25 GENERAAL DE GASTELNAÜ ANÖRIES, DE SAVDYAARD MEVROUW DE GASTELNAU No§ is Interpellatie tepn Minister Wanters Na de staatsgreep in Duilschland Donderdag Haart 1920 BELGIE EN HOLLAND Ministerie van Landsverdediging Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Tel. 114 XXVI» JAARGANG NUMMER 72 D A. GB L A D 7 CENTIEMEN Uitgever J. Van Nuffel-De Genöt j 0. L. Vrouw Boodschap Zon op5,58, onder 6,18 Eerste kwarlier den 27 I Publiciteit bulten het Arrondissement Aalst, zioh te wenden tot hel Agentschap Havas. 8, Msritiaarplein, te Brussel8, Place de la Bouree, Parijs en 105, Gheapside, Londen. De Franscko generaal, die heden Donderdag te Gent komt spreken, is Zondag te Brussel het voorwerp ge weest van geestdritligo betoogingen. Al wat de hoofdstad aan voorname personen telt, is naaf zijn woord ko men luisterende koning en de hertog van Brabant, de gezanten van Frank rijk, Engeland on der Vereonigde- 'Staton, de meeste ministers en staats ministers, do gouverneur van Brabant, de burgemeester yan Brussel, da voor zitters van Senaat en Kamer, vele le den van bet Parlement, de hoogere officieren van bet leger, de magistra tuur, de geestelijkheid. En het is de primaat van België geweest, de groot-organisator van bet verzet in België tegen de verdrukking, die niet den redenaar aan de aanwe zigen, maar de aanwezigen beeft voor gesteld aan den overwinnaar van dpn Grand Couronnó, den redder van Nancy, den veldheer die bet verzet van Verdun inrichtte. godsdienstige pers.Men noemde hem le gapiïcin botté, d» gelaarsde capu- cien en bespetèo verachtelijk dien lom pen vlegel, die naar de kerk ging. Foch was natuurlijk, omdat zijn broer Josuiet was, in een ander orde gerangschikt en die was de Jósuite botté, d» gelaarsde Jesuietal even dom en achterlijk als Gastelnau, am per goed om een wijwaterkwispel te agen in stee van een degen, laat staan een maarschalkstaf. Het is een der meest beroemde fi guren uit den oorlog. Mario Josep Edmond, markies do Curières de Castelnali, zag het levens licht op Kerstdag 1851 te Sainte Afri- que, aan de hoorden van de Sorgue. De leuze der Castelnau's luidt CURRENS POST GLORIAM SEMPER. Steeds ter betrachting van den roem. En den roem heeft hij betracht als man van eer, van plicht on van geweten. Gedurende vijftig jaren was hij sol daat; op 19-jarigen ouderdom, in 1870, op de oevers van de Loiro, was hij kapitein en 45 jaren lang heeft hij zijne beste krachten gewijd aan de herinrichting van het Fransche leger, opdat het worden zou het werktuig der overwinning. Vader van 12 kinderen had hij zes zonen aan hel. front en 3 zijn gesneu veld, gevallen voor hun land, in den strijd voor de Eer en voor hun Recht. CüRRENS POST GLORIAM SEMPER, als echte Castelnau's. Castelnau is zijn leven lang een dap per soldaat, een voorbeeldig huisva der en in alle levensomstandigheden een christen uit één stuk geweest. Hij kende geen politiek, liot zich niet in met den Staatsvorm, diende trouw de republiek, maar eisebte dat. in de republiek, ieder vrij zijne over tuiging kon uiten en de katholiek geen paria, geen uitgestotene was. Hij gaf dan ook het voorbeeld van katholiek zijn aan zijne troepen, ging 's morgens alle dagen naar de mis en naderde ter H. Tafel. In den cnzaligon tijd van het Com- bisme was dat voldoende om op hot zwart boeksken te staan en het voor werp te zijn der aanvallen in de anti- 17® VERVOLG. En niet wien hebt gij gevochten Ik kan de oorzaak van uwen toorn wel radon. De Markies maakt zijn bof bij zijne nicht, en gij bemint Adolphine ook het is om haren 'l ♦wil, dat gij gevochten hebt. Ik zou Adolphine beminnen Wie kan u zulks bij mogelijkheid gezegd hebben Hij denkt, dat ik het nooit heb opge merkt zuchtte Manelte, met baren zakdoek voor de oogen. Ach ik heb die ontdekking reeds voor lang gedaan Het geheim 'l welke ik meende dat in mijn eigen boezem begraven tag, was dus aan Manette bekend I Maar thans kon ik ten minste al mijne aandoeningen voor baar blootleggen. Gij bedriegt u niet, zeide ik, hare hand nemende. Ja, ik bemin Adolphine, en uit dezen hartstocht onlssaat de smart, die zoo duidelijk op mijn gelaat te lezen is. Ik weet «eer wel, daler geeoe hoop voor mij bestaat; doch mijne liefde is sterker dan mijne rede, en maaki al mijne betere besluiten krachte loos. Ach, MancUc*! boe ongelukkig ben ik 1 Manette weende bitterlijk. Die dierbare zuster hoe deelde zij in mijn gevoel l Geheel terneergeslagen door de verschil lende gebeurtenissen van den dag, werd ik plotseling door eene hevige koorts aangetast: mijne tanden klapperden in mijn mtfnd, mijn De edeto gado van den geriëraal, de moedor zijner kinderen, mag tevens wel als voorbeeld gesteld worden aan de Belgische en Frausche vrouwen. Ook van haar worden prachtige ka raktertrekken verhaald. Al hare zonen en haar echtgenoot streden tegen den vijand. Zij bad. Reeds bloedde haar hart... Reeds twee barer geliefde zonen hadden hun leven geofferd voor het Vaderland. Zekeren morgend, naderde zij in het kleine dorpskerkje, waar zij lede ren dag ging neerknielen om God te vragen dat Hij Frankrijk zou redden en indien het Zijn Wil was. Hij hare beminde soldaten zou sparen, tot de Heilige Tafel. De oude pastoor had juist verno men, dat er nog een Gastelnau ge sneuveld was. En bij was gelast de smartvolle tijding aan de moeder mede te deelen. Zijne handen, welke da II. Hostie en den kolk houden, boven. Mevrouw de Gastelnau bemerkte zulks. Zij slaat de oogen op en ziet de tranen langs de wangen van den ai' men herder leken. Zij begrijpt alios. En zachtjes, met gobrokon hart, met eene stem welke slechts aan oen zucht gelijkt, vraagt zij alleen o De welke. Mijnheer de Pastoor,» Generaal de Gastelnau heeft thans een nieuw arbeidsveld, waar hij met woord even loyaal, doch vastberaden zooals op het slagveld voor Frankrijk strijdt. de Gastelnau zit in de Kamer en verdedigt, zonder dat nog iemand durft spotten, het herstel van den (ami' lie geost, de noodzakelijkheid der tal rijke gezinnen. Hij bemint zijn land, zooals hij don odsdienst zijner vaderen lief boeit en de moeder zijner kinderen vereert. Al wie de Gastelnau begroet, vorheerlijkt de grondvesten der ideale samenle vinggodsdienst, vaderland en huis gezin. En kan er wel prachtiger strijd ge streden worden, dan voor zulke ide alen leden beefden, en ik was nauwelijks in slaat op mijne beenen te staan.* Mijne zuster smeek, te mij te mogen vergezellen. -- Beste Andries zeide zijgij lijdt zwaar gij zijt ziek. Ik weet zeker, dat vader het zal toestaan. Wie toch zou u zoo goed kunnen oppassen, als uwe eigene zaaier (Neen, ik wil u nooit moer verloten als ik u hinder, spreek dan tegen mij vaa uwe liefde, van uwe Adolphine, en ik zal geduldig naar alles luisteren. Hoe was het mogelijk, haar iels te wei.ge- ren Manetic maakte spoedig een klein pakje van hetgene zij zoo noodig had. en daarna vertrokken wij te zamen. De koortahad zich reeds geheel van mij meester gemaakt, en mijne hecnett beefden onder mijn lichaam. Ik leunde zwaar op dan arm mijner goede zuster, en op deze wijze bereikten wij einde lijk mijn verblijf. Pieter en Bernard zaten reeds op mij te wachten. Zij waren verschrikt over nen toestand, waarin ik mq be vond. Eene hevige ijlhoofdigheid volgde spoedie, en ik was niet langer in staat mijne vrienden te herkenen. Veel gelukkiger dan degenen, die mij omringden, zag ik de tranen niet, welke zij stortten, gevoelde ik den angst niet, dien ik hun veroorzaakte. Ik bleef langen ltjd in eert gevaarlijken toestand. Op zekeren dag echter openden mijne oogen zich weder voor hellicht, en mijn verstand koerde terug. Ik ontdekte Ma. nette, die aan hot benedeneinde van mijn bad Sommige socialistische bladen raaen maar altijd voort van de interpellatie in de Volts kamer over het faraeuee heroor i"ading«ielsel van don Rooden Minister Wanters Ziehier ons gedacht daarover De interpellatie over de bevoorrading is op vreemde wijze afgeloopen. Alles te samon genomen heeft de heer Wau ters op de volgende elementen gespeculeerd Ik persoonlijk ben een eerlijk man. En de Kamer heeft toegejuicht omdat* iedereen zulk meende. Daarna heelt 'de heer Wauters liet noodzakelijke doen uitkomen van staatstus schenkomst in de Bevoorrading. en ook daarover waren al de 'eden het roerend eens Dit is het «Succes» van onzen minister van Bevoorrading1!!I Maar wal nu over de vergunningen??? Dit was de grond der interpellatie. Dc minister heeft zich zelt verdedigd als hij niet aarig vallen werd en zim stelstel dat sedert maanden de bitterste bewoordingen verwekt heeft hij zus en zoo overpraat. De vraag Wat is beter is geen antwoord op hel verwilt dat het systeem slecht is. En juist omdat hij als minister bevoegder en knapper moet zijn dan de rest van de men schen die geen verantwoordelijkheden dra gen over de bevoorrading moest HIJ zelf we ten wat beter is dan zijn hatelijk stelsel van vergunningen. De grond der interpellatie blijft onaange roerd. Minister Wauters zal allicht naar een redelijker richting zwenken. Zooniet blijft de kwestie even scherp gesteld als in het voorgaande en geen dagorde zooals deze die gestemd werd zal Minister Wauters het noo dige gezag verieenen om TEGEN den wil van hel land e,en verderfelijk regiem in le ven te houden. Heel do bevolking, de werklieden zoo wel als de burgers zijn beu der ROODE onhandigheid in het besturen dier Be voor rading. CROPS Nogdecnderteekening van 't nieuw verdrag Geone ministerieaio krisis... voor het oogenblik Onze konfialer, La Libre Belgique, schrijft nog over het onderteekenen van het nieuw Belgisch-Hollandsch verdrag Het besluit, Maandag avond in den mi nisterraad genomen, na eene dubbele en langdurige beraadslaging, is de vrucht van ?edachtenwi$selmgen, Avelke reeds weken geleden aangevangen waren. Verleden maand nog was bet gouverne ment verre van 't akkoord te zijn op die kwestie. Vier ministers, MM. Renkin, De strée, Jaspar en Janson, oordeeluen, dat hei ekonomisch verdrag met Holland kon be krachtigd worden, doch dat heel het politiek vraagstuk moest achterwege gelaten worden, daar deze kwestie volgens hen niet moest af gehandeld worden tussehon Belgie en Hol land alleen, doch door al de grootmachten, vermits het internationaal statui van België, van Eurepeesch belang is. In de beraadslagingen van Maandag laatst, zette M. Hymans opnieuw den toestand breedvoerig uiteen en hij kon MM. Janson en Jaspar overhalen, zich bij de ziea&^vijze van de meerderheid van den ministerraad aan le sluiten en het verdragsontwerp met Holland aan te nemen. M. Janson legde dan uit welke redenen hem aangezet hadden, dat besluit te nemen. Zijn uitleg was zeer duidelijk en maakte die pen indruk. MM. Renkin en Destrée volhardden in hunne zienswijze, doch hel is overdreven, te zeggen, dat dientengevolge eene ministerieele krisis nakend is, (lat de positie dezer twee ministers wel wat kiesch zal rijn, wanneer het verdrag, waarover tien ministers op twaalf't akkoord zijn, in de Kamers ter be krachtiging zal voorgelegd worden. Het is zeker, dat alsdan eea hevig debat zal volgen en dat MM. Renkin en Destrée ge dwongen zullen zijn uitleg te geven. Het gouvernement denkt echter dat deze kwestie niet voor de maand Juni zal ten berde komen en tegen dien tijd kan het in ternationaal statut van Belgie reeds een stap vooruit gedaan hebben. Overigens is men overtuigd, dat de te genkanting van MM. Destree en Renkin zal vallen, den dag dat Belgie op ernstige waar borgen zou steunen voor zijne veiligheid. In ministerieele kringen verzekert men dat het toegelaten is te denken, dat deze waarborgen ons weldra zullen gegeven wor den. Hier mag wel bijgevoegd worden, dat men hier eene hoofdzakelijke fout begaan heeft, door de onderhandelingen over de Bclgisch-Hollandsche verdragen aan tc vatten vooraleer eerst de kwestie der waarborgen voor Belgie geregeld te hebben. Overigens is het ook nog voorbarig, nu reeds hej polilitiek verdrag af te keuren of ie beknibbelen, vermits het gouvernement goed gevonden heeft, het verdragsontwerp nog niet le veropenbaren. Het Komiteit "van Nationaal Politiek heeft een protest telegram gezonden aan den Koning waarin het dezen bezweert, het teekenen van het verdrag te verdagen. De Patriottenbond heeft ook verzet aangeteekend tegen het aan nemen van het Belgiscb-Hollandsch verdrag. In de militaire magazijnen Eeo ministerieele omzendbrief van 23 Oogst 1919 geeft o. m. toelating aan de famillien van gehuwden en in werkelijken dienst zijnde officieren, beroepsvrijwilligers en militairen die dienst hernomen hebben, alsook aan de wedumen van gedurende den veldtocht ge sneuvelde, overleden of verminkte krijgslie den, om verschillende waren aan te koopen in dc magazijnen voor officierenen troepen. De eerste kunnen een dubbel, de laatste een enkel rantsoen bekomen. Om rekening te houden met de lasten die op famillies met talrijken kinderen wegen, omtde Minister van Landsverdediging, voor te schrijven dat vanaf ln April e. k. de fami- lien uit hierboven vermelde kategorieën, samengesteld uit zes personen en meer (uit- sluitelijk de ouders en de ongehuwde kinde- •en die onder hetzelfde dak wonen) maande lijks een driebubbel rantsoen (uitgezonderd voor de rookartikelen) zullen mogen ontvan gen. Vierdubbel rantsoen zal eveneens toege kend worden als de familie uit 8 of meer personen bestaat. Indien de gehuwde militair om dienstreden, van zijne tamilie gescheiden is, zal bij voor zichzelf een enkel rantsoen kunnen ontvangen en hst huisgezien zal hel verschil bekomen. Anderzijds mogen dc weduwen van gedu rende den veldtocht gesneuvelde, overleden of verminkte krijgslieden, die 3 en meer on gehuwde kinderen hebben, wleke onder een zelfde dak wonen als zij. een dubbel rantsoen ontvangen. Een driedubbel rantsoen zal eveneens mogen afgeleverd worden aan weduwen met zes en meer kinderen. De rookartikels werden aan deze weduwar. niet afgeleverd. De gedemobiliseerde officieren en het dragen van het uniform Op voorstel van dsn Minister van Lands verdediging vaardigde de Koning een besluit uit dal run de oud-hulpofficieren en oud- re serveofficieren voor den duur van den oorlog die niet behoorden lot de op rustgeld gestelde officieren en niet onder dienst gehouden wer den bij het leger doch oorlof kregen om den eerelitel van hun vroegeren graad van officier te behouden, toelaat, indien zij zulks verlan- gezeten was, en sprak haren naam met eene zwakke stera uit. -Hij herkent mij riep Manette hg is eindelijk lot zichzelven gekomen Dierbare zuster, hebt gij mij opgepast O, ik heb u geen oogenblik verlaten 1 Hoe lang ben ik ziek geweest Dit is de achttiende dag, dat gij bedle gerig zijt. Gij zijt ziek. waarlijk zeer ziek geweestmaar Goddank nu zuil gij beter worden. En hebt gij iets van den Markies verno- men Ja, stel u gerusthij is genezenzijne wonde is reeds gesloten. Deze verzekering deed mij goed ik sprak niet meer, maar glimlachtte tegen Manette, en onderwierp rag blindelings aan de voor schriften van den geneesheer. Nauwelijks was ik van mijne zware siekte hersteld, of ik bezocht Manette en haren vader, en vervolgens aan een geheimen aan-' drang gehoor gevende, ging ik naor het hotel van den Qraaf» obi de plaats aan te 6tare«, in welke ik zoo vele gelukkige jaren had doorgeracht. Ik ontdekte licht, gedruisch( rijtuigen, bediendener werd een balge geven. Ik boorde iemand bet woord bruid noemen. In wanhoop liep ik naar buts, nam al hel geld, dat ik in mgnen lessenaar vond, kuste mijn broeder, die recdssUep, voor het hoofd, en ontvluchtte. Niemand wist waarheen De getrouwe Manelte meende mg eerst te moeteu zoeken aan bet hotel van den Graaf. Zij greep den klopper van de groote poort het hart ontzonk haar. Nog eens greep zij den klopper. Mijn Andries, dacht ze, is meer waardig, dan al die groote heeren te zamen. Wal raakt mij de ontevredenheid hunner bedienden, als ik slechts bericht van hem kan inwinnen Zij hoorde van mijne bruiloft, en verklaarde zich eensklaps de oorzaak van mijne verdwijning. - O mijn arme Andries riep zij uithij is zeker geheel wanhopig geweest. Wat kan hij dan hebben Waar kan hij gegaan zijn Hoe ongelukkig ben ik Zij weigerde naar den (roost van baren vaderen van Pieter U luisteren. Alle drie begaven zich dagelijks in ouderscheidene inrichtingen, om mij te zoe ken. Intusscheo verliep de tijd, zonder dat zij eenig spoor ontdekten. De smart van Ma nette nam dagelijks toe, doch de droefheid van Pieter begon van lieverle te slijten Manelte smeekte baren vader om de vrij heid van mij te gaan opzoeken maar dit werd haar niet vergund, en nu bracht zij den eenen dag na den anderen in tranen door terwijl Pieter, die in de handen gevallen was van denzelfden lustige» snaak, welke mij eenmaal had bedrogenr ineen cindeloozen kring van vermaak, dartelheid en ongebon denheid voortleefde, bet legaat van den hoer Dermülv zoo ver hijerover beschikken kon in het gezelschap der losbandigsle jongelie den zoek maakte, en op weg was, om nog Iietderijker te worden dan een van hen. Als hij zich echter, in oogenblikken van voorbij- gen, het uniform van hei korps of den dienst waartoe zij be'hoorcn, te dragen. Dit oiu plechtigheden of officieele feesten bij te wonen (zooals bij voorbeeld de Te Deum, wapenschouwingen, tooneelveorstellingen door de Koninklijke familie bijgewoond en over het algemeen alle plechtigheden of feesten ingericht door de burgerlijke of krijgs- overheden,) eveneens bij militaire vergaderin gen of op familiefeesten. Eerst moeten zij nochtans verlof bekomen van den bevelhebber der provincie waarin zij verblijven. Om het uniform te dragen in den vreemds moeten deze officieren toelating vragen bij het Departement van Landsverdediging. De hulpofficieren op de schiet en krijgsoefeningen. De Minister van Landsverdediging komt voor te schrijven dat de hulpofficieren dia gevraagd hebben om in de reserve kaders opgenomen te worden, doch wier toestand op dit oogpunt nog niet geregeld is, van nu af aan reeds mogen gehandeld worden als reserveofficieren voor hei tijdperk van schiet, en krijgsoefeningen, indien zij den wensch uitdrukken deze bij te wonen. Dd toestand verbetert te Berlijn Dinsdag werd uit Berlijn gemeld De toestand is veel verbetert. De spoor wegen hebben het verkeer hernomen. Spijs- en drankhuizen zijn weder open, alsook de magazijnen. In alle straten zijn vele wandelaars. De huurrijtuigen welke verscheidene dagen als bij too verslag verdwenen waren, zijn ook terug verschenen. Evenwel is de toestand, nog niet geheel geruststellend. Men denkt nog steeds dat de Spartakisten eene nieuwe staatsgreep zullen wagen. liet gouvernement zal eerstdaags in de Nationale Vergadering een wetsontwerp neer leggen, betrekkelijk het vonnissen der daden van hoogverraad en der personen die voor de krijgsgerechten kunnen verantwoordelijk gesteld worden. Wat de Amerikaansche gezant te Berlijn zegt. Wolf's agentschap deelt volgende nota mede De Amerikaa.ische gezant le Berlijn heeft aan het gouvernement zijne voldoening uitge drukt over het mislukken der militaire staats greep en hel herstellen van het grondwettelijk gouvernement. Hij verklaarde zich overtuigd, dat het Amerikaunscbe volk, algemeen, de pogingen om het wettig gouvernement met geweld omver te werpen, zou afkeuren. De wanordelijkheden brengen het hernemen der goede betrekkingen met Amerika in gevaar en zouden ook de maatregelen welke reeds getroffen werden, om aan Duiiscbland mond voorraad le bezorgen en zijne economische positie te verbeteren, grootelijks schaden. De Amerikaansche kolonie verlaat Berlijn Uit Berlijn wordt aan de Reinisch West- fallische Zeitung eemeld dat de Amerikaan* sche gezant te Berlijn bevel gegeven heeft aan al de Amerikaansche onderdanen, te Berlijn verblijvende, deze stad te verlaten en zich naar Coblentz te begeven, daar er geen voldoende waarborgen kunnen gegeven worden voor hunne veiligheid te Berlgn. Uit het Roerbekken. De linkervleugel van hetRoode leger strekt zich uit van Duislagen over Holden, lot Doe len. Op dit gedeelte van het front duren de hevige gevechten voort. Warsurn en Dor- ten zijn in handen der Spartakisten. Deze rukken thans op in de richting van Wesel. gaand nadenken, beklaagde, dat al zijn geld opraakte, troostte zijn lustige makker hem, met te zeggen. Pieter gij hebt thans een meester! ij ken sloot op den biljart gemaakt gij kent alle kaartspelen in den grond gij ledigt uwe drie flesschen, zonder een oog to verdraaien, en rookt eiken avond vijf of zes sigaren, zonder ziek te worden zulke uilslekendo hoedanighededen, man, verkrijgt men niet voor niets I Hoe geheel anders ging het toe aan hot huis van den waardigen waterdrager Hier werd dagelijks aan mij gedacht, dagelijks over mij gesproken. Bernard was onvermoeid in het doen van onderzoek, en wendde alles aan, em zijne dochter te troosten want hij ontdekte met bekommering, hoeveel invloed dc smart op bare gezondheid had. Zij was bleek en droefgeestig hare krachten namen, blijkbaar af. Mijne arme zuster had sedert mijne vlucht niets gedaan dan zuchten en woenen. Maar meisje wilt gij u dan doodtreu- ren vroeg do goedhartige vader. Neen, antwoordde zij, maar ik moet Andries vinden. Laat mg o besle vader, laat mij hem gaan zoeken Ln waar zoudi gij naartoe gaan, mijn, arm kind Op deze vraag kon Manelte niet antwoor den. Zij sloeg hare oogen neder, en poogde voor 't minst have tranen te verbergen. l't Vervolgt)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1920 | | pagina 1