BE BRUID DER ZON Zondag 25 April I Maanfiag 26 April 1920 BEVOORRADING Be overhandiging derBrussels in da haven van Antwerpen. De zaak Caillaux, Ministerie van Landsverdediging Eene bekentenis Rond het Parlement Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Tel. 114 XXVI' JAARGANG NUMMER 98 D A G 3L AD - -1 O CENTIEMEN - Uitgever: J. Van Ndffel-De Gendt Publicist buiten h.> Arrondissement Aalst, zich t. wenden tot het Agentschap Hayas, 8, MarMurpMn. t. Br».sel- 8, Place de" la Bourse, Parijs - en 105, Cheapside, Londen. H. Maroas 3 Zoa op 4,51, onder 7,05 I H. Marceilinus I Zon op 4,30, onder 7,06[j Volle Maan den 3 Mei Wij ontvangen een afdruksel van dc «Toelichtingen gegeven dooi den Voorzitter in den Hoogoven Landbouwraad, zitting van 30 Maart 1920 en gezonden aan den heer Voorzitter der Kamer van Volksvertegen woordigers. In die «Toelichtingen wordt gewezen Dp de noodzakelijkheid voor ons land, nu, vooral in dezen na-oorlogschen tijd, zooveeP levensmiddelen mogelijk voort te brengen. Hoe meer wij zelven voortbrengen, hoe minder wij in den vreemde moeten koopen, dat is eene stelling, dat elkeen onmidde- lijk begrijpt. Zelf voortbrengen is nu van zooveel te meer gewicht, omdat in de voorraad-landen de voortbrengst van levensmiddelen ook ver- minberd is. ofwel omdat graan en andere grondstoffen, samengetrokken zijn in handen van trustmannen, die ze maar loslaten tegen liooge, dure prijzen. Er is scliaarschheid hetzij de oorzaak natuurlijk of kunstmatig en misdadig is, dal is voor ons gelijk het redmiddel is zelf al voortbrengen wat wij kunnen. Vandaar het natuurlijk gevolg dat de regeering al zou moeten doen wat ze kon om de voortbrengst van levensmiddelen ei grondstoffen te begunstigen. Dat spreekt van zelf, maar ongelukkiglijk die stem wordt door de Regeering niet ga- willig genoeg aanhoord. De llooge Landbouwraad klaagt, daarover en hij heeft gelijk. levensmiddelen zooveel duurder heeft moeten betalen. Intusschen wonnen de woekeraars in levensmiddelen zooveel te meer geld. De Landbouwraad klaagt er ook over dat het regelen der vergoedingen voor oorlogs schade zoo traag vooruitgaan, omdat weinig Staatskommissarissen op de hoogte zijn der landbouwvraagstukken Hij wijst erop dat het Ministerie van Land bouw te veel overvleugeld wordt door het Ministerie van Bevoorrading. Hij kan gelijk hebben, maar we zijn niet bevoegd om over die kwestis te oordeelen en laten ze dus ter zijde. De Hoogere Landbouwraad, zegt ook dat men den Landbouw en de bevoorrading van hel land oneindig zou bevorderd hebben, had men onmiddelijk na den wapenstilstand, het ons ontstelen vee kunnen vervangen door vee uit Duilschland. Ongelukkiglijk degeneu die Belgi's belan gen bij de Boiidgenooten moésten verdedigen, waren niet bewust van het belang van vee voor-ons udgeput land, en men heeft er niet aan gedacht. Ofwel heeft men die teruggave van de Bonugencoten niet kunnen bekomen. Zoo ook voor wat de paarden betreft, Om veldvruchten te winnen is er mest noodig. Onze veestapel was uitgeplunderd stalmest en vloeimest ontbraken ten grooten deele. Dat zou eene reden geweest zijn om het scheikundig mest zoo bereikbaar mogelijk te maken. Heeft men dat gedaan Juist het omgekeerde. Men heeft dó grenzen van Duitschland gesloten zoodat hier geen kaïniet kon binnen komen. Dal is nu wat gebeterd. Zulke politiek werd gevoerd om Duitsch land te straffen, maar met het gevolg dat onze bevollving door den maatregel zeer gevoeli getroffen werd. Vooral de stedelijke bevolking was daarvan het slachtoffer de buitenbevolking houdt natuurlijk eerst voor haar wat zij zelven noodig heeft. Het ammoniaksulfaat bereikte ongeloof lijke prijzen, zoodanig dat vele landbouwers de meeste er geen konden of geen wil. den koopen dat de velden zooveel minder opbrachten en dat alwie geen boer is, de De Hoogere Landbouwraad drukt zijn spijt uit dat,hot ministerie van landbouw, over minder gelden beschikt dan binst den oorlog om t werk van den akker aan te moedigen, dat afgevallen is en dat zou dienen uitgebreid le worden. Het is voorzeker spijtig dat het Werk van den Akker geene uitbreiding neemt in plaats van af te vallen. Doch dat is te wijten aan de omstandig heden. Binst den oorlog hebben vele men- schen pataten geplant om hun eigen voorraad op te doen, en ook omdat ze geen werk hadden. Maar nu dat ze weer hun gewoon werk hebben, en dat ze denken gemakkelijk aard appelen te zullen kunnen koopen, houden ze er niet van landwerk te gaan doen. Wc ken nen er zoo met dozijnen. Het is spijtig dat ze de zaken zoo opvatten; ze zouden toekomend jaar in zake aardappe len leelijk kunnen teleurgesteld zijn, maar daar is weinig aan te doen. Het is niet om de wille van 1 fr. hulpgeld per are, ongeveer 0,15 fr. per Gentsche roede dat men die lieden zal overhalen om voor hunnen voorraad pataten te zorgen. Zij zullen er de gevolgen van dragen. Men moet niet denken dat daarom 't land dat ze vroeger bewerkten, onbenuttigd zal blijven liggen. Het zal bewerkt worden door anderen, en voor wat het algemeen belang betreft het zal er niets bij verliezen. Om te sluiten het is te hopen dat men in de regeeriugsk ringen zich wel zal doordrin gen van de belangen van de geheele bevol king, en den landbouw zal aanmoedigen en tegemoetkomen, zooveel het mogelijk is, ten bate van het algemeen belang. En aangezien men van alle kanten roept dat men zooveel mogelijk moet voortbrengen, is het te hopen dat het ministerie van juslicie niet langer de 150 hektaren der hoeve van de Siaatsweldadigheidsschool vage zal laten liggen. M. Remange verdediger van Caillaux be treurt Jiet dat artikel78 van toepassing wordt, daar Cailloux nu zal veroordeeld worden voor een misdrijf waarvoor hij niet verdedigd werd. Cailloux voegt er onmiddelijk bij, dat hij niets meer zeggen wil. Na eene korte beraadslaging wordt Cailloux veroordeeld tot drie jaar opsluiting, mits aftrok van de voorloopige hechtenis. Daar hij reeds meer dan twee jaren opge sloten is, zal hij dus weldra in vrijheid zijn. Nadat Caillaux vertrokken was, .hield het Hooger Hof 's avonds nog eene nieuwe ver gadering. De drie advokaten van Caillaux vertegenwoordigden hunklient. M. Leon Bourgeois las het vonnis af, dal luidt als volgtdrie jaar gevang, tien jaar berooving van kiesrecht of kiesbaarheid, ver bod een openbaar ambt te bekleeden, vijf jaar ontzegging van verblijf in de plaatsen welke de staat zal aanduiden. Reeds in vrijheid Een Havastelegram meldt, dat Caillaux reeds Zaterdag morgend vrijgelaten werd, De Brussels het schip van kapitein "Fryatt, zal Maandag a. s. plechtig aan den Engelschen gezant afgeleverd worden. Zondag avond komt de Britsche torpedo jager Dragon - in dc haven van Antwerpen en gaat meren aan n. 22 van de kaaien. Maandag te 3 uur komen M. Poullet mi nister van van spoorwegen, en de Britsche gezant te Brnssel, met hun gevolg le Ant werpen aan. De Brussels zal intusschen naast de Dragon a worden gemeerd, en op de kaai zullen een Engolsch en een Belgisch deta chement met klaroenen en muziek post vallen. M. Poullet zal namens de Belgische regee ring het schip afleveren en sir Hyde Vilïiers zal antwoorden dan wordt de Belgische vlag neergehaald en de Britsche vlag ge- heschen, met telkensmilitaireeerbewijzingen. Een thé wordt aan boord der Brussels aan de overheden aangeboden. i9f Vervolg Er volgde een langdurig stilzwijgen. Huas kar was in gedachten verdiept. Somwijlen echter wierp hij zijne blikken spiedend en wantrouwend op zijne schoone gezellin, die onbeweeglijk en diep in haar sluier gewik keld, naast hem zat. Eindelijk hervatte hij weder. In de handen van mijne schoone zuster is hel leven van haren broeder Huaskar Gij hebt het gezegd, antwoordde Idali op ijskouden toon. Zal zij mij naar Atahuallpa voeren Zij zal het niet doen. Vol vreugde riep hij nu uit; Uw broeder was ongelukkig doch thans zal hij weder zonnige dagen zien. Huaskar zal met de vreemde blanke soldaten den roover Atahu allpa bestrijden. Gelijk de Amaru pijlsnel uit het bosch op zijne prooi aanspringt, haar hel vergiftig sap in dc gapende wonde spuwt, en zich dan op zijn gasaak in den doodstrijd van zijn slachtoffer verlustigt, zoo zal Huas- liar s strijdbijl op den ellendige neervallen, een diepe wonde slaan en bloeddorstig in zijn lichaam naar den zetel van het leven zoeken. Huaskar's haat is nog scherper dan zijne strijdbijl. °°§en fonkelden en draaiden vreese- lijk in het rond. Zijn aoders zoo edel gelaat was afzichtelijk verwrongen. Maar dc wraak was bij dc Inka 's eeng deugd. Montenegro had wel uit liet gesprek opge maakt, wie zijn disebgenoot was, maar 'hetj De gewezen Fransche kabinetsovorste tot drie jaar gevang veroordeeld. De zitting der raadskamer van het Hooger Hof, was Vrijdag morgend zeer woelig, daar de vrienden van Caillaux, voelende dat hij ging veroordeeld worden, al het mogelijke deden om hem aan de rechters te ontrukken. Toen de voorzitter, M. Leon Bourgeois, lezing gaf van het arrest, dat hij samen met de rechtsgeleerden der vergadering had opge maakt, vond de linkerijzde, dat de bewoor dingen al te streng waren. Ten slotte werd het arrest toch aangenomen. Ir. de openbare narniddagzitling van het Hooger Hof gaf de voorzitter eerst lezing van het besluit, waarbij artikelen 77 en 79 niet toepasselijk zijn, doch dat artikel 78 zal toe gepast worden met aanneming van verzach tende omstandigheden. De prokureur generaal vraagt de toepsssing van aitikelen 78, 468, 401 en 49 van het strafwetboek. Artikel 463 stelt de gelijkheid van straf vast, wanneer er verzachtende omntandighe- den toegepast worden artikel 401 voorziet eene straf van 1 tot 5 jaar opsluiting artikel 49 plaats den veroordeelde opder dc waak zaamheid der policie. was hem nog altij duister, waarom Idali hem door zijn Peruaanschen .vriend uit Tumbez van Kaxamalka naar Andamarka had laten komen nog minder, waarom hij op deze plaats in het woeste woud gebracht was. Hij had aan hare oproeping -met blinde gehoor zaamheid gehoor gegeven. Zij oefende eene soort van betoovering op hem uit, en boven dien was zij de verloofde geweest van zijn vriend Manuel. Over het algemeen had zijne verhouding tot de Inka-dochter iets avon tuurlijks, en juist dit trok hem zoo onweder- staanbaar tot haar. Reeds tweemaal had hij zijn beker geleegd, en telkenmale was die, op een wenk van Idali, door een der dienaars weder gevuld. Dit kleine gastmaal in den maneschijn, om trent middernacht, in eene berggrot, had evenwel iets belemmends. Als spoken stonden de dienaars in de schaduw van rotsen en bosschages. En in de verte bruiste de berg stroom. Idali sloeg den sluier naar achter. Orn haar hals was een driedubbel snoer van zeer buitengewone groote paarlen geslagen. De witte glans der paarlen stak wonderschoon af op de roodbruine huid. De heerlijke ge stalte van Idali scheen in het maanlicht, tengevolge van de menigte der edele steenan als in een regen van vonken geplaatst, maar zij maakte op Montenegro den indruk van eene voorstinne der onderwereld met eene vreeselijke, afschrikkende schoonheid. Langen tijd rustten de helvlammende blikken van Huaskar op Idali. Langzamer hand werd de uitdrukking van zijn gelaat Vergoeding De Minister van Landsverdediging heeft besloten eene vergoeding toe te kennen aan de gegradeerden die, volgens hunne ver plichtingen voor 2 Juni e. k. met verlof zonder soldij kunnen gaan, en die, door ver zaking aan deze verloven, er in toestemmen onder de wapens te blijven tot 30 September eerstkomend Deze geheele en eenige vergoeding be draagt 200 fr. voor de korporaals en 300 fr. voor de onderofficieren. De gegradeerden die thans reeds op verlof zonder soldij zijn, zullen van dezelfde voor deden genieten indien zij weer bij hun korps komen vóór 1 Juni. De vergoeding wordt nochtans alleen toe gekend aan de gegradeerden die deeluitma- van het voetvolk, de ruiterij, de artillerie, de genie en het vervoerkorps en werkelijk dienst doen in het korps. De inwoners van het Groot-Hertogdom Luxemburg die in het Belgisch leger dienden. De Luxemburgsche vereeniging van het Monument du Souvenir heelt het inzicht in het historisch album dat zij zinnens is bin nen kort uit de geven de volledige en juiste lijst in te lasschen der Luxemburgsche vrij willigers die streden in de rangen van het belgisch leger. Volgens den Voorzitter van het Monu ment du Souvenir zouden de lijsten der Luxemburgsche vrijwilligers, opgemaakt ten zachter, en in zijne oogen ontvlamde het vuur der zinnelijkheid. Zon van mijn leven sprak hij heel zocht in de diepe zachte keelklanken van het QuichuaaDseh. Wil Idali de Coya van Huas kar worden, wanneer mijn vader, de Zon, hem de overwinning op zijnen broeder Ata huallpa geschonken heeft Idali antwoordde gene syllabe. Dauw van mijn dor hart, zoo ging hij voort, terwijl hij krampachtig hare ha'nd vatte wilt gij niet de moeder van een nieuw groot heerschergeslacht worden Huaskar's eerste Coya is dood zij heelt den vader geen zoon nagelaten Idali zweeg.- Maar hare borst hijgde gewek dig, hare lippen beefden, als leed zij bittere en hevige pijnen. Huaskar ging voort Zoudt gij niet reeds sedert langen tijd, als dc heerscheres van mijn hart, in mijn paleis gewoond heb ben, indien niet die bleeke gezichten in Tum bez u op uwen weg naar Kuzko geschaakt en mijne krijgslieden overvallen hadden Ook de dag van wraak op de bleeke gezichten zal aanbreken. Zijne blikken, waarin een doodeiijke haat tejezen stond, vestigden zich scherp op Mon tenegro. Deze zag hem met diepe verachting aan en sloeg als toevallig zijne hand aan het gevest van zijn zwaard. Toen begon Idali met neergeslagen oogeu te spreken, en hare stem klonk vreesalnk dien en dof Mijn broeder heeft het gezegd: Idali zal de echtgenoote van Huaskar zijn. De Inka gevolge van de ministerieele aanschrijving van 22 Mei II.. onvolledig zijn. De Minister van Landsverdediging ver zoekt dus de betrokken overheden nauwkeu rig te onderzoeken of de ingeleverde lijsten volledig zijn. *Het Monument du Sob ven ir zal opge richt worden tereere van alle Luxemburgsche •soldaten van alle legers der Entente het is noodig al de namen te doen kennen van al de Luxemburgsche vrijwilligers die bij het belgisch leger dienden. In voorkomend geval zullen volledige lijs ten gezonden worden naar den Minister van Landsverdediging zij zullen voor elk der betrokkenen (overlelen, gedemobiliseerd, onder de wapens) volgende inlichtingen ver strekken. Naam, voornamen, ouderdom, geboorte plaats, laatste woonplaats, burgerlijk beroep graad, verwondingen, vermeldingen, eervolle onderscheidingen. De Vereeniging van het «Monument du Souvenir dringt er ook op aan de namen te kennen der belgiscbe officieren, geboren in het Groot-Hertogdom Luxemburg of afkom stig uit dit land, zelfs in een verren graad. De inlichtingen moeten den Minister van Landsverdediging geworden tegen 30 April I. m. Vragen aan den minister van Landsverdediging. Volgende vragen werden aan den Minister van Landsverdediging gesteld 1®. Kunnnen de gehuwde militairen en de kostwinners der jaarklas 1916 die sedert 15* December 1919 onder de wapens zijn en na 4 maand werkelijken dienst terug naar huis moeten gezonden worden, vijf dageu verlof per maand bekomen Antwoord Deze militairen kunnen, grondbeginsel, geen verlof bekomen daar »un onderricht zonder onderbreking moet voltrokken worden. Zij mogen nochtans de wekelijksche permissie krijgen zooals de andere militairen. 2®. Dienen de datums waarop de gehuwde militairen die eene verkorting van de werke lijken diensttijd verkregen hebben, niet ge wijzigd voor diegenen die in het hospitaal verpleegd werden AntwoordDeze dienstplichtigen moeten hun werkelijke aanwezigheid bij hunne een heid verlengen tot dat den verkorten werke lijken diensttijd bereikt is, die de wet van hen vergt—Deze Jaatste schikking wordt ook toegepast op de kostwinners die in een hos pitaal verpleegd werden en wier onderricht niet voleindigd is. Onze Antwerpschekronfrater La Metropoli waarborgt de echtheid van het volgende feit f - Een drietal maanden geleden had oen Oostenrijker, gehuwd met eene Belgische vrouw, toelating gekregen, om eenige maan' den bij zijne familie, wonende nabq de Hol» landsche grens te komen verblijven. Daar hij hier geen werk vinden kon., ging hij in Holland arbeiden en daar hij dagelijks heen en weer moest, vroeg en be- kwam hij een reispas voor eene maand. Toen de reispas nu verloopen was, vroeg hij de verniewing, doch daar zulks eenig4 dagen tijd vraagt, zette hij maar zijne dage- Hjksche reizen voort, vermits men liera toch nooit aansprak. Zekere dag werd hij echter door ee» soort Hollandsche feldwebel aangesprokei: die zijn reispas eischte. Op heeterdaad betrapt, werd de Oosten» .•ijker ondanks zijn portret naar de wacht ge. leid om er opgesloten te worden. Daar bevond zich echter eene krijgsover- heid. Hij vroeg wat er gaande was en verne. mende, dat hij met een centraal le doen had, zegde hij Het is uw geluk dat gij een Oosten rijker zijl, want indien gij een vuilen Belg (?J •geweest waart wierdt gij opgesloten. Zij waU -gen mij, die lieden, die hier onze soep zijn komen opeten Hartelijk en dank voor uwe bekentenis, Mijnheer den Hollander Gij walgt wel var de Belgen, doch niet van alles wat gij hici door uwen hoogen guldenkoers, aan spot prijzen kunt koopen I Koning Albert naar Brazilië In de laatste dagen hadden herhaalde on derhandelingeo plaats tusschen Koning Al bert en M. Sams-Moreira, gezant van Brazi lië te Brussel. Er is dan ook overeengekomen, dat Koning Albert in de maand Oogst aanstaande een tegenbezoek zal brengen aan Z. E. M. Epi- tacio Pestoa, president der Braziliaansche P»epubliek, welke zooals men weet verleden jaar naar België kwam. De president der Braziliaansche Republiek heeft van zijn bezoek in Belgie het beste aan denken bewaard en anderzijds geniet Koning Albert in Brazilië een ongemeene glorie. Het bezoek van Koning Albert, zal niet alleen een bezoek van steden zijn. De ekono mischezijde zal niet verwaarloosd worden, daar Brazilië zelf tot Belgie gezegd heeft Gij zult bevoorrecht worden onder de Europeesche landen....» Een dreadnougth, de Sao-Paolo en een gepantserde kruiser, zullen de paketboot, waarop Koning Albert zal plaats nemen, ko men afhalen en begeleiden. De juiste datum is evenwel nog niet be- paald. Vergadering der rechterzijde Geene ministerieele kris? Vrijdag namiddag had in den Senaat eer*, nieuwe vergadering der Parlementsleden plaats. De vergadering moest om 1 1/2 beginnen, doch M. Delacroix kwam eerst om 2 1/4 aa en dan werd de zitting onmiddelijk geopend. M. Levie nam de eerste het woord. Hij verdedigde de politiek van het gouvernement. Alles is wel niet volmaakt, doch er kon nog veel slechter bestuurd geworden zijn. Hij doet uitschijnen wal M. Delacroix ondanks de moeilijkheden van allen aard, reeds ver wezenlijkt heeft. Hij kondigde aan, dat hij een dagorde van vertrouwen in M. Delacroix en de katholieke ministers zou neerleggen. De tweede redenaar was M. Poullet, minis ter van spoorwegen. Deze viel hevig de drukpers in 't algemeen en de nationalisti sche bladen in 't bijzonder aan. Volgens M. Poullet, is het de drukpers, die het land tegen het gouvernement opge hitst heeft, het is de drukpers die klaagt, dat er niets naar wensch gaat,het is de drukpers die alles beknibbelt.... De minister noemt namen Le Soir, La Nation Beige, noemt de plichtige dag bladschrijvers. Hij neemt het zelfs euvel op, dat een katholiek Brusselsch blad zijn zon derling besluit aangaande het vieren van 1® Mei, socialistische feestdag, dierf beknibbe len. M. Poullet had echter geen bijval met dia aanvallen en begon dan ook maar over het programma van 't gouvernement te spreken, 't Was zoo nog best ook Het kabinet bevindt zich in eene moeilijke positie daar er zoovele kwestiën zijn waar over verdeeldheid heerscht. Spreker zou voor een liberaal-katholiek ministerie zijn, doch nu de liberalen tegen hëTvrouwenstemrecht zijn en zullen blijven. bruid was reeds op weg. De blanke mannen van Tumbez overvielen uwen afgezant. Idali is nog eene jonkvrouw. Zie, de heilige coca- krans versierd haar hoofd. Is deze siuier met zijn schitterende steenen niet het teeken van de maagd, die haren bruidegom verwacht? Voor nog de Hachahualipas het naderen van den dag aankondigen, zal de Inka Huaskar met zijne bruid gehuwd zijn. Deze laatsten woorden waren een bijna onverstaanbaar gefluister zij werden eerder gezucht dan gesproken. Montenegro dacht aan zijnen vriend Ma nuel, en zag de maagd met toornige en ver achtende blikken aan. Idali hief zich met trotschheid op. De dienaars kwamen weder met de draag stoelen te voorschijn, en zonder verklaring werd'de geheimzinnige reis voortgezet. Het maanlicht was reeds zeer flauw gewor den, toen de draagkorf waarop zich Montene gro bevond, op den grond gezet werd. Met een zwaren vloek sprong hij op zijne voeten. Zijn geduld was geheel en al uitgeput. Stil fluisterde een der dragers Monte negro in het oor, terwijl hij zijne hand op diens schouders legde en met de andere behoedzaam naar eene plaats in het woud wees. Van daar klonk een kort en schel ge fluit. De Indiaan wenkte Montonegro hem te volg-en. Zij kwamen aan den rand'van een smal water. Het was een zgtak van een stroom, welke tot diep in het woud doordrong. Aan den rand van liet water stonden eenige onbe weeglijke gestalten, die weldra door Monte negro, toen hij nanerbij gekomen was, als de Inka-bruid en haar bruidegom herkend werden. De boomen, die aan den oever ston den, waren zooseer over den stroom gebogen, dat hunne kruinen boven het water een ge welf vormden, waardoor bet maanlicht bijna niet kon heendringen. De inboorlingen die op de plaats aanwezig waren, hadden in hunne houding en bewe^ :ingen iets zoo geheimzinnigs en vreeeachtigs dat Montenegro zich op het eerste voorbe reidde en voor alle mogelijkheden zijn zwaard gereed hield. Wat geschied hier fluisterde hij den t dichst bij staanden Peruaan in de ooren. Yakumaman moeder van het water ant woordde deze op zachten toon, terwijl hij te gelijk vreesachtig naar den duisteren achter grond van den zijstroom wees. Montenegro begreep den zin dier woorden niet en wilde verder vragen. Doch op hetzelf de oogenblik voelde hij zijne dikke vuist door een zachte, kleine hand, die koortsachtig, beefde en gloeide, aangegrepen, Hij begreep, dal hij moest zwijgen. Slechts een oogenblik lang lag Idali's hand in de zijne. Idali wenkte hem, haar te volgen. Beiden stegen in eene kano van zeer licht, kurkach- tig hout. Daarnaast lag eene andere kleinere kano, waarin zich reeds de Inka met een roeier bevond. In de kano van de Inka-bruid kwamen twee inboorlingen als roeiers. De riemen werden in het water gestoken, en de lichte vaartuigen zweefden als water vogels over het donkere water, (Vervolgt.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1920 | | pagina 1