22 De strijd tegen het duur leven. Frankrijk en list Vatikaan Dinsdag Juni 1920 De BurgsrwacM in haar geiiee! in niei werkdadigen dienst gesteld De Huishuurwet Het geschil tusschen Zweden en Finland. S, Aalst. Tal. 114 XXVI» JAARGANG NUMMER 135 DAGJ-BL AD - 7 CENTIEMEN Kerkstraat, 9 en ^Publiciteit bulten het Arrondissement Aalst, zich te wendes tot bet Agentschap Havas, 8, Martelaarplein, te Brussel8, Place de la Bourse, Parijs en 105, Gheapside, Londen, Uitgever: J. Van Nuffel-De Qendt H. Paulioua Zon op 3,59, onder 8,05 Eerste Kwartier den 23 Hot Brusselsch blad La Gazette dat rich reeds bijzonder onderscheidde in don strijd tegon het duur loven en er niet aanomgaatvan het kind bij zij non naam te noomen, somt in een hoofd- 'nrtikol eeDige briefwisselingen op, op Laar bureelin betrek met de kwestie ontvangen. Sommige dier brieven drukken de Loop en tovrodenheid uit der verbrui kers andere kriepen en klagen, en baknikbelen de afslagbeweging, die volgens beu de ergste onlusten en rampen moet veroorzaken. Die trekken bet tocb wel wat bij 't baar en bet blad maakt terecht de opmerking dat vole handelaars en nijveraars geld genoeg gewonnen heb ben en 't zijn juist die welke bet hardste schreeuwen om tegen een klein verbos te kunnen. Voorzeker, wanneer men aan 't goud scheppen is gewoon geraakt, komt bet in 't begin wat aardig voor van zich met eene redelijke winst tomoeten vergenoegen. Wanneer bet openbaar belang zulks ïischt moet bot wel gebeuren. Nie- öiand zal ervan sterven. Er zijn er die de afslagbeweging mordicus willen wijten aan het schrij- ven dur gazetten. Zij overschatten de macht van eono porskampanje, zooals tij zulks noemen. Do pers kan eene dergelijke sociale gebeurtenis boekstaven, en met vreug- do begroeten doch zij kan die niet uit lokkon. Zoo de beweging lukt dan komt dit doordat do pors de overgroote meer derheid der bevolking met zich hoeft, dewelke vindt dat al teveel bandelaars de manier der oorlogwoekeraars tot de hunne, hobbon gemaakt. Voor wat de eigenlijke oorzaak van bet aanhoudend duur leven betreft werpt do eene do schuld op den andere, en, men moet bot welzeggen, alleman beeft gelijk en ook ongelijk. Om verbetering te brongen in den toestand zou elkeen zijn best móeten doen en medewerken, doeb niemand toont veel goesting van te beginnen. Do kleinhandelaars zouden wel wil len on er zijn er die lofwaardige po gingen van tegemoetkoming tegenover bot publiok in 't werk stellen. Sommige tegenstanders gaan zoover te beweren dat al do artikels die over bot duur loven in de bladen verscbij non, uitéén zolfde internationaal bu- rooi komen. Die bewering is te kin derachtig. De verschillende berichten over don opslag alhier on aldaar komen uit verschillende landen on streken en, is er al eens eene onnauw keurige bijzonderheid in, tocb blijft do grond waar. 35» Vervolg. Geluk ik verwacht het niet, ik wil het nietzij behoeft mij geen geluk te schenken, dat ik niet verdien. Stil wat I Gij raoet elkander gelukkig maken, dat is uw beider taak en van allen die doen gelijk gij en het zal wel gaan ook. Al is dit huwelijk Toor Marie niét wat het «ou geweest zijn, «oo Louis in uwe plaats naast haar had gestaan het Sacrament geeft haur genoegzame genade om haren plicht te doen, en ik ben er «eker van, dat zij bereid is alle ingevingen der genade te volgen. Doch geloof mij, wordt weer opgeruimd on vroo- lijk als weleor, dit is het eenigste wat u thans ontbreekt. Ik heb u overigens terugge vonden, zooals ik het niet had durven hopen. Max glimlachte. Ik «al uw raad volgen j ik moet boete doen voor de fout mijns leyens,' en die boete beeft Louis mij op mijn sterfbed aangewezen. Jammer dat uwe handelwijze niet zuiver onbaatzuchtig is, en dat die boete nog al in uw smaak valt, merkte de kapelaan op en «ag hem lachend aan. De kapitein stond ontroerd op. Moet ik het haar ook zeggen, vroeg hij gejaagd, of zal ik lieer zwijgen Weer een overblijfsel van uwen vroe- rjeren trots gij wilt hebben, dat uwe vrouw u voor beter aanziet, dan gij werkelijk zijt. P o 1 een vós verliesU zijn haar, maar niet zijne stréken. Do strijd tusschen koopers en leve raars is overal aangebonden, en in dergelijke voorwaarden dat do aan spraken der leveraars onmogelijk de bovenhand kunnen krijgen. Het aanhoudend duur leven ligt voorzeker eerst en vooral aan dén boogen prijs der grondstoffen, waar mede tot thans toe de produkten wer den gefabrikeerd, en ook aan de ■buitensporige winsten, die vele han delaars willen verwezenlijken. Zoo zagen wij in een groot magazyn van Gent, waar er grooten als werd aangekondigd o, een kleeding- stuk aan 179 fr. getoekend de vroe gere prijs, er nevens doorstreept was 380 frank Wij gelooven niet dat men met ver lies verkoopt zelfs aan 179 fr. Men bedenke dan de winst als bet zelfde artikel aan 380 fr. stond. En zoo is bot met eene overgroote massa waren. Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Ma jesteit, de zeer nederige, zeer gehoorzame' en zeer getrouwe dienaar. De minister van binnenlandsche zaken, (Getij JASPAR). Feitelijk beslaat vanaf 17 Juni 1920 de burgerwacht niet meer in ons land. De Moniteur van Zaterdag 19 Juni -kon digt het volgend koninklijk besluit af Al de werkdadige burgerwachten van het lijk worden in den stand van niet werkdadige wachten gebracht. Dit koninklijk besluit is voorgegaan van het volgend verslag aan den Koning Sire De crisis, welke het land pas doorgew.. steld heeft, had namelijk de ontbinding der krachtens de wet van 9 September 1897 in gestelde burgerwacht voor gevolg. De korpsen der burgerlijk militie, die tij dens de vijandelijke bezetting en sinds den wapenstilstand feitelijk builen dienst waren, missen nu hun normale kaders, de wachten zijn van bewapening en uitrusting, zelfs uniform ontbloot. Ten overstaan zelf der wettelijke bepalingen welke getroffen werden om geleidelijk de veralgemeening van den militairen dienst te verscherpen, wordt anderzijds de aanwerving dezer militie, volgens de bij voornoemde wet voorziene voorwaarden, erg onzeker. Benevens de moeilijkheden van stoffelijken aard waartegen de heroprichting der burger wacht zou stuiten en de daar uitspruitende begrootïngsgevolgen, zou diensvolgens de heringerichte instelling, wat haargestalsterkte en verband betreft, niet de gewenschte waar borgen bieden om desgevallend 'de haar toe vertrouwde opdracht te vervullen. Ook is de regeering van zin een nieuwe instelling in 't leven Ie roepen, welke uit het leger zelf gesproten en vatbaar is om met vrucht orde en wetten te handhaven en tot de vrijwaring der nationale onafhankelijk en 's lands ongeschondenheid bij te dragen. 't Zijn deze redenen, Sire, welke mij noo pen om aan Uwer Majesteit handteekening dit besluit te onderwerpen, hetwelk krach tens artikel 4 der wet van 9 September 1917 al de bnrgerwachten des Rijks builen wer- kelijken dienst stelt in afwachting dat er overgegaan worde tot de ontworpen herin richting dewelke nauw verbonden is met de herziening der tegenwoordig ter studie zijnde wet op de militie. De pastoor trad haastig binnen het was vijl minuten voor den tijd, en Max was nog niet naar Bagatelle vertrokken, terwijl het rijtuig reeds lang wachtte. De bruidegom liat het zich geen tweemaal zeggen en sprong ijlings in de koets, die dadelijk wegreed. Voor het raam barer kamer stond Marie Wieland zij leunde tegen het kozijn, en ha re oogen rustten op een groot portret, dat bo ven de schrijftafel hing. Zij was in zware witte zijde gekleed, zonder een oplegsel, zon der een sieraad, dan het bouquet aan hare ceinture de witte sluier was alleen met een takje bloemen vastgehecht en niemand, die haar zag, kon vinden dat zij heden haar beau- jour had. Hare oogen waren rood, nu vooral, nu zij naar dat portret zag, en dat staat eene bruid niet goed. Zij was een ongelukkig alleen. In de aan grenzende kamer klonk het vroolijk gelach der nichtjes, die stoeiden en speelden met den kleinen Willem Bloemers, Delphine's schat en afgod. Eene dame, in het zwart ge kleed, stond naast haar en had geen oogen noch voor de jubelende kinderen, noch voor de levenslustige Delphine hel was de gra vin Lucie, de gescneidene echtgenoote van Axel Bornstierne, Daar reed een rijtuig het hek in en Gasperine dezelfde beminnelijke, onveranderlijke Gasperine, trad de kamer dei- bruid binnen. Hij is gekomen, zeide zij zacht. Marie znchltediep en droogde hare oogen. Ik heb nogmaals afscheid genomen, antwoordde zij. PARIJS 19 Juni. Het bericht, dat de discussie over het verslag aangaande de kre dieten voor bet gezantschap bij den Heiligen Stoel is verdaagd, heeft in de politieke en militatre kringen zekere entroering verwekt. De ware oorzaak van de verdaging moet deze zijn De onderhandelingen tusschen kardinaal Gasparri en den heer Doulcet, ver tegenwoordiger van Frankrijk, waren eenige dagen geleden op zeer goeden weg. De H. Stoel had belangrijke concessies gedaan en zich o. m. verbonden, de associations culluel- les zooalniet - aan te bev den dan toch le erkennen Alleen die twee woorden had den bij de onderhandelingen eenige moeilijk heid opgeleverd. Maar de H. Stoel ging te rade bij de Fransche bisschoppen, en stuitte bij sommi gen hunner op hevig verzet. Een gedeelte van het Fransch Episcopaat toonde zich dus onhandelbaarder dan de Paus, en déze scheen niet goed meer te weten, wat te doen. Op deze moeilijkheden zou de Financicele kommissie bedekkelijk hebben gewezen, toen zij verklaarde De onderhandelingen zijn nog niet ten einde gebracht faen is evenwel overtuigd, dat de H. Stoel en de Fransnhe geestelijkheid tot overeenstemming zullen geraken, en dan bestaat er geen belet sel meer om de aangevraagde kredieten te stemmen. (Havas.) VW Door den bliksem gedood Het onweder dat Zaterdag namiddag over Aalst kwam, dreef af in de richting van Antwerpen. Ook daar viel tijdens Het ratelen van den donder geen druppel water. Er hadden echter verscheidene doodelijke ongelukken plaats. Te Vremde waren de gebroeders Wyns en Constant Van Reeth bezig aan het binnen halen van hooi. Daar het bliksemen zoo hevig werd, verscholen Van Reeth en een der gebroeders Wyns zich onder een hooiopper, terwijl de andere Wyns ondereen wagen kroop. - - Eensklaps sloeg de bliksem in den hooi opper en deze schoot in brand. Daar Wyns niemand van uit het brandende hooi zag te voorschijn komen,liep hij er heen en trok zijn broeder en Van Reeth uit het vuur. Beiden hadden reeds opgehouden te leven. Zij waren door den bliksem gedood geworden. Te Merxem wilde een oorlogsinvalied, Gerard Goerdens, wonende Nieuwe Dreef, bij het losbreken van het onweder zijn zol dervenster gaan sluiten. Toen hij op de bovenste trappen kwam werd hij schielijk getroffen en naar beneden geslingerd. Men nam nog slechts een lijk op. Ook over het Walenland woedde Zaterdag namiddag een hevig pnweder. Nabij Mouslier waren de echtgenooten Henri Leclerq, aan het werk in het hooi. Op een gegeven oogenblik gingen zij onder het hooi schuilen. Pas bevonden zij zigh daar of de bliksem sloeg in den opper. De man werd gedood en de vrouw levensgevaarlijk gekwetst. Te Nieuwerkerken werden raleden week ook twee personen die onder eenen boom wa ren gaan schuilen door den bliksem getrof fen en gekwetst. Hun toestand is geruststellend. O neen, geen afscheid hij moet u vol gen, hij moet bij u blijven mei zijn geest, en u nog Inniger verbinden. Moge God mij veigeven, spsak Marie, dat ik thans minder aan Max denk dan aan bem. Laat dat Marie, men kan met de dooden niet leven, men kan slechts voor hen bidden, en, voor zoover liet mogelij It is, hun wil doen bedwing uwe ontroering, kind denk dat hij liever een lach dan tranen op uw gelaat zag. Gasperine, gij bijft mij borg,'dat hij mij niet van ontrouw beschuldigt, dat zijne schim mij niet vervloekt Zie naar mijn portret, Marie, en «eg dan of hem dal mogelijk was gedurende zijn leven hoe veel minder nu hij, zoöals ik hoop en vertrouw, reeds verheerlijkt is. De jonge bruid sloeg haar arm om den bals harer «uster, en beiden verlieten de ka mer. Een oogenblik later zat zij, tegenover den kapitein in de koets, die hen naar de kerk bracht. Mevrouw Van Nienwenburg was zeer blijde voor Marie, dat «ij nog zoo'n goede partij deed maar van Max was het toch niet mooi, dat hij indertijd niet haar Delphine ten huwelijk bad gevraagd, of wel thans haar Christine. Deze w-as toch veel mooier en vroo- lijker dan Marie, doch het was haar lot ongelukkig te zijn met de kinderen Lncie gescheiden, en Adelaide, daar sprak zij r.iet van. En Delphine werd wel vergood door haar man en was, naar zij «eide, uitert gelkkkig, maar ach 1 hij was zoo oud en burgerlijk Wij ontvangen het verslag van Sou dan in naam der middensectie die het wets ontwerp te onderzoeken had, tot wijziging en vollediging der wetten van 30 April en 29 Augustus op de huishuren. Wij halen er de voornaamste wijzigingen uit aan, door de middenafdeeling aan het voorstel der .regeering gebracht. a) De Belgen b) de onderdanen van onze bondgenooten ;-c) de onderdanen der onzij dige landen d) de onderdanen van elk grondgebied, dat vóór den oorlog behoorde tot natiën, vijanden van België, maar nu gevolgd bij bevriende of onzijdige natiën of tot onafhankelijk volk verheven. Huurverlenging De middenafdeeling stelt voor art. i en 2 te doen luiden als volgt Van het tijdstip al, waarop de huur ein dige, tot het overeenstemmend tijdstip van het jaar 1923, is elke huurder of vroegere huurder gerechtigd om het door hem be woonde perceel verder in gebruik te nemen, op de voorwaarden zijner schriftelijke of mondelinge huur en overeenkomstig de na volgende bepalingen. Deze verlenging geschiedt van rechtswege. De verhuurder, eigenaar of vruchtgebrui ker, is echter gerechtigd hetzij de huurver lenging niet toe te staan, hetzij de intrek king daarvan aan te vragen om gewichtige redenen ter beoordeeling van den rechter. In dit geval, dienen zij, binnen den tijd van ten hoogste drie niaanden te rekenen van de bekendmaking der wet of zoodra de ge wichtige reden zich voordoet, bij ter post aangoteekenden brief aan den huurder de redenen te doen kennen waarom zij de ver lenging niet toestaan of de intrekking aan vragen. Daarentegen stelt M. Van Cauwenberg bij amendement voor dit artikel doen Iniden Deze verlenging geschiedt van rechtswege. De verhuurder is echter gerechtigd om de huurverlenging niet toe te staan, indien hij de verhuurde perceelen wil zelf bewonen of ze door zijiie voer- of nazaten doen bewonen. In dit geval, dient de jverhuurder daarvan kennis te geven aan den huurder bij aange- teckenden brief binnen een termijn van drie maanden te rekenen van het in werking tre den dezer wet. M. Van Cauwenborgh stelt ook voor art. 3 als volgt le doen luiden Indien de verhuurder, binnen twee maan den na het vertrek van den huurder, de ver huurde perceelen zelf niet bewoont of ze door zijne voor- of nazaten niet doet bewonen, dan is de vorige huurder er toe gerechtigd, van den verhuurder schadeloosstelling en zeifs de wedergebruikneming van het perceel, met schadeloosstelling, te vorderen, in weerwil van elke nieuwe huur, die door den verhuur der zou zijn toegestaan en die van rechtswege nietig is. Achterstallige huur Art. 4 zou luiden als volgt Het voordeel der verlenging wordt afhan kelijk gemaakt 1. Van de geregeldebetalingvan den huur prijs met inbegrip van de verhooging 2. Van de uitvoering der getroffen schik kingen of beslissingen betreffende de achter stallen. Zoo niet, kan de verhuurder de verbreking der huur of de intrekking der verlenging voor den rechter aanvragen. De rechter kan aan den huurder uitstel verleenen om aan zijne verbintenissen te voldoeh. Verandering van eigenaar. Art. 6 van het regeeiïngsontwerp luidt Eigendomsoverdracht ontneemt aan den bewoner hst, voordeel der huurverlenging niet. De middenafdeeling stelt voor te zeggen Onder voorbehoud van het bepaalde ia artikel 2, wordt het voordeel der huurver lenging aan den bewoner niet ontnomen door eigendomsoverdracht. Beperking der huurprijzen. Ziehier de tekst door de regeering voorge steld Behalve wat betreft de uitsluitend voor handel en nijverheid gebruikte perceelen, is l hot den verhuurder verboden den op 4 AugJ 4 1914 vastgesteldeu huurprijs ni,et meer dan 30 °/o te verhoogen en die verhooging on- O' rechtstreeks te overschrijden door een ver- v meerderen der op den huurder rustende lasten, van welken aard zij ook wezen. De middenafdeeling stelt voor de woordon Behalve wat betreft de uilsluitend voor handel of nijverheid gebruikte perceelentc doen wegvallen. Ook stelt zij voorde volgende alineas van dit artikel te veranderen De verhuurder kan nochtans een groolere» bij gebrek aan overeenkomst door den reclr 1 ter te bepalen verhooging eischen, mits deze verhooging wordt gebillijkt door de toene ming van de lasten en uitgaven betreffende het verhuurd perceel. Bij betwisting over de voorwaarden der verhuring op 1 Augustus 1914, mogen par tijen de voorwaarden van de vorige verhu ring bewijzen door alle rechtsmiddelen, ook door getuigen en vermoedens, welk het be drag van het geschil ook zij. Het bloedbad van Nikotaiewks Ook *elo kinderen werden vermoord In The Asian Review n, een Engelse^ maandblad, dat te Tokio verschijnt, is eet. artikel gewijd aan de woorden te Nikolajefsk de hoofdstad der provincie Sachallen. Uit gegevens aan dat artikel ontleend, \V af te leiden, dat bij de gevechten in genoem- de plaats tusschen de Japanners en de bolsje* wiki 770 Japanners zijn gedood. En er waren in het geheel slechts 400 Japansche burgert en 500 Japansche soldaten Van dezen hebben er slechts 130 het Ie- von afgebracht, ouder welke vele kinderen. Van de 130 waren er 40 ziek of gewond. Volgens een ander bericht zouden er niet 770 Japansche dooden zijn doch slechts 670, daar ongeveer 100 Japansche soldaten zich had- den overgegeven. V Chineesche troepen en de bemanning vart een Chineesche kannoneerboot hebben een nog niet geheel opgehelderde rol in de strage- die gespeeld. Trouwens er zijn niet weinig Chineesche dooden en gekwetsten. -VW Een oorlog gevreesd. M. Westman, Zweedsch minister te Hel- singfors is te Stockholm aangekomen. Een belangrijke vergadering had in het ministe- rie van buitenlandsche zaken plaats. Von Wurtemberg, afgevaardigde van den Volken bond was aanwezig. De pers te Helsingfors protesteert er tegen dat het Aland-vraagstuk geïnternationaliseerd zou worden. De bladen in het binnenland eischen de onmiddelijke oorlogsverklaring. De bevolking op de Alandeilanden is zeer opgewonden. Voortdurend worden Finscha troepen met munitie geland. Degeheele familie volgde het bruidspaar naar 't kerkgebouw iedar riep er over, hoe bleek en ernstig beiden waren en Christine fluisterde Amelie toe, dat ze liever zooals Virhinie, in een klooster wilde gaan, dan met zoo'n lang gezicht bruid te zijn. Estelle was er niet bij ze was te Parijs. Eene maand geleden, toen haar het engage ment van Marie werd bekendgemaakt, had zij Gasperine geschreven, dat zij het niet mooi van 't meisje vond, zoo lichtzinnig te hande len met de nagedachtenis huns broeders, en dat zij niets van hen wilde weten en hoopte, dat Gasperine haar voorbeeld zou volgen, en nog veel meer. Maar in het post-scriptum stond vlug en half onleesbaar geschreven A Propos, ik ben gisteren ondertrouwd met mijn zwager Gaston, die, zooals gij weet, sedert bijna een jaar weduwnaar is. Kapitein Helmond had verzocht om naar Java gedetacheerd te worden, en zijne bruid had hierin juichend toegestemd. Op hun bruiloftsdag was alles voor 't vertrek gereed en reeds daags daarna vertrokken zij van Ba gatelle, om eerst een reisje door Frankrijk le maken en verder met de mail naar Indië over te steken. Het afscheid viel Gasperine en Marie zeer hard. Lang bielden zij elkander vast omklemd en toen maakte Gasperine zich eerst los, en zich tot den diepgetroffen Max wendende, zeide zij Het is Loui's beste erfenis, bemin haar voor hem en voor u. Ik zweer het u antwoorde hij plechtig. Weinige oogenblikken later haa Mari^ Bagatelle verlaten. Daar zaten zij nu in don waggon, alleen tegenover elkanderbeider hart was te vol om een woord te spreken, en! toch er was zooveel te zeggen. Er kwam ge-1 zeischap in, en meer dan ooit waren zij nu in! eene onaangename positie eindelijk werd de waggon weer leeg, toen ze reeds dicht bij l Rotterdam waren. Marie, het gaat nu op leven en dood,/ voor tijd en eeuwigheid, zeide Helmond en zette zich naast haar. Ja, antwoordde zij, en drukte zijue hand, moge God ons bijstaan Ik heb er vurig om gebeden, Marie, doch laat ons oprecht zijn en dit nieuwe leven met volkomene kennis van elkander beginnen. Gij weet alles van mij, ik heb u niets verborgen, fluisterde de jonge vrouw en een traan parelde in haar oog. Ja, en het is niet over u, dat ik spreek, maar over mij. Gij kent mijn geheim niet, gij weet niet alles, wat er in mij omgegaan is. Zijne stem klonk hartstochtelijk en hij hield hare hand vast omklemd. Spreek, Max, gij moogt geen geheimen voor mij hebben, hernam zjj. Welnu, Marie, weet dan dat ik u sedert jaren bemind heb sedert dieo zomer, toen gij bet eerst te Land- rust woondet, en toen het gelukkigste tijd perk uws levens begon. Ik misgunde u aan Louis, dsch bestreed met alle krachten mijner ziel den opkomenden hartstocht, want ik wilde u niet beminnen en dat mijn haat jegens hem meer toenam, begrijpt gij ik verfoeide, hem reeds vroeger, van zijn geboorte af, en nu haatte ik heo^. (Vervolgt.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1920 | | pagina 1