Brie! der Bisschoppen van België voor Polen Oe sirijtl om vijf millicsn p 51 daU' Dood van Kardinaal Amette. Dinsdag Oogst 1920 AALST-LOURDES De aanval op hei Fransch consulaat -te Breslau XXVI» JAARGANG NUMMER 193 Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. - Tel. 114- !0 <3- 3L. .A. IO - 7 CENTIEMEN - Uitgever: J. Va» Nopfel-Db Gsnm H. Isabella Zon op5,l» Tonder 6,44 Laatste kwartier den 5 Publiciteit bulten het Arrondissement Aalst, zich te wenden tot het Agentschap Havas,8, Martelaarplein, te Brussel8, Place de la Bourse, Parija en CBream s Buildings Londre3 E.G Zeer Beminde Broeders Wij zijn getuigen van droevige gebeurte nissen. Vier jaar lang, hebben de naties der En* tente zich zeiven heldhaftige opofferingen getroost, om het recht op het barsch geweld te doen zegevieren. En bet recht heeft gezegevierd en de we reld juichde toe. Voortaan, zoo zegden wij bij ons eigen, zal de gerechtigheid heerschen zonder tegen spraak, cn de vrede zal ons van geleden angst en langdurige marteling laten uitrusten. Welnu, wij zijn mis geweest een trotsclie en svrcede vijand overdekt Rusland met bloed en puinen, heeft Polen overweldigd en daar rijst hij op, het christen Europa bedrei gend, zonder dat onze zegepralende wapens hem op zijne vaart in ontzag nouden. Wij zijn er ten diepste door vernederd. Op het oogenbiik zelf, dat wij de stem wil den verheffen om u de verzuchtingen van Polen te vertolken, en om Engeland, de Vcreenigde.Slaten en Frankrijk, waar dan ook ons dapper leger zich zou bij aangesloten hebben, om hen lesmeeken, dat zij ter ljulpe van die ridderlijke natie zouden snellen welke wij, van onze kinderjaren af, gewoon zijn als een zusternalie te beschouwen, op dien zelfden oogenbiik neemt een geheime macht de plaats in van bet wettig gezag, en houdt den krijgsvoorraad tegen welke voor Warschau bestemd was. Zeer beminde Broeders, om de eere der menschhcid, en met de gedachte aan de zede lijke grootheid onzer bondgenooten van gis teren in den naam der dankbaarheid ver schukligd aan cene natie, die, bijna tien eeuwenlang, alleen of bijna alleen de asia tische volkshorden op hare grenzen beteuge len om de vrijwaring van het vreeverdrag van Versailles en om de veiligheid van Euro pa, bidden wij dringend de groote Mogend heden Polen niet te falen bezwijken. liet verdrag van Versailles heeft de onaf hankelijkheid van Polen hersteld zoosprak mot fierheid het hoofd van het Fransch m" Historie en die onafhankelijkheid zal in Stand blijven l Het verdrag van Versailles zegde hij nog, beeft aan Polen eene grensscheiding ten wésten toegekend, Welke niet enkel voor zijn eigen eene hoede zijn moet, maar tevens bestemd is om de veiligheid van westelijk Europa tc verzekeren en die grensschei ding zal in stand blijven Frankrijk voegde daarop de daad bij het woord. Het snelt naar Warschau toe, en doet de rooversbenden achteruittrekken. Maar, eilaas! Frankrijk is alleen. Bij het zien van die aanslagen en van die harde beproevingen van Polen, mocht noch tans niemand de armen kruisen. Zoo menigmaal hebben wij onder den oor- Jog, mot de oog op de snoodheid en de ge- weldeaarijen van den vijand, het wrekende woord van St-Ambrosius herhaald Nihil procfcrendum honestati niets hebbe den voorrang op de eer Bewaarheid van gisteren blijft de waar- beid van heden. Indien sommige naties dit vergaten, indien wij zeiven het moesten vergeten, -dan zou die waarheid verwijlend legen haar en tegen ons oprijzen. ÜDe Europeesche Mogendheden hebben im uiers G9n schuld te betalen aan die moedige Poolsche bannelingen, die tijdens den Iaat- sten oorlog, uit Frankrijk, uü Engeland, uit Amerika toeliepen, om in den voor- of tegen spoed onzer wapenen te deelen Die Mo- 43" Vervolg. Nu, is van het steegje, eene statige Para dijstraat gemaakt. In dit steegje bevond zich een slechten reuk staand wijnhuis. üp zekeren avond zaten in de groote ge welfde ruimte, waarin de bediende met fles- uben en glazen van tafel ging, en waarin het. fcooals altijd vol menschen was, ook de Span jaard en de ons bekende Franschman aan 'cene wat ter zijde staande tafel. Wij moeten naar iemand uitzien, die zich in zijne kleederen steekt en zich in zijn buffet plaatst, zeide de Parijzenaar zooeven met gedemte stern, er moet toch een bericht of kooiets zijn ingekomen. Wat zeide de policieagent tot u? Hij vroeg waar Natalet was; hij was er reeds gisteren geweest, niemand had open gedaan. Wat wilde hij dan van hem hebben Bat heeft hij mij niet gezegd. - Iemand die de policieagent kent, mogen wij niet nemen, meende de Spanjaard. Als wij maar iemand vinden, die zich «net zijn eigen ouden naam niet meer kan laten zien antwoordde de Parijzenaar, dan pou ik hem wel als Natalet aankleeden, zoo- Sat niemand aan hem twijfelen zou. Heeft de politieman dë weggeloopen jpaaud dan gekend —-Hij kan hem wel eens gezien hebben, tnaor boe kan hij hem zoo nauwkeurig her gendheden hebben een fout uit te boeten, de misdaad door drie vorsten tegen Polen bedre ven, door de keizerin Calharina II van Rus land, Maria-Theresia van Oostenrijk en Fre- derik II van Pruisen, die niet aarzelden, in 1795, het koninkrijk Polen te verbrokkelen en in te palmen. Zij hebben uit te boeten de medeplichtigheid van het Congres van Wee- nen, hetwelk in 1815, het voltrokken onrecht bekrachtigde. Edoch de drie machtige keizerrijken erfge namen van dien roofbuit, stortten, op hetzelf de ure. verwonnen ten gronde. En Polen stond weer levend op. Zou nu het christen Europa, die moedige nalio in het graf willen terugatooten. Zeer beminde Broeders, als bisschoppen hebben wij ons zeker niet te bemoeien met politieke besprekingen, noch met mili taire ondernemingen doch, onbetwistbaar handelen, wij naar den geest van ons bis schoppelijk ambt, als wij aan de wereld, hel zij vriend of vijand, herinneren, welke de onvervreemdbare vereischten zijn van eer en recht. Zoo het ons niet gegund is, onze Poolsclie broeders gewapenderhand ter zijde te staan, dan zullen wij hun toch edelmoedig schenken hetgene waarover wij vrij beschikken, onze genegenheid, onze gebeden, onze bijdrage ter verzachting van hun leed en nood Wij zullen door alle mogelijke middelen doen blijken de liefde welke wij voor Polen koesteren, en den afschuw welken de ijselijke gruwelen bolsjewistische omwenteling ons inboezemen. Die gruwelen van die woeste benden zijn niet genoeg bekend. Een daartoe betaalde drukpers tracht ze zooveel mogelijk le ver zwijgen en te verbergen. Doch 't en is hier de tijd noch de plaats, om daarover in meer bijzonderheden uit te weiden. Het weze thans voldoende, er.kel onder honderd, onder duizendgevallen, op den aan slag te wijzen, weikon het Engelsch dagblad de Times in zijn nummer van den 17 Ju li laastleden, aangeklaagd heeft. Graaf Grocholski stond aan bet hoofd van een trein van 't Roode Kruis, waarmede hij trachtte vluchtelingen en gekwetsten in veilig heid te brengendoch da trein werd door een houwitser getroffen, en kon niet 'meer vooruit. Toen vielen de Bolsjéwiki er op aan, en doodden al wie zij in handen kregen, gekwetsten, vrouwen en kinderen. Vier uren latei', vonden de Polen de afschu welijk verminkte lijken hunner landgenooten. De photographie heeft ons de beeltenis dier oiimenschelijke moorderij bewaard, maar met zulke gruwelijke trekken, dat net niet moge lijk is ze te beschrijven. Wij zeiven, wij bezitten over 'n stad, wier naam wij nog moeten verzwijgen, inlichtin gen uit eerste bron, persooonlijk meegedeeld en ten volle zeker. In de tusschenruimte van Meert tot Juni 1919, zijner, in die stad, drie zoogezegde doodsraden te gelijk aan het werk geweest, en zij hebben er 4000 inwo ners voor den kop doen schieten. Ziet hier een getuigschrift, een uitreksel uit het officieel orgaan van het midden comi- teit er Sovjets te Moskou De jongste gebeurtenissen op de verschil lende Poolscbe strijdlinics evenals onze voor uittocht in het middenland zelf, door Poolsche bevolkingen bewoond, zoo leest men daarin verplichten ons, aan de leden onzer partij onderrichtingen mee te deelen.. welke bestemd zijn om het gezag der Sovjets, in vermelde streken te vestigen en te verster ken. liet is volstrekt noodig, eenen strijd zon der genade tegen de Poolsche bevolking aan te gaan, en maatregelen te nemen om ze heel en al uit te roeien. m Bijgevolg bevelen wij 1° Een algemeen schrikbewind aan te van gen tegen al de boeren eigenaars, ten einde die teeneomaal uit te moorden, alsmede tegen al de Polen te gelijk, die, rechtstreeks of onrechtstreeks in staat zouden zijn deel te nemen in den strijd tegen het gezag der Sovjets; 2° het graan en al de voortbrengselen van den landbouw aan te slaan, en dit alles op bepaalde plaatsen saam te voeren 3° een volledige ontwapening te bewerken, en daarom voor den kop te schieten al wie nog in het bezit zal bevonden worden al ware 't maar van een enkele kardoes, na den ver streken tijd die voor de ontwapening is aangeduid; 4° gewapende wachtposten in de Poolsche dorpen en districten achter te laten, totdat ei"volledige orde tot stand gekomen zij 5d De commissarissen hebben bevel ontvan gen, mét de grootste strengheid te werk te gaan, en hunne onderrichtingen naar |de let ter uit te voeren. Investia nr van denxll Juni 1920). De Poolsche bisschoppen deden een beroep op de zedelijke ondersteuning en op de lief dadigheid der gansche wereld. Onmiddelijk daarop heeft Onze H. Vader, Paus Benedictus XV, wiens hart immer voor de weedommen zijner kinderen wijdopenstaan tot den Kardinaal Vikaris van Rome geschre ven Niet enkel Polen wordt bedreigd, maar geheel Europa met Polen. Allen moeten wij dan den Heer bidden, dat het Poolsche volk en het uitgeput Europa fan die uiterste ramp bevrijd blijven Met u, Heilige Vader, en naar uw voor beeld, zullen wij bidden. Mogen onze vurige genegenheid en de be tuiging van onzen eerbied onze Poolsche broeders troosten en aanmoedigen Wij bevelen dus, dat, 's Zondags na den feestdag der H, Maagd, d. i. op den 12 Sep* tember, de H. Communie opgedragen worde en een rozenhoedje worde gebeden in al de kerken van België, naar de inzichten der Poolsche natie en inzonderheid tot volledige zegepraal van hare onafhankelijkheid. Denzelfden dag zal er, in al de kerken, een geldinzameling gedaan worden ten be hoeve van de PooUche vluchtelingen. Gc zult hierbij u herinneren zeer beminde Broeders, dat, aldus biddende en ietwat van uw eigendom ten beste voor Polen schenkende, ij bijdraagt tot behoud der vetligheid van Europa, en tot bevestiging der ehristene orde in de samenleving. Gij allen die de ontberingen, de koude «en den honger, de verdrukking en de vreemde overheersching gekend hebt, gij zult voor zeker het lijden van den evenmensch begrij pen, en gij zult er medelijden mee hebben. Gij, die uwe vrijheid herwonnen hebt, gij zult nu te beter beseffen den bloedigen angst van geloofsbroeders, die gevaar loopsn de vrijheid te verliezen. Gij, die het geluk hebt het geloof te be zitten, en bezield zijt met ean levendige devo tie tot de II. Maagd, gij zult thans uw volle genegenheid schenken aan het volk, hetwelk, zegt men, meer dan eenig ander volk ter wereld, de II. Moeder Gods vereert. Met hert en ziel onzen broeders van Polen genegen en met hen vereenigd, bidden en herhalen wij - Heilige Maria, Moeder van God, toevlucht der zwakken, troosteres der bedrukten, Koningin der belijders en der martelaars, heb medelijden met Polen red die natie bescherm ze, en schenk aan de wereld terug de vrijheid en den vrede. Regina pacis, ora pronobis Koningin van den vrede, bid voor ons En, met onze blikken nog verder reikende, kennen. Wij moeten iemand nemen, dien wij vertrouwen kunnen, zeide de Spanjaard zacht, een die voor de galg is en van onze genade afhangt, dan is De Welkomst zoo goed als van ons, en wij kunnen doen wat wij willen Mij valt de slager van Lyon in de gedachte. Laat die man buiten het spel die drijft zijn eigen zaak en de speurhonden zijn overal achter hem, die kan ons niet dienen. Laat hem zijn spel drijven, hij is ons daardoor zooveel te zekerder, ging de Span jaard voort, als hij een baard aandoet zooals Natalet hem droeg, dan zullen hem de speur honden moeilijk herkenen, dat zeg ik u. En de slager is alle dagen in onze hand, hij hangt van ona af. Hij krijgt ons niet, wij hem. En hoe wil dan, de dikke korte kerel voor Natalet spe len 1 Zoo onnatuurlijk mogen wij het niet maken Spanjaard, het schijnt mij altijd toe. dat wij hier wel iels beters kunnen vinden. Het mes staat ons op de keel, zooals hij zegt. In geval van nood mogen zij het nest leeg vinden en onderzoeken zeide de Parij zenaar met gedempte stem, wat wilden zij ons maken, al vinden zij den kelder. Hebben zij mij niet in De Wel komst gezien Dat is allemaal wel waar, maar wat moeten wij beginnen, als den kelder voor ons verlo ren gaal. Gij hebt gelijk, alleen om het bruine heertje, dat in deze dagen komen wil en dat o laten we de goddelijke Voorzienigheid bedanken, die ten tweede male, gisteren op de boorden van den Yzer en van de Marne, en vandaag op den oever der Weissel, zich gewaardigt de westelijke beschaving van Europa te redden. Deze onze brief zal in alle kerken en open bare kapellen van ons bisdom afgelezen wor den op Zondag 29 Augustus, of op Zondag 5 September, t Desideratus Josephus, Gard. Mercier. Aartsbisschop van Mecbelen. f Gustavus Josephus, Bisschop van Brugge, f Thomas Ludovicus, Bisschop van Namen, t Martinus Hubertus, Bisschop van Luik. f Amedeus M., Bisschop van Doornik, f Emilius Joannes, Bisschop van Gent. Aan de geëerde deelnemers der Bedevaart wordt dringend aangeraden zich het Handboek van den godvruchtigen Bede vaarder naar 0. L. Vrouw van Lourdes aan le schaffen, waarin zij benevens al de godsdienstige plechtigheden, de liederen, gewoonlijk te Lourdes gezongen, zullen aan treffen en kunnen leeren. Het haudhoek wordt verkocht ten bureele van De Volksstem aan don prijs van 3 frank. De kleine winst welke den verkoop oplevert, komt ten goede aan de arme zieken welke de reis medemaken. Voor onze arme zieken Om den zegen te bekomen voor een diep bedroefd huisgezin M. D. S, 30,00 Naamloos 5,00 Naamloos 5,00 Naamloos, een pak levensmiddelen. M. L. De Coen-de Gallo 100,00 Mej. Blancaaert 10,00 M. D. S. 10,00 Naamloos 25,00 Naamloos V 5,00 Naamloos 10,00 ,u schijnt te vertrouwen, zeide de Parijzenaar. Bah vertrouwen, zeide de Spanjaard lachende, gij kent hem slecht. Ik heb hem maar nieuwsgierig gemaakt, anders hadden wij nog op hem kunnen wachten. Vertrouwen ha 1 hahij is sluwer dan wijhij vertrouwt zichzelven nauwelijks, hij heeft te veel gezien en gehoord. Waarom kruipt hij dan in alle spelon ken rond Ik denk dat hij wat zoekt. Weet gij niet wat hij zoekt Ik ben er niet achter kunnen komen. Mis schien zoekt hij een bloedverwante, want toen ik hem zeide, dat in De Welkomst dik wijls eene jonge bloemenverkoopster kwam die uit het Zuiden schijnt te zijn, werd hij opeens zeer oplettend en beloofde spoedig naar de Welkomst te komen, en ditmaal zal hij woord houden. Ik hoop dat wij hem eindelijk te pakken zullen krijgen, zeide de Parijzenaar en dronk in een teug zijn glas ledig. Op dit oogenbiik werd het gesprek der heide mannen door snel aangroeiend rumoer en strijd afgebroken Aan het andere einde der kamer waren twee stratenmakers met een breedgeschouderden, zwartbaardigen mensch in twist geraakt. Dc kastelein liep er angstig heen, en wilde den strijd zoo mogelijk nog voorkomen. Maar de strijd kreeg reeds eene uilbeiding, daar meerderen de partij van de stratenma kers namen en naar den zwartbaardigen drongen, wiens haar en geheele voorkomen m het oogvallend verwillerd was en verried, dat hij vele dagen en nachten zonder Een drietal malen was hij, voor ambts bezigheden, in den loop der week naar Parijs gekomen en ontving, o. a. de Cnights of Golombus in het aartsbisdom. Zaterdag namiddag vertoonden zich de' eerste sporen vaa de kwaal, die hem zou ten' grave sleepen, en liet hij zijn dokter roepen. Evenwel kon hij nog een licht avondmaal nemen. Verscheidene malen inden nacht ging zijn kamerdienaar hem bezoeken. Iiij zag hcni nog te 5 uur, maar, toen hij te half 6 terug-1, kwam, lag de Kardinaal op den grond. De kamerdienaar riep op den vicaris-generaal, Mgr Odelin, die de absolutie gaf. Toegesnelde doctors konden enkel den dood aan de gevolgen eener hartziekte vast stellen. Het lijk is nog niet naar Parijs overge bracht het zal eerst Ie Antony gebalsemd worden. Kardinaal Ametle bereikte den ouderdom; van 70 jaren hij werd bisschop van Baveux' in 1898, coadjutor van Kardinaal Richard,' welken hij in 1908 als aartsbisschop opvolg-' de Kardinaal op 27 November 1911. -VWSA Wij vsrneraen met een gevoel van ware deelneming het nieuws van het plotseling afsterven van Z. Em. Kardinaal Amette, aartsbisschop van Parijs. Zijne Eminentie was eenige dagen rust waan nemen te Antony, eene voorstad te Parijs en daar is hij, Zondag morgen te 6uur, schielijk overleden. Zoodra het nieuws te Parijs bekend was, zijn Mgr Rolland-Gosselin en de vicaris- generaal naar Antony vertrokken. Het lijk van den Kardinaal is in deu namid dag terug naar Parijs vervoerd. Met Kardinaal Amette verdwijnt eene der groote figuren van deFransche geestelijkheid, die gedurende den oorlog blijken gaf van de meest verheven deugden en van de zuiverste vaderlandsliefde. Vooral in de dagen toen Parijs bedreigd was gaf Kardinaal Amette blijken van eene geesteskracht, die op de Parijzer bevolkin; den heilzaamsten invloed uitoefende. Voor Kardinaal Mercier die in Kardinaal Amette een zijner beste en trouwste vrienden verliest, zal het nieuws van het afsterven van den grooten aartsbisschop van Parijs een zware slag zijn. Het afsterven van Kardinaal Amette is in de late missen in de kerken aan het volk medegedeeld en heeft algemeene verslagen heid verwekt. Ziehier nadere berichten over het afsterven van den Kardinaal. Verleden Zondag was Z. Em. naar het moederhuis der Zusters van St-Jean de Gluny, te Antony, eenige dagen rust gaan nemen. was geweest, en als een vervolgde had ge leefd. Kom]maar hier riep hij met heersche slem, met u, houden zal ik het wel klaar spelen. Terug of ik roep de politie klonk de dreigende stem van de kastelein die vreesde dat door dit geval zijn herberg wederom eenigen tijd gesloten zou moeten worden. Maar niemand luisterde naar hem. Laat ze maar komen, riep de zwart baardige met verheffing van stem. Sapperloot... wat is dat., riep de Parij zenaar. Ik wil geen kan wijn niet meer drin ken, als dat Judas niet is, maar hoe komt die hier het schijnt hem slechts te gaan. Kent gij hem, dan zullen wij hem uit het gedrang helpen, zeide de Spanjaard, en stond ook op. Hij is het Hij schijnt geheel nuchter te worden nu de kastelein nog eens met de policie dreigt. Hij schijnt het niet op de po- iicie gemunt te hebben, weg daar riep de Parijzenaar en drong naar de vechtenden, laat mij die twist beslissen wat zou ons de politie helpen, die kunnen wij zelf wel spelen. Gij hebt gelijk klonk het van alle zeiden, terwijl de Parijzenaar en de Spanjaard de stratenmakers terugdrongen. Wat wilt gij raefÖezen man riep de Spanjaard'maakt geen ruzie en lawaai. Hij heeft gelijk riepen verschillenden, als gij vechten gaat dan vliegt alles in de lucht. Trek terug, riep de Parijzenaar, vijf tegen een dat mag niet. De Duitsche zaakgelastigde is Zaterdag namiddag in het ministerie van buitenlandschej zaken te Parijs het diepste leedwezen komen, 1 betuigen voor de plundering van het Fran-1 sche consulaat te Breslau. j Hij heeft de verzekering gegeven dat al dd/ plichtigen streng zullen gestraft worden en dat de Duitsche regeeriDg aan de Fransche 1 alle mogelijke voldoening zal schenken. M. Paléologue heeft akte genomen van die; verklaring en pan graaf Wede! gezegd, dat de regeering het rapport van den Franse hen. zaakgelastigde le Berlijn zal afwachten. Zij zou daarna aan de Duitsche regeeriog' de sancties doen kennen die zij verlangt ta zien nemen. Men meldt uit Berlijn Op het oogenbiik dat de aanval op hel consulaat plaats had vertrok de Fransche consul te Breslau, M. Terver, uit Berlijn mei den trein. t Toen hij le Breslau aankwam hebben sta tiebedienden hem verwittigt, zoodat hij ziek' in veiligheid kon stellen. j {QZijne vrouw die te Breslau gebleven was,' is enkel als bij mirakelaan den dood ontsnapt. De aanvallers hebben de brandkas van het consulaat buiten gehaald, doch hebben hel niet kunnen openen. De Fransohe pers Al de dagbladen eischen eene ernstige be-' sirafling van de feiten te Breslau, eene zoo ernstige bestraffing, dat een terugkeer van dergelijke feiten onmogelijk worden gemaakt De Main zegt dat de verontschuldiging gen van den prefekt van Breslau en van den Duilschcn minister van buitenlandsche zaken, onvoldoende zijn. Plechtige verontschuldigingen zijn noodig,1 waaraan wordt deel genomen dqor de stad," die getuigen was van daden die een beschaafd, volk niet pleegt. De schuldigen moeten voor beeldig gestraft worden. i Al de bladen wijzen er op dat Fiankrijk' zich niet straffeloos op zoo schromelijke wij<. ze mag laten belecdigen. De vernielingen te Breslau De beide consulalen, liet Poolsche en hel Fransche, bieden een beeld van de grootst* verwoesting. Binnen de gebouwen is nage noeg alles totaal vernield. De Fransche vlag is verbrand, de consulactschilden zijn in stukken geslagen. Ook in het hotel Vier Jahreszelten waar de intergeallieerde commissie gehuis vest is, werd veel vernield. Bedden en aller— Er konden er mijnentwege zes zijn, schreeuwde de zwartbaardige woedend, hel kon mij niet schelen al waren er tien, deze honden slaan ik zoo plat als een koek. Die schreeuwer moet doodgeslagen! worden, riep een van de stratenmakers. j Laat hem toch praten wat bekommert ge u over hem, antwoordde de Parijzenaar; en toen hij en de Spaanjaard ondersteund door verschillende anderen liet blijken, dati zij ernstig zouden toeslaan, trokken de stra tenmakers naar den uitgang en verlieten dreu gend het wijnhuis. De zwartbaardige schreeuwde nog altijd als een woedende, totdat de stratenmakers het slagveld hadden geruimd. Judas voelde, dat hem iemand op da schouders klopte. He, Judas, klonk het dicht naast herau Hij schrikte hevig, toen hij .hoorde, dat iemand zij naam noemde. Gij zijt Judas en niemand anders, zeide de Parijzenaaar, en trok den voormalige» boschwachter naar een tafeltje. En tij zijt de Parijzenaar Sanspeur nu herken ik Ti, antwoordde Judas, niet weinig verbaasd een ouden, bekende te zien, maac wie staat zoo naar ons te kijken. Dat is Carpinaso, de Spanjaard, die be^ hoort bij mij, dien kunt gij volkomen vertrou* wen, zeide dc Parijzenaar. De drie mannen zetten zich aan de tafel. Toen ik uwe stem hoorde, herkende ik u dadelijk, hoewel wij elkander in geen vijt jaar hebben gezien, zeide de Parijzenaar giï ebt zeker gee«Q betrekking! Judas. i

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1920 | | pagina 1