Ine wesp uil 'I tantes De slaking der mijnwerkers De Duitsche kuituur op Zee Oe Trades Unions en de Bolclievistsn Generaal de Castelnau Stoutmoedige aanval op een bank tijdens den oorlog JAARGANU NUMMER Bareelen: Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Telepkoon 114 Donderdag 18 December 1919 CENTIEMEN Drukker-UitgeverJ. Van Nuffbl-Db Gendi Voor de publiciteit bulten het Arrondissement Aalst, zich te vonden tot het Agentschap Havas, 8, Martelaarplein, te Brussel8, Place de la Bourse, Parijs en 105, Cheapsido, Londen, Een dapper soldaat uit den wereldoorlog, ongemeen aanvoerder der Fransche troepen, welke hij heldendaden deed verrichter, thans algevaardigde in de Fransche Kamer van den Aveyron, waar hij als volksvertegenwoordi ger werd gekozen. Hij verwekte veel beziens en men stelde in den gewezen generaal veel belang, zooveel te meer dat men goed weet dat bij ievcrig zal meewerken tot het herstellen, hcropbeuren en bevestigen der eens zoo gepijnigde fransche natie en der thans nog zoo weeke en zwakke bevolking, die door een antikatholiek bestuur werd beheerschl in plaats van geregeerd. Dc generaal-volksveriegenwoordiger is een katholiek van één stuk, een beoefenaar van onzen godsdienst, een ieveraar voor alle goede werken en een voorbeeld van de beste gehalte. De nieuwe afgevaardigde van den Aveyron glimlacht immer, en alhoewel wat stuur van opzicht, bevalt hij buitenmate aan al dezen die hem zien, hooi en en spreken. Hij verheugt zich niet weinig, nu dat hij dc gelegenheid zal hebben zijn land te helpen opbeuren en bestieren, na het uit de klauwen van den alles overrompelenden vijand losge rukt te hebben en het zijne gelezen vrijheid vveerschonk. Een groot aantal mannen van goeden en sterken wil zullen hem in zijne pogingen bij staan en hulp verlcenen, want hun genegen heid en offervaardigheid is hem bekend. Dat nieuw dienstbewijzen aan hun geteisterd en nog niet van zijne slagen en wonden genezen vaderland, zal hij welen te verwekken bij al zijne nieuwe medehelpers. Een gedacht inzonderheid koestert hij bij voorkeur. Altijd komt hij er op terug. Voor het ten uitvoer brengen van dat ont werp zal hij rusteloos werken, pleiten en voortspreken. Ook het ontwerp is allerge wichtigst, het geldt er de huishoudkundige heropbeuring. Twee flinke bezigheden pramen ons en zijn hoogst noodig, zoo zegde de Castelnau aan den gazelschrijver te weten: de schuld vereffening van den oorlog die tot hiertoe nog geen plaats had en de wederherstelling van het land.» Voor do schuldvereffening moeten wij met opene kaarten spelen, ze bloot op tafel legnen cn onze fmancieele .toestand, zooals een handelshuis die credit noodig heeft, gewoonlijk tewerk gaat, aan Engeland en zeker ook aan de Verecnigde Staten, wiens hulp ons onontbeerlijk is, doen kennen. Zoo gaat de Generaal voort. Zulks zou zeker wel van pas komen aan België ook en niet ten kwade maar ten goede. Waarom zou Amerika de noodzakelijke hulp weigeren, vraagt de Casteinau zieh af. Doch nog eens kaart op tafel a. u. b. meent hij. Daarbij moet bet economisch leven her steld worden. En hiertoe is het werk alleen in staat. De achturenwet, de werkstakingen, de schok en tegenwerking na zoo een kauip, de moeilijkheden van allen aard verminder de!'zeer erg onze voortbrengsels en produc ten. Kost wat kost moet men voortbrengen en daarom de handen aan het werk slaan. Daarbij \3n hooger beschouwd, moet dat werk in een luchtkring van inwendige rcchtveerdiglieid, van gewetensvrijheid, van vrede geschieden. Met geen beloften mogen •we ons laten paaien maar daden en feiten moeten lusschenkomen. De generaal hoopt dat re zullen gehouden en uitgevoerd wor den. Hij en zijne vnendeu staan er voor in, beweert Rij. De generaal sprak niet van de militaire kwe6tie3, doch op eene gestelde vraag nopens den Europeeschen toestand, voorzegde hij De eenheid van het Duitsche rijk, indien ze verwezentlijkt wordt, levert een zeer ernstig gevaar op, zoo wij geen wijsheid en kracht dadigheid! gebruiken, om nuttige voorzorgen daartegen te nemen. Zoolang als deDuitschers verdeeld blijven, zal het gevaar gering zijn, doch indien men op diplomatische wijze niet te werk gaat, om de onafhankelijkheid der Rijnprovinciën en der Beiersche gewesten tot stand te brengen, zal men geen paal en perk aan de pruisische macht kunnen stellen. Wijze, verstandige, dienstvaardige mannen zullen Thans in het Bourbons-paleis zetelen. Dat zij een krachtig en vastberaden bestuur uitmaken. Dat zij de anarchie en het bolche- visme den weg des vooruitgangs versperren. Dat zij aan de gedane beloften van maat schappelijke rccktveerdigheid cn inwendigen vrede niet te kort komen. Dat zij onvervalscht de schuldvereffening van den oorlog verwe zenlijken. En dat zij voorbeeldig aan en in 't werk, de zoonoodigen drift tot het filgemcen bezig zijn in gansch Frankrijk, dat dc eenige voorwaarde van nationaal herstel kan tewege brengen, doen ontstaan. De generaal de Castelnau zal een groot en goed werker van ditgrootc werk wezen. 0. mocht België en zijn landsbestuur en zijn volk zulk voorbeeld ook volgen. GALACHTIG Het liberaal blad: La Dernière Heure is slecht gemutst, omdat de invloed der libe ralen zoo klein geworden is. Men spreekt er reeds van, zegt het, dat M. Franck weldra naai- Kongo zal vertrekken voor 6 maand. Dat zal nog den invloed der liberalen in het Gouvernement verminderen. In alle geval die reis beeft reeds, eer. ge lukkige invloed gehad op de gezondheid van M. Masson. Eenige weken geleden was hij vermoeid en onbekwaam om den last van het ministerie van oorlog te dragen. Nu gaat hij voor eenige maanden nog den last van het ministerie van koloniën bijne men Het blad pakt vervolgens PI. Hymans in huis, en zegt heel oneerbiedig Indien hij niet bestond, zou België toch moeten voortdoen. Kortom, dclibciale ministers, kunnen voor La Dernière Ueure niet meer wel doen. Zou het blad misschien iemand kennen die lust heeft voor cencn rainislcrfrak TE A.5«:3E2TSr. Een Fransch soldaat aangehouden. Een uit den krijgsdienst ontslagen Fransch soldaat beproefde, een paar da. en geleden een stoulmoedigen aanval op de Probsbank, te Aken. De gewezen soldaat, zekere Etienne in uniform van Belgisch kommandant, bood zich bij den Duitschen politiekommissaris aan en gaf hem bevel drie agenten te zijner beschikking te stellen, orn een huiszoeking in de bank te doen. Vervolgens trok hij naai den Belgischen post tcEisenbruraen en vroe:.' aan den onderofficier vijf soldaten voor de huiszoeking. Met de soldalen en de politie agenten nam hij bezit van de bank en veree- '.de de bestuurder en de bedienden in een zaal, waarvan hij de deur op slot draaide. Vervolgens richtte hij zich naar de openstaan de brandkast en stal een som van 250.000 mark, 70,OuO frank en eenige duizenden gul dens. Htj stopte het gestolen geld in een reis zak, dien hij aan een aan de buitendeur HOLLANDSCHE NOVELLE 14' VERVOLG. Het doosje vraagt Anna schalksch. Neen wat er in zit, zegt Karl, doe hel eens open meid. Anna opent het doosje en zegt met verba zing Hé Karl, waar moet je daar meö heen Kijk eens, moeder, roept Anna, wat een prachtige verzameling gouden kruisjes Toe kijk eens, het eene al mooier dan het andere. Vinden jelui ze met mooi vraagt Karl. Prachtig Karl, roept Anna. En wil jc cr zoo een niet hebben, Anna? vraagt Karl Karl Hebben Of ik.,. Nu, zoek dan de mooiste uit. Kom heb je ze daarvoor meegebracht? Stellig. Zoek het mooiste, zie op geen gulden. Jongen, zegt moeder. Karl, lacht tegen Anna en hierop gaan moeder en dochter aan 't uitzoeken. Ze nemen de kruisjes één voor één uit het kartonnen doosje, leggen ze ver volgens op tafel, vergelijken het eene met het andeieen besluiten ten laatste Dit is een mooi, hé Karl Vinden jelui dat van acht gulden niet mooier? vraagt de zeeman. Ja, maar 't schilt twee gulden hé Dat doet er niets toe. Is het mooier Neem het. Karl Nou Dank) e noor, lacht Anna. Vindt u het niet prachtig moeder vraagt Anna. Jongen hoe kom je er toe f 't Staat me goed hé vraagt Anna, die 't kruisje even voor haar kleed hangt, Tstaat ine oed he? Jou staat alles goed, zegt Lande. Dc kruisjes worden nu nog eens één voor één bekeken en vervolgens weer m 't karton nen doosje gelegd, het kruisje van acht gul den bovenop. Hier Karl, zegt Anna en geeft het kar tonnen doosje aan hare beminde. Deze neemt het doosje aan eh sfcckt het onverschillig in zijn zak. Nu zal ik het maar gaan koopen, hé Anna Zoo je wilt, jongen. Lande staat op en wil heenpaan. Hij steekt de handen in de broekzakl en en fluit een oud zeemansliedje. Plotseling houd hij op en met een zekeren an st voelt hij nu in zijne zakken Moeder en doc. die Karl zoo haastig z.ien veranderen zeggen Ben je wat kwijt Karl Ja, neen, zegt Laude en voelt nogmaals in zijne zakken. Wat ben je kwijt jongen vraagt Anna. Och..., nipts antwoordt Karl en zoekt voort. Ik heb hem toch bij me gestoken? zegt Laude binnensmonds. Wat vraagt moeder, die Karl zoo iets van, bij me gestoken, hoorde mompelen. Ha Daar heb ik hem, roept Karl blij 't Is waar ook, ik knoopte hem in mijn zak doek. Wat toch vraagt Anna. Hebt je 't Kar' ,<uu pas dan op, dat je 't alweer niet kwijt raakt, ze^t moeder. Was het een goud tientje Een tientje f vraagt Karl. Een ring, zegt hij onverschillig. t staanden soldaat! gaf met opdracht den zak naar den post te Eisenbrunnen te dragen. Een der Duitsche politieagenten kreeg ver moedens en achtervolgde den valscben Bel gischen officier, die de soldaten naar hun post had gezonden. Etienne trad weldra in een ondergrondsche waterplaats, wierp er zijn uniform af en trokburgerskleederen aan. D politieagent verzocht den stoulmoedigen kerel hem naar de Belgische Veiligheid te volgen. Etienne legde bekentenissen af cn werd ter beschikking van het Fransch krygsgerecht, te Aken, opgesloten. De Engelsche arbeiders; voor het meeren deel althans, zijn van meening dat de Bond- genooten inct de bofchevisten zouden moeten vrede sluiten. HetKongres der Trades Unions heeft een besluit gestemd, waarin het zijne mistcvredenheid lucht geeft nopens de wijze, volgens dewelke de Russische kwestie be handeld wordt. Dc Engelsche regeering wordt uitgenoodigd het vredesaanbod der Soviets in aanmerking te nemen, en de blok kade van Rusland op te schorsen. Het zenden cpuer parlementaire afvaardiging naar Rus land wordt aangevraagd. Dn besluit werd door een enkelen spreker bestreden, door M. John Ward. Zijne aan spraak werd gedurig onderbroken. Ik wil spreken, zepdehij, omdat gij uw eigen schade toebrengt. Gij hebt een valser gedacht van wat in Rusland gebeurt. Na het keizerlijk stelsel werd eene kiezing gehouden voor eene Constituante. Kerensky werd voor zitter. Deze was een pacifist, die leger en policie afschalte, en het land zonder verdedi gnu? liet. Wanneer de gekozenen van hei volk zich vercenigden, we den tij door eene bende schurken verjaagd. Van die gekozenen zijn er nu nog enkel 180 in 't leven. De an deren zijn allen vermoord, en gij zoudt be weren dat hel niet in 't belang is der demo- kralic, tusschen te komen in dien warboel Lenme en Trolzky werden door Duitsch- land gezonden om dit vuig werk te verrich ten. Het zijn zij die de grondslagen der vrijheid in Rusiand vernietigd hebben, en het' land pn. cpgeven hebben aan anarchie en ellende !ii> zelf Debt gij Kerensky toe gejuicht, en nu beweert gij dat men met mag lusschenkomen tegen de misdadigers, die de Constituante beletten zich lt*"vereenigen, e Zoolang zij aan 't bewind zijn, kan Rus land geen grondwetiphjk stelsel bekomen. In Rusland zal eene alleenheeiscbappij blijven heerschen, ondersteund door het schrikbe wind, en dat is het stelsel dat gij wilt en durft verdedigen Vergaderingen te Brussel Het Nationaal Koraiteit der mijnwerkers hietd Dinsdag morrend eene vergadering in het Volkshuis te Brussel. Een langdurige bespreking had plaats be treffende den vrij ernsligen toestand. De sta king dreigt een groote uitbreiding te nemen. Het konnteit besloot in den namiddag een afvaardiging naar de Kamer le sturen, om een onderhoud te hebben met de hh. minis ters van Arbeid en Geldwezen. Bij de ministers M. Delacroix ontving Dinsdag morgend afgevaardigingen van de patroons en van de werklieden. De afgevaardiging der patroons begaf zich ook bij M Wouters, om dezen op het gevaar Een ring Och ja, een jaar of tien geleden is er bij ons op, de kusten een drenkeling aange spoeld en mijn grootvader zaliger heeft de man gelijk zooveel anderen dadelijk 't zand begraven. Het lijk verkeerde in vergaande staat van ontbindm maar grootvader, die kustwachter was, onderzocht toch de kleeren van den man bij voelde in de broekzakken maar vond niets meer dan een knipmes. Ze wouën den man al in den grond stoppen, toen ze op eens bemerkten, dat hij nog een gou den ring aan den vinger had. Ze hebben den ring van den vinger gedaan en mes en ring bij den strandvonder gebrachtzoo heeft mijn grootvader me ter. minste verteld. En vraagt moeder. Nou van tijd tot tijd houdt de straat vonder koopdag en mijt» grootvader heeft hij hem gedragen. Een paar weken voor zijn dood heeft hij hem mij gegeven en in de eerste dagen droeg ik hem voortdurend, la ter minder en op 't laatst in 't geheel niet meer ik houw van geen ringen, En vraagt moeder opnieuw. En zegt Karl. En? Wat moet ik er meè doen? :ei dat nog straks tegen vader en moede e vonden het dan ook goed, dat ik hem vt dit en met er wat bij te leggen, een kruisje u mijn Anna kocht. Wel, roept Anna. Laai den ring eens zien Karl, zegt moe der. Hier is hi, zegt de zeeman, onverschil lig een gouden ring op tafel werpende. De weduwe Blom neemt met belangstel ling den ring op, bekijkt hem en verbleekt. Nogmaals beziet ze den ring en schreiend roept ze geen twijfel. Ziet. eene A en eene B, in 't midden een hart t Geen twijfel, ik te wijzen, welke de mijnen loopen door de overstroomingen welke ongetwijfeld het ge volg zullen zijn der werkstaking. Het gevaar der overstrooming Naar gemeld wordt zijn de stakers van ge voelen, dat ook het werk aan de lucht- cn waterpompen en aan het onderhoud der mij nen moet stopgezet worden. Gebeurt het dat de gemeenteoverheid zekere stokers toch ver plicht zich naar de mijnen te begeveu, dan gehoorzamen zij, maar kruisen de armen eens beneden gekomen. Oe toestand Dinsdag In den algemeeneu toestand is gisteren geene verandering getreden. De mijnbesturen namen de noodige maat regelen, om de pompen in 't werk te houden. Te Gilly, werden de paarden bovenge haald uit vrees voor de overstrooming. Te Marcinelle kon de electriciteitsfabrick bij gebrek aan kolen geen stroom geven. De socialistische burgemeester eischte echter 600 ton kolen op waardoor het werk kon hervat worden. Te Charleroi had eene kleine stakers be tooging plaats. Geen incidenten. Men vreest uitbreiding M. Pepin socialistisch volksvertegenwoor diger voor Rergen verklaarde Dinsdag dat het vreezen was, dat Zondag aanstaande, op het Congres te Palurage.ook de mijnwerkers aan den Borinage tot de staking zouden be sluiten. De mijnwerkers zeggen dat zij de loons- verhooging welke hun beloofd was, niet kregen. De regeering zal waarschijnlijk haar toe vlucht nemen tot het leger om de diensten bij de mijnpompen te verzekeren, ten einde te voorkomen dat de mijnen maandenlang niet kunnen ontgonnen worden. Ook aan cenanderen kant duiken moeilijk heden op de kolenvoorzienmg van België cn 't naleven van aangenomen bestellingen in 't buitenland. Het spreekt van zeil dat, moest onverhoopt de staking aanhouden, alle uit voer van kolen zou verboden worden. Men hoopt evenwel dat aan de slaking gouw een einde komt. Wat een patroon zegt. Een konfrater had een onderhoud met een patroon en deze verklaarde hem het volgende: De werklieden zijn waarlijk als kleine kinderen hoe meer men hen geeft, hoe meer zij willen. Zoo kwamen zij onlangs in de mjnen van Monceau-Fonlaine en verklaar den dat zij maar vier dagen per week meer zouden werken, 't Moet dus zijn dat zij op die vier dagen genoegwinnen om zeven dagen te leven Daar zij geen voldoening kregen, lieten zij liet werk staan. De wet laat toe, dat de mijnbesluurders werkvolk zouden opeischen, indien de mijn gevaar loopt, door het water overrompeld te worden. Wij hebben dus arbeiders opge- eischt. Zij zijn gekomen, doch hebben zich op de kolen gezet en geweigerd eene hand uit te steken. De ingenieurs moesten maar zelf de machienen in gang houden en hel vuur on derhouden. In eene andere mijn drong men bij de opgeëischten aan om toch de paarden te willen bovenhalen. Laat zo kreveeren klonk het antwoord. Wij hebben aan de mijnwerkers ge vraagd de herstellingen, welke enkel des Zondags kunnen gedaan worden, te willeu doen mits dubbel loon. Zij weigerden. En nochtans hunne dagloonen zijn reeds niet te versmaden. Men vindt er Ioonen van 26.80, 25.00, 22.00, 20.00, 18.00 en-17.00} fr. daags. De kleine jongcnS winnen ef 11, 12 tot 13 fr. daags. Dit jaar hebben zij reeds*' vier maal opslag gekregen en willen nu i og eene loonsverhooging van 25 p. h. »De werklieden beweren, d it onze winsten groot genoeg zijn om nieuwe loonsverhoo» gingen toe te staan. Onze boeken zijn ter hunner beschik* king. Zij zullen zien, dat wij nog tot 5,71 fr. per 1000 kgr. bovengehaalde kolen komen. De werklieden houden geen rekening, dat alles wat wij in de mijnen noodig hebben op schrikbarende wijze gestegen is. Kortom wij hebben redenen wat terug houdend te zijn cn 't wordt tijd dat er han delend opgetreden worde, zooniet is België een verloren land. Wij hebben gisteren de eischen der werk lieden medegedeeld. Hierboven geven wij nu de ldackt der patroons. Men kan duB eene vergelijking maken. De Spoorwegen en dc Staking dor Mijnwerkers. Het verbruik van brandstof, kolen en briketten, voor den dienst der reizigers en goederentreinee op het net der Staatsspoor wegen beloopt thans meer dan 500 ton per dag. Ten einde de nationale nijverheid niet te benadeelen, heeft het spoonvegbestuur altijd matige eischen gesteld in zake de levering van briketten en derhalve zijne stocks op slipt noodige minimum gebracht. De stakingen welke thans uitgebroken zijn maken de bevoorradingen schier onmogelijk. In verband met dezen bedenkelijken toe stand, ziet het spoorwegbestuur zich genood zaakt, de lijdelijke afschaffing van een groot aantal reizigerstreinen cn oen zeker aantal goederentreinen onder dc oogen tc zien. Hi t publiek moet zich op deze afschaffing voorzien; berichten aan de loketten der sta tiën en mededeelingen aan de pers zullen het daarvan kennis geven. Het p ibliek wordt dus aangespoord alle noodige inlichtingen in te winnen, wat betreft de beperkingen, welke inde reisgelegenheden zijn aangebracht. Een kras staaltje van de onmenschelij ik heid waarvan passagiers en bemanning van koopvaardijschepen bij dit openboot sys teem bet slachtoffer zijn, biedt het geval van de «chic». Deze bevond zich den 13* April, ongeveer 45 mijlen bezuidwesten den I'ast- ney vuurtoren, in den Atlantischen Oceaan, er woei een sterke westerbries en de zee was zoo onstuimig dat kleine openbooten er niet in konden neergelaten worden, zonder groot levensgevaar voor de'inzittenden. Plotseling verscheen aan stuurbootzij een duikboot, die het ongewapende schip met bommen begon te bestoker». De «Chic» hieïi dadelijk stil en de bemanning kreeg bevei In de booten te gaan. Er werd een poging gedaan om de balc- boordsloep neer te laten; maar die werd g» grepen door een stortzee en losjes in de blok ken gelicht. Toen de zee terugliep en de boot vrij "kwam, viel ze zwaar neer. De timmer man die verward zat in het touw werd bijna gewurgd. Een matroos, een zekere Crefgh- ton, die in de boot had gezeten werd in Eet water geslingerd een heel eind van 't schip Zo wierpen hem een zwemgordel tor-, maar hij was dik gekleed en had waarschijnlijk zeelaarzen aan, en hij verdronk. De boot liep snel vol. Ze trachtten 't water uit te hoozen, maar ze bleek te zwaar geha vend om zee te kunnen bouwen. De duikboot was evenwel verheven boven de trivialiteit van dat algemeen rnenschelij kede zucht tot zelfsbehoud. Ze was ver diept in de groote dingen als daar zijn do onpersoonlijko kringloop der sterren, het lot van Duitschland en de God die ongetwijfeld bestelde het zelf zoo bij den goudsmid Moeder Blom kust den ring en weent. Lande, die eerst verbaasd staat te kijken, verneemt langzaam uit den mond van zijne aanstaande schoonmoeder: Karl, 'tis de ring van mijn Toon, mijn man, den vader van Anna Er bestaat geen twijfel, ziet eene A en eene Bin 't midden een hart. Anthonie Blom beteekenen die A en B met dat hart wilde ik zeggen, toen ik mijn man den ring gaf Toon ik houd zich veel van je. Moeder Blom bekijkt nogmaals den ring en kust hem andermaal, daarna gaat hij in han den van Anna, die eveneens doet. Dat den ring nu niet verkocht zal worden, tullen wij den lezer zeker wel niet behoeven te melden, zulks is gemakkelijk te begrijpen. Dat de ring een kostbaar kleinood voor moe der Blom en hare kinderen zal wezen, behoe ven wij zeker ook wel niet te melden sluiten wij dus dit hoofdstuk om in het volgende te zien, wat moeder zegt, als Jan cn Tiet 't huis komen. VIII. BLIJDE THUISKOMST. De averij, die de Neptunus bcloopen heelt, is niet zwaar en spoedig hersteld. De trossen werden dus weer los gegooid cn 't schip ver laat de haven van Lissabon ora koers te zetten naar het yaderland. Gunstig is de wind, kalm de zee, snel gaat de Neptunus door 't water. Nog weinige daten, als alles zoo gunstig blijft, en de zeeman staal aan wal, te midden van hen, die hij liefheeft, die hem beminnen nog weinige dagen, en hij betreedt den grond die hem geboren zag worden, waarop hij als kind speelde. Of ook hij dat alles weet en gevoelt? We behoeven dat niet le vragen, we kunnen dat op zijn gelaat lezen, aan zijne gesprekken hooien Hij verlangt naar huis, naar vrouw en kinderen als de landman naar regen, na vele dagen van droogte. 't Gaat aanhoudend voor den wind, snel gaat de Neptunus door 't water, nog enkele mijlen en schip en bemanning zullen binnen- loopen. Loodskottor in 't gezichtroept de map op den uitkijk. Vla in top, gebiedt de kapitein die aan dek komt. Een loods voor Vlissingen We moeten daar lichten, deNêptunus ligt te dient Vlag in top roepen de gebroeder Blorb en de andere matrozen. Vlag in top De loodskotter draait hij en zend een bootje met drie man af, waarvan een de loods, dit tschip door de gaten, behouden in Vlissin gen zal brengen, 't Bootje ligt langs de zijde, de loods komt over. Allen bekijken en groe ten hem, hij gaat naar den kapitein en ve> dwijnt in diens hut. Als een stooroer gaat de zwaar geladen Neptunus door 't water. Nu gaan de schepe lingen de uren tellen, die hen nog van hel vaderland scheiden. Daar doet men de gaten aan, daar verschijnen voor hen onze blanke Hollandsche duinen daar ginds ligt 't land, dat ze allen kennen en beminnen. Ha, ze zou den er willen heenvliegen. Hoe langaaam gaat thans voor hen de snelle Neptunus.'Voorl dan toch, trotsche driemaster, voort, we wil len 't huis zijn. Daar doemt Vlissingen op, Vlissingen mei zijne beide kerktorens en molens, waarnaar menigen zeeman al zoo dikwijls reikhalzend heeft uitgezien. Vlaggen op, beveelt de kapitein. Vlaggen op, Piet, zegt Jan Blom tol zijn broeder. Vlaggen in top We zijn Laast bin nen. Vlissingen begint zich nauwkeurig aan dc oogen der bemanning voor te doen. (Verv»)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1919 | | pagina 1