strijd on vijf nilliogfl 10 De Gonferancie van Spa. Vrijdag Juli 1920 Een geestelijk schild Omwenteling in Bolivia Fransch-Osigisch feesl te Parijs MM. Renkin en Destréo aan 't woord De gezondheidstoestand van Ai. Deschanel. Hij zou binn9n eon maand hersteld zijn Onvoitrzichlige stoker Gsfussilllesrde Belgen te Aken ontgraven. Kortstraat, 9 en Aalst. Tel. 114 XXVI» JAARGANG NUMMER 155 3D J&. Gr 33 Ha Jh. X3> 7 CENTIEMEN Uitgever: J. Van Nüffel-De Gendt Publiciteit buiten h&t Arrondissement Aalst, zich te wonden tot liet Agehtsohap IJavas,8, Martelaarplein, te Brussel; Place de la Bourse, Parijs eu 0, Bream's Buildings Londres E.G.4 O. L. Vr. van Cariu. Zon op 4,li>, onder 7,57 Eerste Kwartier den 23 Vooraleer Engeland door het protcstantis- auts werd besmet verdiende het den naam Van eiland der heiligen. Een dezer edelmoe digste en ootmoedigste heiligen leefde er inden loop der Kill eeuw. Alhoewel uiterst nederig mocht hij roemen op eene dor huidige alge meenste godsvruchten onder de gcloovigtn verspreid te hebben, .namelijk het dragen van het II. Scapulier of schouderkleed van den Berg Carmelus. Deze uitlezene man hecleSimon, doch inde wandeling noemde men hem Simon Stock, omdat hij als eremijt de eenzaanheid had gezocht en de boetveer- diglieid oefende, verdoken en wonende in een boomstam. Toen de kloosterlingen van den Carmelusberg naar Engeland overkwa men, bewonderde Simon hun leven en le vensregel, zoo oud als streng, en vroeg wel haast om in hunne orde als lid opgenomen te worden. Welhaast wierd hij algemeen over ste zijner medebroeders gokozen. Iiij beminde buitenmate de H. Maagd Maria en koesterde ten haren opzichte een onbe grensd kinderlijk betrouwen dat hem eene stoute handelwijze ingaf. Hij vroeg aan Godes Moeder van hem op uitstekende en werkelijke manier te «toonen dal zij dc orde der Garmelieten goedkeurde en deze onder hare hooge en machtige be scherming nam. Heil. Maagd gaf aan dat verzoek toe en aan Simon twee stukjes stoffe geheel en ganscli gelijkvormig en gelijkkleu rig aan het kleed der Paters Garmelieten toonènde, beloofde zij dat al dezen die dit kctitecken zouden dragen, niet de ongeluk kige eeuwigheid zouden ingaan. Dit kentee- ken noemen wij scapulier of schouderkleed omdat het de schouders bedekt en beschut. Doch die belofte door O. L. Vrouw gedaan mag niet letterlijk opgenomen worden. Voor zeker bestaat er, voor al wie uit godsvrucht lot Maria en met eene goede meening, het scapulier van 0. L. Vrouw van Carmelusberg zich laat opleggen en draagt, eene bijzondere geestelijke bescherming van harentwege; doch het dragen van dat kleed zal niet toela ten dat iemand ongestraft de zonde bedrijve, eooals de vijanden van onzen godsdienst en sommige onwetende christenen het zouden kunnen gissen en uiten. Nochtans O. L. Vrouw zal hare dienaars meer tegen het kwaad beschermen en, indien men het onge luk heeft in zonde te vallen, zal zij haren goddelijke» Zoon om bermhertigheid smee- xen wanneer do zondaar berouw verwekt en vast voornemen maakt over zijne misstappen. De II. Kerk bevoordeeligde die devotie, aieer nog ora er de verspreiding van te ver gemakkelijken, verleende Paus Pius X, [alhoewel hij het scapulier in voege deed olijven) dezelfde geestelijke voordeeïen aan de rnedalie, met op de eene zijde Jezus H. Hert en op de andere Maria's beeltenis ge prent, die het scapulier eens opgelegd en ontvangen mag vervangen. Dragen wij als echte christenen en ware kinderen van Maria hel scapulier of eene medalie en vieren wo mee ieder jaar den Eees'dag van 0. L. Vrouw van Carmelusberg (16 Juli) eu den Scapulierenzondag die er naastbij op volgt. Do hsele rogaaring gmngen genomen. Oe regeering ie Samiago de Chilli heefi uit Lapaz (Bolivia) een particulier bericht ontvangen, volgens welk opstandelingen den president en de ministers gevangen hebben genomen. Van andere zijde meldt men uit Lapaz,' dat Baptista Sevedra, een lid van de repu- blikeinsche partij, aan het? hoofd staat van de beweging, die de regeering ten val heeft gebracht. 6® Vervolg. De graaf verliet dc kamer en begaf zich in 7,ïjn Idoedkamer, trok zeer rijke kleederen en kostbaar linnen aan, slak eenige vreemde ridderorden op de borst, en een briljanten speld -van onschatbare waarde op zijn das. Daarna begaf hij zich naar buiten, waar het lichte,Ismaakvolte rijtuig, waarop het wapen van den graaf Monlpellier bevond, gereed stond. Twee zwarte paarden tan zeldzame schoonheid waren reeds voorgespannen. De koetsier zoowel als dc bediende droeg een livrei, die met het grafelijk wapen rijk ge borduurd was. Naar den heer commissaris van policie tc Parijs, beval hij den koetsier. Een bediende steeg bij don koetsier op den bok en dc wagen rolde pijlsnel over den rij weg van den voortuin en loen over de naar Parijs voerende straatweg. Dc prachtige paarden schenen met hunne fijngebouwde voeten den grond in 'l geheel niet aan te ra ken, zoo licht, zoo snel en gracieus snelden rij met het rijtuig naar hun doel.? Het was koel na het onweder van den nacht, <Je weg stofvrij, de Immel bewolkt. De £raaf huiverde omdat hij geen lijd had gehad om een ui|r te slapen, en bedekte zich met zijn man lel. Na een rit van bijna twee uren sprong de bediende ikn 'den bok, en snelde naar bet portaal van hot politiebureau, om bij den fcommmissarisdeiï graai aan te melden. Zondag werd te Parijs onder voorzitter schap van M. Doumer, gewezen voorzitter van den Senaat, het tweede Fransch-Belgisch ontbijt van toenadering gehouden, waarbij ruim 400 genoodigden aan den disch gezeten waren. Het eerste ontbijt had enkele weken gele den plaats te Brussel. Belgie was, onder meer, vertegenwoordigd door de heeren minister Destrée en staats minister Renkin. Er werden natuurlijk een aantal toasten en redevoeringen uitgesproken, onder andere door onze Belgische staatsmannen, die er eens ronduit zijn vooruitgekomen en meestal 't kind bij zijnen waten naam hebben ge noemd. M. Destrée, het woord nemeade, verklaarde te spreken in eigen persoonlijken naam, zon der officieel ot officieus karakter. Dat onze Fransche vrienden het wel weten en bedenkenBelgië is geen veroverd grond gebied, rijp vooreen protektoraat Dat een zeker deel der bevolking zich geene begoochelingen make. Men viert heden in"t Vlaamsche land de herdenking van den slag der gulden sporen, waar het puik der Fransche ridderschap door de Vlaamsche strijdkrachten werd ter neer geslagen het bondgenootschap dat wij verlangen, ligt niet in de wenschen van alle Belgen. O.ndcrduimsche tegenkantingen verhinde ren sedert anderhalfjaar dat het Belgisch- Fransch bondgenootschap tot stand kome. Belgie heeft eene wilde zucht naar vrijheid wij hebben het Duitschejuk verbroken, doch wij wijzen evenzeer eene nog zoo tecdeée vriendschap van de hand, indien onze soüve- reiniteit er moet door lijden. Opdat hpt Fransch-Belgisch verbond gesloten worde, moet Frankrijk ons de noodzakelijke vol doeningen schenken. Belgische katholieken mistrouwen het atheïste ongeloovige Frankrijk. Zekere Vlamingen willen eene toenadering met Ilollaud. Sommige socialisten willen niet weten van een Fransch bondgenootschap dat ons buiten gewone lasten zou opleggen. Dat miskennen ware den vooruitgang: onzer zaken belemmeren. Bij Duitsch gevaar moeten wij ons op de Maas verdedigen. Hollandsch Liraburg i& een opene deup voor den Duitschen inval. De veiligheid van Frankrijk zoowel als van België,wordt daardoor bedreigd Wil men een bestendigen vrede dan moet men die deur sluiten. Het is onverstaanbaar, dat Frankrijk ons in die kwestie aan ons eigen beeft overgelaten. Nadat M. Barthou in naam der Fransche regeering had geantwoord, sprak staasmini- ster Renkin in dezer voege Het Fransch-Belgisch akkoord is niet alleen gesteund op de vriendschap maar ook op de rede. In 1839 hebben de mogendheden ons de helft van Limburg en de helh van Luxemburg afgenomen, om aan Frankrijk den weg te versperren. Het eenige gevolg was, de inzichten van Pruisen te bevoordee- ligen. Men heeft te Spa geredetwist over een ten honderd Mijne meening is dat Belgie met die redekavelingen niets te maken had. Men heeft immers plechtig aan België herstelling en waarborgen beloofd 1 Zijne herstelling is onvolledig, en voor wat de waarborgen betreft heeft Belgie nïefs, volstrekt niets bekomen. Wanneer de bezet ting van den linker Rijnoever uit zal wezen, zal onze. toestand ernstig zijn, en wat waar borg bestaat er zelfs nu reeds in onze bezet- Hij keerde zeer spoedig, met den hoed'in de hand. naar het rijtuig terug en bracht den graaf hel bericht, dat de commissaris den heer graaf verwachtte. De graaf wierp zijn mantel op de zitbank, steeg nit, en begaf zich naar de vertrekken van den commissaris, die hem reeds wachtte, eo hem tol aan de deur van zijn ontvangka mer met groote vriendelijkheid tegemoet kwam. Wees mij welkom heer graaf, riep hij, en bracht zijn gast in zijn kabinet hoe vaart u Wat voert u tot mij Ik vind, dat gij er een weinig verdrietig uitziet. Waar is de on vermoeide gastheer, graaf Montpellier, die zijne gasten eene vioolijkheid, een levenslust op zijn jachtslot weet te geven, die iedereen doet meesleepen. Zeker, eene onaangenaamheid is het, markies, die mij hier heen brengt, om uwen raad, te ontvangen, antwoordde de graaf. Spreek, mijn waarde graaf, iioe en wat kan ik er toe bijdragen, om dit verdriet van u af te lceeren Welke bescherming, wélken raad kan ik u geven Men heeft een ongehoorden streek, een bedrog zonder gelijken tegen mij in hét schild markies. Wat een bedrog tegen u gesmeed Tegen mij, legen mijn vermogen, tegen mijn titel tegen mijn kasteel. Wat zegt gij daar Dat wekt mijne deelneming en nieuwsgierigheid. Hel is inderdaad een dwaze daad dat zeker na twee jaren wat te laat komt, om een rechtmatiger), door de wet erkenden evfge- ting van dén Rijn, aangezien alle rechtstreek - sche weg \#n toegang en aftocht door het onzijdig Limburg wordt belemmerd Men heeft ons gezegd dat wij een voor- rangsrecht hebben, doch ik vraag het hier Hebben alle aqderen niét bij voorrang grond gebied heroverd of verkregen, schepen ge kregen of hunne veiligheid verzekerd gezien Wij komen de laatsten en menige nnljardei) kunnen ops niet doen vergeten dat ons land onverdedigbaar is onder militair oogpunt en ekonomisch gekontroleerd wordt door een naburigen staat. Eene Fransche Bondgenootschap zal nooit waardig noch doeltreffend zijn, indien er niet wórdt begonnen met de oplossing der Limburgsche kwestie. Zal het Bondgenoot schap zelfs iets meer zijn dan oen fagadover bond indien onze tegenstanders nog hun eenig erkenbaar argument kunnen aanvoeren, dat namelijk door M. Van Cauwelaert voorge bracht in zijne redevoering van 11 Juni dat Frankrijk er belang bij heeft ons zwak te houden om des te gemakkelijker over ons meester te spelen l De redevoeringen der Belgische staatsman nen werden meermaals door kreten van ver wondering eb pok door protestaties onder broken, en de Fransche deelnemers aan het feest die zplke harde waarheden ten géhoore kregen, keken veelal deerlijk op hunnen neus, M. Deschanel heeft zijn ambtsbezigheden gedeeltelijk hervat. Hij volgt de parlemen taire debatten en de Conferentie van Spa. De Petit Parisien meldt dat indien hij binnen een zekeren lijd niet geheel hersteld is, hij zijn ambt za! neeerleggen. Do ministers vergaderden om over den toestand te beraadslagen. Zij bekwamen gun stige inlichtingen en zijn overtuigd dat M. Deschanel binnen een maand zal hersteld zijn. Een aanslag op minister Destrée BRUSSEL, 14 Juli. Woensdag namid dag rond 2 ure verliet M. Destrée het minis terie van kunsten en wetenschappen, om zich naar het parlemenv te begeven. Eenige meters achter hem aan kwam M. D.., een handelaar uit de Stormstraat. Brus sel. Deze zag plotseling een kerel uit eene koetspoort naar voren treden, een revolver uithalen en deze op M. Destrée richten. De onbekende mikte een oogenblik, maar scheen dan van meening te veranderen en stak het wapen weer weg. D. verwittigde een policieagent, die den man meenam. M. Destrée had niets gemerkt. Hij A-Ist echter dal sedert een tiental dagen een onge lukkige, die iiiet in 't bezit schijn! van zijn volle verstandsvermogen, bedreigingen tegen hem heeft geuit, omdat de minister hem niet wil verlossen van zijn ingebeelde vijanden. Een stoker van den buurtspoorweg was met eene lokomotief aan 't versporen inde statie van MolL toen hij zich op èen gegeven oogenblik wat ver buiten het platvlak boog. Hij kwam met het hoofd tegen eene reeks waggons, op een ander spoor staande terecht viel van de lokomotief en rolde onder de wie len. De onvoorzichtige werd den linkerarm afgereden nabij den schouder en bekwam verder erge verwoudingen aan hoofd en, beenen. Het slachtoffer rnoest in hopeloozen toestand naar het gasthuis overgebracht wor. den. naam door een valschen te willen verdringen en plotseling een nieuwen graaf Lodewijk Montpellier te laten optreden, als ware ik er in het geheel niet. Ik zal liet u verhalen, een fortuinzoeker heeft ten doel met behulp van een vervalscht testament zich aU den rechtma- tigen, en thans uit den vreemden terugkee renden als erfgenaam van het kasteel Mont pellier en alle niijne bezittingen uit te geven. Dat is een merkwaardig geval Deze fortuinzoeker kwam gisteren Bij mijne afwezigheid in het slot, en verontruste op onbeschaamde wijze mijne gemalin door bedreigingen en door zijne mededeeling, dat hij graaf Lodewijk Montpellier was, de rechte erfgenaam. Een krankzinnige zeker, mijn waarde graaf. Dat neem ik ook aan, in elk geval echter moet ik mij en mijn echtgenoote tot eiken prijs tegen het herhalen van dergelijke geval len trachten te beschermen. Dit is zeer verstandig van u. En ik kom bij u, om raad.en bescher ming te zoeken. Wij moeten den vreemdeling in handen zien te krijgen, en dan een onderzoek instel len, zeide de commissaris, dan zal het blijken of hij een krankzinnige of een oplichter is. -— In de gevangenis moet hij gebracht worden, want deze niensch is in den hoogsten graad gevaarlijk, en alles is van hem tc vree zen, ging de graaf voort, mijne gemalin is door zijn woedende bedreigingen io een toe stand, die mij voor hare gezondheid doel vieézeu. Eon onderhoud van M. Lloyd George met M. von Simons. Do onderhandelingen met de Duitsche ministers nog steeds zonder uitslag. De verbondenen zullen heden een bepaald antwoord eisohen Militaire maatregelen worden voorbereid. Men verkeert nog steeds in de grootste onzekerheid en in de omgeving der Conferee- tie is de zenuwachtigheid zeer groot. M. Lloyd George heeft eeo onderhoud ge had met M. von Simons. Dit onderhoud duurde slechts ongeveer een half uur. Van weerskanten werd het gróótste stilzwijgen bewaard over heigeen er gezegd was gewor den. Al wat men wijel is, dat M. Lloyd George er op aangedrongen heeft, omM. von Simons wel te doen inzien dal de verbondenen het volkomen eens zijn. M. von Simons van zijnen kant zou er opgewezen hebben, dat de mijn werkers toch in zulke moeilijke omstandig heden verkeeren. Hij zou aan den Engelschen staatsman gevraagd hebben, dat hij zou trachten te be komen van den Hoogeron Raad, dat deze zich zou verbinden tot hét leveren van meer voedingswaren aan de mijnwerkers, bijaldien Duitschland de verbintenis aanging meer kolen te leveren. De Duitsche afgevaardigden beraadslaagden Woensdag schier den geheelen dag. Al wat men daar isle weet gekomen is, dat de minis ters ondereen niet t akkoord zijn en dat de ministers ook met de experten overhoop lig gen. M. von Simons is bereid toe te geven aan de eischen der Entente, doch M. Stinnes wil kost wat kost de onderhandelingen afbre ken. Wat M. Fehrenbacii betreft, die weel niet welke partij te kiezen. Woensdag avond hielden de afgevaardig den der verbondenen eene vergadering welke duurde van 6 lol 8 ure. Maarschalk Foch en generaal Maglinse woonden deze zitting bij. Onnoodig te zeggen, dat er over deze ziiting geene officieele mededeeling gedaan werd. Men verzekerd nochtans dat maarschalk Foch, generaal Degoutte, bevelhebber van het Duitsch bezettingsleger verzocht heeft naar Spa te komen. Generaal Degoutte werd Donderdag morgend te Spa verwacht. Dc Raad besprak de maatregelen welke zouden te nemen zijn mot het oog op de bezetting van het Roergebied, bijaldien de Duitschers zouden weigeren toe te geven. Men kan nog niet zeggen wat de dag van morgen ons brengen zal. De Raad heeft de Duitsche afgevaardigden voor Donderdag middag op eene vergadering genoodigd en zal hen daar mededeelen wat de verbondenen zinnens zijn te doen bijaldien de Duitschers halsstarrig blijven weigeren aan hunne verplichtingen van het vredesver drag te voldoen. De verbondenen zullen waarschijnlijk aan dc Duitschers 24 uren tijd geven om op hunne eischen te antwoor den. Men denkt dat de Duitschers ten slotte toch zullen toegeven, doch dat zij zullen doen opmerken, dat het slechts gedwongen is dat zij zulks doen en dat zij alle verantwoorde lijkheid ontkennen voor het geval, dat deze dwang de kolenvoortbrengst, dus ook de kolenleveringen zonden doen verminderen. Berichten Woensdag avond uit Berlijn ontvangen, hebben er niet weinig toe bijge. dragen, de zenuwachtigheid nog te vérmèer- deren. De nota aan Duitschland Eenultimatum PARIJS 15 Juli. Le Pelit Parisien meldt dat de nota, welke gisteren namiddag in den Hoogeren raad opgesteld werd en he- Weet gij waar hij zich nu ophoudt, vroeg de commissaris Ik weet alleen, dat hij sedert korten tijd hier te Parijs vertoeft, als een uit vreemde landen teruggekeerden gekleed gaat, en dat hij door de zon gebruind is, een donkeren baard en van mijne groote is. Van zijn naam weet gij niets Ik weet alleen dat hij gezegd heeft dat hij graaf Lodewijk Montpellier is. Wij zullen hem dadelijk opsporen en ir. hechtenis laten nemen, want in deze zaak moet licht komen ik twijfel niet, of wij heb ben met een krankzinnige te doen. Ik geloof eerder met een gevaarlijken oplichter. In alle geval is hij gevaarlijk, zeide de commissaris, en liep naar het schel koord, dat bij in beweging bracht. Alles zal spoedig onderzocht worden, ging hij voort, voorloopig willen wij ons van zijn persoon meester maken, opdat hij zich bekend make, en gij niet verder door hem verontrust en bedreigd kunt worden. Zoudt gij hem herkennen, graaf Volgens de nauwkeurige beschrijving, die mijne echtgenoote mij heeflgegeven, zon der twijfel, antwoordde de graaf. Een bediende van den commissaris ver scheen in het kabinet. Men roepe dadelijk den lieer inspecteur, die de namen der vreemdelingen welken in Parijs komen, boekt, beval ue commissaris. De beambte verwijderde zich, en dadelijk U'kd de man biauen, dipn de commissaris wenschte te sprekes- liij boog belecfci voor Iziiu overals en deivgfoaf, den aan de Duitsche afgevaardigden zal over handigd worden, een waar ultimatum is. Duilschland wordt erin uitgenoodigd, het ver drag van Versailles ten uitvoer te brengen voor wat betreft ds kolenleveringen, 't is te zeggen twee miljoen ton kolen per maand. De nota betoont verder, dat zelfs na die leve ring Duitschland er nog veel beter zal voor staan dan Frankrijk, Belgie en Italië. De no ta herinnert er nog aan, dat deze kolenleve- ring enkel in het vredesverdrag van Versail les geschreven werd, als vergoeding voor do vernieling der mijnen in Fransch-Noorden, vernieling welke niet door eenig militair be lang kon verrechtvaardigd worden. Duitschland wordt dus verzocht deze voor* waarde bij te (reden en het prolocool te teeke nen, anders zullen de militaire maatregelen welke genomen zijn hun verloop hebben. De militaire maatregelen. Parijs, 15 Juli. Volgens Le Petit Parmer heeft maarschalk Foch, samen met zijn on. der staf overste, generaal Degoultes en den minister van openbare werken, M. Le Troc- quer, alle maatregelen genomen voor het vervoer en de opmarsch der troepen over den Rhyn De Fransche regimenten zullen vergezeld zijn door Belgische en Engelsche troepen. Een Italiaansch bataljon zal verder het groen svit rood vaandel over den Rhijn laten wapperen. Graaf Sforza heeft hel gisteren uitdrukkelijk verzekerd. Ongetwijfeld is het daarom, dat generaal Mariene gisteren na middag de vergadering der militaire experten bijwoonde. Deze daad van solidariteit zal ongetwijfeld zeer gewaardeerd worden le Parijs, Londen en Brussel, eveneens in andere landen der Entente. Volgens Le Matin heeft M. Giolitti, des- aangaande bij hoogdringendheid gecaad pleegd, onmiddelijk toegestemd. Duitschland zou reeds toegegeven hebben SPA 15 Juli. De bijzondere medewei'* ker van Havas agentschap te Spa. meent te kunnen verzekeren, dat Woensdag avond een der Duitsche afgevaardigden, Dr Bonn, M. Lloyd George in naam der Duilscho afge vaardigden kome nverwiltigen, da', Duilsch land de voorwaarden der Entenle voor wat betreft de levering van twee miljoen ton kolen per maand, aanneemt. Er zijn echter heel wat commentaars rond die aanneming, waar door zij slechts onder voorbehoud mag aan vaard worden. M. Millerand onmiddelijk verwittigd, bcgfd zich bij M. Lloyd George, met wien hij eco lang onderhoud had. Rondom hunne lijken houden de Belgische soldaten de wacht. Op Dinsdag is men in het schietkamp van Forst bij Aken overgedaan tol het kisten der op 11 Augustus 1914 aldaar gefusilleerde Belgische burgers. Men heeft Zaterdag de ontgravingen ten einde gebracht en vijf lijken werden ontdekt; sedert dien heeft men er geene meer ge* vonden. De gevonden lijken zijn deze van Jan Trinon, Henri Fafra, Ghislain Fafra, Willem Akens, Hollander en Jozef Monix, allen ge woond hebbende te Richello. De kleederen der slachtoffers en bijzonder hunne schoenen en kousen zijn wel bewaard gebleven, zoodat de families de indentiteil der ontgravenen zullen kunnen vaststellen. Bij het kisten waren aanwezig luitenanl generaal Ruquoy, bevelhebber van het Bel gisch bezettingsleger en het hoofd van zijn slaf, kolonel Du Bois, verder MM. Anspach, Sedert eenige dagen, inspecteur, moe! zich een uit Amerika komende vreemde te Parijs ophouden, die zegt graaf Lodewijk Montpellier te heeten, zeido de prefect. De inspecteur dacht een oogenblik Da. Daarvan weet ik niets, er zal Izich dus te Parijs zoo iemand niet ophouden, ant woordde hij toen. Het zou mogelijk zijn, dat hij zijn naam zoo niet heeft opgegeven, ging de commissaris voort, misschen vindt gij eerder een spoor, als ik u zeg, dat de vreemde in het oogval lend bruin is, een donkeren baard heeft, van van de groote van deze heer is, en een bonten doek draagt. En een vreemdsoortigen breed* geranden hoed. Juist, viel de graaf in. Hij heeft Zuid-Amerika bereisd, is lan gen tijd in Mexico geweest, en komt nu van New-Orleans Dat is mogelijk. Deze vreemdeling noemt zich echter njet graaf Montpellier, maar anders. Ook dat zou mogelijk zijn, meende den commissaris. fk herinner mij den naam niet meer, maar deze vreemdeling wiens naam ik ge makkelijk in mijne registers kan nazien woont in de nabijheid van den tuin van het Luxembourg in een klein logement. Hebt gij hem gesproken t Ja mijnheer, gisteren. Stel een bevel tot inhechtenisneming op, beval de commissaris, men niosThet mij dade lijk berichten, zoodra r&eb den vreemdeling in het bureau heef( gébracht. .(Vervolgt.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1920 | | pagina 1