Ine wesp uil 'I tantes
De slaking der mijnwerkers
De Duitsche kuituur op Zee
Oe Trades Unions en de Bolclievistsn
Generaal de Castelnau
Stoutmoedige aanval op een bank
tijdens den oorlog
JAARGANU
NUMMER
Bareelen: Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Telepkoon 114
Donderdag 18
December
1919
CENTIEMEN Drukker-UitgeverJ. Van Nuffbl-Db Gendi
Voor de publiciteit bulten het Arrondissement Aalst, zich te vonden tot het Agentschap Havas, 8, Martelaarplein, te Brussel8, Place de la Bourse, Parijs en 105, Cheapsido, Londen,
Een dapper soldaat uit den wereldoorlog,
ongemeen aanvoerder der Fransche troepen,
welke hij heldendaden deed verrichter, thans
algevaardigde in de Fransche Kamer van den
Aveyron, waar hij als volksvertegenwoordi
ger werd gekozen.
Hij verwekte veel beziens en men stelde in
den gewezen generaal veel belang, zooveel te
meer dat men goed weet dat bij ievcrig zal
meewerken tot het herstellen, hcropbeuren en
bevestigen der eens zoo gepijnigde fransche
natie en der thans nog zoo weeke en zwakke
bevolking, die door een antikatholiek bestuur
werd beheerschl in plaats van geregeerd.
Dc generaal-volksveriegenwoordiger is een
katholiek van één stuk, een beoefenaar van
onzen godsdienst, een ieveraar voor alle
goede werken en een voorbeeld van de beste
gehalte.
De nieuwe afgevaardigde van den Aveyron
glimlacht immer, en alhoewel wat stuur van
opzicht, bevalt hij buitenmate aan al dezen
die hem zien, hooi en en spreken.
Hij verheugt zich niet weinig, nu dat hij
dc gelegenheid zal hebben zijn land te helpen
opbeuren en bestieren, na het uit de klauwen
van den alles overrompelenden vijand losge
rukt te hebben en het zijne gelezen vrijheid
vveerschonk.
Een groot aantal mannen van goeden en
sterken wil zullen hem in zijne pogingen bij
staan en hulp verlcenen, want hun genegen
heid en offervaardigheid is hem bekend. Dat
nieuw dienstbewijzen aan hun geteisterd en
nog niet van zijne slagen en wonden genezen
vaderland, zal hij welen te verwekken bij al
zijne nieuwe medehelpers.
Een gedacht inzonderheid koestert hij bij
voorkeur. Altijd komt hij er op terug.
Voor het ten uitvoer brengen van dat ont
werp zal hij rusteloos werken, pleiten en
voortspreken. Ook het ontwerp is allerge
wichtigst, het geldt er de huishoudkundige
heropbeuring.
Twee flinke bezigheden pramen ons en
zijn hoogst noodig, zoo zegde de Castelnau
aan den gazelschrijver te weten: de schuld
vereffening van den oorlog die tot hiertoe
nog geen plaats had en de wederherstelling
van het land.»
Voor do schuldvereffening moeten wij
met opene kaarten spelen, ze bloot op tafel
legnen cn onze fmancieele .toestand, zooals
een handelshuis die credit noodig heeft,
gewoonlijk tewerk gaat, aan Engeland en
zeker ook aan de Verecnigde Staten, wiens
hulp ons onontbeerlijk is, doen kennen.
Zoo gaat de Generaal voort.
Zulks zou zeker wel van pas komen aan
België ook en niet ten kwade maar ten goede.
Waarom zou Amerika de noodzakelijke
hulp weigeren, vraagt de Casteinau zieh af.
Doch nog eens kaart op tafel a. u. b.
meent hij.
Daarbij moet bet economisch leven her
steld worden. En hiertoe is het werk alleen
in staat. De achturenwet, de werkstakingen,
de schok en tegenwerking na zoo een kauip,
de moeilijkheden van allen aard verminder
de!'zeer erg onze voortbrengsels en produc
ten. Kost wat kost moet men voortbrengen
en daarom de handen aan het werk slaan.
Daarbij \3n hooger beschouwd, moet
dat werk in een luchtkring van inwendige
rcchtveerdiglieid, van gewetensvrijheid, van
vrede geschieden. Met geen beloften mogen
•we ons laten paaien maar daden en feiten
moeten lusschenkomen. De generaal hoopt
dat re zullen gehouden en uitgevoerd wor
den. Hij en zijne vnendeu staan er voor in,
beweert Rij.
De generaal sprak niet van de militaire
kwe6tie3, doch op eene gestelde vraag nopens
den Europeeschen toestand, voorzegde hij
De eenheid van het Duitsche rijk, indien ze
verwezentlijkt wordt, levert een zeer ernstig
gevaar op, zoo wij geen wijsheid en kracht
dadigheid! gebruiken, om nuttige voorzorgen
daartegen te nemen.
Zoolang als deDuitschers verdeeld blijven,
zal het gevaar gering zijn, doch indien men
op diplomatische wijze niet te werk gaat, om
de onafhankelijkheid der Rijnprovinciën en
der Beiersche gewesten tot stand te brengen,
zal men geen paal en perk aan de pruisische
macht kunnen stellen.
Wijze, verstandige, dienstvaardige mannen
zullen Thans in het Bourbons-paleis zetelen.
Dat zij een krachtig en vastberaden bestuur
uitmaken. Dat zij de anarchie en het bolche-
visme den weg des vooruitgangs versperren.
Dat zij aan de gedane beloften van maat
schappelijke rccktveerdigheid cn inwendigen
vrede niet te kort komen. Dat zij onvervalscht
de schuldvereffening van den oorlog verwe
zenlijken. En dat zij voorbeeldig aan en in
't werk, de zoonoodigen drift tot het filgemcen
bezig zijn in gansch Frankrijk, dat dc eenige
voorwaarde van nationaal herstel kan tewege
brengen, doen ontstaan.
De generaal de Castelnau zal een groot en
goed werker van ditgrootc werk wezen. 0.
mocht België en zijn landsbestuur en zijn volk
zulk voorbeeld ook volgen.
GALACHTIG
Het liberaal blad: La Dernière Heure
is slecht gemutst, omdat de invloed der libe
ralen zoo klein geworden is.
Men spreekt er reeds van, zegt het, dat
M. Franck weldra naai- Kongo zal vertrekken
voor 6 maand. Dat zal nog den invloed der
liberalen in het Gouvernement verminderen.
In alle geval die reis beeft reeds, eer. ge
lukkige invloed gehad op de gezondheid van
M. Masson. Eenige weken geleden was hij
vermoeid en onbekwaam om den last van het
ministerie van oorlog te dragen.
Nu gaat hij voor eenige maanden nog den
last van het ministerie van koloniën bijne
men
Het blad pakt vervolgens PI. Hymans in
huis, en zegt heel oneerbiedig
Indien hij niet bestond, zou België toch
moeten voortdoen.
Kortom, dclibciale ministers, kunnen voor
La Dernière Ueure niet meer wel doen.
Zou het blad misschien iemand kennen die
lust heeft voor cencn rainislcrfrak
TE A.5«:3E2TSr.
Een Fransch soldaat aangehouden.
Een uit den krijgsdienst ontslagen Fransch
soldaat beproefde, een paar da. en geleden
een stoulmoedigen aanval op de Probsbank,
te Aken. De gewezen soldaat, zekere Etienne
in uniform van Belgisch kommandant, bood
zich bij den Duitschen politiekommissaris
aan en gaf hem bevel drie agenten te zijner
beschikking te stellen, orn een huiszoeking
in de bank te doen. Vervolgens trok hij naai
den Belgischen post tcEisenbruraen en vroe:.'
aan den onderofficier vijf soldaten voor de
huiszoeking. Met de soldalen en de politie
agenten nam hij bezit van de bank en veree-
'.de de bestuurder en de bedienden in een
zaal, waarvan hij de deur op slot draaide.
Vervolgens richtte hij zich naar de openstaan
de brandkast en stal een som van 250.000
mark, 70,OuO frank en eenige duizenden gul
dens. Htj stopte het gestolen geld in een reis
zak, dien hij aan een aan de buitendeur
HOLLANDSCHE NOVELLE
14' VERVOLG.
Het doosje vraagt Anna schalksch.
Neen wat er in zit, zegt Karl, doe hel
eens open meid.
Anna opent het doosje en zegt met verba
zing Hé Karl, waar moet je daar meö heen
Kijk eens, moeder, roept Anna, wat een
prachtige verzameling gouden kruisjes Toe
kijk eens, het eene al mooier dan het andere.
Vinden jelui ze met mooi vraagt Karl.
Prachtig Karl, roept Anna.
En wil jc cr zoo een niet hebben, Anna?
vraagt Karl
Karl Hebben Of ik.,.
Nu, zoek dan de mooiste uit.
Kom heb je ze daarvoor meegebracht?
Stellig. Zoek het mooiste, zie op geen
gulden.
Jongen, zegt moeder. Karl, lacht tegen
Anna en hierop gaan moeder en dochter aan
't uitzoeken. Ze nemen de kruisjes één voor
één uit het kartonnen doosje, leggen ze ver
volgens op tafel, vergelijken het eene met het
andeieen besluiten ten laatste
Dit is een mooi, hé Karl
Vinden jelui dat van acht gulden niet
mooier? vraagt de zeeman.
Ja, maar 't schilt twee gulden hé
Dat doet er niets toe. Is het mooier
Neem het.
Karl
Nou
Dank) e noor, lacht Anna. Vindt u het
niet prachtig moeder vraagt Anna. Jongen
hoe kom je er toe f 't Staat me goed hé
vraagt Anna, die 't kruisje even voor haar
kleed hangt, Tstaat ine oed he?
Jou staat alles goed, zegt Lande.
Dc kruisjes worden nu nog eens één voor
één bekeken en vervolgens weer m 't karton
nen doosje gelegd, het kruisje van acht gul
den bovenop.
Hier Karl, zegt Anna en geeft het kar
tonnen doosje aan hare beminde. Deze neemt
het doosje aan eh sfcckt het onverschillig in
zijn zak.
Nu zal ik het maar gaan koopen, hé
Anna
Zoo je wilt, jongen.
Lande staat op en wil heenpaan. Hij steekt
de handen in de broekzakl en en fluit een oud
zeemansliedje. Plotseling houd hij op en met
een zekeren an st voelt hij nu in zijne zakken
Moeder en doc. die Karl zoo haastig z.ien
veranderen zeggen Ben je wat kwijt Karl
Ja, neen, zegt Laude en voelt nogmaals
in zijne zakken.
Wat ben je kwijt jongen vraagt Anna.
Och..., nipts antwoordt Karl en zoekt
voort.
Ik heb hem toch bij me gestoken? zegt
Laude binnensmonds.
Wat vraagt moeder, die Karl zoo iets
van, bij me gestoken, hoorde mompelen.
Ha Daar heb ik hem, roept Karl blij
't Is waar ook, ik knoopte hem in mijn zak
doek.
Wat toch vraagt Anna. Hebt je 't
Kar'
,<uu pas dan op, dat je 't alweer niet
kwijt raakt, ze^t moeder.
Was het een goud tientje
Een tientje f vraagt Karl. Een ring,
zegt hij onverschillig. t
staanden soldaat! gaf met opdracht den zak
naar den post te Eisenbrunnen te dragen.
Een der Duitsche politieagenten kreeg ver
moedens en achtervolgde den valscben Bel
gischen officier, die de soldaten naar hun
post had gezonden. Etienne trad weldra in
een ondergrondsche waterplaats, wierp er
zijn uniform af en trokburgerskleederen aan.
D politieagent verzocht den stoulmoedigen
kerel hem naar de Belgische Veiligheid te
volgen.
Etienne legde bekentenissen af cn werd ter
beschikking van het Fransch krygsgerecht,
te Aken, opgesloten.
De Engelsche arbeiders; voor het meeren
deel althans, zijn van meening dat de Bond-
genooten inct de bofchevisten zouden moeten
vrede sluiten. HetKongres der Trades Unions
heeft een besluit gestemd, waarin het zijne
mistcvredenheid lucht geeft nopens de wijze,
volgens dewelke de Russische kwestie be
handeld wordt. Dc Engelsche regeering
wordt uitgenoodigd het vredesaanbod der
Soviets in aanmerking te nemen, en de blok
kade van Rusland op te schorsen. Het zenden
cpuer parlementaire afvaardiging naar Rus
land wordt aangevraagd.
Dn besluit werd door een enkelen spreker
bestreden, door M. John Ward. Zijne aan
spraak werd gedurig onderbroken.
Ik wil spreken, zepdehij, omdat gij uw
eigen schade toebrengt. Gij hebt een valser
gedacht van wat in Rusland gebeurt. Na het
keizerlijk stelsel werd eene kiezing gehouden
voor eene Constituante. Kerensky werd voor
zitter. Deze was een pacifist, die leger en
policie afschalte, en het land zonder verdedi
gnu? liet. Wanneer de gekozenen van hei
volk zich vercenigden, we den tij door eene
bende schurken verjaagd. Van die gekozenen
zijn er nu nog enkel 180 in 't leven. De an
deren zijn allen vermoord, en gij zoudt be
weren dat hel niet in 't belang is der demo-
kralic, tusschen te komen in dien warboel
Lenme en Trolzky werden door Duitsch-
land gezonden om dit vuig werk te verrich
ten. Het zijn zij die de grondslagen der
vrijheid in Rusiand vernietigd hebben, en
het' land pn. cpgeven hebben aan anarchie
en ellende !ii> zelf Debt gij Kerensky toe
gejuicht, en nu beweert gij dat men met mag
lusschenkomen tegen de misdadigers, die de
Constituante beletten zich lt*"vereenigen,
e Zoolang zij aan 't bewind zijn, kan Rus
land geen grondwetiphjk stelsel bekomen. In
Rusland zal eene alleenheeiscbappij blijven
heerschen, ondersteund door het schrikbe
wind, en dat is het stelsel dat gij wilt en
durft verdedigen
Vergaderingen te Brussel
Het Nationaal Koraiteit der mijnwerkers
hietd Dinsdag morrend eene vergadering in
het Volkshuis te Brussel.
Een langdurige bespreking had plaats be
treffende den vrij ernsligen toestand. De sta
king dreigt een groote uitbreiding te nemen.
Het konnteit besloot in den namiddag een
afvaardiging naar de Kamer le sturen, om
een onderhoud te hebben met de hh. minis
ters van Arbeid en Geldwezen.
Bij de ministers
M. Delacroix ontving Dinsdag morgend
afgevaardigingen van de patroons en van de
werklieden.
De afgevaardiging der patroons begaf zich
ook bij M Wouters, om dezen op het gevaar
Een ring
Och ja, een jaar of tien geleden is er bij
ons op, de kusten een drenkeling aange
spoeld en mijn grootvader zaliger heeft de
man gelijk zooveel anderen dadelijk 't zand
begraven. Het lijk verkeerde in vergaande
staat van ontbindm maar grootvader, die
kustwachter was, onderzocht toch de kleeren
van den man bij voelde in de broekzakken
maar vond niets meer dan een knipmes. Ze
wouën den man al in den grond stoppen, toen
ze op eens bemerkten, dat hij nog een gou
den ring aan den vinger had. Ze hebben den
ring van den vinger gedaan en mes en ring
bij den strandvonder gebrachtzoo heeft
mijn grootvader me ter. minste verteld.
En vraagt moeder.
Nou van tijd tot tijd houdt de straat
vonder koopdag en mijt» grootvader heeft
hij hem gedragen. Een paar weken voor zijn
dood heeft hij hem mij gegeven en in de
eerste dagen droeg ik hem voortdurend, la
ter minder en op 't laatst in 't geheel niet
meer ik houw van geen ringen,
En vraagt moeder opnieuw.
En zegt Karl. En? Wat moet ik er meè
doen? :ei dat nog straks tegen vader en
moede e vonden het dan ook goed, dat ik
hem vt dit en met er wat bij te leggen, een
kruisje u mijn Anna kocht.
Wel, roept Anna.
Laai den ring eens zien Karl, zegt moe
der.
Hier is hi, zegt de zeeman, onverschil
lig een gouden ring op tafel werpende.
De weduwe Blom neemt met belangstel
ling den ring op, bekijkt hem en verbleekt.
Nogmaals beziet ze den ring en schreiend
roept ze geen twijfel. Ziet. eene A en eene
B, in 't midden een hart t Geen twijfel, ik
te wijzen, welke de mijnen loopen door de
overstroomingen welke ongetwijfeld het ge
volg zullen zijn der werkstaking.
Het gevaar der overstrooming
Naar gemeld wordt zijn de stakers van ge
voelen, dat ook het werk aan de lucht- cn
waterpompen en aan het onderhoud der mij
nen moet stopgezet worden. Gebeurt het dat
de gemeenteoverheid zekere stokers toch ver
plicht zich naar de mijnen te begeveu, dan
gehoorzamen zij, maar kruisen de armen eens
beneden gekomen.
Oe toestand Dinsdag
In den algemeeneu toestand is gisteren
geene verandering getreden.
De mijnbesturen namen de noodige maat
regelen, om de pompen in 't werk te
houden.
Te Gilly, werden de paarden bovenge
haald uit vrees voor de overstrooming.
Te Marcinelle kon de electriciteitsfabrick
bij gebrek aan kolen geen stroom geven. De
socialistische burgemeester eischte echter
600 ton kolen op waardoor het werk kon
hervat worden.
Te Charleroi had eene kleine stakers be
tooging plaats. Geen incidenten.
Men vreest uitbreiding
M. Pepin socialistisch volksvertegenwoor
diger voor Rergen verklaarde Dinsdag dat
het vreezen was, dat Zondag aanstaande, op
het Congres te Palurage.ook de mijnwerkers
aan den Borinage tot de staking zouden be
sluiten.
De mijnwerkers zeggen dat zij de loons-
verhooging welke hun beloofd was, niet
kregen.
De regeering zal waarschijnlijk haar toe
vlucht nemen tot het leger om de diensten bij
de mijnpompen te verzekeren, ten einde te
voorkomen dat de mijnen maandenlang niet
kunnen ontgonnen worden.
Ook aan cenanderen kant duiken moeilijk
heden op de kolenvoorzienmg van België
cn 't naleven van aangenomen bestellingen in
't buitenland. Het spreekt van zeil dat, moest
onverhoopt de staking aanhouden, alle uit
voer van kolen zou verboden worden.
Men hoopt evenwel dat aan de slaking
gouw een einde komt.
Wat een patroon zegt.
Een konfrater had een onderhoud met een
patroon en deze verklaarde hem het volgende:
De werklieden zijn waarlijk als kleine
kinderen hoe meer men hen geeft, hoe meer
zij willen. Zoo kwamen zij onlangs in de
mjnen van Monceau-Fonlaine en verklaar
den dat zij maar vier dagen per week meer
zouden werken, 't Moet dus zijn dat zij op
die vier dagen genoegwinnen om zeven dagen
te leven
Daar zij geen voldoening kregen, lieten
zij liet werk staan.
De wet laat toe, dat de mijnbesluurders
werkvolk zouden opeischen, indien de mijn
gevaar loopt, door het water overrompeld te
worden. Wij hebben dus arbeiders opge-
eischt. Zij zijn gekomen, doch hebben zich op
de kolen gezet en geweigerd eene hand uit te
steken. De ingenieurs moesten maar zelf de
machienen in gang houden en hel vuur on
derhouden.
In eene andere mijn drong men bij de
opgeëischten aan om toch de paarden te
willen bovenhalen. Laat zo kreveeren
klonk het antwoord.
Wij hebben aan de mijnwerkers ge
vraagd de herstellingen, welke enkel des
Zondags kunnen gedaan worden, te willeu
doen mits dubbel loon. Zij weigerden.
En nochtans hunne dagloonen zijn reeds
niet te versmaden. Men vindt er Ioonen van
26.80, 25.00, 22.00, 20.00, 18.00 en-17.00}
fr. daags. De kleine jongcnS winnen ef 11,
12 tot 13 fr. daags. Dit jaar hebben zij reeds*'
vier maal opslag gekregen en willen nu i og
eene loonsverhooging van 25 p. h.
»De werklieden beweren, d it onze winsten
groot genoeg zijn om nieuwe loonsverhoo»
gingen toe te staan.
Onze boeken zijn ter hunner beschik*
king. Zij zullen zien, dat wij nog tot 5,71 fr.
per 1000 kgr. bovengehaalde kolen komen.
De werklieden houden geen rekening, dat
alles wat wij in de mijnen noodig hebben op
schrikbarende wijze gestegen is.
Kortom wij hebben redenen wat terug
houdend te zijn cn 't wordt tijd dat er han
delend opgetreden worde, zooniet is België
een verloren land.
Wij hebben gisteren de eischen der werk
lieden medegedeeld. Hierboven geven wij
nu de ldackt der patroons. Men kan duB
eene vergelijking maken.
De Spoorwegen en dc Staking dor
Mijnwerkers.
Het verbruik van brandstof, kolen en
briketten, voor den dienst der reizigers en
goederentreinee op het net der Staatsspoor
wegen beloopt thans meer dan 500 ton per
dag.
Ten einde de nationale nijverheid niet te
benadeelen, heeft het spoonvegbestuur altijd
matige eischen gesteld in zake de levering
van briketten en derhalve zijne stocks op
slipt noodige minimum gebracht.
De stakingen welke thans uitgebroken zijn
maken de bevoorradingen schier onmogelijk.
In verband met dezen bedenkelijken toe
stand, ziet het spoorwegbestuur zich genood
zaakt, de lijdelijke afschaffing van een groot
aantal reizigerstreinen cn oen zeker aantal
goederentreinen onder dc oogen tc zien.
Hi t publiek moet zich op deze afschaffing
voorzien; berichten aan de loketten der sta
tiën en mededeelingen aan de pers zullen het
daarvan kennis geven.
Het p ibliek wordt dus aangespoord alle
noodige inlichtingen in te winnen, wat betreft
de beperkingen, welke inde reisgelegenheden
zijn aangebracht.
Een kras staaltje van de onmenschelij ik
heid waarvan passagiers en bemanning van
koopvaardijschepen bij dit openboot sys
teem bet slachtoffer zijn, biedt het geval van
de «chic». Deze bevond zich den 13* April,
ongeveer 45 mijlen bezuidwesten den I'ast-
ney vuurtoren, in den Atlantischen Oceaan,
er woei een sterke westerbries en de zee was
zoo onstuimig dat kleine openbooten er niet
in konden neergelaten worden, zonder groot
levensgevaar voor de'inzittenden.
Plotseling verscheen aan stuurbootzij een
duikboot, die het ongewapende schip met
bommen begon te bestoker». De «Chic» hieïi
dadelijk stil en de bemanning kreeg bevei
In de booten te gaan.
Er werd een poging gedaan om de balc-
boordsloep neer te laten; maar die werd g»
grepen door een stortzee en losjes in de blok
ken gelicht. Toen de zee terugliep en de boot
vrij "kwam, viel ze zwaar neer. De timmer
man die verward zat in het touw werd bijna
gewurgd. Een matroos, een zekere Crefgh-
ton, die in de boot had gezeten werd in Eet
water geslingerd een heel eind van 't schip
Zo wierpen hem een zwemgordel tor-, maar
hij was dik gekleed en had waarschijnlijk
zeelaarzen aan, en hij verdronk.
De boot liep snel vol. Ze trachtten 't water
uit te hoozen, maar ze bleek te zwaar geha
vend om zee te kunnen bouwen.
De duikboot was evenwel verheven boven
de trivialiteit van dat algemeen rnenschelij
kede zucht tot zelfsbehoud. Ze was ver
diept in de groote dingen als daar zijn do
onpersoonlijko kringloop der sterren, het lot
van Duitschland en de God die ongetwijfeld
bestelde het zelf zoo bij den goudsmid
Moeder Blom kust den ring en weent.
Lande, die eerst verbaasd staat te kijken,
verneemt langzaam uit den mond van zijne
aanstaande schoonmoeder: Karl, 'tis de ring
van mijn Toon, mijn man, den vader van
Anna Er bestaat geen twijfel, ziet eene A en
eene Bin 't midden een hart. Anthonie Blom
beteekenen die A en B met dat hart wilde
ik zeggen, toen ik mijn man den ring gaf
Toon ik houd zich veel van je.
Moeder Blom bekijkt nogmaals den ring en
kust hem andermaal, daarna gaat hij in han
den van Anna, die eveneens doet.
Dat den ring nu niet verkocht zal worden,
tullen wij den lezer zeker wel niet behoeven
te melden, zulks is gemakkelijk te begrijpen.
Dat de ring een kostbaar kleinood voor moe
der Blom en hare kinderen zal wezen, behoe
ven wij zeker ook wel niet te melden sluiten
wij dus dit hoofdstuk om in het volgende te
zien, wat moeder zegt, als Jan cn Tiet 't huis
komen.
VIII. BLIJDE THUISKOMST.
De averij, die de Neptunus bcloopen heelt,
is niet zwaar en spoedig hersteld. De trossen
werden dus weer los gegooid cn 't schip ver
laat de haven van Lissabon ora koers te zetten
naar het yaderland. Gunstig is de wind, kalm
de zee, snel gaat de Neptunus door 't water.
Nog weinige daten, als alles zoo gunstig
blijft, en de zeeman staal aan wal, te midden
van hen, die hij liefheeft, die hem beminnen
nog weinige dagen, en hij betreedt den grond
die hem geboren zag worden, waarop hij als
kind speelde. Of ook hij dat alles weet en
gevoelt? We behoeven dat niet le vragen,
we kunnen dat op zijn gelaat lezen, aan zijne
gesprekken hooien Hij verlangt naar huis,
naar vrouw en kinderen als de landman naar
regen, na vele dagen van droogte.
't Gaat aanhoudend voor den wind, snel
gaat de Neptunus door 't water, nog enkele
mijlen en schip en bemanning zullen binnen-
loopen.
Loodskottor in 't gezichtroept de map
op den uitkijk.
Vla in top, gebiedt de kapitein die aan
dek komt. Een loods voor Vlissingen We
moeten daar lichten, deNêptunus ligt te dient
Vlag in top roepen de gebroeder Blorb
en de andere matrozen. Vlag in top
De loodskotter draait hij en zend een bootje
met drie man af, waarvan een de loods, dit
tschip door de gaten, behouden in Vlissin
gen zal brengen, 't Bootje ligt langs de zijde,
de loods komt over. Allen bekijken en groe
ten hem, hij gaat naar den kapitein en ve>
dwijnt in diens hut.
Als een stooroer gaat de zwaar geladen
Neptunus door 't water. Nu gaan de schepe
lingen de uren tellen, die hen nog van hel
vaderland scheiden. Daar doet men de gaten
aan, daar verschijnen voor hen onze blanke
Hollandsche duinen daar ginds ligt 't land,
dat ze allen kennen en beminnen. Ha, ze zou
den er willen heenvliegen. Hoe langaaam
gaat thans voor hen de snelle Neptunus.'Voorl
dan toch, trotsche driemaster, voort, we wil
len 't huis zijn.
Daar doemt Vlissingen op, Vlissingen mei
zijne beide kerktorens en molens, waarnaar
menigen zeeman al zoo dikwijls reikhalzend
heeft uitgezien.
Vlaggen op, beveelt de kapitein.
Vlaggen op, Piet, zegt Jan Blom tol zijn
broeder. Vlaggen in top We zijn Laast bin
nen.
Vlissingen begint zich nauwkeurig aan dc
oogen der bemanning voor te doen. (Verv»)