Toegevendheid. roenuijkejerjaardage De toestand in Dnitschiaifd DE BRUID DEK ZON Ee overgave van Maubeuge Donderdag DAGBLAD y CENTIEMEN April 1920 Esrste aanval met stikgassen Steenstraat EEN ONGELUK TE BEVERL00 DE GOUDHANDELAARS De 1e Meibetooging Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Tel. 114 XXVI" JAAKüAJN'G iN U.Viiylh.il ya Uitgever: J. Van Nüffel-De Gbndt H. Soler Zon op4,57, onder 7,00 Eerste kwartier den 25 Publiciteit bulten het Arrondissement Aalst, zich te wenden tot het AgeDtechap Havas, S, Martelaarplein, te Brussel; 8, Place de la Bourse, Parijs en 105, Gheapsido, Londen. Toegeven is hed endaags 't wacht woord. Alleman geeft toe en aan iedereen wordt toegegeven. In de fa milie heersclit de toegevendheid als heer en meoster. Vader en moeder kunnen niet meer gebieden en nog min verbieden. De kindoren kunnen niet meer gehoorzamen, om de goede reden dat zij op voorhand weten dat de ouders niets meer duiiven vragen of eischen en inzonderheid doordrij ven. Nu indien ze nog iets willen be komen geven ze toe zoolang en zooda nig dat toch hun volle verlangen niet meer ingewilligd wordt. Zoo allengs- kens aan neemt het kroost, hoe gering klein en onverstandig ook, de plaats in van do gebieders of beter gezegd het dromt deze laatsten uit den weg on zelfs geheel en gansch van kant. Alet al die toegevendheid in de fami lie waar gaan we naartoe Ouders blijft uw meesterschap bewaren en staat itet niet af door toegeving aan grillen en drillen uwer welhaast daar door ongelukkige kinderen. Aan dienstboden en onderdanen geeft men ook veel te veel toe. Zeker dezen moeten een treffelijk loon en ge past onderkomen genieten, doch als ze redelijk willen te werk gaaii juo gen ze toch hun plichten kwijten volle rechten bekomen te hebben. Op school zien wij hetzelfde stelsel heerschon, daar ook heersclit het or dewoord. De toegevendheid der mees ters en onderwijzeressen doet het schoolverzuimen aangroeien, zet de lucht aan de deur en jaagt alle gezag huiten. Eene gepaste strengheid moet in de school heersclien en geen mede- lijden mag te vinden zijn, daar waar do opvoeding en een degelijk onder wijs moeten gegeven worden. Met al die toegevendheid dwalen we hier van den rechten weg af en stellen de toekomst, onzer jeugd aan het allergewichtigste en ellendigste gevaar bloot. In do ganscho maatschappij, in het bestieren van alles wat beheersching en regeling vraagt, wordt insgelijks veel te veel, zelfs zonder vragen en smeeken, toegegeven. Aan de partij van wanorde en op hitsing geeft men tegenwoordig alles toe. Vooraleer zij den mond opent, zonder rechlstreeksche vragen te stel len, maar slechts wenschen uitende wordt zij reeds voldaan, of liever, willigt men al hare verlangen en be georten, zoowel slechte als min goede in. Zulke manier van handelen drijft ons mee met den stormvloed der oin- wentelirig, en vroeg of laat vallen we geheel en onbarmhartig inde klauwen van den inwendigen vijand. We weten wel, sinds de laatste wereldgebeurtenissen is de gang van de wereld veranderd, verkeerd en van vele goede sporen algedwaald, doch dat belet geenszins dat men de toege vendheid wat meer weglate of zelfs eenvoudig van kant zette. Zolks meent toch ieder getrouw en heilzuekend vaderlander en vredoliefhebber. 22n April 5n Mei 1915. DE TOESTAMD De 6e L. A. staat aan den rechtervleugel van ons leger. De sector dien ze bezet langs het kanaal van IJner is van N. tot Z. tn 3 ondersectore verveeldHet Ie Karsbiniers van aan Drie Grachten tot den Z. van den poet der Na celle»; het 2c karabiniers tot nabij het huis van den Voerman, van beroemde gedachte nis; liet regiment Grenadiers onder de velen van Kolonel LOTZ, op die uiterste rechterzijde, eenigie honderden meters van Steonstraat al. Steenstra»klein dorpje in puin, Lte&cft door dte Fransche territoriale troepen wier stellingen zich ten Oosten van het kanaal uitstrekken tot. aan de bocht van Upsr, waar zij aansluiten bij het Engelseh leger. DE AANVAL. Sedert eenigie dagen reeds was de sector bessel door de Ce L. A. onder de bevelens van Luitenant Generaal DE CEUNINCK. aan hevige artillerievuren onderworpen, die aan deze der epoche dagen herinneren van 1914 In den namiddag van 22n April kwam een z—are, koperkleurige wolk die over de grond rolde, onsfteltenis werper in de Engelsche Framsche sector. Met zijn gewone wreedheid gei-raike Duitschland voor dien eerste keer zijne heische uitvinding der aanvallen rnet stikgassen. Onbeschut tegen dit vergif vallen de man nen met. honderden, radeloos wijken de over levenden. Steenstraat wordt bezet de bres is gemaakt juist op het punt. waar de Fran sche linie bij de Belgische aiansluit; de klein söe achteruitgang d|e minste verzwakking, kunnen de grootste gevolgen hebben. Over sten en soldaten gaan liet gevaar te keer. Een weerstandshaak, rechthoekig geplaatst op liet hoofdfront wordt opgesteld'. Een ba taljon Grenadiers werpt- zich voor de vijand stopt de bres en verbindt weer onze rechter zijde met de Fransche troepen, die zich aan i4ien molen van Liz,erne vastklampen. Onder liet schroot de gassen, de herhaalde storm 1 oopen van een dollen vijand, houden onze troepen den ganschen da# van den 23n April stoïsch stand en pogen zelfs een tegenaa val te doen. Reservoir worden aangebracht; de regimen ten der 4e L.A.; bataljons van het Ie en 2e Karabiniers. De toestand is klam-; het is voldoende de vijand tegen tie houden daarom vechten als leeuwen en sterven heel eenvoudig als liet moet. NIEUWE AANRUK 16' Vervolg Ieder, die tracht te ontvluchten, houwt gij neer, dus luidde het korte bevel van Pi zarro. Door verscheidene ridders gevolgd, begaf Pizarro zich naar het woonvertrek van den Kuraka, Dit vertrek was, evenals het gansche paléis van zijne kostbare versierselen beroofd evenwel prijkte bel nog met prachtige plan' ten, die in fijn bewerkte vaten stonden cn bet vertrek tot een wonderschoon prieel met dui zenden heerlijk riekende bloemen maakten. Daaronder stond eene eenvoudige tafel van purperkleurig hout, die met een overvloed van naar het Peruaansche gebruik toebereide spijzen en met eene menigte prachtige er. welriekende vruchten beladen was. Aan dezen welvoorzienen disc.h zat de Kuraka op eene witte sofa, en voor het prieel waren eonige Peruaansche meisjes bezig een dans van het land uit te voeren. Bij de plotselinge verschijning der onge noode gasten stoven de danseressen, meer verrast dan verschrikt, uileen. De Kuraka wierp eerst een woedenden blik op de Spanjaarden hij wist zich echter te bedwingen en noodde Pizarro met veel aan drang uit, deel aan zijn disch te nemen. Deze sloeg geen acht op cijue beleefdheid en zeide op een gebiedenden toon Waar houdt gij den blanken man gevangen De Peruaan, die Pizzarro gergezelde, ber in den nacht van 23 op 24n wordt het g»e weervuur terug heviger en moordadigeu- sclirapnells en granaten vernielen de nau wefijks begonnen werken verscheuren do lichamen. Rechts van ons kunnen de Fran schen gedund door de beschieting met. stik gas projectielen, de hevige aanvallen van de vijand niet bedwingen Lizerne is verloren en de Duitsche horden stormen in de nieuwe bres. Wij zijn overvleugeld, de grenadiers der 2e kompagnie van het bataljon RICHARD maken zich los en trekloen trapsgewijze ach ticruit. Het vuur der Duitsche artillerie loopt samen op onzen we«ersta.ndshaak. De 3e kompa,gnie wordt op hare beurt strek ver zwakt in een tragisch gevecht van man te gen man. De bres verwijdt nog. De gramve stroom zwelt, steeds. Majoor RICHARD en de bevelhebber- van het bataljon zouaven slaan de overblijfsels bunner eenheden, 406 tot 500 man bijeen, tot een wonderlijke groep Aan grenadiers zouaven. linietroepen, karabinier dit handvol dapperen rukt in tegenaanval op, één tegen tien. Vraeselijke worsteling in de duisternis onder een hemel- verlicht door dk? vlammen der kanonnen len honderden eelkleurig® lichtpijlen die van alle kanten opstijgen. Hoeveel bleven er over? Wat maakt het haalde deze woorden voor den Kuraka in de Quichua-taal De Kuraka ontstelde en verzon een logen. Pizarro wenkte, en fijne soldaten grepen den Kuraka aan. De stok zal zijne tong wel losmaken, zeide een hunner, schamper lachend. In weinige oogenblikken lag de Kuraka gebonden op den vloer. Pizarro herhaalde zijne vraag en dreigde hem met een duchtig pak stokslagen, indien hij voortging te liegen. De Kuraka bleef sprakeloos. Pizarro liet hem door eenige soldaten be waken, en begon zelf het onderzoek van bet paleis, want, naar de meening des Peruaans moest dc kerker zich in het paleis van den Kuraka bevinden. Het gansche tebouw werd doorzocht, cn het gelukte den Peruaan den kerker te ontdekken. Het was eene kleine, donkore cel, waarin men, evenals ineen kelder, langs eenige stec- nen trappen afdaalde. In eei/oogwenk was de deur verbrijzeld de Spanjaarden be vonden zich in een donker hok. Onder hunne voeten kraakten dorre bladeren. Met was eene legerstede, als het ten minste dien naam verdiende. Zij tastten daarop met .hunne han den in liet rond cn grepen een menschelijk hehaam, dat zwaar steunde, toen men het ophief. Zij droegen hel naar builen in de open lucht het was Montenegro. Nadat men hem een weinig brandewijn in den ond gegoten had opende hij de oogen, zag ild :n het rond cn sloot de oogen weder. de vooruitgang van de vijand was ingebeukt In den nacht van 25n op 26n, bij de kre ten KAISERen «-HOERA» poogden de vij widaltjke legere dremaal, doch te vergeefs door onze liniên te breken. Hunne opgestapelde lijken vormden ware loopgrachten, aanhoudend beschoten door onze artillerie. DE TEGEN AANVAL. Den 26n blazen de trompetten de stormloop en, als groote klaproozen in het wilde gras springen de zouaven, met hun roode mul sen in heerlijken strijdlust vooruit, s' Avond is het Westelijk gedeelte van Lizerne ver overd. Den 27n wordt Lizerne, evenals Het Sas spijts den weerstand van den viiandont zet. In de nacht van 28 op 29n is het de laat stfc stuiptrekking!. Wanhopige aanvallenliie gen onze stellingen. De vijand wordt aöh teruit gedreven tot in de puimen van Steen stnaatf: voortaan zal hie< hem onmogelijk zijn er nog uit te komen. De eerste dagen van Mei waren nog van de hardste, doch on ze soldaten hielden stand; ze kwamen he epos van den Yser te hernieuwen. Ze dwon gen den vijand aan de Fransche troepen toe latend zich zei ven weer meester te worden zich te hervormen om den tegenaanval te beginnen en in een pnachtigen opruk, de zege tegemoet te gaan. STEENSTRAAT Al de handelende eenheden der le en 6e L A onderscheiden zich schitterend; luet was met' rechtmatrgen trots dat de bevelhebber van de 6e L.A. op de dagorde schreef Ik ben fier over the schoone hardnekki heid dei" troepen getoond m deze moord dadige gevechten en ik wenscli ze er harte lijk geluk over. H K. Oostv le teren, 14n Mei 1915. (gei.) DE CEUNINCK. President POINC.ARE en generaal JOFFRE overhandigden de meest vie tonde eene toeken aan onze officieren en soldaten die zich iri 't bijzonder onderscheidden in deze geveclr ton. Om deze bloedige slagen te vereeuwigen en om aan liet land te herinneren wat onze soldaten volbrachten en Leden voor zijne grootheid en vrijheid, gunde de koning aan de regimenten grenadiers, alsook 3e en 23e linierëgiment die wedijverden in dapperheid de groote eer van in gouden lettors op hun vaandels STEENSTRAAT te schrijven. GEMEENTE KIEZINGEN Bericht aan de Belanghebbenden Mannen en vrouwen, die geboren zijt vóór 2 Januari 1899 en die zes maanden verblijf' ebt in uwe gemeenten, vergeet niet dat gij dit jaar uw kiesrecht voor dc gemeente moet uitoefenen. Draagt er dus zorg voor dat gij vycrdl in- geschreven op de gemeentelijke kieslijsten. En wacht niet tot net te laat zij om zulks te doen. Drla dooden. Twintig gewonden In ons Kamerversla? leest men, dat de heer Ernest in een ordemutie inlichtingen wrlde vragen over een ramp te Beverioo. De voor zitter legde hem het zwijgen op. Het was een interpellatie, zei de heer Brunei. En die in terpellatie was niet aangevraagd, stond niet op de lijst, dus.... Wij hebben den heer Ernest gevraagd, wat er dan le Beverioo gebeurd is. Hij deelde ons raeê, dat bij een oefening met machine geweren het 21® linie op het 5* jagers schoot en er drie dooden en twintig gewonden vie len. Men schijnt het gebeurde stilgehouden te hebben. Het ongeluk gebeurde inderdaad reeds den 14°. Men zou de soldaten verboden hebben er over te spreken. Is dit waar en waarom dan 't Is toch ;een oorlog meer en het stelsel van geheim- ïouding is voorbij. Ieder zijn verantwoorde lijkheid. De minister van Landsverdediging heeft geantwoord, dat een onderzoek ingesteld is en men den uilslag natuurlijk zal meededen. Sinds verscheidene dagen hielden de tol beambten aan de Hollandsche grens, een oog in 't zeil, ten einde eene bende goudhande laars te knippen, welke gewoonlijk gouden geld naar Holland bracht. De bende was echter zoo sluw, dat tot hiertoe geen der leden kon aangehouden worden. Het geduld der tolbeambten is thans toch beloond geworden. Een der kerels is gevat geworden, toen hij met eene som van 17,000 lï. in gouden munt, langs Canne, Holland wilde bereiken. Aan den prijs van den dag iad het goud eene waard® van ongeveer 50,000 fr. De «mokkeiaar is in het gevang van Ton geren opgesloten en het goud natuurlijk aan geslagen- Zooals wij gisteren meldden zijn voor den bijzonderen krijgsraad te Parijs de debatten begonnen tegen generaal Fournier en zes an dere officieren, beticht van de overgave van Maubeuge. De debatten zullen zeer lang zijn. De be schuldiging heeft 80 getuigen gedaagd, waar. •onder Maarschalk Joffre, de generaals Pau, de la Croix, Belin, Latirezac, Hély d'Oissel Peyrecave, Messimv, Desaleux en Winckel Mayerde verdediging daagde 24 getuigen ter ontlasting, waaronder generaal de Cas- lelnau. Aan generaal Pournier wordt hoofdzakelijk ien laste gelegd, dat hij de verdediging niet krachtdadig en stelselmatig genoeg doorvoer de, geen tegenaanvallen deed, zijn materiaal niet vernielde en aan generaal Ville het be stuur der krijgsverrichtingen overliet. Daar entegen herkent de onderzoekskommissie,, dat er rekening moest gehouden worden van den ellendtgen toestand der verdedigings werken, de slechte voorbereiding der troepen en het gebrek aan noodige inlichtingen. De onderzoekskommissie besluit, dat het onrechtvaardig zou zijn, niet te herkennen, dat generaal Pournier tijdens de belegering bewijzen gegeven heeft van plichtsbetrach ting en heldenmoed, dat hij allerhande ver dadigingswerken deed uitvoeren, dat hij al het mogelijke deed om inlichtingen te ver krijgen over de opmarsch der Duitscbers in België, en eiodelijk, dat zijne houding volko men korrekt is geweest, bij zoo verre, dat de vijand hein zijn degen liet behouden. In ge vangenschap weigerde hij de huldeblijken van den vijand en werd daarom het slacht offer van vergeldingsmaatregelen. Kortom de onderzoekskommissie besluit, dat er reden is, generaal Pournier, geluk te wenschen om zijne manhaftige houding. PARIJS, 20 April. Heden werd bet proces voortgezet. Na lezing der verschillige verslagen der kommissiën werd overgaan tot de ondervi ging der betichten. Generaal Fournier verklaart dat van bij zijne benoeming, in Februari 1914, hij vast stelde dat alles er ontbrak en dat men de plaats moest herinrichlen. Tot driemaal toe signaleerde hij zulks cn generaal Joffra stelde hem gerust, zeggende dat hij hem naar Mets zou gezonden hebben, om er deze stad te belegeren. Bij de mobilisatie liet de generaal aan den minister van oorlog M. Messiniy weten, dat de plaats niet le verdedigen was. Deze was zinnens hem te doen door den kop schieten en zond generaal Pau naar Maubeuge om er verslag te doen, ingevolge waarvan hij generaal Pournier van zijn ambt ont heven wierd. De bevolking jouwde generaal Fournier uit, roepende Oude Beest Generaal Fournier voegt er bij, dat toen het onderzoek geëindigd was, generaal Pau hem heeft voorgesteld voor helderde sterretje ■(verhooging in rang), en dat hij van den mi nister van oorlog een cijfer tel ?g ram ontving «hem geluk wenschende en hem meldende dat zijne afstelling ingetrokken was. Generaal Fournier legt uit, dat aangezien hem zulks in cijfer telegram gemeld wierd, hij dacht zulks niet ter kennis der bevolking te moeten brengen. Generaal Mestre Gij hebt ongelijk ge had en uwe nederigheid moeten overwinnen. Het belang der plaats vereischte zulks Dan ontstaat eene technische bespreking over de kwestie of al de regelen van den belegeringsoorlog door generaal Fournier nageleefd werden. De staf van den gouverneur was niet in orde. De generaal had te veel op zich zeil gerekend en te veel van zijne krachten ge- verd. Hij had te veel werk en riekte slechts op 27 Oogst 1914 een krijgsraad in. Sicchtt twee zaken konden behandeld worden. Zulks liet niet toe, alle falingen en fouten te onder» drukken. hem Eene tweede teug brandewijn bracht echter geheel tot bezinning. Madrede Dios! Aguardiente mompel de hij met eene zwakke slem en Pizarro her kennend riep hij blijde uit De kapitein de kapitein Santiago Pizarro j Hij klemde de hand, die de Spaansche kapitein hem toereikte, vast in de zijne, zag om zich heen, wreef zijne oogen uil en zeidel 0 aguardiente Ik had niet gedacht ooit weer een dropje te zullen proeven ik lag in dat hok, als een dashond, dien de jager heeft opgesloten Todos Demonios die schelm van een Kuraka Waar is hij Zwijgend wees Pixarro naar het paleis. Daar hing het lijk van den Kuraka aan den stijl eener deur. DERTIENDE HOOFDSTUK Het verhaal van Montenegro Het ging er in dc tent van den Spaanschen pperbevelhebber vrij lustig toe. Pizarro en Atmagro hadden daar ter eere van Montene- o, een feestmaal doe» aanrechten en al ntteofficieren daarbij uilgeneodigd. Op liet welzijn van onzen dapperen ka meraad, den Hildago Don Montenegro riep Pizarro, terwijl hij zich van zijn zetel ophief. De bekers klonken lustig in hel rond, en dc toast werd door de krijgslieden jubbelend herhaald. Montenegro alleen zag met eene kluchtige verwondering om zich heen, als iemand, die niet weet, of hij het gehoorde als ernst of scherts opnemen moet. Hidalgo Ik een Hidolgo mompelde hij, toen hij weder spreken kon. Todos De monios wat beteekent die malligheid Pizarro verhaalde hem nu, dat hij-, als zijnde een van de dertien, die op het eiland Gorgona waren achtergebleven, door de Spaansche Kroon tot Ilildago benoemd was, en deelde hem den geheelen inhoud er van het door hem, Pizarro, met het Spaansche Hof gesloten verdrag mede. Toen Montenegro van zijne eerste verwondering bekomen was, ledigde hij zijn beker iu een teug, knchle en zeide spottend. - Diabolo Als ik het voor 'l zeggen had, zou ik de smaragden van de Inka-bruid lie ver terug hebben dan dien nietsbeduidenden hildago-titel De smaragden van de Inka-bruid rie pen de feestvierenden en bestormden hem met vragen over zijne lotgevallen. Montenegro zag met een treurigen blik naar den ouden Ruiz, die somber zwijgend naast Pizarro zat. Vertel maar op, Montenegro, zeide hij ernstig ik weet alles maar vergeeft mij, hoeren, dat een verbitterd vader de geschie denis van den dood zijns eenigen zoon6 niet voor de tweede jnaal kan aanhooren. En dit zeggende stond hij op, reikte Mon tenegro de hand en verliet de tent. Montenegro verhaalde nu op de hem eigenaardige wijze Manuel's avonturen en dood, alsmede de geschiedenis zijner eigene gevangenschap. Nadat de Indiaanscheprinses hel eiland Puna vedaten had, leefde hij in Algemeen Briefdragersvcrbond van België. DAGORDE: Gezien het politiek karakter die de betoe ging inhoudt die men beoogt op 1 Mei a.t- De waarachtige natuur onaer beroepsvel eenigingen overwegende. Aangezien dat het princiep van ons soci aal beslaan van onzentwegc eenen oprechten oerbier eischt voor de zienswijze vain alona leden. De Algemeene Raad van liet Briefdragers verbond van België, vereenigt op 18 April 1920, in den Hoorn», besluit zich te onluou den van alle betooging zijnde in tegenstnj digheid met zijne grondbeginselen. Nochtans de steers aangroeiende moeilijH heden tot het bestaan erkennende. Dringt bij de regeering erop aan dat za met spoed de noodig<e maatregelen neme om do afschrikkelijke gevolge» te voorko men die voonspruiten uit de ouitwarbaren toestand door de ongewoone verhoogmgd ■- artikelen van eerste noodwendigheid ver. i zaakt. Eischt als overgangsmaatregel 1. De betaling eener vergoeding voorduur leven; 2. De billijke herziening voor verblijf ver goeding. 3. Verhooging der toelage van familielask Hij drukt insgelijks den wemsch uit do volledige afschaffing van $en Zondagd.it;asf te zien invoeren. Bevestigt zijne grac.htigen wil zijne elsclr te doen uitvoeren door alle middels waax over hij beschikt. En gaat tot de dagorde over. Hm de entwapening geschiedt De interereallieerde kommissie van toezicht heef) alhier1 herhaaldelijk kunnen vaststellen met hoe weinig goede tronw de Duitsche regeering de bepalingen rarr he( Vredesver drag betreffende de ontwapening naleeft. Uit Hnnatt werd med gedeeld, dat aldaat geen oorlogsfabrieken meer beslaan. De kom missie gaat er heen, ontdekt in een werkhuis 400 kgr. springstoffen en verder in een loods meer dan twintig tonnen kruid. Te Erfitrt werd een afslagplaals van 400.000 geweren ontdekt. Drie werklieden hielden zich inet de vernieling berin. Zij sloegen con stukje van den loop af en beweerden zoo doende het geweer builen drenst le hebben geëleld, terwijl het voldoende is nog een stuk van den loop af te zagen om er weer 400.000 goede karabijnen van te maken. De machinegeweren worden heel eenvou dig ui! elkaar genomen. In de stad Frankfort werden 6000 gewereu ingeleverd, waarvan 500 jachtgeweren, hoe wel er duizenden jagers onder de Frank forten zijn. Daags na den staatsaanslag van Dr. Kapp, werd door de Frankforter arbei- eenzaamlreid totdat de eilanders hun krijgs tocht tegen Tumbez ondernamen. Uit verve ling sloot hij zich bij hen aan. Ook voedde hij do hoop, zich van een goed gedeelte van den gouden buit in den tuin van de Bruiden der Zon meester te zullen maken. Werkelijk drong hij, aan het hoofd van een troep Indi anen, het Huis der Sterren binnen. Het was geheel verlaten. De gouden schatten waren verdwenen. De inwoners van Tumbez waren hblijds van den tegen hunne stad beraamden aanval onderricht geworden en hadden de Zonnemaagden, benevens de kostbaarheden, naar liet binnensle des lands in veiligheid ge bracht. Azend naar buit, doorliep Montenegro tiet uilgeslrckle gebouw. Eensklaps vernam hij een sterk gekraak boven zijn hoofd. Het dale siond in lichllaaie vlam en hij was geheel alleen. Hij trachtte naar huiten te komen het gelukte hem de binnenplaats te berei ken. waar irrj, door de lievige vlammen meer en meer bedreigd, in wilde sprongen over heen vloog. Daar zinkt de bodom onder hem weg cn hij slort in eon kuil. Het was een regenbak, waarin het waler gelukkigerwijze slechts weinige voelenhoog stond. Van liet gevaar om in de vlammen om le komen, was hij thans gered. Zoo slond hij dan tot over de knieön in het water van den bak, met een klein piekje van den heider- blauwen hemel, die zijn toekomstig graf schoen toe te lachen, hoog boven zijn hoofd, en mot de vertwijfeling in 'than. Zijn geroep was tevergeefs. Niemand hoorde hem

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1920 | | pagina 1