BE BRUID DER ZON
Zondag 25 April
I Maanfiag 26 April
1920
BEVOORRADING
Be overhandiging derBrussels
in da haven van Antwerpen.
De zaak Caillaux,
Ministerie van Landsverdediging
Eene bekentenis
Rond het Parlement
Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Tel. 114
XXVI' JAARGANG NUMMER 98
D A G 3L AD - -1 O CENTIEMEN - Uitgever: J. Van Ndffel-De Gendt
Publicist buiten h.> Arrondissement Aalst, zich t. wenden tot het Agentschap Hayas, 8, MarMurpMn. t. Br».sel- 8, Place de" la Bourse, Parijs - en 105, Cheapside, Londen.
H. Maroas
3 Zoa op 4,51, onder 7,05
I H. Marceilinus
I Zon op 4,30, onder 7,06[j
Volle Maan den 3 Mei
Wij ontvangen een afdruksel van dc
«Toelichtingen gegeven dooi den Voorzitter
in den Hoogoven Landbouwraad, zitting van
30 Maart 1920 en gezonden aan den heer
Voorzitter der Kamer van Volksvertegen
woordigers.
In die «Toelichtingen wordt gewezen
Dp de noodzakelijkheid voor ons land, nu,
vooral in dezen na-oorlogschen tijd, zooveeP
levensmiddelen mogelijk voort te brengen.
Hoe meer wij zelven voortbrengen, hoe
minder wij in den vreemde moeten koopen,
dat is eene stelling, dat elkeen onmidde-
lijk begrijpt.
Zelf voortbrengen is nu van zooveel te meer
gewicht, omdat in de voorraad-landen de
voortbrengst van levensmiddelen ook ver-
minberd is. ofwel omdat graan en andere
grondstoffen, samengetrokken zijn in handen
van trustmannen, die ze maar loslaten tegen
liooge, dure prijzen.
Er is scliaarschheid hetzij de oorzaak
natuurlijk of kunstmatig en misdadig is, dal
is voor ons gelijk het redmiddel is zelf al
voortbrengen wat wij kunnen.
Vandaar het natuurlijk gevolg dat de
regeering al zou moeten doen wat ze kon om
de voortbrengst van levensmiddelen ei
grondstoffen te begunstigen.
Dat spreekt van zelf, maar ongelukkiglijk
die stem wordt door de Regeering niet ga-
willig genoeg aanhoord.
De llooge Landbouwraad klaagt, daarover
en hij heeft gelijk.
levensmiddelen zooveel duurder heeft moeten
betalen. Intusschen wonnen de woekeraars
in levensmiddelen zooveel te meer geld.
De Landbouwraad klaagt er ook over dat
het regelen der vergoedingen voor oorlogs
schade zoo traag vooruitgaan, omdat weinig
Staatskommissarissen op de hoogte zijn der
landbouwvraagstukken
Hij wijst erop dat het Ministerie van Land
bouw te veel overvleugeld wordt door het
Ministerie van Bevoorrading.
Hij kan gelijk hebben, maar we zijn niet
bevoegd om over die kwestis te oordeelen en
laten ze dus ter zijde.
De Hoogere Landbouwraad, zegt ook dat
men den Landbouw en de bevoorrading van
hel land oneindig zou bevorderd hebben, had
men onmiddelijk na den wapenstilstand, het
ons ontstelen vee kunnen vervangen door vee
uit Duilschland.
Ongelukkiglijk degeneu die Belgi's belan
gen bij de Boiidgenooten moésten verdedigen,
waren niet bewust van het belang van vee
voor-ons udgeput land, en men heeft er niet
aan gedacht.
Ofwel heeft men die teruggave van de
Bonugencoten niet kunnen bekomen.
Zoo ook voor wat de paarden betreft,
Om veldvruchten te winnen is er mest
noodig. Onze veestapel was uitgeplunderd
stalmest en vloeimest ontbraken ten grooten
deele.
Dat zou eene reden geweest zijn om het
scheikundig mest zoo bereikbaar mogelijk te
maken.
Heeft men dat gedaan
Juist het omgekeerde.
Men heeft dó grenzen van Duitschland
gesloten zoodat hier geen kaïniet kon binnen
komen.
Dal is nu wat gebeterd.
Zulke politiek werd gevoerd om Duitsch
land te straffen, maar met het gevolg dat onze
bevollving door den maatregel zeer gevoeli
getroffen werd.
Vooral de stedelijke bevolking was daarvan
het slachtoffer de buitenbevolking houdt
natuurlijk eerst voor haar wat zij zelven
noodig heeft.
Het ammoniaksulfaat bereikte ongeloof
lijke prijzen, zoodanig dat vele landbouwers
de meeste er geen konden of geen wil.
den koopen dat de velden zooveel minder
opbrachten en dat alwie geen boer is, de
De Hoogere Landbouwraad drukt zijn spijt
uit dat,hot ministerie van landbouw, over
minder gelden beschikt dan binst den oorlog
om t werk van den akker aan te moedigen,
dat afgevallen is en dat zou dienen uitgebreid
le worden.
Het is voorzeker spijtig dat het Werk van
den Akker geene uitbreiding neemt in plaats
van af te vallen.
Doch dat is te wijten aan de omstandig
heden. Binst den oorlog hebben vele men-
schen pataten geplant om hun eigen voorraad
op te doen, en ook omdat ze geen werk
hadden.
Maar nu dat ze weer hun gewoon werk
hebben, en dat ze denken gemakkelijk aard
appelen te zullen kunnen koopen, houden ze
er niet van landwerk te gaan doen. Wc ken
nen er zoo met dozijnen.
Het is spijtig dat ze de zaken zoo opvatten;
ze zouden toekomend jaar in zake aardappe
len leelijk kunnen teleurgesteld zijn, maar
daar is weinig aan te doen.
Het is niet om de wille van 1 fr. hulpgeld
per are, ongeveer 0,15 fr. per Gentsche
roede dat men die lieden zal overhalen om
voor hunnen voorraad pataten te zorgen.
Zij zullen er de gevolgen van dragen.
Men moet niet denken dat daarom 't land
dat ze vroeger bewerkten, onbenuttigd zal
blijven liggen.
Het zal bewerkt worden door anderen, en
voor wat het algemeen belang betreft het zal
er niets bij verliezen.
Om te sluiten het is te hopen dat men in
de regeeriugsk ringen zich wel zal doordrin
gen van de belangen van de geheele bevol
king, en den landbouw zal aanmoedigen en
tegemoetkomen, zooveel het mogelijk is, ten
bate van het algemeen belang.
En aangezien men van alle kanten roept
dat men zooveel mogelijk moet voortbrengen,
is het te hopen dat het ministerie van juslicie
niet langer de 150 hektaren der hoeve van
de Siaatsweldadigheidsschool vage zal laten
liggen.
M. Remange verdediger van Caillaux be
treurt Jiet dat artikel78 van toepassing wordt,
daar Cailloux nu zal veroordeeld worden voor
een misdrijf waarvoor hij niet verdedigd
werd. Cailloux voegt er onmiddelijk bij, dat
hij niets meer zeggen wil. Na eene korte
beraadslaging wordt Cailloux veroordeeld
tot drie jaar opsluiting, mits aftrok van de
voorloopige hechtenis.
Daar hij reeds meer dan twee jaren opge
sloten is, zal hij dus weldra in vrijheid zijn.
Nadat Caillaux vertrokken was, .hield het
Hooger Hof 's avonds nog eene nieuwe ver
gadering. De drie advokaten van Caillaux
vertegenwoordigden hunklient.
M. Leon Bourgeois las het vonnis af, dal
luidt als volgtdrie jaar gevang, tien jaar
berooving van kiesrecht of kiesbaarheid, ver
bod een openbaar ambt te bekleeden, vijf
jaar ontzegging van verblijf in de plaatsen
welke de staat zal aanduiden.
Reeds in vrijheid
Een Havastelegram meldt, dat Caillaux
reeds Zaterdag morgend vrijgelaten werd,
De Brussels het schip van kapitein
"Fryatt, zal Maandag a. s. plechtig aan den
Engelschen gezant afgeleverd worden.
Zondag avond komt de Britsche torpedo
jager Dragon - in dc haven van Antwerpen
en gaat meren aan n. 22 van de kaaien.
Maandag te 3 uur komen M. Poullet mi
nister van van spoorwegen, en de Britsche
gezant te Brnssel, met hun gevolg le Ant
werpen aan.
De Brussels zal intusschen naast de
Dragon a worden gemeerd, en op de kaai
zullen een Engolsch en een Belgisch deta
chement met klaroenen en muziek post vallen.
M. Poullet zal namens de Belgische regee
ring het schip afleveren en sir Hyde Vilïiers
zal antwoorden dan wordt de Belgische
vlag neergehaald en de Britsche vlag ge-
heschen, met telkensmilitaireeerbewijzingen.
Een thé wordt aan boord der Brussels
aan de overheden aangeboden.
i9f Vervolg
Er volgde een langdurig stilzwijgen. Huas
kar was in gedachten verdiept. Somwijlen
echter wierp hij zijne blikken spiedend en
wantrouwend op zijne schoone gezellin, die
onbeweeglijk en diep in haar sluier gewik
keld, naast hem zat. Eindelijk hervatte hij
weder.
In de handen van mijne schoone zuster
is hel leven van haren broeder Huaskar
Gij hebt het gezegd, antwoordde Idali
op ijskouden toon.
Zal zij mij naar Atahuallpa voeren
Zij zal het niet doen.
Vol vreugde riep hij nu uit; Uw broeder
was ongelukkig doch thans zal hij weder
zonnige dagen zien. Huaskar zal met de
vreemde blanke soldaten den roover Atahu
allpa bestrijden. Gelijk de Amaru pijlsnel uit
het bosch op zijne prooi aanspringt, haar hel
vergiftig sap in dc gapende wonde spuwt,
en zich dan op zijn gasaak in den doodstrijd
van zijn slachtoffer verlustigt, zoo zal Huas-
liar s strijdbijl op den ellendige neervallen,
een diepe wonde slaan en bloeddorstig in
zijn lichaam naar den zetel van het leven
zoeken. Huaskar's haat is nog scherper dan
zijne strijdbijl.
°°§en fonkelden en draaiden vreese-
lijk in het rond. Zijn aoders zoo edel gelaat
was afzichtelijk verwrongen. Maar dc wraak
was bij dc Inka 's eeng deugd.
Montenegro had wel uit liet gesprek opge
maakt, wie zijn disebgenoot was, maar 'hetj
De gewezen Fransche kabinetsovorste
tot drie jaar gevang veroordeeld.
De zitting der raadskamer van het Hooger
Hof, was Vrijdag morgend zeer woelig, daar
de vrienden van Caillaux, voelende dat hij
ging veroordeeld worden, al het mogelijke
deden om hem aan de rechters te ontrukken.
Toen de voorzitter, M. Leon Bourgeois,
lezing gaf van het arrest, dat hij samen met
de rechtsgeleerden der vergadering had opge
maakt, vond de linkerijzde, dat de bewoor
dingen al te streng waren. Ten slotte werd
het arrest toch aangenomen.
Ir. de openbare narniddagzitling van het
Hooger Hof gaf de voorzitter eerst lezing van
het besluit, waarbij artikelen 77 en 79 niet
toepasselijk zijn, doch dat artikel 78 zal toe
gepast worden met aanneming van verzach
tende omstandigheden.
De prokureur generaal vraagt de toepsssing
van aitikelen 78, 468, 401 en 49 van het
strafwetboek.
Artikel 463 stelt de gelijkheid van straf
vast, wanneer er verzachtende omntandighe-
den toegepast worden artikel 401 voorziet
eene straf van 1 tot 5 jaar opsluiting artikel
49 plaats den veroordeelde opder dc waak
zaamheid der policie.
was hem nog altij duister, waarom Idali hem
door zijn Peruaanschen .vriend uit Tumbez
van Kaxamalka naar Andamarka had laten
komen nog minder, waarom hij op deze
plaats in het woeste woud gebracht was. Hij
had aan hare oproeping -met blinde gehoor
zaamheid gehoor gegeven. Zij oefende eene
soort van betoovering op hem uit, en boven
dien was zij de verloofde geweest van zijn
vriend Manuel. Over het algemeen had zijne
verhouding tot de Inka-dochter iets avon
tuurlijks, en juist dit trok hem zoo onweder-
staanbaar tot haar.
Reeds tweemaal had hij zijn beker geleegd,
en telkenmale was die, op een wenk van
Idali, door een der dienaars weder gevuld.
Dit kleine gastmaal in den maneschijn, om
trent middernacht, in eene berggrot, had
evenwel iets belemmends. Als spoken stonden
de dienaars in de schaduw van rotsen en
bosschages. En in de verte bruiste de berg
stroom.
Idali sloeg den sluier naar achter. Orn
haar hals was een driedubbel snoer van zeer
buitengewone groote paarlen geslagen. De
witte glans der paarlen stak wonderschoon
af op de roodbruine huid. De heerlijke ge
stalte van Idali scheen in het maanlicht,
tengevolge van de menigte der edele steenan
als in een regen van vonken geplaatst, maar
zij maakte op Montenegro den indruk van
eene voorstinne der onderwereld met eene
vreeselijke, afschrikkende schoonheid.
Langen tijd rustten de helvlammende
blikken van Huaskar op Idali. Langzamer
hand werd de uitdrukking van zijn gelaat
Vergoeding
De Minister van Landsverdediging heeft
besloten eene vergoeding toe te kennen aan
de gegradeerden die, volgens hunne ver
plichtingen voor 2 Juni e. k. met verlof
zonder soldij kunnen gaan, en die, door ver
zaking aan deze verloven, er in toestemmen
onder de wapens te blijven tot 30 September
eerstkomend
Deze geheele en eenige vergoeding be
draagt 200 fr. voor de korporaals en 300 fr.
voor de onderofficieren.
De gegradeerden die thans reeds op verlof
zonder soldij zijn, zullen van dezelfde voor
deden genieten indien zij weer bij hun korps
komen vóór 1 Juni.
De vergoeding wordt nochtans alleen toe
gekend aan de gegradeerden die deeluitma-
van het voetvolk, de ruiterij, de artillerie, de
genie en het vervoerkorps en werkelijk dienst
doen in het korps.
De inwoners van het Groot-Hertogdom
Luxemburg die in het Belgisch leger
dienden.
De Luxemburgsche vereeniging van het
Monument du Souvenir heelt het inzicht
in het historisch album dat zij zinnens is bin
nen kort uit de geven de volledige en juiste
lijst in te lasschen der Luxemburgsche vrij
willigers die streden in de rangen van het
belgisch leger.
Volgens den Voorzitter van het Monu
ment du Souvenir zouden de lijsten der
Luxemburgsche vrijwilligers, opgemaakt ten
zachter, en in zijne oogen ontvlamde het vuur
der zinnelijkheid.
Zon van mijn leven sprak hij heel
zocht in de diepe zachte keelklanken van het
QuichuaaDseh. Wil Idali de Coya van Huas
kar worden, wanneer mijn vader, de Zon,
hem de overwinning op zijnen broeder Ata
huallpa geschonken heeft
Idali antwoordde gene syllabe.
Dauw van mijn dor hart, zoo ging hij
voort, terwijl hij krampachtig hare ha'nd vatte
wilt gij niet de moeder van een nieuw groot
heerschergeslacht worden Huaskar's eerste
Coya is dood zij heelt den vader geen zoon
nagelaten
Idali zweeg.- Maar hare borst hijgde gewek
dig, hare lippen beefden, als leed zij bittere
en hevige pijnen.
Huaskar ging voort Zoudt gij niet
reeds sedert langen tijd, als dc heerscheres
van mijn hart, in mijn paleis gewoond heb
ben, indien niet die bleeke gezichten in Tum
bez u op uwen weg naar Kuzko geschaakt en
mijne krijgslieden overvallen hadden Ook
de dag van wraak op de bleeke gezichten
zal aanbreken.
Zijne blikken, waarin een doodeiijke haat
tejezen stond, vestigden zich scherp op Mon
tenegro. Deze zag hem met diepe verachting
aan en sloeg als toevallig zijne hand aan het
gevest van zijn zwaard.
Toen begon Idali met neergeslagen oogeu
te spreken, en hare stem klonk vreesalnk dien
en dof
Mijn broeder heeft het gezegd: Idali
zal de echtgenoote van Huaskar zijn. De Inka
gevolge van de ministerieele aanschrijving
van 22 Mei II.. onvolledig zijn.
De Minister van Landsverdediging ver
zoekt dus de betrokken overheden nauwkeu
rig te onderzoeken of de ingeleverde lijsten
volledig zijn.
*Het Monument du Sob ven ir zal opge
richt worden tereere van alle Luxemburgsche
•soldaten van alle legers der Entente het is
noodig al de namen te doen kennen van al
de Luxemburgsche vrijwilligers die bij het
belgisch leger dienden.
In voorkomend geval zullen volledige lijs
ten gezonden worden naar den Minister van
Landsverdediging zij zullen voor elk der
betrokkenen (overlelen, gedemobiliseerd,
onder de wapens) volgende inlichtingen ver
strekken.
Naam, voornamen, ouderdom, geboorte
plaats, laatste woonplaats, burgerlijk beroep
graad, verwondingen, vermeldingen, eervolle
onderscheidingen.
De Vereeniging van het «Monument du
Souvenir dringt er ook op aan de namen te
kennen der belgiscbe officieren, geboren in
het Groot-Hertogdom Luxemburg of afkom
stig uit dit land, zelfs in een verren graad.
De inlichtingen moeten den Minister van
Landsverdediging geworden tegen 30 April
I. m.
Vragen aan den minister
van Landsverdediging.
Volgende vragen werden aan den Minister
van Landsverdediging gesteld
1®. Kunnnen de gehuwde militairen en de
kostwinners der jaarklas 1916 die sedert 15*
December 1919 onder de wapens zijn en na
4 maand werkelijken dienst terug naar huis
moeten gezonden worden, vijf dageu verlof
per maand bekomen
Antwoord Deze militairen kunnen,
grondbeginsel, geen verlof bekomen daar
»un onderricht zonder onderbreking moet
voltrokken worden. Zij mogen nochtans de
wekelijksche permissie krijgen zooals de
andere militairen.
2®. Dienen de datums waarop de gehuwde
militairen die eene verkorting van de werke
lijken diensttijd verkregen hebben, niet ge
wijzigd voor diegenen die in het hospitaal
verpleegd werden
AntwoordDeze dienstplichtigen moeten
hun werkelijke aanwezigheid bij hunne een
heid verlengen tot dat den verkorten werke
lijken diensttijd bereikt is, die de wet van
hen vergt—Deze Jaatste schikking wordt ook
toegepast op de kostwinners die in een hos
pitaal verpleegd werden en wier onderricht
niet voleindigd is.
Onze Antwerpschekronfrater La Metropoli
waarborgt de echtheid van het volgende feit f
- Een drietal maanden geleden had oen
Oostenrijker, gehuwd met eene Belgische
vrouw, toelating gekregen, om eenige maan'
den bij zijne familie, wonende nabq de Hol»
landsche grens te komen verblijven.
Daar hij hier geen werk vinden kon.,
ging hij in Holland arbeiden en daar hij
dagelijks heen en weer moest, vroeg en be-
kwam hij een reispas voor eene maand.
Toen de reispas nu verloopen was, vroeg
hij de verniewing, doch daar zulks eenig4
dagen tijd vraagt, zette hij maar zijne dage-
Hjksche reizen voort, vermits men liera toch
nooit aansprak.
Zekere dag werd hij echter door ee»
soort Hollandsche feldwebel aangesprokei:
die zijn reispas eischte.
Op heeterdaad betrapt, werd de Oosten»
.•ijker ondanks zijn portret naar de wacht ge.
leid om er opgesloten te worden.
Daar bevond zich echter eene krijgsover-
heid.
Hij vroeg wat er gaande was en verne.
mende, dat hij met een centraal le doen
had, zegde hij
Het is uw geluk dat gij een Oosten
rijker zijl, want indien gij een vuilen Belg (?J
•geweest waart wierdt gij opgesloten. Zij waU
-gen mij, die lieden, die hier onze soep zijn
komen opeten
Hartelijk en dank voor uwe bekentenis,
Mijnheer den Hollander Gij walgt wel var
de Belgen, doch niet van alles wat gij hici
door uwen hoogen guldenkoers, aan spot
prijzen kunt koopen I
Koning Albert naar Brazilië
In de laatste dagen hadden herhaalde on
derhandelingeo plaats tusschen Koning Al
bert en M. Sams-Moreira, gezant van Brazi
lië te Brussel.
Er is dan ook overeengekomen, dat Koning
Albert in de maand Oogst aanstaande een
tegenbezoek zal brengen aan Z. E. M. Epi-
tacio Pestoa, president der Braziliaansche
P»epubliek, welke zooals men weet verleden
jaar naar België kwam.
De president der Braziliaansche Republiek
heeft van zijn bezoek in Belgie het beste aan
denken bewaard en anderzijds geniet Koning
Albert in Brazilië een ongemeene glorie.
Het bezoek van Koning Albert, zal niet
alleen een bezoek van steden zijn. De ekono
mischezijde zal niet verwaarloosd worden,
daar Brazilië zelf tot Belgie gezegd heeft
Gij zult bevoorrecht worden onder de
Europeesche landen....»
Een dreadnougth, de Sao-Paolo en een
gepantserde kruiser, zullen de paketboot,
waarop Koning Albert zal plaats nemen, ko
men afhalen en begeleiden.
De juiste datum is evenwel nog niet be-
paald.
Vergadering der rechterzijde
Geene ministerieele kris?
Vrijdag namiddag had in den Senaat eer*,
nieuwe vergadering der Parlementsleden
plaats.
De vergadering moest om 1 1/2 beginnen,
doch M. Delacroix kwam eerst om 2 1/4 aa
en dan werd de zitting onmiddelijk geopend.
M. Levie nam de eerste het woord. Hij
verdedigde de politiek van het gouvernement.
Alles is wel niet volmaakt, doch er kon nog
veel slechter bestuurd geworden zijn. Hij
doet uitschijnen wal M. Delacroix ondanks
de moeilijkheden van allen aard, reeds ver
wezenlijkt heeft. Hij kondigde aan, dat hij
een dagorde van vertrouwen in M. Delacroix
en de katholieke ministers zou neerleggen.
De tweede redenaar was M. Poullet, minis
ter van spoorwegen. Deze viel hevig de
drukpers in 't algemeen en de nationalisti
sche bladen in 't bijzonder aan.
Volgens M. Poullet, is het de drukpers,
die het land tegen het gouvernement opge
hitst heeft, het is de drukpers die klaagt, dat
er niets naar wensch gaat,het is de drukpers
die alles beknibbelt....
De minister noemt namen Le Soir, La
Nation Beige, noemt de plichtige dag
bladschrijvers. Hij neemt het zelfs euvel op,
dat een katholiek Brusselsch blad zijn zon
derling besluit aangaande het vieren van 1®
Mei, socialistische feestdag, dierf beknibbe
len.
M. Poullet had echter geen bijval met dia
aanvallen en begon dan ook maar over het
programma van 't gouvernement te spreken,
't Was zoo nog best ook
Het kabinet bevindt zich in eene moeilijke
positie daar er zoovele kwestiën zijn waar
over verdeeldheid heerscht.
Spreker zou voor een liberaal-katholiek
ministerie zijn, doch nu de liberalen tegen
hëTvrouwenstemrecht zijn en zullen blijven.
bruid was reeds op weg. De blanke mannen
van Tumbez overvielen uwen afgezant. Idali
is nog eene jonkvrouw. Zie, de heilige coca-
krans versierd haar hoofd. Is deze siuier met
zijn schitterende steenen niet het teeken van
de maagd, die haren bruidegom verwacht?
Voor nog de Hachahualipas het naderen van
den dag aankondigen, zal de Inka Huaskar
met zijne bruid gehuwd zijn.
Deze laatsten woorden waren een bijna
onverstaanbaar gefluister zij werden eerder
gezucht dan gesproken.
Montenegro dacht aan zijnen vriend Ma
nuel, en zag de maagd met toornige en ver
achtende blikken aan.
Idali hief zich met trotschheid op.
De dienaars kwamen weder met de draag
stoelen te voorschijn, en zonder verklaring
werd'de geheimzinnige reis voortgezet.
Het maanlicht was reeds zeer flauw gewor
den, toen de draagkorf waarop zich Montene
gro bevond, op den grond gezet werd. Met
een zwaren vloek sprong hij op zijne voeten.
Zijn geduld was geheel en al uitgeput.
Stil fluisterde een der dragers Monte
negro in het oor, terwijl hij zijne hand op
diens schouders legde en met de andere
behoedzaam naar eene plaats in het woud
wees. Van daar klonk een kort en schel ge
fluit. De Indiaan wenkte Montonegro hem te
volg-en.
Zij kwamen aan den rand'van een smal
water. Het was een zgtak van een stroom,
welke tot diep in het woud doordrong. Aan
den rand van liet water stonden eenige onbe
weeglijke gestalten, die weldra door Monte
negro, toen hij nanerbij gekomen was, als
de Inka-bruid en haar bruidegom herkend
werden. De boomen, die aan den oever ston
den, waren zooseer over den stroom gebogen,
dat hunne kruinen boven het water een ge
welf vormden, waardoor bet maanlicht bijna
niet kon heendringen.
De inboorlingen die op de plaats aanwezig
waren, hadden in hunne houding en bewe^
:ingen iets zoo geheimzinnigs en vreeeachtigs
dat Montenegro zich op het eerste voorbe
reidde en voor alle mogelijkheden zijn zwaard
gereed hield.
Wat geschied hier fluisterde hij den
t dichst bij staanden Peruaan in de ooren.
Yakumaman moeder van het water ant
woordde deze op zachten toon, terwijl hij te
gelijk vreesachtig naar den duisteren achter
grond van den zijstroom wees.
Montenegro begreep den zin dier woorden
niet en wilde verder vragen. Doch op hetzelf
de oogenblik voelde hij zijne dikke vuist door
een zachte, kleine hand, die koortsachtig,
beefde en gloeide, aangegrepen, Hij begreep,
dal hij moest zwijgen. Slechts een oogenblik
lang lag Idali's hand in de zijne.
Idali wenkte hem, haar te volgen. Beiden
stegen in eene kano van zeer licht, kurkach-
tig hout. Daarnaast lag eene andere kleinere
kano, waarin zich reeds de Inka met een
roeier bevond. In de kano van de Inka-bruid
kwamen twee inboorlingen als roeiers.
De riemen werden in het water gestoken,
en de lichte vaartuigen zweefden als water
vogels over het donkere water,
(Vervolgt.)