w
Ge strijd ii vijf milliiei
Ce Gonferenoie van Spa.
De familie van dan Tsaar.
Da zaak dar professors der
Duitsche Hoogeschool te Gent
Een droevige plechtigheid
De oproerbeweging in Ierland
- DAGB
Dinsdag
Juli 1920
Da Belgen doodgeschoten te Aken.
Vressslljke ontploffing ts Namsn.
Belangrijke aanhoudingen
TE SPA.
Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Tel. 114
XXVI'
JAARGANG NUMMER 158
LAD - 7 CENTIEMEN
Uitgever: J. Van Ndffel-Db Gbndt
Publiciteit bulten hot Arrondissement Aalst, zicli te wenden tot hét Agentschap Havas,8, Mortelaarplein, te Brussel8, Pl»ce de la Bourse, Parijs en 6. Bream's Buildings Londros E.G.4.
H. Marguerita
Zon op 4,20, onder 7,54 I
Eerste Kwartier den 23
Nieuwe bijzonderheden
Duitsche ooggetuigen van de wisselvallig
heden van het drama verklaren dat de Krijgs
daad die deze ongeluk-kigen geoordeeld heeft,
samengesteld was uit den Bestuurder der
Gevangenis van Ak$n, den Dominee van dit
Gesticht en den Sekrêtaris van den Arbeid
in het gevang.
De verdediger der beschuldigden was advo-
kaat Sonanini, van Aken.
Om te eindigen, ziehier wal de Burgemees
ter der Gemeente Richelle (Provincie Luik)
zegt nopens de aanhouding onzer ongelukkige
Jandsgeuooten
Na de nederlaag die de Duitschers door
toedoen van do Belgische troepen ondergin-
gen te Rabosee. moesten de duitsche troepen
wijken en gedurende den nacht van den 6
tot den 7Oogst 1914 Richelle voorbijtrekken.
Rond dit dorp waren twee duitsche regimen
ten gelegerd, die niet medegevochten hadden.
Deze twee eenheden, het 25* en 52e Liniere
giment, waren aangevoerd door generaal
von Massow. Razend en overprikkeld ter
wille van den tegenslag dien zij zoo even
ondergaan hadden, trokken zij het dorp door
onder het lossen van geweerschoten en het
luide uiten van bedreigingen gericht aan de
bewoners.
't Is op dit oogenblik dat de genoemde
Fafra Hendrik, zoon van den veldwachter
die uit zijn woning kwam om eieren te halen
voor Duitschers die bij zijne ouders ingekwar
tierd waren, vastgegrepen en medegesleept
werd door de voorbijtrekkende troepen.
Op het geschreeuw van zijn zoon kwam
de vader Fafra, Willem, buiten en onderging
hetzelfde lot. Het gehuil van de teugelooze
duitsche krijgsbenden en het geschreeuw der
iwee slachtoffers lokten naar de plaats de
genoemden Trinon Jan, Akens Willem en
Monix Jozef, die op hunne beurt aangerand
en medegesleept.wérden.
Op de hoogte gebracht van deze feiten,
begaf de heer Burgemeester Van Zuylen zich
onmiddelijk naar het duitsche kamp om de
invrijheidstelling-zijner onderhoorigen te
verkrijgen. Hij zelf werd uitgejouwd, op
ruwe wijze bejegend en had enkel zijne vrij
heid te danken aan het feit dat hij de duitsche
taal kende en stellig beloofde de inwoners
zijner gemeente te verplichten zich naar het
slagveld te begeven en in een gezamenlijk en
kuil al de gesneuvelde Duitschers te begra
ven.
Van dit oogenblik af verloor men het
spoor dezer ongelukkigen. Hel is maar in
September 1914 dat een priester, die
uit Aken terugkeerde, aan den Burgemees-
Ier vertelde dat deze vijf inwoners naar
Aken gestuurd werden en dat zij wellicht
gestorven waren. Deze priester, nopens den-
v,eiken ik geen andere inlichtingen kon
verkrijgen, heeft verder niets gezegd.
Naar aanleiding >an een aanvraag tot
pndersteuning van wege de echtgenoote
Fafra Willem, eischte het Gemeentebestuur
in December 4915 te Aken, een uittreksel
der overlijdensakte van den voornoemden.
Deze akte die in Januari 1916 toekwam,
droeg voor alle melding
Gestorven den 11 Augustus 1914 op
het schietplein l® Aken.
Het is maar in December 1919 dat de
soortgelijke bewijsstukken, door de gemeen
te Richelle gevraagd, haar toegezonden wer
den met dezelfde melding, aangaande Fafra
Hendrik, Trinon Jan, Akens Willem en
Monix Jozef.
Hierna de vereenzelviging der vijf
slachtoffers
Fafra Willem-Jozef, geboren te Richelle
den 1 Augustus 1858, veldwachter.
9® Vervolg.
Nadat de oude vrouw eenigen tijd op de
flesch liet oog gevestigd had, kreeg zij weer
Just om te drinken. Al krijgt zij er niets van,
flat hindert niet, bromde zij en dronk zoolang
lot dal de fiesch ledig was toen ging zij zit-
len. om eerst wat uit te rusten.
In dezen tijd liep Judas vol angst en be
zorgdheid naar het slot.
Toen Judas aan het kasteel kwam, durfde
hij zich niet aan melden, hij bleef in den tuin
staan.
De gravin zag uit hare kamer den bosch
wachter staan en ging dadelijk naar beneden
daar zij vermoedde dat hij iets gewichtigs te
melden had.
Wat zoekt gij hier in het park vroeg
de gravin toen zij voor Judas stond.
Ik wilde uwe genade het bericht bren
gen, dat... dat... wij waren daar gedurende
Sen dag boven in het jachtslot, en hadden de
•deur gesloten, maar...
Engeline vroeg de gravin van een
angstig vermoeden.
Is weg, uwe genade.
Weg Waarheen
Wij weten het niet, uwe gedade, terwijl
wij naar het slot wareu, is zij achter door het
raam geklommen.
En de ververschingen, die wij voor.
haar gezonden hebben
St^an nog voor ons huis, zooals zij daar
lijn neergezet.
Fafra Hendrik-Jozef, geboren te Richelle
den 10 November 1892, waperiróóker,
ongehuwd.
Trinon Jan-Jo.ris-Frans, geboren te Ri
chelle den 22 april 1865, koster en ontvan
ger van het Weldadigheidsbureel.
Akens Willem, geboren te Margraeten
(Holland) den 20Augustus 1858, land werker.
Monix Jozef-Cornelius, geboreh te Bom-
baye, den 14 Augustus 1876, schrijnwer-
kersgast.
Het onderzoek wordt voortgezet.
Het neerhalen der Fransche flag
te Berlijn
Oe dader aangehouden.
Aan de bemoeiingen van de policie is het
gelukt, den dader, die de Fransche vlag van
het gezantschapsgebouw op 14 Juli heeft
neergehaald, op te sporen en in hechtenis té
nemen. De dader heeft bekend. Hij werd bij
zijn ouders aangehouden.
Het is de 21jariige monteur Paul Krze-
minskl. Een nader verhoor van den dader
door de policie is nog gaande.
De Pruisische minister van binnenlandsche
zaken, heeft twee ambtenaren, die voor de
ontoereikendheid van de genomen veilig
heidsmaatregelen verantwoordelijk waren
ontslagen.
De Reichswehr doet eerherstel.
De staatssecretaris van buitenlandsche za
ken en de plaatsvervanger van den hoofd
commissaris van policie, hebben Vrijdag
middag een bezoek gebracht aan den Fran-
schen gezant om officieel hun leedwezen uit
te spreken over de beleedigjng van de Fran
sche vlag en mee te deèién dat de dader
aangehovden.
M. de Marcilly, omringd van generaal
Nolet admiraal Dumesnil, officieren en zijn
gevolg, ontving M. von Haniel. Hij zegde
dat zulke stap hem en degene, die er het
voorwerp van waren, eerde.
De veiligheidspolitie had de Pariser Plalz
afgezet. Tien minuten nadien kwamen 150
man der Reichswehr, door een officier te
paard.aangeleid naar het gezantsehap. De
Fransche vlag werd geheschén en de soldaten
boden de wapens.
Fransche officieren uitgefloten
Het aanrukken der rijksweercompagnie
werd door de talrijke menigte met fluiten
en foei geroep begroet en dit nam nog toe,
toen de compagnie front maakte.
De stemming sloeg evenwel geheel om,
toen de compagnie bij het afmaarcheeren het
leid rDeutschland, Deutschland, über alles
aanhief. Het publiek stemde terstond mede
in.
De beloogingen duurden nog lang na het
aftrekken der rijksweer voort. Eenige Fran
sche officieren werden uitgefloten. Naar ver
luidt, beraamt men nieuwe nationalistische
manifestaties.
Parijs, 18 Juli. De Intransigeant
meent te knnnen bevestigen dat, ten gevolge
der nieuwe te Berlijn voorgevallen incidenten
die plaats hadden voor de Fransche ambas
sade. M. de Marcilly verontschuldigingen
heeft geeischt van de officieren van het deta
chement en de bestraffing van den bevelheb
ber, die verantwoordelijk is voor zijne
mannen.
Een ooggetuige verhaalt hoe zij
levend verbrand werd.
Dobrowilz, heeft bevestigd, dat hij als
ooggetuige de Tsarin, haar zoontje en de
groot-hertoginnen levend heeft zien omkomen
te midden der viammen.
Zij is ontvlucht... dat is ongehoord
zeide de gravin bleek van schrik.
Judas stond, nu hij de hevige gemoedsbe
weging van de gravin zag, in de verwachting
dat een storm zou losbreken.
Boschwachter, zeide de gravin tot Judas
het is mogelijk, dat ik uwe verklaring aan
gaande het ondankbare kind noodig heb
ik wensch, dat gij dan de volle waarheid zegt.
Mijn geduld en goedheid zijn nu ten einde.
Zij wenkte met de hand, ten teeken, dat
Judas kon gaan en liep over den grintweg
naar het slot terug.
De boachwachter echter was blij, dat alles
zoo gemakkelijk was afgeloópeu en verliet
dadelijk het kasteel,
Het werd reeds donker, toen hij zijn hut
naderde.
Plotseling bleef hij slaap, het was hem, als
hoor-de hij een licht zuchten en steunèn, zopj»
als de zwakke laatste geluiden van een Ster
vende.
Judas luisterde vanwgar kwamen de
doffe, zwakke geluiden Kwahien zij uit het
huis
Hij liep snel naar de voordeur, maar de
korf met verfrisscliingen was Vveg.
Hé, vrouw, riep hij in hujs, waar zijt
gij wie steunt hier toch' ïoo tóiücht
Er kwam geen antwóórd, h*et zuchten en
steunen ging echter voort.
Waar zijt gij toch t riep ffe boschwach
ter, en deed de achterdeur van (iet huis öpbn.
Verschrikt deinsde hij achteruilhij
aanschouwde iets vreeséliiks.
Zijne vróuw lag tfrèrvende op den
De Tsaar was reeds vermoord. Met de
bojschewiki begaf Dobrpwijz zich naar het
huls waar de tsaren-Tamilie woonde. De
keizerin, de kroonprin$ en de hertogfinnen
stonden op den stoep.
c Vrouw Romanoff, zpo sprak Y.akowieff.
de sovjet-commissaris die de familie moest
bewaken, de keizerin ontsnapt niet aan de
gerechtigheid van het volk.
De Tsarin drukte haar zoontje aan haar
hart en zegde met smeekende stem
Ge moogt mij het leven ontnemen, maar
mijn zoon is onschuldig aan al de misdaden
die gij hem verwijt. Waarom wilt ge hem
dooden Welke fout heeft hij bedreven In
naam der gerechtigheid, in naam van het
medelijden, spaar dit ongelukkig kind, spaar
de vrouwen die mij Omringen en die nooit
uw vijandinnen waren.
Aangezien ge een hoofd wilt hebben,
neemt het mijne, na dit van uwen Tsaar.
Hebt ge nog niet genoeg aan twee gekroonde
hoofden?
De sovjet heeft u ter dood veroordeeld, u
en uw familie», luidde hot antwoord van
den beul, die ondanks al zijn wreedheid toch
onder den-indruk was der waardige houding
van de moedige vrouw. De keizerin boog het
hoofd en omhelsde vurig haar zoon.
Het volk uitte daarop doodskreten. Men
trok naar het boscli. De kroonprins snikte.
Ook de hertoginnen weenden, maar de kei
zerin stapte moedig met opgeheven hoofd.
Deverienko, de matroos die sedert jaren
aan den persoon van den prins gehecht was
en hem niet verlaten wilde, was door de
moordenaars geblinddoekt. Telkens hij strui
kelde, werd hij met bajonetten doorstoken.
Eenige honderden meters verder viel hij om
niet meer op te staan.
Spoedig was een brandstapel gemaakt.
Het schuim, door vrouwen 'geholpen, greep
toen de slachtoffers en duwde hen in de
viammen. Wanneer er iemand uit de vlam
men wegsprong, werd het slachtoffer door
twintig bajonetten tegelijk er terug ingeduwd.
De groot-hertogin l'atiana ontliep driemaal
den brandstapel, tot zij doorstoken dood ten
gronde viel.
De Tsarin en de Tsarewitch gingen met
vastberaden stap de vlammen in. Zij omstren
gelden elkander. De vlammen omringden
hen. Zij storten spoédig neer om niet meer
op te staan.
Voor het afgrijselijfcschouwspel vielDobro-
witz op de knieën, ten prooi aan een onbe
schrijflijke aandoening.
Verklaringen van M. Millar and
Aan de journalisten verklaarde M. Mille-
rand op het oogenblik van te vertrekken.
Ik ben voldaan over de resultaten der
conterentie. Evenwel zal mijn voldoening pas
geheel zijn na Génève. En inderdaad beeft de,
conferentie van Spa voornamelijk als doel
gehad, die te Génève voor te bereiden. Na
tuurlijk is de oplossing van de kolenkwestie
van dien aard, dat zij ons voldoening schenkt
maar de kwestie der schadeloosstelling is
niet minder belangrijk. De conferencie te Spa
heeft die kwestie op zeer gelukkige wijze
voorbereid. De kwestie der schadeloosstelling
zal zeer langdurig, zeer moeilijk, en zonder
twijfel netelig zijn. Al de wijsheid der
geallieerden zal noodig zijn om dat groote
probleem op billijke wijze op te lossen.
De FranscSie bladen zijn ontevreden
De Fransche pers is in 't algemeen onte
vreden over den uitslag der conferencie te
Spa. Zij wijzen er op dat de voornaamste
kwestie, namelijk de Duitsche vergoeding,
zelfs niet is aangeroerd. De geallieerde en
en had vreeselijk door woede en pijn ge
kweld, om zich heen geslagen, de geheele
kort met de verfrisschingen omgestooten, de
flesch met wijn gebroken en de ingemaakte
vruchten verstrooid.
Het schuim stond den stervende op den
wijdgeopenden mond, hare lippen en haar
geheele gezicht waren onkenbaar blauw, de
handen stonden krom en alle spieren van het
lichaam waren door den doodsangst te sa
men getrokken. Niemand bad haar gehoord,
niemand had haar bijgestaan.
Naast haar lag de leege karaf, waarin de
voor Engeline bestemde limonade geweest
was.
Judas zeide tot zichzelf, dat zijne vrouw
verhit was geweest en te haastig den koelen
drank had gebruikt, en dat zij tengevolge
daarvan eenè beroerte had gekregen.
Hij droeg haar op het ledige bed in de ka
mer.... zij verroerde zich niet meer zij was
dood.
De ongelukkige Judas vergoot geen traan,
elk menschelijk getoeï was hem vréémd, hij
liet de oude vrouw op het bed liggen en ging
haar de kroeg.
De herbergier en nog eenige jonge lieden,
gingen daarna met deif boscttwachtér naar de
Hut, om de dftode\e zienen allen waren van
meenirfg dat de oude Vróuw eene beroerte had
gehad.
VIERDE HOOFDSTUK
Het proces over het testament
D®n volgenden dag na de inhechtnispeming
gront^werd dé vreemdeling in de kamer tan den.
Duitsche deskundigen zullen dit binnen 14
dagen te Génève doen. Mon vraagt zich at
waarom Zwitserland daartoe gekozen werd en
meent, dat het den Duitsohers in België te
heel onder de voeten werd en men een pand
wilde verschaffen voor de internationale finan
ciers, wier medewerking men hoopt te ver
werven voor de mobilisatie der vergoeding.
M. Delacroix beeft aan M. Bourgeois tele
grafisch voorgesteld de conferentie te Brussel
pas 15 September te beleggen. Vermoedelijk
gaat de Volkenbond daarmee mede.
De bladen betreuren ook dit uitstel van de
bepaling der vergoeding.
De Figaro meent, dat het minste wat men
kan zeggen, is; de toestand blijft verward en
verontrustend de geallieerden hebben alle
middelen van verzoening en daarna van
dwang uitgeput. De Duitschers stelden tegen
over beide de kracht der traagheid.
De Eclair waarschuwt voor optimisme in
zake de bezetting van hel Roergebied, als de
Duitschers 15 Novemher niet 6 miiioen ton
kolen geleverd hebben. Het blad vraagt
zullen wij over 3 maanden nog - onze dreige
menten kunnen uitvoeren, ingeval dit noodig
zou zijn
Petit Parisien zegt dat M. Millerand op
het onverbiddelijk verzet van M. Lloyd Geor
ge stootte toen hij voorstelde dat naar luid
van het verdrag van Versailles, de Duitsche
kolen zouden geleverd worden aan den bin-
nenlandschen prijs van het rijk.
Sys/N/NA-
Uitspraak.
Zaterdag avond liep deze zaak ten einde
De volgende straffen werden uitgesproken
DE BRUYCKER 5 jaar gevang met
onmiddellijke aanhouding.
MEES 2 jaar gevang.
DOSFEL 10 jaar gevang.
DE JAEGERE 2 jaar gevang.
Solidairlijk tot het betalen van 10.000 fr.
aan den staat.
Na de uitspraak deden er zich vóór het
paleis van justicie tusschengevallen voor,
Verscheidene aanhoudingen werden
TE ROSSIGNOL
Heden heeft de grootsche plechtigheid
plaats gehad van het overbrengen van het
stoffelijk overschot der 117 gefusiljeerden te
Rossignol in Augustus 1914.
De stad is 't allen kanten bevlagd en ver
sierd.
Het weder is niet gunstig. Rond 2 ure
komen op de Leopoldplaats de geschutstuk-
ken aan, die van het kerkhof aangereden
komen, met een veertigtal kisten, met het
nationale vlag bedekt, en elk drie lijken
inhouden. De troepen vergezellen de lijkstoet.
De straatlantaars zijn men zwart omfloersd.
Heel den dag heeft het indrukwekkend defi-
leeren van een zeer talrijk publiek voor de
doodskisten plaats gehad. Deze waren over*
laden met bloemen en kromen.
Het was half 2 wanneer de overheden het
verhoog beklommen.
Wij bemerkten er MM. Wauters minister
van arbeid, in vervanging van M. Jaspar; de
Favereau voorzitter van den Senaat; Brunet
voorzitter van de Kamer; de senatoren Speyer
Orban de Xivry en de Pitteurs; de volksver
tegenwoordigers Ozeray, Baudruy, Golleaux,
Poncelet, de Limburg-Stirum, du Bua de
Warnaffe; de graaf de Briey, gouverneur der
provincie; de Fransche géneraal Messimy,
oud-minister van oorlog; generaal Paulinier,
hoofd van het legerkorps van Nancy; gene-
commissaris gebracht, die het interessante
geval van zulk een bedrog, met zekere span
ning tegemoet zien. Ook de verschijning van
de verdachte, wekte zijne belangstelling.
Deze man in zijne vreemdsoortige kleeding
met zijn ernstig, door de zon verbrand ge
zicht, met de kalme bijna waardige houding,
kon wel voor een fortuinzoeker doorgaan,
voor een gevaarlijken bedrieger zou niemand
hem echter aanzien. De commissaris echter,
was door de ondervinding er toe gekomen,
om zulke lieden juist voor de gevaarlijkste te
houden.
Nadat Lodewijk Montpellier was voorge
bracht vroeg de commissaris hem, hoe hij
heette.
Lodewijk, antwoordde (Je vreemdeling
onverschrokken, gij zijt de cofomiss&ris van
policie vervolgde hij u hebt ipij in hechte
nis latqn'nemen zonder twijfel kent u dus
mijn naam. Ik ben de graaf L'odewijk Mont
pellier,
De graaf heeft dus gelijk, dacht de com
missaris. Gij zijt de graaf Montpellier, ver
volgde bij maar gij hebt u zöo niet ge
noemd, toen gij hier heen kwaamt.
Ik heb mij zoo genoemd» maar in.mijne
papieren, luidt mijn naatp Alexander Dutex.
Hoe kan dat, dat gij Dulex heet, ën u
graaf Lodewijk Moijtpélliernoemt
Ik ben de eenige neef van dén overledene
graaf Montpellier. Twaalf jaren geleüeh ver
liet ik Europa en doorreisde Amerika. Daar
legde ik mijn adelijken naam af, die mjj in
die landen meer hinderlijk dgn bevorderlijk
scheen, en noemde mij Alexander Dulex,,
raai Régnault, van het koloniaal leger; Mgr.
Ginisty, bisschop van Verdun: M. MoUard»
minister van Frankrijk, te Luxemburg;
onder prefekten van Longwy, Briey en
Thionville; M. Reuter hoofd van het Luxem-
burgsch gouvernement; de graaf van Ansem-
burg, minister van het groot-hertogdom, te
Brussel, enz., enz.
Koning Albert is de lijken komen groeten
en bracht eene roerende hulde aan de onge
lukkige slachtoffers. Na hem spraken ook nog
MM.Tesch burgemeester, generaal, Messimy
namens de Fransche regeering, de Luxem-
burgsche staatsminister Reuter, namens het
Groot Hertogdom.
Een dood®. Vior gekwetsten.
Zaterdag avond had in de werkhuizen van
Saint Eloi een vreeselijk ongeluk plaats.
Verscheidene werklieden waren er bezig
oud ijzer in de smeltovens te gieten, toen
eene vreeselijke ontploffing plaats had. Een
obus was tusschen het oud ijzer in den oven
geraakt.
Een der werklieden werd het hoofd gedeel
telijk afgerukt en bleef op den slag dood.
Vier andere werklieden werden min of meet
erg gekwetst.
De lersche censuur.
Al de officieele documenten, door de Sinn-
Feiners weggehaald bij bunnen raid op hel
hoofdpostbureel te Dublijn, zijn teruggezon
den met het opschrift e Geopend door de
lersche censuur
De bladen gewagen van de toenemends
beweging van Sinn-Fein in de Noordelijke
districten, met name in Donegal, waar po
gingen aangewend worden om de policie en
de militairen, wier macht onlangs versterkt
is, uit le hongeren.
Een trein met levensmiddelen van London
derry naar Burtonport werd aangevallen, de
beambten aangehouden en de voedingsmid
delen in de naburige rivier geworpen.
Later mocht de trein doorrijden, zonder
het voedsel voor de policiemacht. Ook op
andere wijze tracht men de policie en de
militairen voedsel te onthouden.
Op de statie Inneskeen is een passagiers-
trein opgehouden. De machinist en stoker
zijn weggevoerd in een auto en de trein is
vervolgens naar zijn bestemming gebracht.
50 gewapende mannen hebben den post
trein van Donoghmore naar Tyrone opgö'
houden en al de brieven voor de policie ei
het leger bestemd, ontvoerd.
Zaterdag avond zag de Jbediende eenei
garage twee verdachie kerels uit de garage
komen. Dadelijk kreeg bij vermoedens, liep
naar de plaats waar zijne kleederen bingen en
stelde vast dat zijne brieventesch verdsvenen
was. De bestolene sprong op een rijwiel en
reed de twee verdachte kerels achterna.
Hij vond een hunner nabij den Pouhon
en deed hem aanhouden. Op het policiebureel
werd hij afgetast. De brieventesch werd niet
teruggevonden, doch in een zijner zakken
vond men een bankbriefje dat gescheurd was
en door den bediende onmiddelijk herkend
werd.
Men ging dan op zoek achter den anderen
kerel en deze werd nabij de statie aangehou-
den. In dezes bezit vond men eene som van
8000 fr. en eene groote hoeveelheid diaman
ten en briljanten.
De twee kerels, twee Franschen, werden
naar het gevang van Verviers overgebracht.
Gij beweert, de erfgenaam van den
gestorven graaf Montpellier te zijn
Ja, mijnheer de commissaris, ik ben de
erfgenaam van mijn oom.
Weet gij, dat de erfgenaam van den
graat Monpellier sedert lang in het bezit
van het^slot en de nalatenschap is
Ik weet het sedert gisteren.
Eu wat zegt gij daarvan
Ik zeg dat men mij beproefd heeft, mij
te bedriegen, mij mijne erfenis te ontnemen,
omdat men mij voor dood hield.
Datzelfde beweert van u de heer van
het kasteel Montpellier.
En daarop heelt men mij zonder aan
klacht in hechtenis genomen, hij is mij te
vlug geweest, ik begrijp nu alles. Ik ken de
zen vermeenden erfgenaam niet, die zijn rol
zoolang, met groote bekwaamheid gespeeld
heeftik heb slechts de voormalige huis.
houdster Agatha Leroux als gravin terugge
vonden. Deze erfgenaam is op grond van een
testament erkend geworden, er rust daarom
een zware verdenking op u.
Dat testament is vervalscht, hel is niet
het echte, het goede.
Hebt gij bewijzen voor uwe bewering
Een eigenhandig afschrift van mijn
oom van het echte testament, dat eerst eenige
weken geleden door mij ontvangen is, nadat
het langer dan twee jaren onderweg is ge
weest.
Dat zou zeker een wapen voor u zijn.
Waar hebt gij het afschrift van het testament»
dat gij het echte noemt X
(Vervolgt.