar ze Dinsdag uit de Schelde wer
den opgevischt.
Het eerste lijk was dat van den Belgischen
soldaat G. Aspelach, in garnizoen te Beveren,
en wiens verdwijning wij reeds gemeld Leb
ben.
Het andere was dat van den Belgischen
soldaat Jan Janssens, van Meerle, oorlogs
vrijwilliger, hebbende acht chevronslrepen,
zoodat hij van af het begin den oorlog, zon
der onderbreking beeft meegemaakt. Hij was
vertwijfeling; twee der bedienden, die in de
worsteling niet bezweken waren, werden
overmand, hun lot voorspeldedut wat Halgan
en Tanguy te wachten hadden.
Doze pireed nog altijd, doch hg verwachtie
geen zegen meer tot belooning voor den
boven menachelijken moed, dien hij alsdan
ontvouwde.
Palira, zeide liij al vechtende, weet gij
waar Hervé is
Ja, antwoordde de jongeling, terwijl
hg Vluggen Panter een snee ia den arm
toebracht.
Ga naar hem terug. O, die verwenschte
HuroD8 Ik ben gewond, Patira... ga ver
voeg u bij Hervé, bescherm, red hem... Jean
Canada zal terugkeeren... gij kunt uw ver
trouwen in hem stellen.
Laat mij met u sterven, zeide Patira,
ik veoht als een man, die Mingo's zijn ons
nog niet de baas.
Zij sullen het worden... mijne oogen
verduis eren, mijn arm verzwakt... Palira.
mijn zoon, red mijn kind. Nonpare'lle alleen
is onmachtig om hem te verde ligen
Gij eischt liet van mij, mijnheer de
markies
Ja, antwoordde Tanguy, er zal ons
overkomen wat God wil.
Patira maakte geene tegenwerpingen meer
hij gleed in de vonsternis ging achter den
markies om, opende bliksemenel tiet ven
ster, nam een sprong naar buiten en bevond
zich op een smalle kroonlijst. Hij kroop
hierover voort tot aan den hoek van het ge
bouw, waar eea dikke boomstam deu dob
belen muur tot schutting diende, en liet zioh
naar beneden glijden. Thans had hij spoedig
den voorgevel bereikt, waar bet mortier nog
altijd dreigend stondniet ver van daar deed
zioh een gebrom hooron Patira riep met
ingehouden stem
Mingo I Mingo I
De beer naderde langzaam. Patira streelde
zijn ruigen kop en snelde met hem voort tot
aan den voet van den ralelaar, in welks tak
ken Nonpareille alsook Hervé verborgen
waren.
Ilij had al de behendigheid noodig, die hij in
zijn vroeger kunstenmakersleven had opge
daan, oin den breeden stam te beklimmen,
terwijl Mingo zich als een trouwe wachter
aan den voet van den boom plantte. Weldra
tat Patira naast de beide kinderen neder.
Brengt mijn broeder kwade tijdingen
mede vroeg hot meisje.
De Hurofszijn de meesters, antwoord
de Patira, de Hurons zijn tien tegen één.
Eu Tanguy, die edelmoedige blanke
heor
Is in Gods handen,
En Halgan
Vecht als een leeuw.
Hebben zij Patira naar ons gezonden
Ja, Nonpareille, en toch was ik bijna
ongehoorzaam aan den IMarkies geworden,
want ondanks mijne liefde vo„or Hervé wilde
ik aan de zijde van zijn vader sterven.
Tanguy zal Diet sterven, z&ido de kleine
lndiaan8che, men zal hem gevangen nemen.
Is dat niet betzelfde
Tijd hebben is kaas.
Om de schaarschheid van sommige levens-,
middelen te voorkomen alsmede dehoogf
u-ijzen welke-zij toekomende Winter zoude®
>ereikt hebben, is het Minisserie van Nijver
heid, Arbeid en Bevoorrading, in belangrijk®
onderhandelingen getreden met verscheiden®
uitvoerende landen.
De ruildienst, die de koopwaren bepaalt,
welke bij ons met nut zouden kunnen inge
voerd worden als de tegenwaarde van de door
ons uitgevoerde kolen, is op het punt te sla
gen in zijne pogingen wat het leveren betreft
door Italië van eene groote hoeveelheid eiers,
door Zwitserland van kaas en door Nederland
van boter en kaas.
Deee waren aan de gepatenteerde bande-
laars overgelaten, zullen verkocht worden
door hen met eene gewone winst.
De koffie waarvan de aankomst reeds aan
gekondigd werd, zal toekomende maand te
voop zijn. Zij is van de beste hoedanigheid.
Zij zal gebrand worden en in pakjes van een
halven kilo, voorzien van een zekerheidsliket,
waardoor men ze va^^e thans ingevoerde
koffie zal kunnen onBfcheiden, verkocht
worden tot merkelijke Iïgere prijzen dan de
gene welke in den handel gevraagd worden.
Deze verschillende aankoopen, in verband
rnet het vaststellen der prijzen, door de daar
toe ingestelde Raadgevende Kommissie, zijn
de zekerste middelen om de levensduurte te
bestrijden, in zoover ze niet natuurlijk is.
Men zal zich een gedachte kunnen maken
van de door het op zijn eigen geldmiddelen
bestaande algemeen bestuur des handeldien-
sten van het Ministerie van Nijverheid Arbeid
en Bevoorrading, in helleven geroepen han
delsbeweging, als men zal weten dat zij thans
een half raillioen frank per dag bedraagt, en
dit cijfer nog steeds klimt, daar de handelaars
begrepen hebben dat het voor hen van het
grootste belang is de tusschenpersonen te zijn
tusschen het Ministerie van Bevoorrading en
het verbruikend publiek.
«7
In de rechterlijke kringen, te Parijs, is men
algemeen van oordeel, dat de prokureur
generaal het dossier der zaak Lenoir aan den
Voorzitter van het HoogerUof zal behaii&i^en
en dat deze M. Pérès, algeraeene verslagge
ver der onderzoekskommissie, zal gelasten dc
verklaringen van den ter dood veroordeelde
te gaan opnemen.
Deze formaliteiten zouden nog al vlug
kunnen geschieden en alles Iaat toe te veron
derstellen, dat Lenoir nog deze week zal uit-
genoodigd worden te zeggen wat hij van de
zaak Caillaux en Cie weet.
Van den anderen kant heeTt de prokureur
M. Lescouvé, gevraagd dat er een bijgevoegd
onderzoek zou plaats hebben, namelijk over
de rol, door Caillaux gespeeld, bij de onder
handelingen met Duitschland voor den aan
koop van Le Journal.
Deze vraag is aan M. Dubost overgemaakt,
die de noodige maatregelen zal moeten nemen.
PARIJS, 25 September. De bladen mel
den, datM. Dubost, dadelijk na de ontvangst
der aanvraag van M. Lescouvé bij hoogdrin
gendheid M. Pérès, voorzitter der onder-s
zoekskomraissie naar Parijs Leeft terugge
roepen.
PARIJS, 25 September. Excelsior aan
schouwt het als zeker, dat Lenoir en Caillaux
Vrijdag of Zaterdag zullen gekonfronteerd
worden.
PARIJS, 25September. Volgens L'Echo
de Paris is de toestand van Lenoir zeer erg.
Hij is uiterst zwak en beeldt zich in, dat hij
reeds door den kop geschoten is.
Daar verhief zich een oorverdoovende
kreet, de kinderen voelden hun hart van
schrik ineenkrimpen, dit wild geschrei be
groette de overwinning.
Inderdaad, weinig tijd later, verliet eene
bende wilden het huis. Ieder hunner droeg
een deel van den bait. In het midden van
een groep krijgslieden kon Patira Coëtquen,
Halgan en de twee bedienden onderscheiden;
zij wareo stevig geboeid en werden streng
bewaakt.
De rosso gloed van brand verminderde,
de bleeke tinten van den dageraad volgde op
het bloedig purper; den hemel zag de laatste
sterren verdwijnen, weldra zou de afgrijse
lijke verwoestingen van een nacht komen
b- g;hijnen.
De Hurons, die er in geslaagd waren zich
van Halgan en Tangny meester te maken,
versmaadden het nm aan de plundering deel
te nemen, dooh hunne metgezellen doorsnuf
felden het huis om er kruit, kogels en bran
dewijn te viuden. De begeerlijkheid hield
hen op de sohouwplaats van den strijd terug,
en Roodhoofd, Vlugge Panter en Arendsveer
wachten ongeduldig bet oogonblik af, dat
de plunderaars hunnen buit voldoende ion-
den achten.
Arendsveer wilde overigens het St. Lao*
ronsblokhuis niet verlaten, zonder zijne doo-
den begraven te hebben.
Mot eene gebiedende stem riep hg vier
van zijne krijgslieden en beval hun eenen
breeden kuil te graven aan den zoom van
het bosoh.
(Vervolgt.)
Vervolg van Patira en De schat der Abdij
door Raoul Db Naveuï
(186® vervolg.)
Terwijl do kapitein tegen Arendsveer wor
stelde, stond Tanguy den aanval van twee
Hurons door do eerste, Roodhoofd, waa
van eene reuzeulengte de tweede, Vlugge
Panter geheeten, was nauwelijks de jon
gensjaren ontwassen het was er dezen om
te doen, TaDguy op den grond te krijgen en
zich van zijn hoofdhaar meester te maken.
Vlugge Panier was nog niet onder de krijgs
lieden van zijnen stam opgenomen en brand
de van begeerte om zich door eene schitte
rende daad te onderscheiden. Hg bad dan
ook geen ander wapen in de hand dan zijn
breed scalpeermes, terwijl Roodhootd eene
lans zwaaide, die in de hitte van deu strijd
de helft van hare schacht had verloren,
zoodat zij veel op eene werpspiet geleek.
Tanguy doorstond den sohok dier twee
aanvallers, dank aau de bewonderenswaar
dige bohendigheid, waarmede hij zijn dogen
rondzwaaide. Ondanks de woede, waarmede
zij hunne tegenhangers bes roden, moeiten
de Indianen hunne dapperheid bewonderen
wellicht waron zij op het punt aan hunne
overwinning te twijfelen, toen zij eene ver
sterking van drie reosaohtige Indianen ont-
Tingen, wier gordel reeds met de bloedige
trppheën van menschelgke scalpen prijkten.
Thans was de evenredigheid der kansen ver
broken
Halgan en de markies streden tegen vijf
man en moesten dus ook het onderspit del
ven.
Toch f.c''.?nen ze geen van beiden vermoeid
of moedeloos; de enterbijl van den kapitein
had Arendsveer aan de schouder gewond, hij
zelf bloedde uit den arm. Wel begrijpen dat
er oen einde aan moest komen, en dat de
dogen van een enkel man de slagen van vier
Huruus niet lang zou pareeren, bracht de
markies eensklaps een rechten stoot toe en
doorboorde eene borst, maar eene bijl ver
brijzelde op hetzelfde oogenblik zijn degen,
en Tanguy behield niets meer in zijne haod
dan een vormelcoze en onnutte stomp.
Daar ontrukt een messteek eensklaps een
kreet van pgn aan een van Tanguy's beapriu-
gers, Roodhoofd; de wonde werd hem van
achter toegebracht Woedend keeren de
Hurons zich om; maar zie daar rolt er een,
bij de beonen vastgegrepen in tollo lengte
op den grond, een jonkman springt langs
Roodhoofd voorbij, in het volgende oogenblik
slaat Patira met eene bijl in iedere hand, aau
de zijde van don markies.
Deze denkt minder aan zich dan aan zijn
kind.
Wat hebt gij met Hervé gedaan
vraagt hij.
Hij is met Nonpareille in veiligheid.
Roodhoofd slingert op goed geluk zijne
strijdbijl weg en treft Tanguy aan den slaap,
zoodat dezen oen kreet ran piju ontsnapt.
De gedeeltelijke gevechton nameu in de
gangen en kamers een einde. Een enkele
groep weerstond de wilden met deu moed dor
daarenboven met een paar oorlogeereteekens
vereerd geworden. De jongen was in bepaald
verlof.
Beide lijken werden na de noodige besta-
tigingen naar het doodenhuis der gemeente
gevoerd.
Dit zijn dus reeds vijf slachtoffers van die
vreeselijke ramp die tot heden gekend zijn.
Ook door het opvisschen dier twee dren
kelingen wordt de verklaring bevestigd van
den geredden Nederlander, die zich herin
nerde drie soldaten in het bootje te hebben
opgemerkt. Men zal zich herinneren dat de
derde soldaat op het oogenblik der ramp nog
bijtijds op de slijpbak heeft kunnen springen.
Verleden nacht werd de policie verwittigd,
dat verscheidene soldaten en burgers slaags
waren geraakt op de Warandemarkt te Brus
sel. Verscheidene agenten snelden ter plaats
en konden de vechters op de vlucht drijven.
Hier ook bleef er echter een ter plaats. Een
genaamde Joris Jacowtch wonende Nijlpaal
gang, lag bewusteloos in een bloedplas. Hg
werd naar het St. Jansgasthuis gebracht,
waar men vaststelde dat hij verscheidene
erge meststeken in den rug bekomen had.
Zijn toestand is bedenkelijk.
Voor den oorlog woonden de twee gebroe
ders Lagrange, beiden leeraars in de krijgs
school, samen in eèn huis der Zonder Zorg
straat te Elsene.
In 1914 toen de Duitschers te Brussel aan
kwamen, trok de jongste der twee naar
Frankrijk. De oudste overleed in 1915 te
Eise-ne. Een andere broeder deed de 7.eeels
leggen in het huis dat zijn broeders bewoond
hadden en het huis werd aan de waakzaam
heid van den portier toevertrouwd.
Onlangs keerde de jongste der broeders
uit Frankrijk terug. Toen men nu woensdag
tot de lichting der zegels wilde overgaan,
stelde men vast dat deze verbroken waren en
het huis letterlijk leeggeplunderd was van
onder tot boven.
Volgens de verklaringen van den jongsten
Lagrange hadden meubels, kunstvoorwerpen,,
schilderijen, zilverwerk, lijnwaad, kleederen,
enz.zich in het huté bevindende, eene waarde
van minstens 80,000 fr.
De poorlier wérd opgezocht, doch men
vernam, dat bij sinds lang het huis niet meer
bewoonde en slechts nu cn dan eens kwam
zien of het huis zelf er nog stond. Eene klacht
is neergelegd.
Nog een huis geplunderd te Schaarbeek.
Eene rentenierster; Mcv.Tatchely, wonende
Daillvlaan te Schaarbeek, was geheel den
oorlog in het buitenland geweest.
Dinsdag avond keerde zij terug en Woens
dag morgend was haar eerste werk, even
naar haar huis te gaan zien.
Dieven waren haar voor geweest. Kunst
voorwerpen, kleederen, meubelen, zilverwerk,
enz., alles ter waarde van 20,ü0O fr. waren
verdwenen.
Zware vermoedens wegen op verscheidene
verdachte kerels der gemeente.
Woensdag morgend verscheen de wissel
agent Robert Gaiilart, wiens bureelen geves
tigd waren Kiekenraarkt, te Brussel en die
aangehouden werd wegens verduistering van
ongeveer twee miljoen frs. ten nadeele zijner
kliënten, voor de Raadskamer.
Het aanhoudingsmandaat werd bekraci.'-
ligd.
Gailtaert, die zwaar ziek is, werd daarna
naar de infirmerie van het gevang van Vorst
teruggevoerd.
DE NIEUWE LOON STANDAARD
De bezoldiging der officieren.
De bezoldiging van onder-luitenant is vast
gesteld op 400 fr. per maand. De luitenant
zal de onderscheiden bezoldigingen genieten
van 440, 480, 520 en 560 fr., na 3, 6, 9 en
12 jaar dienst in den officierenrang.
De aanvangswedde van tweeden kapitein
bedraagt 560 fr. zij zal op 600 fr. gebracht
worden na 15 jaar dienst in den officiersrang.
De wedde van den kapitein^commandant,
die minder dan 15 jaar dienst als officier
hebben bedraagt 640 fr. Deze wedde wordt
gebracht op 680 fr. en op 720 fr. onderschei
denlijk na 15 en 18 jaar dienst met den offi
ciersrang.
De wedden der hoofdofficieren worden
vastgesteld als volgtmajoor 840 fr.na 3
jaar met den rang van majoor 890 fr. luite
nant kolonel, 970 fr.; kolonel, 1.170 fr.
De wedden der opperoflicieren zijn de vol
gende generaal-majoor, 4,410fr.; luitenant-
generaal, 1,550 fr.
Manschappen en minder kader
De soldijen der manschappen, die niet weer
dienst nemen zijn soldaten, 20 centiemen;
sergeant, 1,50 fr.; sergeant majoor 2,70 fr.;
adjudant, 3,30 fr.
Wat betreft dezen die wel weer dienst ne
men, verschilt de soldij met de vorige, en
wordt verhoogd volgens opvolgenlijke tijd
vakken van 2 jaar nieuw onderschreven
dienst, het maximum bereikt wordend gedu
rende het 9e en 10e jaar.
De dagelijksche soldijen van adjudant zijn:
5,5,50, 6, 6,50 en 7 fr. serg. majoor, 4, 4,50
5, 5,50 en 6 fr.;. sergeant, 3, 3,30, 3,60,
3.90 en 4,20 fr,; korporaal, 1,80, 2, 2,20
2,40 en 2,60 fr.; soldaat. 1,50, 1,70, 1,90,
2,10 en 2,30 fr.
Voor al de lagere militairen komt de Slaat
tusschen voordemenagekosten, die, vroeger,
van de soldij afgehouden werden.
De vergoeding der opnieuw dienstnemen-
den, die afgeschaft is, is nu begrepen in de
soldij.
Rijkswacht.
De maandelijksche wedde der onderofficie
ren, brigadiers en gendarmen is vastgesteld
alsvolgt
a) Een vast gedeelte bepaald alsvolgt
Adjudant le klas, 285 fr.; 2® klas 275 fr.;
eerste opperwachtmeester 260 fr.; opper
wachtmeester 250 fr.; eerste wachtmeester
225 fr.; wachtmeester-foerier 220 fr.; wacht
meester 1® klas 215 fr.; 2* klas 210 fr.;
brigadier 205 fr.: gendarm 200 fr.
b) Een maandeliiksche bijwedde van 10 fr.
na elk tijdvak van drie jaar goeden dienst
vervuld zoowel in het leger als bij de rijks
wacht.
Nochtans mag genoemde bijwedde geen
90 fr. per maand te boven gaan, wat gelijk
staat met 9 driejarige tijdvakken.
Uit Marseille wordt gemeld, dat de Japaan-
sche paketboot Otaru-Maru op 2 Oogst 1.1.
met eene lading van 3000 ton coprah uit
Singapoor vertrokken, in bestemming voor
Marseille, sinds dan nog niets van zich liet
hooren. Het schip moest teColombo aanleggen
op 7 Oogst, doch is daar niet gezien gewor
den.
De onrust is zeer groot, daar twee dagen
na het vertrek uit Singapoor een vreeselijke
waterhoos gewoed heeft in den Indiaanschen
Oceaan. Verscheidene schepen zijn dan met
man en muis vergaan en daar de Otaru-Maru
zich juist in die streek moest bevinden, denkt
inen dat het sehip hetzelfde lot heeft onder
gaan. De bemanning telde 60 koppen.