MARIE WIELAND
16
Woensdag
Juni 1920
ONZE GETE1STERDEN
Z. H. Paus Bsnediktus XV
en de vrouwelijke aktie.
03 zaak Eyence Copée
KARDINAAL MERCIER
en de drie Duitsehe Gouverneurs-
Vergiftiging te Lokeren
Ongeval ln het arsenaal te Stechelen.
ESSAÏPACHA VERMOORD
IXTaar Congo.
Terug uit Congo.
Eene tegenrevulutia ia Rusland
Treinontriggelingen
te Denderleeuw
Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Tel. 114
XXVI* JAARGANG NUMMER 130
DAGBLAD - 7 CENTIEMEN
Uitgever: J. Van Nüffel-De Gendt
H. Ludgardis
Zonop3,58, onder 8,03
Nieuwe Maan den 16
Publiciteit buiten het Arrondissement Aalst, zich te wenden tot het Agentsohap Havas, 8, Martelaarplein, te Brussel;8, Place de la Bourse, Parijs en 10o, Cheapside, Londen.
Wie kon hot golooven
't Was het ongeluksjaar 1914. Een
verkracht volk, fier op vrijheid en
recht, verhiel manhaftig het hoold,
wars van vreemde dwingelandij.
Door gansch Europa weerklonk een
kreet Wij vechten tot het onrecht
is hersteld België moet geheel wor
den schadeloos gesteld Overal rij
zen nieuwe bondgenooten op in dezen
onraenschelijken strijd. Wij waren
verzekerd voor de toekomst. Een
nieuw Vaderland, grooter, rijker dan
ooit schemerde in de toekömst.
Ellendig droombeeld, akelige spot
ternij, leugenachtige woordenkra
merij.
Sedert meer dan vijf lange jaren
dwaal ik als bannoüng in mijn eigen
stad zonder vaste woonst, (een foor
wagen is mijn verblijf) een brits,
och zoo edelmoedig geschonken door
het nationaal comiteit, mijne legerste
de als deksel een katoenen sargie
met het uoodzakolijk opschrift
llulp of val dood .a voer meubelen;
.een geleende tafel en vier gehuurde,
stoelen een ledig cigarenkislje als
brandhout; vier krammen in de zol
dering voor kleerkastgelapto potten,:
verroeste panneu, gescheurde lellooren
tassen zonder oor on cone waggelende
stoof voor keukengerief.
Ziedaar de naakte waarheid voor
het grootste getal geteisterde burgers.
Kan of wil men dan in onzen toe
stand niet verhelpen Men kan, ja
men wil niet neen.
Bewijzen zijn niet ver te zoeken.
Om ons ter hulp te komen is er
geld no''dig. Dat men liet liale waar
liet ligtTalrijke gekende woekeraars
laten ze nu rollen tot onze ergernis.
Dat anei! do dieven straffe, welke ons
in 1914 van aWes beroofden. Hoeveel
processen zijn er in onze stad wel op
gemaakt, en waar, wanneer ou voor
hoeveel zijn die langviugeis gevon-
nis Dat men tlie lieden, -welke zich
niet schaniden handel met den vijand
te drijven (opkoopers, sommige bor
stelmakers, enz.) hunnen gezwollen
geldbeugel eous omschudt. Dat men
zekere soort van zakt wisten, die aan
't hoofd van sommige zoete bedeelin
gen stonden, om dor wille van het
smeer, hun rekeniugskon eens doet
veretLuieu, en seffens is or muut ge
noeg.
Ik besluit Men kan 1
Eou woordjo lof wil ik toezwaaien
aan ds rechtbanken voor oorlogsscha
de, Hier werkt -men onverpoosd. Nie
tige zaken vijl of zesmaal verdaagd
uittreksels, plan nou,be wijzen gevraagd
schatters benoemd getuigen ondor-
lioorJ en vraag dan ten laatste Wel-
ke zaken zijn er afgedaan? Gewoonlijk
eerst de bestolenen, somtijds een afge
brande. Dat heet heropbouw. Zendt
dan vragen naar den heer voorzitter
schrijf brieven naar mijnheer den grif
fier stuurt smeekingen naar Zijne
Excellentie Mijnheer den Minister.
Niemand is er 't huis. Het antwoord
laat zich wachten.
Besluit Men wil niet
Gelukkig land waar alle burgers
gelijk zijn voor do wet. In België kun
nen de geteisterden best wachten en
over die gelijkheid mediteeren.
Z. H. de Paus, antwoordende aan eene
delegatie der Itnliaansche katholieke vrou
wen, sprak als voLt over het apostolaat der
vrouw in de wereld
De evolutie die den huidigen toestand
geschapen heelt, heeft aan de vrouw lasten
opgelegd en rechten verleend die men haar
vroeger niet toekende. Edoch geene wijziging
van meening bij de mannen, geen nieuwe
toestand^ noch gang der gebeurtenissen kan
ooit de vrouw, van hare zending bewust,
omtrekken aan haar natuurlijke omgangsfeer
namelijk den familiekring.
Zij is de Koningin van den huiselijken
haard, zelfs als zij ver van denzelven is ver
wijderd daarnaar strikken niet alleen de
geuegenheid van haar moederhart, maar al
bare bekommernissen als wijze huismeeste
res, evenals een -vorst, hoewel soms buiten:
zijn land, ver van de belangen zijner onder
danen te verwaa Hoezen, immer er op elk
oogenblik dezelve in de eerste plaats voor
oogen houdt.
Met reden beweert men dat de hervormin
gen der sucïale orde heiveld der vrouwelijke
bedrijvigheid heelt uitgebreid het aposto
laat in den wereldkring werd pevoerd bij de
tot hiertoe meer tot den huiselijken baard
beperkte werking der vrouw.
Edoch de vrouw moet dat uitheemsch
apostolaat derwijze behartigen, dat het niet
temin blijke boe zij, zelf op onze dagen, nog
immer overtuigd blijft van de noodzakelijk
heid hare eerste en beste zorgen aan de
familie te wijden.
Hier volgen bijzonderheden over .bet onder
zoek ingesteld naar de ophefmakende zaak
Evence Goppée vader en zoon.
Daar de onderzoeksrechter vreesde dat de
beklaagden invloed op hun personeel zouden
uitoefenen, beval hij tot hun onmiddellijke
aanhouding over te gaan. Het onderzoek was
toen nog niet afgeloopen.
Evence Co.ppée, vader en zoon worden
hoofdzakelijk beschuldigd van levering aan
den vijand van benzol de verkoop van ko
len en scheikundige stoffen wordt terzijde
gelaten. De verdedigers van de beklaagden
hadden kunnen bewijzen, dat de regeering
de uitbating der kolenmijnen had aangemoe
digd om aan de bevolking brandstof te bezor
gen. Zij voegden erbij dat de leveringen aan
de Belgen den vijand niet konden beletten
een zekere hoeveelheid kolen aan te slaan.
Het gerecht verwijt'dus aan vader en zoon
Goppée, bijzonder fijne benzol te hebben
geleverd aan de vijanden van den Staat. On
ze lezers weten dat het produkt in kwestie
algemeen wordt gebruikt bij het vervaardigen
van springstoffen.
In het onderzoek is geenszins spraak over
de politieke zending van Evence Goppëe, die
in 1917 de lusschenpersoon was van von der
Lancken, zoogezegd aangesteld door de
Duitsehe rcgecriug om aan de geallieerden
zekere vredesvoorstellen te doen.
Het onderzoek is dus uitsluitend ingesteld
uaar de levering van benzolaan deDuitscliers.
30® Vervolg.
Mijn beste Max, wees daaromtrent toch
gerust. Louis heeft 't niet eeis r.oodig geacht
ti tc vergeven. Alle schuld lag aan hem,
zeide hij.
Dat is juist, wat mij zoo verschrikkelijk
doet lijden iedereen en bij zelf dacht het.
Maar 't is niet zoo, neen, ik heb hem gesard
op alle mogelijke wijzen, omdat ik hem niet
lijden mocht. Ik ben er nu verpletterd onder.
Er werd gescheld. Pieternel opende de
deur en was wat verbaasd, freule Van Gave
ren, in een zwaren blauwen mantel gehuld,
voor zich ie zien.
Hemel, lieve freule, wat voert u hierheen
Niels, beste Pieternel mijn rijtuig
staat voor 't kerkhofik wilde nog even op
rijn graf bidden en dan ook mijnheer pastoor
spreken.
Wil u dan wachten, freule Mijnheer
pastoor is met den kapitein bezig.
Den kapitein
Ja, uw neef, freule kapitein Max.
Wat 1 is Max hier daar wist ik niets
tan.
Niet, freule Dat verwondert mij nog
meer. Hij is hier in zoo'n vreeselijken toe
stand. Ik geloof, dat hij zicb den dood van
dien engel daar en 't goede mensch ween
dc erg aantrekt.
Dat geloof ik niet,] Pieternel, zuchtte
Gasperine, als de kapitein bed^fd is, dan
is 't niet om mijn broeder.
De handel met den vijand
Belangrijke aanhoudingen te Namen
Het parket van Namen beeft volgende per-
soneu doen aanhouden, onder betichting van
leveringen te hebben gedaan aan den vijand.
Albert Pal Ion, .eigenaar van steengroeven
Cvriel Sférard, sekretaris van de godshuizen-
raad, te Namen Arthur Lempereur, boek
houder in een steengroef Frans Derenne,
voorzitter der handelsrechtbank te Namen
Van Prooyg, bestuurder der waterleiding te
Namen Camille Moreau en Cyriel Bolle,
eigenaars van kalkovens Pigeu, ingenieur
te Bonffioulx.
Deze aanhoudingen hebben in de streek
van Namen de grootste opschudding verwekt.
I. Woeste, staatsminister, bespreekt in de
Revue Bibliographique, de briefwisseling van
Z. E. Kardinaal Mereier Mercier., met het
Duitsch generaal gouvernemet, en zegt
Wat in de vier jaren Duitsehe verdruk
king overheerschte in Belgie., was het stil
zwijgen, stilzwijgen opgelegd door de streng
ste maatregelen. Het vorschend oog der
Duitsehe overheid zocht overal rond eene
bedrijvige spioeneering, belette of verdrukte
rlle onafhankelijke opwelling de censuur
werkte onbarmhartig zoowel op de pers als
op het woord.
Alleen Kardinaal Mcrcier gelukte er in,
de stem des vaderlands te doen hooren. Onge
twijfeld was hij zulks verschuldigd aan de
waardigheid welke hij bekleedde, doch hij
dankte zulks ook aan zijne steeds oplettende
waakzaamheid, aan zijne heldere opvatting
der zaken, aan zijne vastberadenheid, aan
zijne krachtdadigheid, gelontcrd door een
verheven gevoel van rechtvaardigheid en een
uitersten takt, gemengd niet eene onver
zwakte welwillendheid.
De vaderlandsche zending, welke hij op
zich genomen bad, oefende hij uit onder drie
gencrani-gouvernenrs. De eerste, baron von
der Goltz bleek nog al toegevend, doch zij 111
rijk was hier slechts van korten duur.
Baron von Bissing en .generaal von'Fal-
kenhausen, waren andere gasten dat waren
twee stijve Pruisen die enkel voor doel had-1
den Belgie uit den rang der volkeren weg:
te krijgen.
Doch in 't uitoefenen van hunne onbarm
hartige heerschappij ontmoetten zij bij ioderen,
voetstap kardinaal Mereier, die geene on
rechtvaardigheid liet plegen, zonder er reken
schap over te vragen en die 'het zoo veel te
boter kon doen, daar zijne gezegdens on
weerlegbaar waren.
Ik wil niet zeggen, dat hij dikwijls zijne
pogingen met goeden uitslag bekroond zag.
Doch wie weet', of de schelmerijen niet veel-
vuldiger en wreeder zouden geweest zijn,
indien die groote stem niet onophoudend
geroepen had tot het menschdom en naar de
vergoeding t
n Vijf herderlijke brieven kwamen den
slaap der generaal-gouverneurs storen en ter
zeUdertijd de wonden onzer ongelukkige
bevolkingen balsemen. De titel alleen zegden
ons reeds wat die brieven bevatten: Vader
landsliefde en uithoudingsvermogen Op
roep tot het gebed Bij onzen terugkeer
uit Rome De stem van God Moed
broeders
Wanneer deze brieven gelezen werden,
kwam nieuwe hoop en ontmoedigden bezie
len, en hoe lang de redding ook uitbleef,
toch wist het geduld de zegepraal te behalen.
Men zal steeds met 'ontroering de tal-
looze schriften van den grooten kardinaal
lezen. De bisschop en de kristene, de vader
lander en de geleerde, rijzen er uit op. Het
Wat zou 't dan zijn, freule De goede
heer pasloor zit nu al een kwartier met hem
op zijne kamer. Ik vrees, dat hij vannacht
weer geen oog zal kunnen dicht doen. Weet
u wat, freule, ik zal mijn glaasje malaga
daar een brengen en dan zeggen Compli
ment van freule Gasperine en zij wil u spre
ken.
Doe 't niet. Pieternel. Ik hinder niet
raag iemand, en zal morgen maar terug
komen.
Warempel niet, freule Neen, ik ga
voort. En zij trippelde schielijk heen naar de
bibliotheek.
Mijnheer pastoor, zei ze, binnentredend,
freule Gasperine wil u spreken.
Zeg hrar dat ik dadelijk kom, Pieternel.
Is Gasperine daar riep Helmond. O
laat mij naar haar toegaan.
Bedaard, Max, gij hebt de koorts, blijf
rustig liggen. Morgen kan zij terug komen
Neen, neen, ik wil 't haar zeggen.
Welnu, Pieternel, ga haar dan verzoe
ken hier te komen.
Hier te komen, mijnheer pastoor waar
denkt u aan Is 'l hier zoo mooi, dat u er
bezoeken wilt ontvangen Doe 't toch niet,
al was 'tmaar om mijn reputatie op te houden.
Genoeg, Pieternel, doe wat ik u zeg.
't Hoofd schuddend, verliet de goede vrouw
't vertrek en maakte bij de freule haar exuus,
dat de kamer zoo overhoop lag. 't Was hare
schuld nietmijnheer pastoor wilde zijne
boeken zelf in orde houden, doch dat behoef
de niet. Gasperine bedankte voor haar gelei
de en sloot de deur achter zich toe.
zijn echte voorbeelden van letterkunde en
omringen onzen kerkpreïaat met een luister,
welke hem nog zoo gauw niet zal ontnomen
worden.
Talrijke personen die gekapt vlaesch had
den geëlen, gekocht bij eencn beenhouwer
der stad, werden ziek en door zulke hevige
krampen in den buik overvallen, dat genees-
heeren moesten worden ontboden. Deze
stelde teekons van vergiftiging vast; aan de
zieken weiden de beste zorgen toegediend.
Twee wiens toestand bedenkelijk was
moesten naar het gasthuis worden overge
bracht. Het parket van Dendenuonde werd
dadelijk verwittigd en wordt ter plaats ver
wacht. Het gekapt vleesch dat nog in den
been hou wers winkel voorhanden was, werd
aangeslagen.
Een doode, twee gewonden.
Maandag morgend, rond 10 ure, gebeurde
eeu smartelijk ongeluk in onze Staats werk
huizen. Enkele werklieden waren bezig een
ketel aan 't vervoeren, toen op zeker oogen
blik, d^ze langs een kant overhelde met het.
•ongelukkig gevolg dat een werkman, Somers
Jan, er onder verpletterd werd.
Toen men het zwaar gevaarte optillen kon,
werd het slachtoffer er dood en totaal platge
drukt van onder weggehaald. Het lijk werd
naar het doodenbuis gebraoht.
Twee andere werklieden die zich ook niet
tijdig hadden kunnen redden, werden erg
gekwetst.
Het ongelukkig slachtoffer Jan Somers was
slechts 3Ójaaroud en vader van 3 kinderen.
De andere zwaar gekwetste werkman, Frans
Ja issens, 50 jaar oud. is gehuwd en verblijft
te Hofsiade. Hij werd eerst verzorgd in de
kliniek van hel Arsenaal, en daarna vervoerd
naar het stedelijk gasthuis. De derde, minder,
gekeneusd, viel in onmacht, maar was gauw
hersteld.
Buiten deze drie ongelukkigen valt er nog
een vierde slachtoffer te betreuren. Het brtga-
dehoofd, dat daar aanwezig was, is hij dit
akelig gezicht plotseling zinneloos geworden,
en is in wilde vaart op de vlucht gegaan.
TE PARIJS
Zondag hebben de prokureur-generaal en
de prokureur der Republiek zich naar het
policiebureel begeven, alwaar Aveni Ruslein,
de moordenaar van Essad Pacha zich nog
steeds bevond.
M. Lescouvé ondervroeg hem. Deze hield
_ijne vroegere verklaringen staan en voegde
er bij, dat hij zijne daad niet betreurt, daar
hg voor Albanië gedood heeft.
Daarna verzocht hij door een advokaat bij
gestaan te -worden.
Eenige minuten vooraleer onder den moor
denden kogel te vallen, had Essad Pacha aan
Le Temps een overzicht van zijn politieke
loopbaan gezonden.
Essad Pacha herinnert daarin aan zijn op
treden tijdens de Europeasohe krisis eo stelt
vast, dat de groote .mogendheden hem weinig
beloond hadden voor zijne moeite. Essad Pa
cha had inderdaad van het eerste oogenblik
f zijne medewerking aangeboden aan de
Entente.
Hij moest er zich echter toe bepalen, met
zijne troepen gedurende verscheidene maan
den een front van een twintigtal kilometers te
bezetten.
Verscheidene malen drong hg aan, opdat
men hem een breederen werkkring /zou toe
staan. Te dien einde zou hij de Albaneezen
Wat is er Max vroeg zij met haar
gewonen zachten glimlach.
O Gasperine, vergeef 't mij
vergeven Max 1 wat heb ik u te ver
geven
ln zijn naam moet gij mij vergeven,
Gasperino. Gij weet alles. Zeg me niet, dat
ik onschuldig was. O nu erken ik het, ik
het, ik ben onrechtvaardig jegens hem ge
weest.
Het zal voor Louis een troost zijn, Max.
dat gij hem eindelijk doet wedervaren hij
heeft er steeds zoo naar verlangd.
O Gaaperine, ik heb altijd alles met
zorg vermeden, wat tot zijn lof kon strekken.
Dikwijls moest ik voor de waarheid bukken,
doch dan zocht ik iets, dat zijne verdiensten
kon verkleinen. Hij was meer dan ik, en dat
kon ik niet verdragen.
'Gasperine weende. Ongetwijfeld streelde
het hare zustertrots, Max zoo te hooren spre
ken over Louis doch diep medelijden be
ving haar bij de gedachte, dat die jonge man
aan een naberonw ten prooi was, dat slechts
met zijn leven kon eindigen.
Troost u, Max, zeide ze zacht, hg is nu
bij God, en daar zal hij naar recht en ver
dienste beloond worden. Wat help 't hem nu
wat wij hier over hem gedacht hebben, hij
is boven alles verheven, gelukkig, naar we
hopen.
En hij heeft nog in zijn laatste uur ovt.
mij gesproken, niet waar O wat moet die
hatelijke onverschilligheid van mijn kant hem
I gepijnigd hebben En gij, Gasperine, ook
[heb ik steeds miskend als gij wist...»
uit de streek van Salonika en uit de andere
niet bezette gebieden trachten in te lijven.
Men weigerde echter, daar men vreesde,
dat Italië er zou tegen opkomen. Toen bij
aanbood naar Berat en Elbassan op te ruk
ken, om heel het land tegen de Oostenrijkers
op te ruien, werd ook niet naar hem geluis
terd.
Essad Pacha besluit, dat hij uit zijne mede
hulp, enkel stoffelijke verliezen-en eene zede
lijke vermindering trok.
Vertrek van da - Alberiville
Maandag morgend, te 41 uur, is de Belgi
sche stoomboot AlberiviUc uit Antwerpen
naar Congo vertrokken met 121 passagiers
van eerste en 181 van tweede klas. Zooals
gewoonlijk veel volk, fauiiliën en kennissen
der verlrckkenden, waaronder geheele ge
zinnen waren.
Verschillende missionarissen, Zusters en
Paters, bevonden zich onder dc vertrekken-
den, om het beschavingswerk in Congo voort
te zetten.
Als bijzonder passagier die zeer omringd
was, dient de kolonel Moulart, de held van
Tabora, vermeld te worden. Hij vertrekt als
voorzitter van de maatschappij der mijnen van
Kilo. Veders professor Poma, die wetenschap
pelijke opzoekingen gaat doen in onze
olunie.
Onder dezen die het vertrek j bijwoonden
bemerkten we generaals Cabra, Jacques,
kolonel Lalor, M. Frilling, Van Opstal, enz.
Het muziekkorps van het 16* linierogiment
gaf het gebruikelijk afscheidsconcert.
De Anversvïlïe, komende van Congo, mag
heden in de haven van Antwerpen verwacht
worden, wal denkelijk in den namiddag zal
plaats hebben.
Caoutchouc.
Ziehier de lading caoutchouc, aangekomen
met de stoomboot West Saginaw
N. M. Bunge (Ce du Kusaï) 9.800 kilos.
N. M. Bunge (Belgika) 4.070
N. M. Bunge 3.950 -
Verschillende 25.770
Te samen 43.590 kilos.
-,Zwijg over mij, Max ik denk aan
niets wind u zoo niet op.
't Is toch te laat, wilt ge zeggen. Ach, te
laat, te laat Vertel mij alles, Gasperine, al
les, wat hij op zijn sterfbed gezegd lieeft
Doch nog iets. Ik neem 't legaat niet aan, ik
mag, ik kan 't niet.
"Weet ge wel, Max, dat dit hoogst on
voorzichtig zou zjjn De menschen zullen
zeggen, dat gg niets hebt willen aannemen
van iemand, die u beleedigd beeft. Zij zullen
het loyaal gehandeld vinden, en dat wilt gij
toch zeker niet
Neen, volstrekt niet maar, Gasperine,
begrijp toch, dat elke cent, die ik daarvan
zal uitgeven, mij op 't geweten zal branden
Ja, ik begrijp 't, doch er is niets aan
te doen, tenzij ge dat praatje wilt uitlokken.
God beware mijIeder zal zeggen, -dat
ik het geluk getroffen heb, dat... Neeu, Gas
perine, ik mag zijne edele gift niet aanvaarden.
Max, het zal een offer te meer zijn, dat
gij uit liefde Gods voor hem zult dragen.
De kerkklok sloeg 9 uur, toen Gasperine
de pastorie verliet zij had Max in eenigszins
kalmere stemming verlaten, en besloten om
hel legaat aan le nemen. Zonderling hij was
nu rijk, hij kon eene vrouw gelukkig maken,
en toch had bij zich nimmer zoo vreeselijk
ellendig gevoeld.
Marie sliep nog niet bij Gasperine's tehuis
komst. Zij luid het kerkboek van Louis voor
zich op de tafel liggen, doch ze weende meer
dau ze bad. Met zacht geweld bracht Gaspe
rine haar te bed vervolgens ging zij naar.
Estelle, die echter kalm en rustig sliep.
LONDEN 14 Juni. De Engelsche bla
den deelen eey telegram uil Berlijn mede,
meldende, dat een anarchistisch komplol is
te Moskou, hebbende voor doel de regecring
der Sovjets omver te werpen.
Lenine en Bouchanne moesten op 1 Mei
vermoord worden, doch de zaak mislukte dan
en de samenzweerders hadden nu besloten
den aanslag le plegen den 21 Juni, daar
Lenine dien dag het woord moest voeren in
het hoofdkwartier van Yerpouchoïo.
Volgens een ander bericht moesten ook de
kommissarissen voor financen en de kommis-
sarissen Raene en Zinovieff vermoord wor
den.
Drie aanhoudingen werden gedaan, name
lijk deze, van Wanislky en Poisback, opstel
ler van de Golos-Truda en Yacroff, gewezen
kommissaris van het groene leger te Koursk.
Zondag namiddag, om 4 1/2 ure, is een
koopwarentrein aan den ingang der statie van
Denderleeuw ontriggeld. Vijf waggons wer
den omgeworpen, waardoor de sporen naar
Geeraardsbergen versperd werden.
Om 7 ure, toen het verkeer pas hersteld
was, is een tweede trein juist opdezdfde
plaats, ontriggeld. Het verkeer bleef dan tot
lang in den nacht onderbroken.
Er zijn geene persoonsongelukken, doch
de stoffelijke.schade is zeer aanzienlijk
Ach zij zal spoedig getroost zijn.,
zuchtte zij, spoediger dan die andere en ik....
lieer, Uw wil geschiedde op aarde als in den
Hemel Eeuwig, eeuwig zij "Uw naam ge
prezen -en met al de kracht van haar sterk
gemoed blikte zij met betraande oogeu naar
't kruis. Mijn Louis, mijn eenige schat mij
ontnomen, toen ik hoopte hem gelukkiger
dan ooit te zien Heer, zwaar is die slag
doch wees gezegend in alle eeuwigheid 1
Wat gij doet, is welgedaan
Zij wischte de tranen uit hare oogen en
wilde zich uitkleeden.
Inmand klopie.
Binnen riep zij.
Mevrouw Van Nieuwenburg verscheen,
ontsteld en treurig.
Ach, Gasperine, zuchtte zij, ik heb u
al drie uren lang verwacht ik kon niet tot
morgen wachten
Wat is er gebeurd, tante? vroeg de
freule meewarig.
Lees den brief, Gasperine, ik ben toch
eene allerongelukkigste moeder. Adelaide het
hoofd op hol gebraoht door een muzikant en
Lucie zoo ongelukkig getrouwd o hoe
gelukkig zijt gij toch, Gasperine, die niets
van die zorgen kent. l)e brief was van Lucie.
Graaf Bornstierne had eenige maanden gele
den eene groote rekening voor haar betaald
nu had zij echter weer inkoopen gedaan, de
schuld was dringend en zij durfde haai man,
niet aatispreken, uit vrees van een schriuke-
lijken storm te verwekken. Als mama nu
maar die 5000 franken leenen kon was zij,
uit den brand. (Vervolgt.)