De middenstanders en de Katholieke partij Rood het Ministerie Eeneministerieelsverklaring Schrikkelijk ongeluk le Willebroek Provincieraad van Oost-Vlaanderen HET GEHEIM VAN DEN KOLENBRANDER De vergadering der parlementaire rechterzijde Gestorven voor het Vaderland VerraeidïRfl op de acten ven overlijden De vervolgingen tegen Willem U XXV» JAARGANG NUMMER 274 Donderdag 27 November 1919 Bureelen: Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Telophoon 114 A G T 0 CENTIEMEN Drukker-UitgeverJ. Van Nüffel-De Ghndt Voor do publiciteit bulten het Arrondissement Aalst, rich to vend en tot bet Agentschap Havas, 8, Martelaarplein, te Brussel; 8, Place do la Bourse, Parijs eu 105, CheapsiJe, Louden. Tn verscheidene arrondissementen van bet land hebben de middenstanders in de laatste verkiezingen kandidaten voorgesteld. Zooals het te voorzien was hebben die lijs ten den bijval niet gehad welke de voor staanders verhoopten en zulks was wel voor een deel hunne schuld, daar do beweging niet eensgezind, niet algemeen was en zich niet over heel het land uitstrekte. En evenwel ware het gevaarlijk, te loo chenen dat vooreen eersten strijd,aangegaan in zulke ongunstige voorwaarden, de uitslag niet waardig is eenigzins de aandacht te boeien. In Brabant is er een gekozene; in Antwer pen is er een kandidaat die dicht bij het quonnn komt; 3000 stemmen worden be haald te Gent; cn inliet Walenland komen er ook ecnige duizenden op de verschillige lijsten der middenstanders en kleine eige naars. Zulks bewijst genoeg, dat de kleine bur gerij rechlstrccksch in de Kamers wil ver tegenwoordigd zijn. Moesten do katholieke bonden zich in den strijd werpen, dan ware het onbetwistbaar dat reeds \an de aanslaande kiezing een erpslige uitslag zou bereikt worden ea dat de lijsten der middenstanders de uiting zou zijn een er partij van middenklassen, welke hare werking en hare vertakking over heel het land zouuitbreiden. Zulks ware misschien geen ongeluk voor liet land, doch het ware eene verbrokkeling van den katholieken blok en dat raag niet. thans min dan ooit. liet kouit er dus voor de leiders der katho lieke partij op aan, onderhandelingen welke thans onvermijdelijk geworden zijn aan te gaan en helmiddel te vinden,om die dappere en trouwe soldaten der goede zaak in hare rangen te bewaren, hunne verdiensten en hunne rechten te herkennen en hun van harte de plaats te gunnen welke hen toekomt. Wij koesteren dan ook de rechtzinnige hoop, dat zij aan dien plicht niet zullen te kort blijven en van morgen af zich zullen aan 't werk stellen. En tot do middenstanders zeggen wij Kiel te l-aastig een besluit genomen! Han delt slechts na rijpe overwegingWcest bij'.onderlijk bezield niet één vasten wil Gij ook hebt plichten te vervullen tegenover de partij en tegenover het land Gij moogt er u niet aan ontrekken Het land heeft thans meer dan ooit eene sterke katholieke partij noodig Keert uwe blikken, uwe hoop, uwe inspanningen naar die partij Uw belang zells dwin,;t cr u toe En dapper gewerkt! Zonder dralen én onverpoosd gewerkt om uwe krachten te versterken, uwe bonden te vermenigvuldigen, al uwe inrichtingen-in een ondeelbare eendracht samen te brengen. Uwe rol is prachtig De kiezing heelt veler oogen geopend. Men zal u de eerlijke vrien denhand niet weigeren De middenstandei's zullen zoo terzelfdertijd ais hun recht, ook de zetels door de Katho lieke partij verloren, heroveren 1 Ondereen vlag verbonden met de katho lieke behoudsgezinde Vcrecnightgen, met de werkhedenbonden en de landbouwevsbonden, eendrachtig voor aller belangen, zullen de middenstanders de partij der orde, ons gelieft Belgisch vaderland redden Voor de herstellenden. Mevr. de herto gin de Vendome, zuster van Koning Albert, heeft te Cannes, Frankrijk, eene villa, het Tehuis Albert Iingericht, waar de Bel gische herstellenden van den oorlog zes maan den of eeu jaar zullen mogen doorbrengen. Tusschen de herstellenden van den oorlog worden begrepen de burgerlijke gedeporteer den en de krijgsgevangenen. (14* Vervolg) Deze ridder had in verschillende tornooien te vergeefs beproefd, hem te overwinnen dit griefde hein zeer en maakte zijnen toorn eu wraakzucht gaande. Nu geschiedde het, dat de hertog van Limburg een groot steek spel gaf in zijne stad Tongeren, waarheen ook de beide ridders togen. Hier zouden zij wederom tegen elkander in het krijt treden Iedereen, van den hertog tot den jongste freule verkeerde in gespannen verwachting, want de faam der beide ridders was wijd eu zijd doorgedrongen. Het sein wordt gegeven, de paarden ren nen op elkander los. De lansen beuken ge lijktijdig met eene ontzettende kracht op elkanders schild los. Bij dien schok breken eensklaps de teugels van den moedigen rid der, alsof het vlasdraden waren, hij verliest het evenwicht en valt achterover uit den za del op den grond. Luide zegekreten begroe ten den overwinnaar, die met tieren hoofde langs zijn verslagen mededinger rijdt en voor het stormachtig gejuich met hoffelijke buigingen dankt, terwijl de veralagene, met schande overladen en de woede in zijn hart, het strijdperk verlaat. Welnu, wat is er geschied De naijverige ridder had een der herauten met goud omgekocht, om den loom van zijn gehaten mededinger op een onmerkbare wijze Nopens de vergadering der Parlementaire rechterzijde, waarover wij gisteren reeds spraken, vernemen wij nog, dat de vergade ring zeer talrijk bijgewoond werd. ,M. Delacroix opende de beraadslaging met te herinneren dat de Koning hera de zending opgedragen had het ministerie samen te stel len, en dat hij gedacht had de belangen van het land te dienen met aan zijne kollegas te verzoeken hnn ambt te blijven bekleeden, en met aan M. Jules Destrée het ambt van minister van Wetenschappen en Kunsten aan M. Pon!Iet, dit van Binnenlandsche zaken en aan M. Janson, gezien de uitdrukkelijke weigering van. M. Masson, de portefeuille van Oorlog aan te bieden. M. Delacroix heelt vervolgeus beknopt uitgelegd wat het programma zal zijn van het ministerie dat hij tracht samen te stellen. Het zal een programma van builenlandsche politiek bevatten, dat het vorig ministerie niet hebben kon, daar het niet wist, dan in de laatste dagen, wat Frankrijk cn Engeland cigentlijk beoogen. Daarbij het zou voor Bel gië moeilijk geweest zijn een programma van builenlandsche politiek tc hebben, zoolang het zijne binnenlandsche eenheid niet geves tigd heeft. En deze eenheid zal er bestaan indien het ministerie volgens de inzichten van M. Delocroix samengesteld wordt. Wat de vlaamsche kwestie betreft, zegde M. Delacroix, die moet opgelost worden, die zou het worden door liet ministerie, dat met het vertrouwen der Vlamingen in vorming is, verrails M. Poullet geroepen is om hen in zijnen schoot te vertegenwoordigen. M. Woeste nam vervolgens het woord om zijne verbazing uit te drukken over de voort- varenheid waarmede M. Delacroix het ge wichtig ambt van minister van Wetenschappen en Kunsten aan de partijen der Linkerzijde afgestaan heeft. Indien onze tegenstrevers, zegde de in den strijd vergrijsde staatsman, zoo zeer aan dit ambt houden, dan is het klaar dat wij er voor ons niets goeds mogen van verwachten. M. Woeste beoordeelde zeer streng het programma waarvan M. Delacroix cenc schets gegeven had, en besloot met deze woorden Vermits toch alles op voorhand vastgesteld en uw ministerie samengesteld is, waartoe dient het dan ons te komen raadplegen Het is eene echte spotternij Schier al de aanwezige katholieke gekoze nen keurden de zienswijze van M. Woeste goed. M. Delacroix antwoordde Het schijnt dat de meerderheid van deze vergadering het met mij niet eens is. In deze voorwaarden blijft er mij niets over dan heden nog den Koning te gaan zeggen dat ik in mijne zen ding niet gelukt ben. M. Poullet nam onmiddellijk het woord. Een ministerie uit de vertegenwoordigers der drie groote partijen samengesteld, is, onder katholiek oogpunt, eene noodzakelijkheid. Wij hebben de belofte onzer tegenstrevers dat de Schoolwet zal geëerbiedigd blijven. Het is ook eene noodzakelijkheid onder Vlaarasch oogpunt. Het katholiekeVlaamsche land heeft uitspraak gedaan. De vier vijfden van zijne stemmen werden gegeven aan de verdedigers van de Vlaamsche Zaak De Vlaamsche kwestie moet opgelost worden door het driepartijdig ministerie. De Vlaamsche parlementaire groep juichte deze woorden toe en M. Helleputte riep uit De katholieke Vlamingen willen do ver- vlaamsching van dcGentsche Hoogeschool waarop M. Ligy antwoordde«En wij, Gen t- sche katholieken, wij willen het niet door te snijden, zoo dat hij nog slechts door een zwak reepje verbonden bleef! Den verslagen ridder kwam dit eerloos bedrog eerst later ter oore, doch wel verre van zijn overwinnaar ter rekenschap uit te dagen, zegde hij aan de wereld en haar be drieglijken roem vaarwel en ging zich als kluizenaar in de diepte van een eenzaam woud verbergen. De wapenknecht had dit verhaal met de grootste belangstelling gevolgd. Kent gij dien ridder vroeg hij vol nieuwsgierigheid zoodra de kluizenaar met spreken ophield. Gij ziet hem voor u, antwoordde deze. Wilhelm wierp een blik voor eerbiedige bewondering op zijn gastheer. Toenmaals vervolgde deze met een zachten opgeruiraden glimlach, kookte mijn bloed van woede en schaamte om mijne ver nedering, en thans dank ik er den hemel iederen da" met de levendigste erkentelijk heid voor. Het is goed, o Heer, roep ik met den koninklijken profeet uit, dat gij mij ver nederd hebt. De schillen, die mijne oogen tot dan toe bedekt hadden en mij beletten de ijdelheid der aardsche en het hooge gewicht der heruelsche dingen in te zien, zijn toen van mijne oogen gevallen. Doch ik zie, vervolgde hij na eene kleine pauze, terwijl hij opstond, dat uwe oogen verzwaard zijn en op het punt om met an derc schillen gesloten te worden, namelijk inet die van den slaap. Wilhelm glimlachte bij deze opmerking, MM. Helleputte en de Broquevilie stelden vervolgens eene reoks vragen aan M. Dela croix eu de vergadering ging uiteen zonder uitspraak gedaan te hebben. 's Namiddags had nog eene tweede verga dering plaats. Nog verscheidene vragen werden aan M. Delacroix gesteld, onder meer met betrek op artikel 310. De katholieken zouden zich 'niet verzetten tegen de afschaffing van dat artikel doch daarentegen eischen zij volkomen vrij waring van de persoonlijke vrijheid. In zake de schoolwet, werd beslist dat deze moet behouden blijven. Er werd ook overeengekomen, aan de be raadslagingen gcene ruchtbaarheid te geven. Een volksvertegenwoordiger, die reeds jaren deel neemt aan de zittingen der rechter zijde, verklaarde aan een confrater dat de aanblik der rechterzijde zeer gunstig veran derd is. De aanwinst van vele nieuwe volks vertegenwoordigers, meest uit Vlaanderen en verscheidene nog zeer jong, geeft aan de ver gadering een zeer karaktervollen aanblik. Eene officisele medodeeling Het was 5 1/4 ure, toen de tweede verga dering der rechterzijde eindigde. M. Dela croix scheen cr zeer vermoeid uit. Volgende officieeïe mededeeiing werd dan aan de bladen gedaan. M. Delacroix heeft aau de vergadering medegedeeld, dat de Koning hem gelast had. het ministerie samen te stellen. Hij legde den staat der onderhandelingen uit. Dit betoon werd gevolgd door eene lange gedachtenwisseling tijdens de welke nauwkeurige inlichtingen gevraagd werden M. Delacroix beantwoorde alle gestelde vragen. Uit het grondig onderzoek is gebleken dat er eene overeenkomst kan getroflen wor den tusschen de meerderheid der leden cn M. Delacroix. De leden der rechterzijde hebbende verbintenis aangegaan, een streng stilzwijgen te bewaren over de vergadering.» De Vlaamsche groep. Om 5 1/2 ure had dan nog eene vergade ring plaats van de Vlaamsche groep der rechterzijde. M. Poullet zat voor. bijgestaan door MM. Tibbaut cn Van de Vyverc. Het doel der vergadering was do stichting eencr Vlaamsche partij in tien schoot der rechterzijde, voor de vordqdiging van hel Vlaamsch Programma. De voorzitter dezer groep is nog niet aangeduid, doch bet schijnt zeker dat het M. Van de Vyverc zal zijn. Het incident Woeste-Delacroix. La Libre Bclgiquc schrijft nog over liet hooger vermeld incident Woeste-Delacroix De bijzonderheden hierboven medege deeld, laten genoeg zien, dat de ontroering door het incident vet wekt. spoedig verdwenen was. Het zou bijzonderlijk valscb zijn te denken, dat deze zitting een tweegevecht was tusschen MM. Delacroix en Woeste. WLj welen uit zeer goede bron, dat in den loop dër vergadering M. Woeste eene zeer duidelijke verklaring heeft gedaan, voor wat betreft zijne betrekkingen met M. Dela croix. M. Woeste teekende verzet aan tegen de voorstelling van een liberaal blad, als zou M. Woeste tegen de samenstelling van een ministerie Delacroix zijn. Wel integendeel heeft M. Woeste er op gewezen, dat in de huidige omstandigheden een ministerie Dela croix de cenige redding is. MM. Poullet en Destrée Hetstaatthansvast.dat MM. Poullet en Destrée wel degelijk deel zullen maken van het ministerie, de eerste als minister van Binnenlandsche zaken en de tweede als mi nister van Kunsten en Wetenschappen, wel te verstaan indien M. Delacroix in zijne on derneming gelukt. doch moest den kluizenaar volmondig gelijk gelijk geven. Een kwartier later lag hij op een bed van zacht mos in een diepen en verkwikkenden slaap verzonken. XIV. Een onvf.rwvcht bezoek. Diederick en zijn gezin hadden nu reeds verscheidene maanden in hunne nieuwe wo ning doorgebracht. De kolenbrander was zoo zeer aan een zijn oud bedrijf gehecht, dat hij het ook in zijne nieuwe en verbeterde positie hervatte en eiken morgen de bosschen intoog. Maar met zijne gewone bezigheden was zijne gewone opgeruimdheid niet weder gekeerd zijne vrouw en kinderen ondervonden iederen nieuwen dag tot hun groot verdriet, dat zijne spraakzaamheid en levenslustig gemoed voor goed geweken waren. Het opmerkelijkst in zijn gedrag was echter zijne houding jegens den kleinen Lambertus, den vondeling. Dit lief aanvallig kind was van het eerste oogen- blik van zijne verschijning de afgod van moe der en dochter, de vreugde van Floor en Dirk geworden. Men betwistte elkander het genot hem op de armen te dragen men bedelde om een glimlach uit zijne heldere Blauwe oogen en was gelukkig, wanneer men dien machtig kon worden. Gonda had alle moeite om zien in het bezit van het moederrecht, dat Diederick haar over den vondeling geschon ken had, te handhaven. De kolenbrander alleen deelde deze warme gehechtheid niet, of gaf er ten minste met geeue enkele daad In Le Peuple slaat J. Destrée een toon aan welke veel van zijn vrienden en tegen strevers zal verrassen. Hij spreekt in het toontje van wij zijn er. Het oogenblik is gekomen om die laatste trede op te gaan. Laten wij durven. Hebben wij den moed om te verklaren, dat eene re- geemigspartij zijn. Niet in den ouden zin, want toen betoekende het woordvatbaar om te worden saamgelijmd met de bourgeois regeering maar in den vollen zin eene partij, bekwaam om oplossingen voor te stel len voor aHefcwestiën, die in 't leven van een Staat kunnen rijzen. Stoutmoedigheid en zelfbetrouwen zie daar wat ik te huidigen dage vraaj aan de partij Maar ik voeg erbij voorzich tigheid, gematigheid, geen zelfoverschatting. Bedaard moeten we ons onmiddellijk uit te voeren actie-program uitwerken. Ik leg nadruk op de woorden onmiddellijk uit te voeren program Al mogen we uit het oogpunt van sociale horvorming alles ver hopen in ieder geval hebben wij in 1920 een zeker aantal dingen te doen. Die dingen mogen noch te menigvuldig, noch te ingewik keld zijn. Met ons integraal, volmaakt pro gram zijn we ten strijde getogen; docb we mogen niet verlangen, het reeds in 1920 geheel te verwezenlijken. Er moet een begin worden gemaakt, maar dat is voldoende voor 1-920. Ieder dag heeft genoeg van zijn werk. We hebben geen voorwaarden te stellen, geene orders te geven, geene bedreigingen te mompelen We hebben duidelijk en vrijmoe- dig te zeggen wat wij willen, wat wij wen- schen voor de komende dagen. Daar 'l geen twijfel lijdt, dat we hulp van noode hebben, moet dal onmiddellijk uit tc voeren program redelijk en gematigd genoeg zijn, opdat geen oprechte democraat, geen bourgeois, die be langstelt m den nationalen vrede, een voor wendsel erin vinde om ons zijne medewerking ie weigeren. Eene Besluit-Wet van 17 Juli 1918 opge nomen in het Staatsblad van den H° en der ZO" dierzelfde maand, beveelt het aanbrengen der melding «Gestorven voor het Vaderland» in de acten van overlijden der militairen ot der aan hot leger verbonden personen, die op het slagveld gevallen zijn. of overleden aan bekomen verkondingen of aan eene ziek te. opgedaan in 's lands dienst gedurende den oorlog, en in de acten van overlijden van alle andere Belgische burgers, gestor ven ten gevolge van een oorlogsfeit of van slechte behandelingen hun door dén vijand aangedaan. Als die vermelding niet is aangebracht bij het opstellen der acte van overlijden, moet zij op den rand der acto geplaatst worden, en zulks op heteekenis van den Minister van Oorlog of van den Minister van Rechtswezen naar gelang het een militair of een burger betreft. Om aan deze beschikkingen haar val en algeheel uitwerksel te verzekeren heeft de Minister van Rechtswezen ze dd 8 Nov. 1919, bij omzendbrief de autoriteiten onder zijne bevelen in herinnering gebracht. Do heeren Prokureurs der Konings zijn uitgenoodigd binnen den korst mogelijken tijd, voor de burgors en militairen de lijst te laten opmaken, hij gemeenten, der acten op welker rand de vermelding «Gestorven voor het Vaderland» nog niet is aangebracht. Zoodra de lijsten in 't bezit zijn van het de partement van Rechtswezen, zal dit zich in verbinding stellen met het departement van Oorlog, opdat do acten van overlijden onver wijtd op de voorgeschreven wijze worden aan gevuld. Beuter verneemt dat de geallieerde regee ringen thans een overgroot aantal juridische bewegredenen bezitten tot de vervolgingen van den ex keizer. een bewijs van. Nooit zag men hem den kleinen Lambert streelen, nooit op een loon van liefderijke gemeenzaamheid tot bom spre ken tiet scheen dat hij een soort van eerDied voor den onbekenden vondeling koesterde. Dat het geen afkeer of onverschilligheid was, welke hera deze afgemeten houding voorschreef, dit toonde de blik vol toewijding en genegenheid, dien hii herhaaldelijk op hei kind sloeg, wanneer het tegenover hem op Gonda's schoot nederzat en al de huisge- nooten beurtelings met een oogslag zqner groote kijkers gelukkig maakte dat bewees vooral de drift, waarmede hij opsprong, als hij bemerkte dat zijn aangenomen kind door de onvoorzichtigheid van een zijner eigene kinderen met een ongeluk bodreigd werd. Eens onder andere speelden Dirk en Ftoortje met den kleinen Lambert voor de deur der houten hut, juist toen Diederick van zijn werk huiswaarts keerde. Eensklaps voelen de beide jongens, zoowel tot hunne groote ver rassing als niet minder groote pijn, hunne ooren tuiten van een paar fliksche klappen, hun door eene forsche hand toegediend. Het was vader, die hen op deze hartigheid ont haalde hij had gezien, dat de jongens elkan der den vondeling afhandig trachtten te ma ken, en ofschoon zij hierbij zoo omzichtig te werk gingen, dat de kleine niet bet minste letsel kon overkomen, zoo was dit gezicht toch voldoende geweest, om de bezorgdheid en verontwaardiging van Diederick in eenen hoogen graad op te wekken. Onhandige I riep hij de versufte knapen Oria personen Vader, Moeder en Zeen, door gas verstikt Hel Parket van Mechelen werd Maandag- namiddag naar Wiilebroeck ontboden om eon onderzoek in te stellen naar een ongeluk, dat het leven aan een gansch huisgezin gekoai heeft. In de statiestraat 108 wonen de echtelingen De Groot met hun achtienjarigen zoon. Maandagmorgon zagen de geburen meteen wel te begrijpen verwondering dat de luiken van gezegde woning gesloten bleven en dat er binnen in geen teeken van leven was te bespeuren, toen er gebeld en geklopt werd. Een ongeluk vreezende werd de deur open gebroken maar al dadelijk kwam een gewel digen gasreuk de binnentredenden tegemoet. Toen het hen mogelijk werd tot boven te gaan, zagen zij vader en moeder De Groot in hun bed levenloos uitgestrekt. Op de kamer van den zoon gekomen, be merkten zij dezen op den vloer ook geen teeken van leven meer gevende. Men veronderstelt dat deze de verstikkende geur gewaar geworden heeft naar de kamer zijner ouders ia willen gaan om deze te ver wittigen, maar daar de ontsnapping juist op de kamer moest plaats hebben, werd hij bij het openen der deur zoodanig door het gas bedwelmd, dat hij op den vloer moet geval len zijn en niet meer op zal gekunnen zijn. De dood der drie slachtoffers is door een bijgeroepen dokter vastgesteld geworden. Over het verder verloop van het onderzoek hebben wij tot hiertoe geene Inlichtingen kunnen bekomen. Dinsdag morgend, om 10 ure, vergaderde de Provincieraad van Oost-Vlaanderen in al- gemeene vergadering onder yoorzitterschap van den heer Van Winkel. De heer gouverneur der provincie Maurice Lippens, verklaarde de zitting geopend. Er werd overgegaan tot de aanstelling van den heer Emiel Ma yens tot provincieraads lid in vervanging van den heer Groverman, overleden. Do lieer Mayens deed de gebruikelijke eed aflegging. Hij is provincieraadslid voor het kanton Evergem. Daarna werd overgegaan tot het samenstel len eener dubbele lijst kandidaten tot de plaats van ondervoorzitter bij de rechtbank van ln aanleg van Gent Werden gekozen1® kandidaat; De heer De Buclc, onderzoeksrechter bij de rechtbank van la aanleg te Gent 2° kandidaat: de heer De Ruyck, rechter bij de rechtbank van 1» aanleg te Gent. Bij stemming, wordt de beslissing van den Raad goedgekeurd, waarbij de bestendige do putatie, in afwachting van de goedkeuring der begrooting voor 1920, gemachtigd wordt tot hot belasten met de betaling van de uit gaven van dit dienstjaar, tegen een twaalf de van deze in de begrooting voor 1919 inge schreven. Het laatste punt van de dagorde was do verkiezing van de provinciale senators van Oost-Vlaanderen. De heer Würth ln naam van de socialis tische groep legt eene verklaring af in de welke hij doet uitschijnen, dat voor het ver kiezen der 4 provinciale senators de evenre dige vertegenwoordiging zou moeten worden toegepast, hij vraagt dat een zetel zou wor den toegekend aan een liberalen kandidaat, en aan een socialistisch kandidaat Na eene verklaring van den heer Verwil- ghen, namens de rechter zijde, die doet op merken dat in de andere provincieraden geen gewaag werd gemaakt vam de evenredige vertegenwoordiging, werd overgegaan totale verkiezing van de provinciale senators. De heeren Alf. Claeys-Bouüart, advokaat. H. Delia Faille d'Huysse eigenaar, J. B. de Ghellinck d'Elseghem advokaat en Arthur Ligy advokaat, allen uittredende senatoren, werden gekozen rechter tegen linkerzijde met 51 stemmen tegen 12. De zitting werd om 12 ure geheven. De heer gouverneur der provincie verklaart daarop den zittijd geheven en de vergadering gaat onder den kreet van «Leve de Koningtt uiteen. toe, geeft Lambert aan Gonda teruggij zult hem bezeeren Gonda en hare moeder waren binnenshuis getuigen van dit tooneel. Moeder, zeide Gonda met fluisterende stem, zie eens hoe toornig vader Dirk en Floortfe aanziet. Én hoe behoedzaam hij Lambert in zij- zijnen arm neemt, vulde vrouw Cunegondis men zou ze/gen, dat het wicht een prinsje, Diederick zijne baker is. Oneereer drie maanden waren er verstre ken sinds de ontdekking van den kleinen vondeling, toen op zekeren avond, tegen het ondergaan der zon, een rniter voor de woning van den kolenbrander stil hield, van zijn paard sprong, onaangemeld de deur der hou ten hut opendeed en binnentrad. Al de huis- eenooten verschrokken om dit onverwacht Bezoek, doch ondanks hun schrik haastten zij zich op te staan en den vreemdeling eerbiedig te groeten, want men kon aan zijn statig ge laat en rijke kleeding gemakkelijk bespeuren, dat hij een man van aanzien was. De vreem deling had inderdaad een schoon gelaat, dat met een vollen bruinen baard was omlijst. Hij droeg een rijken wapenrok over een met zilveren platen en knopen versierden kolder en gouden sporen aan 't puntig schoeisel van rood marokijn. Wie Diederick, op *t oogen blik dat de onverwachte gast de dear opende, bespied had, zou gezien hebben dat ziin ae*. laatsklenr plotseling verschootdoch aat bij even snel alle moeite deed, om zijne ontroe- achter het masker eener groote kalmte te ver bergen. (Vervolgt.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1919 | | pagina 1