strijd on vijf nilliogfl
10
De Gonferancie van Spa.
Vrijdag
Juli 1920
Een geestelijk schild
Omwenteling in Bolivia
Fransch-Osigisch feesl te Parijs
MM. Renkin en Destréo aan 't woord
De gezondheidstoestand
van Ai. Deschanel.
Hij zou binn9n eon maand hersteld zijn
Onvoitrzichlige stoker
Gsfussilllesrde Belgen te Aken
ontgraven.
Kortstraat, 9 en
Aalst. Tel. 114
XXVI» JAARGANG NUMMER 155
3D J&. Gr 33 Ha Jh. X3> 7 CENTIEMEN
Uitgever: J. Van Nüffel-De Gendt
Publiciteit buiten h&t Arrondissement Aalst, zich te wonden tot liet Agehtsohap IJavas,8, Martelaarplein, te Brussel;
Place de la Bourse, Parijs eu 0, Bream's Buildings Londres E.G.4
O. L. Vr. van Cariu.
Zon op 4,li>, onder 7,57
Eerste Kwartier den 23
Vooraleer Engeland door het protcstantis-
auts werd besmet verdiende het den naam
Van eiland der heiligen. Een dezer edelmoe
digste en ootmoedigste heiligen leefde er inden
loop der Kill eeuw. Alhoewel uiterst nederig
mocht hij roemen op eene dor huidige alge
meenste godsvruchten onder de gcloovigtn
verspreid te hebben, .namelijk het dragen
van het II. Scapulier of schouderkleed van
den Berg Carmelus. Deze uitlezene man
hecleSimon, doch inde wandeling noemde
men hem Simon Stock, omdat hij als eremijt
de eenzaanheid had gezocht en de boetveer-
diglieid oefende, verdoken en wonende in
een boomstam. Toen de kloosterlingen van
den Carmelusberg naar Engeland overkwa
men, bewonderde Simon hun leven en le
vensregel, zoo oud als streng, en vroeg wel
haast om in hunne orde als lid opgenomen te
worden. Welhaast wierd hij algemeen over
ste zijner medebroeders gokozen.
Iiij beminde buitenmate de H. Maagd Maria
en koesterde ten haren opzichte een onbe
grensd kinderlijk betrouwen dat hem eene
stoute handelwijze ingaf.
Hij vroeg aan Godes Moeder van hem op
uitstekende en werkelijke manier te «toonen
dal zij dc orde der Garmelieten goedkeurde
en deze onder hare hooge en machtige be
scherming nam. Heil. Maagd gaf aan dat
verzoek toe en aan Simon twee stukjes stoffe
geheel en ganscli gelijkvormig en gelijkkleu
rig aan het kleed der Paters Garmelieten
toonènde, beloofde zij dat al dezen die dit
kctitecken zouden dragen, niet de ongeluk
kige eeuwigheid zouden ingaan. Dit kentee-
ken noemen wij scapulier of schouderkleed
omdat het de schouders bedekt en beschut.
Doch die belofte door O. L. Vrouw gedaan
mag niet letterlijk opgenomen worden. Voor
zeker bestaat er, voor al wie uit godsvrucht
lot Maria en met eene goede meening, het
scapulier van 0. L. Vrouw van Carmelusberg
zich laat opleggen en draagt, eene bijzondere
geestelijke bescherming van harentwege;
doch het dragen van dat kleed zal niet toela
ten dat iemand ongestraft de zonde bedrijve,
eooals de vijanden van onzen godsdienst en
sommige onwetende christenen het zouden
kunnen gissen en uiten. Nochtans O. L.
Vrouw zal hare dienaars meer tegen het
kwaad beschermen en, indien men het onge
luk heeft in zonde te vallen, zal zij haren
goddelijke» Zoon om bermhertigheid smee-
xen wanneer do zondaar berouw verwekt en
vast voornemen maakt over zijne misstappen.
De II. Kerk bevoordeeligde die devotie,
aieer nog ora er de verspreiding van te ver
gemakkelijken, verleende Paus Pius X,
[alhoewel hij het scapulier in voege deed
olijven) dezelfde geestelijke voordeeïen aan
de rnedalie, met op de eene zijde Jezus H.
Hert en op de andere Maria's beeltenis ge
prent, die het scapulier eens opgelegd en
ontvangen mag vervangen.
Dragen wij als echte christenen en ware
kinderen van Maria hel scapulier of eene
medalie en vieren wo mee ieder jaar den
Eees'dag van 0. L. Vrouw van Carmelusberg
(16 Juli) eu den Scapulierenzondag die er
naastbij op volgt.
Do hsele rogaaring gmngen genomen.
Oe regeering ie Samiago de Chilli heefi
uit Lapaz (Bolivia) een particulier bericht
ontvangen, volgens welk opstandelingen den
president en de ministers gevangen hebben
genomen.
Van andere zijde meldt men uit Lapaz,'
dat Baptista Sevedra, een lid van de repu-
blikeinsche partij, aan het? hoofd staat van
de beweging, die de regeering ten val heeft
gebracht.
6® Vervolg.
De graaf verliet dc kamer en begaf zich in
7,ïjn Idoedkamer, trok zeer rijke kleederen en
kostbaar linnen aan, slak eenige vreemde
ridderorden op de borst, en een briljanten
speld -van onschatbare waarde op zijn das.
Daarna begaf hij zich naar buiten, waar het
lichte,Ismaakvolte rijtuig, waarop het wapen
van den graaf Monlpellier bevond, gereed
stond. Twee zwarte paarden tan zeldzame
schoonheid waren reeds voorgespannen. De
koetsier zoowel als dc bediende droeg een
livrei, die met het grafelijk wapen rijk ge
borduurd was.
Naar den heer commissaris van policie
tc Parijs, beval hij den koetsier.
Een bediende steeg bij don koetsier op den
bok en dc wagen rolde pijlsnel over den rij
weg van den voortuin en loen over de naar
Parijs voerende straatweg. Dc prachtige
paarden schenen met hunne fijngebouwde
voeten den grond in 'l geheel niet aan te ra
ken, zoo licht, zoo snel en gracieus snelden
rij met het rijtuig naar hun doel.?
Het was koel na het onweder van den
nacht, <Je weg stofvrij, de Immel bewolkt. De
£raaf huiverde omdat hij geen lijd had gehad
om een ui|r te slapen, en bedekte zich met
zijn man lel.
Na een rit van bijna twee uren sprong de
bediende ikn 'den bok, en snelde naar bet
portaal van hot politiebureau, om bij den
fcommmissarisdeiï graai aan te melden.
Zondag werd te Parijs onder voorzitter
schap van M. Doumer, gewezen voorzitter
van den Senaat, het tweede Fransch-Belgisch
ontbijt van toenadering gehouden, waarbij
ruim 400 genoodigden aan den disch gezeten
waren.
Het eerste ontbijt had enkele weken gele
den plaats te Brussel.
Belgie was, onder meer, vertegenwoordigd
door de heeren minister Destrée en staats
minister Renkin.
Er werden natuurlijk een aantal toasten
en redevoeringen uitgesproken, onder andere
door onze Belgische staatsmannen, die er
eens ronduit zijn vooruitgekomen en meestal
't kind bij zijnen waten naam hebben ge
noemd.
M. Destrée, het woord nemeade, verklaarde
te spreken in eigen persoonlijken naam, zon
der officieel ot officieus karakter.
Dat onze Fransche vrienden het wel weten
en bedenkenBelgië is geen veroverd grond
gebied, rijp vooreen protektoraat
Dat een zeker deel der bevolking zich
geene begoochelingen make. Men viert heden
in"t Vlaamsche land de herdenking van den
slag der gulden sporen, waar het puik der
Fransche ridderschap door de Vlaamsche
strijdkrachten werd ter neer geslagen het
bondgenootschap dat wij verlangen, ligt niet
in de wenschen van alle Belgen.
O.ndcrduimsche tegenkantingen verhinde
ren sedert anderhalfjaar dat het Belgisch-
Fransch bondgenootschap tot stand kome.
Belgie heeft eene wilde zucht naar vrijheid
wij hebben het Duitschejuk verbroken, doch
wij wijzen evenzeer eene nog zoo tecdeée
vriendschap van de hand, indien onze soüve-
reiniteit er moet door lijden. Opdat hpt
Fransch-Belgisch verbond gesloten worde,
moet Frankrijk ons de noodzakelijke vol
doeningen schenken.
Belgische katholieken mistrouwen het
atheïste ongeloovige Frankrijk. Zekere
Vlamingen willen eene toenadering met
Ilollaud.
Sommige socialisten willen niet weten van
een Fransch bondgenootschap dat ons buiten
gewone lasten zou opleggen.
Dat miskennen ware den vooruitgang:
onzer zaken belemmeren.
Bij Duitsch gevaar moeten wij ons op de
Maas verdedigen. Hollandsch Liraburg i& een
opene deup voor den Duitschen inval. De
veiligheid van Frankrijk zoowel als van
België,wordt daardoor bedreigd Wil men
een bestendigen vrede dan moet men die
deur sluiten. Het is onverstaanbaar, dat
Frankrijk ons in die kwestie aan ons eigen
beeft overgelaten.
Nadat M. Barthou in naam der Fransche
regeering had geantwoord, sprak staasmini-
ster Renkin in dezer voege
Het Fransch-Belgisch akkoord is niet
alleen gesteund op de vriendschap maar ook
op de rede. In 1839 hebben de mogendheden
ons de helft van Limburg en de helh van
Luxemburg afgenomen, om aan Frankrijk
den weg te versperren. Het eenige gevolg
was, de inzichten van Pruisen te bevoordee-
ligen.
Men heeft te Spa geredetwist over een ten
honderd Mijne meening is dat Belgie met
die redekavelingen niets te maken had. Men
heeft immers plechtig aan België herstelling
en waarborgen beloofd 1
Zijne herstelling is onvolledig, en voor
wat de waarborgen betreft heeft Belgie nïefs,
volstrekt niets bekomen. Wanneer de bezet
ting van den linker Rijnoever uit zal wezen,
zal onze. toestand ernstig zijn, en wat waar
borg bestaat er zelfs nu reeds in onze bezet-
Hij keerde zeer spoedig, met den hoed'in
de hand. naar het rijtuig terug en bracht den
graaf hel bericht, dat de commissaris den
heer graaf verwachtte.
De graaf wierp zijn mantel op de zitbank,
steeg nit, en begaf zich naar de vertrekken
van den commissaris, die hem reeds wachtte,
eo hem tol aan de deur van zijn ontvangka
mer met groote vriendelijkheid tegemoet
kwam.
Wees mij welkom heer graaf, riep hij,
en bracht zijn gast in zijn kabinet hoe vaart
u Wat voert u tot mij Ik vind, dat gij er
een weinig verdrietig uitziet. Waar is de on
vermoeide gastheer, graaf Montpellier, die
zijne gasten eene vioolijkheid, een levenslust
op zijn jachtslot weet te geven, die iedereen
doet meesleepen.
Zeker, eene onaangenaamheid is het,
markies, die mij hier heen brengt, om uwen
raad, te ontvangen, antwoordde de graaf.
Spreek, mijn waarde graaf, iioe en wat
kan ik er toe bijdragen, om dit verdriet van
u af te lceeren Welke bescherming, wélken
raad kan ik u geven
Men heeft een ongehoorden streek, een
bedrog zonder gelijken tegen mij in hét schild
markies.
Wat een bedrog tegen u gesmeed
Tegen mij, legen mijn vermogen, tegen
mijn titel tegen mijn kasteel.
Wat zegt gij daar Dat wekt mijne
deelneming en nieuwsgierigheid.
Hel is inderdaad een dwaze daad dat
zeker na twee jaren wat te laat komt, om een
rechtmatiger), door de wet erkenden evfge-
ting van dén Rijn, aangezien alle rechtstreek -
sche weg \#n toegang en aftocht door het
onzijdig Limburg wordt belemmerd
Men heeft ons gezegd dat wij een voor-
rangsrecht hebben, doch ik vraag het hier
Hebben alle aqderen niét bij voorrang grond
gebied heroverd of verkregen, schepen ge
kregen of hunne veiligheid verzekerd gezien
Wij komen de laatsten en menige nnljardei)
kunnen ops niet doen vergeten dat ons land
onverdedigbaar is onder militair oogpunt en
ekonomisch gekontroleerd wordt door een
naburigen staat.
Eene Fransche Bondgenootschap zal nooit
waardig noch doeltreffend zijn, indien er
niet wórdt begonnen met de oplossing der
Limburgsche kwestie. Zal het Bondgenoot
schap zelfs iets meer zijn dan oen fagadover
bond indien onze tegenstanders nog hun
eenig erkenbaar argument kunnen aanvoeren,
dat namelijk door M. Van Cauwelaert voorge
bracht in zijne redevoering van 11 Juni dat
Frankrijk er belang bij heeft ons zwak te
houden om des te gemakkelijker over ons
meester te spelen l
De redevoeringen der Belgische staatsman
nen werden meermaals door kreten van ver
wondering eb pok door protestaties onder
broken, en de Fransche deelnemers aan het
feest die zplke harde waarheden ten géhoore
kregen, keken veelal deerlijk op hunnen neus,
M. Deschanel heeft zijn ambtsbezigheden
gedeeltelijk hervat. Hij volgt de parlemen
taire debatten en de Conferentie van Spa.
De Petit Parisien meldt dat indien hij
binnen een zekeren lijd niet geheel hersteld
is, hij zijn ambt za! neeerleggen.
Do ministers vergaderden om over den
toestand te beraadslagen. Zij bekwamen gun
stige inlichtingen en zijn overtuigd dat M.
Deschanel binnen een maand zal hersteld zijn.
Een aanslag op minister
Destrée
BRUSSEL, 14 Juli. Woensdag namid
dag rond 2 ure verliet M. Destrée het minis
terie van kunsten en wetenschappen, om zich
naar het parlemenv te begeven.
Eenige meters achter hem aan kwam M.
D.., een handelaar uit de Stormstraat. Brus
sel. Deze zag plotseling een kerel uit eene
koetspoort naar voren treden, een revolver
uithalen en deze op M. Destrée richten.
De onbekende mikte een oogenblik, maar
scheen dan van meening te veranderen en
stak het wapen weer weg. D. verwittigde
een policieagent, die den man meenam.
M. Destrée had niets gemerkt. Hij A-Ist
echter dal sedert een tiental dagen een onge
lukkige, die iiiet in 't bezit schijn! van zijn
volle verstandsvermogen, bedreigingen tegen
hem heeft geuit, omdat de minister hem niet
wil verlossen van zijn ingebeelde vijanden.
Een stoker van den buurtspoorweg was
met eene lokomotief aan 't versporen inde
statie van MolL toen hij zich op èen gegeven
oogenblik wat ver buiten het platvlak boog.
Hij kwam met het hoofd tegen eene reeks
waggons, op een ander spoor staande terecht
viel van de lokomotief en rolde onder de wie
len. De onvoorzichtige werd den linkerarm
afgereden nabij den schouder en bekwam
verder erge verwoudingen aan hoofd en,
beenen. Het slachtoffer rnoest in hopeloozen
toestand naar het gasthuis overgebracht wor.
den.
naam door een valschen te willen verdringen
en plotseling een nieuwen graaf Lodewijk
Montpellier te laten optreden, als ware ik er
in het geheel niet. Ik zal liet u verhalen, een
fortuinzoeker heeft ten doel met behulp van
een vervalscht testament zich aU den rechtma-
tigen, en thans uit den vreemden terugkee
renden als erfgenaam van het kasteel Mont
pellier en alle niijne bezittingen uit te geven.
Dat is een merkwaardig geval
Deze fortuinzoeker kwam gisteren Bij
mijne afwezigheid in het slot, en verontruste
op onbeschaamde wijze mijne gemalin door
bedreigingen en door zijne mededeeling, dat
hij graaf Lodewijk Montpellier was, de rechte
erfgenaam.
Een krankzinnige zeker, mijn waarde
graaf.
Dat neem ik ook aan, in elk geval echter
moet ik mij en mijn echtgenoote tot eiken
prijs tegen het herhalen van dergelijke geval
len trachten te beschermen.
Dit is zeer verstandig van u.
En ik kom bij u, om raad.en bescher
ming te zoeken.
Wij moeten den vreemdeling in handen
zien te krijgen, en dan een onderzoek instel
len, zeide de commissaris, dan zal het blijken
of hij een krankzinnige of een oplichter is.
-— In de gevangenis moet hij gebracht
worden, want deze niensch is in den hoogsten
graad gevaarlijk, en alles is van hem tc vree
zen, ging de graaf voort, mijne gemalin is
door zijn woedende bedreigingen io een toe
stand, die mij voor hare gezondheid doel
vieézeu.
Eon onderhoud van M. Lloyd George met
M. von Simons. Do onderhandelingen
met de Duitsche ministers nog steeds
zonder uitslag. De verbondenen zullen
heden een bepaald antwoord eisohen
Militaire maatregelen worden voorbereid.
Men verkeert nog steeds in de grootste
onzekerheid en in de omgeving der Conferee-
tie is de zenuwachtigheid zeer groot.
M. Lloyd George heeft eeo onderhoud ge
had met M. von Simons. Dit onderhoud
duurde slechts ongeveer een half uur. Van
weerskanten werd het gróótste stilzwijgen
bewaard over heigeen er gezegd was gewor
den.
Al wat men wijel is, dat M. Lloyd George
er op aangedrongen heeft, omM. von Simons
wel te doen inzien dal de verbondenen het
volkomen eens zijn. M. von Simons van zijnen
kant zou er opgewezen hebben, dat de mijn
werkers toch in zulke moeilijke omstandig
heden verkeeren.
Hij zou aan den Engelschen staatsman
gevraagd hebben, dat hij zou trachten te be
komen van den Hoogeron Raad, dat deze
zich zou verbinden tot hét leveren van meer
voedingswaren aan de mijnwerkers, bijaldien
Duitschland de verbintenis aanging meer
kolen te leveren.
De Duitsche afgevaardigden beraadslaagden
Woensdag schier den geheelen dag. Al wat
men daar isle weet gekomen is, dat de minis
ters ondereen niet t akkoord zijn en dat de
ministers ook met de experten overhoop lig
gen. M. von Simons is bereid toe te geven
aan de eischen der Entente, doch M. Stinnes
wil kost wat kost de onderhandelingen afbre
ken. Wat M. Fehrenbacii betreft, die weel
niet welke partij te kiezen.
Woensdag avond hielden de afgevaardig
den der verbondenen eene vergadering welke
duurde van 6 lol 8 ure. Maarschalk Foch
en generaal Maglinse woonden deze zitting
bij. Onnoodig te zeggen, dat er over deze
ziiting geene officieele mededeeling gedaan
werd.
Men verzekerd nochtans dat maarschalk
Foch, generaal Degoutte, bevelhebber van
het Duitsch bezettingsleger verzocht heeft
naar Spa te komen. Generaal Degoutte werd
Donderdag morgend te Spa verwacht.
Dc Raad besprak de maatregelen welke
zouden te nemen zijn mot het oog op de
bezetting van het Roergebied, bijaldien de
Duitschers zouden weigeren toe te geven.
Men kan nog niet zeggen wat de dag van
morgen ons brengen zal.
De Raad heeft de Duitsche afgevaardigden
voor Donderdag middag op eene vergadering
genoodigd en zal hen daar mededeelen wat
de verbondenen zinnens zijn te doen bijaldien
de Duitschers halsstarrig blijven weigeren
aan hunne verplichtingen van het vredesver
drag te voldoen. De verbondenen zullen
waarschijnlijk aan dc Duitschers 24 uren
tijd geven om op hunne eischen te antwoor
den.
Men denkt dat de Duitschers ten slotte
toch zullen toegeven, doch dat zij zullen doen
opmerken, dat het slechts gedwongen is dat
zij zulks doen en dat zij alle verantwoorde
lijkheid ontkennen voor het geval, dat deze
dwang de kolenvoortbrengst, dus ook de
kolenleveringen zonden doen verminderen.
Berichten Woensdag avond uit Berlijn
ontvangen, hebben er niet weinig toe bijge.
dragen, de zenuwachtigheid nog te vérmèer-
deren.
De nota aan Duitschland Eenultimatum
PARIJS 15 Juli. Le Pelit Parisien
meldt dat de nota, welke gisteren namiddag
in den Hoogeren raad opgesteld werd en he-
Weet gij waar hij zich nu ophoudt,
vroeg de commissaris
Ik weet alleen, dat hij sedert korten
tijd hier te Parijs vertoeft, als een uit vreemde
landen teruggekeerden gekleed gaat, en dat
hij door de zon gebruind is, een donkeren
baard en van mijne groote is.
Van zijn naam weet gij niets
Ik weet alleen dat hij gezegd heeft dat
hij graaf Lodewijk Montpellier is.
Wij zullen hem dadelijk opsporen en ir.
hechtenis laten nemen, want in deze zaak
moet licht komen ik twijfel niet, of wij heb
ben met een krankzinnige te doen.
Ik geloof eerder met een gevaarlijken
oplichter. In alle geval is hij gevaarlijk,
zeide de commissaris, en liep naar het schel
koord, dat bij in beweging bracht.
Alles zal spoedig onderzocht worden,
ging hij voort, voorloopig willen wij ons van
zijn persoon meester maken, opdat hij zich
bekend make, en gij niet verder door hem
verontrust en bedreigd kunt worden. Zoudt
gij hem herkennen, graaf
Volgens de nauwkeurige beschrijving,
die mijne echtgenoote mij heeflgegeven, zon
der twijfel, antwoordde de graaf.
Een bediende van den commissaris ver
scheen in het kabinet.
Men roepe dadelijk den lieer inspecteur,
die de namen der vreemdelingen welken in
Parijs komen, boekt, beval ue commissaris.
De beambte verwijderde zich, en dadelijk
U'kd de man biauen, dipn de commissaris
wenschte te sprekes- liij boog belecfci voor
Iziiu overals en deivgfoaf,
den aan de Duitsche afgevaardigden zal over
handigd worden, een waar ultimatum is.
Duilschland wordt erin uitgenoodigd, het ver
drag van Versailles ten uitvoer te brengen
voor wat betreft ds kolenleveringen, 't is te
zeggen twee miljoen ton kolen per maand.
De nota betoont verder, dat zelfs na die leve
ring Duitschland er nog veel beter zal voor
staan dan Frankrijk, Belgie en Italië. De no
ta herinnert er nog aan, dat deze kolenleve-
ring enkel in het vredesverdrag van Versail
les geschreven werd, als vergoeding voor do
vernieling der mijnen in Fransch-Noorden,
vernieling welke niet door eenig militair be
lang kon verrechtvaardigd worden.
Duitschland wordt dus verzocht deze voor*
waarde bij te (reden en het prolocool te teeke
nen, anders zullen de militaire maatregelen
welke genomen zijn hun verloop hebben.
De militaire maatregelen.
Parijs, 15 Juli. Volgens Le Petit Parmer
heeft maarschalk Foch, samen met zijn on.
der staf overste, generaal Degoultes en den
minister van openbare werken, M. Le Troc-
quer, alle maatregelen genomen voor het
vervoer en de opmarsch der troepen over
den Rhyn De Fransche regimenten zullen
vergezeld zijn door Belgische en Engelsche
troepen.
Een Italiaansch bataljon zal verder het
groen svit rood vaandel over den Rhijn laten
wapperen. Graaf Sforza heeft hel gisteren
uitdrukkelijk verzekerd. Ongetwijfeld is het
daarom, dat generaal Mariene gisteren na
middag de vergadering der militaire experten
bijwoonde.
Deze daad van solidariteit zal ongetwijfeld
zeer gewaardeerd worden le Parijs, Londen
en Brussel, eveneens in andere landen der
Entente.
Volgens Le Matin heeft M. Giolitti, des-
aangaande bij hoogdringendheid gecaad
pleegd, onmiddelijk toegestemd.
Duitschland zou reeds toegegeven
hebben
SPA 15 Juli. De bijzondere medewei'*
ker van Havas agentschap te Spa. meent te
kunnen verzekeren, dat Woensdag avond
een der Duitsche afgevaardigden, Dr Bonn,
M. Lloyd George in naam der Duilscho afge
vaardigden kome nverwiltigen, da', Duilsch
land de voorwaarden der Entenle voor wat
betreft de levering van twee miljoen ton kolen
per maand, aanneemt. Er zijn echter heel
wat commentaars rond die aanneming, waar
door zij slechts onder voorbehoud mag aan
vaard worden.
M. Millerand onmiddelijk verwittigd, bcgfd
zich bij M. Lloyd George, met wien hij eco
lang onderhoud had.
Rondom hunne lijken houden de Belgische
soldaten de wacht.
Op Dinsdag is men in het schietkamp van
Forst bij Aken overgedaan tol het kisten der
op 11 Augustus 1914 aldaar gefusilleerde
Belgische burgers.
Men heeft Zaterdag de ontgravingen ten
einde gebracht en vijf lijken werden ontdekt;
sedert dien heeft men er geene meer ge*
vonden.
De gevonden lijken zijn deze van Jan
Trinon, Henri Fafra, Ghislain Fafra, Willem
Akens, Hollander en Jozef Monix, allen ge
woond hebbende te Richello.
De kleederen der slachtoffers en bijzonder
hunne schoenen en kousen zijn wel bewaard
gebleven, zoodat de families de indentiteil
der ontgravenen zullen kunnen vaststellen.
Bij het kisten waren aanwezig luitenanl
generaal Ruquoy, bevelhebber van het Bel
gisch bezettingsleger en het hoofd van zijn
slaf, kolonel Du Bois, verder MM. Anspach,
Sedert eenige dagen, inspecteur, moe!
zich een uit Amerika komende vreemde te
Parijs ophouden, die zegt graaf Lodewijk
Montpellier te heeten, zeido de prefect.
De inspecteur dacht een oogenblik Da.
Daarvan weet ik niets, er zal Izich dus
te Parijs zoo iemand niet ophouden, ant
woordde hij toen.
Het zou mogelijk zijn, dat hij zijn naam
zoo niet heeft opgegeven, ging de commissaris
voort, misschen vindt gij eerder een spoor,
als ik u zeg, dat de vreemde in het oogval
lend bruin is, een donkeren baard heeft, van
van de groote van deze heer is, en een bonten
doek draagt. En een vreemdsoortigen breed*
geranden hoed.
Juist, viel de graaf in.
Hij heeft Zuid-Amerika bereisd, is lan
gen tijd in Mexico geweest, en komt nu van
New-Orleans
Dat is mogelijk.
Deze vreemdeling noemt zich echter
njet graaf Montpellier, maar anders.
Ook dat zou mogelijk zijn, meende den
commissaris.
fk herinner mij den naam niet meer,
maar deze vreemdeling wiens naam ik ge
makkelijk in mijne registers kan nazien
woont in de nabijheid van den tuin van het
Luxembourg in een klein logement.
Hebt gij hem gesproken t
Ja mijnheer, gisteren.
Stel een bevel tot inhechtenisneming op,
beval de commissaris, men niosThet mij dade
lijk berichten, zoodra r&eb den vreemdeling
in het bureau heef( gébracht. .(Vervolgt.)