Toegevendheid.
roenuijkejerjaardage
De toestand in Dnitschiaifd
DE BRUID DEK ZON
Ee overgave van Maubeuge
Donderdag
DAGBLAD y CENTIEMEN
April 1920
Esrste aanval met stikgassen
Steenstraat
EEN ONGELUK TE BEVERL00
DE GOUDHANDELAARS
De 1e Meibetooging
Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Tel. 114
XXVI" JAAKüAJN'G iN U.Viiylh.il ya
Uitgever: J. Van Nüffel-De Gbndt
H. Soler
Zon op4,57, onder 7,00
Eerste kwartier den 25
Publiciteit bulten het Arrondissement Aalst, zich te wenden tot het AgeDtechap Havas, S, Martelaarplein, te Brussel; 8, Place de la Bourse, Parijs en 105, Gheapsido, Londen.
Toegeven is hed endaags 't wacht
woord. Alleman geeft toe en aan
iedereen wordt toegegeven. In de fa
milie heersclit de toegevendheid als
heer en meoster. Vader en moeder
kunnen niet meer gebieden en nog
min verbieden. De kindoren kunnen
niet meer gehoorzamen, om de goede
reden dat zij op voorhand weten dat
de ouders niets meer duiiven vragen
of eischen en inzonderheid doordrij
ven. Nu indien ze nog iets willen be
komen geven ze toe zoolang en zooda
nig dat toch hun volle verlangen niet
meer ingewilligd wordt. Zoo allengs-
kens aan neemt het kroost, hoe gering
klein en onverstandig ook, de plaats
in van do gebieders of beter gezegd
het dromt deze laatsten uit den weg
on zelfs geheel en gansch van kant.
Alet al die toegevendheid in de fami
lie waar gaan we naartoe Ouders
blijft uw meesterschap bewaren en
staat itet niet af door toegeving aan
grillen en drillen uwer welhaast daar
door ongelukkige kinderen.
Aan dienstboden en onderdanen
geeft men ook veel te veel toe. Zeker
dezen moeten een treffelijk loon en ge
past onderkomen genieten, doch als
ze redelijk willen te werk gaaii juo
gen ze toch hun plichten kwijten
volle rechten bekomen te hebben.
Op school zien wij hetzelfde stelsel
heerschon, daar ook heersclit het or
dewoord. De toegevendheid der mees
ters en onderwijzeressen doet het
schoolverzuimen aangroeien, zet de
lucht aan de deur en jaagt alle gezag
huiten. Eene gepaste strengheid moet
in de school heersclien en geen mede-
lijden mag te vinden zijn, daar waar
do opvoeding en een degelijk onder
wijs moeten gegeven worden.
Met al die toegevendheid dwalen
we hier van den rechten weg af en
stellen de toekomst, onzer jeugd aan
het allergewichtigste en ellendigste
gevaar bloot.
In do ganscho maatschappij, in het
bestieren van alles wat beheersching
en regeling vraagt, wordt insgelijks
veel te veel, zelfs zonder vragen en
smeeken, toegegeven.
Aan de partij van wanorde en op
hitsing geeft men tegenwoordig alles
toe. Vooraleer zij den mond opent,
zonder rechlstreeksche vragen te stel
len, maar slechts wenschen uitende
wordt zij reeds voldaan, of liever,
willigt men al hare verlangen en be
georten, zoowel slechte als min goede
in.
Zulke manier van handelen drijft
ons mee met den stormvloed der oin-
wentelirig, en vroeg of laat vallen we
geheel en onbarmhartig inde klauwen
van den inwendigen vijand.
We weten wel, sinds de laatste
wereldgebeurtenissen is de gang van
de wereld veranderd, verkeerd en van
vele goede sporen algedwaald, doch
dat belet geenszins dat men de toege
vendheid wat meer weglate of zelfs
eenvoudig van kant zette. Zolks meent
toch ieder getrouw en heilzuekend
vaderlander en vredoliefhebber.
22n April 5n Mei 1915.
DE TOESTAMD
De 6e L. A. staat aan den rechtervleugel
van ons leger.
De sector dien ze bezet langs het kanaal
van IJner is van N. tot Z. tn 3 ondersectore
verveeldHet Ie Karsbiniers van aan Drie
Grachten tot den Z. van den poet der Na
celle»; het 2c karabiniers tot nabij het huis
van den Voerman, van beroemde gedachte
nis; liet regiment Grenadiers onder de
velen van Kolonel LOTZ, op die uiterste
rechterzijde, eenigie honderden meters van
Steonstraat al. Steenstra»klein dorpje in
puin, Lte&cft door dte Fransche territoriale
troepen wier stellingen zich ten Oosten van
het kanaal uitstrekken tot. aan de bocht van
Upsr, waar zij aansluiten bij het Engelseh
leger.
DE AANVAL.
Sedert eenigie dagen reeds was de sector
bessel door de Ce L. A. onder de bevelens
van Luitenant Generaal DE CEUNINCK. aan
hevige artillerievuren onderworpen, die aan
deze der epoche dagen herinneren van 1914
In den namiddag van 22n April kwam een
z—are, koperkleurige wolk die over de grond
rolde, onsfteltenis werper in de Engelsche
Framsche sector. Met zijn gewone wreedheid
gei-raike Duitschland voor dien eerste keer
zijne heische uitvinding der aanvallen rnet
stikgassen.
Onbeschut tegen dit vergif vallen de man
nen met. honderden, radeloos wijken de over
levenden. Steenstraat wordt bezet de bres
is gemaakt juist op het punt. waar de Fran
sche linie bij de Belgische aiansluit; de klein
söe achteruitgang d|e minste verzwakking,
kunnen de grootste gevolgen hebben. Over
sten en soldaten gaan liet gevaar te keer.
Een weerstandshaak, rechthoekig geplaatst
op liet hoofdfront wordt opgesteld'. Een ba
taljon Grenadiers werpt- zich voor de vijand
stopt de bres en verbindt weer onze rechter
zijde met de Fransche troepen, die zich aan
i4ien molen van Liz,erne vastklampen. Onder
liet schroot de gassen, de herhaalde storm
1 oopen van een dollen vijand, houden onze
troepen den ganschen da# van den 23n April
stoïsch stand en pogen zelfs een tegenaa
val te doen.
Reservoir worden aangebracht; de regimen
ten der 4e L.A.; bataljons van het Ie en 2e
Karabiniers.
De toestand is klam-; het is voldoende de
vijand tegen tie houden daarom vechten als
leeuwen en sterven heel eenvoudig als liet
moet.
NIEUWE AANRUK
16' Vervolg
Ieder, die tracht te ontvluchten, houwt
gij neer, dus luidde het korte bevel van Pi
zarro.
Door verscheidene ridders gevolgd, begaf
Pizarro zich naar het woonvertrek van den
Kuraka,
Dit vertrek was, evenals het gansche paléis
van zijne kostbare versierselen beroofd
evenwel prijkte bel nog met prachtige plan'
ten, die in fijn bewerkte vaten stonden cn bet
vertrek tot een wonderschoon prieel met dui
zenden heerlijk riekende bloemen maakten.
Daaronder stond eene eenvoudige tafel van
purperkleurig hout, die met een overvloed
van naar het Peruaansche gebruik toebereide
spijzen en met eene menigte prachtige er.
welriekende vruchten beladen was. Aan dezen
welvoorzienen disc.h zat de Kuraka op eene
witte sofa, en voor het prieel waren eonige
Peruaansche meisjes bezig een dans van het
land uit te voeren.
Bij de plotselinge verschijning der onge
noode gasten stoven de danseressen, meer
verrast dan verschrikt, uileen.
De Kuraka wierp eerst een woedenden blik
op de Spanjaarden hij wist zich echter te
bedwingen en noodde Pizarro met veel aan
drang uit, deel aan zijn disch te nemen. Deze
sloeg geen acht op cijue beleefdheid en zeide
op een gebiedenden toon
Waar houdt gij den blanken man gevangen
De Peruaan, die Pizzarro gergezelde, ber
in den nacht van 23 op 24n wordt het g»e
weervuur terug heviger en moordadigeu-
sclirapnells en granaten vernielen de nau
wefijks begonnen werken verscheuren do
lichamen. Rechts van ons kunnen de Fran
schen gedund door de beschieting met. stik
gas projectielen, de hevige aanvallen van de
vijand niet bedwingen
Lizerne is verloren en de Duitsche horden
stormen in de nieuwe bres.
Wij zijn overvleugeld, de grenadiers der
2e kompagnie van het bataljon RICHARD
maken zich los en trekloen trapsgewijze ach
ticruit. Het vuur der Duitsche artillerie loopt
samen op onzen we«ersta.ndshaak. De 3e
kompa,gnie wordt op hare beurt strek ver
zwakt in een tragisch gevecht van man te
gen man. De bres verwijdt nog. De gramve
stroom zwelt, steeds. Majoor RICHARD en de
bevelhebber- van het bataljon zouaven slaan
de overblijfsels bunner eenheden, 406 tot 500
man bijeen, tot een wonderlijke groep Aan
grenadiers zouaven. linietroepen, karabinier
dit handvol dapperen rukt in tegenaanval
op, één tegen tien. Vraeselijke worsteling in
de duisternis onder een hemel- verlicht door
dk? vlammen der kanonnen len honderden
eelkleurig® lichtpijlen die van alle kanten
opstijgen.
Hoeveel bleven er over? Wat maakt het
haalde deze woorden voor den Kuraka in de
Quichua-taal
De Kuraka ontstelde en verzon een logen.
Pizarro wenkte, en fijne soldaten grepen
den Kuraka aan.
De stok zal zijne tong wel losmaken,
zeide een hunner, schamper lachend.
In weinige oogenblikken lag de Kuraka
gebonden op den vloer.
Pizarro herhaalde zijne vraag en dreigde
hem met een duchtig pak stokslagen, indien
hij voortging te liegen.
De Kuraka bleef sprakeloos.
Pizarro liet hem door eenige soldaten be
waken, en begon zelf het onderzoek van bet
paleis, want, naar de meening des Peruaans
moest dc kerker zich in het paleis van den
Kuraka bevinden. Het gansche tebouw werd
doorzocht, cn het gelukte den Peruaan den
kerker te ontdekken.
Het was eene kleine, donkore cel, waarin
men, evenals ineen kelder, langs eenige stec-
nen trappen afdaalde. In eei/oogwenk was
de deur verbrijzeld de Spanjaarden be
vonden zich in een donker hok. Onder hunne
voeten kraakten dorre bladeren. Met was
eene legerstede, als het ten minste dien naam
verdiende. Zij tastten daarop met .hunne han
den in liet rond cn grepen een menschelijk
hehaam, dat zwaar steunde, toen men het
ophief. Zij droegen hel naar builen in de
open lucht het was Montenegro. Nadat
men hem een weinig brandewijn in den
ond gegoten had opende hij de oogen, zag
ild :n het rond cn sloot de oogen weder.
de vooruitgang van de vijand was ingebeukt
In den nacht van 25n op 26n, bij de kre
ten KAISERen «-HOERA» poogden de vij
widaltjke legere dremaal, doch te vergeefs
door onze liniên te breken.
Hunne opgestapelde lijken vormden ware
loopgrachten, aanhoudend beschoten door
onze artillerie.
DE TEGEN AANVAL.
Den 26n blazen de trompetten de stormloop
en, als groote klaproozen in het wilde gras
springen de zouaven, met hun roode mul
sen in heerlijken strijdlust vooruit, s' Avond
is het Westelijk gedeelte van Lizerne ver
overd. Den 27n wordt Lizerne, evenals Het
Sas spijts den weerstand van den viiandont
zet.
In de nacht van 28 op 29n is het de laat
stfc stuiptrekking!. Wanhopige aanvallenliie
gen onze stellingen. De vijand wordt aöh
teruit gedreven tot in de puimen van Steen
stnaatf: voortaan zal hie< hem onmogelijk
zijn er nog uit te komen. De eerste dagen
van Mei waren nog van de hardste, doch on
ze soldaten hielden stand; ze kwamen he
epos van den Yser te hernieuwen. Ze dwon
gen den vijand aan de Fransche troepen toe
latend zich zei ven weer meester te worden
zich te hervormen om den tegenaanval te
beginnen en in een pnachtigen opruk, de
zege tegemoet te gaan.
STEENSTRAAT
Al de handelende eenheden der le en 6e L A
onderscheiden zich schitterend; luet was met'
rechtmatrgen trots dat de bevelhebber van
de 6e L.A. op de dagorde schreef
Ik ben fier over the schoone hardnekki
heid dei" troepen getoond m deze moord
dadige gevechten en ik wenscli ze er harte
lijk geluk over.
H K. Oostv le teren, 14n Mei 1915.
(gei.) DE CEUNINCK.
President POINC.ARE en generaal JOFFRE
overhandigden de meest vie tonde eene toeken
aan onze officieren en soldaten die zich iri
't bijzonder onderscheidden in deze geveclr
ton.
Om deze bloedige slagen te vereeuwigen
en om aan liet land te herinneren wat onze
soldaten volbrachten en Leden voor zijne
grootheid en vrijheid, gunde de koning aan
de regimenten grenadiers, alsook 3e en 23e
linierëgiment die wedijverden in dapperheid
de groote eer van in gouden lettors op hun
vaandels STEENSTRAAT te schrijven.
GEMEENTE KIEZINGEN
Bericht aan de Belanghebbenden
Mannen en vrouwen, die geboren zijt vóór
2 Januari 1899 en die zes maanden verblijf'
ebt in uwe gemeenten, vergeet niet dat gij
dit jaar uw kiesrecht voor dc gemeente moet
uitoefenen.
Draagt er dus zorg voor dat gij vycrdl in-
geschreven op de gemeentelijke kieslijsten.
En wacht niet tot net te laat zij om zulks te
doen.
Drla dooden. Twintig gewonden
In ons Kamerversla? leest men, dat de heer
Ernest in een ordemutie inlichtingen wrlde
vragen over een ramp te Beverioo. De voor
zitter legde hem het zwijgen op. Het was een
interpellatie, zei de heer Brunei. En die in
terpellatie was niet aangevraagd, stond niet
op de lijst, dus....
Wij hebben den heer Ernest gevraagd,
wat er dan le Beverioo gebeurd is. Hij deelde
ons raeê, dat bij een oefening met machine
geweren het 21® linie op het 5* jagers schoot
en er drie dooden en twintig gewonden vie
len. Men schijnt het gebeurde stilgehouden
te hebben. Het ongeluk gebeurde inderdaad
reeds den 14°. Men zou de soldaten verboden
hebben er over te spreken.
Is dit waar en waarom dan 't Is toch
;een oorlog meer en het stelsel van geheim-
ïouding is voorbij. Ieder zijn verantwoorde
lijkheid.
De minister van Landsverdediging heeft
geantwoord, dat een onderzoek ingesteld is
en men den uilslag natuurlijk zal meededen.
Sinds verscheidene dagen hielden de tol
beambten aan de Hollandsche grens, een oog
in 't zeil, ten einde eene bende goudhande
laars te knippen, welke gewoonlijk gouden
geld naar Holland bracht.
De bende was echter zoo sluw, dat tot
hiertoe geen der leden kon aangehouden
worden.
Het geduld der tolbeambten is thans toch
beloond geworden. Een der kerels is gevat
geworden, toen hij met eene som van 17,000
lï. in gouden munt, langs Canne, Holland
wilde bereiken. Aan den prijs van den dag
iad het goud eene waard® van ongeveer
50,000 fr.
De «mokkeiaar is in het gevang van Ton
geren opgesloten en het goud natuurlijk aan
geslagen-
Zooals wij gisteren meldden zijn voor den
bijzonderen krijgsraad te Parijs de debatten
begonnen tegen generaal Fournier en zes an
dere officieren, beticht van de overgave van
Maubeuge.
De debatten zullen zeer lang zijn. De be
schuldiging heeft 80 getuigen gedaagd, waar.
•onder Maarschalk Joffre, de generaals Pau,
de la Croix, Belin, Latirezac, Hély d'Oissel
Peyrecave, Messimv, Desaleux en Winckel
Mayerde verdediging daagde 24 getuigen
ter ontlasting, waaronder generaal de Cas-
lelnau.
Aan generaal Pournier wordt hoofdzakelijk
ien laste gelegd, dat hij de verdediging niet
krachtdadig en stelselmatig genoeg doorvoer
de, geen tegenaanvallen deed, zijn materiaal
niet vernielde en aan generaal Ville het be
stuur der krijgsverrichtingen overliet. Daar
entegen herkent de onderzoekskommissie,,
dat er rekening moest gehouden worden van
den ellendtgen toestand der verdedigings
werken, de slechte voorbereiding der troepen
en het gebrek aan noodige inlichtingen.
De onderzoekskommissie besluit, dat het
onrechtvaardig zou zijn, niet te herkennen,
dat generaal Pournier tijdens de belegering
bewijzen gegeven heeft van plichtsbetrach
ting en heldenmoed, dat hij allerhande ver
dadigingswerken deed uitvoeren, dat hij al
het mogelijke deed om inlichtingen te ver
krijgen over de opmarsch der Duitscbers in
België, en eiodelijk, dat zijne houding volko
men korrekt is geweest, bij zoo verre, dat de
vijand hein zijn degen liet behouden. In ge
vangenschap weigerde hij de huldeblijken
van den vijand en werd daarom het slacht
offer van vergeldingsmaatregelen. Kortom
de onderzoekskommissie besluit, dat er reden
is, generaal Pournier, geluk te wenschen om
zijne manhaftige houding.
PARIJS, 20 April. Heden werd bet
proces voortgezet.
Na lezing der verschillige verslagen der
kommissiën werd overgaan tot de ondervi
ging der betichten.
Generaal Fournier verklaart dat van bij
zijne benoeming, in Februari 1914, hij vast
stelde dat alles er ontbrak en dat men de
plaats moest herinrichlen. Tot driemaal toe
signaleerde hij zulks cn generaal Joffra
stelde hem gerust, zeggende dat hij hem
naar Mets zou gezonden hebben, om er deze
stad te belegeren.
Bij de mobilisatie liet de generaal aan den
minister van oorlog M. Messiniy weten, dat
de plaats niet le verdedigen was. Deze was
zinnens hem te doen door den kop schieten
en zond generaal Pau naar Maubeuge om er
verslag te doen, ingevolge waarvan hij
generaal Pournier van zijn ambt ont
heven wierd. De bevolking jouwde generaal
Fournier uit, roepende Oude Beest
Generaal Fournier voegt er bij, dat toen
het onderzoek geëindigd was, generaal Pau
hem heeft voorgesteld voor helderde sterretje
■(verhooging in rang), en dat hij van den mi
nister van oorlog een cijfer tel ?g ram ontving
«hem geluk wenschende en hem meldende dat
zijne afstelling ingetrokken was.
Generaal Fournier legt uit, dat aangezien
hem zulks in cijfer telegram gemeld wierd,
hij dacht zulks niet ter kennis der bevolking
te moeten brengen.
Generaal Mestre Gij hebt ongelijk ge
had en uwe nederigheid moeten overwinnen.
Het belang der plaats vereischte zulks
Dan ontstaat eene technische bespreking
over de kwestie of al de regelen van den
belegeringsoorlog door generaal Fournier
nageleefd werden.
De staf van den gouverneur was niet in
orde. De generaal had te veel op zich zeil
gerekend en te veel van zijne krachten ge-
verd. Hij had te veel werk en riekte slechts
op 27 Oogst 1914 een krijgsraad in. Sicchtt
twee zaken konden behandeld worden. Zulks
liet niet toe, alle falingen en fouten te onder»
drukken.
hem
Eene tweede teug brandewijn bracht
echter geheel tot bezinning.
Madrede Dios! Aguardiente mompel
de hij met eene zwakke slem en Pizarro her
kennend riep hij blijde uit
De kapitein de kapitein Santiago
Pizarro j
Hij klemde de hand, die de Spaansche
kapitein hem toereikte, vast in de zijne, zag
om zich heen, wreef zijne oogen uil en zeidel
0 aguardiente Ik had niet gedacht
ooit weer een dropje te zullen proeven ik
lag in dat hok, als een dashond, dien de jager
heeft opgesloten Todos Demonios die
schelm van een Kuraka Waar is hij
Zwijgend wees Pixarro naar het paleis.
Daar hing het lijk van den Kuraka aan den
stijl eener deur.
DERTIENDE HOOFDSTUK
Het verhaal van Montenegro
Het ging er in dc tent van den Spaanschen
pperbevelhebber vrij lustig toe. Pizarro en
Atmagro hadden daar ter eere van Montene-
o, een feestmaal doe» aanrechten en al
ntteofficieren daarbij uilgeneodigd.
Op liet welzijn van onzen dapperen ka
meraad, den Hildago Don Montenegro riep
Pizarro, terwijl hij zich van zijn zetel ophief.
De bekers klonken lustig in hel rond, en
dc toast werd door de krijgslieden jubbelend
herhaald. Montenegro alleen zag met eene
kluchtige verwondering om zich heen, als
iemand, die niet weet, of hij het gehoorde
als ernst of scherts opnemen moet.
Hidalgo Ik een Hidolgo mompelde
hij, toen hij weder spreken kon. Todos De
monios wat beteekent die malligheid
Pizarro verhaalde hem nu, dat hij-, als
zijnde een van de dertien, die op het eiland
Gorgona waren achtergebleven, door de
Spaansche Kroon tot Ilildago benoemd was,
en deelde hem den geheelen inhoud er van
het door hem, Pizarro, met het Spaansche
Hof gesloten verdrag mede. Toen Montenegro
van zijne eerste verwondering bekomen was,
ledigde hij zijn beker iu een teug, knchle en
zeide spottend.
- Diabolo Als ik het voor 'l zeggen had,
zou ik de smaragden van de Inka-bruid lie
ver terug hebben dan dien nietsbeduidenden
hildago-titel
De smaragden van de Inka-bruid rie
pen de feestvierenden en bestormden hem met
vragen over zijne lotgevallen.
Montenegro zag met een treurigen blik
naar den ouden Ruiz, die somber zwijgend
naast Pizarro zat.
Vertel maar op, Montenegro, zeide hij
ernstig ik weet alles maar vergeeft mij,
hoeren, dat een verbitterd vader de geschie
denis van den dood zijns eenigen zoon6 niet
voor de tweede jnaal kan aanhooren.
En dit zeggende stond hij op, reikte Mon
tenegro de hand en verliet de tent.
Montenegro verhaalde nu op de hem
eigenaardige wijze Manuel's avonturen en
dood, alsmede de geschiedenis zijner eigene
gevangenschap. Nadat de Indiaanscheprinses
hel eiland Puna vedaten had, leefde hij in
Algemeen Briefdragersvcrbond van België.
DAGORDE:
Gezien het politiek karakter die de betoe
ging inhoudt die men beoogt op 1 Mei a.t-
De waarachtige natuur onaer beroepsvel
eenigingen overwegende.
Aangezien dat het princiep van ons soci
aal beslaan van onzentwegc eenen oprechten
oerbier eischt voor de zienswijze vain alona
leden.
De Algemeene Raad van liet Briefdragers
verbond van België, vereenigt op 18 April
1920, in den Hoorn», besluit zich te onluou
den van alle betooging zijnde in tegenstnj
digheid met zijne grondbeginselen.
Nochtans de steers aangroeiende moeilijH
heden tot het bestaan erkennende.
Dringt bij de regeering erop aan dat za
met spoed de noodig<e maatregelen neme
om do afschrikkelijke gevolge» te voorko
men die voonspruiten uit de ouitwarbaren
toestand door de ongewoone verhoogmgd ■-
artikelen van eerste noodwendigheid ver. i
zaakt.
Eischt als overgangsmaatregel
1. De betaling eener vergoeding voorduur
leven;
2. De billijke herziening voor verblijf ver
goeding.
3. Verhooging der toelage van familielask
Hij drukt insgelijks den wemsch uit do
volledige afschaffing van $en Zondagd.it;asf
te zien invoeren.
Bevestigt zijne grac.htigen wil zijne elsclr
te doen uitvoeren door alle middels waax
over hij beschikt.
En gaat tot de dagorde over.
Hm de entwapening geschiedt
De interereallieerde kommissie van toezicht
heef) alhier1 herhaaldelijk kunnen vaststellen
met hoe weinig goede tronw de Duitsche
regeering de bepalingen rarr he( Vredesver
drag betreffende de ontwapening naleeft.
Uit Hnnatt werd med gedeeld, dat aldaat
geen oorlogsfabrieken meer beslaan. De kom
missie gaat er heen, ontdekt in een werkhuis
400 kgr. springstoffen en verder in een loods
meer dan twintig tonnen kruid.
Te Erfitrt werd een afslagplaals van 400.000
geweren ontdekt. Drie werklieden hielden
zich inet de vernieling berin. Zij sloegen con
stukje van den loop af en beweerden zoo
doende het geweer builen drenst le hebben
geëleld, terwijl het voldoende is nog een stuk
van den loop af te zagen om er weer 400.000
goede karabijnen van te maken.
De machinegeweren worden heel eenvou
dig ui! elkaar genomen.
In de stad Frankfort werden 6000 gewereu
ingeleverd, waarvan 500 jachtgeweren, hoe
wel er duizenden jagers onder de Frank
forten zijn. Daags na den staatsaanslag van
Dr. Kapp, werd door de Frankforter arbei-
eenzaamlreid totdat de eilanders hun krijgs
tocht tegen Tumbez ondernamen. Uit verve
ling sloot hij zich bij hen aan. Ook voedde
hij do hoop, zich van een goed gedeelte van
den gouden buit in den tuin van de Bruiden
der Zon meester te zullen maken. Werkelijk
drong hij, aan het hoofd van een troep Indi
anen, het Huis der Sterren binnen. Het was
geheel verlaten. De gouden schatten waren
verdwenen. De inwoners van Tumbez waren
hblijds van den tegen hunne stad beraamden
aanval onderricht geworden en hadden de
Zonnemaagden, benevens de kostbaarheden,
naar liet binnensle des lands in veiligheid ge
bracht.
Azend naar buit, doorliep Montenegro tiet
uilgeslrckle gebouw. Eensklaps vernam hij
een sterk gekraak boven zijn hoofd. Het dale
siond in lichllaaie vlam en hij was geheel
alleen. Hij trachtte naar huiten te komen
het gelukte hem de binnenplaats te berei
ken. waar irrj, door de lievige vlammen meer
en meer bedreigd, in wilde sprongen over
heen vloog. Daar zinkt de bodom onder hem
weg cn hij slort in eon kuil.
Het was een regenbak, waarin het waler
gelukkigerwijze slechts weinige voelenhoog
stond. Van liet gevaar om in de vlammen om
le komen, was hij thans gered. Zoo slond hij
dan tot over de knieön in het water van den
bak, met een klein piekje van den heider-
blauwen hemel, die zijn toekomstig graf
schoen toe te lachen, hoog boven zijn hoofd,
en mot de vertwijfeling in 'than. Zijn geroep
was tevergeefs. Niemand hoorde hem