Oe rijzing in (jen wissel Na de sfaalsgraep in Onilssliiand 26 ANORSES, GË SAVOYAARD Vrijdag Mauri 1920 Zedelijke opbeuring De Spoorwegstaking in Spanje Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Tel. 114 T*> A Gr XXVI* JAARGANG NUMMER 73 BL, AD - 7 CENTIEMEN - Uitgever: J. Van Ndfpel-De Gendt H. Emmanuel I Zon op5,52, onder 6,20 j Eersle kwarlier den 27 Publiciteit bulten het Arrondissement Aalst, zich te wenden tot het Agentschap Hat A3, Martelaarplein, te Brussel; 8, Place de la Bourse, Parijs en 105, Gheapside, Londen. De zedelijko opbeuring is er ^rood- lioodig. Men spreekt veel te veel van stoffelijke opbeuring, die bijzonderlijk van pas komt aan het oudo front in West-Vlaanderen en langs de Loie, Schelde on Schipdonckscho vaart Paar zijn buizen te kort, want bet moeste getal werd vernield door de wederzijdscho beschietingen. Daiir zijn meubels en landbouwwerktuigen van doen. want bet moeste getal inwoners werden beroofd van alles wat ze be zaten. De Duitschers namen bet gerief mede en sommige verbondenen keken niet nauw om 't overgeblevene slinks te slaan, 't Stoffelijke is reeds min of meer hersteld. DeAmerikaanscbe hulp kwam er en wordt nog standvastig bedeeld. Rond Deinze insgelijks waar veel woningen uitgebrand of plat ge schoten werden on dus totaal onba- wooübaar blijven ziel men reeds ba rakken zooals op 't perste en oudste front oprijzen. Zeker en vast moot men do menschen helpen en men kan niet te veol doen voor dezen die alles wil lens nillens moesten offeren voor het Vaderland en zijne vrijmaking en ver. lossing uit do klauwen van tergende, uitbuitende en vernielende vijanden. Maar... de zedelijke-opbeuring, zie daar wat verre ten achter blijit. Zij toch is er eerst en meest noodig. En als zij besrsebt, is of komt welhaast voorspoed, geldwinning, rust, vreod- zaaru leven, zekerheid van bestaan en vooruitgang. Zonder deze regeert bet hondenleven met zijne trawanten als tegenspoed, verkwisting, ontoereikend en onverzadigond slecht plezier en vermaak, ontucht, ontrouw, onrechl- veerdigbeid, bedriegerij, dieverij, op hitsiug, nflroggolarij, weerstand, lui heid, slechte opvoeding on zeer ver achtend onderwijs. Ons volk moet een böoger ideaal dan slecht woreldscb plezier, driften involging en vorslaald zijn aan zinge not beoogen en koesteren. Het licbaamsgonot brengt geen ge luk of vrede by. Het zieloleven is daartoe alleen in staat en bij machte. 't Is te hopen dat de wet op de cinemas zal doorgaan, opdat onze kin deren ton minste zouden vrij blijven van vroegtijdig bedorl en levenslang teleurstellenden ondergang. En zooals bet E. H. Ach. Do Wulf, in bet pas verleden congres dormaatscbappelijke werken toOudoiiaardegeliouden, uitte: Waarom zouden wij bet verbod tot do danszalen niet uitbreiden Deze zijn insgelijks aller verderfe lijkst voor de lichamelijke en zedelijke gezondheid onzer bloeiende jeugd. De wetgevers beginnen te begrijpen dat de zucht naar allesvorslindend genot en geile vermaken over zijn bout gaat en zulks de maatschappij on de familie zoowel als de eenling en ons duurbaar vaderland onvermijde lijk vroeg of laat moet den doodsteek 18" VEUVOIG. Zes maanden waven er reeds sedert mijne vlucht verloopcn, toen Maneite op zekeren morgen plotseling uitriep, dat zij wist waar ik mij ophield .te Fonlaineblau, in de nabijheid van het landgoed der Gravin. Zij bad gelijk. Haar vader gaf haar eindelijk met wederzien zijne toestemming, om mij op tc zoeken. Hare eerste pogingen waren geheel vruch teloos maar zij gaf den moed niet verloren. Op zekeren dag. op eene wandeling, bleef zij. eensklaps staan, daar zij mijn stap meen de te herkennen. Met een gil van vreugde vloog zij in mijne armen. Alles was het werk geweest van een oogenblik. Manette's hoofd lustte op mijne borstZij noemde mij An dries, haren dierbaren Andries, et^nog was ik van mijne verdazing niet bekomen. Manefte in mijne armen! Op deze plaats Kon het mogelijk zijn Mijne oogen drukten rondor twijfel mijn gevoel uil want zij haastte zich te zeggen Gij zijt verwonderd, Mijnheer ja, ik zie dat hij verwonderd zijt. Dewijl gij ons missen kunt, houdt gij het ook voor zeker, dat wij u missen kunnen en dewijl gij op gehouden hebt ons te beminnen, volgt daar* ook van zelvo, dat wij u niet meer beminnen moeien toebrengen indien die onzedelijke kan ker voortwoekert en niet geheeld wordt. Nog eens herhaald de godsdienst en zijne wetten moeten meer waarge nomen en gevolgd worden en dan zal onze zedelijke opbeuring meer tot stated komen. O mochten we zulks gauw en rap zien gebeuren HET ENOSLSCH POND AAN 55 Gisteren heeft het pond sterling liet hoog gtsrecord geslagen: liet. staat nu nagenoeg 55 frank; aan den prijs van 5i fr. 9U werd gisteren ter Beurs verhandeld. Eu dit, ondanks het ontstaan van een Co miteit van den Wissel- in Brussel, dat als zending heeft over alle verhandelingen kon trool uit te oefenen; Ondanks de stichting eener «Internationale Kas» ter verzekering op de verhandeling op langeren datum. Niettegenstaande alles neemt de waarde vermindering van onzen frank afmetingen die onvermijdelijk tot een paniek liidenmoe ten. Indien ooit eene regeeringsverklaring noo dig blijkt dan is het in dit geval, tot ge rustetellmg der kooplieden, voor nog teslui ten handelszaken oi voor de. loopende kon trnkten. Deze ontredderde houding van de valuta markt slaat den handel niet. lamheid en be lei de ont-plooing van eiken ondernemings geest bij kooplieden en industrieelen. Eene offioieele verklaring zal natuurlijk geen redding brengen, maar ze kan uitleg gingen over de zaak gevende, er licht wer pen dat zijn geruststellen en invloeden kan uitoefenen en de onrust bedaren. Hegeeringsmensclten weten meer -dan het gewoon publiek; ze kunnen over den onder grond der depreciatie van den wissel, die misschien het gevolg kan zijn van tot ver val komende verbintenissen ophelderingen verschaffen, die wellicht zullen doen zien, dat v.e slechts tijdelijk voor een scherpen doch tijdelijken krisis staan. W «j geven deze vraag in bedenking over tuigd dat de regeer ing een groeten dienst aan de handels en nijverheidswereld bewij zen indien ze een geruststelling kon sehen ken. Laat ons niet uit het oog verliezen dat. er in ons land gewerkt wordt meer don elders dat we voortbrengen zooals gevraagd word en dat onze uitvoer van maand tot maand toeneemt. En men dit feit beeft onzen frank feitelijk van maand tot maand minder waarde Dat is de toestand welke dient toegelicht te worden en we dringen bij den achtbaren lieer Minister DELACROIX aan, opdat hij zoo spoedig als het kan in de mate van het- mogelijke licht werpe op een staat- van za ken die op vele plaatsen, al zoo duister is als de Bijbel. Da houding der regeering Dinsdag is op heel het spoorwegnet de slaking uitgebroken. Al de stalies van Madrid werden door de gendarmen bewaakt. Inci denten vielen niet voor. In de hoofdstad werd den militairen opdracht gegeven voor het spoorwegverkeer to zorgen. De bladen veroordeeien de ssaking. De regeering wil met de maatschappijen onder- bandelen. De regeering keurt can loons-verhooging goed en zal de maatschappijen verantwoor delijk stellen voor de ontreddering in hel verkeer. Zij beschouwt de staking als een revolutionnaire poging, daar men zijn toe vlucht niet nam noch tot een verwittiging noch het verplicht scheidsgerecht. Latere telegrammen uit Madrid melden ons dat de maatschappijen het ministerieel voorstel tot oplossing der staking aanvaard hebben. Aan de maatschappijen zal een voorschot van loonsverhooging voor een maand worden toegekend. JgjVele arbeiderssyndikaten vaststellend dat de slaking door de maatschappijen werd ingericht, zouden besloten hebben het werk te hervatten. Frankrijk en het Vatikaan De commissie» var, huitenlandsche zaken cn van financies onderzochten het ontwerp tot het hernemen der diplomatische betrek kingen met het Vatikaan. M. Mjierand wees hierbij op het belang »an Frankrijk en van den 11. Stoel. Er is geen sprake van een concordaat te hernieu wen. De terugkeer van Elzas Lotharingen noodzaken zulke betrekkingen. Millerand oordeelt de benoeming van een gezant ver kieslijker boven deze van een minister. Voorbereidende onderhandelingen zijn met cardinaal Gaspart! aan gang. De - Echo de Paris noemt als mogelijke afgezant bij hot Vatikaan, M. de Margwie, thans afgezant te Brussel. Protest der kolenhandeiaars. De beroepsverceniging der Kolenhande laars van Balgië hield gisteren Woensdag, om 11 uur, eene protestvergadering, in de Vlaamsche Brouwerij te Brussel. Ruim 1,000 kolenhandeiaars waren aanwe zig, evenals enkele volksvertegenwoordigers. De heer Liesenbergdts sprak eene rede voering uit, waarin oiwe regeering en de heer Jaspar, in 't bijzonder bet moesten ontgelden, om hun verderfelijke maatregelen ter beper king van den kolenhandel en ter uitschakeling van alle tusschen personen. De kolenhandeiaars zijn volgens spreker, in hun bestaan bedreigd. Zij zijn nochtans, wegens hunne bevoegdheid en hunne betrek kingen, onmisbare factors voor den goeden gang van den kolenhandel. De kolenhandelaars worden al te vaak als woekeraars enmercanli'saf .eschilderd. Maar verzekerd spreker, de kolenhandelaars heb ben steeds eerlijk handel gedreven. Behalve enkele uitzonderingen stellen allen zich te vreden met eer.e winst van 10 fr. Bij de kolenhandelaars zijn geone millioenairs te vinden, wel bij de houthandelaars die het hout voor de verwoeste gewesten met een winst van 1,200 t. h. verkoopen, bij de boe ren, bij de graanhandelaars. Spreker wijst erop dat de Regeering onder den invloed van de socialistische parlements leden, naar Staalshandel aanstuurd. Onze nijverheid en handel verkeeren in groot ge vaar. Het zijn nochtans Belgie's handel en nijverheid, die Belgic tol zijn vroeger wel vaart zullen terug brengen. De vergadering juicht toe als spreker uitroept Wij willen geene staatsinmenging in,den handel. Wij keuren al de maatregelen af welke aan de Duitsche bezetting herinne ren. Wij eisehen vrijhandel en vrije mede dinging die alleen bij machte zijn om den levensstandaard te doen dalen. Eene dagorde werd in dien zin aangeno men, nadat nochtans nadruk werd gelegd op het feit dat de kolenhandebars tegen lijdelijke beperkingen niet gekant zijn, op voorwaarde dat zij nuttig in het belang van het gemeene best geacht worden. Ontploffing te St. Lambrecht- Woluwe Twos onvoorzichtig» knapen gekwotst Gisteren avond had een geweldige ont ploffing plaats, op een afgelegen veld te St. uambreqhts-Woluwe. Eenige knapen hadden een hoeveelheid patnonen bijeengebracht, die zij in brand staken met lucifertjes. Plot seling ontploften de projektielen. Een der onvoorzichtige knapen, zekere Julius Ver hoeden, liep ernstige wouden op aan hoofd en handen, terwijl zijn maat Buckenhoudt, vreeset ijk in het gelaat werd gekwetst. Dc politiekouiniissaris Veldeman werd da delijk gewaarschuwd en begaf zich naar de plaats van het ongeluk. Verhoeden moest onmiddelijk naar de door de Invalieden be trokken villa Parmentier worden gibracht, terwijl het tweede slachtoffer huiswaarts ge zonden werd. Ik u niet meer beminnen? Ach Manette! Voorzeker, als wij iemand liefhebben, dan verlaten wij hem op deze wijze niet aan de grootste ongerustheid wij' ontvluchten hen als de pest, zonder een onkelen blik te werpen op dengenen, aan welken wij dier baar zijn, die van droefheid en wanhoop sterven - Maneite ik heb ongelijk ik gevoel het diep, dat ik ongelijk heb Gij gevoelt berouw Dan zal ik er geen woord meer van zeggen. Andries ik hebu teruggevonden ik ben zoo gelukkig o, zoo gelukkig Ik heb al de ellende reeds vergeten, die gij ons veroorzaakt hebt. Ik drukte Manette in mijne armen. Ik was verheugd, en tevens bedroefd haar te zien. De minnaars zijn als de kinderen wanneer zij verkeerd gehandeld hebben, schamen zij zich het te herkeunon. Maar wat zijt gij hier komen doen vroeg Af Manette. Eene schoone vraag waarlijk ik ben gekomen, om te zoeken. - Om mij te zoeken En hoe wist gij, dat ik mij hier bevond Mijn harlzcidc hei mij. Liefste Andries, hoeveel zorg hebt gij ons veroorzaakt Ach, vergeef het mijMaar, Manette, ik heb ook geladen. Ik weet hetmeent gij dat wij onkun dig zijn van de oorzaak uwer plotselinge verdwijning Ja. Mijnheerwij weten, dal de liefde u alles heeft doen verlaten, en al uwe betrekkingen en vrienden vergeten. - Manette - Ik zeg niets dan de waarheid, gij hebt wel reden, om uw aangezicht af to wenden. Doch de tijd zal u genezen, mijn vriend men zegt, dat hij de mannen nog eer vertroost dan de vrouwen. Mijn vader zal verheugd zijn u weder le zien, alsook uw broeder de arme Pielcr, die thans van den ochtend lot den avond rondloopt, in dg hoop van iets van u te vernemen. Kom met mij laat ons ter stond heengaan Wij moeten ons haasten om hen te troosten. - Neen, Manette, neenik heb gezwoo- ren nooit in Parijs te zullen lerugkeeren. Wat, Mijnheer, hebt gij gezworen Kom, kom zulke acdeo behoort uien nim mer te houden. Mijn vriend, kunt gij Let btrt hebben mij iets te weigeren Ik bleef echter standvastig, en nu ver klaarde Manette. dal zij uiede niet naar Parijs terugkecren, maar bij mij blijven wilde. Zij zoidc tot mijne landelijke hospita, dat zij mijne vrouw niet was. o neen. slechts mijne zuster en zij verkreeg op haar aan dringen, een verblijf met mij onder hetzelfde dak, en eene plaats in het bed van de vrouw zelve, 't welk zoo ruim was, verklaarde deze, dat vijf menschen er konden liggen, zonder elkander te raken. Manette was verheugd, cn ik was geheel van mijne streek. Ik wenschle haar goeden nacot, eu begaf mijjen Het gevecht van Wesel. Uit Grefeld worden volgende bij/onderhe den gemeld, over het gevecht van Wesel Van uit Buedericli was het een hoogst be langwekkend schouwspel. Aan dc poorten van Wesel, op 5 tot 600 meiers van dc groo* te brug over den Rhyn, welke door de Bel gische troepen bewaakt wordt, staan eenige duizenden mannen van de Reichswehr tegen over de vijfmaal sterkere spartakistcn. Al de Reichwehrtroepen der Roerstreek zijn hier samengetrokken en de Daitsche generaal Kabich heeft te Wesel zijn hoofdkwartier. De Reichswehr voert een strijd op leven en dood want de Spartakisten geven geen genade. Van voor Buedenich reeds staat iedereen aan zijne deur te luisteren naar het getale! der macbiengeweeren. Niemand durft voorbij Buedenich gaan. Op het oogenblik dat wij aan de brug van Wesel komen zijn de machiengcweren vree seiijk aan 't werk ten Zuiden der stad. Dc Belgen houden de wacht op de brug, aan den linkeroever. Op de andere zijde zijn de twee greote ijzeren poorten, die toegang geven tot de brug, bijna gesloten. Er is en kel een kleine doorgang. Daar ook is er een volledige wachtpost onder de bevelen van kapitein Lorget. Mitrailleurs en infanteristen wachten de gebeurtenissen af. De kapitein legt ons uit, dat de Spartakis ten er in gelukt zijn over dc Lippc te komen en nu ernstig de stad bedreigen. De gouver- neinentstroepen beschoten hen van uit de citadel. De Spartakisten brachten dan een ge- pantserden trein met twee kanonnen vooruit, losten eenige schoten en" trokken zich dan terug. Hier werden nog geene loopgraven aange le'gd. Zoosfrel gouvernementstroepen als Spartakisten, zijn bijzonder uitgerust voor de gevechten in de straten. Zij hebben geene spaden om loopgraven te maken, doch benutten alle incidenten van straat of veld. Eensklaps weerklinken wederom kanon schoten. De mitrailjeuzen gaan ook weer in werking. Van op de brug kan men het ge vecht volgen, daar het juist de monding der Lippe is, dat de strijd het hevigst woedt. Men ziet de Spartakisten een aanval doen. De gouvernemenislroepen doen etn tegen aanval. Zware ontploffingen worden gehoord. Het zijn dc mortieren der gouvernements troepen, welke de Spartakisten beschieten. Deze zijn dan ook gedwongen over dc Lippe terug te trekken. Een uur later zijn zij er echter weer. Rond 6 ure 's avonds wordt alles kalm. Dan begeven wij ons tot het uiterste punt, door dc Belgen bezet de kleine brug van den ouden Rhijn, honderd meters voorbij de groote brug. Aan den overkant der kleine brug, staan de mannen der Reichswehr op post. Hier wordt de wacht goed gehouden door onze mannen on bij de minste beweginj zou onmiddelijk alarm kunnen gegeven worden. Van het eiland Buederich komen geregeld Stafetten naar de wacht. Een dezer verhaald, dal tijdens het gevecht, afzonderlijke groepen Spartakisten lot dichtbij het eiland kwamen. Dadelijk deed men hen signalen, waarop zij ijlings aftrokken. I.i de duisternis hoort men zware voet slappen op de ijzeren brug. Weldra verschij nen drie gekwetste Duitsche soldaten, 't Zijn lieden van dc Reichwehr die een schuilplaats komen zoeken om door de Spartakisten niet afgemaakt te worden. Nadat zij afgetast zijn worden zij naar den linkeroever van den Rhijn gebracht. Anderen volgen, de eenen in burger, de anderen in grijzen veldtenue, anderen hall in soldaat half in burger gekleed. Allen zijn min of meer erg gekwetst. Op velen hunner vindt men nog revolvers en bajonetten. Deze worden hen ontnomen waarna men ze vrij over de brug laat. Een vrachtauto brengt eene gansehe lading zwaar gekwetsten aan. Eeneambulancie wordt ingericht te Buederich Eene lange reeks wagens en a(Hos komt nu over de brug. Dc opperbevelhebber dei Reichswehr brengt een depot kleederen cn schoenen in veiligheid. De vluchtelingen ver halen, dat de Spartakisten allerlei gruwel daden plegen en dat de bevolking zich in de kelders heeft opgesloten. Naarmate den avond vordert, komen al meer en meer soldaten der Reichswehr over de brug om zich te laten ontwapenen en interneeren. De Spartakisten zijameester van Duisburg. De opperbevelhebber van het BeLisch garnizoen is met de leiders der Spartakisten overeengekomen, dat de Spartakisten vijf honderd meters van de brug van Hemberg moeten verwijderd blijven. Eene gansehe wijk van Ruhrort is dus voor hen ontoegan kelijk. Eene Belgische auto mitrailjeus doet edurig verkenningen in deze wijk eu ver volgt cr de Spartakisten, die het toch wagen zouden le nadereq. De oproerige beweging in Westfalen. Het is thans mogelijk zich een gedacht te vormen, over de oproerige beweging in Westfalen. Er is gebleken, datdeze beweging sinds lang op touw gezet was. Sinds verschei dene weken reeds waren de arbeiders in 't ge heim in bataljons, compagntën, enz. inge deeld. Hunne aanvoerders waren ofwel gewezen officieren, ofwel onderofficieren, olwel geschoolde soldaten. Men wachte enkel eene gunstige gelegenheid om handelend op te treden. Toon von Kapp nu te Berlijn zijne slaais- reep pleegde, kwamen de gowapende arbei ders te Hagen-Witten-Herdecho bijeen. Ieder van hen wist waar hij heen moest en dus moest er niet lang getalmd worden om regi- inetten enz., te vormen. Van dc boorden van de Roer rukten Spartakisten op naar Elber- feld en Barmen in het Zuid-Westen en naar Essen, in het Westen. Daar Elberfeld en Bannen spoedig in han den der Spartakisten gevallen waren, moest de Reichswehr in wanorde wijken ofwel viel in handen der Spartakisten. Dan gebeurde er iets, dat duidelijk het bestaan van een strategisch aanvalsplan be wijst: de overgebleven troepen van.de Reichs wehr werden als eene kudde vee naar Met- mahl, bij Dusseldorf gedreven. Daar moesten zij zich overgeven, of zich in hel bezet gebied der Verbondenen laten ontwapenen. Een ge neraal der Reichswehr, Ruelhoff, werd met 1500 man, door de Engelschen geïnterneerd. Hij beklocg ^Ich, met zijne jonge soldaten niets te vermogen tegen dc goed gedrilde ba- 'aljons der Spartakisten. 't Dient ten andere gezegd, dat deze meest allen den oorlog me degemaakt hebben. De zienswijze der Entente De Frausche kolenkoramissie heeft Essen verlaten, om te Parijs verslag te gaan doen over den toestand. De Entente eischt de onraiddelijke ontwa pening der Spartakisten, Het is overigens met de grootste verbazing, dat de leden der Kommissie zich nu met eigen oogen hebben kunnen overtuigen, welke overgroote massa wapens nog in Duitschland tc vinden is. Natuurlijk hebben de leden der Kommissie alleen in Westfalen gezien wat er gaande was, doch zooals het daar ging, giug het ook te Berlijn, le Halle, te Leipzig, te Dresden, enz. enz. Naar het schijnt zouden leden der Kom missie verklaard hebben, dat de Entente niet zal aarzelen, in Westfalen vooruitte rukken, indien de rust niet hersteld word. naar mijne kamer. Manette's gedrag verbaas de mij nooit had ik haar zoo veel vastheid van karakter toegekend. Bij mij te blijven, in weerwil van mijzelven Het was le erg te erg Ondankbare, die ik was Tot slapen gevoelde ik weinib lust. Ik had tc Fonlaine blau eenige boeken gekocht, en poogde te lezen maar mijn geest doolde rond. Ik kon het denkbeeld niet van mij weren, dat Manet- zoo dicht bij mij was. Die vrouwen zcide ik 1 als zij zich maar iets in het hoofd zetten en toch Manette is zoo zacht, zoo vriendelijk zij is en blijft echter altoos eene vrouw. De nacht ging om, cn ik had nauwelijks mijne oogen gesloten. Ik had echter minder dan gewoonlijk aan Adolphine gedacht. Bui ten twijfel de schuld van Manette, die al mijne denkbeelden in de war had gebracht. Ik begaf mij naar beneden, met het voorne men om geen enkel woord tegen haar te spreken, cn haar door mijn gausch gedrag te loonen, hoe bij uitstek onaangenaam haar besluit voor mij was. Zij had zich reeds ge heel aangekleed, doch was blootshoofds. Maar hair was zoo schoon, en met zoo veel smaak, hoewel zonder de minste aanmatiging opgemaakt Verlegen sloeg zij bij mijn bin nentreden de oogen neder, en zeidc op eenen weifelenden toon Goeden morgen. Andries l Ik had besloten haar niet tc antwoorden, ik betrapte mjj zei ven op eoaeu. kus. Zonder twijfel alleen uit gewoonte. Onver schillig Zij moest toch zien, hoe onverge noegd ik was. Gij moet een slechten nacht doorge bracht hebben, naast die boerin zeide ik na eene korte poos. Integendeel, ik heb zeer gemakkelijk gelegen. Manette nam haar werk eti plaatste zich achter eene hegge. Ik zocht mijn teekenge reedschap en begon schetsen te maken, nog steeds bestoten hebbende, niet tegen haar te spreken. Ik wierp echter van tijd tot lijd een zijdelingschen blik op haar, om te zien, hoe zij zich hield. Daar zat zij, zonderde oogon van haar werk op le slaan. Ik kuchte ik noemde haren naam zij bewoog zich niet. Nu was ik tegen mijn wil uitgestart, om naar haar toe te gaan ik merkte op. dat het al heel zot scheen, dal wij ons eene mijl van el kander verwijderd hielden. Manette stond op, en vergezelde mij naar de plaajs, waar ik mijne portefeuille gelaten had, maar nog steeds zwijgende. Zij antwoordde ten laatste op mijne vraag, dat zij gevreesd had mij te zuilen mishagen, door naderbij le komen zitten. Ik werd ge troffen door hare beminnelijke en geduldige (cederheid, en vergeleek deze met mijne eigene -stuursche ondankbaarheid, f't Vervolgd)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1920 | | pagina 1