22
De strijd tegen het duur
leven.
Frankrijk en list Vatikaan
Dinsdag
Juni 1920
De BurgsrwacM in haar geiiee! in
niei werkdadigen dienst gesteld
De Huishuurwet
Het geschil tusschen
Zweden en Finland.
S, Aalst. Tal. 114
XXVI» JAARGANG NUMMER 135
DAGJ-BL AD - 7 CENTIEMEN
Kerkstraat, 9 en
^Publiciteit bulten het Arrondissement Aalst, zich te wendes tot bet Agentschap Havas, 8, Martelaarplein, te Brussel8, Place de la Bourse, Parijs en 105, Gheapside, Londen,
Uitgever: J. Van Nuffel-De Qendt
H. Paulioua
Zon op 3,59, onder 8,05
Eerste Kwartier den 23
Hot Brusselsch blad La Gazette dat
rich reeds bijzonder onderscheidde in
don strijd tegon het duur loven en er
niet aanomgaatvan het kind bij zij non
naam te noomen, somt in een hoofd-
'nrtikol eeDige briefwisselingen op, op
Laar bureelin betrek met de kwestie
ontvangen.
Sommige dier brieven drukken de
Loop en tovrodenheid uit der verbrui
kers andere kriepen en klagen, en
baknikbelen de afslagbeweging, die
volgens beu de ergste onlusten en
rampen moet veroorzaken.
Die trekken bet tocb wel wat bij
't baar en bet blad maakt terecht de
opmerking dat vole handelaars en
nijveraars geld genoeg gewonnen heb
ben en 't zijn juist die welke bet
hardste schreeuwen om tegen een
klein verbos te kunnen. Voorzeker,
wanneer men aan 't goud scheppen is
gewoon geraakt, komt bet in 't begin
wat aardig voor van zich met eene
redelijke winst tomoeten vergenoegen.
Wanneer bet openbaar belang zulks
ïischt moet bot wel gebeuren. Nie-
öiand zal ervan sterven.
Er zijn er die de afslagbeweging
mordicus willen wijten aan het schrij-
ven dur gazetten. Zij overschatten de
macht van eono porskampanje, zooals
tij zulks noemen.
Do pers kan eene dergelijke sociale
gebeurtenis boekstaven, en met vreug-
do begroeten doch zij kan die niet uit
lokkon.
Zoo de beweging lukt dan komt dit
doordat do pors de overgroote meer
derheid der bevolking met zich hoeft,
dewelke vindt dat al teveel bandelaars
de manier der oorlogwoekeraars tot de
hunne, hobbon gemaakt.
Voor wat de eigenlijke oorzaak van
bet aanhoudend duur leven betreft
werpt do eene do schuld op den andere,
en, men moet bot welzeggen, alleman
beeft gelijk en ook ongelijk.
Om verbetering te brongen in den
toestand zou elkeen zijn best móeten
doen en medewerken, doeb niemand
toont veel goesting van te beginnen.
Do kleinhandelaars zouden wel wil
len on er zijn er die lofwaardige po
gingen van tegemoetkoming tegenover
bot publiok in 't werk stellen.
Sommige tegenstanders gaan zoover
te beweren dat al do artikels die over
bot duur loven in de bladen verscbij
non, uitéén zolfde internationaal bu-
rooi komen. Die bewering is te kin
derachtig. De verschillende berichten
over don opslag alhier on aldaar
komen uit verschillende landen on
streken en, is er al eens eene onnauw
keurige bijzonderheid in, tocb blijft
do grond waar.
35» Vervolg.
Geluk ik verwacht het niet, ik wil het
nietzij behoeft mij geen geluk te schenken,
dat ik niet verdien.
Stil wat I Gij raoet elkander gelukkig
maken, dat is uw beider taak en van allen
die doen gelijk gij en het zal wel gaan ook.
Al is dit huwelijk Toor Marie niét wat het
«ou geweest zijn, «oo Louis in uwe plaats
naast haar had gestaan het Sacrament geeft
haur genoegzame genade om haren plicht te
doen, en ik ben er «eker van, dat zij bereid
is alle ingevingen der genade te volgen. Doch
geloof mij, wordt weer opgeruimd on vroo-
lijk als weleor, dit is het eenigste wat u
thans ontbreekt. Ik heb u overigens terugge
vonden, zooals ik het niet had durven hopen.
Max glimlachte.
Ik «al uw raad volgen j ik moet boete
doen voor de fout mijns leyens,' en die boete
beeft Louis mij op mijn sterfbed aangewezen.
Jammer dat uwe handelwijze niet zuiver
onbaatzuchtig is, en dat die boete nog al in
uw smaak valt, merkte de kapelaan op en
«ag hem lachend aan.
De kapitein stond ontroerd op.
Moet ik het haar ook zeggen, vroeg hij
gejaagd, of zal ik lieer zwijgen
Weer een overblijfsel van uwen vroe-
rjeren trots gij wilt hebben, dat uwe vrouw
u voor beter aanziet, dan gij werkelijk zijt.
P o 1 een vós verliesU zijn haar, maar niet
zijne stréken.
Do strijd tusschen koopers en leve
raars is overal aangebonden, en in
dergelijke voorwaarden dat do aan
spraken der leveraars onmogelijk de
bovenhand kunnen krijgen.
Het aanhoudend duur leven ligt
voorzeker eerst en vooral aan dén
boogen prijs der grondstoffen, waar
mede tot thans toe de produkten wer
den gefabrikeerd, en ook aan de
■buitensporige winsten, die vele han
delaars willen verwezenlijken.
Zoo zagen wij in een groot magazyn
van Gent, waar er grooten als
werd aangekondigd o, een kleeding-
stuk aan 179 fr. getoekend de vroe
gere prijs, er nevens doorstreept was
380 frank
Wij gelooven niet dat men met ver
lies verkoopt zelfs aan 179 fr. Men
bedenke dan de winst als bet zelfde
artikel aan 380 fr. stond.
En zoo is bot met eene overgroote
massa waren.
Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Ma
jesteit, de zeer nederige, zeer gehoorzame'
en zeer getrouwe dienaar.
De minister van binnenlandsche zaken,
(Getij JASPAR).
Feitelijk beslaat vanaf 17 Juni 1920 de
burgerwacht niet meer in ons land.
De Moniteur van Zaterdag 19 Juni -kon
digt het volgend koninklijk besluit af
Al de werkdadige burgerwachten van het
lijk worden in den stand van niet werkdadige
wachten gebracht.
Dit koninklijk besluit is voorgegaan van
het volgend verslag aan den Koning
Sire
De crisis, welke het land pas doorgew..
steld heeft, had namelijk de ontbinding der
krachtens de wet van 9 September 1897 in
gestelde burgerwacht voor gevolg.
De korpsen der burgerlijk militie, die tij
dens de vijandelijke bezetting en sinds den
wapenstilstand feitelijk builen dienst waren,
missen nu hun normale kaders, de wachten
zijn van bewapening en uitrusting, zelfs
uniform ontbloot.
Ten overstaan zelf der wettelijke bepalingen
welke getroffen werden om geleidelijk de
veralgemeening van den militairen dienst te
verscherpen, wordt anderzijds de aanwerving
dezer militie, volgens de bij voornoemde wet
voorziene voorwaarden, erg onzeker.
Benevens de moeilijkheden van stoffelijken
aard waartegen de heroprichting der burger
wacht zou stuiten en de daar uitspruitende
begrootïngsgevolgen, zou diensvolgens de
heringerichte instelling, wat haargestalsterkte
en verband betreft, niet de gewenschte waar
borgen bieden om desgevallend 'de haar toe
vertrouwde opdracht te vervullen.
Ook is de regeering van zin een nieuwe
instelling in 't leven Ie roepen, welke uit het
leger zelf gesproten en vatbaar is om met
vrucht orde en wetten te handhaven en tot
de vrijwaring der nationale onafhankelijk en
's lands ongeschondenheid bij te dragen.
't Zijn deze redenen, Sire, welke mij noo
pen om aan Uwer Majesteit handteekening
dit besluit te onderwerpen, hetwelk krach
tens artikel 4 der wet van 9 September 1917
al de bnrgerwachten des Rijks builen wer-
kelijken dienst stelt in afwachting dat er
overgegaan worde tot de ontworpen herin
richting dewelke nauw verbonden is met de
herziening der tegenwoordig ter studie zijnde
wet op de militie.
De pastoor trad haastig binnen het was
vijl minuten voor den tijd, en Max was nog
niet naar Bagatelle vertrokken, terwijl het
rijtuig reeds lang wachtte. De bruidegom
liat het zich geen tweemaal zeggen en sprong
ijlings in de koets, die dadelijk wegreed.
Voor het raam barer kamer stond Marie
Wieland zij leunde tegen het kozijn, en ha
re oogen rustten op een groot portret, dat bo
ven de schrijftafel hing. Zij was in zware
witte zijde gekleed, zonder een oplegsel, zon
der een sieraad, dan het bouquet aan hare
ceinture de witte sluier was alleen met een
takje bloemen vastgehecht en niemand, die
haar zag, kon vinden dat zij heden haar beau-
jour had.
Hare oogen waren rood, nu vooral, nu zij
naar dat portret zag, en dat staat eene bruid
niet goed.
Zij was een ongelukkig alleen. In de aan
grenzende kamer klonk het vroolijk gelach
der nichtjes, die stoeiden en speelden met
den kleinen Willem Bloemers, Delphine's
schat en afgod. Eene dame, in het zwart ge
kleed, stond naast haar en had geen oogen
noch voor de jubelende kinderen, noch voor
de levenslustige Delphine hel was de gra
vin Lucie, de gescneidene echtgenoote van
Axel Bornstierne, Daar reed een rijtuig het
hek in en Gasperine dezelfde beminnelijke,
onveranderlijke Gasperine, trad de kamer dei-
bruid binnen.
Hij is gekomen, zeide zij zacht.
Marie znchltediep en droogde hare oogen.
Ik heb nogmaals afscheid genomen,
antwoordde zij.
PARIJS 19 Juni. Het bericht, dat de
discussie over het verslag aangaande de kre
dieten voor bet gezantschap bij den Heiligen
Stoel is verdaagd, heeft in de politieke en
militatre kringen zekere entroering verwekt.
De ware oorzaak van de verdaging moet
deze zijn De onderhandelingen tusschen
kardinaal Gasparri en den heer Doulcet, ver
tegenwoordiger van Frankrijk, waren eenige
dagen geleden op zeer goeden weg. De H.
Stoel had belangrijke concessies gedaan en
zich o. m. verbonden, de associations culluel-
les zooalniet - aan te bev den dan toch le
erkennen Alleen die twee woorden had
den bij de onderhandelingen eenige moeilijk
heid opgeleverd.
Maar de H. Stoel ging te rade bij de
Fransche bisschoppen, en stuitte bij sommi
gen hunner op hevig verzet. Een gedeelte
van het Fransch Episcopaat toonde zich dus
onhandelbaarder dan de Paus, en déze
scheen niet goed meer te weten, wat te doen.
Op deze moeilijkheden zou de Financicele
kommissie bedekkelijk hebben gewezen,
toen zij verklaarde De onderhandelingen
zijn nog niet ten einde gebracht faen is
evenwel overtuigd, dat de H. Stoel en de
Fransnhe geestelijkheid tot overeenstemming
zullen geraken, en dan bestaat er geen belet
sel meer om de aangevraagde kredieten te
stemmen. (Havas.)
VW
Door den bliksem gedood
Het onweder dat Zaterdag namiddag over
Aalst kwam, dreef af in de richting van
Antwerpen. Ook daar viel tijdens Het ratelen
van den donder geen druppel water.
Er hadden echter verscheidene doodelijke
ongelukken plaats.
Te Vremde waren de gebroeders Wyns en
Constant Van Reeth bezig aan het binnen
halen van hooi. Daar het bliksemen zoo hevig
werd, verscholen Van Reeth en een der
gebroeders Wyns zich onder een hooiopper,
terwijl de andere Wyns ondereen wagen
kroop. - -
Eensklaps sloeg de bliksem in den hooi
opper en deze schoot in brand.
Daar Wyns niemand van uit het brandende
hooi zag te voorschijn komen,liep hij er heen
en trok zijn broeder en Van Reeth uit het
vuur. Beiden hadden reeds opgehouden te
leven. Zij waren door den bliksem gedood
geworden.
Te Merxem wilde een oorlogsinvalied,
Gerard Goerdens, wonende Nieuwe Dreef,
bij het losbreken van het onweder zijn zol
dervenster gaan sluiten. Toen hij op de
bovenste trappen kwam werd hij schielijk
getroffen en naar beneden geslingerd.
Men nam nog slechts een lijk op.
Ook over het Walenland woedde Zaterdag
namiddag een hevig pnweder. Nabij Mouslier
waren de echtgenooten Henri Leclerq, aan
het werk in het hooi.
Op een gegeven oogenblik gingen zij onder
het hooi schuilen. Pas bevonden zij zigh daar
of de bliksem sloeg in den opper. De man
werd gedood en de vrouw levensgevaarlijk
gekwetst.
Te Nieuwerkerken werden raleden week
ook twee personen die onder eenen boom wa
ren gaan schuilen door den bliksem getrof
fen en gekwetst.
Hun toestand is geruststellend.
O neen, geen afscheid hij moet u vol
gen, hij moet bij u blijven mei zijn geest, en
u nog Inniger verbinden.
Moge God mij veigeven, spsak Marie,
dat ik thans minder aan Max denk dan aan
bem.
Laat dat Marie, men kan met de dooden
niet leven, men kan slechts voor hen bidden,
en, voor zoover liet mogelij It is, hun wil doen
bedwing uwe ontroering, kind denk dat hij
liever een lach dan tranen op uw gelaat zag.
Gasperine, gij bijft mij borg,'dat hij mij
niet van ontrouw beschuldigt, dat zijne schim
mij niet vervloekt
Zie naar mijn portret, Marie, en «eg
dan of hem dal mogelijk was gedurende zijn
leven hoe veel minder nu hij, zoöals ik hoop
en vertrouw, reeds verheerlijkt is.
De jonge bruid sloeg haar arm om den
bals harer «uster, en beiden verlieten de ka
mer. Een oogenblik later zat zij, tegenover
den kapitein in de koets, die hen naar de
kerk bracht.
Mevrouw Van Nienwenburg was zeer
blijde voor Marie, dat «ij nog zoo'n goede
partij deed maar van Max was het toch niet
mooi, dat hij indertijd niet haar Delphine ten
huwelijk bad gevraagd, of wel thans haar
Christine. Deze w-as toch veel mooier en vroo-
lijker dan Marie, doch het was haar lot
ongelukkig te zijn met de kinderen Lncie
gescheiden, en Adelaide, daar sprak zij r.iet
van.
En Delphine werd wel vergood door haar
man en was, naar zij «eide, uitert gelkkkig,
maar ach 1 hij was zoo oud en burgerlijk
Wij ontvangen het verslag van Sou
dan in naam der middensectie die het wets
ontwerp te onderzoeken had, tot wijziging
en vollediging der wetten van 30 April en
29 Augustus op de huishuren.
Wij halen er de voornaamste wijzigingen
uit aan, door de middenafdeeling aan het
voorstel der .regeering gebracht.
a) De Belgen b) de onderdanen van onze
bondgenooten ;-c) de onderdanen der onzij
dige landen d) de onderdanen van elk
grondgebied, dat vóór den oorlog behoorde
tot natiën, vijanden van België, maar nu
gevolgd bij bevriende of onzijdige natiën of
tot onafhankelijk volk verheven.
Huurverlenging
De middenafdeeling stelt voor art. i en 2
te doen luiden als volgt
Van het tijdstip al, waarop de huur ein
dige, tot het overeenstemmend tijdstip van
het jaar 1923, is elke huurder of vroegere
huurder gerechtigd om het door hem be
woonde perceel verder in gebruik te nemen,
op de voorwaarden zijner schriftelijke of
mondelinge huur en overeenkomstig de na
volgende bepalingen.
Deze verlenging geschiedt van rechtswege.
De verhuurder, eigenaar of vruchtgebrui
ker, is echter gerechtigd hetzij de huurver
lenging niet toe te staan, hetzij de intrek
king daarvan aan te vragen om gewichtige
redenen ter beoordeeling van den rechter.
In dit geval, dienen zij, binnen den tijd
van ten hoogste drie niaanden te rekenen van
de bekendmaking der wet of zoodra de ge
wichtige reden zich voordoet, bij ter post
aangoteekenden brief aan den huurder de
redenen te doen kennen waarom zij de ver
lenging niet toestaan of de intrekking aan
vragen.
Daarentegen stelt M. Van Cauwenberg bij
amendement voor dit artikel doen Iniden
Deze verlenging geschiedt van rechtswege.
De verhuurder is echter gerechtigd om de
huurverlenging niet toe te staan, indien hij
de verhuurde perceelen wil zelf bewonen of
ze door zijiie voer- of nazaten doen bewonen.
In dit geval, dient de jverhuurder daarvan
kennis te geven aan den huurder bij aange-
teckenden brief binnen een termijn van drie
maanden te rekenen van het in werking tre
den dezer wet.
M. Van Cauwenborgh stelt ook voor art. 3
als volgt le doen luiden
Indien de verhuurder, binnen twee maan
den na het vertrek van den huurder, de ver
huurde perceelen zelf niet bewoont of ze door
zijne voor- of nazaten niet doet bewonen, dan
is de vorige huurder er toe gerechtigd, van
den verhuurder schadeloosstelling en zeifs de
wedergebruikneming van het perceel, met
schadeloosstelling, te vorderen, in weerwil
van elke nieuwe huur, die door den verhuur
der zou zijn toegestaan en die van rechtswege
nietig is.
Achterstallige huur
Art. 4 zou luiden als volgt
Het voordeel der verlenging wordt afhan
kelijk gemaakt
1. Van de geregeldebetalingvan den huur
prijs met inbegrip van de verhooging
2. Van de uitvoering der getroffen schik
kingen of beslissingen betreffende de achter
stallen.
Zoo niet, kan de verhuurder de verbreking
der huur of de intrekking der verlenging voor
den rechter aanvragen. De rechter kan aan
den huurder uitstel verleenen om aan zijne
verbintenissen te voldoeh.
Verandering van eigenaar.
Art. 6 van het regeeiïngsontwerp luidt
Eigendomsoverdracht ontneemt aan den
bewoner hst, voordeel der huurverlenging
niet.
De middenafdeeling stelt voor te zeggen
Onder voorbehoud van het bepaalde ia
artikel 2, wordt het voordeel der huurver
lenging aan den bewoner niet ontnomen door
eigendomsoverdracht.
Beperking der huurprijzen.
Ziehier de tekst door de regeering voorge
steld
Behalve wat betreft de uitsluitend voor
handel en nijverheid gebruikte perceelen, is l
hot den verhuurder verboden den op 4 AugJ 4
1914 vastgesteldeu huurprijs ni,et meer dan
30 °/o te verhoogen en die verhooging on- O'
rechtstreeks te overschrijden door een ver- v
meerderen der op den huurder rustende
lasten, van welken aard zij ook wezen.
De middenafdeeling stelt voor de woordon
Behalve wat betreft de uilsluitend voor
handel of nijverheid gebruikte perceelentc
doen wegvallen.
Ook stelt zij voorde volgende alineas van
dit artikel te veranderen
De verhuurder kan nochtans een groolere»
bij gebrek aan overeenkomst door den reclr 1
ter te bepalen verhooging eischen, mits deze
verhooging wordt gebillijkt door de toene
ming van de lasten en uitgaven betreffende
het verhuurd perceel.
Bij betwisting over de voorwaarden der
verhuring op 1 Augustus 1914, mogen par
tijen de voorwaarden van de vorige verhu
ring bewijzen door alle rechtsmiddelen, ook
door getuigen en vermoedens, welk het be
drag van het geschil ook zij.
Het bloedbad van Nikotaiewks
Ook *elo kinderen werden vermoord
In The Asian Review n, een Engelse^
maandblad, dat te Tokio verschijnt, is eet.
artikel gewijd aan de woorden te Nikolajefsk
de hoofdstad der provincie Sachallen.
Uit gegevens aan dat artikel ontleend, \V
af te leiden, dat bij de gevechten in genoem-
de plaats tusschen de Japanners en de bolsje*
wiki 770 Japanners zijn gedood. En er waren
in het geheel slechts 400 Japansche burgert
en 500 Japansche soldaten
Van dezen hebben er slechts 130 het Ie-
von afgebracht, ouder welke vele kinderen.
Van de 130 waren er 40 ziek of gewond.
Volgens een ander bericht zouden er niet 770
Japansche dooden zijn doch slechts 670, daar
ongeveer 100 Japansche soldaten zich had-
den overgegeven. V
Chineesche troepen en de bemanning vart
een Chineesche kannoneerboot hebben een
nog niet geheel opgehelderde rol in de strage-
die gespeeld. Trouwens er zijn niet weinig
Chineesche dooden en gekwetsten.
-VW
Een oorlog gevreesd.
M. Westman, Zweedsch minister te Hel-
singfors is te Stockholm aangekomen. Een
belangrijke vergadering had in het ministe-
rie van buitenlandsche zaken plaats. Von
Wurtemberg, afgevaardigde van den Volken
bond was aanwezig.
De pers te Helsingfors protesteert er tegen
dat het Aland-vraagstuk geïnternationaliseerd
zou worden. De bladen in het binnenland
eischen de onmiddelijke oorlogsverklaring.
De bevolking op de Alandeilanden is zeer
opgewonden. Voortdurend worden Finscha
troepen met munitie geland.
Degeheele familie volgde het bruidspaar
naar 't kerkgebouw iedar riep er over, hoe
bleek en ernstig beiden waren en Christine
fluisterde Amelie toe, dat ze liever zooals
Virhinie, in een klooster wilde gaan, dan met
zoo'n lang gezicht bruid te zijn.
Estelle was er niet bij ze was te Parijs.
Eene maand geleden, toen haar het engage
ment van Marie werd bekendgemaakt, had zij
Gasperine geschreven, dat zij het niet mooi
van 't meisje vond, zoo lichtzinnig te hande
len met de nagedachtenis huns broeders, en
dat zij niets van hen wilde weten en hoopte,
dat Gasperine haar voorbeeld zou volgen, en
nog veel meer. Maar in het post-scriptum
stond vlug en half onleesbaar geschreven
A Propos, ik ben gisteren ondertrouwd met
mijn zwager Gaston, die, zooals gij weet,
sedert bijna een jaar weduwnaar is.
Kapitein Helmond had verzocht om naar
Java gedetacheerd te worden, en zijne bruid
had hierin juichend toegestemd. Op hun
bruiloftsdag was alles voor 't vertrek gereed
en reeds daags daarna vertrokken zij van Ba
gatelle, om eerst een reisje door Frankrijk
le maken en verder met de mail naar Indië
over te steken.
Het afscheid viel Gasperine en Marie zeer
hard. Lang bielden zij elkander vast omklemd
en toen maakte Gasperine zich eerst los, en
zich tot den diepgetroffen Max wendende,
zeide zij
Het is Loui's beste erfenis, bemin haar
voor hem en voor u.
Ik zweer het u antwoorde hij plechtig.
Weinige oogenblikken later haa Mari^
Bagatelle verlaten. Daar zaten zij nu in don
waggon, alleen tegenover elkanderbeider
hart was te vol om een woord te spreken, en!
toch er was zooveel te zeggen. Er kwam ge-1
zeischap in, en meer dan ooit waren zij nu in!
eene onaangename positie eindelijk werd de
waggon weer leeg, toen ze reeds dicht bij l
Rotterdam waren.
Marie, het gaat nu op leven en dood,/
voor tijd en eeuwigheid, zeide Helmond en
zette zich naast haar.
Ja, antwoordde zij, en drukte zijue
hand, moge God ons bijstaan
Ik heb er vurig om gebeden, Marie,
doch laat ons oprecht zijn en dit nieuwe leven
met volkomene kennis van elkander beginnen.
Gij weet alles van mij, ik heb u niets
verborgen, fluisterde de jonge vrouw en een
traan parelde in haar oog.
Ja, en het is niet over u, dat ik spreek,
maar over mij. Gij kent mijn geheim niet,
gij weet niet alles, wat er in mij omgegaan is.
Zijne stem klonk hartstochtelijk en hij
hield hare hand vast omklemd.
Spreek, Max, gij moogt geen geheimen
voor mij hebben, hernam zjj. Welnu, Marie,
weet dan dat ik u sedert jaren bemind heb
sedert dieo zomer, toen gij bet eerst te Land-
rust woondet, en toen het gelukkigste tijd
perk uws levens begon. Ik misgunde u aan
Louis, dsch bestreed met alle krachten mijner
ziel den opkomenden hartstocht, want ik wilde
u niet beminnen en dat mijn haat jegens
hem meer toenam, begrijpt gij ik verfoeide,
hem reeds vroeger, van zijn geboorte af, en
nu haatte ik heo^. (Vervolgt.)