w Ge strijd ii vijf milliiei Ce Gonferenoie van Spa. De familie van dan Tsaar. Da zaak dar professors der Duitsche Hoogeschool te Gent Een droevige plechtigheid De oproerbeweging in Ierland - DAGB Dinsdag Juli 1920 Da Belgen doodgeschoten te Aken. Vressslljke ontploffing ts Namsn. Belangrijke aanhoudingen TE SPA. Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Tel. 114 XXVI' JAARGANG NUMMER 158 LAD - 7 CENTIEMEN Uitgever: J. Van Ndffel-Db Gbndt Publiciteit bulten hot Arrondissement Aalst, zicli te wenden tot hét Agentschap Havas,8, Mortelaarplein, te Brussel8, Pl»ce de la Bourse, Parijs en 6. Bream's Buildings Londros E.G.4. H. Marguerita Zon op 4,20, onder 7,54 I Eerste Kwartier den 23 Nieuwe bijzonderheden Duitsche ooggetuigen van de wisselvallig heden van het drama verklaren dat de Krijgs daad die deze ongeluk-kigen geoordeeld heeft, samengesteld was uit den Bestuurder der Gevangenis van Ak$n, den Dominee van dit Gesticht en den Sekrêtaris van den Arbeid in het gevang. De verdediger der beschuldigden was advo- kaat Sonanini, van Aken. Om te eindigen, ziehier wal de Burgemees ter der Gemeente Richelle (Provincie Luik) zegt nopens de aanhouding onzer ongelukkige Jandsgeuooten Na de nederlaag die de Duitschers door toedoen van do Belgische troepen ondergin- gen te Rabosee. moesten de duitsche troepen wijken en gedurende den nacht van den 6 tot den 7Oogst 1914 Richelle voorbijtrekken. Rond dit dorp waren twee duitsche regimen ten gelegerd, die niet medegevochten hadden. Deze twee eenheden, het 25* en 52e Liniere giment, waren aangevoerd door generaal von Massow. Razend en overprikkeld ter wille van den tegenslag dien zij zoo even ondergaan hadden, trokken zij het dorp door onder het lossen van geweerschoten en het luide uiten van bedreigingen gericht aan de bewoners. 't Is op dit oogenblik dat de genoemde Fafra Hendrik, zoon van den veldwachter die uit zijn woning kwam om eieren te halen voor Duitschers die bij zijne ouders ingekwar tierd waren, vastgegrepen en medegesleept werd door de voorbijtrekkende troepen. Op het geschreeuw van zijn zoon kwam de vader Fafra, Willem, buiten en onderging hetzelfde lot. Het gehuil van de teugelooze duitsche krijgsbenden en het geschreeuw der iwee slachtoffers lokten naar de plaats de genoemden Trinon Jan, Akens Willem en Monix Jozef, die op hunne beurt aangerand en medegesleept.wérden. Op de hoogte gebracht van deze feiten, begaf de heer Burgemeester Van Zuylen zich onmiddelijk naar het duitsche kamp om de invrijheidstelling-zijner onderhoorigen te verkrijgen. Hij zelf werd uitgejouwd, op ruwe wijze bejegend en had enkel zijne vrij heid te danken aan het feit dat hij de duitsche taal kende en stellig beloofde de inwoners zijner gemeente te verplichten zich naar het slagveld te begeven en in een gezamenlijk en kuil al de gesneuvelde Duitschers te begra ven. Van dit oogenblik af verloor men het spoor dezer ongelukkigen. Hel is maar in September 1914 dat een priester, die uit Aken terugkeerde, aan den Burgemees- Ier vertelde dat deze vijf inwoners naar Aken gestuurd werden en dat zij wellicht gestorven waren. Deze priester, nopens den- v,eiken ik geen andere inlichtingen kon verkrijgen, heeft verder niets gezegd. Naar aanleiding >an een aanvraag tot pndersteuning van wege de echtgenoote Fafra Willem, eischte het Gemeentebestuur in December 4915 te Aken, een uittreksel der overlijdensakte van den voornoemden. Deze akte die in Januari 1916 toekwam, droeg voor alle melding Gestorven den 11 Augustus 1914 op het schietplein l® Aken. Het is maar in December 1919 dat de soortgelijke bewijsstukken, door de gemeen te Richelle gevraagd, haar toegezonden wer den met dezelfde melding, aangaande Fafra Hendrik, Trinon Jan, Akens Willem en Monix Jozef. Hierna de vereenzelviging der vijf slachtoffers Fafra Willem-Jozef, geboren te Richelle den 1 Augustus 1858, veldwachter. 9® Vervolg. Nadat de oude vrouw eenigen tijd op de flesch liet oog gevestigd had, kreeg zij weer Just om te drinken. Al krijgt zij er niets van, flat hindert niet, bromde zij en dronk zoolang lot dal de fiesch ledig was toen ging zij zit- len. om eerst wat uit te rusten. In dezen tijd liep Judas vol angst en be zorgdheid naar het slot. Toen Judas aan het kasteel kwam, durfde hij zich niet aan melden, hij bleef in den tuin staan. De gravin zag uit hare kamer den bosch wachter staan en ging dadelijk naar beneden daar zij vermoedde dat hij iets gewichtigs te melden had. Wat zoekt gij hier in het park vroeg de gravin toen zij voor Judas stond. Ik wilde uwe genade het bericht bren gen, dat... dat... wij waren daar gedurende Sen dag boven in het jachtslot, en hadden de •deur gesloten, maar... Engeline vroeg de gravin van een angstig vermoeden. Is weg, uwe genade. Weg Waarheen Wij weten het niet, uwe gedade, terwijl wij naar het slot wareu, is zij achter door het raam geklommen. En de ververschingen, die wij voor. haar gezonden hebben St^an nog voor ons huis, zooals zij daar lijn neergezet. Fafra Hendrik-Jozef, geboren te Richelle den 10 November 1892, waperiróóker, ongehuwd. Trinon Jan-Jo.ris-Frans, geboren te Ri chelle den 22 april 1865, koster en ontvan ger van het Weldadigheidsbureel. Akens Willem, geboren te Margraeten (Holland) den 20Augustus 1858, land werker. Monix Jozef-Cornelius, geboreh te Bom- baye, den 14 Augustus 1876, schrijnwer- kersgast. Het onderzoek wordt voortgezet. Het neerhalen der Fransche flag te Berlijn Oe dader aangehouden. Aan de bemoeiingen van de policie is het gelukt, den dader, die de Fransche vlag van het gezantschapsgebouw op 14 Juli heeft neergehaald, op te sporen en in hechtenis té nemen. De dader heeft bekend. Hij werd bij zijn ouders aangehouden. Het is de 21jariige monteur Paul Krze- minskl. Een nader verhoor van den dader door de policie is nog gaande. De Pruisische minister van binnenlandsche zaken, heeft twee ambtenaren, die voor de ontoereikendheid van de genomen veilig heidsmaatregelen verantwoordelijk waren ontslagen. De Reichswehr doet eerherstel. De staatssecretaris van buitenlandsche za ken en de plaatsvervanger van den hoofd commissaris van policie, hebben Vrijdag middag een bezoek gebracht aan den Fran- schen gezant om officieel hun leedwezen uit te spreken over de beleedigjng van de Fran sche vlag en mee te deèién dat de dader aangehovden. M. de Marcilly, omringd van generaal Nolet admiraal Dumesnil, officieren en zijn gevolg, ontving M. von Haniel. Hij zegde dat zulke stap hem en degene, die er het voorwerp van waren, eerde. De veiligheidspolitie had de Pariser Plalz afgezet. Tien minuten nadien kwamen 150 man der Reichswehr, door een officier te paard.aangeleid naar het gezantsehap. De Fransche vlag werd geheschén en de soldaten boden de wapens. Fransche officieren uitgefloten Het aanrukken der rijksweercompagnie werd door de talrijke menigte met fluiten en foei geroep begroet en dit nam nog toe, toen de compagnie front maakte. De stemming sloeg evenwel geheel om, toen de compagnie bij het afmaarcheeren het leid rDeutschland, Deutschland, über alles aanhief. Het publiek stemde terstond mede in. De beloogingen duurden nog lang na het aftrekken der rijksweer voort. Eenige Fran sche officieren werden uitgefloten. Naar ver luidt, beraamt men nieuwe nationalistische manifestaties. Parijs, 18 Juli. De Intransigeant meent te knnnen bevestigen dat, ten gevolge der nieuwe te Berlijn voorgevallen incidenten die plaats hadden voor de Fransche ambas sade. M. de Marcilly verontschuldigingen heeft geeischt van de officieren van het deta chement en de bestraffing van den bevelheb ber, die verantwoordelijk is voor zijne mannen. Een ooggetuige verhaalt hoe zij levend verbrand werd. Dobrowilz, heeft bevestigd, dat hij als ooggetuige de Tsarin, haar zoontje en de groot-hertoginnen levend heeft zien omkomen te midden der viammen. Zij is ontvlucht... dat is ongehoord zeide de gravin bleek van schrik. Judas stond, nu hij de hevige gemoedsbe weging van de gravin zag, in de verwachting dat een storm zou losbreken. Boschwachter, zeide de gravin tot Judas het is mogelijk, dat ik uwe verklaring aan gaande het ondankbare kind noodig heb ik wensch, dat gij dan de volle waarheid zegt. Mijn geduld en goedheid zijn nu ten einde. Zij wenkte met de hand, ten teeken, dat Judas kon gaan en liep over den grintweg naar het slot terug. De boachwachter echter was blij, dat alles zoo gemakkelijk was afgeloópeu en verliet dadelijk het kasteel, Het werd reeds donker, toen hij zijn hut naderde. Plotseling bleef hij slaap, het was hem, als hoor-de hij een licht zuchten en steunèn, zopj» als de zwakke laatste geluiden van een Ster vende. Judas luisterde vanwgar kwamen de doffe, zwakke geluiden Kwahien zij uit het huis Hij liep snel naar de voordeur, maar de korf met verfrisscliingen was Vveg. Hé, vrouw, riep hij in hujs, waar zijt gij wie steunt hier toch' ïoo tóiücht Er kwam geen antwóórd, h*et zuchten en steunen ging echter voort. Waar zijt gij toch t riep ffe boschwach ter, en deed de achterdeur van (iet huis öpbn. Verschrikt deinsde hij achteruilhij aanschouwde iets vreeséliiks. Zijne vróuw lag tfrèrvende op den De Tsaar was reeds vermoord. Met de bojschewiki begaf Dobrpwijz zich naar het huls waar de tsaren-Tamilie woonde. De keizerin, de kroonprin$ en de hertogfinnen stonden op den stoep. c Vrouw Romanoff, zpo sprak Y.akowieff. de sovjet-commissaris die de familie moest bewaken, de keizerin ontsnapt niet aan de gerechtigheid van het volk. De Tsarin drukte haar zoontje aan haar hart en zegde met smeekende stem Ge moogt mij het leven ontnemen, maar mijn zoon is onschuldig aan al de misdaden die gij hem verwijt. Waarom wilt ge hem dooden Welke fout heeft hij bedreven In naam der gerechtigheid, in naam van het medelijden, spaar dit ongelukkig kind, spaar de vrouwen die mij Omringen en die nooit uw vijandinnen waren. Aangezien ge een hoofd wilt hebben, neemt het mijne, na dit van uwen Tsaar. Hebt ge nog niet genoeg aan twee gekroonde hoofden? De sovjet heeft u ter dood veroordeeld, u en uw familie», luidde hot antwoord van den beul, die ondanks al zijn wreedheid toch onder den-indruk was der waardige houding van de moedige vrouw. De keizerin boog het hoofd en omhelsde vurig haar zoon. Het volk uitte daarop doodskreten. Men trok naar het boscli. De kroonprins snikte. Ook de hertoginnen weenden, maar de kei zerin stapte moedig met opgeheven hoofd. Deverienko, de matroos die sedert jaren aan den persoon van den prins gehecht was en hem niet verlaten wilde, was door de moordenaars geblinddoekt. Telkens hij strui kelde, werd hij met bajonetten doorstoken. Eenige honderden meters verder viel hij om niet meer op te staan. Spoedig was een brandstapel gemaakt. Het schuim, door vrouwen 'geholpen, greep toen de slachtoffers en duwde hen in de viammen. Wanneer er iemand uit de vlam men wegsprong, werd het slachtoffer door twintig bajonetten tegelijk er terug ingeduwd. De groot-hertogin l'atiana ontliep driemaal den brandstapel, tot zij doorstoken dood ten gronde viel. De Tsarin en de Tsarewitch gingen met vastberaden stap de vlammen in. Zij omstren gelden elkander. De vlammen omringden hen. Zij storten spoédig neer om niet meer op te staan. Voor het afgrijselijfcschouwspel vielDobro- witz op de knieën, ten prooi aan een onbe schrijflijke aandoening. Verklaringen van M. Millar and Aan de journalisten verklaarde M. Mille- rand op het oogenblik van te vertrekken. Ik ben voldaan over de resultaten der conterentie. Evenwel zal mijn voldoening pas geheel zijn na Génève. En inderdaad beeft de, conferentie van Spa voornamelijk als doel gehad, die te Génève voor te bereiden. Na tuurlijk is de oplossing van de kolenkwestie van dien aard, dat zij ons voldoening schenkt maar de kwestie der schadeloosstelling is niet minder belangrijk. De conferencie te Spa heeft die kwestie op zeer gelukkige wijze voorbereid. De kwestie der schadeloosstelling zal zeer langdurig, zeer moeilijk, en zonder twijfel netelig zijn. Al de wijsheid der geallieerden zal noodig zijn om dat groote probleem op billijke wijze op te lossen. De FranscSie bladen zijn ontevreden De Fransche pers is in 't algemeen onte vreden over den uitslag der conferencie te Spa. Zij wijzen er op dat de voornaamste kwestie, namelijk de Duitsche vergoeding, zelfs niet is aangeroerd. De geallieerde en en had vreeselijk door woede en pijn ge kweld, om zich heen geslagen, de geheele kort met de verfrisschingen omgestooten, de flesch met wijn gebroken en de ingemaakte vruchten verstrooid. Het schuim stond den stervende op den wijdgeopenden mond, hare lippen en haar geheele gezicht waren onkenbaar blauw, de handen stonden krom en alle spieren van het lichaam waren door den doodsangst te sa men getrokken. Niemand bad haar gehoord, niemand had haar bijgestaan. Naast haar lag de leege karaf, waarin de voor Engeline bestemde limonade geweest was. Judas zeide tot zichzelf, dat zijne vrouw verhit was geweest en te haastig den koelen drank had gebruikt, en dat zij tengevolge daarvan eenè beroerte had gekregen. Hij droeg haar op het ledige bed in de ka mer.... zij verroerde zich niet meer zij was dood. De ongelukkige Judas vergoot geen traan, elk menschelijk getoeï was hem vréémd, hij liet de oude vrouw op het bed liggen en ging haar de kroeg. De herbergier en nog eenige jonge lieden, gingen daarna met deif boscttwachtér naar de Hut, om de dftode\e zienen allen waren van meenirfg dat de oude Vróuw eene beroerte had gehad. VIERDE HOOFDSTUK Het proces over het testament D®n volgenden dag na de inhechtnispeming gront^werd dé vreemdeling in de kamer tan den. Duitsche deskundigen zullen dit binnen 14 dagen te Génève doen. Mon vraagt zich at waarom Zwitserland daartoe gekozen werd en meent, dat het den Duitsohers in België te heel onder de voeten werd en men een pand wilde verschaffen voor de internationale finan ciers, wier medewerking men hoopt te ver werven voor de mobilisatie der vergoeding. M. Delacroix beeft aan M. Bourgeois tele grafisch voorgesteld de conferentie te Brussel pas 15 September te beleggen. Vermoedelijk gaat de Volkenbond daarmee mede. De bladen betreuren ook dit uitstel van de bepaling der vergoeding. De Figaro meent, dat het minste wat men kan zeggen, is; de toestand blijft verward en verontrustend de geallieerden hebben alle middelen van verzoening en daarna van dwang uitgeput. De Duitschers stelden tegen over beide de kracht der traagheid. De Eclair waarschuwt voor optimisme in zake de bezetting van hel Roergebied, als de Duitschers 15 Novemher niet 6 miiioen ton kolen geleverd hebben. Het blad vraagt zullen wij over 3 maanden nog - onze dreige menten kunnen uitvoeren, ingeval dit noodig zou zijn Petit Parisien zegt dat M. Millerand op het onverbiddelijk verzet van M. Lloyd Geor ge stootte toen hij voorstelde dat naar luid van het verdrag van Versailles, de Duitsche kolen zouden geleverd worden aan den bin- nenlandschen prijs van het rijk. Sys/N/NA- Uitspraak. Zaterdag avond liep deze zaak ten einde De volgende straffen werden uitgesproken DE BRUYCKER 5 jaar gevang met onmiddellijke aanhouding. MEES 2 jaar gevang. DOSFEL 10 jaar gevang. DE JAEGERE 2 jaar gevang. Solidairlijk tot het betalen van 10.000 fr. aan den staat. Na de uitspraak deden er zich vóór het paleis van justicie tusschengevallen voor, Verscheidene aanhoudingen werden TE ROSSIGNOL Heden heeft de grootsche plechtigheid plaats gehad van het overbrengen van het stoffelijk overschot der 117 gefusiljeerden te Rossignol in Augustus 1914. De stad is 't allen kanten bevlagd en ver sierd. Het weder is niet gunstig. Rond 2 ure komen op de Leopoldplaats de geschutstuk- ken aan, die van het kerkhof aangereden komen, met een veertigtal kisten, met het nationale vlag bedekt, en elk drie lijken inhouden. De troepen vergezellen de lijkstoet. De straatlantaars zijn men zwart omfloersd. Heel den dag heeft het indrukwekkend defi- leeren van een zeer talrijk publiek voor de doodskisten plaats gehad. Deze waren over* laden met bloemen en kromen. Het was half 2 wanneer de overheden het verhoog beklommen. Wij bemerkten er MM. Wauters minister van arbeid, in vervanging van M. Jaspar; de Favereau voorzitter van den Senaat; Brunet voorzitter van de Kamer; de senatoren Speyer Orban de Xivry en de Pitteurs; de volksver tegenwoordigers Ozeray, Baudruy, Golleaux, Poncelet, de Limburg-Stirum, du Bua de Warnaffe; de graaf de Briey, gouverneur der provincie; de Fransche géneraal Messimy, oud-minister van oorlog; generaal Paulinier, hoofd van het legerkorps van Nancy; gene- commissaris gebracht, die het interessante geval van zulk een bedrog, met zekere span ning tegemoet zien. Ook de verschijning van de verdachte, wekte zijne belangstelling. Deze man in zijne vreemdsoortige kleeding met zijn ernstig, door de zon verbrand ge zicht, met de kalme bijna waardige houding, kon wel voor een fortuinzoeker doorgaan, voor een gevaarlijken bedrieger zou niemand hem echter aanzien. De commissaris echter, was door de ondervinding er toe gekomen, om zulke lieden juist voor de gevaarlijkste te houden. Nadat Lodewijk Montpellier was voorge bracht vroeg de commissaris hem, hoe hij heette. Lodewijk, antwoordde (Je vreemdeling onverschrokken, gij zijt de cofomiss&ris van policie vervolgde hij u hebt ipij in hechte nis latqn'nemen zonder twijfel kent u dus mijn naam. Ik ben de graaf L'odewijk Mont pellier, De graaf heeft dus gelijk, dacht de com missaris. Gij zijt de graaf Montpellier, ver volgde bij maar gij hebt u zöo niet ge noemd, toen gij hier heen kwaamt. Ik heb mij zoo genoemd» maar in.mijne papieren, luidt mijn naatp Alexander Dutex. Hoe kan dat, dat gij Dulex heet, ën u graaf Lodewijk Moijtpélliernoemt Ik ben de eenige neef van dén overledene graaf Montpellier. Twaalf jaren geleüeh ver liet ik Europa en doorreisde Amerika. Daar legde ik mijn adelijken naam af, die mjj in die landen meer hinderlijk dgn bevorderlijk scheen, en noemde mij Alexander Dulex,, raai Régnault, van het koloniaal leger; Mgr. Ginisty, bisschop van Verdun: M. MoUard» minister van Frankrijk, te Luxemburg; onder prefekten van Longwy, Briey en Thionville; M. Reuter hoofd van het Luxem- burgsch gouvernement; de graaf van Ansem- burg, minister van het groot-hertogdom, te Brussel, enz., enz. Koning Albert is de lijken komen groeten en bracht eene roerende hulde aan de onge lukkige slachtoffers. Na hem spraken ook nog MM.Tesch burgemeester, generaal, Messimy namens de Fransche regeering, de Luxem- burgsche staatsminister Reuter, namens het Groot Hertogdom. Een dood®. Vior gekwetsten. Zaterdag avond had in de werkhuizen van Saint Eloi een vreeselijk ongeluk plaats. Verscheidene werklieden waren er bezig oud ijzer in de smeltovens te gieten, toen eene vreeselijke ontploffing plaats had. Een obus was tusschen het oud ijzer in den oven geraakt. Een der werklieden werd het hoofd gedeel telijk afgerukt en bleef op den slag dood. Vier andere werklieden werden min of meet erg gekwetst. De lersche censuur. Al de officieele documenten, door de Sinn- Feiners weggehaald bij bunnen raid op hel hoofdpostbureel te Dublijn, zijn teruggezon den met het opschrift e Geopend door de lersche censuur De bladen gewagen van de toenemends beweging van Sinn-Fein in de Noordelijke districten, met name in Donegal, waar po gingen aangewend worden om de policie en de militairen, wier macht onlangs versterkt is, uit le hongeren. Een trein met levensmiddelen van London derry naar Burtonport werd aangevallen, de beambten aangehouden en de voedingsmid delen in de naburige rivier geworpen. Later mocht de trein doorrijden, zonder het voedsel voor de policiemacht. Ook op andere wijze tracht men de policie en de militairen voedsel te onthouden. Op de statie Inneskeen is een passagiers- trein opgehouden. De machinist en stoker zijn weggevoerd in een auto en de trein is vervolgens naar zijn bestemming gebracht. 50 gewapende mannen hebben den post trein van Donoghmore naar Tyrone opgö' houden en al de brieven voor de policie ei het leger bestemd, ontvoerd. Zaterdag avond zag de Jbediende eenei garage twee verdachie kerels uit de garage komen. Dadelijk kreeg bij vermoedens, liep naar de plaats waar zijne kleederen bingen en stelde vast dat zijne brieventesch verdsvenen was. De bestolene sprong op een rijwiel en reed de twee verdachte kerels achterna. Hij vond een hunner nabij den Pouhon en deed hem aanhouden. Op het policiebureel werd hij afgetast. De brieventesch werd niet teruggevonden, doch in een zijner zakken vond men een bankbriefje dat gescheurd was en door den bediende onmiddelijk herkend werd. Men ging dan op zoek achter den anderen kerel en deze werd nabij de statie aangehou- den. In dezes bezit vond men eene som van 8000 fr. en eene groote hoeveelheid diaman ten en briljanten. De twee kerels, twee Franschen, werden naar het gevang van Verviers overgebracht. Gij beweert, de erfgenaam van den gestorven graaf Montpellier te zijn Ja, mijnheer de commissaris, ik ben de erfgenaam van mijn oom. Weet gij, dat de erfgenaam van den graat Monpellier sedert lang in het bezit van het^slot en de nalatenschap is Ik weet het sedert gisteren. Eu wat zegt gij daarvan Ik zeg dat men mij beproefd heeft, mij te bedriegen, mij mijne erfenis te ontnemen, omdat men mij voor dood hield. Datzelfde beweert van u de heer van het kasteel Montpellier. En daarop heelt men mij zonder aan klacht in hechtenis genomen, hij is mij te vlug geweest, ik begrijp nu alles. Ik ken de zen vermeenden erfgenaam niet, die zijn rol zoolang, met groote bekwaamheid gespeeld heeftik heb slechts de voormalige huis. houdster Agatha Leroux als gravin terugge vonden. Deze erfgenaam is op grond van een testament erkend geworden, er rust daarom een zware verdenking op u. Dat testament is vervalscht, hel is niet het echte, het goede. Hebt gij bewijzen voor uwe bewering Een eigenhandig afschrift van mijn oom van het echte testament, dat eerst eenige weken geleden door mij ontvangen is, nadat het langer dan twee jaren onderweg is ge weest. Dat zou zeker een wapen voor u zijn. Waar hebt gij het afschrift van het testament» dat gij het echte noemt X (Vervolgt.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1920 | | pagina 1