12 Ministerie van Landsverdediging Os Poslscli-Rnssisclie oorlog. Donderdag Oogst 1920 Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Tel. 114 XXVI' JAARGANG NUMMER 177 DAGBLAD 7 CENTIEMEN Uitgever; J. Van Npffbl-De ObndT Publiciteit buiten hrt Arrondissement Aalst, zich te wenden tot het Agentschap Havas,8, Martelaarplein, te Brussel8, Place de la Bourae, ParijB en 6, Bream's Buildings Londres E.G.4. H. Clara Zon op 4,51onder 7,20 Nieuwe Maan den 14 De heer Janson, minister van Na tionale Verdediging, heeft Zondag te Doornijk gesproken in den Liberalen Vooruitstrovenden Kring en heeft et- de verschillige zienswijzen onderzocht welke in do liberale partij vooruitgezet en verdedigd worden. Eene krisis, zegde hij, zou zeer erg zijn, en nochtans, ze kau alle oogen- lilikken uitbreken. Het ergste is de financieele kwestie. Wij hebben 22 miljard schuld, te gen 4-5 miljard voor den oorlog we bezitten wei 7 miljard mark maar we kunnen die aan 1,25 fr. niet te gelde maken. Wij hebben eene begrooting van 2 miljards in plaats van 600 tot 700 miljoen dus drie maal zooveel, waarvan ongeveer 800 miljoen voor het leger noodig zijn. Leeningen uilschrijven dat gaat niet meer, en nochtans, voor Nieuwjaar moet het Gouvernement 5 miljards hebben om te kunnen betalen. Daar is niets aan te doen het Gou vernement moet dat geld hebben. Alle jaarwedden moeien schrikke lijk verhoogd worden wie geene verhooging krijgt dreigt met werksta king. De geldkwestie overheerscht alles. Mon zegt ons, verlaat de regeering! 't Is eerder gezegd dan gedaan. Zoudt ge willen dat ik er vanonder trek omdat de toestand moeilijk is. Ten andere alle partijen hebben tot hunno voormannen zóó gesproken. Er zijn socialisten die zouden willen dat de socialistische ministers er uit trekken,en er zijn katholieken dia aan M. Delacroix verwijten dat hij minis ter blijft. Indien wij, liberalen, het ministerie verlieten, we zouden zeer sterk zijn, we zouden raad geven alhier en aldaar 't Zou wonderschoon zijn. Een ministerie van zaken, met monscben zonder politieke denkwijze, is onmogelijk. liet zou geen 8 dagen duren of men zou zeggen die is libe raal, die is katholiek, die is socialist. Verleden jaar wilden sommige libe ralen samengaan met de socialisten. Hadden we dal gedaan we zouden verzopen zijn En degenen die dan met de socialisten wilden samen gaan klagen nu over de socialistische over drijving. Naar hot liberaal kongres van Oc tober moet go gaan. We zullen misschien niet meer in het ministerie zetelen. Er zijn zooveel kwestiën op welke er eene krisis kan ontstaan Er zijn liberalen die zouden willen zien dat wij enkel eene partij van op- positie zooden zijn. Denkt ge dat zulks gemakkelijk is 1 27" Vervolg. Ik weet wat gij gedaan hebt zeide Dulex zacht, toen hij de handen van Lap- pellier drukte, gij meent het goed. Ik hoopte op benadiging. Geef elke hoop op, mijn vriend, ik zal morgen sterven. Hebt dank, hartelijk dank voor uwe bewijzen van deelneming, van vriendschap, ging Dulex voort, en drukte de hand van Lappellier gij zijl een vriend, die mij in mijne moeiclijke uren hebt gesteund, moge de hemel er u voor beloonen. Luister naar mijn laatsten wil. Dulex wenkte den op eenigen afstand staan de geestelijke. Ik verzoek u bij mij te komen, eerwaar de vader, zeide Dulex, gij kunt mijn laatste geheim, hooren. De geestelijke kwam naderbij. Eene indruk wekkende stilte heerschte in de cel van den veroordeelde. Het was donker geworden. De opzichter bracht twee brandende kaarsen en plaatste die op de tafel, waarop een openge slagen gebedenboek en een Christus beeld lag Morgen zeide Dulex zal ik mijne oogen voor altijd sluiten, met de dood voor oogen zal geen leugen over mijne lippen komen. Ik ben onschuldig tot de galeien veroordeeld. Ik ben graaf Lodewijk Monlpellier, ik ben -bet die mijn oom tot zijn erfgenaam heelt benoemd. Oe bedriegers hebben gezegevierd zullen zich verheugen ais zii hooren dat De liberalen zjjn verdeeld 1 Zouden wij beter't akkoord zijn als niemand onzer minister zou zijn MM. Van IloegaerdenenStrausszijn mijne vrien den, maar M. Van Hoegaorden is een Manchesteriaan die nog in de huidige beschaving is overgebleven. Hot pro gram van M. Strauss kan ik niet aan nemen, In zake taalkwestie zijn we in twee verdoeld. We moeten eerst zorgen dat België bevrijd blijft van anarchiezonder orde en vrede is er voor niemand niets te doen, zelfs niet in de oppositie. i- Het laatste wat de lieer Janson ge zegd heeft is volkomen waar. Voor het overige heeft hij zeer wol den toestand van verdeeliugenonmacht der liberale partij afgeschilderd Meteen heeft hij ook doen zien in welken afgrond van schuld de Bel gische regoeringswagen zit. België zou volkomen vergoed wor den, zeiden binst don oorlog de patrio- tards die hunne zakken vulden en nog vullen België zou rijker en schoo ner worden dan ooit të voren dat zwoeren ze. Do Belgen kunnen er reeds van mee klappen en 't is nog maar een begin Jerusalem, 25 Juli 1920. Bïotc vriend Jan Op 30 Juni is den grooten Jood Samuel Herbert in Jerusalem aangekomen als gouver neur van Palestina, baar men goed wist dat hij noch van Christenen of Muselmanen goed gekomen was had men dag en uur zijner aankomst geheim gehouden. Er was dus geen de minste beweging in de slad. Aan de statie waar hij rond 3 uren aangekomen is wachtten hem de Engelsche soldaten af om met bajonet op geweer en omringt van mi- trailleuzen hem naar zijne woning te geleiden. Hij nam' plaats in eenen geblindeerde auto mobiel en van aan de statie tot op den Olijfberg waar hij zijne woonst zal hebben was de weg versperd met soldaten. De stads poorten waren bezet en niemand mocht de stad uit. Wat een.groot verschil met 15 Juli.Gar.sch de katholieke bevolking was er in rep en roer, om hunnen beminden Bisschop Louis Barlassina na eene afwezigheid van drie maanden als nieuw benoemd Patriarck van Rome terugkwam en zijoe plechtige intrede deed in Jerusalem, 't Is daarom dat] de Kat holieke bevolking van Jerusalem jubelt, want reeds als Bisschop had zich Louis Barlassina doen kennen als ijverige Herder en vrome Kerkvoogd. Om half twee kwam de trein aan. Daar werd hij ontvangen door den Generaal Vicarius Mgr. Fellinger, omgeven van het Patriarchaals kapittel; door den H- E. P. Custos van het 11. Land, door de Qversten van verschillige kloosterorden, door afgevaar digden van de Engelsche regeering, door den Franscben cn Spaanschen Consul, en door eenige afgevaardigden van Jerusalems katho lieke bevolking. Bij deze gelegenheid had men eene tent aan destatievoor hetonlvangst opgeslagen. (Beeld u niet in dat er aan de statie van Jerusalem hotels of huizen te zien zijn, hier ziet men niets dan rotsen en dalen, ik, als een nietswaardigen misdadiger op het schavot ben gestorven, maar er leeft een, God. Hij zal straften en wreken. In Zijne handen geef ik mijn recht en mijn kind Hij zal ook zonder mij de schuldigen treffen, als hunne maat vol is, als hun uur geslagen heeft, en dan zal mijne arme, zwaar beproefde dochter Engeline, die nu het kind van een galeislaaf is, voor de zware beproevingen, door den algoedc God beloond worden. Ik geloof dit even zeker als gij, graaf Monlpellier, zeide de geestelijke. De Almach tige waakt over ons. In Zijne machtige hand kunt gij getroost uw recht neerleggen, op aarde is vooru geen geluk geweest, maar vergeet niet, dat het beter en zaliger is, om onrecht te lijden dan onrecht te doen, want hoewel de menschen uw recht niet hebben erkend, Gods oog ziet alles en kent de waar heid 1 Bidt met mij. Ik wil daaraan voldoen, goede vader, veroorloof mij nog afscheid van dezen man te nemen, die mij trouw ter zijde heeft gestaan, antwoordde Dulex en wees op Lapellier, die voelde dat zijne oogen zich met tranen vul den, ik zie u nooit weer mijn vriend, morgen vroeg slaat mijn laatste uur. Een ver zoek nog voor wij afscheid nemen. Gij zijt spoedig vrij en zult dan dit vreeselijk verblijf verlaten, om weder met eere in hel leven te rug te treden. Brong mijne dochter, wier verblijf gij weet, mijn zegen, het is de laatste groet van een tot de dood veroordeelde. Staat mijn kind bij, mijn vriend, gij zijt een man met een rechtschapen hart. Misschien zal het mij ontroofde testament gevonden en geen huis of kluis is er in den omtrek.) Om half vier vulde zich het Patriarchaat met kloosterlingen van alle Ordens en Congrega ties hier in Jerusalem vertegenwoordigd. Daar zag men nevens de bruine pij der Zonen van den H. Franciscus die in groot getal tegenwoordig waren, onze Belgische Bene dictijnen van Maredsous, de E. E. Paters Dominicanen, de witte Paters, de Paters As- somptionislen, de Paters van Sion met hun ne studenten, de Broeders der Kristelijke scholen, de Broeders van den H. Johannes de Deo, en eeri heel aantal zusters van ver- schilligeCongregatien met hunne pensionnai- res. In het Patriarchaat zetten zich allen in processie en zoo ging men lot aan de Jaffa poort waar men de Patriarch afwachte. Na eenige minuten wachten komt hij aan. Hij was in pontificale gewaad en mijter. Daar weeNtlinken op eens de machtige toonen van den (i Benedictus aangeheven door het koor dor E. E. Paters Franciscanen, terwijl alle klokken volop luiden. Zoo gaat men proces sie gewijze tot aan het Heilig Graf. Daar heft weer het koor der E. E. Paters Francis canen den lofzang Te Doutn - aan terwijl de Patriarck op het II. Graf bidt. Na den lofzang Te Deum neemt Z. Ex. de Pa- triaarekplaats op zijntroonen leest zijn secre taris de Bolla zijner benoeming. Dan stond de Generaal Vicaris Mgr. Fel linger op en heette den Patriarck op indruk wekkende wijze welkom. - Ja zij de spreker, Rijken en Tronen zijn omgevallen, de kerk Gods blijft in eeuwigheid en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen. De kerk van Jerusalem is beproefd* maar God zal met haar blijven en met haren Herder Op deze rede antwoorde de Patriarck met woorden van dankbaarheid, on dankte op eene bijzondere wijze de E. E Paters Fran, ciscanen die op zulke opofferende manier de heilige plaatsen sedert zeven honderd jaren bewaren. Dan sprak hij nog een woord van dank uit voor alle kloosterorden, die ieder op hunne manier hier het goede doen en het woord Gods verkondigen, alsook aan de ver tegenwoordigers der verschillige naties. Daar na had de handlcussing "plaits, waarna men naar de kerk van het Patriarchaat terug ging waar nogmaals,een plechtig koor plaats vond en het Ecce Sacerdos uitvoerde dat deze plechtigheid besloot. Uw Vriend B. G. B. Bericht aan da gehuwde miliciens der klas van 1913. De Wet van 15 November 1919 heeft den Minister van Landsverdediging gemachtigd den werkelijken diensttijd der gehuwde mi-' liciens, icier huwelijk op 15 Juli 1019 vol trokken was, te verkorten door bun verloven zonder soldij te vergunnen. Deze miliciens zuilen enkel bij de infante rie, bij de genie der legerafdeelingen of bij het zwaar geschut ingelijfd worden. Anderzijds worden de gehuwde miliciens, wier huwelijk voltrokken werd na 15 Juli 1919 en die geen aanspraak kunnen maken op verkorting van diensttijd, verdeeld onder al de korpsen en diensten, uitgezonderd de ruiterij en de bereden artillerie. Dientengevolge werden al de gehuwde miliciens der klas van 19IS verzochten dat in hun eigen belang, aan den Bevelvoerder der Legerafdecling tot dewelke zij aangewe zen zijn, zonder uitstel een uittreksel van hunne trouwakte te doen geworden, daar deze overheid onmiddelijk de recrulen dier klas moet verdeelen onder de korpsen en diensten De Provincie-bevelhebbers, de Arrondis- sementskommissarissen, de Plaatskomman- de bedriegers ontmaskerd worden, misschien gelukt het door uwe medehulp mijne dochter in hare rechten te herstellen. De beide mannen ontkiemden elkander, het was treffend om te zien, hoe de gevangenen een laast afscheid namen. Lapellier weende, de ernstige man kou in dit oobenblk zijne tranen niet weerhouden, ook de geestelijke pinkte een traan uil het oog. Een- laatste handdruk, toen scheiden de gevangene. Lapellier werd in zijne cel terug gebracht, in die van den veroordeelden tra den twee gewapende opzichters. Een van hen was Mercurent, hij had zich vrijwillig voor dezen dienst aangeboden, om er voor te wa ken, dat niet weder iets met den gevangene zou gebeuren. Dulex lette niet op den brutalen opzichter, die 7i<ili gemakkelijk eh onbeschaamd aan de tafel plaatste hij verwaardigde hem met geen blik. De geestelijke scheen door het ge drag van Mercurent onaangenaam aangedaan te zijn, daar hij hem te kennen gaf, dal zijne plaats niet bij de tafel, maar op de bank, aan de zijde van den anderen opzichter Was. Ik blijf hier zitten, om beter te kunnen oppassen, zeide Mercurent op ruwen loon, ik weet wat mijn plicht is. Gij hebt hier aan de tafel niets te doen, opzichter, gaat naar uwe plaats, beval de geestelijke. Mij heelt niemand iels te zeggen, dan de heer commandant, doet wat gij wilt, ilc blijf was het onbeschaamd antwoord van Mercurent. danten alsook de distrikt- en kantónbevel- hebbers bij de Rijkswacht kunnen den miliciens inlichtingen geven nopens de leger afdelingen tot dewelke zij aangewezen zijn.1 Wij herinneren er aan dat de commando's der Legerafdelingen zich op volgende plaatsen bevinden Commando der 1° Legerafd, te Gent. 2® te Antwerpen, i» 3" te Luik. m 4® te Namen. 5° m te Bergen. G* te Brussel. Oe opening der Jacht. In strijd met de verwachting der jagers dat de jacht op 21 dezer zou opengaan is de dag daartoe op 28 Augustus om 7 ure 's mor gens bepaald. Men zal mogen jacht maken op patrijs, snep en kouijn. De jacht op de hazen zal slechts 18 dagen later opengaan. Voor den oorlog waren wij luim 10.000 herten rijk wij hebben er thans slechts noj 1.000. Alles laat voorzien dat de jacht in Belgie mager wezen zal. Nog hebben de Duitschers ons de hazen, reeën en fazanten niet ge stuurd, die zij ons zenden moeten volgens het pi ogramma van de kommissie tot herstel. Maatregelen tegen Rusland. De bijzondere medewerker van Ilavas agentschap te Hylhe meldt De Engelsche en Fransche kabinetsover sten hebben samen eene reeks maatregelen opgesteld, om drukking uit te oefenen op het gouvernement der sovjets. De maatregelen zullen echter slechts ten uitvoer gebracht worden, nadat aan het gouvernement der Sovjets eene laatste gele genheid geboden wordt hunne goede ge voelens ten opzichte van Polen te veropen baren. Indien de Bolschewisten Woensdag 11® Oogst aan Polen redelijke voorstellen doen, dan zullen de verbondenen zulks aanzien als blijk van toegeving en dan zal ook de hou ding der verbondenen daardoor gewijzigd worden. In tegenovorgesteld geval, zullen de verbondenen de noodige veiligheidsmaat regelen nemen. De Vereenigdc 8lalen en de onzijdige naburen van Rusland (Zweden, Noorwegen cn Denemarken) zullen verzocht worden aan Rusland niets meer te zenden, 't zij grond stoffen, levensmiddelen, materiaal, munitie, enz, en aldus de verbondeneo te helpen in het bestrijden der Bolschewisten. Desgevallend zullen de verbondenen ook een beroep doen op Duitschland om ook te lande de Bolsche wisten af te zonderen van de buitenwereld. Een andere maatregel zal bestaan in liet inrichten van een verdedigingsfront bij mid del der Stalen welke van het oude Rusland afgescheiden zijn, namelijk Lettonie, Lithua- nic, Caucasus, Azcrbeidjan, enz. Het lager van generaal SYrangel, dat reeds door liet Fransch gouvernement ondersteund werd, zal nu ook door het Engelsch gouver nement gesteund wordenEngeland zal oorlogsmateriaal zenden. Het spreekt van zelfs dat ook Polen zal gesteund worden. Zelfs indien den pas van Dantzig afgesneden werd door de Bolsche - wisten, zou er hulp kunnen gezonden worden langs Tcheck-Slovakkie. Voor het oogenblik is er geen spraak van het zenden van Engelsche ot Fransche hulp troepen. Niets zegt echter dat zulks binnen kort niet zou geschieden. Blijven de Bolsche- wisten echter in hunne halsstarrigheid vol houden. door zich onverzoenbaar te toonen, dan zullen Kamenew en Krassine verzocht worden Londen te verlaten. De geestelijke was door de brutale handel wijze cn woorden van den opzichter zoo ver stoord, dat hij de cel verliet en zich naar den luitenant begaf, die het opperbevel voor den nacht en den volgenden morgen had. Een oogenblik later keerde de geestelijke, gevolgd door den luitenant in de cel terug. Opzichter Mercurent, zeide La Roche, want hij was de luitenant die de wacht had, wat moet uwe ruwheid belcekenen Wilt gij weder onder de gevangenen teruggebracht worden, uit wier midden gij uit genade en om uw vroeger goed gedrag genomen zijt Mercurent trilde bij deze bestraffende woor den en zijn gelaatskleur veranderde van gramschap. Ik doe mijn plicht, antwoordde hij met bevende stem, de geestelijke heeft mij iets te bevelen. Sta op, als gij tol mij spreekt, riep La Roche en trad op den opzichter toe, van de tafel, vertrekt dadelijk uit de cel. Dat was voor Mercurent te veel. Hij wilde tot geen prijs de gevangene verlaten. Hij stond slechts op, om met trotsche schreden naar de bank te gaan, waarop de andere op zichter zat. Uit de cel herhaalde La Roche. Hier is mijn post, de commandant heeft mij hier geplaats, en hier zal ik blijven. Maar nu was het geduld van den luitenant ten einde. Gij gaat wegens weerspannigheid naar de cel boven, en de deur opende riep bij: Wacht breng den opzichter voor vier en twintig uur in de arrest. MM. Lloyd George en Millerand hadden! ook reeds aan den Volkerenbond gedacht,-' ten einde dezen te verzoeken het. Poolschl Russisch geschil te regelen, doch men mpestj van het ontwerp afzien, daar men overtuigd] was, dat de Volkerenbond nog de noodige middelen tot werking niet heeft. Vojrstellen van Kamenew Men verzekert, dat Kamenew volgende! voorstellen gedaan heeft aan de Fransch Engelsche conferencie. le Het gouvernement der Sovjets zou de, schulden herkennen, door het gouvernement van den czaar jegens Frankrijk aangegaan.' 2* Het gouvernement der Sovjets zou een® conferencie der verbondenen met vertegen.' woordigers van Rusland aannemen. 3® De roode troepen zouden zich buiten de; grenzen van Polen terugtrekken. 4'Generaal Wrangel en zijn troepen zou-j den kwijtschelding krijgen op voorwaarde', dat zij Rusland zouden verlaten. Volgens de Londensche bladen, zou Katne-; new aangeboden hebben, de kwestie derj Russische schuld te Parijs met M. Millerand{ te gaan bespreken. Voor de kwestie van het terugtrekken dei*i Roode troepen uit Polen, wordt enkel alsf voorwaarde gesteld, dat de verbonden zouden! ophouden de troepen van generaal Wrange! te steunen, [die overigens onverlet zou ge laten worden. Poolsch legerberlcht. Vijandelijke afdeelingen blijven druk uity oefenen op onze strijdkrachten aan de spoor baan in de richting van Mlawa. Deze afdeelin-! gen konden Chiechanow binnendringen, doch werden later teruggeworpen. Tusschen de Boug en de Narew is de teeW stand onveranderd. Ten Oosten van Siedluie worden onze; afdeelingen hervormd. Ten Noorden van Brody tracht de vijand vruchteloos in westelijke richting door te dringen. - Tusschen de Strypa en de Serelh, in de buurt van KoktkowiceinKozackskow werden, vijandelijke afdeeliugen verdreven. Het roode leger. Militaire experten verklaarden dat bet Roode leger geenszins eene reusachtige storm- golf is welke Europa wil verpletteren. Honderd vijftigduizend goed geoefende eti goed aangevoerde soldaten zouden aoldoenda zyn, om hen hot hopftf te bieden. Nog andere voorstellen M. Lloyd George verklaarde in de Ge<* meentenkamer dat hij van Kamenew eem dokument ontvangen had, bevattende de. voorwaarden der Bolschewisten voor het; ophouden der vijandelijkheden. Deze voorwaarden zijn 1. Het Poolsch leger zou niet meer mogen' tellen dan 50.000 man.i 2. De Poolsche oorlogsnijverheid moeE ophouden. 3. De Poolsche grens zal aangeduid wor-J den door dan hoogeren raad, met eene kleine verbetering nabij Byalostoch en Kholm.] 4. Eene vrije handelsbaan zal door de Bolschewisten aangelegd worden in de rich ting der Ballische zee. Te Warschow. Uit Berlijn wordt gemeld, dat het verdek digingskomiteit van Warschow eene nieuwe Eroklamatie heeft uitgevaardigd, waarin de evolking uitgenoodigd wordt, de stad tot haren laatsten druppel bloed te verdedigen. De Russen in den pas van Dantzig Een telegram uit Mlawa meldt dat de Polen zich voor de Bolschcwistische ruiterij achteruit trekken. Deze zouden zich reeds op' verscheidene plaatsen in den pas van Dantzig bevinden. Mercurent werd zoo wit als de muur en met gebalde vuist zijn hartsvanger vasthou dende, verliet hij de cel. Minder de vernede-; ring, dan dat hij de gevangene verlaten moest vervulde hem met toorn en haat tegen den luitenant. In de volgende uren van den nacht beproef de de geestelijke den veroordeelde troost toe te spreken en het vertrouwen tot den beloo- nenden God op te wekken, maar hij vond Dulex zoo geloovig en op God vertrouwend, dat hij herhaaldelijk, door deelneming ge leid, de hand van den beproefde drukte. De geestelijke verzocht Dulex eenige uren te rusten, en deze volgde den raad van den geestelijke. Om zes uur 's morgens drong een dof irommelgeroffel tot in de cel van den veroor deelden. Dulex was niet gebukt, niet halfdood van angst, evenals een misdadiger. Iedereen had zich tegen de boosheden van den nietswaar digen opzichter afkeurend uitgelaten. Dulex stond in fiere houding, toen de deucr dei* cel geopend werd en da beul van het bagno binnentrad, om zijn offer te halen. De, ruwe man,- die elk gevoel miste en die geertj onderscheid tusschen de gevangene wist tö maken, droeg de bijl die hij gescherpt had/ als een trotsch atribunt in zijn rechterhand. Achter hem in de gang werd de wacht zicht-] baar. Luitenant La Roche verscheen in d« cel en ging naar den veroordeelde. Begeeft u naar de bagno-plaats, zeidede\ luitenant met bevende stem, het uur is gexo-^ men, het vonnis moet «^tuokkeu woideu.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1920 | | pagina 1