Rouw hulde Belasting op Oorlogswinsten De ophefmakende aanhouding Een sterfhuis geplunderd le Elsene Bij het Leger ureelen: Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Telephoon 114— D A G B Li A D 5 CENTIEM E.N Drukker-UitgeverJ. Van Nuffel-Db Gekpt. Voor d. publiciteit bulten het Arrondissement Aalst, zich te wonden tot het Agentschap Havas, 8, Martelaarplein, te Brnssel8, Place de la Bourse, Parijs en 105, Cheapside, Londen. Stoutmoedige bandietei-ij De ramp op de Schelde De levensduurte en de komende Winter Het ireval Pierre Lenoir JEAN CANADA BRUSSEL BIJ NACHT... Aanhoudingsmandaat bekrachtigd Is het eene schipbreuk IDE VOLKSSTEM" ©TALE) AALMX aan onze diepbetreurde overleden Mede burgers ter dood gebracht bij den inval der Duitschers of ten gevolge der gruwel daden der opeischingen. SCHIKKINGEN Zalerdag avond te 7 ure Luiden der klokken. 1) Zondag 28 September 1919, om 9 ure in St-Marlenskerk PLECHTIGE ROUW DIENST, de absouten zullen gezongen wor den door Zijne Hoogw. Mgr den Bisschop van GentGelegenheidsrede door Eerw. P. Dr Berthold der Capucienen. 2} Om 10 ure OFFICIEELE ROUWSTOET naar de Drie Sleutelstraat Huldebetoog van wege het Stadsbestuur. Vertrek ter Groote Markt om 10 ure. 3) Om 2 uur namiddag VOLKSROUW STOET naar het Kerkhof en huldebetoog door al dc maatschappijen der stad bijeenkomst op het Statieplein en omliggende straten. Afvaardigingen van het leger zullen de militaire eer bewijzen op de rouwplechlig- beden. Men wordt verzocht aan al de huizen over de gaiisclte stad de vlaggen halftop te kijschen Voor het Stadsbestuur HET INRICHTEND KOMITEIT De oorlogswoekeraars hebben gedacht dat zij in 't bezit gingen blijven van hun onrecht vaardig gewonnen geld. Zonder rekening te houden van de oude, Vlaamsche spreuk Gestolen goed, gedijt niethadden ze uil alle macht en met volle handen geschept al dat ze konden in de goudmijn van den woe ker. Toen duizenden lieden honger leden vulden zij hunne zakken, en die zakken sche nen zoo diepte zijn, dat zij nimmer verzadigd waren. Ten andere het spreekwoord 's Duivels zak is nooit vol liegt niet, de •woekeraars leverden er het sprekend bewijs van. De vorige weck kwam deze zaak nogmaals ter bespreking in dc Kamer. M. Delacroix, minister van financies lieert er gezegd, dal dezen die op de volksellende gespekuleerd hebben om schatten te verzamelen, niet in het vreedxaem genot van hunne minsten ge laten worden.Zoo werd een brusselsche koop man door de kommissie, aangesteld om de oorlogswinsten te ramen en te belasten, eenen taks opgelegd van vijf miljoen frank. Hoe verheven dit cijfer ook schijne, te Antwerpen werd het verre overtroffen. In deze stad werd een trafikant, wiens winsten zorgvuldig door de onderzoekskommissie ge schal waren, eene belasting opgelegd van 15 miljoen frank. Vijftien miljoen frank voor één enkelen haiideldrijverDie kerel moet dus 17 tot 18 miljoen gewonnen hebben, daar de taks 80 p. h. is der totale winsten. In geval het onderzoek uitwijst, dat er handel geweest is ten voordeele van den vijand, dan komt er ook verraad in 't spel, en dan wordt de totale winst aangeslagen en verbeurd verklaard. Dau nog staan de over treders aan rechterlijke vervolgingen bloot. In een Henegouwsch dorp heeft men een beestenkoopman een taks opgelegd van 3 1/2 miljoen frank. Dit alles is slechts een begin. De onderzoekskommissics konden maar inge steld worden na de stemming der wet. Zij zijn nu sedert eenige dagen met hun werk zaamheden begonnen. Het ware wenschelgk, dat minister Delacroix de eerste uitslagen van de toepassing der wet in het gansche land binnen kort kenbaar maakte. Dit zou een voertreffelijk middel zijn om de gemoederen der eerlijke menschen, die het slachtoffer waren van de gewetenlooze woekeraars, ge rust te stellen. Dat de accapareursintusschen maar hunne beurs beginnen te ontsluiten Loontje komt om boontje 1 TE LAUSANNE Eenige dagen geleden deelden wij een telegram van een benchtenngenisehap mede, meldende, dal een Duitsch onderdaan, zeke ren von Treek te Lausanna aangehouden werd, toen hij wilde beproeven eene belang rijke geldsom in te smokkelen, voor de Bol chewistische propagande in Frankrijk, Enge land, Zwitserland en Italië. von Treek is tbans onder borgtocht in vrijheid gelaten en zijn eerste werk is geweest in krachtige bewoordingen verzet aan te teekenen tegen de beschuldigingen ten zijnen laste. von Treek is een gewezen Duitsch officier en zoon van een groot Duitsch nijveraar te Petrograd. Na den wapenstilstand is hij te Lausanne in liet huwelijk getreden met de dochter van graaf Frankenberg en niet van prins Furstenberg zooals eerst gemeld werd. Volgens zijne bewering is hij aangehouden tengevolge van dokumenten welke nu valsch bevonden werden. Hij komt hevig op tegen de betichting een Bolchewist te zijn, daar de Bolchewislen al zijne fabrieken van Petrograd een overgroot fortuin vertegenwoordigende, plat legden. De advokaat van von Treek heeft verklaart dat degene die de dokumenten vervalschie reeds aangehouden is. Hel is eene zekere prinses Wiszmeneska, die thans te Berne op gesloten is. "to wynegem. Gisteren avond werd de gemeente Wyne gem in opschudding gebracht door eene stoutmoedige bandietenstreek. Een onbekend wielrijder kwam voorbij de stokerij Meeus gereden, toen hij eensklaps neergeschoten werd door een kerel, die zich achter een boom verborgen hield en hem met een revolverschot neervelde. De moordenaar sprong op zijn slachtoffer toe, om hem uit te plnnderen, doch op het zelfde oogenblik naderden twee andere wiel rijders, die den bandiet op de vlucht dreven. De moordenaar kon niet herkend worden. Op het slachtoffer werden geene identiteits bewijzen gevonden. Het parket is ter plaats geweest. TE ANTWERPEN Nog twea lijken opgevischt. Reeds vijf slachtoffers gekend. Twee lijkon van slachtoffers van liet ver- onselukte motorbootje zijn tot Hoboken ge spoeld, waar ze Dinsdag uit de Schelde wer den opgevischt. Het eerste lijk was dat van den Belgischen soldaat G. Aspelach, in garnizoen te Beveren, en wiens verdwijning wij reeds gemeld Leb ben. Het andere was dat van den Belgischen soldaat Jan Janssens, van Meerle, oorlogs vrijwilliger, hebbende acht chevronslrepen, zoodat hij van af het begin den oorlog, zon der onderbreking beeft meegemaakt. Hij was vertwijfeling; twee der bedienden, die in de worsteling niet bezweken waren, werden overmand, hun lot voorspeldedut wat Halgan en Tanguy te wachten hadden. Doze pireed nog altijd, doch hg verwachtie geen zegen meer tot belooning voor den boven menachelijken moed, dien hij alsdan ontvouwde. Palira, zeide liij al vechtende, weet gij waar Hervé is Ja, antwoordde de jongeling, terwijl hg Vluggen Panter een snee ia den arm toebracht. Ga naar hem terug. O, die verwenschte HuroD8 Ik ben gewond, Patira... ga ver voeg u bij Hervé, bescherm, red hem... Jean Canada zal terugkeeren... gij kunt uw ver trouwen in hem stellen. Laat mij met u sterven, zeide Patira, ik veoht als een man, die Mingo's zijn ons nog niet de baas. Zij sullen het worden... mijne oogen verduis eren, mijn arm verzwakt... Palira. mijn zoon, red mijn kind. Nonpare'lle alleen is onmachtig om hem te verde ligen Gij eischt liet van mij, mijnheer de markies Ja, antwoordde Tanguy, er zal ons overkomen wat God wil. Patira maakte geene tegenwerpingen meer hij gleed in de vonsternis ging achter den markies om, opende bliksemenel tiet ven ster, nam een sprong naar buiten en bevond zich op een smalle kroonlijst. Hij kroop hierover voort tot aan den hoek van het ge bouw, waar eea dikke boomstam deu dob belen muur tot schutting diende, en liet zioh naar beneden glijden. Thans had hij spoedig den voorgevel bereikt, waar bet mortier nog altijd dreigend stondniet ver van daar deed zioh een gebrom hooron Patira riep met ingehouden stem Mingo I Mingo I De beer naderde langzaam. Patira streelde zijn ruigen kop en snelde met hem voort tot aan den voet van den ralelaar, in welks tak ken Nonpareille alsook Hervé verborgen waren. Ilij had al de behendigheid noodig, die hij in zijn vroeger kunstenmakersleven had opge daan, oin den breeden stam te beklimmen, terwijl Mingo zich als een trouwe wachter aan den voet van den boom plantte. Weldra tat Patira naast de beide kinderen neder. Brengt mijn broeder kwade tijdingen mede vroeg hot meisje. De Hurofszijn de meesters, antwoord de Patira, de Hurons zijn tien tegen één. Eu Tanguy, die edelmoedige blanke heor Is in Gods handen, En Halgan Vecht als een leeuw. Hebben zij Patira naar ons gezonden Ja, Nonpareille, en toch was ik bijna ongehoorzaam aan den IMarkies geworden, want ondanks mijne liefde vo„or Hervé wilde ik aan de zijde van zijn vader sterven. Tanguy zal Diet sterven, z&ido de kleine lndiaan8che, men zal hem gevangen nemen. Is dat niet betzelfde Tijd hebben is kaas. Om de schaarschheid van sommige levens-, middelen te voorkomen alsmede dehoogf u-ijzen welke-zij toekomende Winter zoude® >ereikt hebben, is het Minisserie van Nijver heid, Arbeid en Bevoorrading, in belangrijk® onderhandelingen getreden met verscheiden® uitvoerende landen. De ruildienst, die de koopwaren bepaalt, welke bij ons met nut zouden kunnen inge voerd worden als de tegenwaarde van de door ons uitgevoerde kolen, is op het punt te sla gen in zijne pogingen wat het leveren betreft door Italië van eene groote hoeveelheid eiers, door Zwitserland van kaas en door Nederland van boter en kaas. Deee waren aan de gepatenteerde bande- laars overgelaten, zullen verkocht worden door hen met eene gewone winst. De koffie waarvan de aankomst reeds aan gekondigd werd, zal toekomende maand te voop zijn. Zij is van de beste hoedanigheid. Zij zal gebrand worden en in pakjes van een halven kilo, voorzien van een zekerheidsliket, waardoor men ze va^^e thans ingevoerde koffie zal kunnen onBfcheiden, verkocht worden tot merkelijke Iïgere prijzen dan de gene welke in den handel gevraagd worden. Deze verschillende aankoopen, in verband rnet het vaststellen der prijzen, door de daar toe ingestelde Raadgevende Kommissie, zijn de zekerste middelen om de levensduurte te bestrijden, in zoover ze niet natuurlijk is. Men zal zich een gedachte kunnen maken van de door het op zijn eigen geldmiddelen bestaande algemeen bestuur des handeldien- sten van het Ministerie van Nijverheid Arbeid en Bevoorrading, in helleven geroepen han delsbeweging, als men zal weten dat zij thans een half raillioen frank per dag bedraagt, en dit cijfer nog steeds klimt, daar de handelaars begrepen hebben dat het voor hen van het grootste belang is de tusschenpersonen te zijn tusschen het Ministerie van Bevoorrading en het verbruikend publiek. «7 In de rechterlijke kringen, te Parijs, is men algemeen van oordeel, dat de prokureur generaal het dossier der zaak Lenoir aan den Voorzitter van het HoogerUof zal behaii&i^en en dat deze M. Pérès, algeraeene verslagge ver der onderzoekskommissie, zal gelasten dc verklaringen van den ter dood veroordeelde te gaan opnemen. Deze formaliteiten zouden nog al vlug kunnen geschieden en alles Iaat toe te veron derstellen, dat Lenoir nog deze week zal uit- genoodigd worden te zeggen wat hij van de zaak Caillaux en Cie weet. Van den anderen kant heeTt de prokureur M. Lescouvé, gevraagd dat er een bijgevoegd onderzoek zou plaats hebben, namelijk over de rol, door Caillaux gespeeld, bij de onder handelingen met Duitschland voor den aan koop van Le Journal. Deze vraag is aan M. Dubost overgemaakt, die de noodige maatregelen zal moeten nemen. PARIJS, 25 September. De bladen mel den, datM. Dubost, dadelijk na de ontvangst der aanvraag van M. Lescouvé bij hoogdrin gendheid M. Pérès, voorzitter der onder-s zoekskomraissie naar Parijs Leeft terugge roepen. PARIJS, 25 September. Excelsior aan schouwt het als zeker, dat Lenoir en Caillaux Vrijdag of Zaterdag zullen gekonfronteerd worden. PARIJS, 25September. Volgens L'Echo de Paris is de toestand van Lenoir zeer erg. Hij is uiterst zwak en beeldt zich in, dat hij reeds door den kop geschoten is. Daar verhief zich een oorverdoovende kreet, de kinderen voelden hun hart van schrik ineenkrimpen, dit wild geschrei be groette de overwinning. Inderdaad, weinig tijd later, verliet eene bende wilden het huis. Ieder hunner droeg een deel van den bait. In het midden van een groep krijgslieden kon Patira Coëtquen, Halgan en de twee bedienden onderscheiden; zij wareo stevig geboeid en werden streng bewaakt. De rosso gloed van brand verminderde, de bleeke tinten van den dageraad volgde op het bloedig purper; den hemel zag de laatste sterren verdwijnen, weldra zou de afgrijse lijke verwoestingen van een nacht komen b- g;hijnen. De Hurons, die er in geslaagd waren zich van Halgan en Tangny meester te maken, versmaadden het nm aan de plundering deel te nemen, dooh hunne metgezellen doorsnuf felden het huis om er kruit, kogels en bran dewijn te viuden. De begeerlijkheid hield hen op de sohouwplaats van den strijd terug, en Roodhoofd, Vlugge Panter en Arendsveer wachten ongeduldig bet oogonblik af, dat de plunderaars hunnen buit voldoende ion- den achten. Arendsveer wilde overigens het St. Lao* ronsblokhuis niet verlaten, zonder zijne doo- den begraven te hebben. Mot eene gebiedende stem riep hg vier van zijne krijgslieden en beval hun eenen breeden kuil te graven aan den zoom van het bosoh. (Vervolgt.) Vervolg van Patira en De schat der Abdij door Raoul Db Naveuï (186® vervolg.) Terwijl do kapitein tegen Arendsveer wor stelde, stond Tanguy den aanval van twee Hurons door do eerste, Roodhoofd, waa van eene reuzeulengte de tweede, Vlugge Panter geheeten, was nauwelijks de jon gensjaren ontwassen het was er dezen om te doen, TaDguy op den grond te krijgen en zich van zijn hoofdhaar meester te maken. Vlugge Panier was nog niet onder de krijgs lieden van zijnen stam opgenomen en brand de van begeerte om zich door eene schitte rende daad te onderscheiden. Hg bad dan ook geen ander wapen in de hand dan zijn breed scalpeermes, terwijl Roodhootd eene lans zwaaide, die in de hitte van deu strijd de helft van hare schacht had verloren, zoodat zij veel op eene werpspiet geleek. Tanguy doorstond den sohok dier twee aanvallers, dank aau de bewonderenswaar dige bohendigheid, waarmede hij zijn dogen rondzwaaide. Ondanks de woede, waarmede zij hunne tegenhangers bes roden, moeiten de Indianen hunne dapperheid bewonderen wellicht waron zij op het punt aan hunne overwinning te twijfelen, toen zij eene ver sterking van drie reosaohtige Indianen ont- Tingen, wier gordel reeds met de bloedige trppheën van menschelgke scalpen prijkten. Thans was de evenredigheid der kansen ver broken Halgan en de markies streden tegen vijf man en moesten dus ook het onderspit del ven. Toch f.c''.?nen ze geen van beiden vermoeid of moedeloos; de enterbijl van den kapitein had Arendsveer aan de schouder gewond, hij zelf bloedde uit den arm. Wel begrijpen dat er oen einde aan moest komen, en dat de dogen van een enkel man de slagen van vier Huruus niet lang zou pareeren, bracht de markies eensklaps een rechten stoot toe en doorboorde eene borst, maar eene bijl ver brijzelde op hetzelfde oogenblik zijn degen, en Tanguy behield niets meer in zijne haod dan een vormelcoze en onnutte stomp. Daar ontrukt een messteek eensklaps een kreet van pgn aan een van Tanguy's beapriu- gers, Roodhoofd; de wonde werd hem van achter toegebracht Woedend keeren de Hurons zich om; maar zie daar rolt er een, bij de beonen vastgegrepen in tollo lengte op den grond, een jonkman springt langs Roodhoofd voorbij, in het volgende oogenblik slaat Patira met eene bijl in iedere hand, aau de zijde van don markies. Deze denkt minder aan zich dan aan zijn kind. Wat hebt gij met Hervé gedaan vraagt hij. Hij is met Nonpareille in veiligheid. Roodhoofd slingert op goed geluk zijne strijdbijl weg en treft Tanguy aan den slaap, zoodat dezen oen kreet ran piju ontsnapt. De gedeeltelijke gevechton nameu in de gangen en kamers een einde. Een enkele groep weerstond de wilden met deu moed dor daarenboven met een paar oorlogeereteekens vereerd geworden. De jongen was in bepaald verlof. Beide lijken werden na de noodige besta- tigingen naar het doodenhuis der gemeente gevoerd. Dit zijn dus reeds vijf slachtoffers van die vreeselijke ramp die tot heden gekend zijn. Ook door het opvisschen dier twee dren kelingen wordt de verklaring bevestigd van den geredden Nederlander, die zich herin nerde drie soldaten in het bootje te hebben opgemerkt. Men zal zich herinneren dat de derde soldaat op het oogenblik der ramp nog bijtijds op de slijpbak heeft kunnen springen. Verleden nacht werd de policie verwittigd, dat verscheidene soldaten en burgers slaags waren geraakt op de Warandemarkt te Brus sel. Verscheidene agenten snelden ter plaats en konden de vechters op de vlucht drijven. Hier ook bleef er echter een ter plaats. Een genaamde Joris Jacowtch wonende Nijlpaal gang, lag bewusteloos in een bloedplas. Hg werd naar het St. Jansgasthuis gebracht, waar men vaststelde dat hij verscheidene erge meststeken in den rug bekomen had. Zijn toestand is bedenkelijk. Voor den oorlog woonden de twee gebroe ders Lagrange, beiden leeraars in de krijgs school, samen in eèn huis der Zonder Zorg straat te Elsene. In 1914 toen de Duitschers te Brussel aan kwamen, trok de jongste der twee naar Frankrijk. De oudste overleed in 1915 te Eise-ne. Een andere broeder deed de 7.eeels leggen in het huis dat zijn broeders bewoond hadden en het huis werd aan de waakzaam heid van den portier toevertrouwd. Onlangs keerde de jongste der broeders uit Frankrijk terug. Toen men nu woensdag tot de lichting der zegels wilde overgaan, stelde men vast dat deze verbroken waren en het huis letterlijk leeggeplunderd was van onder tot boven. Volgens de verklaringen van den jongsten Lagrange hadden meubels, kunstvoorwerpen,, schilderijen, zilverwerk, lijnwaad, kleederen, enz.zich in het huté bevindende, eene waarde van minstens 80,000 fr. De poorlier wérd opgezocht, doch men vernam, dat bij sinds lang het huis niet meer bewoonde en slechts nu cn dan eens kwam zien of het huis zelf er nog stond. Eene klacht is neergelegd. Nog een huis geplunderd te Schaarbeek. Eene rentenierster; Mcv.Tatchely, wonende Daillvlaan te Schaarbeek, was geheel den oorlog in het buitenland geweest. Dinsdag avond keerde zij terug en Woens dag morgend was haar eerste werk, even naar haar huis te gaan zien. Dieven waren haar voor geweest. Kunst voorwerpen, kleederen, meubelen, zilverwerk, enz., alles ter waarde van 20,ü0O fr. waren verdwenen. Zware vermoedens wegen op verscheidene verdachte kerels der gemeente. Woensdag morgend verscheen de wissel agent Robert Gaiilart, wiens bureelen geves tigd waren Kiekenraarkt, te Brussel en die aangehouden werd wegens verduistering van ongeveer twee miljoen frs. ten nadeele zijner kliënten, voor de Raadskamer. Het aanhoudingsmandaat werd bekraci.'- ligd. Gailtaert, die zwaar ziek is, werd daarna naar de infirmerie van het gevang van Vorst teruggevoerd. DE NIEUWE LOON STANDAARD De bezoldiging der officieren. De bezoldiging van onder-luitenant is vast gesteld op 400 fr. per maand. De luitenant zal de onderscheiden bezoldigingen genieten van 440, 480, 520 en 560 fr., na 3, 6, 9 en 12 jaar dienst in den officierenrang. De aanvangswedde van tweeden kapitein bedraagt 560 fr. zij zal op 600 fr. gebracht worden na 15 jaar dienst in den officiersrang. De wedde van den kapitein^commandant, die minder dan 15 jaar dienst als officier hebben bedraagt 640 fr. Deze wedde wordt gebracht op 680 fr. en op 720 fr. onderschei denlijk na 15 en 18 jaar dienst met den offi ciersrang. De wedden der hoofdofficieren worden vastgesteld als volgtmajoor 840 fr.na 3 jaar met den rang van majoor 890 fr. luite nant kolonel, 970 fr.; kolonel, 1.170 fr. De wedden der opperoflicieren zijn de vol gende generaal-majoor, 4,410fr.; luitenant- generaal, 1,550 fr. Manschappen en minder kader De soldijen der manschappen, die niet weer dienst nemen zijn soldaten, 20 centiemen; sergeant, 1,50 fr.; sergeant majoor 2,70 fr.; adjudant, 3,30 fr. Wat betreft dezen die wel weer dienst ne men, verschilt de soldij met de vorige, en wordt verhoogd volgens opvolgenlijke tijd vakken van 2 jaar nieuw onderschreven dienst, het maximum bereikt wordend gedu rende het 9e en 10e jaar. De dagelijksche soldijen van adjudant zijn: 5,5,50, 6, 6,50 en 7 fr. serg. majoor, 4, 4,50 5, 5,50 en 6 fr.;. sergeant, 3, 3,30, 3,60, 3.90 en 4,20 fr,; korporaal, 1,80, 2, 2,20 2,40 en 2,60 fr.; soldaat. 1,50, 1,70, 1,90, 2,10 en 2,30 fr. Voor al de lagere militairen komt de Slaat tusschen voordemenagekosten, die, vroeger, van de soldij afgehouden werden. De vergoeding der opnieuw dienstnemen- den, die afgeschaft is, is nu begrepen in de soldij. Rijkswacht. De maandelijksche wedde der onderofficie ren, brigadiers en gendarmen is vastgesteld alsvolgt a) Een vast gedeelte bepaald alsvolgt Adjudant le klas, 285 fr.; 2® klas 275 fr.; eerste opperwachtmeester 260 fr.; opper wachtmeester 250 fr.; eerste wachtmeester 225 fr.; wachtmeester-foerier 220 fr.; wacht meester 1® klas 215 fr.; 2* klas 210 fr.; brigadier 205 fr.: gendarm 200 fr. b) Een maandeliiksche bijwedde van 10 fr. na elk tijdvak van drie jaar goeden dienst vervuld zoowel in het leger als bij de rijks wacht. Nochtans mag genoemde bijwedde geen 90 fr. per maand te boven gaan, wat gelijk staat met 9 driejarige tijdvakken. Uit Marseille wordt gemeld, dat de Japaan- sche paketboot Otaru-Maru op 2 Oogst 1.1. met eene lading van 3000 ton coprah uit Singapoor vertrokken, in bestemming voor Marseille, sinds dan nog niets van zich liet hooren. Het schip moest teColombo aanleggen op 7 Oogst, doch is daar niet gezien gewor den. De onrust is zeer groot, daar twee dagen na het vertrek uit Singapoor een vreeselijke waterhoos gewoed heeft in den Indiaanschen Oceaan. Verscheidene schepen zijn dan met man en muis vergaan en daar de Otaru-Maru zich juist in die streek moest bevinden, denkt inen dat het sehip hetzelfde lot heeft onder gaan. De bemanning telde 60 koppen.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1919 | | pagina 1