Brie! der Bisschoppen van België voor Polen
Oe sirijtl om vijf millicsn
p
51
daU'
Dood van Kardinaal Amette.
Dinsdag
Oogst 1920
AALST-LOURDES
De aanval op hei Fransch consulaat
-te Breslau
XXVI» JAARGANG NUMMER 193
Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. - Tel. 114- !0 <3- 3L. .A. IO - 7 CENTIEMEN - Uitgever: J. Va» Nopfel-Db Gsnm
H. Isabella
Zon op5,l» Tonder 6,44
Laatste kwartier den 5
Publiciteit bulten het Arrondissement Aalst, zich te wenden tot het Agentschap Havas,8, Martelaarplein, te Brussel8, Place de la Bourse, Parija en CBream s Buildings Londre3 E.G
Zeer Beminde Broeders
Wij zijn getuigen van droevige gebeurte
nissen.
Vier jaar lang, hebben de naties der En*
tente zich zeiven heldhaftige opofferingen
getroost, om het recht op het barsch geweld
te doen zegevieren.
En bet recht heeft gezegevierd en de we
reld juichde toe.
Voortaan, zoo zegden wij bij ons eigen, zal
de gerechtigheid heerschen zonder tegen
spraak, cn de vrede zal ons van geleden angst
en langdurige marteling laten uitrusten.
Welnu, wij zijn mis geweest een trotsclie
en svrcede vijand overdekt Rusland met bloed
en puinen, heeft Polen overweldigd en
daar rijst hij op, het christen Europa bedrei
gend, zonder dat onze zegepralende wapens
hem op zijne vaart in ontzag nouden.
Wij zijn er ten diepste door vernederd.
Op het oogenbiik zelf, dat wij de stem wil
den verheffen om u de verzuchtingen van
Polen te vertolken, en om Engeland, de
Vcreenigde.Slaten en Frankrijk, waar dan
ook ons dapper leger zich zou bij aangesloten
hebben, om hen lesmeeken, dat zij ter
ljulpe van die ridderlijke natie zouden snellen
welke wij, van onze kinderjaren af, gewoon
zijn als een zusternalie te beschouwen, op
dien zelfden oogenbiik neemt een geheime
macht de plaats in van bet wettig gezag, en
houdt den krijgsvoorraad tegen welke voor
Warschau bestemd was.
Zeer beminde Broeders, om de eere der
menschhcid, en met de gedachte aan de zede
lijke grootheid onzer bondgenooten van gis
teren in den naam der dankbaarheid ver
schukligd aan cene natie, die, bijna tien
eeuwenlang, alleen of bijna alleen de asia
tische volkshorden op hare grenzen beteuge
len om de vrijwaring van het vreeverdrag
van Versailles en om de veiligheid van Euro
pa, bidden wij dringend de groote Mogend
heden Polen niet te falen bezwijken.
liet verdrag van Versailles heeft de onaf
hankelijkheid van Polen hersteld zoosprak
mot fierheid het hoofd van het Fransch m"
Historie en die onafhankelijkheid zal in
Stand blijven l
Het verdrag van Versailles zegde hij
nog, beeft aan Polen eene grensscheiding
ten wésten toegekend, Welke niet enkel voor
zijn eigen eene hoede zijn moet, maar tevens
bestemd is om de veiligheid van westelijk
Europa tc verzekeren en die grensschei
ding zal in stand blijven
Frankrijk voegde daarop de daad bij het
woord.
Het snelt naar Warschau toe, en doet de
rooversbenden achteruittrekken. Maar, eilaas!
Frankrijk is alleen.
Bij het zien van die aanslagen en van die
harde beproevingen van Polen, mocht noch
tans niemand de armen kruisen.
Zoo menigmaal hebben wij onder den oor-
Jog, mot de oog op de snoodheid en de ge-
weldeaarijen van den vijand, het wrekende
woord van St-Ambrosius herhaald Nihil
procfcrendum honestati niets hebbe den
voorrang op de eer
Bewaarheid van gisteren blijft de waar-
beid van heden.
Indien sommige naties dit vergaten, indien
wij zeiven het moesten vergeten, -dan zou die
waarheid verwijlend legen haar en tegen ons
oprijzen.
ÜDe Europeesche Mogendheden hebben im
uiers G9n schuld te betalen aan die moedige
Poolsche bannelingen, die tijdens den Iaat-
sten oorlog, uit Frankrijk, uü Engeland, uit
Amerika toeliepen, om in den voor- of tegen
spoed onzer wapenen te deelen Die Mo-
43" Vervolg.
Nu, is van het steegje, eene statige Para
dijstraat gemaakt.
In dit steegje bevond zich een slechten reuk
staand wijnhuis.
üp zekeren avond zaten in de groote ge
welfde ruimte, waarin de bediende met fles-
uben en glazen van tafel ging, en waarin het.
fcooals altijd vol menschen was, ook de Span
jaard en de ons bekende Franschman aan
'cene wat ter zijde staande tafel.
Wij moeten naar iemand uitzien, die zich
in zijne kleederen steekt en zich in zijn buffet
plaatst, zeide de Parijzenaar zooeven met
gedemte stern, er moet toch een bericht of
kooiets zijn ingekomen.
Wat zeide de policieagent tot u?
Hij vroeg waar Natalet was; hij was er
reeds gisteren geweest, niemand had open
gedaan.
Wat wilde hij dan van hem hebben
Bat heeft hij mij niet gezegd.
- Iemand die de policieagent kent, mogen
wij niet nemen, meende de Spanjaard.
Als wij maar iemand vinden, die zich
«net zijn eigen ouden naam niet meer kan
laten zien antwoordde de Parijzenaar, dan
pou ik hem wel als Natalet aankleeden, zoo-
Sat niemand aan hem twijfelen zou.
Heeft de politieman dë weggeloopen
jpaaud dan gekend
—-Hij kan hem wel eens gezien hebben,
tnaor boe kan hij hem zoo nauwkeurig her
gendheden hebben een fout uit te boeten, de
misdaad door drie vorsten tegen Polen bedre
ven, door de keizerin Calharina II van Rus
land, Maria-Theresia van Oostenrijk en Fre-
derik II van Pruisen, die niet aarzelden, in
1795, het koninkrijk Polen te verbrokkelen
en in te palmen. Zij hebben uit te boeten de
medeplichtigheid van het Congres van Wee-
nen, hetwelk in 1815, het voltrokken onrecht
bekrachtigde.
Edoch de drie machtige keizerrijken erfge
namen van dien roofbuit, stortten, op hetzelf
de ure. verwonnen ten gronde.
En Polen stond weer levend op.
Zou nu het christen Europa, die moedige
nalio in het graf willen terugatooten.
Zeer beminde Broeders, als bisschoppen
hebben wij ons zeker niet te bemoeien
met politieke besprekingen, noch met mili
taire ondernemingen doch, onbetwistbaar
handelen, wij naar den geest van ons bis
schoppelijk ambt, als wij aan de wereld, hel
zij vriend of vijand, herinneren, welke de
onvervreemdbare vereischten zijn van eer en
recht.
Zoo het ons niet gegund is, onze Poolsclie
broeders gewapenderhand ter zijde te staan,
dan zullen wij hun toch edelmoedig schenken
hetgene waarover wij vrij beschikken, onze
genegenheid, onze gebeden, onze bijdrage ter
verzachting van hun leed en nood Wij zullen
door alle mogelijke middelen doen blijken de
liefde welke wij voor Polen koesteren, en
den afschuw welken de ijselijke gruwelen
bolsjewistische omwenteling ons inboezemen.
Die gruwelen van die woeste benden zijn
niet genoeg bekend. Een daartoe betaalde
drukpers tracht ze zooveel mogelijk le ver
zwijgen en te verbergen. Doch 't en is hier
de tijd noch de plaats, om daarover in meer
bijzonderheden uit te weiden.
Het weze thans voldoende, er.kel onder
honderd, onder duizendgevallen, op den aan
slag te wijzen, weikon het Engelsch dagblad
de Times in zijn nummer van den 17 Ju
li laastleden, aangeklaagd heeft.
Graaf Grocholski stond aan bet hoofd van
een trein van 't Roode Kruis, waarmede hij
trachtte vluchtelingen en gekwetsten in veilig
heid te brengendoch da trein werd door
een houwitser getroffen, en kon niet 'meer
vooruit. Toen vielen de Bolsjéwiki er op
aan, en doodden al wie zij in handen kregen,
gekwetsten, vrouwen en kinderen.
Vier uren latei', vonden de Polen de afschu
welijk verminkte lijken hunner landgenooten.
De photographie heeft ons de beeltenis dier
oiimenschelijke moorderij bewaard, maar met
zulke gruwelijke trekken, dat net niet moge
lijk is ze te beschrijven.
Wij zeiven, wij bezitten over 'n stad, wier
naam wij nog moeten verzwijgen, inlichtin
gen uit eerste bron, persooonlijk meegedeeld
en ten volle zeker. In de tusschenruimte van
Meert tot Juni 1919, zijner, in die stad, drie
zoogezegde doodsraden te gelijk aan het
werk geweest, en zij hebben er 4000 inwo
ners voor den kop doen schieten.
Ziet hier een getuigschrift, een uitreksel
uit het officieel orgaan van het midden comi-
teit er Sovjets te Moskou
De jongste gebeurtenissen op de verschil
lende Poolscbe strijdlinics evenals onze voor
uittocht in het middenland zelf, door Poolsche
bevolkingen bewoond, zoo leest men
daarin verplichten ons, aan de leden
onzer partij onderrichtingen mee te deelen..
welke bestemd zijn om het gezag der Sovjets,
in vermelde streken te vestigen en te verster
ken.
liet is volstrekt noodig, eenen strijd zon
der genade tegen de Poolsche bevolking aan
te gaan, en maatregelen te nemen om ze heel
en al uit te roeien.
m Bijgevolg bevelen wij
1° Een algemeen schrikbewind aan te van
gen tegen al de boeren eigenaars, ten einde
die teeneomaal uit te moorden, alsmede
tegen al de Polen te gelijk, die, rechtstreeks
of onrechtstreeks in staat zouden zijn deel te
nemen in den strijd tegen het gezag der
Sovjets;
2° het graan en al de voortbrengselen van
den landbouw aan te slaan, en dit alles op
bepaalde plaatsen saam te voeren
3° een volledige ontwapening te bewerken,
en daarom voor den kop te schieten al wie
nog in het bezit zal bevonden worden al ware
't maar van een enkele kardoes, na den ver
streken tijd die voor de ontwapening is
aangeduid;
4° gewapende wachtposten in de Poolsche
dorpen en districten achter te laten, totdat
ei"volledige orde tot stand gekomen zij
5d De commissarissen hebben bevel ontvan
gen, mét de grootste strengheid te werk te
gaan, en hunne onderrichtingen naar |de let
ter uit te voeren. Investia nr van denxll
Juni 1920).
De Poolsche bisschoppen deden een beroep
op de zedelijke ondersteuning en op de lief
dadigheid der gansche wereld.
Onmiddelijk daarop heeft Onze H. Vader,
Paus Benedictus XV, wiens hart immer voor
de weedommen zijner kinderen wijdopenstaan
tot den Kardinaal Vikaris van Rome geschre
ven Niet enkel Polen wordt bedreigd, maar
geheel Europa met Polen. Allen moeten
wij dan den Heer bidden, dat het Poolsche
volk en het uitgeput Europa fan die uiterste
ramp bevrijd blijven
Met u, Heilige Vader, en naar uw voor
beeld, zullen wij bidden.
Mogen onze vurige genegenheid en de be
tuiging van onzen eerbied onze Poolsche
broeders troosten en aanmoedigen
Wij bevelen dus, dat, 's Zondags na den
feestdag der H, Maagd, d. i. op den 12 Sep*
tember, de H. Communie opgedragen worde
en een rozenhoedje worde gebeden in al de
kerken van België, naar de inzichten der
Poolsche natie en inzonderheid tot volledige
zegepraal van hare onafhankelijkheid.
Denzelfden dag zal er, in al de kerken,
een geldinzameling gedaan worden ten be
hoeve van de PooUche vluchtelingen.
Gc zult hierbij u herinneren zeer beminde
Broeders, dat, aldus biddende en ietwat van
uw eigendom ten beste voor Polen schenkende,
ij bijdraagt tot behoud der vetligheid van
Europa, en tot bevestiging der ehristene orde
in de samenleving.
Gij allen die de ontberingen, de koude «en
den honger, de verdrukking en de vreemde
overheersching gekend hebt, gij zult voor
zeker het lijden van den evenmensch begrij
pen, en gij zult er medelijden mee hebben.
Gij, die uwe vrijheid herwonnen hebt, gij
zult nu te beter beseffen den bloedigen angst
van geloofsbroeders, die gevaar loopsn de
vrijheid te verliezen.
Gij, die het geluk hebt het geloof te be
zitten, en bezield zijt met ean levendige devo
tie tot de II. Maagd, gij zult thans uw volle
genegenheid schenken aan het volk, hetwelk,
zegt men, meer dan eenig ander volk ter
wereld, de II. Moeder Gods vereert.
Met hert en ziel onzen broeders van Polen
genegen en met hen vereenigd, bidden en
herhalen wij - Heilige Maria, Moeder van
God, toevlucht der zwakken, troosteres der
bedrukten, Koningin der belijders en der
martelaars, heb medelijden met Polen red
die natie bescherm ze, en schenk aan de
wereld terug de vrijheid en den vrede.
Regina pacis, ora pronobis Koningin
van den vrede, bid voor ons
En, met onze blikken nog verder reikende,
kennen. Wij moeten iemand nemen, dien
wij vertrouwen kunnen, zeide de Spanjaard
zacht, een die voor de galg is en van onze
genade afhangt, dan is De Welkomst zoo
goed als van ons, en wij kunnen doen wat
wij willen
Mij valt de slager van Lyon in de
gedachte.
Laat die man buiten het spel die drijft zijn
eigen zaak en de speurhonden zijn overal
achter hem, die kan ons niet dienen.
Laat hem zijn spel drijven, hij is ons
daardoor zooveel te zekerder, ging de Span
jaard voort, als hij een baard aandoet zooals
Natalet hem droeg, dan zullen hem de speur
honden moeilijk herkenen, dat zeg ik u. En
de slager is alle dagen in onze hand, hij
hangt van ona af.
Hij krijgt ons niet, wij hem. En hoe wil
dan, de dikke korte kerel voor Natalet spe
len 1 Zoo onnatuurlijk mogen wij het niet
maken Spanjaard, het schijnt mij altijd toe.
dat wij hier wel iels beters kunnen vinden.
Het mes staat ons op de keel, zooals hij
zegt.
In geval van nood mogen zij het nest
leeg vinden en onderzoeken zeide de Parij
zenaar met gedempte stem, wat wilden zij
ons maken, al vinden zij den kelder.
Hebben zij mij niet in De Wel
komst gezien
Dat is allemaal wel waar, maar wat moeten
wij beginnen, als den kelder voor ons verlo
ren gaal.
Gij hebt gelijk, alleen om het bruine
heertje, dat in deze dagen komen wil en dat
o laten we de goddelijke Voorzienigheid
bedanken, die ten tweede male, gisteren op
de boorden van den Yzer en van de Marne,
en vandaag op den oever der Weissel, zich
gewaardigt de westelijke beschaving van
Europa te redden.
Deze onze brief zal in alle kerken en open
bare kapellen van ons bisdom afgelezen wor
den op Zondag 29 Augustus, of op Zondag
5 September,
t Desideratus Josephus, Gard. Mercier.
Aartsbisschop van Mecbelen.
f Gustavus Josephus, Bisschop van Brugge,
f Thomas Ludovicus, Bisschop van Namen,
t Martinus Hubertus, Bisschop van Luik.
f Amedeus M., Bisschop van Doornik,
f Emilius Joannes, Bisschop van Gent.
Aan de geëerde deelnemers der Bedevaart
wordt dringend aangeraden zich het
Handboek van den godvruchtigen Bede
vaarder naar 0. L. Vrouw van Lourdes
aan le schaffen, waarin zij benevens al de
godsdienstige plechtigheden, de liederen,
gewoonlijk te Lourdes gezongen, zullen aan
treffen en kunnen leeren.
Het haudhoek wordt verkocht ten bureele
van De Volksstem aan don prijs van 3 frank.
De kleine winst welke den verkoop oplevert,
komt ten goede aan de arme zieken welke
de reis medemaken.
Voor onze arme zieken
Om den zegen te bekomen voor een diep
bedroefd huisgezin M. D. S, 30,00
Naamloos 5,00
Naamloos 5,00
Naamloos, een pak levensmiddelen.
M. L. De Coen-de Gallo 100,00
Mej. Blancaaert 10,00
M. D. S. 10,00
Naamloos 25,00
Naamloos V 5,00
Naamloos 10,00
,u schijnt te vertrouwen, zeide de Parijzenaar.
Bah vertrouwen, zeide de Spanjaard
lachende, gij kent hem slecht. Ik heb hem
maar nieuwsgierig gemaakt, anders hadden
wij nog op hem kunnen wachten. Vertrouwen
ha 1 hahij is sluwer dan wijhij vertrouwt
zichzelven nauwelijks, hij heeft te veel gezien
en gehoord.
Waarom kruipt hij dan in alle spelon
ken rond
Ik denk dat hij wat zoekt.
Weet gij niet wat hij zoekt
Ik ben er niet achter kunnen komen. Mis
schien zoekt hij een bloedverwante, want
toen ik hem zeide, dat in De Welkomst dik
wijls eene jonge bloemenverkoopster kwam
die uit het Zuiden schijnt te zijn, werd hij
opeens zeer oplettend en beloofde spoedig
naar de Welkomst te komen, en ditmaal zal
hij woord houden.
Ik hoop dat wij hem eindelijk te pakken
zullen krijgen, zeide de Parijzenaar en dronk
in een teug zijn glas ledig. Op dit oogenbiik
werd het gesprek der heide mannen door
snel aangroeiend rumoer en strijd afgebroken
Aan het andere einde der kamer waren twee
stratenmakers met een breedgeschouderden,
zwartbaardigen mensch in twist geraakt.
Dc kastelein liep er angstig heen, en wilde
den strijd zoo mogelijk nog voorkomen.
Maar de strijd kreeg reeds eene uilbeiding,
daar meerderen de partij van de stratenma
kers namen en naar den zwartbaardigen
drongen, wiens haar en geheele voorkomen
m het oogvallend verwillerd was en verried,
dat hij vele dagen en nachten zonder
Een drietal malen was hij, voor ambts
bezigheden, in den loop der week naar Parijs
gekomen en ontving, o. a. de Cnights of
Golombus in het aartsbisdom.
Zaterdag namiddag vertoonden zich de'
eerste sporen vaa de kwaal, die hem zou ten'
grave sleepen, en liet hij zijn dokter roepen.
Evenwel kon hij nog een licht avondmaal
nemen. Verscheidene malen inden nacht ging
zijn kamerdienaar hem bezoeken. Iiij zag hcni
nog te 5 uur, maar, toen hij te half 6 terug-1,
kwam, lag de Kardinaal op den grond. De
kamerdienaar riep op den vicaris-generaal,
Mgr Odelin, die de absolutie gaf.
Toegesnelde doctors konden enkel den
dood aan de gevolgen eener hartziekte vast
stellen.
Het lijk is nog niet naar Parijs overge
bracht het zal eerst Ie Antony gebalsemd
worden.
Kardinaal Ametle bereikte den ouderdom;
van 70 jaren hij werd bisschop van Baveux'
in 1898, coadjutor van Kardinaal Richard,'
welken hij in 1908 als aartsbisschop opvolg-'
de Kardinaal op 27 November 1911.
-VWSA
Wij vsrneraen met een gevoel van ware
deelneming het nieuws van het plotseling
afsterven van Z. Em. Kardinaal Amette,
aartsbisschop van Parijs.
Zijne Eminentie was eenige dagen rust
waan nemen te Antony, eene voorstad te
Parijs en daar is hij, Zondag morgen te 6uur,
schielijk overleden.
Zoodra het nieuws te Parijs bekend was,
zijn Mgr Rolland-Gosselin en de vicaris-
generaal naar Antony vertrokken.
Het lijk van den Kardinaal is in deu namid
dag terug naar Parijs vervoerd.
Met Kardinaal Amette verdwijnt eene der
groote figuren van deFransche geestelijkheid,
die gedurende den oorlog blijken gaf van de
meest verheven deugden en van de zuiverste
vaderlandsliefde.
Vooral in de dagen toen Parijs bedreigd
was gaf Kardinaal Amette blijken van eene
geesteskracht, die op de Parijzer bevolkin;
den heilzaamsten invloed uitoefende.
Voor Kardinaal Mercier die in Kardinaal
Amette een zijner beste en trouwste vrienden
verliest, zal het nieuws van het afsterven van
den grooten aartsbisschop van Parijs een
zware slag zijn.
Het afsterven van Kardinaal Amette is in
de late missen in de kerken aan het volk
medegedeeld en heeft algemeene verslagen
heid verwekt.
Ziehier nadere berichten over het afsterven
van den Kardinaal.
Verleden Zondag was Z. Em. naar het
moederhuis der Zusters van St-Jean de Gluny,
te Antony, eenige dagen rust gaan nemen.
was geweest, en als een vervolgde had ge
leefd.
Kom]maar hier riep hij met heersche
slem, met u, houden zal ik het wel klaar
spelen.
Terug of ik roep de politie klonk de
dreigende stem van de kastelein die vreesde
dat door dit geval zijn herberg wederom
eenigen tijd gesloten zou moeten worden.
Maar niemand luisterde naar hem.
Laat ze maar komen, riep de zwart
baardige met verheffing van stem.
Sapperloot... wat is dat., riep de Parij
zenaar. Ik wil geen kan wijn niet meer drin
ken, als dat Judas niet is, maar hoe komt
die hier het schijnt hem slechts te gaan.
Kent gij hem, dan zullen wij hem uit
het gedrang helpen, zeide de Spanjaard, en
stond ook op.
Hij is het Hij schijnt geheel nuchter
te worden nu de kastelein nog eens met de
policie dreigt. Hij schijnt het niet op de po-
iicie gemunt te hebben, weg daar riep de
Parijzenaar en drong naar de vechtenden,
laat mij die twist beslissen wat zou ons de
politie helpen, die kunnen wij zelf wel spelen.
Gij hebt gelijk klonk het van alle zeiden,
terwijl de Parijzenaar en de Spanjaard de
stratenmakers terugdrongen.
Wat wilt gij raefÖezen man riep de
Spanjaard'maakt geen ruzie en lawaai.
Hij heeft gelijk riepen verschillenden,
als gij vechten gaat dan vliegt alles in de
lucht.
Trek terug, riep de Parijzenaar, vijf
tegen een dat mag niet.
De Duitsche zaakgelastigde is Zaterdag
namiddag in het ministerie van buitenlandschej
zaken te Parijs het diepste leedwezen komen, 1
betuigen voor de plundering van het Fran-1
sche consulaat te Breslau. j
Hij heeft de verzekering gegeven dat al dd/
plichtigen streng zullen gestraft worden en
dat de Duitsche regeeriDg aan de Fransche 1
alle mogelijke voldoening zal schenken.
M. Paléologue heeft akte genomen van die;
verklaring en pan graaf Wede! gezegd, dat
de regeering het rapport van den Franse hen.
zaakgelastigde le Berlijn zal afwachten.
Zij zou daarna aan de Duitsche regeeriog'
de sancties doen kennen die zij verlangt ta
zien nemen.
Men meldt uit Berlijn
Op het oogenbiik dat de aanval op hel
consulaat plaats had vertrok de Fransche
consul te Breslau, M. Terver, uit Berlijn mei
den trein. t
Toen hij le Breslau aankwam hebben sta
tiebedienden hem verwittigt, zoodat hij ziek'
in veiligheid kon stellen. j
{QZijne vrouw die te Breslau gebleven was,'
is enkel als bij mirakelaan den dood ontsnapt.
De aanvallers hebben de brandkas van het
consulaat buiten gehaald, doch hebben hel
niet kunnen openen.
De Fransohe pers
Al de dagbladen eischen eene ernstige be-'
sirafling van de feiten te Breslau, eene zoo
ernstige bestraffing, dat een terugkeer van
dergelijke feiten onmogelijk worden gemaakt
De Main zegt dat de verontschuldiging
gen van den prefekt van Breslau en van den
Duilschcn minister van buitenlandsche zaken,
onvoldoende zijn.
Plechtige verontschuldigingen zijn noodig,1
waaraan wordt deel genomen dqor de stad,"
die getuigen was van daden die een beschaafd,
volk niet pleegt. De schuldigen moeten voor
beeldig gestraft worden. i
Al de bladen wijzen er op dat Fiankrijk'
zich niet straffeloos op zoo schromelijke wij<.
ze mag laten belecdigen.
De vernielingen te Breslau
De beide consulalen, liet Poolsche en hel
Fransche, bieden een beeld van de grootst*
verwoesting. Binnen de gebouwen is nage
noeg alles totaal vernield. De Fransche vlag
is verbrand, de consulactschilden zijn in
stukken geslagen.
Ook in het hotel Vier Jahreszelten
waar de intergeallieerde commissie gehuis
vest is, werd veel vernield. Bedden en aller—
Er konden er mijnentwege zes zijn,
schreeuwde de zwartbaardige woedend, hel
kon mij niet schelen al waren er tien, deze
honden slaan ik zoo plat als een koek.
Die schreeuwer moet doodgeslagen!
worden, riep een van de stratenmakers. j
Laat hem toch praten wat bekommert
ge u over hem, antwoordde de Parijzenaar;
en toen hij en de Spaanjaard ondersteund
door verschillende anderen liet blijken, dati
zij ernstig zouden toeslaan, trokken de stra
tenmakers naar den uitgang en verlieten dreu
gend het wijnhuis.
De zwartbaardige schreeuwde nog altijd
als een woedende, totdat de stratenmakers
het slagveld hadden geruimd.
Judas voelde, dat hem iemand op da
schouders klopte.
He, Judas, klonk het dicht naast herau
Hij schrikte hevig, toen hij .hoorde, dat
iemand zij naam noemde.
Gij zijt Judas en niemand anders, zeide
de Parijzenaaar, en trok den voormalige»
boschwachter naar een tafeltje.
En tij zijt de Parijzenaar Sanspeur nu
herken ik Ti, antwoordde Judas, niet weinig
verbaasd een ouden, bekende te zien, maac
wie staat zoo naar ons te kijken.
Dat is Carpinaso, de Spanjaard, die be^
hoort bij mij, dien kunt gij volkomen vertrou*
wen, zeide dc Parijzenaar.
De drie mannen zetten zich aan de tafel.
Toen ik uwe stem hoorde, herkende ik
u dadelijk, hoewel wij elkander in geen vijt
jaar hebben gezien, zeide de Parijzenaar giï
ebt zeker gee«Q betrekking! Judas. i