De middenstanders
en de Katholieke partij
Rood het Ministerie
Eeneministerieelsverklaring
Schrikkelijk ongeluk le Willebroek
Provincieraad van Oost-Vlaanderen
HET GEHEIM
VAN DEN KOLENBRANDER
De vergadering der
parlementaire rechterzijde
Gestorven voor het Vaderland
VerraeidïRfl op de acten ven overlijden
De vervolgingen tegen Willem U
XXV»
JAARGANG
NUMMER
274
Donderdag 27
November
1919
Bureelen: Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Telophoon 114 A G T 0 CENTIEMEN Drukker-UitgeverJ. Van Nüffel-De Ghndt
Voor do publiciteit bulten het Arrondissement Aalst, rich to vend en tot bet Agentschap Havas, 8, Martelaarplein, te Brussel; 8, Place do la Bourse, Parijs eu 105, CheapsiJe, Louden.
Tn verscheidene arrondissementen van bet
land hebben de middenstanders in de laatste
verkiezingen kandidaten voorgesteld.
Zooals het te voorzien was hebben die lijs
ten den bijval niet gehad welke de voor
staanders verhoopten en zulks was wel voor
een deel hunne schuld, daar do beweging
niet eensgezind, niet algemeen was en zich
niet over heel het land uitstrekte.
En evenwel ware het gevaarlijk, te loo
chenen dat vooreen eersten strijd,aangegaan
in zulke ongunstige voorwaarden, de uitslag
niet waardig is eenigzins de aandacht te
boeien.
In Brabant is er een gekozene; in Antwer
pen is er een kandidaat die dicht bij het
quonnn komt; 3000 stemmen worden be
haald te Gent; cn inliet Walenland komen
er ook ecnige duizenden op de verschillige
lijsten der middenstanders en kleine eige
naars.
Zulks bewijst genoeg, dat de kleine bur
gerij rechlstrccksch in de Kamers wil ver
tegenwoordigd zijn.
Moesten do katholieke bonden zich in den
strijd werpen, dan ware het onbetwistbaar
dat reeds \an de aanslaande kiezing een
erpslige uitslag zou bereikt worden ea dat
de lijsten der middenstanders de uiting zou
zijn een er partij van middenklassen, welke
hare werking en hare vertakking over heel
het land zouuitbreiden.
Zulks ware misschien geen ongeluk voor
liet land, doch het ware eene verbrokkeling
van den katholieken blok en dat raag niet.
thans min dan ooit.
liet kouit er dus voor de leiders der katho
lieke partij op aan, onderhandelingen welke
thans onvermijdelijk geworden zijn aan te
gaan en helmiddel te vinden,om die dappere
en trouwe soldaten der goede zaak in hare
rangen te bewaren, hunne verdiensten en
hunne rechten te herkennen en hun van harte
de plaats te gunnen welke hen toekomt.
Wij koesteren dan ook de rechtzinnige
hoop, dat zij aan dien plicht niet zullen te
kort blijven en van morgen af zich zullen aan
't werk stellen.
En tot do middenstanders zeggen wij
Kiel te l-aastig een besluit genomen! Han
delt slechts na rijpe overwegingWcest
bij'.onderlijk bezield niet één vasten wil Gij
ook hebt plichten te vervullen tegenover de
partij en tegenover het land Gij moogt er
u niet aan ontrekken Het land heeft thans
meer dan ooit eene sterke katholieke partij
noodig Keert uwe blikken, uwe hoop, uwe
inspanningen naar die partij Uw belang
zells dwin,;t cr u toe En dapper gewerkt!
Zonder dralen én onverpoosd gewerkt om
uwe krachten te versterken, uwe bonden te
vermenigvuldigen, al uwe inrichtingen-in een
ondeelbare eendracht samen te brengen.
Uwe rol is prachtig De kiezing heelt veler
oogen geopend. Men zal u de eerlijke vrien
denhand niet weigeren
De middenstandei's zullen zoo terzelfdertijd
ais hun recht, ook de zetels door de Katho
lieke partij verloren, heroveren 1
Ondereen vlag verbonden met de katho
lieke behoudsgezinde Vcrecnightgen, met de
werkhedenbonden en de landbouwevsbonden,
eendrachtig voor aller belangen, zullen de
middenstanders de partij der orde, ons gelieft
Belgisch vaderland redden
Voor de herstellenden. Mevr. de herto
gin de Vendome, zuster van Koning Albert,
heeft te Cannes, Frankrijk, eene villa, het
Tehuis Albert Iingericht, waar de Bel
gische herstellenden van den oorlog zes maan
den of eeu jaar zullen mogen doorbrengen.
Tusschen de herstellenden van den oorlog
worden begrepen de burgerlijke gedeporteer
den en de krijgsgevangenen.
(14* Vervolg)
Deze ridder had in verschillende tornooien
te vergeefs beproefd, hem te overwinnen
dit griefde hein zeer en maakte zijnen toorn
eu wraakzucht gaande. Nu geschiedde het,
dat de hertog van Limburg een groot steek
spel gaf in zijne stad Tongeren, waarheen
ook de beide ridders togen. Hier zouden zij
wederom tegen elkander in het krijt treden
Iedereen, van den hertog tot den jongste
freule verkeerde in gespannen verwachting,
want de faam der beide ridders was wijd eu
zijd doorgedrongen.
Het sein wordt gegeven, de paarden ren
nen op elkander los. De lansen beuken ge
lijktijdig met eene ontzettende kracht op
elkanders schild los. Bij dien schok breken
eensklaps de teugels van den moedigen rid
der, alsof het vlasdraden waren, hij verliest
het evenwicht en valt achterover uit den za
del op den grond. Luide zegekreten begroe
ten den overwinnaar, die met tieren hoofde
langs zijn verslagen mededinger rijdt en
voor het stormachtig gejuich met hoffelijke
buigingen dankt, terwijl de veralagene, met
schande overladen en de woede in zijn hart,
het strijdperk verlaat.
Welnu, wat is er geschied
De naijverige ridder had een der herauten
met goud omgekocht, om den loom van zijn
gehaten mededinger op een onmerkbare wijze
Nopens de vergadering der Parlementaire
rechterzijde, waarover wij gisteren reeds
spraken, vernemen wij nog, dat de vergade
ring zeer talrijk bijgewoond werd.
,M. Delacroix opende de beraadslaging met
te herinneren dat de Koning hera de zending
opgedragen had het ministerie samen te stel
len, en dat hij gedacht had de belangen van
het land te dienen met aan zijne kollegas te
verzoeken hnn ambt te blijven bekleeden,
en met aan M. Jules Destrée het ambt van
minister van Wetenschappen en Kunsten
aan M. Pon!Iet, dit van Binnenlandsche zaken
en aan M. Janson, gezien de uitdrukkelijke
weigering van. M. Masson, de portefeuille
van Oorlog aan te bieden.
M. Delacroix heelt vervolgeus beknopt
uitgelegd wat het programma zal zijn van het
ministerie dat hij tracht samen te stellen.
Het zal een programma van builenlandsche
politiek bevatten, dat het vorig ministerie
niet hebben kon, daar het niet wist, dan in
de laatste dagen, wat Frankrijk cn Engeland
cigentlijk beoogen. Daarbij het zou voor Bel
gië moeilijk geweest zijn een programma van
builenlandsche politiek tc hebben, zoolang
het zijne binnenlandsche eenheid niet geves
tigd heeft. En deze eenheid zal er bestaan
indien het ministerie volgens de inzichten
van M. Delocroix samengesteld wordt.
Wat de vlaamsche kwestie betreft, zegde
M. Delacroix, die moet opgelost worden, die
zou het worden door liet ministerie, dat met
het vertrouwen der Vlamingen in vorming
is, verrails M. Poullet geroepen is om hen in
zijnen schoot te vertegenwoordigen.
M. Woeste nam vervolgens het woord om
zijne verbazing uit te drukken over de voort-
varenheid waarmede M. Delacroix het ge
wichtig ambt van minister van Wetenschappen
en Kunsten aan de partijen der Linkerzijde
afgestaan heeft. Indien onze tegenstrevers,
zegde de in den strijd vergrijsde staatsman,
zoo zeer aan dit ambt houden, dan is het
klaar dat wij er voor ons niets goeds mogen
van verwachten.
M. Woeste beoordeelde zeer streng het
programma waarvan M. Delacroix cenc schets
gegeven had, en besloot met deze woorden
Vermits toch alles op voorhand vastgesteld
en uw ministerie samengesteld is, waartoe
dient het dan ons te komen raadplegen Het
is eene echte spotternij
Schier al de aanwezige katholieke gekoze
nen keurden de zienswijze van M. Woeste
goed.
M. Delacroix antwoordde Het schijnt
dat de meerderheid van deze vergadering het
met mij niet eens is. In deze voorwaarden
blijft er mij niets over dan heden nog den
Koning te gaan zeggen dat ik in mijne zen
ding niet gelukt ben.
M. Poullet nam onmiddellijk het woord.
Een ministerie uit de vertegenwoordigers der
drie groote partijen samengesteld, is, onder
katholiek oogpunt, eene noodzakelijkheid.
Wij hebben de belofte onzer tegenstrevers
dat de Schoolwet zal geëerbiedigd blijven.
Het is ook eene noodzakelijkheid onder
Vlaarasch oogpunt. Het katholiekeVlaamsche
land heeft uitspraak gedaan. De vier vijfden
van zijne stemmen werden gegeven aan de
verdedigers van de Vlaamsche Zaak De
Vlaamsche kwestie moet opgelost worden
door het driepartijdig ministerie.
De Vlaamsche parlementaire groep juichte
deze woorden toe en M. Helleputte riep uit
De katholieke Vlamingen willen do ver-
vlaamsching van dcGentsche Hoogeschool
waarop M. Ligy antwoordde«En wij, Gen t-
sche katholieken, wij willen het niet
door te snijden, zoo dat hij nog slechts door
een zwak reepje verbonden bleef!
Den verslagen ridder kwam dit eerloos
bedrog eerst later ter oore, doch wel verre
van zijn overwinnaar ter rekenschap uit te
dagen, zegde hij aan de wereld en haar be
drieglijken roem vaarwel en ging zich als
kluizenaar in de diepte van een eenzaam
woud verbergen.
De wapenknecht had dit verhaal met de
grootste belangstelling gevolgd.
Kent gij dien ridder vroeg hij vol
nieuwsgierigheid zoodra de kluizenaar met
spreken ophield.
Gij ziet hem voor u, antwoordde deze.
Wilhelm wierp een blik voor eerbiedige
bewondering op zijn gastheer.
Toenmaals vervolgde deze met een
zachten opgeruiraden glimlach, kookte mijn
bloed van woede en schaamte om mijne ver
nedering, en thans dank ik er den hemel
iederen da" met de levendigste erkentelijk
heid voor. Het is goed, o Heer, roep ik met
den koninklijken profeet uit, dat gij mij ver
nederd hebt. De schillen, die mijne oogen
tot dan toe bedekt hadden en mij beletten de
ijdelheid der aardsche en het hooge gewicht
der heruelsche dingen in te zien, zijn toen
van mijne oogen gevallen.
Doch ik zie, vervolgde hij na eene kleine
pauze, terwijl hij opstond, dat uwe oogen
verzwaard zijn en op het punt om met an
derc schillen gesloten te worden, namelijk
inet die van den slaap.
Wilhelm glimlachte bij deze opmerking,
MM. Helleputte en de Broquevilie stelden
vervolgens eene reoks vragen aan M. Dela
croix eu de vergadering ging uiteen zonder
uitspraak gedaan te hebben.
's Namiddags had nog eene tweede verga
dering plaats.
Nog verscheidene vragen werden aan M.
Delacroix gesteld, onder meer met betrek op
artikel 310. De katholieken zouden zich 'niet
verzetten tegen de afschaffing van dat artikel
doch daarentegen eischen zij volkomen vrij
waring van de persoonlijke vrijheid.
In zake de schoolwet, werd beslist dat deze
moet behouden blijven.
Er werd ook overeengekomen, aan de be
raadslagingen gcene ruchtbaarheid te geven.
Een volksvertegenwoordiger, die reeds
jaren deel neemt aan de zittingen der rechter
zijde, verklaarde aan een confrater dat de
aanblik der rechterzijde zeer gunstig veran
derd is. De aanwinst van vele nieuwe volks
vertegenwoordigers, meest uit Vlaanderen en
verscheidene nog zeer jong, geeft aan de ver
gadering een zeer karaktervollen aanblik.
Eene officisele medodeeling
Het was 5 1/4 ure, toen de tweede verga
dering der rechterzijde eindigde. M. Dela
croix scheen cr zeer vermoeid uit.
Volgende officieeïe mededeeiing werd dan
aan de bladen gedaan.
M. Delacroix heeft aau de vergadering
medegedeeld, dat de Koning hem gelast had.
het ministerie samen te stellen. Hij legde
den staat der onderhandelingen uit.
Dit betoon werd gevolgd door eene
lange gedachtenwisseling tijdens de welke
nauwkeurige inlichtingen gevraagd werden
M. Delacroix beantwoorde alle gestelde
vragen.
Uit het grondig onderzoek is gebleken
dat er eene overeenkomst kan getroflen wor
den tusschen de meerderheid der leden cn
M. Delacroix. De leden der rechterzijde
hebbende verbintenis aangegaan, een streng
stilzwijgen te bewaren over de vergadering.»
De Vlaamsche groep.
Om 5 1/2 ure had dan nog eene vergade
ring plaats van de Vlaamsche groep der
rechterzijde. M. Poullet zat voor. bijgestaan
door MM. Tibbaut cn Van de Vyverc.
Het doel der vergadering was do stichting
eencr Vlaamsche partij in tien schoot der
rechterzijde, voor de vordqdiging van hel
Vlaamsch Programma. De voorzitter dezer
groep is nog niet aangeduid, doch bet schijnt
zeker dat het M. Van de Vyverc zal zijn.
Het incident Woeste-Delacroix.
La Libre Bclgiquc schrijft nog over liet
hooger vermeld incident Woeste-Delacroix
De bijzonderheden hierboven medege
deeld, laten genoeg zien, dat de ontroering
door het incident vet wekt. spoedig verdwenen
was. Het zou bijzonderlijk valscb zijn te
denken, dat deze zitting een tweegevecht
was tusschen MM. Delacroix en Woeste.
WLj welen uit zeer goede bron, dat in
den loop dër vergadering M. Woeste eene
zeer duidelijke verklaring heeft gedaan, voor
wat betreft zijne betrekkingen met M. Dela
croix. M. Woeste teekende verzet aan tegen
de voorstelling van een liberaal blad, als zou
M. Woeste tegen de samenstelling van een
ministerie Delacroix zijn. Wel integendeel
heeft M. Woeste er op gewezen, dat in de
huidige omstandigheden een ministerie Dela
croix de cenige redding is.
MM. Poullet en Destrée
Hetstaatthansvast.dat MM. Poullet en
Destrée wel degelijk deel zullen maken van
het ministerie, de eerste als minister van
Binnenlandsche zaken en de tweede als mi
nister van Kunsten en Wetenschappen, wel
te verstaan indien M. Delacroix in zijne on
derneming gelukt.
doch moest den kluizenaar volmondig gelijk
gelijk geven.
Een kwartier later lag hij op een bed van
zacht mos in een diepen en verkwikkenden
slaap verzonken.
XIV.
Een onvf.rwvcht bezoek.
Diederick en zijn gezin hadden nu reeds
verscheidene maanden in hunne nieuwe wo
ning doorgebracht. De kolenbrander was zoo
zeer aan een zijn oud bedrijf gehecht, dat hij
het ook in zijne nieuwe en verbeterde positie
hervatte en eiken morgen de bosschen intoog.
Maar met zijne gewone bezigheden was zijne
gewone opgeruimdheid niet weder gekeerd
zijne vrouw en kinderen ondervonden iederen
nieuwen dag tot hun groot verdriet, dat zijne
spraakzaamheid en levenslustig gemoed voor
goed geweken waren. Het opmerkelijkst in
zijn gedrag was echter zijne houding jegens
den kleinen Lambertus, den vondeling. Dit
lief aanvallig kind was van het eerste oogen-
blik van zijne verschijning de afgod van moe
der en dochter, de vreugde van Floor en Dirk
geworden. Men betwistte elkander het genot
hem op de armen te dragen men bedelde
om een glimlach uit zijne heldere Blauwe
oogen en was gelukkig, wanneer men dien
machtig kon worden. Gonda had alle moeite
om zien in het bezit van het moederrecht, dat
Diederick haar over den vondeling geschon
ken had, te handhaven. De kolenbrander
alleen deelde deze warme gehechtheid niet,
of gaf er ten minste met geeue enkele daad
In Le Peuple slaat J. Destrée een toon
aan welke veel van zijn vrienden en tegen
strevers zal verrassen. Hij spreekt in het
toontje van wij zijn er.
Het oogenblik is gekomen om die laatste
trede op te gaan. Laten wij durven. Hebben
wij den moed om te verklaren, dat eene re-
geemigspartij zijn. Niet in den ouden zin,
want toen betoekende het woordvatbaar om
te worden saamgelijmd met de bourgeois
regeering maar in den vollen zin eene
partij, bekwaam om oplossingen voor te stel
len voor aHefcwestiën, die in 't leven van een
Staat kunnen rijzen.
Stoutmoedigheid en zelfbetrouwen zie
daar wat ik te huidigen dage vraaj
aan de partij Maar ik voeg erbij voorzich
tigheid, gematigheid, geen zelfoverschatting.
Bedaard moeten we ons onmiddellijk uit
te voeren actie-program uitwerken. Ik leg
nadruk op de woorden onmiddellijk uit te
voeren program Al mogen we uit het
oogpunt van sociale horvorming alles ver
hopen in ieder geval hebben wij in 1920
een zeker aantal dingen te doen. Die dingen
mogen noch te menigvuldig, noch te ingewik
keld zijn. Met ons integraal, volmaakt pro
gram zijn we ten strijde getogen; docb we
mogen niet verlangen, het reeds in 1920
geheel te verwezenlijken. Er moet een begin
worden gemaakt, maar dat is voldoende voor
1-920. Ieder dag heeft genoeg van zijn werk.
We hebben geen voorwaarden te stellen,
geene orders te geven, geene bedreigingen te
mompelen We hebben duidelijk en vrijmoe-
dig te zeggen wat wij willen, wat wij wen-
schen voor de komende dagen. Daar 'l geen
twijfel lijdt, dat we hulp van noode hebben,
moet dal onmiddellijk uit tc voeren program
redelijk en gematigd genoeg zijn, opdat geen
oprechte democraat, geen bourgeois, die be
langstelt m den nationalen vrede, een voor
wendsel erin vinde om ons zijne medewerking
ie weigeren.
Eene Besluit-Wet van 17 Juli 1918 opge
nomen in het Staatsblad van den H° en der
ZO" dierzelfde maand, beveelt het aanbrengen
der melding «Gestorven voor het Vaderland»
in de acten van overlijden der militairen ot
der aan hot leger verbonden personen, die
op het slagveld gevallen zijn. of overleden
aan bekomen verkondingen of aan eene ziek
te. opgedaan in 's lands dienst gedurende
den oorlog, en in de acten van overlijden
van alle andere Belgische burgers, gestor
ven ten gevolge van een oorlogsfeit of van
slechte behandelingen hun door dén vijand
aangedaan.
Als die vermelding niet is aangebracht bij
het opstellen der acte van overlijden, moet
zij op den rand der acto geplaatst worden,
en zulks op heteekenis van den Minister van
Oorlog of van den Minister van Rechtswezen
naar gelang het een militair of een burger
betreft.
Om aan deze beschikkingen haar val en
algeheel uitwerksel te verzekeren heeft de
Minister van Rechtswezen ze dd 8 Nov. 1919,
bij omzendbrief de autoriteiten onder zijne
bevelen in herinnering gebracht.
Do heeren Prokureurs der Konings zijn
uitgenoodigd binnen den korst mogelijken
tijd, voor de burgors en militairen de lijst te
laten opmaken, hij gemeenten, der acten op
welker rand de vermelding «Gestorven voor
het Vaderland» nog niet is aangebracht.
Zoodra de lijsten in 't bezit zijn van het de
partement van Rechtswezen, zal dit zich in
verbinding stellen met het departement van
Oorlog, opdat do acten van overlijden onver
wijtd op de voorgeschreven wijze worden aan
gevuld.
Beuter verneemt dat de geallieerde regee
ringen thans een overgroot aantal juridische
bewegredenen bezitten tot de vervolgingen
van den ex keizer.
een bewijs van. Nooit zag men hem den
kleinen Lambert streelen, nooit op een loon
van liefderijke gemeenzaamheid tot bom spre
ken tiet scheen dat hij een soort van eerDied
voor den onbekenden vondeling koesterde.
Dat het geen afkeer of onverschilligheid
was, welke hera deze afgemeten houding
voorschreef, dit toonde de blik vol toewijding
en genegenheid, dien hii herhaaldelijk op
hei kind sloeg, wanneer het tegenover hem
op Gonda's schoot nederzat en al de huisge-
nooten beurtelings met een oogslag zqner
groote kijkers gelukkig maakte dat bewees
vooral de drift, waarmede hij opsprong, als
hij bemerkte dat zijn aangenomen kind door
de onvoorzichtigheid van een zijner eigene
kinderen met een ongeluk bodreigd werd.
Eens onder andere speelden Dirk en Ftoortje
met den kleinen Lambert voor de deur der
houten hut, juist toen Diederick van zijn
werk huiswaarts keerde. Eensklaps voelen de
beide jongens, zoowel tot hunne groote ver
rassing als niet minder groote pijn, hunne
ooren tuiten van een paar fliksche klappen,
hun door eene forsche hand toegediend. Het
was vader, die hen op deze hartigheid ont
haalde hij had gezien, dat de jongens elkan
der den vondeling afhandig trachtten te ma
ken, en ofschoon zij hierbij zoo omzichtig te
werk gingen, dat de kleine niet bet minste
letsel kon overkomen, zoo was dit gezicht
toch voldoende geweest, om de bezorgdheid
en verontwaardiging van Diederick in eenen
hoogen graad op te wekken.
Onhandige I riep hij de versufte knapen
Oria personen Vader, Moeder en Zeen,
door gas verstikt
Hel Parket van Mechelen werd Maandag-
namiddag naar Wiilebroeck ontboden om eon
onderzoek in te stellen naar een ongeluk, dat
het leven aan een gansch huisgezin gekoai
heeft.
In de statiestraat 108 wonen de echtelingen
De Groot met hun achtienjarigen zoon.
Maandagmorgon zagen de geburen meteen
wel te begrijpen verwondering dat de luiken
van gezegde woning gesloten bleven en dat
er binnen in geen teeken van leven was te
bespeuren, toen er gebeld en geklopt werd.
Een ongeluk vreezende werd de deur open
gebroken maar al dadelijk kwam een gewel
digen gasreuk de binnentredenden tegemoet.
Toen het hen mogelijk werd tot boven te
gaan, zagen zij vader en moeder De Groot
in hun bed levenloos uitgestrekt.
Op de kamer van den zoon gekomen, be
merkten zij dezen op den vloer ook geen
teeken van leven meer gevende.
Men veronderstelt dat deze de verstikkende
geur gewaar geworden heeft naar de kamer
zijner ouders ia willen gaan om deze te ver
wittigen, maar daar de ontsnapping juist op
de kamer moest plaats hebben, werd hij bij
het openen der deur zoodanig door het gas
bedwelmd, dat hij op den vloer moet geval
len zijn en niet meer op zal gekunnen zijn.
De dood der drie slachtoffers is door een
bijgeroepen dokter vastgesteld geworden.
Over het verder verloop van het onderzoek
hebben wij tot hiertoe geene Inlichtingen
kunnen bekomen.
Dinsdag morgend, om 10 ure, vergaderde
de Provincieraad van Oost-Vlaanderen in al-
gemeene vergadering onder yoorzitterschap
van den heer Van Winkel.
De heer gouverneur der provincie Maurice
Lippens, verklaarde de zitting geopend.
Er werd overgegaan tot de aanstelling van
den heer Emiel Ma yens tot provincieraads
lid in vervanging van den heer Groverman,
overleden.
Do lieer Mayens deed de gebruikelijke eed
aflegging. Hij is provincieraadslid voor het
kanton Evergem.
Daarna werd overgegaan tot het samenstel
len eener dubbele lijst kandidaten tot de
plaats van ondervoorzitter bij de rechtbank
van ln aanleg van Gent
Werden gekozen1® kandidaat;
De heer De Buclc, onderzoeksrechter bij de
rechtbank van la aanleg te Gent
2° kandidaat: de heer De Ruyck, rechter
bij de rechtbank van 1» aanleg te Gent.
Bij stemming, wordt de beslissing van den
Raad goedgekeurd, waarbij de bestendige do
putatie, in afwachting van de goedkeuring
der begrooting voor 1920, gemachtigd wordt
tot hot belasten met de betaling van de uit
gaven van dit dienstjaar, tegen een twaalf
de van deze in de begrooting voor 1919 inge
schreven.
Het laatste punt van de dagorde was do
verkiezing van de provinciale senators van
Oost-Vlaanderen.
De heer Würth ln naam van de socialis
tische groep legt eene verklaring af in de
welke hij doet uitschijnen, dat voor het ver
kiezen der 4 provinciale senators de evenre
dige vertegenwoordiging zou moeten worden
toegepast, hij vraagt dat een zetel zou wor
den toegekend aan een liberalen kandidaat,
en aan een socialistisch kandidaat
Na eene verklaring van den heer Verwil-
ghen, namens de rechter zijde, die doet op
merken dat in de andere provincieraden geen
gewaag werd gemaakt vam de evenredige
vertegenwoordiging, werd overgegaan totale
verkiezing van de provinciale senators.
De heeren Alf. Claeys-Bouüart, advokaat.
H. Delia Faille d'Huysse eigenaar, J. B. de
Ghellinck d'Elseghem advokaat en Arthur
Ligy advokaat, allen uittredende senatoren,
werden gekozen rechter tegen linkerzijde
met 51 stemmen tegen 12.
De zitting werd om 12 ure geheven.
De heer gouverneur der provincie verklaart
daarop den zittijd geheven en de vergadering
gaat onder den kreet van «Leve de Koningtt
uiteen.
toe, geeft Lambert aan Gonda teruggij zult
hem bezeeren Gonda en hare moeder waren
binnenshuis getuigen van dit tooneel.
Moeder, zeide Gonda met fluisterende
stem, zie eens hoe toornig vader Dirk en
Floortfe aanziet.
Én hoe behoedzaam hij Lambert in zij-
zijnen arm neemt, vulde vrouw Cunegondis
men zou ze/gen, dat het wicht een prinsje,
Diederick zijne baker is.
Oneereer drie maanden waren er verstre
ken sinds de ontdekking van den kleinen
vondeling, toen op zekeren avond, tegen het
ondergaan der zon, een rniter voor de woning
van den kolenbrander stil hield, van zijn
paard sprong, onaangemeld de deur der hou
ten hut opendeed en binnentrad. Al de huis-
eenooten verschrokken om dit onverwacht
Bezoek, doch ondanks hun schrik haastten zij
zich op te staan en den vreemdeling eerbiedig
te groeten, want men kon aan zijn statig ge
laat en rijke kleeding gemakkelijk bespeuren,
dat hij een man van aanzien was. De vreem
deling had inderdaad een schoon gelaat, dat
met een vollen bruinen baard was omlijst.
Hij droeg een rijken wapenrok over een met
zilveren platen en knopen versierden kolder
en gouden sporen aan 't puntig schoeisel van
rood marokijn. Wie Diederick, op *t oogen
blik dat de onverwachte gast de dear opende,
bespied had, zou gezien hebben dat ziin ae*.
laatsklenr plotseling verschootdoch aat bij
even snel alle moeite deed, om zijne ontroe-
achter het masker eener groote kalmte te ver
bergen. (Vervolgt.)