16 BE BRUID DER ZON Een k;ij Icj e Vrijdag April 1920 Uitspraak dar Haadslsreoktkaak Verkeer over de Nederlismdsche grenzen EENE GOEDE VANGST TE BRUSSEL De nieuwe huishuurwet. Ifelgisclte troepen te Frankfort Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Tel. 114 T~> A. Gr XXVI» JAARGANG NUMMER 90 B Ij jA. D 7 CENTIEMEN Uitgever: J. Van Noffel-Dï Grtot Publiciteit buiten het Arrondissement Aalst, zich te wenden tot het Agentschap Havas, 8, Martelaarplein, te Brussel8, Place de la Bourse, Parijs en 105, Cheapaide, Londen. H. Octavia Zon op5,08, onder 6.&1 Nieuwe Maan den 18 Ja. een kijkje over de grensmuren is somtijds goud waard. Zulks leert ons veel, doet ons uit de oogen zien en richt ons naar pratieker wijze van bestieren en leven. Een kijkje naar en in Duitschland Wat gebeurt er daar De eene om wenteling vecht tegen de andere en uit de twee komt nog een derde voort. En toch rooken do hooge schouwen der fabrieken, draaien de machienen en werken de werklieden ferm zooals niots zou op handen ol gebeurd zijn Men bestrijdt malkaar, men vecht, men bezigt wapens en men rust nog legers uit, alhoewel dit alles door het Vredesverdrag met de Verbondenen verboden werd. In het Roergebied staat alles in rep en roer en toch de moffennijverheid Verliest er geen oogenblik en zendt hare voortbreng sels do wereld in. Kijkt nu maar goed toe! Verstaat ge u daaruit Een kijkje naar en in Holland De gewezen kaiser moest in zijn kasteel van Amerongen blijven en thans loopt hij gansch de provintie af. I£ij kreeg daartoe toch de toelating. Nochtans men weet genoeg dat hij niet vreemd is aan de golukzoeking van Ka pp en C en zou willen op zijr. troo: tjo weerklauteron. Die staats greep had niet rechtstreeks door zijne tu-ssclionkomst plaats maar hij had er voorzeker niets tegen en gaf or veel marken aan. Holland altijd zoo voldoende en toegevend voor den hloedbeor van don wereldoorlog, ziet er niet op om ons tandjes te trekken, eli Kijkt maar wel Wordt ge daar wijs uit jt j 'Tf Een kijkje hij mon onclo Sam in de Vereenigde Staten a. u. b. 1 Hoe staat en gaat het met Wilson Eerst loech het Amerikaansch Senaat met Wilson en zijn befaamdheid, ge lijk iedereen ten andere, en nu zullen ze toch goedkeuring 't wordt hoog tijd aan het vredesverdrag verlee- nen. Maar ze willen immer gold klop pen en daarom laten ze min of meer het Europoesch boeltje varen. Poli tiek voeren is eeif aardig stieltje. Inlusschen stijgt hot Amorikaansc'b geld immer in waarde en niots gaat verloren. Wilt ge nu een oogje trekken naar Engeland? Ge kunt en ge moogt, want sedert wij do Britten van liet Duitsch geweld verlost hebben, zijn hot hunne beste vrienden geworden. Dat is de v ereld cn zijn gang, nu kijkt maar en ziet toe i Eu hoe slaan de zaken hier in ons land Maakt men niet te veel onnoo- digen wind Die het gevaar bemint zal er in vergaan Er gloeit en broeit iets dat aangebrand riekt. Wh staan er slecht voor. De alles-welvinders ot optimisten tellen niet meer. Do werk stakingen zullen ons streven en leven niet verbeteren, ter contrarie. Do so cialisten schoten hooge gaaien af, binst hun vergeten congres met hun ultimatum of laatste strijdverklaring. Deze was er nog te kort om de zaken naar den afgrond te vergezellen Al dié binnenlandsche woelingen en doeningen brongon geen aarde aan den dijk maar stichten ontevredenheid en onvérzade'ijkheid. Heeft ons arm land nog niot genoeg onderstaan en is hot nog niet genoeg uitgeput en uit gebloed We zouden moeten meer overwegen wat zooal te doen staat. Maar we zijn te veel bezig met ons eigen intrest en men veronachtzaamt bet gemeene bost en het openbare welzijn. Om het even wicht wederom tot stand te doen ko men zou men meer moeten voortbren gen en zoo het dure leven doen ver dwijnen of verminderen. Doch men werkt weinig, men levert slecht werk en slechte waar voor groot en voel lapicrongeld. Alles hangt aan één. Wij zelf zijn do schuld van ons eigen lijdon en ons lastig leven. De kopstuk ken van het vijandig maatschappelijk leger willen ons tot over don kop in den zak steken en hegeeren een roode wedoriandseha ommekeer. Oogen open en in 't zeil 't ziet zwart, doch wanhopen we nooit De goede meenirig moet heersehen en de goede werking zal hoven zwem men vroeg of laat. Daarbij zou het gestorto bloed onzer martelaars en onzor soldaten tot niets jit 'WV De stad Antwerpen en de ge meente Borgerhout winnen het proces in eersten aanleg De Handelsrechtbank heeft gisteren den namiddag uitspraak gedaan m de zaak lier slod Antwerpen tegen de Intpoial Gas Association. De rechtbank heeft het ko ninklijk basisset van 13 Febr. 1320 nietig verklaard en mts- sanrïe verplichtende StraohS j Partijen worden uitgennodigd tut verdere bespreking over het geschil, doch de recht bank wijst alia vraag af tot voot'looptge uit voering van hot vonnis, recht van beroep voorbehouden Etf veroordeelt de Gasmaatschappij tot de tot hiertoe gedane kosten. Gelijksoortig vonnis ten voordeel» der ge meente Borgerhout. Op den 1 Mei 9. s., sal de slaat van beleg, die nog geldt voor de grensprovinciën, wor den opgeheven. Van af dien datum zullen met het toezicht op bet grensverkeer zijn belast de belastingambtenaren, alsmede de militaire en burgerlijke policie. Alle vreemdelingen moeten hunne paspoorten en andere geleide- brieven desgevoraerd aan elk der daartoe behoorendc' personen vertoonen. Op de voornaamste toegangswegen tot Ne derland zullen doorlaatposten worden ge plaatst, bestaande uit belastingsambtenaren, die de doorlating naar beide zijden regelen. Voor zoover vreemdelingen in Nederland wenschen te verblijven, zal daaromtrent be slist worden door het Hoofd van Politie 1 der gemeente aan de grenzen of ter plaatse van eerste aankomst bij wien de vreemde lingen, die het land binnenkomen, zich bin nen 24 uren daarna moeten melden. Van af i Mei a.s. zullen nieuwe voorschrif ten gelden, lot regeling van het vreemdelin genverkeer in de grensstreken. De streek tusscben de land-grenzen des Rijks en bepaalde kunst- en waterwegen zal een bewakingsgebied vormen, waarin het ve,keer voor vreemdelingen aan beperking is onderworpen. Onmiddellijk langs de land-grenzen des Rijks wordt bovendien eene verboden strook ter breedte van 300 meters ingesteld waarin nietaand zich mag ophouden buiten bepaalde wegen, zulks met uilzondering van hen, aan wien is verstrekt een pas voor de verboden strook Zij, die reeds in Nederland vertoeven, of in Nederland mogen vertoeven, kunner, indien zij dat wenschen, hunne aanvragen ook persoonlijk en mondelings hij een bri- ecïe-commandant der Koninklijke Mare chaussee indienen, en aldaar de beslissing in ontvangst nemen. In den nacht van 3 tot 4 April werd eene lotitmocdiae inbraak gepleegd bij Mevrouw barones (lu Sart, Orhanplaats, le Brussel. Dieven drongen er bij middel van- valsche sleutels binnen en stolen er voor meer dan 15,000 fis. juweelcn, Moederen en kunst voorwerpen. 1,vt weiden m»r de opzoeking der dieven gelast. Na een ieverig onderzoek, bekwamen de agenten zekerheid, dat de dieven de senaam- den Albert Blanckaert, wonende Baanstraat en Maurice Valencourt. deserteur van het Belgisch leger, wonendeBourezstraat, waren. Woensdag morgend, rond 3 ure, ontmoet ten de agenten Blanckaert, in de Ridder straat. Zij sprongen hem op het lijf en kon den hem ondanks zijnen tegenstand, naar het poliriebureel slepen. Later in den morgend werd ook Valencourt geknipt. Behendig ondervraagd, deden de twee ke reis weidra bekentenissen. Zoo bekenden zij een twintigtal dieflen, alsook de baadieterij, ZaterdagnachtRepl-cgd in de Carolijslraal te Elsene, alwaar M. bpin- hayar, bij zijno tehuiskomst, door twee ban dieten'die in zijne woning gedrongen waren op revolscholcu onthaald werd en een kogel den schouder kreeg. Huiszoekingen bij de twee aangehoudenen gedaan, doden voor meer dan 30.000 fr. juweelen, kunstvoorwerpen, züvers#.rk klee- deren, enz. ontdekken. Men vond er ook een boekje, waarin do afdrukken van sloten van meer dan 200 huizen van Brussel en omtrek gckatalogeerd waren, alsook eene valies met een geperfectioneerd inbrekersmateriaal. Ook bij vcrschilhge verhelers werden veie gestolen voorwerpen aangeslagen. Be twee- dieven werden opgesloten en legen de verhe lers is een onderzoek geopend. Zooals wij gisteren in ons Kamerverslag gemeld hebben, heeft M. de minister van justicie onmiddelijk en bij hoogdringendheid de artikelen doen stemmen van eene wet, die in afwachting de stemming van de nieuwe huishuurwet, de huurders legen dwanmidde- len van wege hunne huisbazen beschermen zal. Nauwelijks neergelegd werd het wetsont werp door eene bijzondere kommissie onder zocht en een uur later bracht M. WAUWER MANS reeds verslag uit, waarin bij betoogde dat de woningnood dringeude maatregelen vergt, om te beletten dat de eigenaars zouden trachten, uit den tijd tusscben het neerleggen en het stemmen der nieuwe huishuurwei, voordeel te trekken en de krisis te vererge ren door het nemen van strenge maatregelen tegen de huurders. Er zijn eigenaars, voeg de hij erbij, die trachten de huishuurwei krachteloos te maken door onder bedreiging- van uitzetting de huidige huurprijzen nog hooger op le drijven. En daarom zijn er over gangsmaatregelen noodig. Het wetsontwerp, waarvan de artikels goedgekeurd werden en dal in de zitting van Woensdag gestemtwerd luidt als volgt Art.Tot het tijdstip, dat eene nieuwe huishuurwet van kracht wordt, wordt ge schorst 1® het berechten van eiken eisch gegrond op het verstrijken der huur of op zegging van den huurder2* Het ten uit* voerleggen der vonnissen gewezen krachlens de wet van 25 Augusti 1019 op de huurver- lenging 3® Hel ten uitvoerleggen van alle vonnissen, waarbij, om welkdauige reden ook, de uiUetfing van een huurder uil het door hem bewoonde perceel wordt bevolen. Art. 2. Deze wet is verplichtend op den dag zelf barer bekendmaking. De wijziging door M. Wauwermans, na mens de bijzondere kommissie voorgesteld, en door de Kamer bijgetreden, luidt Art. 1. Toe te voegen Het voordeel dezer wet is echter niet van toepassing op op de wijze bèpaalü bgÜL- gusti 1919 2e De vonnissen, waarbij de uitzetting van huurders wegens met-betaling van dergelijke huishuur wordt bevolen. li» Vervolg Hier groeiden verscheidene alleen in Peru bekende ooitsoorleti, die in smaak en geur alles overtreffen, wat men slechts verlangen kan voornamelijk de ckirimoya snikorappel een 'kunstwerk der natuur, 14 tot 16 pond zwaar, met eene groene, zwartgevlekte en niet knobbeltjes bedeklo schil, die een vleesch van een onvergelijkelijken smaak bevat. In dit lustoord begonnen Manuel cn Mon tenegro zich al zeer spoedig recht op hun ge mak te gevoelen. Hunne huiselijk bezigheden alsmede het koken hunner spijzen vemchilen zij zeiven, dewijl Manuel niet door nieuws gierige vreemde oogen omringd wilde zijn. De dagen en weken gingen voor Montene gro in een behagelijk nietsdoen voorbij. Doch Manuel teerde weg van verlangen, hel schoo ne weten lerug te zien, wier beeltenis hem dag en nacht vervolgde, on haar uit haren e '.gelukkigen toestand te redden. Reeds tw eemalen" had hij met Montenegro hel ge vaatlijke waagstuk herhaald, in de tninen van de Bruiden der Zon l» klimmen. Doch de luil was verslomd en hst schoone prieel stond ledig. De l oop op wederzien verliet zijn hart echter niet. Mei een aan hartstocht grenzen- de i ijver trachtte hij de taal der Peruanen bel Qiiichuaansrh, teleeren, en-had daarom vriendschap aangeknoopt mei een jongen inboorling van een edele inborst en vluggen geost. Bride jongelingen waren spoedig on afscheidelijke vrienden, en daar de Peruaan grootcre vorderingen in liet Spaansch, dan Manuel in het Quiehuaansch maakte, waren zij na verloop \an eenige maanden in staat, hunne denkbeelden en gevoelens in een le- endig gesprek aan elkander mede te deelen. Dit deed hunne vriendschap niet weinig toe- ,emen, en het stelde Manuel inde gelegen heid, zicll ten opzichte van den maatschappe lijken toestand der Peruanen, hunne slaats inrichting, godsdienst en zeden eene nauw keurige kennis te verschaffen, en levens in den omgang mei den jongeling liet spooksel der verveling te verdrijven. Montenegro echter bezat in zijn aanzienlijken voorraad brandewijn een universeel geneesmiddel te gen moedeloosheid en hartzeer. Maar hoe zeer ontstelde Manuel, toen hij vernam, dat de Bruiden der Zon het Huis der Sterren haar levenlang niet anders moch ten verlaten, dan om in den Harem van den Inka gevoerd to worden, en dat liet ongeluk kige meisje, dat verdacht werd iemand te beminnen, levend moest begraven worden Deze tijding deed zgne zoetste hoop in rook vervliegen. Hoe had hij er naar gereikhalsd de Zonnemaagd in hare eigene laai te kunnen zeggen, dal hij haar lief had en baar uil hare vergulde gevangenis verlossen wilde hoe had hij gehoopt, haar in de geheimen van den christelijkcn godsdienst in te wijden, en, als zi] rijp zou geworden zijn voor d» Katho licke leer, haar mede naar Panama te voeren teneinde zich daar met haar door den priester in den echt le laten verbinden. En zou dat alles dan nu onmogelijk zijn zou hij zijne hoop voor goed moeten opgeven Helaas de woorden van zijn Pcruaanschen vriend. Wat de nieuwe huisbuurwet betreft, men denkt haar besproken en gestemd te zien in de eerste helft van de maand Mei. Het zou ook kunnen gebeuren dat nog op liet einde derfoopende maand het ontwerp dooi- de Kamer lot wet gemaakt wordt. WA Eene Duiische gedenkenis Eenige dagen geleden werd een gebouw van den kleinen Zavel, le Brussel, dat sinds wapenstilstand ongebruikt was, i M. P. verhuurd. Woensdag morgend kwam M. P. eens liet huis nazien. In den kelder komende vond hij or tut zijne groote verrassing zes zware gela den obussen. Deze gevaarlijke tuigen waren daar dooi de Ituitschers, die gedurende den oorlog het huis betrokken, ais gedenkenis achter gelaten. De krijgsoverheid, per telefoon verwittigd de obussen komen weghalen. lieten bent daaromtrent geen twijfel meer over. Wel is waar klemde hij zich nog aan den eenigen strael van hoop vast, dat Pizarro met aanzienlijke strijdkrachten terugkeeren en de macht van den Inka verbreken zoude-, doch hoe lang zou dit nog kunnen duren, en iederen dag kort het bevel le Tumbez aanko men, dat de schoone luiUpeelsler naar het verblijf der Inka's moest voeren. Al die denkbeelden deden hem wee aan liet harte, Hij gevoelde zich te midden ecner paradijs- achtige natuur et» in liet gezelschap van op geruimde en vroolijk gestemde menschen diep ongelukkig. Hij waagde het niet meer in den tuin der Zonnemaagden door te drin gen, uit vrees het leven van een dezer geen kwaad vermoedende schepsels in gevaar te brengén. Zoo verstreken er zes vreeselijke lange maanden, die hem even zoovele jaren toeschenen. Iederen nacht doolde hij als een spooksel om den luutwwur, doch geen enke len keer mocht hij de zoete tonen der luit weder hooren, en als hij dan bij het aanbre ken van den dageraad vermoeid zijne leger stede opzocht, kon hij den slaap niet vinden Morgen, morgennacht zult gij gelukkig zijn, fluisterde het zelfbedrog hem toe, en het vorlangen liel hem niet rusten. Montenegro spaarde wel is waar zijne knorrige vermanin gen niet, opdat Manuel dat beidensche ding gelijk hij zeide, uit zijn hoofd zetten zou doch zijne woorden bleven onopgemerkt Zoo naderde dan de Meimaand en de lief lijke winter begon in Peru. De veazongende zonnestralen van den Peruaanschen zomer Het vertrek uit Aarlen. Dinsdag nacht, ten 12 1/2 ure, is een de tachement van het 10e linie, onder bevel van kolohel Huyghe, uit Arlon vertrokken naar den nieuwen^ bezetten sektor van Frankfurt. De wagens /an don bijzonderen trein waren met Belgische vlagden versierd. Het detache ment is samengesteld uit 600 man, 25 offi cieren, hei muziekkorps, een OOtal mannen der vervoerdiensten err 30 wagens. Het deta chement is gansch op oorlogsvoet, met mi tral jeu7.cn, handgranaten en volledige oor logsuitrusting. Alvorens te vertrekken, richtte kolonel Huyghe in de beide landstalen eene toespraak tot de soldaten, en raadde hen aan zich in Duitschland kalm, waardig en fier te gedra gen. De reis. De trein vertrok ten 12 1/2 ure langs Luxemburg en Trier naar Ehrang, Builav, Cochcm en Koblenz. Hier stopte de trein, ten 10 ure Woensdag morgend. Kolonel Huyghe werd er gegroet door >1. Tirard, Franschman, voorzitter der intergeallieerde kommissie, en den Belg, M. Rolin-Jacquemyns, lid dier kommissie. Aankomst te Mainz. Om 1 ure 40 kwam de trein te Mainz aan. Kolonel Huyghe werd er gegroet door den Franschen generaal Degoutte, zijn stafoverste generaal Michel. {generaal Schmidt, gouver neur der stad en talrijke officiers van het garnizoen. De krijgseer werd bewezen door een detachement van het 166° Fransche voet volk. De Belgische officieren werden in de ont vangstzaal der statie geleid, alwaar generaal Degoutte eeue aanspraak hield, waarin hij herinnerde, hoe hij als algemeen stafoverste der legors in Vlaanderen, de Belgen goed had leeren kennen. Hij stelde een heildronk in op koning Albert, hulde brengende aan zijne hoedanig heden en verheven deugden aan de konin gin Elizabeth, voorbeeld van onvergankelijke toewijdingaan het Belgisch volk, dat steeds de Fransehen als zijne broeders van bloed, ras en hart aanzag. Generaal Degoutte eindigde met een groet inn het Belgisch leger, merkwaardig door wij samen gestreden en thans nog is België j aan onze zijde. Belgie heeft overigens een schoone leus De koning, de wet, de vrij heid Generaal Degoutte drukt op dat laatste woord. Het is om deze vrijheid te verzekeren, dat de Belgische afdeeling hare Fransche wapenbroeders komt helpen. Kolonel Huyghe bedankto en herinnerde er aan, hoe doorheen 's werelds geschiedenis, Frankrijk steeds de verdrukte natiën ter hulp gekomen was. Zoo zijn La Fayette en Rochambeau de Amerikanen ter hulp ge sneld in hunnen strijd voor de vrijheid en heeft maarschalk Gerard in 1832 Antwerpen verdedigd tegen zijne overweldigers. Kolonel Huyghe dronlw op de gezondheid van den president der Republiek, aan het Fransche volle en aan het Fransche leger. Daarna werd de reis naar Frankfort voort gezet. De aankomst te Frankfort. De Belgische afdeeling is Woensdag namid dag, om 15 ure 40 min. bij prachtig weder, te Frankfort aangekomen. In de statie wer den zij ontvangen door generaal Mordacq en generaal Demetz, met hunne stafoversten. Na eenige woorden van verwelkoming nam aangehouden, die zich over de zee en de kus ten uitspreidde en de aarde bij tusschenpoo- zen door een buitengewoon fijnen en door dringenden motregen, door de inboorlingen garna genaamd verfrischte. Op zekeren dag kwam Manuel met zijn Peruaanschen vriend io de nabijheid der vesting. Zij was van muren en wallen om ringd en geheel uit groote vierkante steenen gebouwd, die zoo fijn bewerkten met zulk eene nauwkeurigheid op elkander gevoegd waren, dat er tusschen twee blokken niet zooveel ruimte was om er een mes te kunnen insteken. Met bewondering beschouwde Ma nuel dit werk. Zijn begeleider verhaalde hem dat de vesting, evenals al de andere in het rijk van den Inka, ook verscheidene onder- aardsche toegangen had en door geheime gangen met het koninklijk paleis, met den tempel en met de woning der Zonnemaagden verbonden was, om, in geval van nood, de schatten en personen uit deze gebouwen in de vesting in veiligheid te kunnen brengen. Onderlusschen hadden dc beide wande laars de rivier bereikt, en vervolgden hunne wandeling langs den oever door eene prach- lige laan van eeuwenoude-boomen. Aan de overzijde bevond zich een hooge ringmuur Daar lag een gedeelte van den tuin der Zon nemaagden, doch Manuel was er met Monte negro altijd aan den anderen kant ingegaan Eensklaps bleef hij staan want onder zijne voeten klonk het hol en hoorde bij het ge- ruisch van vlietend water. Door een plotseling denkbeeld aangegrepen, sprong hij over de werden nu door eon dunnen nevelsluier ie- borstwering van den weg op het oeverzati' der rivier, en zag daar werkelijk, wat hij verwacht had eene gemetselde waterleiding, die van de rivier in den tuin van de Dochters der Sterren liep. Met een vluchtigen blik mat hij de hoogte aer opening en bemerkte, dat zij ruim genoeg was om er een man in buk-« kende houding doorte laten. Deze ontdekking veroorzaakte hem veel vreugde, en het geluk te hem slechts ten halve die onder eene voorgewende onverschilligheid voor zijnen vriend te verbergen. Hij ontdekte, hoe deze hem met doordringende blikken aanzag, en zeide daarom zoo bedaard mogelijk Eene schoone waterleiding zij loopt zeker tot in het huis van de Dochters der Sterren Zijne stem had geheeld. Mijn blanke broeder heeft scherpziende oogen, antwoordde de Peruaan op een ycel- beteekenden toon, De Zonen der Zon berillen vele en wonderbare waterleidingen, door woeste gebergten en dorre zandwoestijnen aangelegd, en hebben den weerspannigen aardbodem tot het voortbrengen van vruch ten gedwongen, doordat zij hem met water drenkten. Die, welke gij hier gezien hebt, is echter niet zeer buitengewoon. Waarom zijl gij daar dan zoo verwonderd over Manuel kou die vraag niet spoedig beant woorden. Hij zocht naar een leugen cn werd bloedrood, toen hij hernam Ik dacht er aan, dat bet heldere, frissche water het schoone sieraad van den tuin uit maken moat. De tong mijns blanken broeder is ge* d^kromd en zend valsche boden uit, zeide de

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1920 | | pagina 1