25
GENERAAL DE GASTELNAÜ
ANÖRIES, DE SAVDYAARD
MEVROUW DE GASTELNAU
No§ is Interpellatie tepn
Minister Wanters
Na de staatsgreep in
Duilschland
Donderdag
Haart 1920
BELGIE EN HOLLAND
Ministerie van Landsverdediging
Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Tel. 114
XXVI» JAARGANG NUMMER 72
D A. GB L A D 7 CENTIEMEN Uitgever J. Van Nuffel-De Genöt
j 0. L. Vrouw Boodschap
Zon op5,58, onder 6,18
Eerste kwarlier den 27 I
Publiciteit bulten het Arrondissement Aalst, zioh te wenden tot hel Agentschap Havas. 8, Msritiaarplein, te Brussel8, Place de la Bouree, Parijs en 105, Gheapside, Londen.
De Franscko generaal, die heden
Donderdag te Gent komt spreken, is
Zondag te Brussel het voorwerp ge
weest van geestdritligo betoogingen.
Al wat de hoofdstad aan voorname
personen telt, is naaf zijn woord ko
men luisterende koning en de hertog
van Brabant, de gezanten van Frank
rijk, Engeland on der Vereonigde-
'Staton, de meeste ministers en staats
ministers, do gouverneur van Brabant,
de burgemeester yan Brussel, da voor
zitters van Senaat en Kamer, vele le
den van bet Parlement, de hoogere
officieren van bet leger, de magistra
tuur, de geestelijkheid.
En het is de primaat van België
geweest, de groot-organisator van bet
verzet in België tegen de verdrukking,
die niet den redenaar aan de aanwe
zigen, maar de aanwezigen beeft voor
gesteld aan den overwinnaar van dpn
Grand Couronnó, den redder van
Nancy, den veldheer die bet verzet
van Verdun inrichtte.
godsdienstige pers.Men noemde hem
le gapiïcin botté, d» gelaarsde capu-
cien en bespetèo verachtelijk dien lom
pen vlegel, die naar de kerk ging.
Foch was natuurlijk, omdat zijn
broer Josuiet was, in een ander orde
gerangschikt en die was de Jósuite
botté, d» gelaarsde Jesuietal even
dom en achterlijk als Gastelnau, am
per goed om een wijwaterkwispel te
agen in stee van een degen, laat
staan een maarschalkstaf.
Het is een der meest beroemde fi
guren uit den oorlog.
Mario Josep Edmond, markies do
Curières de Castelnali, zag het levens
licht op Kerstdag 1851 te Sainte Afri-
que, aan de hoorden van de Sorgue.
De leuze der Castelnau's luidt
CURRENS POST GLORIAM SEMPER. Steeds
ter betrachting van den roem. En den
roem heeft hij betracht als man van
eer, van plicht on van geweten.
Gedurende vijftig jaren was hij sol
daat; op 19-jarigen ouderdom, in
1870, op de oevers van de Loiro, was
hij kapitein en 45 jaren lang heeft hij
zijne beste krachten gewijd aan de
herinrichting van het Fransche leger,
opdat het worden zou het werktuig
der overwinning.
Vader van 12 kinderen had hij zes
zonen aan hel. front en 3 zijn gesneu
veld, gevallen voor hun land, in den
strijd voor de Eer en voor hun Recht.
CüRRENS POST GLORIAM SEMPER, als
echte Castelnau's.
Castelnau is zijn leven lang een dap
per soldaat, een voorbeeldig huisva
der en in alle levensomstandigheden
een christen uit één stuk geweest.
Hij kende geen politiek, liot zich
niet in met den Staatsvorm, diende
trouw de republiek, maar eisebte dat.
in de republiek, ieder vrij zijne over
tuiging kon uiten en de katholiek geen
paria, geen uitgestotene was.
Hij gaf dan ook het voorbeeld van
katholiek zijn aan zijne troepen, ging
's morgens alle dagen naar de mis en
naderde ter H. Tafel.
In den cnzaligon tijd van het Com-
bisme was dat voldoende om op hot
zwart boeksken te staan en het voor
werp te zijn der aanvallen in de anti-
17® VERVOLG.
En niet wien hebt gij gevochten Ik
kan de oorzaak van uwen toorn wel radon. De
Markies maakt zijn bof bij zijne nicht, en gij
bemint Adolphine ook het is om haren 'l
♦wil, dat gij gevochten hebt.
Ik zou Adolphine beminnen Wie kan
u zulks bij mogelijkheid gezegd hebben
Hij denkt, dat ik het nooit heb opge
merkt zuchtte Manelte, met baren zakdoek
voor de oogen. Ach ik heb die ontdekking
reeds voor lang gedaan
Het geheim 'l welke ik meende dat in mijn
eigen boezem begraven tag, was dus aan
Manette bekend I Maar thans kon ik ten
minste al mijne aandoeningen voor baar
blootleggen.
Gij bedriegt u niet, zeide ik, hare hand
nemende. Ja, ik bemin Adolphine, en uit
dezen hartstocht onlssaat de smart, die zoo
duidelijk op mijn gelaat te lezen is. Ik weet
«eer wel, daler geeoe hoop voor mij bestaat;
doch mijne liefde is sterker dan mijne rede,
en maaki al mijne betere besluiten krachte
loos. Ach, MancUc*! boe ongelukkig ben ik 1
Manette weende bitterlijk. Die dierbare
zuster hoe deelde zij in mijn gevoel l
Geheel terneergeslagen door de verschil
lende gebeurtenissen van den dag, werd ik
plotseling door eene hevige koorts aangetast:
mijne tanden klapperden in mijn mtfnd, mijn
De edeto gado van den geriëraal, de
moedor zijner kinderen, mag tevens
wel als voorbeeld gesteld worden aan
de Belgische en Frausche vrouwen.
Ook van haar worden prachtige ka
raktertrekken verhaald.
Al hare zonen en haar echtgenoot
streden tegen den vijand. Zij bad.
Reeds bloedde haar hart... Reeds
twee barer geliefde zonen hadden hun
leven geofferd voor het Vaderland.
Zekeren morgend, naderde zij in
het kleine dorpskerkje, waar zij lede
ren dag ging neerknielen om God te
vragen dat Hij Frankrijk zou redden
en indien het Zijn Wil was. Hij hare
beminde soldaten zou sparen, tot de
Heilige Tafel.
De oude pastoor had juist verno
men, dat er nog een Gastelnau ge
sneuveld was. En bij was gelast de
smartvolle tijding aan de moeder mede
te deelen.
Zijne handen, welke da II. Hostie
en den kolk houden, boven.
Mevrouw de Gastelnau bemerkte
zulks. Zij slaat de oogen op en ziet de
tranen langs de wangen van den ai'
men herder leken.
Zij begrijpt alios.
En zachtjes, met gobrokon hart,
met eene stem welke slechts aan oen
zucht gelijkt, vraagt zij alleen
o De welke. Mijnheer de Pastoor,»
Generaal de Gastelnau heeft thans
een nieuw arbeidsveld, waar hij met
woord even loyaal, doch vastberaden
zooals op het slagveld voor Frankrijk
strijdt.
de Gastelnau zit in de Kamer en
verdedigt, zonder dat nog iemand
durft spotten, het herstel van den (ami'
lie geost, de noodzakelijkheid der tal
rijke gezinnen.
Hij bemint zijn land, zooals hij don
odsdienst zijner vaderen lief boeit en
de moeder zijner kinderen vereert. Al
wie de Gastelnau begroet, vorheerlijkt
de grondvesten der ideale samenle
vinggodsdienst, vaderland en huis
gezin.
En kan er wel prachtiger strijd ge
streden worden, dan voor zulke ide
alen
leden beefden, en ik was nauwelijks in slaat
op mijne beenen te staan.* Mijne zuster smeek,
te mij te mogen vergezellen.
-- Beste Andries zeide zijgij lijdt zwaar
gij zijt ziek. Ik weet zeker, dat vader het zal
toestaan. Wie toch zou u zoo goed kunnen
oppassen, als uwe eigene zaaier (Neen, ik wil
u nooit moer verloten als ik u hinder,
spreek dan tegen mij vaa uwe liefde, van
uwe Adolphine, en ik zal geduldig naar alles
luisteren.
Hoe was het mogelijk, haar iels te wei.ge-
ren Manetic maakte spoedig een klein pakje
van hetgene zij zoo noodig had. en daarna
vertrokken wij te zamen. De koortahad zich
reeds geheel van mij meester gemaakt, en
mijne hecnett beefden onder mijn lichaam.
Ik leunde zwaar op dan arm mijner goede
zuster, en op deze wijze bereikten wij einde
lijk mijn verblijf. Pieter en Bernard zaten
reeds op mij te wachten. Zij waren verschrikt
over nen toestand, waarin ik mq be
vond.
Eene hevige ijlhoofdigheid volgde spoedie,
en ik was niet langer in staat mijne vrienden
te herkenen. Veel gelukkiger dan degenen,
die mij omringden, zag ik de tranen niet,
welke zij stortten, gevoelde ik den angst
niet, dien ik hun veroorzaakte.
Ik bleef langen ltjd in eert gevaarlijken
toestand. Op zekeren dag echter openden
mijne oogen zich weder voor hellicht, en
mijn verstand koerde terug. Ik ontdekte Ma.
nette, die aan hot benedeneinde van mijn bad
Sommige socialistische bladen raaen
maar altijd voort van de interpellatie in
de Volts kamer over het faraeuee heroor
i"ading«ielsel van don Rooden Minister
Wanters
Ziehier ons gedacht daarover
De interpellatie over de bevoorrading is op
vreemde wijze afgeloopen.
Alles te samon genomen heeft de heer Wau
ters op de volgende elementen gespeculeerd
Ik persoonlijk ben een eerlijk man. En de
Kamer heeft toegejuicht omdat* iedereen zulk
meende. Daarna heelt 'de heer Wauters liet
noodzakelijke doen uitkomen van staatstus
schenkomst in de Bevoorrading. en ook
daarover waren al de 'eden het roerend eens
Dit is het «Succes» van onzen minister van
Bevoorrading1!!I
Maar wal nu over de vergunningen???
Dit was de grond der interpellatie. Dc
minister heeft zich zelt verdedigd als hij
niet aarig vallen werd en zim stelstel dat
sedert maanden de bitterste bewoordingen
verwekt heeft hij zus en zoo overpraat. De
vraag Wat is beter is geen antwoord op
hel verwilt dat het systeem slecht is. En
juist omdat hij als minister bevoegder en
knapper moet zijn dan de rest van de men
schen die geen verantwoordelijkheden dra
gen over de bevoorrading moest HIJ zelf we
ten wat beter is dan zijn hatelijk stelsel van
vergunningen.
De grond der interpellatie blijft onaange
roerd. Minister Wauters zal allicht naar een
redelijker richting zwenken. Zooniet blijft
de kwestie even scherp gesteld als in het
voorgaande en geen dagorde zooals deze die
gestemd werd zal Minister Wauters het noo
dige gezag verieenen om TEGEN den wil
van hel land e,en verderfelijk regiem in le
ven te houden.
Heel do bevolking, de werklieden zoo
wel als de burgers zijn beu der ROODE
onhandigheid in het besturen dier Be
voor rading.
CROPS
Nogdecnderteekening van 't nieuw verdrag
Geone ministerieaio krisis... voor het
oogenblik
Onze konfialer, La Libre Belgique,
schrijft nog over het onderteekenen van het
nieuw Belgisch-Hollandsch verdrag
Het besluit, Maandag avond in den mi
nisterraad genomen, na eene dubbele en
langdurige beraadslaging, is de vrucht van
?edachtenwi$selmgen, Avelke reeds weken
geleden aangevangen waren.
Verleden maand nog was bet gouverne
ment verre van 't akkoord te zijn op die
kwestie. Vier ministers, MM. Renkin, De
strée, Jaspar en Janson, oordeeluen, dat hei
ekonomisch verdrag met Holland kon be
krachtigd worden, doch dat heel het politiek
vraagstuk moest achterwege gelaten worden,
daar deze kwestie volgens hen niet moest af
gehandeld worden tussehon Belgie en Hol
land alleen, doch door al de grootmachten,
vermits het internationaal statui van België,
van Eurepeesch belang is.
In de beraadslagingen van Maandag
laatst, zette M. Hymans opnieuw den toestand
breedvoerig uiteen en hij kon MM. Janson
en Jaspar overhalen, zich bij de ziea&^vijze
van de meerderheid van den ministerraad
aan le sluiten en het verdragsontwerp met
Holland aan te nemen.
M. Janson legde dan uit welke redenen
hem aangezet hadden, dat besluit te nemen.
Zijn uitleg was zeer duidelijk en maakte die
pen indruk.
MM. Renkin en Destrée volhardden in
hunne zienswijze, doch hel is overdreven, te
zeggen, dat dientengevolge eene ministerieele
krisis nakend is, (lat de positie dezer twee
ministers wel wat kiesch zal rijn, wanneer
het verdrag, waarover tien ministers op
twaalf't akkoord zijn, in de Kamers ter be
krachtiging zal voorgelegd worden.
Het is zeker, dat alsdan eea hevig debat
zal volgen en dat MM. Renkin en Destrée ge
dwongen zullen zijn uitleg te geven.
Het gouvernement denkt echter dat deze
kwestie niet voor de maand Juni zal ten
berde komen en tegen dien tijd kan het in
ternationaal statut van Belgie reeds een stap
vooruit gedaan hebben.
Overigens is men overtuigd, dat de te
genkanting van MM. Destree en Renkin zal
vallen, den dag dat Belgie op ernstige waar
borgen zou steunen voor zijne veiligheid.
In ministerieele kringen verzekert men
dat het toegelaten is te denken, dat deze
waarborgen ons weldra zullen gegeven wor
den.
Hier mag wel bijgevoegd worden, dat
men hier eene hoofdzakelijke fout begaan
heeft, door de onderhandelingen over de
Bclgisch-Hollandsche verdragen aan tc vatten
vooraleer eerst de kwestie der waarborgen
voor Belgie geregeld te hebben.
Overigens is het ook nog voorbarig, nu
reeds hej polilitiek verdrag af te keuren of
ie beknibbelen, vermits het gouvernement
goed gevonden heeft, het verdragsontwerp
nog niet le veropenbaren.
Het Komiteit "van Nationaal Politiek heeft
een protest telegram gezonden aan den Koning
waarin het dezen bezweert, het teekenen van
het verdrag te verdagen. De Patriottenbond
heeft ook verzet aangeteekend tegen het aan
nemen van het Belgiscb-Hollandsch verdrag.
In de militaire magazijnen
Eeo ministerieele omzendbrief van 23 Oogst
1919 geeft o. m. toelating aan de famillien
van gehuwden en in werkelijken dienst zijnde
officieren, beroepsvrijwilligers en militairen
die dienst hernomen hebben, alsook aan de
wedumen van gedurende den veldtocht ge
sneuvelde, overleden of verminkte krijgslie
den, om verschillende waren aan te koopen
in dc magazijnen voor officierenen troepen.
De eerste kunnen een dubbel, de laatste een
enkel rantsoen bekomen.
Om rekening te houden met de lasten die
op famillies met talrijken kinderen wegen,
omtde Minister van Landsverdediging, voor
te schrijven dat vanaf ln April e. k. de fami-
lien uit hierboven vermelde kategorieën,
samengesteld uit zes personen en meer (uit-
sluitelijk de ouders en de ongehuwde kinde-
•en die onder hetzelfde dak wonen) maande
lijks een driebubbel rantsoen (uitgezonderd
voor de rookartikelen) zullen mogen ontvan
gen. Vierdubbel rantsoen zal eveneens toege
kend worden als de familie uit 8 of meer
personen bestaat. Indien de gehuwde militair
om dienstreden, van zijne tamilie gescheiden
is, zal bij voor zichzelf een enkel rantsoen
kunnen ontvangen en hst huisgezien zal hel
verschil bekomen.
Anderzijds mogen dc weduwen van gedu
rende den veldtocht gesneuvelde, overleden
of verminkte krijgslieden, die 3 en meer on
gehuwde kinderen hebben, wleke onder een
zelfde dak wonen als zij. een dubbel rantsoen
ontvangen. Een driedubbel rantsoen zal
eveneens mogen afgeleverd worden aan
weduwen met zes en meer kinderen. De
rookartikels werden aan deze weduwar. niet
afgeleverd.
De gedemobiliseerde officieren en het
dragen van het uniform
Op voorstel van dsn Minister van Lands
verdediging vaardigde de Koning een besluit
uit dal run de oud-hulpofficieren en oud- re
serveofficieren voor den duur van den oorlog
die niet behoorden lot de op rustgeld gestelde
officieren en niet onder dienst gehouden wer
den bij het leger doch oorlof kregen om den
eerelitel van hun vroegeren graad van officier
te behouden, toelaat, indien zij zulks verlan-
gezeten was, en sprak haren naam met eene
zwakke stera uit.
-Hij herkent mij riep Manette hg is
eindelijk lot zichzelven gekomen
Dierbare zuster, hebt gij mij opgepast
O, ik heb u geen oogenblik verlaten 1
Hoe lang ben ik ziek geweest
Dit is de achttiende dag, dat gij bedle
gerig zijt. Gij zijt ziek. waarlijk zeer ziek
geweestmaar Goddank nu zuil gij beter
worden.
En hebt gij iets van den Markies verno-
men
Ja, stel u gerusthij is genezenzijne
wonde is reeds gesloten.
Deze verzekering deed mij goed ik sprak
niet meer, maar glimlachtte tegen Manette,
en onderwierp rag blindelings aan de voor
schriften van den geneesheer.
Nauwelijks was ik van mijne zware siekte
hersteld, of ik bezocht Manette en haren
vader, en vervolgens aan een geheimen aan-'
drang gehoor gevende, ging ik naor het
hotel van den Qraaf» obi de plaats aan te
6tare«, in welke ik zoo vele gelukkige jaren
had doorgeracht. Ik ontdekte licht, gedruisch(
rijtuigen, bediendener werd een balge
geven. Ik boorde iemand bet woord bruid
noemen. In wanhoop liep ik naar buts, nam
al hel geld, dat ik in mgnen lessenaar vond,
kuste mijn broeder, die recdssUep, voor het
hoofd, en ontvluchtte. Niemand wist waarheen
De getrouwe Manelte meende mg eerst te
moeteu zoeken aan bet hotel van den Graaf.
Zij greep den klopper van de groote poort
het hart ontzonk haar. Nog eens greep zij den
klopper. Mijn Andries, dacht ze, is meer
waardig, dan al die groote heeren te zamen.
Wal raakt mij de ontevredenheid hunner
bedienden, als ik slechts bericht van hem kan
inwinnen Zij hoorde van mijne bruiloft,
en verklaarde zich eensklaps de oorzaak van
mijne verdwijning.
- O mijn arme Andries riep zij uithij
is zeker geheel wanhopig geweest. Wat kan
hij dan hebben Waar kan hij gegaan zijn
Hoe ongelukkig ben ik Zij weigerde naar
den (roost van baren vaderen van Pieter U
luisteren. Alle drie begaven zich dagelijks in
ouderscheidene inrichtingen, om mij te zoe
ken. Intusscheo verliep de tijd, zonder dat
zij eenig spoor ontdekten. De smart van Ma
nette nam dagelijks toe, doch de droefheid
van Pieter begon van lieverle te slijten
Manelte smeekte baren vader om de vrij
heid van mij te gaan opzoeken maar dit
werd haar niet vergund, en nu bracht zij den
eenen dag na den anderen in tranen door
terwijl Pieter, die in de handen gevallen was
van denzelfden lustige» snaak, welke mij
eenmaal had bedrogenr ineen cindeloozen
kring van vermaak, dartelheid en ongebon
denheid voortleefde, bet legaat van den hoer
Dermülv zoo ver hijerover beschikken kon
in het gezelschap der losbandigsle jongelie
den zoek maakte, en op weg was, om nog
Iietderijker te worden dan een van hen. Als
hij zich echter, in oogenblikken van voorbij-
gen, het uniform van hei korps of den dienst
waartoe zij be'hoorcn, te dragen. Dit oiu
plechtigheden of officieele feesten bij te
wonen (zooals bij voorbeeld de Te Deum,
wapenschouwingen, tooneelveorstellingen
door de Koninklijke familie bijgewoond en
over het algemeen alle plechtigheden of
feesten ingericht door de burgerlijke of krijgs-
overheden,) eveneens bij militaire vergaderin
gen of op familiefeesten.
Eerst moeten zij nochtans verlof bekomen
van den bevelhebber der provincie waarin
zij verblijven.
Om het uniform te dragen in den vreemds
moeten deze officieren toelating vragen bij
het Departement van Landsverdediging.
De hulpofficieren op de schiet
en krijgsoefeningen.
De Minister van Landsverdediging komt
voor te schrijven dat de hulpofficieren dia
gevraagd hebben om in de reserve kaders
opgenomen te worden, doch wier toestand
op dit oogpunt nog niet geregeld is, van nu
af aan reeds mogen gehandeld worden als
reserveofficieren voor hei tijdperk van schiet,
en krijgsoefeningen, indien zij den wensch
uitdrukken deze bij te wonen.
Dd toestand verbetert te Berlijn
Dinsdag werd uit Berlijn gemeld
De toestand is veel verbetert. De spoor
wegen hebben het verkeer hernomen. Spijs-
en drankhuizen zijn weder open, alsook de
magazijnen.
In alle straten zijn vele wandelaars. De
huurrijtuigen welke verscheidene dagen als
bij too verslag verdwenen waren, zijn ook
terug verschenen. Evenwel is de toestand,
nog niet geheel geruststellend. Men denkt
nog steeds dat de Spartakisten eene nieuwe
staatsgreep zullen wagen.
liet gouvernement zal eerstdaags in de
Nationale Vergadering een wetsontwerp neer
leggen, betrekkelijk het vonnissen der daden
van hoogverraad en der personen die voor de
krijgsgerechten kunnen verantwoordelijk
gesteld worden.
Wat de Amerikaansche gezant te Berlijn
zegt.
Wolf's agentschap deelt volgende nota
mede
De Amerikaa.ische gezant le Berlijn heeft
aan het gouvernement zijne voldoening uitge
drukt over het mislukken der militaire staats
greep en hel herstellen van het grondwettelijk
gouvernement. Hij verklaarde zich overtuigd,
dat het Amerikaunscbe volk, algemeen, de
pogingen om het wettig gouvernement met
geweld omver te werpen, zou afkeuren. De
wanordelijkheden brengen het hernemen der
goede betrekkingen met Amerika in gevaar
en zouden ook de maatregelen welke reeds
getroffen werden, om aan Duiiscbland mond
voorraad le bezorgen en zijne economische
positie te verbeteren, grootelijks schaden.
De Amerikaansche kolonie verlaat Berlijn
Uit Berlijn wordt aan de Reinisch West-
fallische Zeitung eemeld dat de Amerikaan*
sche gezant te Berlijn bevel gegeven heeft
aan al de Amerikaansche onderdanen, te
Berlijn verblijvende, deze stad te verlaten
en zich naar Coblentz te begeven, daar er
geen voldoende waarborgen kunnen gegeven
worden voor hunne veiligheid te Berlgn.
Uit het Roerbekken.
De linkervleugel van hetRoode leger strekt
zich uit van Duislagen over Holden, lot Doe
len. Op dit gedeelte van het front duren
de hevige gevechten voort. Warsurn en Dor-
ten zijn in handen der Spartakisten. Deze
rukken thans op in de richting van Wesel.
gaand nadenken, beklaagde, dat al zijn geld
opraakte, troostte zijn lustige makker hem,
met te zeggen.
Pieter gij hebt thans een meester! ij ken
sloot op den biljart gemaakt gij kent alle
kaartspelen in den grond gij ledigt uwe
drie flesschen, zonder een oog to verdraaien,
en rookt eiken avond vijf of zes sigaren,
zonder ziek te worden zulke uilslekendo
hoedanighededen, man, verkrijgt men niet
voor niets I
Hoe geheel anders ging het toe aan hot
huis van den waardigen waterdrager Hier
werd dagelijks aan mij gedacht, dagelijks
over mij gesproken. Bernard was onvermoeid
in het doen van onderzoek, en wendde alles
aan, em zijne dochter te troosten want hij
ontdekte met bekommering, hoeveel invloed
dc smart op bare gezondheid had. Zij was
bleek en droefgeestig hare krachten namen,
blijkbaar af. Mijne arme zuster had sedert
mijne vlucht niets gedaan dan zuchten en
woenen.
Maar meisje wilt gij u dan doodtreu-
ren vroeg do goedhartige vader.
Neen, antwoordde zij, maar ik moet
Andries vinden. Laat mg o besle vader,
laat mij hem gaan zoeken
Ln waar zoudi gij naartoe gaan, mijn,
arm kind
Op deze vraag kon Manelte niet antwoor
den. Zij sloeg hare oogen neder, en poogde
voor 't minst have tranen te verbergen.
l't Vervolgt)