ANDRIES, DE SAVOrAARF
DE KAMER
Zittingen van Dinsdag 9 Maart
dforgendtitling geopend om 10 ure, ow\r
voorzitterschap van M. Carton de Wiurt.
De ondervraging Hubin.
M. HELLEPUTTE. Vervolgt zijne rede
over de interpolatie tan M. Hubin betrekke
lijk de activistische en orangisliscbe propa
ganda.
Spreker begint met te wijzen op de onder
richtingen welke de Duitsehe legerhoofden
gaten aan hunne soldaten, ten einde de ver
deeldheid in België in de hand te werken en
de sympathie der Vlamingen te wekken, op
dat Belgie's annexatie bij Duitschland mo-
gelijk zou worden.
Maar M. Piërard heelt willen bewijzen dat
er nog orangisten zijn in Belgie,
Die zijn dood.
Daarna licht spreker zijne onderbreking
van Donderdag toe die onderbreking is
in de a Annales Parlementaires» weggelaten,
ïoo niet verknoeid. De intelluctaeeien van
Vlaanderen hebben steeds het Dietscb, de
volkstaal vera ebt. Cuylils zégde dat hel
Vlaamsch maar goed was voorde kroeg. He-
den vragen Viaamsche elleclueelen, dat het
Vlaamsch boven het Fansch zou staan. An
derzijds zegt men dat het Nederlandsch gaal
sterven. De twist duurt dus voort.
Spreker roept het gezag tan geleerden uil
de XVIe eeuw in om vast te stellen dat de
heer Pircne ongelijk had wanneer hij schreef
itei Vkrenticren altijd tweetalig is geweest.
Daarna doel de heer Helleputte het ver
schil uitschijnen tusschen de Viaamsche rech
terzijde en de l'rontpartij. De frontpartij telt
socialisten, liberalen en katholieken, terwijl
de Viaamsche rechterzijde slechts katholiek
is.
Deze is ook geec-e aanhanger van de be
stuurlijke scheiding. Verder wii zij ook geen
zelfbestuur zooals de frontpartij en zekere le
den van links, zooals voor den oorlog sena
tor Dupont en de heer Destrée. Wij willen,
zegt de heer Destrée, de scheiding noch in
ecne noch in twee akten. Op dat standpunt
zijn we radikaal absoluut en onverzoenlijk.
Wij zijn tegen het federalism. Door de eeu
wen heen zijn onze Viaamsche en Waalsche
gewesten altijd vereenigd geweest zonder
onderscheid van taal. Het federalism is er op
eit ons onafhankelijk bestaan te vernielen en
ons bestaan in gevaar ic brengen. Wanneer
bet federalism zou zegevieren zou Belgie niet
flicor bestaan.
üjpreker 3s van oordeel dat de frontparlrj
ïich daaromtrent geene begoochelingen
maakt.
Hij klaagt cr over dal de front partij can
didaten gesteld heeft tegen deze van het
Vlaamsch Katkoliek Verbond. Daar waar
geene candidaten gesteld waren, heeft de
ïrontpartrj de candidaten van rechts bestre
den, Dit was het geval te Thielt.
Spreker beweert dat flaminganten voor de
frontpailij gestemd hebben, omdat zij radi-
kaler is den het VI. K. V., doch de front-
partij kan niets.
M. TROCLET. Zij zijn onbehendig.
M,. HELLEPUTTE. De frontpariij streelt
te vergeefs naar de scheiding die de dood
van Btl-ie zou zijn. Zij zal nimmer haar
deel bereiken.
De Belgische regeering van Havre is meer
maals tusschen gekomen in zake taalkwestie.
Alle leden van rechts hebben die maatrege
len goedgekeurd.
Daarna /erdedigt de heer Hellepulle M.
Van Cauwelaert.
De redenaar antwoordt vervolgens aan M.
Hubin die gesproken heeft van eene geheime
Inrichting aan hel front. Ik heb daar van
nooit hooien spreken. Er waren studiekrin-
fen aan 't front, ingericht zoowel voor de
laamsche als voor de Waalsche soldalen.
Zekeren dag werden deze studiekringen al-
geschaft.
M. K. HUYSMANS. Door wie
M. HELLEPUTTE Door de militaire
overheid.
M.K. HUYSMANS. Door den minister
van oorlog dus
M. HELLEPUTTE. Waarschijnlijk.
M. TROCLET. En M. Helleputle die
toen deel uitmaakte van liet gouvernement
hoeft gezwegen.
5* VERVOLG.
Nauwelijks was ik begonnen te spreken,
o! ik las in de oogen van den waterdrager
het belang, dat hij in mijn verhaal stelde.
Toen ik geëindigd had, streek bij met zijne
hand over dc oogen, en zag mij nog eens
oplettend aan.
Hebt gij mg de zuivere waarheid gezegd,
kleine jongen I
O ja, Mijnheer nooit zal ik iemand
eene logen wijsmaken. Ik heb het moeder bij
mijn vertrek moeten beloven.
En wat zijl gij voornemens dezen mor
gen tc doen
Mijn broertje op te zoeken ik moet
hem inden.
Dat gaal zoo gemakkelijk niet, als gij
u wel verbeeldt. Parijs is zulk eene groote
stad En in welk gedeelte hebt gij uw broe-
der verloren
Goede Hemel l Ik weet het niet, Mijn
heerHet.wjfc op een groot plein, waar
rondom huizen waren.
Nu ja, maar dit geelt slechts weinig
licht.
Zou ik, dei kt gij-, mijn broertje niet
wedervinden, Mgnheer
Het kan ten minste lang duren en ter
wijl gij uw broeder zoekt, kunt gij niet
werken. Zijl gij van geld voorzien
Neen waarlijk niet, Mijnheer maar ik
ken zeer wel tevreden.
Tevreden Waarom l
M. HELLEPUTTE, Ge weet wel dat het
tegen het gebruik is dat t? openbaar gemaakt
wordt wat er in den ministerraad omgaaf.
M. PIERARD. Er was eene noodlot
tige propaganda aan 't front ingericht.
M. HELLEPUTTE. Door wie Door de
Vlaming? i
M. PIERARD. Door de Duitschers
(Uitroepen rechts.)
De h. HELLEPUTTE. - Ik ben blij over
deze onderbreking. Het gaat hier om denser
vin het Belgisch legéi'. (Zeer wel op vele
banken). Ik zeg dat onze soldaten zich nooit
door vijandelijke propaganda lieten beïnvloe
den. (Zeer wel op vele bonken).
De b. PIERARD. Er waren toch eenige
De Schaepdrijvers
RECHTS. Deserteurs komen immers
in elk leger voor 1
M. HELLEPUTTE. M. Hubin had bij
gevolg ongelijk toen hij onze Viaamsche sol
daten verdacht maakte, en hij had ook onge
lijk toen hij priester Beernaerts aanviel, die,
volgens hem, aan 't front Bonden van het H.
Hart ingericht had. De militaire veiligheid
moetM. Hubin in dwaling gebracht hebben
want die heeft nog ander gekheden begaan.
M. Hubin schijnt niet te weten dal er lang
voor den oorlog overal in België Bonden van
het H. Hart bestonden.
M. VAN CAUWELAERT. Er waren er
ook in hei Fransche leger.
M. HELLEPUTTE. Maar zeker. Wat
mij betreft, ik betreur dal priester Beernaerts
het verwijl van M. Hubin niet verdiend
heeft, en dat hij geene Bonden van het H.
Hart aan het front stichtte.
M. Hubin heeft ook laten verstaan dat er
eene verstandhouding bestond tusschen de
aktfvTslen van bet bezette gebied en de solda
ten aan het front. Welnu wat deze bewering
den bodem inslaat is dat er nooit, aan het
front, tusschen Viaamsche en Waalsche sol
daten hel minste misverstand ontstaan is,
beiden hebben als helden weerstand geboden
en als leeuwen gevochten,
Er waren aan 't front 80 tol 8B ten honderd
Viaamsche soldaten. Reeds, in vredestijd,
waren er in het leger 07 t. h. Vlamingen,
voor 33 t. h. Walen.
Dat er meer Vlamingen dan Walen aan het
front waren, kwam voort uit de bijzondere
omstandigheden onder andere dc Duitsehe
bezetting van Wallonië voor deze van Vlaan
deren.
De vaderlandsliefde van de Waalsche pro
vincies is te bewonderen en te waardeeren,
zooals deze van de Viaamsche gouwen.
Er waren Viaamsche grieven aan 't front.
Men kon geen korporaal worden zonder
Fransch Men ging zoo ver zekere opschrif
ten op de gralkruiskens te verbieden. Op ze
ker oogenblik werd het zelfs verboden de
Viaamsche Leeuw lezingen het lied van
den eersten oorlogsdag, onder de muren van
Luik, den vijanddonderend in de ooren klonk,
Zekeren dag zonden soldaten bij de begra
fenis van een gesneuvelden makker, een
kroon met Vlaamsch opschrift. En er werden
daartegen maatregelen genomen J
M. Hubin. Door wie
M. HELLEPUTTE. Door de officiers
van dienst.
M. I1UB1N. Die dat gedaan hebben zijn
volmaakte - imbéciles
M. HELLEPUTrE. Er is niets ge
meens, tusschen de katholieken en de front
partij. Hadde men zoo lang niet gewacht, de
Vlamingen voldoening te geven, de front-
partij zou nooit bestaan hebben eo er zouden
nooit aktivisten geweest zijn.
Ik vertrouw evenwel in de toekomst, omdat
de Viaamsche zaak eerlijk is, en omdat de
Vlamingen zoo taai en passief zijn. Zij ver
dragen reeds negentig jaar een regiem die de
Walen geen jaar zouden geduld hebben. De
Viaamsche zaak zal zegevieren, omdat zij
geen inbreuk maakt op de rechten onzer
Waalsche landgenooten. Deze overwinning
is nakend. Zij kan verwezenlijkt worden in
rust en vrede, indien, zooals ik het hoop, de
Taalcommissie de kwestie in een geest van
eendracht en vaderlandsliefde aan de Kamer
voorstellen zal.
België heeft reeds veel stormen doorstaan
en vele politieke, economische en maatschap
pelijke kris ssen, doch telkens is liet land
grooler in de oogen der wereld eruit gekomen.
Omdat wij nog zeven stuivers over
hadden, en die heeft mijn broertje ten minste.
De waterdrager streek nog eens met zijne
hand over de oogen, en tikte mij vervolgens
op de wangen.
Hoor eens zeide hij, gij zijt een brave
jongen gij zijt zeer bezorgd over uw broe
der. Maar troost u, mijn klein mannetje!
Gij moet niet altoos zoo huilen dal baat
tocb niets. Gij hebt zeker nog niet ontbeten
en zult wel honger hebben
Ja, Mijnheer, want ik heb nog niets
geproefd, sedert gisteren drie ure. Maar ik
zal heengaan en door al de straten roepen
dan zal ik werk krijgen en daarna zal ik
Nu ja gij meent, dal gij een schoor
steen zult vinden, juist als gij er noodig hebt
Maar, mijn arme jongen! er is een drom-
melsche hoop schoorsteenvegers in de stad,
en roet uwe leege maag zult gij niet eens in
staat zijn om overluid te roepen. Kom, kom
bij mij bovenhet is pas half zes, en voor
een enkelen keer mogen zijne klanten wel
wat wachten.
Met deze woord n ontdeed de goedhartige
man zich van zijne emmers, die hij in een
hoek van den gang liet staan, en een trap
opklimmende, gal hij mij een teeken om hem
te volgen. Ik klauterde hem na de trap was
vrij nauw, en slecht verlicht maar ik hield
mij aan de leuning vast. Wij bleven voort-
klimmen, totdat wij aan den top van het huis
gekomen waren, en toen wij niet hooger kon
den, bleef mijn geleider staan, klopte aan
eene deur, en riep
Mandie Manelte 1 kom, haast u wat 1
LUIM IfWygaMii J: Pjfrbfafl
Wij betrouwen op God en wij zullen in
orde en mat, de vrijheid aan het volk en de
onafhankelijkheid en de eenheid aan ons
Vaderland weten te verzekeren. (Ovatie)
M. TROCLET is van oordeel, dat het
flamingantisme thans door de front par tij ster
ker is dan ooit. Het wetsvoorstel Pussemier
Doms, vierlien dagetvgeleden ingediend, tal
de bestuurlijke scheiding na zich slepen. Het
js eene herhaling der Hoilnndsche wet van
1822,
In 1915 was ik in Holland en te Bussurfl
werd eene manifestatie ter eere van den
Gulden Sporenslag gevierd waar men Groot-
Nederland toejuichte.
Spreker citeert Hollandsche professoren
en schrijvers, die de annexatie van Vlaan
deren bij Holland voorstaan. Wij zijn onge
rust over dc richting van de Viaamsche
beweging, die steun zoekt bij Holland en in
andere vreemde landen. (Uitroep, rechts).
Spreker vraagt of M., Huysmans geen aan
hanger is van net inlernalionaliseeren van de
Viaamsche kwestie.
M. HUYSMANS. In het geheel niet. Ik
ben slechts aanhanger van dien maatregel
wanneer een algemeene maatregel voor alle
volkeren genomen werd.
M. TROCLET. Als francophiel ben ik
aanhanger van een onafhankelijk en vrij
België, dat niet bij Frankrijk mag ingelijfd
worden. Nochtans acht ik liet my een plicht
do Vlamingen de waarschuwen dat zij op
een gevaarlijke helling zijn. Spreker sluit
zijne rede met een beroep te doen op de
nationale eenhéid van alle Belgen. (Zeer
goed.)
De vergadering wordfte 12 ure 50 minut.
gesloten.
Namiddag zitting geopend om i 3l4 we,
onder voorzitterschap van M. Biunet.
Voortzetting der bespreking
M. MA ES loochen' een aelivist te zijn. Hij
heeft nooit de Duitschers gediend en beweert
steeds een goed vaderlander geweest te zijn,
zelfs medegeholpen te hebben aan spioenee-
ring. Dan legt hij uit, hoe de frontpartij ont
stond, doordien de voormannen der Viaam
sche beweging, Van Cauwelaert en Cie, niets
meer konden.
De Frontpartij komt voor zelfbestuur op.
M. Maes daagt M. Pitjrard uit het bewijs
te leveren dat er 200.000 fr. Hollandsen
gdd zit in het activistenlokaal «Uylenspiegel»
te Gent.
M. PIERARD. Hier is hel bewijs een
brief van- Meert in dato 2 Februari. (Hij
zwaait een papier). Ik houd het ter beschik
king van de regeering.
M. MAES. Dan hebt gij daar in uw
bezit een stuk dat gestolen is of afgeschreven
uit een prhate boekhoudieg. Wat denkt de
minister van jusRcie van het gebruik van
zulke middelen
Spreker verdedigt de activisten, die idea
listen waren en daardoor.in het ge-ang ïit-
len. Voor degenen die nu,gestraft zijn, voor
de martelaren, buigen wij eerbiedig 't hoofd.
M. BUYSSE. Maar dat is de verdedi
ging voordragen van de verraders.
M. PIERARD. Hef is ongehoord.
M. MAES. Spreken wij niet meer over
het verleden. Wij zullen hulp aanvaarden
van ons radicalisme van waar ze ook kome
en van wien ook. De grenzen zullen ons niet
scheiden. Het activisme heeft geen kwaad
gedaan?aan de Viaamsche beweing. Nooit
stond deze er zoo goed voor, en de spreuk
«omver en erover» wordt de leuze der fla
minganten.
Orde-moties
DE VOORZITTER leest de volgende orde-
moties voor
J) onderleekend door de hceren Tschoffen,
Fischer, piérard, Lévie Buysse en Segers.
De Kanieralle activistische propaganda
afkeurend,
vertrouwend in de waakzaamheid der Re-
geering om alle politiek te onderdrukken
welke op den vreemden steunt of haar toe
vlucht neemtlot geweld,
bevestigend haar vasten wil de sociale,
politieke cn taalkwesties op te lossen in hel
kader der nationale eenheid,
verzekerend de volledige gelijkheid in
rechte en feite oiuLr alle Belgen,
gaat over tut de dagorde.
Een klein meisje, omtrent van mijne jaren,
opende dc deur. Zij was, heel anders gekleed,
als dat mooi kind, dat bij ons in de hut ge
slapen had. Hare gelaatstrekken waren niet
zoo leed er, en hare kleeding was geheel ver
schillend van maaksel en'stof maar zij had
zulke heldere oogen, zij was zoo poezelig, en
haar gansche voorkomen was zoo innemend,
dat het onmogelijk was, haar zonder het
grootste genoegen aan te zien.
Wat Zijt gij het vader vroeg Manelte,
terwijl zij de deur opende, en mij verwonde
ring beschouwende.
Kom, meisje zeide de waterdrager, die
mij in het vertrek geleidde breng spoedig
het overschot van ons ontbijt voor dit kind.
Doch naast u wij moeten er terstond mede
klaar zijn.
Terwijl het kleine meisje haren vader ge
hoorzaamde, sloeg ik mij he oogen in het rond.
De kamer van den waterdrager herinnerde
mij, in zeker opzicht, aan onze ei ene hut
want de meubelen waren bijna dezelfde. Het
was een ruime zolder, meteen afloopend dak
Aan het einde stond het bed,, en een hoop
keukengereedschap lag erbij. Aan de linker
zijde ontdekte ik een afschutsel, met een
venster, en binnen hetzelve nog een bed. Dit
een en ander maakte de gansche bezitting
van mijn beschermer uit.
O, l.oe hongerig moet bij geweest zijn
riep het kleine meisje, terwijl zij mij zag
eten en haar vader mompelde grimlachend
tusschen de lippen Dat arme kind
Doch eensklaps bleet ik te midden van
mijn onlbijt, steken. Eene pijnlijke gedachte
'2) onderteekend doordehecren Huysmans
Hubin en Doms.
De Kamer, elke activistische propaganda
afkeurend,
vaststellend dal het onrechtvaardig zou we
zen en strijdig met de waarheid, welke ver
warring ook te stichten tusschen het activisme
en de loyale viaamsche beweging
haar vasten wil bevestigende de sociale,
politieke eu taalkwesties op te lossen in hel
onverbreekbare kader der nationale eenheid,
gaat over tot de dagorde.
M. DOMS. Het pan-neerlandism is
slechts eene kuituur beweging, welke niet
van gisteren bestaal. Ook tijdens den oorlog
was dit organism aan 't werk. Hij vindt, dat
er veel goeds gesticht wordt door de Ami-
tiës Francises doch dat evenals deze
Frankrijk als hun hinterland aanzien, de
Vlamingen het recht hebben Holland als hun
kultiireel hinterland te aanzien.
M. SEGERS zegt dat er nog activisme
bestaat, dat Duitschlands bolwe.'k nag wordt
voortgezet. Er zijn er nog die no* die bewust
of onbewust België's eenheid ondermijnen.
Het activisme moet uitgeroeid worden tol
den wortel.
Nog betalen de Duitschei 9 de professors
van de hoogesehool von Bissing. Nog wor
den Dnitschezinde, anti-Vlaamsche schriften
in België verspreid door de zorgen van de
propagandisten uit de Eilandslraat in den
Haag.
Maar dit wil niet zeggen dat men de goede
vaderlanders, de loyale Vlamingen moet
verwarren met de activisten. Het past niet
dat een man als M. Poulet, die zooveel diens
ten iieeft bewezen aan het laud, worde aan
gevallen ter gelegenheid van de bespreking
van het activisme. Evenmin moeide goede
zaak van het anli-activisine niet verbrod
worden door aanvallen tegen een vurig Vla
ming en een beslist tegenstander van het
activisme als M. Van Cauwelaert.
Spreker licht het sterven der loyale flamin
ganten toe zij willen dat het Vlaamsch in
Vlaanderen de taal weze van het bestuur,
van nel onderwijs, van het gerecht, van het
onderricht in't leger. En dit alles wil men
het kader van het Belgisch staatsverbond. fk
ben er mee takkoord, op voorwaarde dat
hel leger éèn blijve dat de persoonlijke vrij
heid geëerbiedigd blijve dat de vrijheid {van
den huisvader ongeschonden blijve.
Hel is te hopen dat de commissie der XXI
de volledige gelijkheid in rechte en in feite
zal brengen, zonder dat de Belgische eenheid
in gevaar worde gebiaeht.
M. Segers brandmerkt dan de activisten,
dienaars van Duitschland, profiteerden van
den oorlog, bekampers van nnn eigen broe
ders in de loopgraven. Nu heeft iedereen den
plicht het activisme te veroordeelen. Het niet
veroordeelen is zich medeplichtig maken er
aan. (Toej. links en rechts.)
Maar zijn niet alleen activisten degenen,
die met de Duitschers medewerkten. Zijn
nog activisten, degenen die de Belgische
eenheid bedreigen, die de bestuurlijke schei
ding willen. De Vlaaarasche vëreenigingen
teekenden daartegen, tijdens den oorlog*,
krachtig verzet aan. Voor den oorlog werd
de bestuurlijke scheiding wel gevraagd...
M. HUYMANS, Destrée...
M. SEGERS Juist, zoo ik heb zijn Lettre
au Roi herlezen. En ik heb gevonden dat
er een afgrond ligt tusschen tusschen de vra
gers van bestuurlijke scheiding vóór den oor
log en de vragers van de bestvurlijke schei
ding na den oorloi'. Daarlusschen ligt de
oorlog' En de oorlog heeft aan M. Destrée
veel geleerd hij heeft voor gansch België,
voor één België gewerkt. En nu weet hij dat
bestuurlijke scheiding den ondergang betee-
kent van België.
Spreker laakt Hullebroeek, van wien hij
woorden aanhaalt, die de Viaamsche Belgen
van België willen afkeeren en naar Holland
keeren.
M. Segers haalt dan woorden aan van
volksvertegenwoordigers der Frontpartij, die
werkelijk in den Bardo te Antwerpen
ijverden voor Groot-Nederland voor de
aanhechting van Vlaanderen bij Holland, en
die zegden dat ze niet meer met zeven maar
met zeven honderd naar Berlijn zouden gaan
om hun recht te verdedigen.
Dal alles is gevaarlijk. Maar gelukkig wil
de groote meerderheid der Hollanders niet
vloog mij door den geest. Als Pieternu niets
te eten heeft dacht ik.
Maak u niet bang, mijn kereltje zei
de waterdrager zij zullen hein niet van hon
ger laten sterven. En buitendien, hij heeft
immers nog zeven stuivers?
Ik had het vergeten, en de herinnering
hieraan maakte mijnen eetlust weer gaande.
Denk aan mij, mijn jon. eo zeide Ma-
nette's v^der, nadat ik mij weder geheel ver
kwikt had. Fk stel belang in u, ofschoon ik
geen landsman voor u ben. Ik ben uit
Auvergne afkomstig maar men vindt in
Auvergne ook eerlijke lieden, en de oude
Bernard is hier in de buurt zeer goed be
kend mijn naam is hier zoo zuiver als glas.
Ik ben niet rijk, dat is waar want de ziekte
van mijne arme, overledene vrouw heeft mij
al mijn geld weggehaald. Oudertusschen kan
ik u hier toch nog kosteloos huisvesting aan
bieden. Ziet gij die kribbe daar placht
mijn broeder te slapen maar hij heeft ons
nu zes maanden geleden, verlaten, om naar
het land te gaan. Ik zal er eene matras of
versch siroo in spreiden, en dan zult gij eene
ligging hebben als een prins. Gij moest in-
lusschen naar uw werk gaan, en dan kunt
gij met ons komen eten. Ik heb niemand bij
mij dan Manette, die nu aebt jaar oud is
doch zij heeft reeds geleerd de soep klaar te
maken, en dan hebban wij eene buurvrouw,
die voor ons klein huishouden zorgt. Als gij
uw broertje vindt, breng hem dan ook maar
medehet bed zal voor u beiden groot ge
noeg zijn. Wel jongske, zijl gij nu tevreden?
Och ja, Manheer, aiji waarlijk al te
van dit pan-necrlandisme weten. En het aai
nog minder gevaarlijk zijn wanner gelijke
rechten zullen beslaan tusschen Vlamingen
en Walen.
M. SEGERS huldigt namelijk De Tele
graaf, die ons land zoo wakker verdedig
de Rij hoopt dat de gevluchte-activisten
door niemand meer in Holland zullen ge
holpen worden in hun verderfelijk werk.
Ook de Vlamingen moeten mets doen dat
vermefcdens van activism kan jwekken.
Spreker zegt ten slotte dat de regeering
van St. Adres.se gehandeld heeft zooals zij
moest zij heeft gelijkheid in rechte en in
feite beloofd, die langs den wetgevenden weg
moest bereikt worden.
M. HEYMAN. De Regeering had meer
kunnen doen
M. SEGERS. Wij mochten, wij wilden
niets doen buiten het Parlement. Zoo wilden
het trouwens de parlementairen in bet bezet
.gebied en in het buitenland.
Spreker verdedigt dan de dagorde die hij
mede heeft onderteekend, en hoopt dat het
talenvraagstuk in den zin van rechtvaardig
heid en van vrijheid zal opgelost worden.
(Langdurige toejuichin.)
M. TSCHOFFEN, vreest dat. de Waalsche
minderheid zou kunnen verdrukt worden door
de Viaamsche meerderheid. Walen en Vla
mingen moeten steeds vereenigd blijven en
de Viaamsche demokraten moeten vooral
werken voor den maatschappelijken vooruit
gang.
M. HEYMAN. Zeer juist. Eerst een
goeden snel leeren aan de Viaamsche arbei
ders, en-dan Fransch. Maar zoo verstaan de
liberalen het niet die aan stadsbesturen zijn.
M. TSCHOFFEN, eindigd met een beroep
tot eensgezindheid.
M. VAN CAUWELAERT, is gelukkig dat
de interpellatie veel misverstand en verwar
ring heeft weggenomen. Men mag rechtvaar
digheid verhopen.
Over de inschrijving voor de familie Hai-
naut zegt hij dat de betreurenswaardige mot
to's die werden aangehaald uitsluitend voort
komen uit -Ons Vaderland», het orgaan
der frontpariij, die spreker niet wil verde
digen.
Dan legt hij nogmaals nadruk or het on
derscheid tusschen activisme en Viaamsche
beweging. Deze laatste heeft niets gemeens
met Duitschland.
Het activisme wel er waren builzoekers
onder de activisten' maar hel Viaamsche volk
heeft zich achter hel activisme verdedigd
zooals men het zag te Antwerpen in Februari
1918.
Er is geen organisme, betoogt, spreker
verder Holland voert geen anti-Belgisch
taalpolitiek.
De Hollanders vleien veeleer de «Frausch-
sprekende uil winstbejag.
Bestuurlijke scheiding slaat niet op het
Vlaamsch programma. Hei beoogt Belgie's
grootheid en eenheid voor |de ontwikkeling
onzer beide rassen.
Spieker zelf heeft het activisme bekampt,
namelijk in zijn blad - Vrij Belgie tijdens
den oorlog.
M. HUBIN. Het was den tijd niet om
aan taaldemagogie te doen. Wij socialisten
spraken niet over algemeen stemrecht.
M. VAN^CAUWELAERT. Maar het
was u beloofd. Het activisme bestond reeds
in 1915 en van toen af heb ik de Duitsehe
medewerking veroordeeld en geduld aango»
predikt. Na deifoor log zijn wij teleurgesteld
geworden. Spreker veroordeelt* nogmaals de
bestuurlijke scheiding en zegt dat deze van
Waalsche oorsprong is.
Hij haald verder een verslag aan over eene
redevoering door M. Destrée uitgesproken en
deze zou gezegd hebben, dat het oogenblik
nog niet gekomen is om ge aansluiting bij
Frankrijk voor te slaan. (Rumoer.)
M. DELACROIX. Het is niet mogelijk zoo
iets zonder bepaalde bewijzen te zeggen.
M. VAN CAUWELAERT. Ik wacht op
eene betere bron.
De Walen moeten hunne separatisten ook
onder toezicht houden.
Ten slotte huldigd spreker de eensgezind
heid onder de Belgen en verhoopt flink werk
van de Commissie der XXI.
M. BUYSSE zegt dat er nog activisten zijn
goed, zeide ik tegen vader Bernard maar
ik verlang zoo, om mijn broertje te zien
Gij kunt hem zoeken, te gelijk als gij werk
zoekt wal mij betreft, ik zal alles deen wat
ik kan, om hem uit te vinden.
Wees maar gerust, ventje Maar kom, het
is nu zes ure ik moet mijne emmers gaan
vullen. Kom. nu mede naar beneden, dan zal
ik u wijzen, hoe gij de deur van den gang
openen moet.
Ik nam mijn zak en mijn schraber op, en
maakte eene kleine hoofdbuiging tegen Ma
nelte, die mij zoo vriendelijk toeknikte, also!
wij reeds zes maanden met elkander waren
bekend geweest. Ik volgde den goeden wa
terdrager op den trap maar mijn hart was
steeds vol, en de treurigheid was op mjjn
gelaat te lezen, hetgeen de brave man niet
naliet op te merken. Hij hield mij staande en
zeide
Koru mijn mannetje wees maar gerust
alles zal goed gaan, en gij uw broerje wel
wedervinden. Maar buitenlieden, dezelfde
Voorzienigheid waakt over hem en over u.
Zeker, zeide ik stil tegen mij zeiven en dan
heeft Pieler de zeven stuivers nog, die hem
ver kunnen brengen.
Maar apropos zeide vader Bernard, toen
wij in den gang gekomen waren ik heb u
nog niet eens naar uw naam gevraagd.
Ik heet Andries en mijn broeder Pieter.
Ja, wat uw broeders naam betreft, dien
weet ik reeds. Hoor, Andries let goed op
de deur en de straat, de oude Rue du Temple
gij begrijpt mij J Ga »u rechtuit, dan zult gq
aan den Boulevard komen. 't Vervolgt.