De Staatsgreep in Duiischland
- - Rechterlijke Eerherstelling -
17
ANDRIES, DE SAVOYAARO
Woensdag
üfaarl 1920
XXVI' JAARGANG NUMMER 63
13 -A- <3- "E3 IZ> 7 CENTIEMEN Uitgever: J. Van Nuffel-Db Gendt
Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Tel. 114
Publiciteit buiten h.l Arrondissement Aalst, zich i8 wendoa tol het Agentschap Havas, 8, Martelaarplein, te Brussel; 8. Place de la Bonn», Parijs en 105, Cheapside, Londen.
H. Gertrude
Zon op6,09, onder 0,06
Nieuwe Maan den 20
Het beroepshof zetelende te Brussel eerste
Kamer, heeft het rolgende arrest uitgespro
ken
In zake van
i°) M. C. VAN HAUWAERT, uitgever der
Nieuwe Gazet, gevestigd te Antwerpen
Meetingstraaf, 27;
2°) DeNaarnlooze Maatschappij Flor. Bur
ton, Drukkerij, gevestigd te Antwerpen
Korte Nieuwstraat, 28, benaarstiging en ver
volging van haren beheerraad, Consoorten
hebbende hetzelfde belang, beroepers tegen
hc! vonnis, geveld döor de eerste Kamer der
Rechtbank van Eersten Aanleg te Antwerpen
in date 26 Juni 919, vertegenwoordigd door
Meester Bruylant, pleitbezorger pleiter
Meester Devèze, advokaat.
tegen
den Heer Charles Woeste, Staatsminister,
Volksvertegenwoordiger, Advokaat bij hel
Verbrekingshof, gehuisvest te Elsene, bij
Brussel, NapclstrDat, N° 15, vertegenwoor
digd door Meester Demeuse, pleitbezorger,
pleiter Meester Duysters, Advokaat.
Aangezien het aangeklaagde artikel, ver
schenen in het dagblad De Nieuwe Gazet
waarvan de beroepers wederzijds uitgever en
dn.klter zijn, aan het adres van den ge
daagde in beroep, bepaalde feiten ten laste
li ggen, op ondervragende wijze, nadat de
vraag gesteld weid, of er geen Geval
Woeste - bestaat, zooals er gevallen bestaan
betrekkelijk andere personen, wier namen
aangehaald worden door het blad.
Aangezien het blijkt uit de gegevens der
zaak, dal het dagblad de beroepers bij den
persveldtocht na den wapenstilstand aange
vat, er zich enkel om bekommerd heeft de
personen op te zoeken waarover het volgens
zijne Opvatting, vrij en onpartijdig oordeelde,
dai zij zich tijdens de Bezet'ing niet gedragen
hadden zooals het behoorde C dal het blad
op dit terrein geen onderscheid maakte tus-
schen de partijen waartoe die personen be
hoorden en zich niet liet weerhouden door
vroegere vriendschap of genegenheid dat
men dus niet aannemen mag dat dc vergelij
king die hij daarsiell en waarbij hij den ge
daagde in be;oep bedoelt, mag aangezien
worden als uit zieii zelf een boos inzicht uit
makende en dat men oiet zeg^eu mag dat
het zich enkel liet geleiden door hel vei lan
gen eeuen polilieken tegenstrever te treffen,
om wille van zijnen persoon.
Aangezien de vragen in het eerste deel van
het artikel na de inleiding gesteld, betrek
hebben op de reis naar Antwerpen door den
gedaagde in beroep, in September 1914 on
dernomen dat liet dagblad vraagt of die rois
niet voor doel heeft uehad met het Staatsb' -
stuur te onderhandelen over de voorwaarden
van den Wapenstilstand of d«n Vrede met
Duiischland waarom die zaak werd uitge
doofd en of de Belgen niet mo.en weten
welke schikkingen genomen werden in het
Hotel St. Antoine dat het tweede deel van
het artikel een middagmaal bedoeld waaraan
d gedaagde in beroep zou deel genomen
hehben te Ukkel op het kasteel Greindl tij
dens de Bezetting met zijn schoonbroeder en
Duitsche officieren dat daarover de schrij
ver vraagt of liet feit waar is, en of het ook
waar is dot de bevolking van Ukkel daarvan
op de hoogte gebracht, den gedaagde in Be
roep en zijn schoonbroeder uitjouwde en
wanneer over die zaak licht zou opgaan
Aangezien de reis in kwestie plaats had
den negenden September 1914, wanneer het
beleg van Antwerpen nog niet begonnen was:
d it het nieuws dier reis spoedig gekend was
10® VERVOLG.
Wanneer uwe beschermers te eeniger tijd
te uwen opzichto van gevoelens mochten
veranderen, kunt gij altoos een vader in mij
vinden. Kom, mijn jongen Gedraag u niet
als een kind, gelijk Manette. Geloof mij, zij
zal er ook wel komen iedereen troost zich
op zijnen tijd.
Ik luisterde naar den raad van vader Ber
nard en fluisterde zijne dochter toe
Manette! als ik veel geld verdiend heb,
r.al ik u fraaie kleedercn koopen en mooie
mutsen ook.
Ik wil ze niet hebben, riep Manette ik
wil liever blijven, die ik ben.
En hiermede keerde zij haar boofd ora,
wilde mij niet langer meer aanzien, Zij zeide.
dat ik er in mijne mooie kleederen zoo akelig
uitzag. De waterdrager omhelsde mij entroic
zijne dochter voort. Ik meende haar te kus
sen maarzij wilde het niet toestaan. Haar
vader was genoodzaakt, haar aan te spreken.
Eindelijk bood zij mij, op eene aandoen
Iijke wijze pruilende, hare wang aan, die nat
was van tranen en vervolgens fluisterde zij
mij nog eens, zoo zacht mogelyk in het oor
Kom te in*kom met ons terug
A°hvIs \ade Bernard hel had toegestaan,
-Zu'u ik haar zou gaarne gevolgd zijn maar
hij maakte zich met zijne dochter weg. Nog
langen tyd hoorde ik haar snikken, en ik
was geheel ontroerd. Nu begon ik aan mijne
ii-aaie Ueederen een walg te krijgen, en ik
en dat de openbare moening daardoor fel
ontrust werd dat de pers zich daarop wierp
om het geval te bespreken en toe te lichten
en dat die daartoe ontegensprekelijk het
recht had.
Dat elke politieke man, wie hij ook weze
aan de beoordeeling dei* openbare denkwijze
blootstaat en de pers daarvan de uittingen
weergeeft
Aangezien het waar is dat de gedaagde in
beroep tijdens de laatste maanden van het
jaar 1914 en in de eerste maanden van 191
aan de onderscheidene bladen die zijne reis
besproken ha Iden antwoordde, maar dat zij
antwoorden ofwel eenvoudig logenstraffingen
waren, ofwel geschreven werden in zulke
bewoordingen dat zij moesten aangezien wer-
den als eene volstrekte weigering om eenigen
uitleg te geven
Aangezien het enkel geweest in zijn daging
tot inleiding der zaak dat de gedaagde in
beroep er toe besloot het doel te doen ken
nen van zijne voetstappen Het Belgisch
Staatsbestuur te verwittigen dat volgsns zijn
inlichtingen het Duitsch leger besloten was
kortelings Antwerpen te belegeren dat bo
vendien met de uitleggingen die gegeven
werden tijdens het onderhavig proces hij
verklaarde dat- Zoo hij had gewacht om
de reden zijner reis publiek te maken, het
enkel was omdat hij zulks niet doen kon zoo>
lang wij te Brussel onder den Duitschen
dwang leefden
Aangezien het Hof geen uitspraak te doen
heeft over de waarde dier uitleggingen, maar
dal het pasi die te onthouden, om er uit af te
leiden dat de gedaagde in beroep niet euvel
ma* opnemen, dat de Nieuwe Gazet toen
België zich had losgerukt uit de Duitsche
dwingelandij en toen de pers hare onafhan
kelijkheid had herkregen, eene vraag heeft
"jesteld waarop tijdens de bezetting niet ern
stig was geantwoord
Aangezien de grief van den gedaagden ii
Beroep des te minder gegrond is, daar sedert
polemiek van 1914 en 19 ib werken ver
schenen in 1917, 1918 en 1919, wier inhoud
do vragen konden uitlokken waarover de ge
daagde in beroep zich beklaagtdat die wer
ken uitgaan van personen wier naam en ka
rakter gezag hebben; dal het wérk uitge
ge5en in 1919 een persoonlijk verhaal is, en
het werk in 1918 uitgegeven een dagboek is,
geschreven bij middel van aantrekeningen
bijgehouden volgens den gang en de opeen
volging der g3benrtenissen dat hoewel hel
sciiijnt dat liet werk uitgegeven in 1919
slechts in handen van het publiek kwam
tijdens de debatten in Eersten aanleg, het de
aanduidingen van de twee andere werken
bevestigt en doet uitschijnen dat, wat dan
ook de bron zij van de inlichtingen die het
dagblad toegelaten hebben op het geval der
reis naar Antwerpen terug te komen, de
vragen die het steldewel mochten gesteld
worden.
Aangezien het Hof zonder buiten zijne rol
te gaan, dc verdiensten dier werken niet mag
oordeelen, noch de echtheid mag nagaan van
de feited en de inlichtingen die zij bevatten
dat het niet past die feiten en inlichtingen
oor rechtskundig waar te houden maar da
het toch van belang is die aan te halen zoo
als li iervoren werd gezegd over de onlangs
gegeven uitleggin en van den gedaagde ii»
beroep, enkel omdat zij van aard zijn om te
doen aannemen dat de schrijver van het aan
geklaagde artikel niet met boosheid,noch met
iichlxinuigheid heeft gehandeld dat de be
oepers voor wat het eerste deel van het arti
kei betreft, zich dus niet bevinden in de
oorwaarden door de wet gesteld opdat hun
ne verantwoordelijkheid zou»vastgesteld zijn;
Aangezien zulks niet het geval is met he1
tweede deel van het artikel, dat he$ nieli
steunt zooals het eerste deel, op een stoffelijk
onloochenbaar en erkend teitdat het berust
op eene veronderstelling waarover de beroe
pers geenen uitleg geven en die niet gewet
tigd is door een der elementen van het ge
ding dat het, niettegenstaande zijn vragen
den vorm ontegensprekelijk lasterlijk is
daar het bedoelde te doen veronderstellen,
dat de gedaagde in Beroep verbroederd had
met de vijanden van zijn Vaderland.
Aangezien zulke gevolgtrekking van aar
is om de eer van den gedaagde te schenden
en hem bloot te stellen aan publiek misprij
zen; dat de beroepers verplicht zijn de schade
te herstellen, die zij hem veroorzaakt hebben
zoowel de stoffelijke ais de zedelijke;
Aangezien de gedaa-de die herstelling zal
bekomen in de hierna vermelde veroordee
lingen en dat in de stoffelijke vergoeding
negrepen is de kosten die de gedaagde
heeft moeten doen buiten de gerechtskosten,
om zich te verdedigen tegen de aanvallen
van het blad, die eerroovend geoordeeld wor
den door dit arrest binnen do hierboven
vastgestelde grenzen.
Om die redenen;
Het Hof,
verwerpende alle meer omvattende of tegen
strijdige besluitselen, d iet vonnis waar
tegen beroep is aangetekend, te niet, en
recht sprekende door nieuwe beschikkingen
zegt in rechte, dat het aangeklaagd artikel,
verschenen in de kolommen van de Nieuwe
Gazet, in date 15 Mee t 1919 en met als
titela Het geval Woeste eerroovend is en
schadelijk, enkel in net tweede deel, begin
nend mot de woorden-: !s het waar dat Graaf
Woeste; bijgevolg veroo. deelt de beroepers
om het tegenwoordig vonnis af te kondigen
in de kolommen van hun blad, onder den
titel Rechterlijk eerherstel op de plaats
en in dezelfde letters waarin het aangeklaagd
artikel verscheen.
Zegt dat in geval zulks niet gebeurde bin
nen de drie dagen na de beteekening van het
vonnis, de beroepers zullen verplicht zijn te
betalen aan de yedaa de in Beroep eene som
van 100 fr. (honderd) per dag uitstel dezer
afkondiging. v»
Veroordeelt de beroepers elk heellijk en
aan den gedaagden in beroep te betalen als
schadevergoeding, de vSoia van 1000 fr.
(duizend) met de rechterlijke intresten op die
som;
Laat den gedaagden in beroep toe het hui
dig vonnis af te kondigen in drie dagbladen
naar keuze, de kosten ten laste van de be
roepers, zoo nochtans dat de kosten eiker
openbaarmaking niet de 250 fr. overtreffen
en betaalbaar zijn op vertoon van eenvoudige
kwijting aan de uitgevers of drukkers.
Laat den gedaagde in beroep toe het tegen
woordig vonnis in 't Vlaamseh te doen ver
talen ten koste der beroepers, de kosten der
vertaling mogen echter de 150 Ir. niet over
treffen.
Duidt aan, in hoedanigheid van vertaler,
Mijnheer Willem Vereist, letterkundige té
Antwerpen, die de betalingskosten zal innen
bij middel zijner eenvoudige kwijting;
Veroordeelt de beroepers tot betaling der
kosten^der beide aanleggen.
Aldus gevonnist en uitgesproken in open
bare sitting van het Beroepshof, zetelende te
Brussel, den 4 Februari 1920, waar aanwe
zig waren de heeren de Leu de Cecil, voor
zitter; Sprenck en Bollie, raadsheeren; de
Heen, eerste advokaatrgeneraal; Liénard,
griffier.
(Get.) de Leu de Cecil; Liénard.
Voor gelijkvormige vertaling,
W. Verelst.
stond zwaar in verzoeking, om ze mij aan het
lijf te rukken zg hadden mijne arme Manette
smart veroorzaaktIk* behaagde in dit pak
mijzelven niét meer ach ik was zoo be
djoefd Is dat het gevolg van den voorspoed,
zeide ik, en moet iemand, omdat hij rijk
wordt, ophouden vrootijk te zijn Als dat
aar was, wilde ik liever altoos een arme,
omdolende jongen blijven
Er was ruim een uur sedert beider ver
trek verloopen, toen ik in de naburige kamer
eenig gedruisch hoorde. De Heer Dermilly
opende de deur, en geleidde eene dame bin
nen.
Kom, dierbare Caroline, zeide hij, kom,
en geniet deze verrassing
De dame was jong en schoon, en baar
gansche uitwendige persoon al'erbevalligst.
Zij had een jong meisje aan de hand, dat
omtrent acht jaren oud scheen, en daarop ik
in rt begin weinig acht sloeg,'zoo zeer was ik
dooa het voorkomen der da ma zelve getroffen
Ik overdacht bij mijn zeiven, waar it haar
vroeger kon gezien hebben. Terzeifertijd zei
de zij tegen de heer Dermilly
Het is een innemende jongen Hoe
gelukkig, dat gij hem ontmoet hebt, en dat
hij niet eerst Mijnheer den Graaf beeft gezien,
die zeker nooit van hem tegen mij zou ge
sproken hebben.
Eene plotselinge gedachte trof mij. Ik
zocht terstond naar het portret, dat ik weder
am mijn hais droeg. Ik beschouwde het, en
vervolgens de dame. Ik kon mij niet bedrie
gen zij was het zelve, ijj was het oofspron-
Ds beteekenis der gebeurtenissen in
Duitscüland
De gebeurtenissen iu Dnitschland zoo zegt
het Journal des Dëbats bewijzen de voort
durende kracht van do miiitarische en mo
narchistische elementen, die op het oogenblik
in het binnenland revanche trachten te ne
men, maar die er zonder twijfel ook aan
denken, in de toekomst in het buitenland
revanche te zoeken.
Op het oogenblik en gedurende tamelijk
langen tijd de Pruische imperialisten in staat
tegenover het buitenland CPn ernstige bedrei
ging te vormen. Zij zijn evenwei aan de wil
lekeur der geallieerden overgeleverd.
De Temps - schrijft De democratisee
ring von hel Duitsche rijk was slechts oogen-
verblinding, zijn ontwapening was slechts
bedrog, de menschheid wil andere waarbor
gen. Dc golven van bloed zouden komen
over de hoofden van hen, die deze waarbor
gen niet zouden welen te geven.
Do Duitsche gezant Ia Parijs bezoekt
M. MiHerand
De lieer Mayer, de Duitsche zaakgelastigde
te Parijs, heeft Zondag namiddag een onder
houd gehad met den heer Millerand. Alhoe
wel daaromtrent de grootste geheimhouding
in acht genomen werd, kan men zich licht
inbeelden van wat er spraak geweest is,
De heer Mayer, zal er hoogst waarschijn
lijk op aangedrongen hebben dat deFransche
regtering voort zou gaan in betrekking te
blijven met de oude wettige regeering. De
heer Majer zal natuurlijk getracht hebben te
bewijzen dal de reactionnaire beweging door
Kapp op het getouw gezet, tol een algeheele
mislukking gedoemd is.
Ds Fransche strijdkrachten
De klas 1920, in Frankrijk, 172,000 man
sterk, ral spoedig de klas 1918 kunnen ver
vangen.
Frankrijk zal binnen twee maanden onder
de wapens hebben drie klassen het besten
dig talrijk leger en de troepen inboorlingen
De - Petit Parisien meent dat er sprake
is de legerkorpsen te Wiesbaden, Neustadt
en Bonn te verdubbelen.
Tengevolge der onlusten in bet Saargebied
zullen ook de groepen van generaal Wirbel
moeten versterkt worden.
Het Duitsch monarohistenleger
Vol gons de Temps zou Duitschland een
leger van ruim 3 millioen man kunnen te
been brengen. De monarchisten zouden over
een reusachtig materiaal beschikken.
Dc Franscue avondbladen, die de eerste
berichten over het slagen der revolutie be
vatten, verhelen den ernst der gebeurtenissen
te Berlijn met.
Ta Aken.
Met verwondering vernam men te Aken
het nieuws uit Berlijn.
De bijzondere uitgaven der bladen werden
uit de banden gerukt. In het centrum der
stad besprak men levendig het gebeurde. Jlen
begon zoo wat te mompelen, toen officieren
voorbijgingen en men waagde het zelfs eens
te fluiten toen een militaire auto voorbijreed,
maar dal was ook alies.
Incidenten grepen niet 'plaats. Voorzorgs
maatregelen waren getroffen, maar alles
bleef kalm.
Burgemeester en policie hebben de bevol
king aangezet zich van betoogingen te ont
houden.
De policie staat voor de orde in en de troe
pen moeten enkel lussclien komen, zoo ooit
de policie moest onmachtig blijken.
kelijke van de beeldtenis. Nu maakte ik het
van het lint los, en zeido
Hier is uw portret Mevrouw I 0, het is
zeker het uwe ik herkende u terstond. Reeds
menigen langen dag heb ik u gezocht, ten
einde liet u terug te geven.
Ja, mijn jonge vriend, ja, bet portret be
hoort aan mij, antwoordde de jonge dame,
terwijl zij mij minzaam kustte, of liever aan
mijne dochter, mijne Adolphine, die haar
leven aan uw bra>en vader te danken heeft.
Hier is zij, mijn vriend! zij, die gij gered
hebt en die een nacht in uwe hul heeft door-
jebraebt, zij, die ik meer dan mijn eigen
even bemin. Ik wil de onrechtvaardigheid
van Mijnheer den Graaf goedmaken, en zal
mij gelukkig rekenen, wanneer ik iets doen
kan voor den zoon van den man,zonder
wien ik nooit het geluk meer zou hebben
gesmaakt van mijn kind te omhelzen.
De dame drukte bare dochter aan haar
hart.
Hoe riep ik, kan dat de kleine slaapster
zijn, die ik zoo trotsch was, in mijne armen
te dragen T
Kus haar, Andries I zeide de dame her
innert gij u haar niet Maar zij is nog even
;oed en vriendelijk als altoes zij zal u ook
iefhebben want mijne Adolphine, zal altoos
dankbaar zijn.
Deze ontmoeting had eene zeer groote ver
andering in mijnen toestand ten gevolge. <s
De dame schonk mij eene beurs met geld,
om aan mijne moeder te zenden tw'intig
goudea stukken. Waarijjk een geheet fortuin
Mijne lieve moeder zou nu met langer zou
hard van den morgend tot den avond," behoe
ven te werken de kleine Jacob zou kunnen
eten wat hem smaakte, en Pieter de arme
Pieter I kon die slechts gevonden worden, o
hoe gelukkig zouden wij dan allen zijn I De
goedheid der dame bepaalde zich niet tot dit
geschenk ik wetd in haar hole! gebracht
een gebouw dat het huis van den schilder
zoo ver in fraaiheid overtrof als het laatste de
woning van den braven Bernard en Manette.
Aan alle zijden zag ik spiegels, lusters, pen
dules, candelabers, albasten beelden en vazen
met bloemen. En in dit hotel moest ik blijven
wonen I Schoon, de Graaf, Champagne en
Cesar, des Graven begunstigden hond, tegen
mij schenen saamgezworen te zijn, had ik
echter niets te vreezen want de Gravin,
Adolphine en Lucille, hare kamerjuffer, wa
ren mijne beschermers en vrienden. Ik be
kende zelf dat ik hier gaarne zou blijven, als
ik slechts de vrijheid had, vader Bernard te
taan bezoeken. De Gravin was veel legoed-
tartig om mij zulks niet toe te slaan.
Ja, mijn vriend I zeide zij, ik geef u daar
toe volkomen vrijheid. Ik weel zelve tegoed,
dat noch rijkdom, noch eer, legen het ge
noegen kunnen opwegen van dengenen te
zien. die wij Iiethebben. Had men mij slechts
meesteres van mijnen wil gelalen, ik zou
nimmer mijn geluk in dit hotel gezocht heb
ben.
Hier glinsterde een traan in hare oogen,
en zij omhelsde bare dochter.
Ik kreeg nu meesters, die mij onderwezen,
Een meeting der werklieden, tvaarvooi
geen toelating werd aangevraagd, moes!
plaats hebben.
In geval van algemeene slaking, zal dl
staat van beleg worden uitgeroepen.
Luitenant generaal Michel is uil Brussel U
Alten toegekomen.
Te Krefeld werd een meeling gehoude»
tegen de nieuwe regeering.
De geallieerden voorloopig toeschouwer
Het algemeen gevoelen is dat de Ententi
zich voorloopig niet mengen zal in de gebeur
tenissen in Duitschland, die als een aange
legenheid van binnenlandschen politiek be
schouwd worden.
Nochtans in geval de nieuwe regeering bet
monarchistisch herstel der Hohenzoiierns iu
de hand zou werken ofwel weigeren zou zich
aan de Ischikkinpen van bel verdrag van
Versailles te onderwerpen, dan zouden de
geallieerde mogendheden daadwerkelijk-ua-
grijpen.
Welke ook de regeering zij die het bewind
voert, tij zal de zedelijke en stoffelijke
schadeloosstellingen moefen verzekeren.
Aan de diplomaten der Entente verzekerde
de nieuwe regeering dat hare politiek op de
uitvoering van 't vredesverdrag zou gesteund
zijn.
Eens overeenkomst getroffen.
BERLIJN, 15 Maart. Eene bijzondere
uitgave van dc officieele Deutiehe al llqrmrine
Zcituiiff, Maandag morgend, om 11 ure ver
kocht iu de straten van Berlijn, meldt dal
tnsscheu de gou rernementen van Oerlijnen
Dresden, eene overeenkomst zou getroffea
zijn.
De krisis is geëindigd.
De overeenkomst werd gesloten op volgen
de grondslagen
1. von Kapp verzaakt er aan een ministerie
samen te stellen
Een nieuw kabinet zal gevormd worden
samengesteld uit experlen
3. Binnen de twee maanden zullen nieuwe
kiezingen voor den Reichstag plaals hebben
4. De nieuwe voorzitter der Duitsche repu
bliek zal niet door den Reichstag doch door
het volk gekozen worden.
5.Ia afwachting blijftEbert aan 'tbewind;
6. De Ekonomische staatsraad cn de ez-
ploilatieraden zullen veranderd worden in
eene tweede Kamer, welke Kamer van dec
Arbeid - zat betiteld worden.
De tijding nog niet bevestigd.
AMSTERDAM, 15 Maart. De Kolnischt
Volksxeitungbestaand telegram van df
Deutsche AUgemdne Zeituug mededeelend#,
meldt dat het bericht nog niet bevestigd
werd.
Anderzijds verneemt De Telegraaf uil
Stuttgart, dat de Minister van Buitenland-
sche Zaken, aldaar verklaarde.dat hel bericht
volgens welk het gouvernement onderhande
lingen zou aangeknoopt hebben met hel gou-
verment von Kapp, van allen grond ontbloot
is. Het gouvernement zou alle onderhande
lingen met reaktionnairen als von Kapp ge
weigerd hebben.
Het gouvernement van Berlijn
beweert nochtans..,,
BERLIJN 15 Maart. Hel gouvernement
von Kapp meldt dat ingevolge den wensch
uitgedrukt door het oud-gouvernement Ebert-
Noske, onderhandelingen plaals hadden.
Het telegram geeft de hooger vermelde
voorwaarden op eu voegt er bij
Het nieuw en het oud gouvernement
hebben eene gezamentlijke verklaring afge-
kondigd, waarin gezegd wordt dat in de
en men voorzag mij van zakgeld. Van tijd lot
tijd bezocht ik Mijnheer Dermilly en dage
lijks als mijne leeruren waren a'fgeloopen,
vergunde men mij met Adolphine in het ver
trek harer moeder, te spelen. Schoon deze
levenswijze mij in liet begin eentonig en ver
velend toescheen, geraakte ik er echter van
lieverlede aan gewoon, en vond eerst aflei
ding en vervolgens wezenlijk genoegen in
mijne studiën. Mijne bezoeken brachten de
vreugde terug in de nederige woning van
Bernard, die mij bestendig verstandigen raad
gaf. Voor mijne lieve zuster Manette die zich
in mijn bijzijn zoo zeer verheugde, verzamel
de ik een klein beursje, met oogmerk om haar
iels moois te koopen, waarin zij zin mocht
hebben. Ondertuschen werd ik op eene be
drieglijke wijze van mijn geld beroofd door
een schaamteloozo deugniet, die bij den heer
Dermilly als model diende, en misbruik
maakte van mijne jeugd ei licbtgeloovlgheid.
door mij allei-zei verzonnen historiën van
huiselijke rampen en tegenspoeden op üfc
mouw te spelden. De beminnelijke Graven,
echter, die zag dat mijn geld, schoon tip een
dwaze wijze, tot een menschlievend doel wa3
besteed, maakte mijn verlies weti-sr goed, en
behalv# nog een ander somca.etjc, dat ik in
slaat was aan mijne lieve nroe'der te zenden,
had ik geld genoeg, om voor Manette de le
vendigste vreugde zij 'hing liet horloge om
harenials, en zeide
Cl Vervolgd)