Us PoolSGh-Rnssische oorlog.
Gruwelijke misdaad te Eekloo
PROVINCIALE TOONEELKOMMISSIEN
03 Begrafenis van
Z. E. Kardinaal Ametie.
Eene Brandramp te Anglsur
Ministerie m Landsverdediging
De incidenten te Breslau
Erg tramongeluk te Antwerpen
DE DRAMAS DER ZEE
mei haar hinderen te ontvluchten en Rusland
te verlaten.
Over het lot van Michael Alexandrowitsj
Jbeslaat nog steeds geen volkomen zekerheid.
Het is echter hoogstwaarschijnlijk, dat hij
ïusschen 12 en 16 Juiji, dus een maand voor
den tsaar, vermoord is. Jo elk geval zijn alle
geruchten, dat de grootvorst Je. Ausk, Serni-
palatirisch, Ghula, Harbin, enz. zou gezien
zijn, steeds onjuist gebleken, Ook Joufigorij
'fs nooit tei üggézién.
Vier-en-twintig uur na den moord op den
tsaar te Jekaterinenburg werden te Perm nog
vermoord grootvorstin Elizabeth, een zuster
van de tsarina, grootvorst Sergius Mikharlo-
witsj prins Iyor, prins Joan en prins Con-
êlanlijn, drie zonen van den grootvorst Con-
slantijn Conslantinowitsj en prins Wladimir
Pavllowitsj- Palei, een 17-jarige jongeling,
die in zich de belofte van een groot dichter
ronddroeg.
Deze moord had bijna met dezelfde insce-
neering plaats als die op den tsaar. Alleen
bracht men de ongelukklgen eerst naar een
öoseh waar men hen met revolvers doodschoot.
Hun lijken werden, nadat ze uitgeroofd wa
ren, in oude mijnschachten geworpen. Twee
maanden later werden deze teruggevonden,
zij konden allen nog herkend worden en wer
den in tegenwoordigheid van een groote
menigte volks plechtig begraven.
Een half jaar later werden te Pelrogado
zonder eenigen vorm van proces nog ver
moord de grootvorsten Paul Alexandrowitsj,
Dimitri Constantijnowitsj, NicolaasMikhailo-
witsj en George Mikhailowitsj.
Bijzonderheden over deze laatste gruwel
daad zijn niet bekend. Het eenige, wat men
met zekerheid weet, is, dat zij door roode
garden met revolvers gedood werden.
Zoowaren de meeste Romanoff's uitgerooid
Enkele prinsen van vorstelijke bloede-vonden
den dood in hun residenties meestal weet
niemand wat er van hen geworden is.
AANSTELLING VAN LEDEN
Zijn benoemd tot leden der provinciale
kommissiën
1. Te BrusselDe Bruyn Precher J.;
Solvay L.; Stevens Toussaint F.; Van Lan-
gendoi ct Pr.; Vermeylcn A.
2. Te GentDe heeren Bergmans P.,
Gent Buysse O., id.; De Vidts R., St.-
Niklaas Keurvels H., Gent; Lybaert K.,
id.; Papc G., Aalst Koels O., Gent
Siffer A., id.; Van der Haegen L., id.
3. Te HasseltDe heeren Bampe P.,
HasseltBriers H. (Georges Virres), Lum-
men Ceelen J., Lille-St-Huibrechts Cox
L., HasseltDeploige Gl.,Tongeren; Élens,
Hasselt Geraerts M., id.; Mouliny R.,
èt-Truiden Tils Ed., id.,
Parijs. 4 Sept. De begrafenisplechtig
heden hebben dezen morgen onder grooten
toeloop plaats gehad.
De hemel boven Parijs was grauw en som:
ber, en scheen te willen deelnemen aan den
rouw van het godsdienstige volk.
Reeds vroeg in den morgend zijn delega
tion van alle Katholieken Lichamen, Inrich
tingen, Scholen enz., des bisdoms in den
omtrek van het Paleis des Kardinaals aan-
.wezig.
Om 8 uur heffen alle klokken van Parijs
baar rouwzang aan.
Een stoet van geestelijken uit alle rangen
der kerkelijke hiërarchie vormt zich op de
binnenplaats van het Aartsbisdom.
Om half negen gaat Mgr. Roland Gosselin,
bisschop van Synopla, vic. Capit. en hulp
bisschop van den Overledene, het lijk afha
len.
De kist wordt op een rijk met zwart en
zilver versierden lijkwagen neergezet. Zij is
overdekt met de roodsatijnen Cappa Magna
en de kardinaalsbarette.
De hoeken van het baarkleed worden ge
houden door Mgr. Leroy, algemeen overste
der Paters van den Heiligen Geest; abbé
Garriquel, algemeen overste van Saint Sul-
|)ice; Mgr. Baudrillart, lid der Fransehe
Academie; den Hoogw. Pater Janvier; burg.
graaf d' Hendecourt, algemeen voorzitter
gevaar spreken. Ik ontvang u van harteen
ik wil u gaarne mijne bescherming en raat
in alle dingen geven.
Gij zijt dus de tante van Antoinette,
van wie zij mei zooveel liefde sprak.
Deed zij dal Hoe /naakt het het goede
kind
Engeline vertelde hare gelukkige kennis
making met Antoinette te Toulon hoe zij
door hulp van afsoheid had kunnen nemen
van haren ongelukkige:) vader, en haar be
sluit, oin te Parijs alles te beproeven om
het verloren testament terug te vinden, en
Ue onschuld van den zwaar lijdenden vader
te bewijzen.
Ik weet alles en ik zal u behulpzaam
lijn, zooveel als in mijn vermogen is, verze-
aerde de weduwe, wat echter vervulde u op
itraat met zooveel angst, mijn arm kiüd
De angst wil ik vergeteD, nu ben ik
bij u in zekerheid, antwoordde Engeline rui
mer ademhalende de graaf vervolgde mij.
Uw zoogenaamde vader
Hij wil mij tegen eiken prijs te Mont-
pellier hebben, en daar wacht mij de
dood De gewezen huishoudster en vleze
vreemde man, die mijo vader zou zijn, zijn
vreeselijk. Ik kan niet tot iien terug, ik
vrees hen, houdt mij hier, lever mij niet aan
die verschrikkelijke meuschen in het slot uit.
Behoudt mij bij u, ik zal er u altijd dankbaar
■voor zijn.
Het hartroerend smeeken van Engeline
trof de weduwe, tranen van roedelijden vloei
den uit haré oogen. Met vreugde vervul ik
«wen vveusob, arm kind, zeide de weduwe
der Conferentie» van St-Vincen. 'u>s4^ Paulo;
den heer Arnould Duval, afgevaardigd# v«?or
Parijs.
De stoet trekt naar Nolre-Dame, waar hij
wordt opgewacht door talrijke persoonlijk
heden van aanzien, dieniet naar hét aarts
bisdom zijn gekomen. Seminaristen dragen
het Kruis van 't Kapittel pn de onderschei-
diogsteckenen van den Kardinaal.
Bijgestaan door de vicarissen-generaal
,Iéïut Mgr Roland-Gossenlï utïj rouw, foor-
afgegaan door de leden der familie.
Mejuffrouw Amette, eene zuster van den
Kardinaal en de vrouwelijke leden der fami
lie begeven zich in rijtuigen naar Notre-Dame.
Het volk toont zich in hooge mate inge
togen.
Niet min dan 5 kardinaal en 40 bisschop-
m hebben in de hooge koor plaats genomen.
Ificieele vertegenwoordigers van talrijke
landen zijn aanwezig naast generaals en di
plomalen.
Om 10 uur begint de dienst pontifikaal
door Mgr Lucon gecelebreerd. Na de mis
vertrekt traagzaam het volk en worden de
poorten gesloten.
's Avonds wordt het stoffolijk overschot in
de kript onder het altaar bijgezet.
Verleden nacht, rond 3 ure, is brand ont
staan in de schrijnwerkerij Chaland te
Angleur.
Daar het vuuv ruim voedsel vond in de
groote hoeveelheid hout in het werkhuis op
gestapeld, namen de vlammen weldra groote
uitbreiding en vooralleer men de reddings
werken kon aanvangen stond heel het werk
huis in laaie vlam. Het vuur deelde zich
weldra mede aan het woonhuis van den
beer Chaland.
De pompiers van Angleur waren machte'
loos om het vuur te omschrijven en vroegen
de pompiers van Luik ter hulp. De vlammen
waien reeds overgeslagen tot eene school.
Hier werd geheel het dak vernield.
Van de schrijnwerkerij en het woonhuis
van M. Chaland blijft enkel een puinhoop
over. De schade is zeer aanzienlijk doch door
verzekering gedekt.
De loopbaan van generaal Budieny
Generaal Budieny, de bevelhebber der roo
de ruiterij, die thans in Galicië van de Polen
eene klopping van belang kreeg, heeft al zijne
graden op het slagveld gewonnen. Bij het
uitbreken van den wereldoorlog was hij een
voudig soldaat. Na twee jaar werd bij achter
eenvolgens tot onderofficier en officier be
vorderd.
H ij trad op het voorplan toen hij er aan het
hoofd zijner ruiters in gelukte het leger van
generaal Denikine in twee te splitsen.
Toen de rooden naar Warschow oprukten,
doorbrak Budieny hel Poolsche front in den
sektor Dwina-Minsk. Hij werd dan naar het
front in Galicië gezonden, om te trachten,
door eene zwenkende beweging, het Poolsche
leger, dat bezig was de rooden te verdrijven,
in den rug te vallen.
Budienij weigerde dat bevel uit te voeren
en trok niet zijne ruiterij op Lemberg af.
Op twaalf kilometers van Lemberg botste
Budieny op de Polen en deze dwongen hem
'tot den'aftocht. Hij trok in Noordelijke rich
ting weg.
AVat men maar al te wel ondervindt, is dat
overal waar Budieny met zijne woeste benden
komt, onmeedoogend geplunderd en gemoord
wordt en het zou eene ware verlichting zijn,
indien de Polen er konden in gelukken Bu
dieny voor goed onschadelijk te maken.
Poolsch legerbericht
In den zuidsektor hebben de troepen van
majoor Lukawski, na een hardnekkig ge
vecht den vijand uit Relz gejaagd. Wij ver
overden viar machiengeweren, twaalf be
spannen wagens en een aanzienlijke hoeveel
heid materiaal.
In den omtrek van Lemberg werden onze
voorposien aan de lijn Boug-Gnila-Lupa ver-
scheidene malen aangevalen, doch de aan
vallers werden door onze tanks verjaagd.
Een Engelsch schip te Kiel aangehouden
1000 ton oorlogstuig voor Polen aan boord
Uit Kiel wordt volgens een telegram uit
Berlijn gemeldt, dat in desluizen van Hol-
half snikkend. Hoe zon ik u aan uwe beulen
kunnen overgeven Neen, nooit, nooit zal
dat geschieden. Gij blijft hier bij mij en ik
zal u zooveel mogelijk helpen.
Toen ik te Toulon in doe postwagen
zat, vertelde Engeline verder trad plotseling
de graaf uit het posthuis, en steeg in den
wagen. Hij was mij naar Toulon gevolgd,
om mij in zijne macht te krijgen. Mijn hart
stond stil van schrik, toen hij zich naast mij
plaatste. Ik wilde uit deu wagen springen,
maar hij hield mij vast eu gebood mij te
blijven.
Waart gij dan alleen met hem in den
postwagen
Neen er waren nog meerdere reizigers,
en toen ik mij van schrik en ontsteltenis her
steld had, hoopte ik op bescherming van hen.
In de stad waar wij voor het eerst een lan
gere rust namen, trachtte ik mij aan het
toezicht en het geweld van den graaf te
onttrokken, maar hij liet mij niet gaan. Ik
wendde mij tot de medereizigers, maar zij
haalden de schouders op, eu gaven mij
te schikken in de omstandigheden.
Ik verkeerde in vreeselijken angst toen
ik met den graaf de reis moest voortzetten
en mij hulpeloos in zijne macht zag, ik ge
loofde mij verloren. Ik had voor het gerecht
openlijk eeu vreemde genoemd, had mijn
vader, luid en met vreugde erkend, «lat ver
geeft hij mij nooit. Hij en de ceweze huis
houdster zullen mij bij de eerste guostigr
gelegenheid het leven benemen.
Verschrikkelijk zeidede weduwe. En
hoe ontkwaamt gij nu eindelijk nog aan den
tenau een Engelsch sloomschip, dat van
Frankrijk naar Danzig onder weg was aan
gehouden werd.
Hèt had eon lading van 1000 Ion aan
boord.
De overheden verboden het schip naar de
Oostzee door te slóómeri.
Fransch ultimatum aan Sovjet-Rusland
De bevrijding der Fransohe krijgsgevan
genen giëischt
Uit Helsingfors wordt gemeld De Fran
sehe regeering heeft aan Tchitcherine het
volgende, door Millerand onderteekende,
ultimatum gericht: De Frausche marine^over-
heden hebben voorbereidingen voor de te
rugzending van dq laatste transportschepen
op 15 en 26 September getroffen.
Alle Franschen, die zich in Rusland be
vinden, moeten daarom naar de Finsche
grens worden gebracht.
Wanneer een enkele Franscbman na den
30 September tegen zijn wil in Rusland
wordt teruggehouden, zal de Fransehe re-
gcering daarin een reden zien om de Fran
sehe vloot bevel te geven in Zuid-Rusland
die maatregelen te nemen, welke noodzake
lijk worden geacht.
Oneenigheid in het Roode kamp
Parijs, 6 Sept. Een telegram uit Copen
hagen meldt, dat een opstand is uitgeborsten
te Petrograd.
In het gouvernement van Samara weiger
den afdeelingen van het roode leger te ge
hoorzamen aan de ontvangen bevelen*
Andere afdeelingen sloten zich bij de
revolutionaire beweging, welke legen de
Sovjets gericht is aan.
De algemeene misnoegdheid werd veroor-
taakt doordien alle manften van 18 tot 50
jaar opgeroepen werden om dienst te nemen
in het roode leger.
Dramatische schietoefening
Een ongeluk, dat erge gevolge had kunnen
hebben, had Zaterdag plaats te Granville,
nabij Sommesou& ten westen van het kamp
van Mailly. (Frankrijk.
Ten gevolge van eene vergissing in het
mikken, zijn twee obussen, afgeschoten door
eene batterij van 152* artillerie, op twee
huizen terecht gekomen. Beide gebouwen
werden zwaar beschadigd. Mev. Gcmbaud,
68 jaar oud en hare dochter werden erg
gekwetst,
Een onderzoek is geopend.
Voor de gedemobiliseerde soldaten,
Men heeft den Minister van Landsverdedi
ging de vraag gesteld of gedemobiliseerde
soldaten, die gedurende den veldtocht het
bekwaamheidsbrevet voor het ambt van hulp-
onderluitenant bekomen hebben, opnieuw
dienst mogen nemen met behoud van hunne
aanspraken op vordering tot den graad van
officier. De minister heeft aan |alle militaire
overheden laten weten dat deze vraag bevèsti-
gender wijze dient opgelost te worden.
Zoodra de belanghebbenden eene verbin
tenis bij het leger aangegaan hebben, mogen
zij op de lijst dér kandidaten-onderluitenanten
ingeschreven worden. Een voorstel om den
g^aad van onderluitenant te bekomen zal te
hunnen voordeele ingediend worden, wan
neer zij, volgens Jmeening hunner hiërarchi
sche oversten, ue vereischle voorwaarden
zullen vervullen, om het ambt van peloton-
overste uil te oefenen.
De beroepsyrijwilligers.
Zekere militaire overheden zenden aan de
heeren Gouverneurs der provinciee aanvragen
om vrijstelling of verkorting van dienst, uit
gaande van beroepsvrijwilligers die ten
onrechte meeneo dat zij kunnen voordeel
trekken uit verschillende schikkingen der
railitia-welten. De beer Minister van Lands
verdediging herinnert hun eraan dat alleen
de vrijwilligers die in dienst getreden zijn
vóór 1 Maert 1919, (datuum waarop de
wervingswet voor de bijzondere lichting van
1919 werd bekend gemaakt), mogen aanzoek
doen om vrijstelling van dienst, indien zij
zich bevinden in een der voorwaarden voor
zien in nr IV, hoofdstuk III, art. 2 van deze
wet, wijzigende en aanvullende het art. 15 der
samengevoegde militiewetten. Hun aanvraag
gevreesde, die zich, in de plaats van uw
waren vader, in het bezit van het slot had
gesteld
Ik had slechts eene gedachte, om hem
te ontvluchten. Hij echter bewaakte mij
voortdurend als eeD gevangene, te Parijs
gelukte het mij in het gedrang, mij van hem
los te rukken en met achterlating van mijn
bagage te ontvluchten.
Hoeveel zelfstandigheid hebt gij in
dien neteligeu toestand getoond, zeide de
weduwe.
Als het «eu strijd, op leven of dood
betreft, zeide Eogeline Dederig, dan wordt
men besloten, dan voelt men plotseling der.
moed der vertwijfeling in zich. Hij wilde mij
vervolgen, mij grijpen, maar ik was vlugger
dan hij. Zooals een paling in het water ont
komt, en zioh wringgend door dichte water
planten aan zijp vervolger oDtsnapt. zoo
ging ik door de verzamelde menigte, en
stormde vooruit.ilk zag, dat hij ver aobter
mij het gebouw verlie», eo mij aan den hoek
der straat nog zag toen had ik geen tijd
meer om te zien, ik vloog verder, to» ik hem
eindelijk meende, te zijn ontgaan. Toen vroeg
ik eenige vrouwen naar de straat d'^rgen-
(jon, liep verder.., en vond n, toen u uit de
kerk ging.
Engeline werd eensklaps aDgslig en zweeg
zij klemde zich, aisof ee.) doodsangst naar
overviel aan mevrouw Brio»; *iat.
Mijn arm» ongelukkig kind, zeide deze.
j Wat overkomt o Waarom schrikt »nj
lloor* gij niets veo/j Ën<<ui!»o met
fluisterende sten* on wees naar de utur van
moet dan overgemaakt worden aafi den heer
Gouverneur dei' provincie, waarvan zij fff'
bangig zijn in zake militie (zie onderricht
van 5 Mèi 1920, 2e Alg. Beheer, ie Bureel,
nr 147/7/1, bladz. 12). Zoo de aanvraag van
den belanghebbende gegrond schijnt, mogen
zij met voorloopig verlof gezonden worden,
in afwachting dat ovfer huil geval beslist zij.
De Minister brengt insgelijks in herinne
ring dat S II, 2° alenea der aanschrijving
van 17 Maart, 2* Alg. Beheer, 4* Bureel,
N. 133/2.61 en 135/1-40 bepaalt dat de schik
kingen, voorzien in nr V, hoofdst. III, art. 2
der wet van 1 Maart 1919, in geen geval
toepasselijk zijn op de vrijwilligers.
Wanneer er spiaak is van een beroeps-
vrijwilligers ingelijfd nal Maart 1919 en die,
indien hij militieplichtige ware, zou kunnen
genieten van eene vrijstelling of eene vermin
dering van dienst zooals door de wet voorzien
behoort liet den korpsoverste vast tegstellen
of de staat van zaken de nietlg-verklaring
der verbintenis verrechtvaardlgt,
^j(Te dien einde zal hij Jrekening» houden
met S 35 van het onderricht van 2 Juli 1913
Groenboekje, Militiewet, bladz. 313). Zoo ja
zal men den belanghebbenden vrijwilliger
verwittigen dat hij voor den Militieraad
hoeft te verschijnen met de| andere jongelin
gen van gelijken ouderdom en dat, zoo bij
voor den dienst aangeduid wordt, de tijd
dien hij eeeds onder de wapenen doorbracht
als vrijwilliger niet kan afgetrokken worden
van den termijn van werkelijken dienst, die
hem als militieplichtige zal opgelegd wor
den.
Daarenboven, het bericht aan de burgerlij
ke overheid, overeenkomstig 37 van boven
gemeld onderricht van 21 Juli 1914 dient
niet uit het oog verloren. (Zie (desaangaande
insgelijks mijn berinneringsschrljven van 11
Mei 1920J 2° Alg. Beheer, 4e Bureel, Nr
135/1/85).
Ten slotte, de nietigverklaring der verbin
tenis,zooals hierboven beschouwd is eveneens
alléén toepasselijk wanneer het een beroeps-
vrijwilliger geldt die dienst genomen heeft
voor in Maart 1919 en die zonder gerechtigd
te zijn tot het bekomen der vrijstelling door
toepassing van Nrl4, hoofdstuk III, art. 2
der wet van 1 Maart 1919, zich nochtans,
indien hij militieplichtige was, in de ver
eischle voorwaarden zou bevinden om van
een andere wettelijke schikking te genieten.
Om geen enkele reden kon er in de hier
boven bedoelde gevallen sprake zijn van de
vrijwilligers, die dienst genomen hebben na
31 Dec. 1918, gewoonweg naar huis te zen
den met verlof zonder soldij.
Dezen zij gehouden den werkelijken dienst-
termijn, voortspruitende uit hunne verbinte
nis, uitte dienen, behalve in de hoogerver-
melde gevallen (wettelijk vergunde vrijstel
lingen of nietig verklaarde verbintenissen).
Het onderzoek
Het parket van Gent kwam Vrijdag namid
dag met den trein van 1 1/2 uur in Eekloo
aan, en begaf zich in rijtuig, vergezeld van
den heer policiekoromossaris Bigot, die het
eerste onderzoek deed, naar het buis der mis
daad, op Blommekens.
Gansch den dag verdrong zich eene groote
menigte in de stad en, zooals bij iedere mis
daad doen de meest tegenstrijdige geruchten
de ronde.
Na de lijkschouwing en verschillige foto-
grafiën van het lijk om het plan der misdaad
samen le stellen, werd Virginie Van Vlaan
deren, het slachtoffer, naar het doodenhuis
overgebracht.
Verscheidene personen werden door de
heeren magistraten onderhoord en ook in een
paar woningen werd een onderzoek gedaan.
Hoewel inen nog geen vast spoor heeft,
koestert men de hoop dat er klaarte in de
vreeselijke misdaad zal koipen. Wij willen
het gerecht in zijn onderzoek niet vooruilloo-
pen, hoewel zekere vermoedens de vervulling
van den wenscb, dat weldra de ellendelingen
zouden gevat worden, niet uitsluiten.
Bet parket keerde met den trein van 1/2
ure naar Gent terug.
Een Spoor
Naar inlichtingen door de gerechtsdie
naars, met het onderzoek gelast, ingewonnen
zoekt men het spoor van twee soldaten of
de kamer, waarin het reeds flonker begon te
worden*
Het is, alsof iemand de trap opkomt.
Aoh goede hemel, snikte Engeline als
hel de graaf maar niet is.
Maar hoe zou hij dan...
In dit oogenblik werd het gesprek afge
broken... er werd geklopt.
Dit kloppen had op dit oogenblik eene on
beschrijfelijke uitwerking op de weduwe en
Engeline, zij zaten stom en als verlamd
zij waagden zich niet te verroeren.
Wie begeerde te worden toegelaten
zeidede weduwe met bevende stem, maar
zoo zacht dat de kloppende het niet kon hoo-
ren.
Hij is het, lluiBterde Engeline.
Er werd nog eens geklopt, en dadelijk
ging de deur langzaam open.
Engeline sliet een kreet van schrik uit,
haar vonnoeden, haar Jvreeselijk vermoeden
had haar niet bedrogen.
De donkere, onaangename gestalte van
den graaf verscheen in de deur... hij richtte
zijne dreigende blikken op de weduwe, en de
zich aan baar klemmende en van achrik be
vende Engeline.
Hier was het brave kind dat de graaf nog
vreesde en dat hij na het proces haatte.
D# weduwe Brion stond op, terwijl zij,
Engeline beschermend, een etap vooruit deed
Wie zijl gij, mijnheer, en wat zoekt
gij bij nr.ij vroeg zij den binnentredende,
die de deur aobter ziel) sloot.
Ik bon grasf van Monlpellier en kom,
om mijae onwillige dochter at.te halen, die
in soldaten gekleede mannen en eend
vr.fiuw' die Vrijdag morgend in de statie een
reisbiljet hebben genomen voor Brussel en
met den trein van 7 ure uit Eekloo naar Gent
vertrokken zijn.
Daar het Vrijdag was, en veel volk mei
dien trein naar Gent ter markt gaat, hebben
talrijke personen de drie bedoelde vreemde
lingen opgemerkt en zouden zij, in geval van
aanhouding wel herkend worden.
Of zij te Brussel zijn aangekomen zal het
ingesteld onderzoek bewijzen' en of men wel
de daders zou hebben, blijft ook een raadsel,
doch vermoedens wegen op hen, daar er een
persoon van Blommekens die driefiverdachte
personen op gezegde $ijk heeft gezien.
De officieele verontschuldigingen
Berlijn, 5 Sept. M. Van Simons, Duit-
sche minister van Buitenlabdsche Zaken,
vergezeld door M. Severling minister van
Binnenlandsche Zaken, begaf zich heden
middag naar het Fransch gezantschap, om er
officieel de verontschuldiging van het Duits'ch
gouvernement aan te bieden betrekkelijk de
incidenten van Breslau.
Anderzijds wordt gemeld, dat kapitein
von Arnim zal verplaats worden.
De Duitsche bladen maken niet veel com
mentaar over het bezoek, doch keuren het
algemeen goed.
Berlijn, 5 Sept. De policieprefckt van
Breslau heeft de premie van 3000 mark,
beloofd voor de aanwijziging der daders, van
den aanslag op het Fransch consulaat ver
hoogd tot 15.000 mark.
Gisteren namiddag is zekere M. Verwimp,
wonende Hooge Weg, 70, te Berchem, op
bet Viaduc-Kiel, met zijn rijwiel onder den
electrieken tram gerold.
De ongelukkige werd van onder het voer
tuig gehaald met gebroken ±>il en zeer zware
kneuzingen over gansch hèt lichaam. De
logge trammasSa moest opgeheven worden
om het slachtoffer er onder uil te halen.
Hij werd ter verpleging naar het St. Elisa-
bethgastbuis overgebracht.
Een Amerikaansche duitboot gezonken.
De bemanning gered.
Een Reuler telegram uitNew-York gewaagt
van de wonderbaarlijke redding van de be
manning van een Amerikaansche duikboot
op 80 mijlen len Oosten van Kaap Hin lopen,
welke ten gevolge van averij -38 uren in ver-
tikalen stand onder water isjgebleven.
Hel uansporlscbip Goellials a vond de
boot en een telefoonboei met telefoon, welke
de Goeliials in staat stelde mét de beman,
ning van de boot te spreken, die om hfllp
vroeg, daar de lucht in de boot opraakte.
Ue Goëjbab seinde draadloos om hulp
die spoedig in den vorm van duikers en lich
ters ter plaatse was. De bemanning werd met
de grootste moeite gered, ongedeerd, of«
schoon velen half bewusteloos waren.
Een Fransohe stoomer gestrand
Een telegram uit Singapoor meldt dat de
Fransehe stoomer Camranb met 700 soldaten
en eene lading van 6.000 too koopwaren aan
boord, op weg naar Marseille nabij den vuur
toren van Hornsburg gestrand is. Men is
thans bezig de ladiDg op den stoomer Génè-
ral Galliénie - over te brengen. Verscheidene
sleepbooten bevinden zich ter plaatè.
Verschrikkelijke hongersnood
in Gbiua
20 millioen inwoners met den dood
bedreigd
Talrijke telegrammen ontvangen uit Ho-
nun, Shantung en het Zuiden van Tchi-Lj
melden dat de slechte oogst van verleden jaar
weer door een slechten oogst gevólgd is.
De hongersnood bedreicd ten minste 26
millioen inwoners. Duizenden vrouwen en
mannen, door den honger gekweld, voe
den zich met gras.
Vele zelfmoorden zouden zich reeds heb
ben voorgedaan en ontaarde ouders verkoo-
pen hunne kinderen om eenige dollars.
bij u gevlucht is, antwoordde de graaf op
bijna dreigenden toon, zijn somber, bleek
gelaat het vreeselijkste voorspelde.
Meent gij Engeline Montpellier, mqo-
heer, die zich onder mijne bescherming be
vind, geeft u dan geen verdere moeite dm
het ongelukkige kind te verkrijgen, zeide
de weduwe ernstig, zij heeft mij verklaard,,
dat zij tot geen prijs naar uw kasteel terug
wil.
Gij vergeet, dame, dat ik als vader het
reoht heb, mijne dochter op te eischen, riep
de graaf, ik hoop, dat gij mij er niet zult toé
dwingen, om van mijn vaderlijke maoht ge-«
bruik te maken.
Hij ia mijn vader niet, mevrouw, riep
Engeline met eene stem die van angst sWr,
derde, erbarm u mijner lever mij niet ui'«<
Gij hoort het zelf, mijnheer In weer
wil van uw verlangen ben ik besloten, om
dit arme meisje bij mij een toevluohtsoord te
verleenen.
Gij onthoudt mij inijne dochter, vroeg
de graaf op rawen toon, terwijl hij zijn©
hand in toegeknoopten rok etak.
Engeline verborg zioh sidderend achter d©
weduwe, zooals een bescherming zo^k«n^
vogeltje zich onder de paunen der daken
verbergt.
Engeline siddert voor uwen toorn, uwé
wraak, zeide de weduwe, zij vreenfoalft
dood bij u te vinden.
Dan zal zij dien niet vevergeefs vrees©?
die slang, riep de graaf in ontvlamde wóéde,
Jan zal zij sfervèn, voor zij mij nog moei
belasterd. ('I Verfolgt).