Het Pensioen. De staking der mijnwerkers Yc.ii Grootvader lol Kisir.zoon Redevoering van M. Woeste Ramp in Dnitschknd DE KAMER XXV' JAARGANG „NUMMER 234 Zaterdag 20 December 1923 Bureolen: Kerkstraat, 9 en 2:2, Aalst. Telepboon 11-4 X> Jk. CS- - 5 CENTIEM! r— Drukker-UitgeverJ. Van Nüffel-De Gendt Voor dé publiciteit buiten het Arrondissement Aalst, zich te venden tot het Agentschap Havas, 8, Martelaarplein, te Brussel; 8, Place de la BourSP, Parijs en 105, Gheapside, Londen. Krachtens artikel 9 der eerste pensioenwet van 10 Mei 1900 werd een kosteloos pensioen van 05 frank 's jaars toegestaan, van af den 65jarigen ouderdom, aar. alle noodlijdende werklieden geboren voor 1 Januari 1843, zonder voorafgaande persoonlijke storting de noodlijdenden geboren in 1843 44-45 waren verplicht voorafgaandelijk minstens 18 frank in drie jaar tij'ds in dc Lijfrentkas te storten oin dit zelfde pensioen te kunnen ge nieten. Bovengemeld arlikcld werd gewijzigd dooi de wet van 11 Mei i'. !2, waardoor het kos teloos pensioen' van 05 frank werd verleend aan al do behoeftige belgen geboren in de jaren IS 16 47-48, op voorwarrde eene stor ting tan minstens 18 frank in de Lijfrentkas gedaan te hebben, dewelke 18 frank ineens nwchien gestort worden. Om reden van de moeilijkheden door den langen oorlog veroorzaakt, waren vele nood lijdende ouderlingen die bun recht op hel ouderdomspensioen niet konden doen gelden Daarom heeft de wet van 17 Juni 1919 het kosteloos pensioen van 65 IV. toegestaan aan al i'e behoeftige Belgen geboren van 1843 tot 1848 en van 1 Januari 1849 tot 31 December 1854, zondop eeiugen stortingsplicht. Krachtens deze nieuwe pensioenwet kun nen alle noodlijdende personen het ouder domspensioen trekken, mits de volgende voorwaarden te vervullen 1)"*Belg zijn door geboorte, of door inbur gering. of uit Israelite eenor wet 2) ten minste sedert óónjaar zijne verblijf plaats in België hebben. 3) ten minste 65 jaar oud zijn. Deze ouderdomsvoorwaarden is vervuld door alwie geboren is gedurende het jaar 1854, of in een der vorige jaren; deze die in 4854 geboren zijn, hebben hun 65 jaar be reikt in den loop van bet huidig jaar 1919, t-n mogen dit jaar nog hun pensioen aanvra gen voor te naaste jaarte trekken in 1920. Defc van 1853 mochten de eerste maal bel pensioen ontvangen in 1919; deze van 1852 in 1918,cn alzoo altijd hooger op, zoodat ge durende do oorlogsjaren, de personen gebo ren in 1848-49-50-51 en 52 hun pensioenjaar bereikt hebben in 1914-15 16-17-48. Dc ouderlingen geboren in 1818 tot 1852, •die gedurende een dezer vijf oorlogsjaren den fereischlcn ouderdom bereikend, in de on mogelijkheid waren hunne aanvraag tot het Sekomen van hun pensioen in te dienen, mogen nu nog die achterstallige pensioenen der oorlogsjaren aanvragen. Deze aanvraag moet aanstonds, vóór het einde van dit jaar nog ingediend worden. A) in nood verkeeren. Deze vier voorwaarden moeten reeds ver vuld zijn voor 1 Januari van het jaar waar voor liet pensioen van 65 frank aangevraagd wordt. De storting van 18 frank is niet meer ver ei- r t voor alwic geboren is voor 1 Januari 1853, krachtens de nieuwe wet van 17 Juni 1919. Onder deze vier voorwaarden door do wet vet'eischl voor het bekomen van liet kosteloos ouderdomspensioen, is de laatste in nood verkeeren de eenigsto die moeilijkheden verwekt, en aan talrijke ouderlingen den weg naar het pensioen onmeedoogend afsnijdt Men moet m nood verkeeren, niet in woor den, maar in werkelijkheid; en die nood moet door bewijzen gestaafd worden. Vele ouderlingen, die vóór den oorloj geenszins in nood verkeerden, en dus alsdan geen aanspraak op het pensioen konden ma ken, zijn hedendaags, uit oorzaak van den oorlog, o! uit reden van den oorlog, of" uit EERSTE HOOFDSTUK. Als in cm verborgen schuilhoek, midden in het woud, la;,r nabij de machtige republiek Florence, de armoedige herberg De Zwarte Boeren. Op een klein zolderkamertje stun- den tw ee ru w houten ledikantjes uaast elkan der, waarin een stroozak lot bed diende, ter wijl een versleten wollen deken het eenige dek uitmaakte. Twee kinderen rustten op het harde leger. Zij teklen ongeveer vijf a zes jaren Bet knaapje, was donker van haar en had zwarte oogen, hei andere een meisje was blond. Het waren de kinderen van den waard Lorcnu'a, eene oude tante, dio reeds lang dc moederplaats bij die kleinen innam, had hen juist naar bed gebracht. Dc frissehe voorjaarslucht waaide mild door de kleine ronde openingen, die boven aan den muur, in de plaats van vensters waren aangebracht. Getemperd door het groen der hooge hoo rnen wierp de maan haar licht naar binnen en bestraalde een kunstloos, maar kleurenrijk geschilderd beeld dcrH.MoederGods.dat tegenover de beeldjes, gunstig voorkwam op den berookten muur. Als met een uitdrukking van weemoed zag ket oog der Hemelkoningin reder op die twee, reine schuldekioze wezens, wien slechts ondeugd en boosheid wachtten want het vaderlijk dak was bekend voor een vergader- reden der huidige buitengewone levensduur te, werkelijk in nood geraakt, en hebben daardoor volle recht verkregeu tot het beko men van het kosteloos pensioen van 65 frs. Die ouderlingen moeten hun recht doen gel den, en zich aanstonds, zonder uitstel, in alle geval voor het einde van het loopend jaar voor 31 December, naar hun gemeentebe stuur wenden om hunnen nood te doen be- statigen, en hunne aanvraag tot het pensioen in te dienen. Tn ieder gemeente bestaat er eene Lijf- rentgildc waar alle belanghebbende personen de noodige inlichtingen kunnen bekomen, alsook alle hulp en bijstand, alle raad en uitleg betrekkelijk al hetgene noodig is om zich in regel te stellen tot het bekomen van hun pensioen. Het bestuur der Lijfrentgilde zal aan ieder aanvrager met hand en vinger den rechtalen cn besten weg nopens de pen sioenzaken aanwijzen. De behoeftige ouderlingen die binst de oorlogsjaren hunne aanvraag lot het pensioen niet konden indienen, en alzoo hun pensioen gedurende die jaren niet getrokken hebben, kunnen nu nog hun recht op die vcrloopen pensioenjaren doen gelden deze achterstal lige pensioenen moeten hun ook uitbetaald worden. Zelfs, indien dc persoon die recht had op het pensioen gedurende de oorlogsjaren, en deze pensioengelden nog niet ontvangen heeft, reeds overleden is, zijne wettige erf genamen kunnen die achterstallige pensioe- neu nog ontvangen. Ziehier den tekst van artikel 2 van de pen sioenwet van 17 Juni 1919 Bij overlijden van de pensioentrekken- den worden de achterstallen, welke hun gedurende de oorlogsjaren verschuldigd waren, betaald aan den overlevenden echt genoot of aan dc kinderen, kleinkinderen alle andere personen, bij wie de pensioen- trekkende de laatste zes maanden van zijn leven doorbracht. De pensioenen die de overledene rechtheb ber niet ontvangen heeft gedurende de oor logsjaren, kunnen dus uitbetaald worden aan zijne erfgenamen, dewelke hun recht daartoe moeten doen geiden. De noodi e inlichtingen cn de ve.reischte pleegvormen kunnen de be langhebbenden gcreedelijk bekomen bij de Lijfrentgilde hunner gemeente, en ook bij hun gemeentebestuur. Men weet dat ons katholiek Staatsbestuur den 8 Mei 1914 eene wet in dc Kamer heeft doen stemmen waardoor het kosteloos pen sioen van 65 fr gebracht werd op 120 frank 's jaars. Uit oorzaak der dwarsdrijverij cn der tegenwerking der blauwe en ronde schreeu wers geraakte deze wet niet eerder gesterad in de Kamers. In dc maand November 1914 moest deze wet door den Senaat besproken en gesterad worden doch intusschen brak de oorlog los het pensioen van 120 fr. viel in het water, cn alzoo is het ouderdomspen sioen gebleven zooals het vroeger in voogé was, namelijk aan 63 fr. Het is te hopen dat dit pensioen weldra merkelijk zal verhoogd worden, want 65 frank zijn natuurlijk, in de moeilijke tijden die we beleven, een somme- ken dat nog niet eens goed mag bekeken worden of hel is al op. 't Was vroeger al zoo weinig en, juist daarom, wilde de katholieke regeering er verbetering aan brengen. Dat het Parlement dan ook maar wat minder politiek bombast u«?n den dag 'egge en wat meer ievero om onze brave ouderlingen hunne laatste levens jaren te verzachten. Zoo zal er goed werk verricht worden c*n zal men het bewijs leve ren dat de goede lessen, door de katholieke regeering gegeven, nog altijd vruchten dra gen tot heil van het land en van onze behoef tige bevolking. Een nieuw ministerie in België Het schijnt dat er ernstige onderhandelin gen gaande zijn om een nieuw ministerie op te richten dat van het Nationaal Herstel dat reeds gedurende den oorlog in den Ha ver bestond. Dit ministerie zou heel den dienst van de verwoeste streken zoowel voor Vlaanderen als voor liet Walenland in zich bevatten. Naar het schijnt zou den Koning dit gedacht zijn bijgetreden. Een ministerie van heropbouw in Ouitsohland De Duitscbe regeering heeft een ministerie van heropbouw gesticht, niet van natonalen heropbouw, maar van herstelling der ver woeste2 Gewesten van België en Noord-Frank rijk. Men weet dat het vredesverdrag de Duitsohers verplicht mede te werken aan de heropbouw der streken die zij verwoest heb ben. Dit ministerie bevat ook eene .bijzondere afdeelmg die gelast is met de likwidatievan de Duitsche goederen m den vreemde. An dere afdeelingen hebben de financieele, ar beidskundige en rechtskundigekwesties van den heropbouw in hunne bevoegdheid. DE ONTPLOFFING BIJ WILHELMSNAFEN 20 DOODEN, 60 GEWONDEN. Over do grooto ontploffing te Mariensiel, bij Wilhelnflshafen wordt nog gemeldin het artilleriedepot waren marinesoldaten bezig granaten te ontladen. Op een tot nu toe on bekende wijze fs een granaat ontploft. Door deze ontploffing werd eene gcheeie reeks andere ontploffingen veroorzaakt, met het gevolg dat de geheel e munitiedepot van Mariensiel in de lucht vloog. Er is een enorme schade. Tot nu toe wer don 20 dooden cn ongeveer gewonden van onder de puinhoopen gehaald Een groot aan tal huizen v .3 de omgeving van Mariensiel en zelfs te V. ilhehnsha/en. dat een uur van •1e plaats van «Iq ramp gelegen is, zijn zeer zwaar beschadigd Dntaemlen kardoezen die werden in de lucht geslingerd, liggen overal verspreid. Oók in. de verschillende andere omliggende gemeenten deed zich do ontplof fing gevoelen. Het spoorwegverkeer tusschen Sande en Wilhelmshafen moest gedurende geruimen tijd stop gezet worden, aangezien een ge deelte van dc reis moest stop gezet worden aangezien een gedeelte van de rails uit den grond was gerukt. Het telegraaf en telefoon verkeer werd ook gestremd. Hoe dc ontploffing juist ontstaan is zal moeilijk vast te stellen zijn, daar de meeste personen die bij (ld ontploffing tegenwoordig waren gedood zijn. Tc Mariensiel is geen huis gebleven. Verschillende burgers zijn ook-gedood. Een man is het hoofd van het lichaam gerukt. De gemeente Mariensiel is zonder licht. C00 soldaten en 100 hospitaalsoldaten zijn naar de plaats van de ramp vertrokken. DE ONDERHANDELINGEN VAN DONDERDAG. Donderdag morgend om 10 ure, hadden de afgevaardigden der patroons en der werk lieden eene samenkomst in het stadhuis van Charleroi. De tien afgevaardigden der patroons wer den aangevoerd door M. Soupart; de tien afgevaardigden der mijnwerkers door M. Fa lony, volksvertegenwoordiger. De vergadering werd voorgezeten door M. Libotte, bestuurder van het mijnkorps, ver tegenwoordiger van den minister van nijver heid en arbeid. M. Gyssens, mijningenieur was selcretaris. De vergadering was zeer woelig. Een der werkliedenafgevaardigden riep dat de loons verhooging moest toegestaan worden, zelfs indien de winst van het kapitaal op nul daal de De bespreking liep hoofdzakelijk over het punt dat de prijs der kolen zou moetc-n ver hoogd worden, in evenredigheid met de ver hooping van het loon aan de mijnwerkers toe te staan. Van den anderen kant hebben de stakers erin toegestemd, dat bijaldien men heden nog niet 't akkoord kwam, de stokers en do machinisten zouden werken om de pompen in werking te houden. *s Namiddags werd eene nieuwe vergade ring gehouden. plaats van struikroovers en ofschoon men Filippo, den waard, hoogstens voor kleine vergrijpen had kunnen vatten, zoo was hei toch algemeen bekend, jdat in zijn huis, me nige donkere daad tot rijpheid kwam en menig geheim verborgen was, dat wel rede had, om het daglicht te schuwen. Filippo slaapt gij al vroeg het kleine meisje zachtjes aan haar broertje. Neen, Giulia, ik hen wakker, luidde het antwoord uit het bedje van den knaap. Zijt gij bang, Giulia Ach ja. Fiüppo, ik ben altijd bang, als ik beneden, die mannen, die 's nachts stil letjes in huis komen, zoo hoor zin un en vloe ken. Filippo, dat zijn zeker slechte menschen die niet gelooven aan God en aan de H. Maria. De oogen van den knaap glinsterden in het vroeg ontluikend bewustzijn van manne lijke kracht. Als ik maar eens groot en sterk ben, Giulia, fluisterde hij zijn zusje toe, dan koop ik een zwaard, en jaag en allen weg. Dan kunnen zij mijn Giulintje niet meer bang ma ken. Vindt gij dat niet goed, Giulia Ach,/.ij /ouden u vermoorden, Filippo, zeide het meisje angstig, neen, Iaat die slechte mannen dan maar leven maken, wij slapen er toch doorheen. Misschien komen zij van daag niet l Ja wel, Giulia, zij komen wel, zeide de knaap. Die eene. voor wien :ilie andere bui gen, en die zij Savello noemen, heeft zich van middag bij vader verborgen en luister, ik hoor hem al beneden. Inderdaad drong een dof rumoer uit de serberg door do dunne vloer van het slaap kamertje. Het was alsof er zware stoelen ee- «ven en glazen met veel geweld neergezet •rden. De knaap richtte zich in zijn bedje op hij scheen koortsachtig opgewonden te zijn Giulia, zeide hij, ik ga opstaan en beneden luisteren Neen Filippo, doe dat niet, laat mij niet alleen zeide zij, terwijl tranen van angst haar in de oogen stonden. Zij zullen u kwaad doen en slaan. Filippo, wij hebben het avondrrehodje nog niet opgezegd, dat onze good* tanie Lorcrga ons geleerd berfi. Kom. Filippo, Iaat ons bidden En in haar bedje nedcrknjelend, vouwde hot meisje de handjes samen, richtte den blik naar het Moeder Godsbeeld en sprak halfluid een schoon schietgebed. Half onwillig had de knaap eveneens de handjes gevouwen en halfluid de kinderlijki bede van zijn zusje medegesproken doel' het laatste vers was nog niet ten einde, toen het beneden in de herberg luidruchtiger werd woeste onbeschaafde stemmer, meng den zich door elkander. De jood verzette zich, en gij hebt hem den hals niet omgedraaid klonk hel uit ccne ruwe mannenkeel. He Giuseppe Een wild gelach was het antwoord. Dit. mes mag voor mij spreken. Hetnog rood. Maar ik zal het weggooien, wan. i* niet eerlijk meer er kleeft jodenbloed aan. Maa. ik heb er toch dit halssieraad aan te danken, mans Men is evenwel uiteengegaan zonder 't ak koord geraakt te zijn. Vrijdag zou eene nieuwe samenkomst plaats hebben. De patroons hebben aan M. Delacroix een schrijven gericht, waarin zij toestemmen in de herinrichting der gemengde Kommissie van patroons en mijnwerkers, tevens bepa lende dat de afgevaardigden der patroons, volmacht zouden hebben om alle geschillen te regelen. Er wordt ook voor (lit jaar als duurtetoe- slag aan de gepensionneerde mijnwerkers 360 fr. en aan de weduwen der mijnwerkers 180 fr. toegestaan. DE ALQEMEENE TOESTAND. De algemeene toestand is voor het oogen- blik als volgtduurt de staking in (le kom van Charleroi tot Zondag, dan zullen ook de andere kolenbekkens van België wellicht in staking gaan. Zulks ware eene ramp waarvan de, uit gestrektheid niet te overzien is. HARDE WAARHEDEN. Een persoon uit do streek van Charleroi heel goed op de hoogte van do toestanden aldaar, zegde gisteren, bij een bezoek aan de hoofdstad, aan een Brussclscli dagblad schrijver Achter die rampvolle werkstaking ziet men heel duidelijk de handen van èenige bolchevisten, betaald voor het voeren hunner akelige propaganda. Wie weet komt 't geld nog niet uit Duitschland f «*t Is voor niemand een geheim dat het meerendeel der mijnwerkers niet beter vra gen dan aan den arbeid te mogen blijven. Overigens ze stoppen zulks niet weg. Het ordewoord komt van zekere syndicaten, wel ker leiders verbieden dat men zelfs de ontbeerlijke onderhoudswerken uitvoere. Ze willen dat de koolmijnen onder water loo- pen; zij verheugen zich in de gedachte dat geen enkel Belgisch mijnwerker nog zou kun nen arbeiden in lange maanden. Zonder eeni gen twijfel zullen we dan den propagan dist, door de vreemdelingen betaald, terug zien te voorschijn komen en wel om de ar beiders aan te werven voor de koolmijnen in vreemde landen. Daar zit heel de zaak. In een land dat zou bestuurd zijn door eene eenvormige en sterke regeering, zou men alras de twee dozijnen bolchevisten, die een zoo rampzalig spel spelen, in 't droge gedraaid hebben. Maar helaas.! hoe dergelijk gebaar van wilskracht verhopen van wege een minister van justicle, die de openbare meening ln 't gelaat sloeg met te Antwer pen in persoon eene bolchevistische meeting te gaan bijwonen??? Daar waar we een Clemenceau noodig hebben om een anarchie te verdooven waar door heel de wereld kan lijden, en dc werk lieden eerst van al, hebben we ongelukkig lijk niemand anders dan den gewezen voor zitter van de «INTERNATIONALE». Die man wil er kost wat kost opnieuw voorzitter van worden en bijgevolg is hij de vrij willigen slaaf van hen die hem moeten kiezen.» «'t Is hard maar 't is geen zier overdreven? EEN JAMMERLIJK GEVOLG. In de mijnen van Trieu-Kaisin. heeft men de gaanderijen beneden de 1000 meters moe ten laten onder water loopen, daar er instor tingen to vreezen waren en de stakers wei gerden de herstellingen te doen. billing van Donderdag 18 December Voorzitterschap van M. Brunet. De algemeene politiek der regeoring De bespreking over de interpellatie van M. Devëze wordt voortgezet. M. HUBIN is van oordeel dat de ministe- rieele verklaring te ruim is en dat het eene illusie zou wezen te denken dat heel dit program kan verwezenlijk worden. De Kamer heeft vooral ten doel de her ziening der grondwet te verwezenlijken. Wat betreft de afschaffing van art. 340 denkt spreker dat het wel mogelijk moet zijn een tekst te vinden, die de algeheele vrijheid waarborgt. De arbeidende klas mag in geen geest van onverdraagzaamheid opgevoed worden. Dat komt ervan de kinderen in verschillige scho len op te vocden.Zij leert haat gevoelen. M. DUY9TERS. Spreekt ge van de gemeentescholen. M. WINANDY. 't Zijn de gevolgen uwer politiek. Wie biedt er op Dit gezegde vond algemeen bijval. Heer lijk, prachtig, klonk het verward. Giulia, nu ga ik toch even heen zeide de knaap en hij Itwara andermaal overeind. Filippo, lieve Filippo, zal ik u het zeer schoone sprookje vertellen, dat tante mij ••eeft geleerd Dit was het laatste reddings anker, aan hetwelk het meisje zich vastklem de, om haar broertje van zijn besluit af te brengen. En het gelukte haar. Een sprookje vroeg Filippo nieuws gierig, terwijl hij het dek opnieuw over zich heen trok. Ja, luister dan Het sprookje heet: Dc drie sterren. Er was eens een oude, vrome vader, die drie zonen had. Toen hij ziek werd, en voelde dat hij ging sterven.... Schurk, diesteenen zijn valsch Geef mij mijn geld terug schreeuwde men in de her- lia hoort gij niets De stem van den tviiaap werd zwakkerwaarschijnlijk begon de vermoeienis hare rechten u doen gelden. Hoor verder, Filippo, toen riep hij zijne drie zonpn en zei-' >t hen Ik laat u uw eigen weg gaan icuer tracht den beste te verkiezen en God zegene u Daarna legde hij zich neder en stierf. Toen de zonen hem nu begraven hadden... Help, hij brengt mij om riep men be neden. Steek hem het mes door de ribben, voor zijne bedriegerij. Vrede, kameraden, in naam des hoofd- ('t Vervolgt). M. BOLOGNE. Gij ..wil spreker niet verstaan. M. HUBIN wenscht M. Van Cauwelaert geluk met zijne verklaringen opzichtens Je frontpartij. Indien M. Van Cauwelaert altijd zulke houding had aangenomen zou er nooit een onaangenaam woord tegen zijn uitge sproken. M. TSCHOFFEN. Zeer juist. M. DUYSTERS. Maar hij is nooit ver anderd. H. HUBIN. Dan hebben wij hem niet begrepen en wij zijn gelukkig het allen eens te zijn, om niets te doen noch rechtstreeksch, noch on rechtstreeksch, wat liet land kan ver- deelen. Spreker zegt dat er geen Vlaamsch blok kan zijn dat andere Vlamingen kan beletten eeu Fransch onderwijs te verkiezen; de per soonlijke vrijheid boven alles. (Zeer wel). M. Hubin eindigt met een bongenootschap tusschen Belgie en Frankrijk aan te bevelen. M. WOESTE. Men heeft het hier gezegd dat de katholieke partij, in de laatste verkiezingen, eene nederlaag geleden heeft. En dat is zóó. Voor de kiexingen heeft de Rechterzijde herhaaldelijk beraadslaagd, cn ik heb haar verwittigd dat zij naar de neder laag ging. En de redens, de oorzaken ervan? Die zijn talrijk. Zij zijn ontslaan uit oorlogs omstandigheden, uit de samenstelling van het zoogezegd ministerie van nationale een dracht, uit de algemeene misnoegdheid der menigten. Het was inderdaad te midden van eene steeds klimmende ontevredenheid dat de kiezingen plaats hadden. Men was mis noegd op de regeering cn daar M. Dela croix, eerste minister, bij algemeene be kendheid tot de katholieke partij be hoort, werd gansch de Rechterzijde, werd de katholieke partij verantwoordelijk gesteld voor daden waaraan zij geene schuld had. De openbare meening was misleid. (Hevige tegenspraak links). In den kiesstrijd woonde men zonderlinge tooneelenbij.Men zag ministers in het Maison du Peuple propaganda maken voor de socia listische kandidaten, beloovend dat het gouvernement het socialistisch programma zou verwezend ijkt hebben. Het kiezerskorps was verbijsterd en alle juiste richting kwijt. Wij ondergingen dc gevolgen ervan, alhoewel onverdiend, omdat wij voor de kiezingen de meerderheid, de ongemakken van eene minderheid gekend hadden, tengevolge van de samenstelling van het ministerie. Men werd gelalen in het lot. Maar dat is nu veranderd Mijne vrien den beginnen klaar te zien. Onze plicht is de aktie. Langer werkeloos zullen wij niet blijven. Slechts een kleine groep der rechterzijde is 't akkoord met het gouvernement, tiet wordt tijd een duidelijk politieke le voeren. M. LEVIE. Gij spreekt in uw persoon lijken naam. M. WOESTE. Ik spreek in naam van een groot getal mijner vrienden en van mij zei ven. M. DEVEZE. 't Is te zien wat gij nog vertegenwoordigt. M. DUYSTERS. De groote meerder heid der rechterzijde. M. LEVIE. Wij zullen zien. De toe komst zal oordeelen. M. WOESTE. Ik spreek in den naam der katholieken die de linkerzijde niet steun den. Het land zal ons oordeelen. In de werking zullen wij sterk zijn. De geschiedenis zal zich herhalen. Het land zal terug tot ons komen. Het zal zijne dwaling spoedig in/ien. Wij gelooven in de lessen van de geschiedenis. En deze lessen leeren ons dat in 1843, 1857, 1863 en zoo tot 1879 na de minderheid gekend le hebben, de katholieke partij steeds terug de meerderheid in het Parlement geworden is. Dat komt omdat wij dc partij zijn van orde, ware verdraagzaamheid cn vrijheid. (Ovatie rechts. Tegenspraak cn geroep links). Wij zijn partijgangers van de vrijheid van den handel, van desyndikale vrijheid. (Tocj. rechts). En of zulks M. Lcvie bevalt of niet, wij zullen dat oud programma blijven verdedi gen. Ja, wij zijn altijd de vrienden en de verde digers van de vrijheid geweest en zijn dat nog. Het waren de vrienden van M. Devèze die den godsdienstoorlog in ons land hebben doen losbranden en die nog altijd dreigen met een aanslag op de schoolvrij heid. (linkt rumoer). M. Destrée heeft verklaard dat de heilige eendracht dood is en vervangen is door de demokrotisehe eendracht. De socialistische linkerzijde beweert dc demokratie in pacht te hebben. Vraagt men aan een liberaal of hij demokraat, is en hy zal bevestigend antwoorden. En dezelfde vraa? aan ieder lid der rechterzijde gesteld, zou een even bevestigend antwoord krijgen. Maar aan de rechterzijde is het gemeend. De ware arbeidsbelangen vonden bij de katholie ken altijd overtuigde verdedigers. (Hevige tegenspraak op de social, en lib. banken).De rechterzijde blijft in harmonie met den nieuwe tiid. die deze der demokratie is.En ik zelf, ik ben demokraat. (Langdung gelach en algemeen handgeklap)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1919 | | pagina 1