MARIE WIELAND 16 Woensdag Juni 1920 ONZE GETE1STERDEN Z. H. Paus Bsnediktus XV en de vrouwelijke aktie. 03 zaak Eyence Copée KARDINAAL MERCIER en de drie Duitsehe Gouverneurs- Vergiftiging te Lokeren Ongeval ln het arsenaal te Stechelen. ESSAÏPACHA VERMOORD IXTaar Congo. Terug uit Congo. Eene tegenrevulutia ia Rusland Treinontriggelingen te Denderleeuw Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Tel. 114 XXVI* JAARGANG NUMMER 130 DAGBLAD - 7 CENTIEMEN Uitgever: J. Van Nüffel-De Gendt H. Ludgardis Zonop3,58, onder 8,03 Nieuwe Maan den 16 Publiciteit buiten het Arrondissement Aalst, zich te wenden tot het Agentsohap Havas, 8, Martelaarplein, te Brussel;8, Place de la Bourse, Parijs en 10o, Cheapside, Londen. Wie kon hot golooven 't Was het ongeluksjaar 1914. Een verkracht volk, fier op vrijheid en recht, verhiel manhaftig het hoold, wars van vreemde dwingelandij. Door gansch Europa weerklonk een kreet Wij vechten tot het onrecht is hersteld België moet geheel wor den schadeloos gesteld Overal rij zen nieuwe bondgenooten op in dezen onraenschelijken strijd. Wij waren verzekerd voor de toekomst. Een nieuw Vaderland, grooter, rijker dan ooit schemerde in de toekömst. Ellendig droombeeld, akelige spot ternij, leugenachtige woordenkra merij. Sedert meer dan vijf lange jaren dwaal ik als bannoüng in mijn eigen stad zonder vaste woonst, (een foor wagen is mijn verblijf) een brits, och zoo edelmoedig geschonken door het nationaal comiteit, mijne legerste de als deksel een katoenen sargie met het uoodzakolijk opschrift llulp of val dood .a voer meubelen; .een geleende tafel en vier gehuurde, stoelen een ledig cigarenkislje als brandhout; vier krammen in de zol dering voor kleerkastgelapto potten,: verroeste panneu, gescheurde lellooren tassen zonder oor on cone waggelende stoof voor keukengerief. Ziedaar de naakte waarheid voor het grootste getal geteisterde burgers. Kan of wil men dan in onzen toe stand niet verhelpen Men kan, ja men wil niet neen. Bewijzen zijn niet ver te zoeken. Om ons ter hulp te komen is er geld no''dig. Dat men liet liale waar liet ligtTalrijke gekende woekeraars laten ze nu rollen tot onze ergernis. Dat anei! do dieven straffe, welke ons in 1914 van aWes beroofden. Hoeveel processen zijn er in onze stad wel op gemaakt, en waar, wanneer ou voor hoeveel zijn die langviugeis gevon- nis Dat men tlie lieden, -welke zich niet schaniden handel met den vijand te drijven (opkoopers, sommige bor stelmakers, enz.) hunnen gezwollen geldbeugel eous omschudt. Dat men zekere soort van zakt wisten, die aan 't hoofd van sommige zoete bedeelin gen stonden, om dor wille van het smeer, hun rekeniugskon eens doet veretLuieu, en seffens is or muut ge noeg. Ik besluit Men kan 1 Eou woordjo lof wil ik toezwaaien aan ds rechtbanken voor oorlogsscha de, Hier werkt -men onverpoosd. Nie tige zaken vijl of zesmaal verdaagd uittreksels, plan nou,be wijzen gevraagd schatters benoemd getuigen ondor- lioorJ en vraag dan ten laatste Wel- ke zaken zijn er afgedaan? Gewoonlijk eerst de bestolenen, somtijds een afge brande. Dat heet heropbouw. Zendt dan vragen naar den heer voorzitter schrijf brieven naar mijnheer den grif fier stuurt smeekingen naar Zijne Excellentie Mijnheer den Minister. Niemand is er 't huis. Het antwoord laat zich wachten. Besluit Men wil niet Gelukkig land waar alle burgers gelijk zijn voor do wet. In België kun nen de geteisterden best wachten en over die gelijkheid mediteeren. Z. H. de Paus, antwoordende aan eene delegatie der Itnliaansche katholieke vrou wen, sprak als voLt over het apostolaat der vrouw in de wereld De evolutie die den huidigen toestand geschapen heelt, heeft aan de vrouw lasten opgelegd en rechten verleend die men haar vroeger niet toekende. Edoch geene wijziging van meening bij de mannen, geen nieuwe toestand^ noch gang der gebeurtenissen kan ooit de vrouw, van hare zending bewust, omtrekken aan haar natuurlijke omgangsfeer namelijk den familiekring. Zij is de Koningin van den huiselijken haard, zelfs als zij ver van denzelven is ver wijderd daarnaar strikken niet alleen de geuegenheid van haar moederhart, maar al bare bekommernissen als wijze huismeeste res, evenals een -vorst, hoewel soms buiten: zijn land, ver van de belangen zijner onder danen te verwaa Hoezen, immer er op elk oogenblik dezelve in de eerste plaats voor oogen houdt. Met reden beweert men dat de hervormin gen der sucïale orde heiveld der vrouwelijke bedrijvigheid heelt uitgebreid het aposto laat in den wereldkring werd pevoerd bij de tot hiertoe meer tot den huiselijken baard beperkte werking der vrouw. Edoch de vrouw moet dat uitheemsch apostolaat derwijze behartigen, dat het niet temin blijke boe zij, zelf op onze dagen, nog immer overtuigd blijft van de noodzakelijk heid hare eerste en beste zorgen aan de familie te wijden. Hier volgen bijzonderheden over .bet onder zoek ingesteld naar de ophefmakende zaak Evence Goppée vader en zoon. Daar de onderzoeksrechter vreesde dat de beklaagden invloed op hun personeel zouden uitoefenen, beval hij tot hun onmiddellijke aanhouding over te gaan. Het onderzoek was toen nog niet afgeloopen. Evence Co.ppée, vader en zoon worden hoofdzakelijk beschuldigd van levering aan den vijand van benzol de verkoop van ko len en scheikundige stoffen wordt terzijde gelaten. De verdedigers van de beklaagden hadden kunnen bewijzen, dat de regeering de uitbating der kolenmijnen had aangemoe digd om aan de bevolking brandstof te bezor gen. Zij voegden erbij dat de leveringen aan de Belgen den vijand niet konden beletten een zekere hoeveelheid kolen aan te slaan. Het gerecht verwijt'dus aan vader en zoon Goppée, bijzonder fijne benzol te hebben geleverd aan de vijanden van den Staat. On ze lezers weten dat het produkt in kwestie algemeen wordt gebruikt bij het vervaardigen van springstoffen. In het onderzoek is geenszins spraak over de politieke zending van Evence Goppëe, die in 1917 de lusschenpersoon was van von der Lancken, zoogezegd aangesteld door de Duitsehe rcgecriug om aan de geallieerden zekere vredesvoorstellen te doen. Het onderzoek is dus uitsluitend ingesteld uaar de levering van benzolaan deDuitscliers. 30® Vervolg. Mijn beste Max, wees daaromtrent toch gerust. Louis heeft 't niet eeis r.oodig geacht ti tc vergeven. Alle schuld lag aan hem, zeide hij. Dat is juist, wat mij zoo verschrikkelijk doet lijden iedereen en bij zelf dacht het. Maar 't is niet zoo, neen, ik heb hem gesard op alle mogelijke wijzen, omdat ik hem niet lijden mocht. Ik ben er nu verpletterd onder. Er werd gescheld. Pieternel opende de deur en was wat verbaasd, freule Van Gave ren, in een zwaren blauwen mantel gehuld, voor zich ie zien. Hemel, lieve freule, wat voert u hierheen Niels, beste Pieternel mijn rijtuig staat voor 't kerkhofik wilde nog even op rijn graf bidden en dan ook mijnheer pastoor spreken. Wil u dan wachten, freule Mijnheer pastoor is met den kapitein bezig. Den kapitein Ja, uw neef, freule kapitein Max. Wat 1 is Max hier daar wist ik niets tan. Niet, freule Dat verwondert mij nog meer. Hij is hier in zoo'n vreeselijken toe stand. Ik geloof, dat hij zicb den dood van dien engel daar en 't goede mensch ween dc erg aantrekt. Dat geloof ik niet,] Pieternel, zuchtte Gasperine, als de kapitein bed^fd is, dan is 't niet om mijn broeder. De handel met den vijand Belangrijke aanhoudingen te Namen Het parket van Namen beeft volgende per- soneu doen aanhouden, onder betichting van leveringen te hebben gedaan aan den vijand. Albert Pal Ion, .eigenaar van steengroeven Cvriel Sférard, sekretaris van de godshuizen- raad, te Namen Arthur Lempereur, boek houder in een steengroef Frans Derenne, voorzitter der handelsrechtbank te Namen Van Prooyg, bestuurder der waterleiding te Namen Camille Moreau en Cyriel Bolle, eigenaars van kalkovens Pigeu, ingenieur te Bonffioulx. Deze aanhoudingen hebben in de streek van Namen de grootste opschudding verwekt. I. Woeste, staatsminister, bespreekt in de Revue Bibliographique, de briefwisseling van Z. E. Kardinaal Mereier Mercier., met het Duitsch generaal gouvernemet, en zegt Wat in de vier jaren Duitsehe verdruk king overheerschte in Belgie., was het stil zwijgen, stilzwijgen opgelegd door de streng ste maatregelen. Het vorschend oog der Duitsehe overheid zocht overal rond eene bedrijvige spioeneering, belette of verdrukte rlle onafhankelijke opwelling de censuur werkte onbarmhartig zoowel op de pers als op het woord. Alleen Kardinaal Mcrcier gelukte er in, de stem des vaderlands te doen hooren. Onge twijfeld was hij zulks verschuldigd aan de waardigheid welke hij bekleedde, doch hij dankte zulks ook aan zijne steeds oplettende waakzaamheid, aan zijne heldere opvatting der zaken, aan zijne vastberadenheid, aan zijne krachtdadigheid, gelontcrd door een verheven gevoel van rechtvaardigheid en een uitersten takt, gemengd niet eene onver zwakte welwillendheid. De vaderlandsche zending, welke hij op zich genomen bad, oefende hij uit onder drie gencrani-gouvernenrs. De eerste, baron von der Goltz bleek nog al toegevend, doch zij 111 rijk was hier slechts van korten duur. Baron von Bissing en .generaal von'Fal- kenhausen, waren andere gasten dat waren twee stijve Pruisen die enkel voor doel had-1 den Belgie uit den rang der volkeren weg: te krijgen. Doch in 't uitoefenen van hunne onbarm hartige heerschappij ontmoetten zij bij ioderen, voetstap kardinaal Mereier, die geene on rechtvaardigheid liet plegen, zonder er reken schap over te vragen en die 'het zoo veel te boter kon doen, daar zijne gezegdens on weerlegbaar waren. Ik wil niet zeggen, dat hij dikwijls zijne pogingen met goeden uitslag bekroond zag. Doch wie weet', of de schelmerijen niet veel- vuldiger en wreeder zouden geweest zijn, indien die groote stem niet onophoudend geroepen had tot het menschdom en naar de vergoeding t n Vijf herderlijke brieven kwamen den slaap der generaal-gouverneurs storen en ter zeUdertijd de wonden onzer ongelukkige bevolkingen balsemen. De titel alleen zegden ons reeds wat die brieven bevatten: Vader landsliefde en uithoudingsvermogen Op roep tot het gebed Bij onzen terugkeer uit Rome De stem van God Moed broeders Wanneer deze brieven gelezen werden, kwam nieuwe hoop en ontmoedigden bezie len, en hoe lang de redding ook uitbleef, toch wist het geduld de zegepraal te behalen. Men zal steeds met 'ontroering de tal- looze schriften van den grooten kardinaal lezen. De bisschop en de kristene, de vader lander en de geleerde, rijzen er uit op. Het Wat zou 't dan zijn, freule De goede heer pasloor zit nu al een kwartier met hem op zijne kamer. Ik vrees, dat hij vannacht weer geen oog zal kunnen dicht doen. Weet u wat, freule, ik zal mijn glaasje malaga daar een brengen en dan zeggen Compli ment van freule Gasperine en zij wil u spre ken. Doe 't niet. Pieternel. Ik hinder niet raag iemand, en zal morgen maar terug komen. Warempel niet, freule Neen, ik ga voort. En zij trippelde schielijk heen naar de bibliotheek. Mijnheer pastoor, zei ze, binnentredend, freule Gasperine wil u spreken. Zeg hrar dat ik dadelijk kom, Pieternel. Is Gasperine daar riep Helmond. O laat mij naar haar toegaan. Bedaard, Max, gij hebt de koorts, blijf rustig liggen. Morgen kan zij terug komen Neen, neen, ik wil 't haar zeggen. Welnu, Pieternel, ga haar dan verzoe ken hier te komen. Hier te komen, mijnheer pastoor waar denkt u aan Is 'l hier zoo mooi, dat u er bezoeken wilt ontvangen Doe 't toch niet, al was 'tmaar om mijn reputatie op te houden. Genoeg, Pieternel, doe wat ik u zeg. 't Hoofd schuddend, verliet de goede vrouw 't vertrek en maakte bij de freule haar exuus, dat de kamer zoo overhoop lag. 't Was hare schuld nietmijnheer pastoor wilde zijne boeken zelf in orde houden, doch dat behoef de niet. Gasperine bedankte voor haar gelei de en sloot de deur achter zich toe. zijn echte voorbeelden van letterkunde en omringen onzen kerkpreïaat met een luister, welke hem nog zoo gauw niet zal ontnomen worden. Talrijke personen die gekapt vlaesch had den geëlen, gekocht bij eencn beenhouwer der stad, werden ziek en door zulke hevige krampen in den buik overvallen, dat genees- heeren moesten worden ontboden. Deze stelde teekons van vergiftiging vast; aan de zieken weiden de beste zorgen toegediend. Twee wiens toestand bedenkelijk was moesten naar het gasthuis worden overge bracht. Het parket van Dendenuonde werd dadelijk verwittigd en wordt ter plaats ver wacht. Het gekapt vleesch dat nog in den been hou wers winkel voorhanden was, werd aangeslagen. Een doode, twee gewonden. Maandag morgend, rond 10 ure, gebeurde eeu smartelijk ongeluk in onze Staats werk huizen. Enkele werklieden waren bezig een ketel aan 't vervoeren, toen op zeker oogen blik, d^ze langs een kant overhelde met het. •ongelukkig gevolg dat een werkman, Somers Jan, er onder verpletterd werd. Toen men het zwaar gevaarte optillen kon, werd het slachtoffer er dood en totaal platge drukt van onder weggehaald. Het lijk werd naar het doodenbuis gebraoht. Twee andere werklieden die zich ook niet tijdig hadden kunnen redden, werden erg gekwetst. Het ongelukkig slachtoffer Jan Somers was slechts 3Ójaaroud en vader van 3 kinderen. De andere zwaar gekwetste werkman, Frans Ja issens, 50 jaar oud. is gehuwd en verblijft te Hofsiade. Hij werd eerst verzorgd in de kliniek van hel Arsenaal, en daarna vervoerd naar het stedelijk gasthuis. De derde, minder, gekeneusd, viel in onmacht, maar was gauw hersteld. Buiten deze drie ongelukkigen valt er nog een vierde slachtoffer te betreuren. Het brtga- dehoofd, dat daar aanwezig was, is hij dit akelig gezicht plotseling zinneloos geworden, en is in wilde vaart op de vlucht gegaan. TE PARIJS Zondag hebben de prokureur-generaal en de prokureur der Republiek zich naar het policiebureel begeven, alwaar Aveni Ruslein, de moordenaar van Essad Pacha zich nog steeds bevond. M. Lescouvé ondervroeg hem. Deze hield _ijne vroegere verklaringen staan en voegde er bij, dat hij zijne daad niet betreurt, daar hg voor Albanië gedood heeft. Daarna verzocht hij door een advokaat bij gestaan te -worden. Eenige minuten vooraleer onder den moor denden kogel te vallen, had Essad Pacha aan Le Temps een overzicht van zijn politieke loopbaan gezonden. Essad Pacha herinnert daarin aan zijn op treden tijdens de Europeasohe krisis eo stelt vast, dat de groote .mogendheden hem weinig beloond hadden voor zijne moeite. Essad Pa cha had inderdaad van het eerste oogenblik f zijne medewerking aangeboden aan de Entente. Hij moest er zich echter toe bepalen, met zijne troepen gedurende verscheidene maan den een front van een twintigtal kilometers te bezetten. Verscheidene malen drong hg aan, opdat men hem een breederen werkkring /zou toe staan. Te dien einde zou hij de Albaneezen Wat is er Max vroeg zij met haar gewonen zachten glimlach. O Gasperine, vergeef 't mij vergeven Max 1 wat heb ik u te ver geven ln zijn naam moet gij mij vergeven, Gasperino. Gij weet alles. Zeg me niet, dat ik onschuldig was. O nu erken ik het, ik het, ik ben onrechtvaardig jegens hem ge weest. Het zal voor Louis een troost zijn, Max. dat gij hem eindelijk doet wedervaren hij heeft er steeds zoo naar verlangd. O Gaaperine, ik heb altijd alles met zorg vermeden, wat tot zijn lof kon strekken. Dikwijls moest ik voor de waarheid bukken, doch dan zocht ik iets, dat zijne verdiensten kon verkleinen. Hij was meer dan ik, en dat kon ik niet verdragen. 'Gasperine weende. Ongetwijfeld streelde het hare zustertrots, Max zoo te hooren spre ken over Louis doch diep medelijden be ving haar bij de gedachte, dat die jonge man aan een naberonw ten prooi was, dat slechts met zijn leven kon eindigen. Troost u, Max, zeide ze zacht, hg is nu bij God, en daar zal hij naar recht en ver dienste beloond worden. Wat help 't hem nu wat wij hier over hem gedacht hebben, hij is boven alles verheven, gelukkig, naar we hopen. En hij heeft nog in zijn laatste uur ovt. mij gesproken, niet waar O wat moet die hatelijke onverschilligheid van mijn kant hem I gepijnigd hebben En gij, Gasperine, ook [heb ik steeds miskend als gij wist...» uit de streek van Salonika en uit de andere niet bezette gebieden trachten in te lijven. Men weigerde echter, daar men vreesde, dat Italië er zou tegen opkomen. Toen bij aanbood naar Berat en Elbassan op te ruk ken, om heel het land tegen de Oostenrijkers op te ruien, werd ook niet naar hem geluis terd. Essad Pacha besluit, dat hij uit zijne mede hulp, enkel stoffelijke verliezen-en eene zede lijke vermindering trok. Vertrek van da - Alberiville Maandag morgend, te 41 uur, is de Belgi sche stoomboot AlberiviUc uit Antwerpen naar Congo vertrokken met 121 passagiers van eerste en 181 van tweede klas. Zooals gewoonlijk veel volk, fauiiliën en kennissen der verlrckkenden, waaronder geheele ge zinnen waren. Verschillende missionarissen, Zusters en Paters, bevonden zich onder dc vertrekken- den, om het beschavingswerk in Congo voort te zetten. Als bijzonder passagier die zeer omringd was, dient de kolonel Moulart, de held van Tabora, vermeld te worden. Hij vertrekt als voorzitter van de maatschappij der mijnen van Kilo. Veders professor Poma, die wetenschap pelijke opzoekingen gaat doen in onze olunie. Onder dezen die het vertrek j bijwoonden bemerkten we generaals Cabra, Jacques, kolonel Lalor, M. Frilling, Van Opstal, enz. Het muziekkorps van het 16* linierogiment gaf het gebruikelijk afscheidsconcert. De Anversvïlïe, komende van Congo, mag heden in de haven van Antwerpen verwacht worden, wal denkelijk in den namiddag zal plaats hebben. Caoutchouc. Ziehier de lading caoutchouc, aangekomen met de stoomboot West Saginaw N. M. Bunge (Ce du Kusaï) 9.800 kilos. N. M. Bunge (Belgika) 4.070 N. M. Bunge 3.950 - Verschillende 25.770 Te samen 43.590 kilos. -,Zwijg over mij, Max ik denk aan niets wind u zoo niet op. 't Is toch te laat, wilt ge zeggen. Ach, te laat, te laat Vertel mij alles, Gasperine, al les, wat hij op zijn sterfbed gezegd lieeft Doch nog iets. Ik neem 't legaat niet aan, ik mag, ik kan 't niet. "Weet ge wel, Max, dat dit hoogst on voorzichtig zou zjjn De menschen zullen zeggen, dat gg niets hebt willen aannemen van iemand, die u beleedigd beeft. Zij zullen het loyaal gehandeld vinden, en dat wilt gij toch zeker niet Neen, volstrekt niet maar, Gasperine, begrijp toch, dat elke cent, die ik daarvan zal uitgeven, mij op 't geweten zal branden Ja, ik begrijp 't, doch er is niets aan te doen, tenzij ge dat praatje wilt uitlokken. God beware mijIeder zal zeggen, -dat ik het geluk getroffen heb, dat... Neeu, Gas perine, ik mag zijne edele gift niet aanvaarden. Max, het zal een offer te meer zijn, dat gij uit liefde Gods voor hem zult dragen. De kerkklok sloeg 9 uur, toen Gasperine de pastorie verliet zij had Max in eenigszins kalmere stemming verlaten, en besloten om hel legaat aan le nemen. Zonderling hij was nu rijk, hij kon eene vrouw gelukkig maken, en toch had bij zich nimmer zoo vreeselijk ellendig gevoeld. Marie sliep nog niet bij Gasperine's tehuis komst. Zij luid het kerkboek van Louis voor zich op de tafel liggen, doch ze weende meer dau ze bad. Met zacht geweld bracht Gaspe rine haar te bed vervolgens ging zij naar. Estelle, die echter kalm en rustig sliep. LONDEN 14 Juni. De Engelsche bla den deelen eey telegram uil Berlijn mede, meldende, dat een anarchistisch komplol is te Moskou, hebbende voor doel de regecring der Sovjets omver te werpen. Lenine en Bouchanne moesten op 1 Mei vermoord worden, doch de zaak mislukte dan en de samenzweerders hadden nu besloten den aanslag le plegen den 21 Juni, daar Lenine dien dag het woord moest voeren in het hoofdkwartier van Yerpouchoïo. Volgens een ander bericht moesten ook de kommissarissen voor financen en de kommis- sarissen Raene en Zinovieff vermoord wor den. Drie aanhoudingen werden gedaan, name lijk deze, van Wanislky en Poisback, opstel ler van de Golos-Truda en Yacroff, gewezen kommissaris van het groene leger te Koursk. Zondag namiddag, om 4 1/2 ure, is een koopwarentrein aan den ingang der statie van Denderleeuw ontriggeld. Vijf waggons wer den omgeworpen, waardoor de sporen naar Geeraardsbergen versperd werden. Om 7 ure, toen het verkeer pas hersteld was, is een tweede trein juist opdezdfde plaats, ontriggeld. Het verkeer bleef dan tot lang in den nacht onderbroken. Er zijn geene persoonsongelukken, doch de stoffelijke.schade is zeer aanzienlijk Ach zij zal spoedig getroost zijn., zuchtte zij, spoediger dan die andere en ik.... lieer, Uw wil geschiedde op aarde als in den Hemel Eeuwig, eeuwig zij "Uw naam ge prezen -en met al de kracht van haar sterk gemoed blikte zij met betraande oogeu naar 't kruis. Mijn Louis, mijn eenige schat mij ontnomen, toen ik hoopte hem gelukkiger dan ooit te zien Heer, zwaar is die slag doch wees gezegend in alle eeuwigheid 1 Wat gij doet, is welgedaan Zij wischte de tranen uit hare oogen en wilde zich uitkleeden. Inmand klopie. Binnen riep zij. Mevrouw Van Nieuwenburg verscheen, ontsteld en treurig. Ach, Gasperine, zuchtte zij, ik heb u al drie uren lang verwacht ik kon niet tot morgen wachten Wat is er gebeurd, tante? vroeg de freule meewarig. Lees den brief, Gasperine, ik ben toch eene allerongelukkigste moeder. Adelaide het hoofd op hol gebraoht door een muzikant en Lucie zoo ongelukkig getrouwd o hoe gelukkig zijt gij toch, Gasperine, die niets van die zorgen kent. l)e brief was van Lucie. Graaf Bornstierne had eenige maanden gele den eene groote rekening voor haar betaald nu had zij echter weer inkoopen gedaan, de schuld was dringend en zij durfde haai man, niet aatispreken, uit vrees van een schriuke- lijken storm te verwekken. Als mama nu maar die 5000 franken leenen kon was zij, uit den brand. (Vervolgt.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1920 | | pagina 1