16
BE BRUID DER ZON
Een k;ij Icj e
Vrijdag
April 1920
Uitspraak dar Haadslsreoktkaak
Verkeer over de
Nederlismdsche grenzen
EENE GOEDE VANGST TE BRUSSEL
De nieuwe huishuurwet.
Ifelgisclte troepen te Frankfort
Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Tel. 114 T~> A. Gr
XXVI» JAARGANG NUMMER 90
B Ij jA. D 7 CENTIEMEN Uitgever: J. Van Noffel-Dï Grtot
Publiciteit buiten het Arrondissement Aalst, zich te wenden tot het Agentschap Havas, 8, Martelaarplein, te Brussel8, Place de la Bourse, Parijs en 105, Cheapaide, Londen.
H. Octavia
Zon op5,08, onder 6.&1
Nieuwe Maan den 18
Ja. een kijkje over de grensmuren
is somtijds goud waard. Zulks leert
ons veel, doet ons uit de oogen zien
en richt ons naar pratieker wijze van
bestieren en leven.
Een kijkje naar en in Duitschland
Wat gebeurt er daar De eene om
wenteling vecht tegen de andere en
uit de twee komt nog een derde voort.
En toch rooken do hooge schouwen
der fabrieken, draaien de machienen
en werken de werklieden ferm zooals
niots zou op handen ol gebeurd zijn
Men bestrijdt malkaar, men vecht,
men bezigt wapens en men rust nog
legers uit, alhoewel dit alles door het
Vredesverdrag met de Verbondenen
verboden werd. In het Roergebied
staat alles in rep en roer en toch de
moffennijverheid Verliest er geen
oogenblik en zendt hare voortbreng
sels do wereld in.
Kijkt nu maar goed toe! Verstaat
ge u daaruit
Een kijkje naar en in Holland
De gewezen kaiser moest in zijn
kasteel van Amerongen blijven en
thans loopt hij gansch de provintie af.
I£ij kreeg daartoe toch de toelating.
Nochtans men weet genoeg dat hij
niet vreemd is aan de golukzoeking
van Ka pp en C en zou willen op zijr.
troo: tjo weerklauteron. Die staats
greep had niet rechtstreeks door zijne
tu-ssclionkomst plaats maar hij had er
voorzeker niets tegen en gaf or veel
marken aan.
Holland altijd zoo voldoende en
toegevend voor den hloedbeor van don
wereldoorlog, ziet er niet op om ons
tandjes te trekken, eli
Kijkt maar wel Wordt ge daar
wijs uit
jt j
'Tf
Een kijkje hij mon onclo Sam in de
Vereenigde Staten a. u. b. 1
Hoe staat en gaat het met Wilson
Eerst loech het Amerikaansch Senaat
met Wilson en zijn befaamdheid, ge
lijk iedereen ten andere, en nu zullen
ze toch goedkeuring 't wordt hoog
tijd aan het vredesverdrag verlee-
nen. Maar ze willen immer gold klop
pen en daarom laten ze min of meer
het Europoesch boeltje varen. Poli
tiek voeren is eeif aardig stieltje.
Inlusschen stijgt hot Amorikaansc'b
geld immer in waarde en niots gaat
verloren.
Wilt ge nu een oogje trekken naar
Engeland? Ge kunt en ge moogt,
want sedert wij do Britten van liet
Duitsch geweld verlost hebben, zijn
hot hunne beste vrienden geworden.
Dat is de v ereld cn zijn gang, nu kijkt
maar en ziet toe
i
Eu hoe slaan de zaken hier in ons
land Maakt men niet te veel onnoo-
digen wind Die het gevaar bemint
zal er in vergaan Er gloeit en broeit
iets dat aangebrand riekt. Wh staan
er slecht voor. De alles-welvinders ot
optimisten tellen niet meer. Do werk
stakingen zullen ons streven en leven
niet verbeteren, ter contrarie. Do so
cialisten schoten hooge gaaien af,
binst hun vergeten congres met hun
ultimatum of laatste strijdverklaring.
Deze was er nog te kort om de zaken
naar den afgrond te vergezellen
Al dié binnenlandsche woelingen
en doeningen brongon geen aarde aan
den dijk maar stichten ontevredenheid
en onvérzade'ijkheid. Heeft ons arm
land nog niot genoeg onderstaan en is
hot nog niet genoeg uitgeput en uit
gebloed
We zouden moeten meer overwegen
wat zooal te doen staat. Maar we zijn
te veel bezig met ons eigen intrest en
men veronachtzaamt bet gemeene bost
en het openbare welzijn. Om het even
wicht wederom tot stand te doen ko
men zou men meer moeten voortbren
gen en zoo het dure leven doen ver
dwijnen of verminderen. Doch men
werkt weinig, men levert slecht werk
en slechte waar voor groot en voel
lapicrongeld. Alles hangt aan één.
Wij zelf zijn do schuld van ons eigen
lijdon en ons lastig leven. De kopstuk
ken van het vijandig maatschappelijk
leger willen ons tot over don kop in
den zak steken en hegeeren een roode
wedoriandseha ommekeer.
Oogen open en in 't zeil 't ziet
zwart, doch wanhopen we nooit
De goede meenirig moet heersehen
en de goede werking zal hoven zwem
men vroeg of laat.
Daarbij zou het gestorto bloed onzer
martelaars en onzor soldaten tot niets
jit
'WV
De stad Antwerpen en de ge
meente Borgerhout winnen
het proces in eersten aanleg
De Handelsrechtbank heeft gisteren
den namiddag uitspraak gedaan m de zaak
lier slod Antwerpen tegen de Intpoial Gas
Association.
De rechtbank heeft het ko
ninklijk basisset van 13 Febr.
1320 nietig verklaard en mts-
sanrïe verplichtende StraohS j
Partijen worden uitgennodigd tut verdere
bespreking over het geschil, doch de recht
bank wijst alia vraag af tot voot'looptge uit
voering van hot vonnis, recht van beroep
voorbehouden
Etf veroordeelt de Gasmaatschappij tot de
tot hiertoe gedane kosten.
Gelijksoortig vonnis ten voordeel» der ge
meente Borgerhout.
Op den 1 Mei 9. s., sal de slaat van beleg,
die nog geldt voor de grensprovinciën, wor
den opgeheven. Van af dien datum zullen met
het toezicht op bet grensverkeer zijn belast de
belastingambtenaren, alsmede de militaire
en burgerlijke policie. Alle vreemdelingen
moeten hunne paspoorten en andere geleide-
brieven desgevoraerd aan elk der daartoe
behoorendc' personen vertoonen.
Op de voornaamste toegangswegen tot Ne
derland zullen doorlaatposten worden ge
plaatst, bestaande uit belastingsambtenaren,
die de doorlating naar beide zijden regelen.
Voor zoover vreemdelingen in Nederland
wenschen te verblijven, zal daaromtrent be
slist worden door het Hoofd van Politie 1
der gemeente aan de grenzen of ter plaatse
van eerste aankomst bij wien de vreemde
lingen, die het land binnenkomen, zich bin
nen 24 uren daarna moeten melden.
Van af i Mei a.s. zullen nieuwe voorschrif
ten gelden, lot regeling van het vreemdelin
genverkeer in de grensstreken.
De streek tusscben de land-grenzen des
Rijks en bepaalde kunst- en waterwegen zal
een bewakingsgebied vormen, waarin het
ve,keer voor vreemdelingen aan beperking is
onderworpen.
Onmiddellijk langs de land-grenzen des
Rijks wordt bovendien eene verboden
strook ter breedte van 300 meters ingesteld
waarin nietaand zich mag ophouden buiten
bepaalde wegen, zulks met uilzondering van
hen, aan wien is verstrekt een pas voor de
verboden strook
Zij, die reeds in Nederland vertoeven,
of in Nederland mogen vertoeven, kunner,
indien zij dat wenschen, hunne aanvragen
ook persoonlijk en mondelings hij een bri-
ecïe-commandant der Koninklijke Mare
chaussee indienen, en aldaar de beslissing in
ontvangst nemen.
In den nacht van 3 tot 4 April werd eene
lotitmocdiae inbraak gepleegd bij Mevrouw
barones (lu Sart, Orhanplaats, le Brussel.
Dieven drongen er bij middel van- valsche
sleutels binnen en stolen er voor meer dan
15,000 fis. juweelcn, Moederen en kunst
voorwerpen. 1,vt
weiden m»r
de opzoeking der dieven gelast.
Na een ieverig onderzoek, bekwamen de
agenten zekerheid, dat de dieven de senaam-
den Albert Blanckaert, wonende Baanstraat
en Maurice Valencourt. deserteur van het
Belgisch leger, wonendeBourezstraat, waren.
Woensdag morgend, rond 3 ure, ontmoet
ten de agenten Blanckaert, in de Ridder
straat. Zij sprongen hem op het lijf en kon
den hem ondanks zijnen tegenstand, naar het
poliriebureel slepen. Later in den morgend
werd ook Valencourt geknipt.
Behendig ondervraagd, deden de twee ke
reis weidra bekentenissen.
Zoo bekenden zij een twintigtal dieflen,
alsook de baadieterij, ZaterdagnachtRepl-cgd
in de Carolijslraal te Elsene, alwaar M. bpin-
hayar, bij zijno tehuiskomst, door twee ban
dieten'die in zijne woning gedrongen waren
op revolscholcu onthaald werd en een kogel
den schouder kreeg.
Huiszoekingen bij de twee aangehoudenen
gedaan, doden voor meer dan 30.000 fr.
juweelen, kunstvoorwerpen, züvers#.rk klee-
deren, enz. ontdekken. Men vond er ook een
boekje, waarin do afdrukken van sloten van
meer dan 200 huizen van Brussel en omtrek
gckatalogeerd waren, alsook eene valies met
een geperfectioneerd inbrekersmateriaal.
Ook bij vcrschilhge verhelers werden veie
gestolen voorwerpen aangeslagen. Be twee-
dieven werden opgesloten en legen de verhe
lers is een onderzoek geopend.
Zooals wij gisteren in ons Kamerverslag
gemeld hebben, heeft M. de minister van
justicie onmiddelijk en bij hoogdringendheid
de artikelen doen stemmen van eene wet, die
in afwachting de stemming van de nieuwe
huishuurwet, de huurders legen dwanmidde-
len van wege hunne huisbazen beschermen
zal.
Nauwelijks neergelegd werd het wetsont
werp door eene bijzondere kommissie onder
zocht en een uur later bracht M. WAUWER
MANS reeds verslag uit, waarin bij betoogde
dat de woningnood dringeude maatregelen
vergt, om te beletten dat de eigenaars zouden
trachten, uit den tijd tusscben het neerleggen
en het stemmen der nieuwe huishuurwei,
voordeel te trekken en de krisis te vererge
ren door het nemen van strenge maatregelen
tegen de huurders. Er zijn eigenaars, voeg
de hij erbij, die trachten de huishuurwei
krachteloos te maken door onder bedreiging-
van uitzetting de huidige huurprijzen nog
hooger op le drijven. En daarom zijn er over
gangsmaatregelen noodig.
Het wetsontwerp, waarvan de artikels
goedgekeurd werden en dal in de zitting van
Woensdag gestemtwerd luidt als volgt
Art.Tot het tijdstip, dat eene nieuwe
huishuurwet van kracht wordt, wordt ge
schorst 1® het berechten van eiken eisch
gegrond op het verstrijken der huur of op
zegging van den huurder2* Het ten uit*
voerleggen der vonnissen gewezen krachlens
de wet van 25 Augusti 1019 op de huurver-
lenging 3® Hel ten uitvoerleggen van alle
vonnissen, waarbij, om welkdauige reden
ook, de uiUetfing van een huurder uil het
door hem bewoonde perceel wordt bevolen.
Art. 2. Deze wet is verplichtend op
den dag zelf barer bekendmaking.
De wijziging door M. Wauwermans, na
mens de bijzondere kommissie voorgesteld,
en door de Kamer bijgetreden, luidt
Art. 1. Toe te voegen
Het voordeel dezer wet is echter niet
van toepassing op
op de wijze bèpaalü bgÜL-
gusti 1919
2e De vonnissen, waarbij de uitzetting van
huurders wegens met-betaling van dergelijke
huishuur wordt bevolen.
li» Vervolg
Hier groeiden verscheidene alleen in Peru
bekende ooitsoorleti, die in smaak en geur
alles overtreffen, wat men slechts verlangen
kan voornamelijk de ckirimoya snikorappel
een 'kunstwerk der natuur, 14 tot 16 pond
zwaar, met eene groene, zwartgevlekte en
niet knobbeltjes bedeklo schil, die een vleesch
van een onvergelijkelijken smaak bevat.
In dit lustoord begonnen Manuel cn Mon
tenegro zich al zeer spoedig recht op hun ge
mak te gevoelen. Hunne huiselijk bezigheden
alsmede het koken hunner spijzen vemchilen
zij zeiven, dewijl Manuel niet door nieuws
gierige vreemde oogen omringd wilde zijn.
De dagen en weken gingen voor Montene
gro in een behagelijk nietsdoen voorbij. Doch
Manuel teerde weg van verlangen, hel schoo
ne weten lerug te zien, wier beeltenis hem
dag en nacht vervolgde, on haar uit haren
e '.gelukkigen toestand te redden. Reeds
tw eemalen" had hij met Montenegro hel ge
vaatlijke waagstuk herhaald, in de tninen
van de Bruiden der Zon l» klimmen. Doch de
luil was verslomd en hst schoone prieel stond
ledig. De l oop op wederzien verliet zijn hart
echter niet. Mei een aan hartstocht grenzen-
de i ijver trachtte hij de taal der Peruanen
bel Qiiichuaansrh, teleeren, en-had daarom
vriendschap aangeknoopt mei een jongen
inboorling van een edele inborst en vluggen
geost. Bride jongelingen waren spoedig on
afscheidelijke vrienden, en daar de Peruaan
grootcre vorderingen in liet Spaansch, dan
Manuel in het Quiehuaansch maakte, waren
zij na verloop \an eenige maanden in staat,
hunne denkbeelden en gevoelens in een le-
endig gesprek aan elkander mede te deelen.
Dit deed hunne vriendschap niet weinig toe-
,emen, en het stelde Manuel inde gelegen
heid, zicll ten opzichte van den maatschappe
lijken toestand der Peruanen, hunne slaats
inrichting, godsdienst en zeden eene nauw
keurige kennis te verschaffen, en levens in
den omgang mei den jongeling liet spooksel
der verveling te verdrijven. Montenegro
echter bezat in zijn aanzienlijken voorraad
brandewijn een universeel geneesmiddel te
gen moedeloosheid en hartzeer.
Maar hoe zeer ontstelde Manuel, toen hij
vernam, dat de Bruiden der Zon het Huis
der Sterren haar levenlang niet anders moch
ten verlaten, dan om in den Harem van den
Inka gevoerd to worden, en dat liet ongeluk
kige meisje, dat verdacht werd iemand te
beminnen, levend moest begraven worden
Deze tijding deed zgne zoetste hoop in rook
vervliegen. Hoe had hij er naar gereikhalsd
de Zonnemaagd in hare eigene laai te kunnen
zeggen, dal hij haar lief had en baar uil hare
vergulde gevangenis verlossen wilde hoe
had hij gehoopt, haar in de geheimen van
den christelijkcn godsdienst in te wijden, en,
als zi] rijp zou geworden zijn voor d» Katho
licke leer, haar mede naar Panama te voeren
teneinde zich daar met haar door den priester
in den echt le laten verbinden. En zou dat
alles dan nu onmogelijk zijn zou hij zijne
hoop voor goed moeten opgeven Helaas
de woorden van zijn Pcruaanschen vriend.
Wat de nieuwe huisbuurwet betreft, men
denkt haar besproken en gestemd te zien in
de eerste helft van de maand Mei. Het zou
ook kunnen gebeuren dat nog op liet einde
derfoopende maand het ontwerp dooi- de
Kamer lot wet gemaakt wordt.
WA
Eene Duiische gedenkenis
Eenige dagen geleden werd een gebouw
van den kleinen Zavel, le Brussel, dat sinds
wapenstilstand ongebruikt was, i
M. P. verhuurd.
Woensdag morgend kwam M. P. eens liet
huis nazien. In den kelder komende vond hij
or tut zijne groote verrassing zes zware gela
den obussen.
Deze gevaarlijke tuigen waren daar dooi
de Ituitschers, die gedurende den oorlog
het huis betrokken, ais gedenkenis achter
gelaten.
De krijgsoverheid, per telefoon verwittigd
de obussen komen weghalen.
lieten bent daaromtrent geen twijfel meer
over. Wel is waar klemde hij zich nog aan
den eenigen strael van hoop vast, dat Pizarro
met aanzienlijke strijdkrachten terugkeeren
en de macht van den Inka verbreken zoude-,
doch hoe lang zou dit nog kunnen duren, en
iederen dag kort het bevel le Tumbez aanko
men, dat de schoone luiUpeelsler naar het
verblijf der Inka's moest voeren. Al die
denkbeelden deden hem wee aan liet harte,
Hij gevoelde zich te midden ecner paradijs-
achtige natuur et» in liet gezelschap van op
geruimde en vroolijk gestemde menschen
diep ongelukkig. Hij waagde het niet meer
in den tuin der Zonnemaagden door te drin
gen, uit vrees het leven van een dezer geen
kwaad vermoedende schepsels in gevaar te
brengén. Zoo verstreken er zes vreeselijke
lange maanden, die hem even zoovele jaren
toeschenen. Iederen nacht doolde hij als een
spooksel om den luutwwur, doch geen enke
len keer mocht hij de zoete tonen der luit
weder hooren, en als hij dan bij het aanbre
ken van den dageraad vermoeid zijne leger
stede opzocht, kon hij den slaap niet vinden
Morgen, morgennacht zult gij gelukkig
zijn, fluisterde het zelfbedrog hem toe, en het
vorlangen liel hem niet rusten. Montenegro
spaarde wel is waar zijne knorrige vermanin
gen niet, opdat Manuel dat beidensche ding
gelijk hij zeide, uit zijn hoofd zetten zou
doch zijne woorden bleven onopgemerkt
Zoo naderde dan de Meimaand en de lief
lijke winter begon in Peru. De veazongende
zonnestralen van den Peruaanschen zomer
Het vertrek uit Aarlen.
Dinsdag nacht, ten 12 1/2 ure, is een de
tachement van het 10e linie, onder bevel van
kolohel Huyghe, uit Arlon vertrokken naar
den nieuwen^ bezetten sektor van Frankfurt.
De wagens /an don bijzonderen trein waren
met Belgische vlagden versierd. Het detache
ment is samengesteld uit 600 man, 25 offi
cieren, hei muziekkorps, een OOtal mannen
der vervoerdiensten err 30 wagens. Het deta
chement is gansch op oorlogsvoet, met mi
tral jeu7.cn, handgranaten en volledige oor
logsuitrusting.
Alvorens te vertrekken, richtte kolonel
Huyghe in de beide landstalen eene toespraak
tot de soldaten, en raadde hen aan zich in
Duitschland kalm, waardig en fier te gedra
gen.
De reis.
De trein vertrok ten 12 1/2 ure langs
Luxemburg en Trier naar Ehrang, Builav,
Cochcm en Koblenz. Hier stopte de trein, ten
10 ure Woensdag morgend. Kolonel Huyghe
werd er gegroet door >1. Tirard, Franschman,
voorzitter der intergeallieerde kommissie, en
den Belg, M. Rolin-Jacquemyns, lid dier
kommissie.
Aankomst te Mainz.
Om 1 ure 40 kwam de trein te Mainz aan.
Kolonel Huyghe werd er gegroet door den
Franschen generaal Degoutte, zijn stafoverste
generaal Michel. {generaal Schmidt, gouver
neur der stad en talrijke officiers van het
garnizoen. De krijgseer werd bewezen door
een detachement van het 166° Fransche voet
volk.
De Belgische officieren werden in de ont
vangstzaal der statie geleid, alwaar generaal
Degoutte eeue aanspraak hield, waarin hij
herinnerde, hoe hij als algemeen stafoverste
der legors in Vlaanderen, de Belgen goed
had leeren kennen.
Hij stelde een heildronk in op koning
Albert, hulde brengende aan zijne hoedanig
heden en verheven deugden aan de konin
gin Elizabeth, voorbeeld van onvergankelijke
toewijdingaan het Belgisch volk, dat steeds
de Fransehen als zijne broeders van bloed,
ras en hart aanzag.
Generaal Degoutte eindigde met een groet
inn het Belgisch leger, merkwaardig door
wij samen gestreden en thans nog is België j
aan onze zijde. Belgie heeft overigens een
schoone leus De koning, de wet, de vrij
heid
Generaal Degoutte drukt op dat laatste
woord. Het is om deze vrijheid te verzekeren,
dat de Belgische afdeeling hare Fransche
wapenbroeders komt helpen.
Kolonel Huyghe bedankto en herinnerde er
aan, hoe doorheen 's werelds geschiedenis,
Frankrijk steeds de verdrukte natiën ter
hulp gekomen was. Zoo zijn La Fayette en
Rochambeau de Amerikanen ter hulp ge
sneld in hunnen strijd voor de vrijheid en
heeft maarschalk Gerard in 1832 Antwerpen
verdedigd tegen zijne overweldigers.
Kolonel Huyghe dronlw op de gezondheid
van den president der Republiek, aan het
Fransche volle en aan het Fransche leger.
Daarna werd de reis naar Frankfort voort
gezet.
De aankomst te Frankfort.
De Belgische afdeeling is Woensdag namid
dag, om 15 ure 40 min. bij prachtig weder,
te Frankfort aangekomen. In de statie wer
den zij ontvangen door generaal Mordacq en
generaal Demetz, met hunne stafoversten.
Na eenige woorden van verwelkoming nam
aangehouden, die zich over de zee en de kus
ten uitspreidde en de aarde bij tusschenpoo-
zen door een buitengewoon fijnen en door
dringenden motregen, door de inboorlingen
garna genaamd verfrischte.
Op zekeren dag kwam Manuel met zijn
Peruaanschen vriend io de nabijheid der
vesting. Zij was van muren en wallen om
ringd en geheel uit groote vierkante steenen
gebouwd, die zoo fijn bewerkten met zulk
eene nauwkeurigheid op elkander gevoegd
waren, dat er tusschen twee blokken niet
zooveel ruimte was om er een mes te kunnen
insteken. Met bewondering beschouwde Ma
nuel dit werk. Zijn begeleider verhaalde hem
dat de vesting, evenals al de andere in het
rijk van den Inka, ook verscheidene onder-
aardsche toegangen had en door geheime
gangen met het koninklijk paleis, met den
tempel en met de woning der Zonnemaagden
verbonden was, om, in geval van nood, de
schatten en personen uit deze gebouwen in
de vesting in veiligheid te kunnen brengen.
Onderlusschen hadden dc beide wande
laars de rivier bereikt, en vervolgden hunne
wandeling langs den oever door eene prach-
lige laan van eeuwenoude-boomen. Aan de
overzijde bevond zich een hooge ringmuur
Daar lag een gedeelte van den tuin der Zon
nemaagden, doch Manuel was er met Monte
negro altijd aan den anderen kant ingegaan
Eensklaps bleef hij staan want onder zijne
voeten klonk het hol en hoorde bij het ge-
ruisch van vlietend water. Door een plotseling
denkbeeld aangegrepen, sprong hij over de
werden nu door eon dunnen nevelsluier ie- borstwering van den weg op het oeverzati'
der rivier, en zag daar werkelijk, wat hij
verwacht had eene gemetselde waterleiding,
die van de rivier in den tuin van de Dochters
der Sterren liep. Met een vluchtigen blik mat
hij de hoogte aer opening en bemerkte, dat
zij ruim genoeg was om er een man in buk-«
kende houding doorte laten. Deze ontdekking
veroorzaakte hem veel vreugde, en het geluk
te hem slechts ten halve die onder eene
voorgewende onverschilligheid voor zijnen
vriend te verbergen. Hij ontdekte, hoe deze
hem met doordringende blikken aanzag, en
zeide daarom zoo bedaard mogelijk
Eene schoone waterleiding zij loopt
zeker tot in het huis van de Dochters der
Sterren
Zijne stem had geheeld.
Mijn blanke broeder heeft scherpziende
oogen, antwoordde de Peruaan op een ycel-
beteekenden toon, De Zonen der Zon berillen
vele en wonderbare waterleidingen, door
woeste gebergten en dorre zandwoestijnen
aangelegd, en hebben den weerspannigen
aardbodem tot het voortbrengen van vruch
ten gedwongen, doordat zij hem met water
drenkten. Die, welke gij hier gezien hebt, is
echter niet zeer buitengewoon. Waarom zijl
gij daar dan zoo verwonderd over
Manuel kou die vraag niet spoedig beant
woorden. Hij zocht naar een leugen cn werd
bloedrood, toen hij hernam
Ik dacht er aan, dat bet heldere, frissche
water het schoone sieraad van den tuin uit
maken moat.
De tong mijns blanken broeder is ge*
d^kromd en zend valsche boden uit, zeide de