Da bandleterij der Carolystraat echtelijV drama Gentsche bandieten aangehouden Vreeselijke misdaad ie Elsene Doodelljk werkongeluk te Vollezeele 't Gevaar der vuurwapens De toestand in Ierland. Werkstaking in eene koolmijn DE KAMER TC-T.! VtütlT'rSdDJaEES ftuieranie slaan alle landbouwvoorlbrengslen aan. Waarscu^1^ MI Munich mce6t door het nieuwe oproer lijden. De Belgen te Frankfort. BRUSSEL, 15 April. Ziehier nog ee ltige bijzonderheden over de reis der Belgi sche afdeeling naar Frankfort. Te Coblenlz werd de afdeeling begroet door de hoogs intergeallieerde kommissie in hel Rijngebied, Fransche officieren, Ameri- kaansche overheden, enz. Te Roppard kwamen Fransche officieren de Belgen verwelkomen. Deze zongen de Marseillaise. Fransche damen bode'n ben bloemen aan. le^ Bingen stonden de kaaien der statie vol Fransche officieren en soldaten. De fan faren der Alpenjagers speeldede Braban?onne terwijl de Belgische krijgsmuziek de Marseil laise aanhief. Langs beide kanten weerklon ken toejuichingen. Fransche en Belgische hoepen verbroederden. Na de ontvangst te Mainz, kwam de af deeling te Frankfort aan, alwaar zij plechtig door de Fransche troepen ontvangen werden. Na de ceremonie op de Opera plaats, nam de Belgische afdeeling haren intrek in het ly- veum Lessing, alwaar kolonel Huyghe zijne soldaten bedankle om hunne bonding en hen de gelukwenschen der Fransche generaals overbracht. Na den vlaggegroet, weerklonk nogmaals de Braban^onne en besloot aldus een dag welken eens te meer de onverbreekbare Bel- giscli-Fransche genegenheid bezegeld had tegenover Du i 1st h land. dat hel vredesverdrag van Versailles wilde verscheuren. Ie rekenen van 16 dezer zouden de Belgi sche troepen aan den wachtdienst in de slad deelnemen. De Duitsche bladen trachtten tol op het -.aals.te °°genblik de uitwerking der Fransch- Belgische betooging tegen te werken. Zoo hadden de bladen geschreven, dat de Engelschen verzet hadden aangeteekend te gen liet optreden der Belgische troepen in het Fngelsch bezette gebied. De Belgische troe pen zijn niet in het Engelsch gebied geweest. TE ELSENE. Het onderzoek, Donderdag morgend verscheen Maurice Plantade en niet Blanchaert, zooals eerst verkeerdelijk gemeld werd, opnieuw voor jen onderzoeksrechter, om er ondervraagd 'o worden nopens de bandieterij der Caroly- •traat, te Elseno. Plantade verklaarde dal hij 's namiddags joor dc Carolystraat kwam, in gezelschap van zijn medeplichtige, toen zij M.Spinhayer met zijn motocyclet zijne woning zagen ver- 'alen. Onmiddelijk kwam de gedachte bij ben op, de woning van M. Spinhayer te plunderen. Zij bleven in den omtrek rondslenteren, Vol hel avond geworden was eo drongen dan wij middel van valsche sleutels binnen. Na verscliillige plaatsen van het gelijkvloers Joorsnuil'eld le hebben, waren zij zinnens naar boven te gaan, toen M. Spinhayer thuis kwam. Deze wierp zich op Plantade en bracht "jein een geweldigen vuistslag in volle gelaat toe. 't Is alsdan dat Plantade zijn revolver rok en vijf schoten loste. te St. Jeost-ten-Nccrie Na veertien dagen huwelijk.... Een veertiental dagen geladen, was M. 0..., 33 jaar oud, bestuurder eenor garage der Marktstraat, le St. Joost-ten-Noode, in het huwelijk getreden met Mej. X..., 27 jaar oud. Donderdag avond trad Mev. C..., het bu reel van haren echtgenoot binnen en na een korten, hevigen twist joeg zij l;em rakelings con rcvolverkogel door het hoofd. De ongelukkige stortte als door den blik sem getroffen neer. Pe bedienden der garage snelden toe en Mev. C..., overhandigde ben den re/olver, levens vragende dat zij de policie zouden verwittigen. De policieofficicr van dienst in den post der Kruisvaartstraat, snelde ter plaats, wel dra gevolgd door een geneesheer. Dezes zor gen waren vruchteloos. Hij kon enkel de dood vaststellén. nuel, die zich ni =t langer bedwingen kon, in de Peruaansche taal uit. De Bruid der Zon sprong op. Zuster herhaalde Manuel nog eens. Daar rolde de nagalm van een pistoolschot door liet onderaardsche gewelf. Manuel lette niet op dit waarschuwend teeken op dit oogenbük zou hij zelfs op eene aardbeving geen acht geslagen hebben. Maar de Peruaan trok hem met geweld voort. Nog slechts de woorden Morgenavond in den tuin kon-Manuel uitspreken', en zij klonken schril, als de laatste kreet eens drenkelings. ELFDE HOOFDSTUK Een renbode van den Inka De dag was reeds aangebroken toen Ma nuel en de Peruaan uit den onderaardschen gang in hel huis van den Kuraka terugkwa men. Dc avonturiers dachten, dat hun het gevaar der ontdekking dreigde, maar verna men tol hunne groote geruststelling, dat Montenegro liet teeken lot den terugtocht alleen wegens het aanbreken van den dage raad releven had. Manuel deelde hem den gelukkigen uitslag van hun nachtelijk onder zoek mede en alle drie begaven zich ter ruste. Den volgenden nacht klommen Manuel en de Peruaan, wiens nieuwsgierigheid grooter was dan zijne vrees voor dc wetten des Inka's onder de beschermende schaduw der bekende boomgroep, door middel van de touwladder over den tuinmuur van de Dochters der Sterren. Dezen keer gingen zij barrevoets, cn lieten eerst aan de binnenzijde van den muur een stuk doek naar beneden vallen, Ondervraagd, verklaarde Mev. C..., dat erge geldaangelegenheden oorzaak van het drama waren. De moordenares is aangehouden en ter beschikking van den prokureur des konings opgesloten. OROOTG BRANDRAMP Een fabriek gaat in vlammen op te Sint-Nikolaas In den nacht van Woensdag op Donderdag is, door een tot nog toe ongekende ooraaak, de fabriek van breigoederen van den heer J. Van Vlierberghe, wonende Vooruitgang- straat, in brand geraakt en gansch in assche gelegd. Omstreeks 12 1/4 ure, te middernacht, werd de brand ontwaard. De talrijke bnisge- nooten van den fabrikant liepen al weenende de straat op en riepen ora hulp. Nogal spoe dig waren de pompiers ter plaats en werd er van alle kanten hulp geboden. Ongelukkig bad-men niet rap genoeg water bij de hand om bijtijds met de noodige krachtdadigheid de ramp te keer te gaan. Tot overmaat van ongeluk, blies een hevige Zuid-Westerwind in den gloed die dreigde le zullen overslaan op de menigvuldige aanpalende huizen. Inmiddels brandde de fabriek leeg bijna niets kon gered worden. Een kostelijke boe veelheid wol en meer dan 60 machienen zijn vernield. Bezijden den heer Van Vlierberghe, woont M. Couiller, senator. Dezes achtergebouwen geraakten aangetast. Doch van daar af kon de bestrijding van het woedend element door de pompier» beslist aanvangen. Alle aanpa lende woningen bleven dan gespaard, ook het woonhuis van den fabrikant. Rond 3 ure, was alles gedaan. De schade is aanzienlijk en mag op meer dan 300,000 frs. geschat worden, ongeluk kiglijk slechts gedeeltelijk door verzekering gedekt. te Ftljsel. RIJSEL15 April.Drie Gentsche ban dieten, betrokken in verscheidene erge zaken le Gent of in den omtrek gepleegd, de ge naamde Bolle, De Guy per en De Pauw, waren na hun laatste misdrijf, de brandkoffer dielte in de vlasfabriek La Gantoise welke hen rond 150,000 fr. opbracht, naar Frankrijk gevlucht. Twee Belgische policiemannen, die hen daar opzochten, zijn er in gelukt hen aan te houden toen zij in de statie te Rijsel naar eene onbekende bestemming wilden vertrek ken. De kerels zijn opgesloten, inafwaehting dat de uitleveringsformaliteiten vervuld was. Eene dienstmeid door bandieten vermoord. De echtgenooten Van de V.,.., die in de Koninklijke straat te Brussel een groot maga zijn hebben, wonen te Elsene, Èdmond Pi- cardslraat. Zij brengen daar den nacht door en verlaten 's morgens de woning om zieh naar bun magazijo te begeven, hunne wo ning onder de bewaking latende van hunne meid, Mej. Casilde Saeys, 28 jaar oud; gebo ren te Waasmunter. Deze was reeds meer dan een jaar ir, hun dienst en' genoot hnn volle vertrouwen. I)e woning van M. Van de V., geeft langs achter uit op de braakliggende gronden, achter het krijgshospitaalOceaan Donderdag namiddag tusschen 2 en 3 ure telefoneerde eene vriendin der meid, om te vragen of zij gereed was om naar den cine ma le paan, zooals 's morgens afgesproken was. Zij kreeg geen antwoord, daar Casilde Saeys aan de deur stond te praten met de meid der aanpalende woning. De vriendin kwam eeiiigen tijd later zelf bellen, doch er werd niet geopend, zij hoorde alleen bet hondje in de kelderkeuken blaffen. Denkende dat hare vriendin was uitgegaan, keerde de meid naar huis terug. Toen de echtgenooten Van de V.., rond 7 1/2 ure thuis kwamen, konden zij moeilijk de deur openkrijgen. Een zwaar pak lag tus schen de voordeur en den eerste trede van den trap. Zij gelukten er toch in binnen te dringen en na licht gemaakt te hebben, be merkten zij dat ei' iels in de tapijt hnnner slaapkamer gewikkeld, en voor de deur ge worpen was Zij openden hetjpak en ontdek. teneinde geene verraderlijke sporen in den grond achter te laten. Zonder tegenspoed bereikten zij liet bloemenprieel, waar Idali met hare vertrouwde slavin hem wachtte. Hoe gelukkig was Manuel, dat hij de Peruaansche taal, hoe gebrekkig dan ook, spreken kon. Hij vertelde het geheim van den onderaardschen gang, en de beide jonge lieden zagen natuurlijk in dit bijzondere geval niets anders, dan een gunstig voortee ken over bun toekomstig lot. En vurig hoopte de Kastiliaansche zeeman, datPizarro weldra met eene aanzienlijke krijgsmacht te Tumbez zou terugkeerén. Dan zou de gouden kerker van Idali gewapenderhand kunnen geopend worden. Dan zou Idali, zou dacht Manuel, den chrislclijkcn godsdienst omhelzen en hem, als zijne bruid, naar het altaar van den eenen levenden God volgen. Op deze wijze waande hij, hoopvol, eene sterke brug over de diege klove te leggen, die hem de Zonne maagd scheidde. Onder vei tronwelijk gekout gingen de urfti voorbij. Idali vertelde hare afkomst. Zij was eene jNusla (prinses van koninklijke bloede) en de jongste dochter van den over leden Inka Huayana Kapak, bijgevolg eene zuster van den regeerenden Inka Huaskar. Zij was negentien jaar oud en bevond zich sedert twee jaar sinds den dood harer moeder in bet huis der Zonnemaagden. Ofschoon zij wegens haren Imogen rang, eigenlijk in het groote Sterreuhuis te Kozko, de hoofdstad van hel Inka-rijk, behoorde werd zij toch te Tumbez gelaten, dewijl zij van hare jeugd at met bare moeder in die ten hel lijk hunner meid. Een groot dolkmes stak tot aan den hecht in den rug der onge lukkige. Spoedig werd alarm gegeven en weldra was de policie ter plaats. Een geneesheer stelde vast dat het slacht offer op den slag gedood moest geweest zijn, daar de dolk de long geheel doorboord had. De ongelukkige meid is neergestort zonder zelf een kreet te slaken. Een onderzoek in huis gedaan, liet spoedig vaststellen, dat de meid door bandieten moet verrast geweest zijn en haar builen is willen vluchten. In de trapzaal kreeg zij den moorddadigen steek en is van de trappen gerold. De ban dieten zijn dan boven het tapijt gaan nemen, om er hnn slachtoffer in te wikkelen. Geheel het huis is door de schurken door zocht geworden. Allemeubelen werden opengebroken en donrsuu field. Zij hebben echter maar een schralen buit behaald, want er waren noch waarden, noch juweelen in huis gelaten. Men vond de achterdeur, uitgevende op den hof openstaan. Zulks schijnt aan te dui den, dat de dieven over den hofmuur ge klommen zijn. Niemand in de buurt heeft iets gezien of gehoord Donderdag avond, fond 10 ure, is het parket nog in het huis der misdaad afgestapt Het parket van Brussel heeft zich Donder dag naar Vollezeele begeven om er een onder zoek te doen nopens een doodelijk werkon- geluk, daags le voren aldaar voorgevallen. Een witter, Jean De Roodt genaamd, 42 jaar oud, toen de ladder waarop hij stond doorbrak. De Roodt werd ten gronde geslingerd en bleef bewusteloos liggen. Men bracht hem in eene naburige woning en verwittigde een geneesheer. Deze kon enkel de dood vaststel len. De wetsdokters' die bet parket vergezel den hebben de lijkschouwing gedaan. Een droevig ongeluk had te St Andries bij Brutrge plaats. M. Van Hove, houdt op zijn kasteel te St. Andries eene groote paardenkweekerij. De stallen liggen op 200 meters achter de wo ning. Twee jongelincen slopen 's nachts in de stallingen, namelijk Camiel Vermeulen oud 20jaar, en Guido Gezelle, oud 19 jaar. Daar deze afhankelijkheden eenzaam gelegen zijn en om zich te^en eene mogelijke verras sing van dieven te beschutten, had Camiel Vermeulen, in atwezigheid van M. Van Hove, aan dezes vrouw den toestand uitgelegd. Deze had een browning-revolver van zwaar kaliber aan Vermeulen toevertrouwd. Des avonds in gezelscnap van Gezelle, wilde Lij het wapen in de stallingen eens onderzoeken. Hij trok de ladihgkas-chargeur nog vijf kogels inhoudend uit den revolver en dan overtuigd dat er geen gevaar meer was, on derzocht het wapen, toén eensklaps een schot knalde en Guido Gezel huilend ten gronde viel. Hij had een kogel in den buik ontvan gen. Het is gebleken dat een zesde kogel 'nog in het wapen zat De chargeurs met de vijf kogels had Vermeulen aan zijn gezel overhandigd. Hel slachtoffer werd naar het St. Janshos. pitaal overgevoerd zijn toestand scheen in den beginne niet zeer gevaarlijk, maar Woens dag was hij zeer verslecht en hij bezweek in de armen van zijnen vader, ten gevolge van eene inwendige bloedstorting. Een onderzoek is ingesteld. De revolver met de vijf kogels is aangeslagen. BRUSSEL-BIJ-NACHT! Donderdag morgend rond 2 1/2 ure kwam M. Camiel G.., fruithandelaar, wonende steenweg van Bergen, te Cureghem, langs de Zuidlaan huiswaarts, toen twee kerels te gen hem twist zochten. M. G... die dronken was werd vastgegrepen en kreeg eene duch tige schudding waarna de twee kerels in de duisternis verdwenen. Schier op hetzelfde oogenbük stelde de fruitkoopman vast, dat zijne brieventesch, eene som van meer dan 7,500 fr. inhoudende verdwenen was. Hij kon enkel eene klacht gaan neerleggen en niet het minste signalement der twee aan- randers opgeven. stad gewoond had. Idali hebt gij er wel eens aan gedacht, dat de Inka, uw broeder u, als zijne palla (bij-gemalin) naar Kuzko roepen kan? vroeg Manuel angstig. Als eene slang gebeten, kromp het meisje ineen en drong dichter bij den jongeling. De palla van den Inka fluisterde zij, rillend, in den diepen keelloon van de Quichuaansche taal. Eensklaps sprong zij op. Wild rolden hare oogen zij schoten stralen van onheilspellenden gloed zij was vreese- lijk in hare demonische schoonheid. Eene onnavolgbare majesteit vertoonde zich in haar gansche wezen. Eerder mogen Idali's beenderen onder de omhelzing der ceezerslang verbrijzeld worden, riep zij met luider stem uil. En wanneer zij Idali mochten wegvoe ren, vervolgde zij, heeft dan mijn blanke broeder geen moed in zijne borst, geen wa pen in zijne sterke hand Is hij niet met den bliksem gewapend, en spuwt zijn roer den vluchtende den dood niet achterna Idali weel .hetdat dan mijns blanken broeders strijdbijl zich snel als eene slang op den af gezant des Inka's slorte en met een woesten beet hem liet hart openrijte, dat het lichte wapen bloedrood gekleurd worde in de weg- elroomende levensbron Dat zweer ik u 1 riep de licht ontvlam bare jongeling uit. Ik zal u vrijvechten of sterven. Toen vatte hij hare hand, en in den zilve ren glans van den helderen maneschijn be loofde het jeugdig paar elkander eene onver- breekbare trouw, :c Nieuwe aanhoudingen te Oublijn, LONDEN, 15 April. Heden morgend had Dublijn zijn gewoon uitzicht. liet was dan ook met groote veirassing dat men ver nam dat de militaire policie 's nachts weder om een aantal aanhoudingen gedaan had. In den omtrek der plaats waar de laatste moorden en aanslagen geschiedden, weiden 16 straten door de troepen afgesloten. Deze troepen waren in auto-camions beschermd door gepantserde au tos en motocyehsien ter plaats gebracht. Het aantal aangehoudenen wordt op 150 geschat. Ook in andere wijken der stad werden nog huiszoekingen en aanhoudingen gedaan. - Zoo werden in de buurt van hel hoofd kwartier der Sinn Feiners, alle huizen door zocht. Ook Donderdag namiddag hadden nog aanhoudingen plaats. TE GHLIN In de koolmijn Nord de Flénu te Ghlin, is eene werkstaking uitgeborsten. Eenige dagen geleden waren eenige kleine voorwerpen - verdwenen uit het magazijn. Een werkman die daarvoor verantwoordelijk gesteld is, deed de waarde van de verdwenen voorwerpen afhouden van het loon eener werkvrouw. De mijnwerkers kwamen tusschen en eischten dat de magazijnier'zou weggezonden en het afgehoudene aan de werkvrouw zou terugbetaald worden. liet bestuur der koolmijn weigerde, waar op de mijnwerkers het werk verlieten en zich naar het bureel begaven om hel verdiende loon te gaan ontvangen. Daar zij het werk verlieten zonder voorbe richt weigerde het bureel aan dezen ciseh te voldoen. Vandaar een nieuw geschil. Donderdag morgend werden twintig mijn werkers opgeëischt om de noodige onder houdswerken te gaan doen, doch zij weiger den. Alles is tot hiertoe kalm. Gene erge zaak te Seraing Een mijnwerker van Yvoz-Ramet, Frans L... genaamd, had in eene paardenbeenhou- werij te Seraing paardenvleesch gekocht Na er 's middags van gedlen le hebben, voelde hij zich onwel, doch droeg niettemin een deel van het vleesch mede naar zijn werk, waar hij het opat. Kort nadien voelde hij hevige inwendige pijnen en deed zich bovenbrengen. Een ge neesheer werd ontboden en deze stelde dade lijk vast dat de man vergiftigd was en geene hulp meer baten kon, L... bezweek inderdaad een paar uren later. Het parket werd verwittigd en beval de lijkschouwing. Het lijk was gansch zwart uitgeslagen. -j Ook vrouw L... en de twee kinderen had den van het vleesch geëten en waren ziek géwordén. De kinderen waren weldra buiten gevaar, doch de toestand van vrouw L... is zeer onrustwekkend. Zitting van Donderdag J5 A pril. ónder voorzitterschap van M. Brunei. Verklaring van M. Delacroix De eerste minister heeft het over de com missie die het wetsontwerp, betreffende de oorlogswinsten in 1910 verworpen heeft. Deze commissie heeft het grondbegin zelf verworpen. Tot het onderzoek van de artike len werd niet overgegaan. De minister heeft een openbare bespreking gewenscM nog voor het Paaschverlof. Dit werd hem niet toege staan. Thans heeft de commissie zich verdaagd en is zinnens een nieuw ontwerp op te stellen. De minister begrijpt de houding nief. Een uitstel is betreurenswaardig. De regeering bevindt zich op een moeilijk parket. Nocli- thans moeten de moeilijkheden van binnen- landscken aard overheerscht worden door de gedachten van heropbouw van het land. Men verwijt ons te handelen op bevel van anderen. De minister wil zulks tarten om het land herop te bouwen. De minister verdedigt zijn wetsontwerp dat van ondergeschikten aard is, meent hij. Aan den heropbouw van het land kan niet Gij zult mijne Zon zijn, zeide het schoon meisje onafscheidbaar gelijk de chaska (jon geling met lange krullende lokken) de Zon bij haren op- en ondergang vergezelt, zal ik u in leven en dood volgen. De Peruaan ontstelde bij deze lastering zijner hoogste godheid eene Bruid dei- Zon zwoer haren god af voor een vreemdeling En in hetzelfde oogenbük werd de maan door eene wolk bedekt en duisternis omgaf de verloofden. De goden worden toornig, fluisterde bij, sidderend, bij zich zeiven. Daar zal spoedig eene ramp opvolgen. De andere twee bemerkten het soffibere voorteeken niet. Wat ging hen de builenwe reld aan Thans kwam de slavin zachtkens naderbije n zeide De dageraad breekt aan de vogelen in het woud verheffen hunne stemmen reeds. Manuel scheurde zieh los en volgde den reeds wegijlenden Peruaan. Aan de andere zijde van den muur scheidden dc beide vrien den, en ieder ging, in gedachten aan de herinneringen van dezen nacht verzonken, naar zijne woning. Dc jonge zeeman was overgelukkig, en nauwelijks had hij zich op zijn leger gewor pen, of hij droomde van de schoonste toe komst. Reeds had de zon de helft van hare dagelijksche loopbaan afgelegd en nog lag hij in een diepen slaap verzonken. In gejaag de stemming verscheen de Peruaan plotseling aan zijne legerstede en schudde hem wakker. Manuel ontwaakte, zonder nog terstond tot zijn volle bcwijstzijn te komen. gewerkt worden als wij ons niet boven klein geestigheid stellen. De minister meent niet dat bedoeld wetsontwerp een tandwiel is waardoor men zou kunnen meegetrokken worden. De minister wil rondweg zeggen wat de tnestand was. Voor den oorlog bedroeg de Staatsschuld slechts 6 milliard. Thans is de toestand gansch anders. Wij staan voor de verwoeste gewesten, de operation van de mark, de oorlogsschade, enz. Die schuld kan 30 milliard beloopen. Ons land moet uit die crisis komen. De eer en het aanzien van het land vereisten dit. Dan hebben wij nog de bestendige lasten, de zware begrooting. Wij hebben daar voor doen stemmen, de belasting op het inkomen, op de cinemas, enz. Aldus /.ouden wij onze schuld kunnen delgen, doch het zal minstens vier jaren duren, vooraleer het le kort eenigs- zins zal gevuld worden. Wij weten niet wal wij van Duitschiand zullen ontvangen. Er is spraak van een eerbiedwaardig hoog getal milliarden. Zal die som voldoende wezen Niemand weet het. De oorlogschade is gesteund op een nienw recht voortspruitend uit de solidariteit. Die schuld mag echter niet geleed worden op de gewone begrooting. Die schuld moet op het kapitaal drukken.'Het is al goed uitgaven te doen, men moet eerst aan de inkomsten denken. (Zeer goed, rechts.) De minister dringt aai» dat het wetsont werp Woensdag over acht dagen zou bespro ken worden in een geest van edelmoedigheid met het oog op onze buitenlandsche politiek' en het heit des vaderlands. (Zeer goed op de soc. banken.) M. WAUWERMANS, verdedigt zijne houding als verslaggever van de commissie van bedoeld wetsontwerp. M. DELACROIX. De nijveraars die uitvoeren redden het land. (Zeer goed op de soc. banken.) M. VANDERVELDE. Gij zoudt beter uw verslag lezen. M. WAUWERMANS. Gij zoudt beter doen te aanhooren waarom mij het wetsont werp niet goedkeuren. Spreker meent dat het wetsontwerp fel moest gewijzigd worden. Dit was dc meening van de commissie. De minister van financiën had een .tegenontwerp moeten indienen, dat zou bewerkt geweest zijn door zijne admini stratie. De commissie verwerpt liet grondbe gin niet. Men klaagt dat de financieele wellen slecht gemaakt worden. M. DELACROIX (Zenuwachtig). Daar over wil ik uitleggingen geven. M. WAUWERMANS. De handel kan zich slechts oprichten, wanneer hij weet waarheen. (Onderbrekingen van M. Huys- mans.) De commissie heeft hare verantwoor delijkheid. Daarvan is zij bewust. De Kamer wil niet dal er oorlogswoekeraars zijn. Daar om wildij de nijveraars en handelaars niet treffen die voor den oorlog geleden hebben. Dat nten oppasse Door beter te willen doen zal meii het goede verliezen.. (Tegenspraak van M. Delacroix, die opslaat om aan den heer Wauwermans te antwoorden). De voorzitter maant den minister tot kalmte aan en zegt dat hij het woord niet. heeft. M. WAUWERMANS, stelt vast dat de jongste leening den gehooplen uitslag niet heeft gehad omdat handel, nijverheid en beurs ongerust zijn en geen vertrouwen heb ben in al de belastingen. Spreker neemt het verwijt van luiheid en kwaadwilligheid niet aan. Hij heeft zich nooit moeite getroost. Hij heeft geen dubbel loon en geene vermindering van werkuren gevraagd. (Lawaai op de socialistische ban ken). M. ANSEELE, minister van openbare werken. Gij belcedigt de werkende klasse. (Toej. op de soc. banken). M. WAU WEB MANS Dit is mijn in zicht niet, doch de intelleetueele arbeid mag zoovel beloond worden als de handenarbeid. (Toej. rechts). M. ANSEELE. Gij beleedigt de wer kende klasse. (De minister is zeer opgewon den). M. WAUWERMANS neemt niet aan dat een verslaggever op een gesteld uur zijn verslag moet indienen. Dit is niet aanneme lijk. Ik zal mij aan zulk ultimatum niet on derwerpen. (Toej. rechts). - Mijn blanke broeder slaapt, en het on geluk waakt reeds geruimen tijd, ving de ^eruaan met onheilspellende gebaren aan. Ik droomde zoo zoef, lachlte Manuel, den zin van de woorden zijns vriends niet vattende. -En het ontwaken is pijnlijk, zeide deze zoo scherp, dat Manuel thans Oplettender werd en haastig vroeg Wat is er gebeurd Er is een chasqui (koerier) van Kuzko aangekomen. Wat gaat ons dat aan De Inka verlangt eene Zonnemaagd. Met een wilden sprong stond Manuel voor zijn vriend cn vatte hem krampachtig bij den arm. Zijn tong weigerde hem haar dienst. Eindelijk slaagde hij er in een kreet te uiten, en die luidde Idali Dal weet niemand van den Kuraka, antwoordde de Peruaan. Met verwilderde blikken staarde Manuel hem eene geruime poos aan, en streek toen, als iemand die uit een kwaden droom ont waakt, met beide banden ovej* zijn gelaat. Dit nam nu eene uitdrukking van vastbera denheid aan, en Manuel was weder geheel en al dc ernstige, bedaarde zeeman van voorheen. Zwijgend begaf hij zich in hel andere vertrek, hief de marmeren plaat op en daalde in den onderaardschen gang af. De Peruaan volgde hem. Het was, wel is waar, zeer donker in den gang, doch daar de weg hun bekend was gingen zij toch snel voornif. Vervolgt.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1920 | | pagina 2