Us PoolSGh-Rnssische oorlog. Gruwelijke misdaad te Eekloo PROVINCIALE TOONEELKOMMISSIEN 03 Begrafenis van Z. E. Kardinaal Ametie. Eene Brandramp te Anglsur Ministerie m Landsverdediging De incidenten te Breslau Erg tramongeluk te Antwerpen DE DRAMAS DER ZEE mei haar hinderen te ontvluchten en Rusland te verlaten. Over het lot van Michael Alexandrowitsj Jbeslaat nog steeds geen volkomen zekerheid. Het is echter hoogstwaarschijnlijk, dat hij ïusschen 12 en 16 Juiji, dus een maand voor den tsaar, vermoord is. Jo elk geval zijn alle geruchten, dat de grootvorst Je. Ausk, Serni- palatirisch, Ghula, Harbin, enz. zou gezien zijn, steeds onjuist gebleken, Ook Joufigorij 'fs nooit tei üggézién. Vier-en-twintig uur na den moord op den tsaar te Jekaterinenburg werden te Perm nog vermoord grootvorstin Elizabeth, een zuster van de tsarina, grootvorst Sergius Mikharlo- witsj prins Iyor, prins Joan en prins Con- êlanlijn, drie zonen van den grootvorst Con- slantijn Conslantinowitsj en prins Wladimir Pavllowitsj- Palei, een 17-jarige jongeling, die in zich de belofte van een groot dichter ronddroeg. Deze moord had bijna met dezelfde insce- neering plaats als die op den tsaar. Alleen bracht men de ongelukklgen eerst naar een öoseh waar men hen met revolvers doodschoot. Hun lijken werden, nadat ze uitgeroofd wa ren, in oude mijnschachten geworpen. Twee maanden later werden deze teruggevonden, zij konden allen nog herkend worden en wer den in tegenwoordigheid van een groote menigte volks plechtig begraven. Een half jaar later werden te Pelrogado zonder eenigen vorm van proces nog ver moord de grootvorsten Paul Alexandrowitsj, Dimitri Constantijnowitsj, NicolaasMikhailo- witsj en George Mikhailowitsj. Bijzonderheden over deze laatste gruwel daad zijn niet bekend. Het eenige, wat men met zekerheid weet, is, dat zij door roode garden met revolvers gedood werden. Zoowaren de meeste Romanoff's uitgerooid Enkele prinsen van vorstelijke bloede-vonden den dood in hun residenties meestal weet niemand wat er van hen geworden is. AANSTELLING VAN LEDEN Zijn benoemd tot leden der provinciale kommissiën 1. Te BrusselDe Bruyn Precher J.; Solvay L.; Stevens Toussaint F.; Van Lan- gendoi ct Pr.; Vermeylcn A. 2. Te GentDe heeren Bergmans P., Gent Buysse O., id.; De Vidts R., St.- Niklaas Keurvels H., Gent; Lybaert K., id.; Papc G., Aalst Koels O., Gent Siffer A., id.; Van der Haegen L., id. 3. Te HasseltDe heeren Bampe P., HasseltBriers H. (Georges Virres), Lum- men Ceelen J., Lille-St-Huibrechts Cox L., HasseltDeploige Gl.,Tongeren; Élens, Hasselt Geraerts M., id.; Mouliny R., èt-Truiden Tils Ed., id., Parijs. 4 Sept. De begrafenisplechtig heden hebben dezen morgen onder grooten toeloop plaats gehad. De hemel boven Parijs was grauw en som: ber, en scheen te willen deelnemen aan den rouw van het godsdienstige volk. Reeds vroeg in den morgend zijn delega tion van alle Katholieken Lichamen, Inrich tingen, Scholen enz., des bisdoms in den omtrek van het Paleis des Kardinaals aan- .wezig. Om 8 uur heffen alle klokken van Parijs baar rouwzang aan. Een stoet van geestelijken uit alle rangen der kerkelijke hiërarchie vormt zich op de binnenplaats van het Aartsbisdom. Om half negen gaat Mgr. Roland Gosselin, bisschop van Synopla, vic. Capit. en hulp bisschop van den Overledene, het lijk afha len. De kist wordt op een rijk met zwart en zilver versierden lijkwagen neergezet. Zij is overdekt met de roodsatijnen Cappa Magna en de kardinaalsbarette. De hoeken van het baarkleed worden ge houden door Mgr. Leroy, algemeen overste der Paters van den Heiligen Geest; abbé Garriquel, algemeen overste van Saint Sul- |)ice; Mgr. Baudrillart, lid der Fransehe Academie; den Hoogw. Pater Janvier; burg. graaf d' Hendecourt, algemeen voorzitter gevaar spreken. Ik ontvang u van harteen ik wil u gaarne mijne bescherming en raat in alle dingen geven. Gij zijt dus de tante van Antoinette, van wie zij mei zooveel liefde sprak. Deed zij dal Hoe /naakt het het goede kind Engeline vertelde hare gelukkige kennis making met Antoinette te Toulon hoe zij door hulp van afsoheid had kunnen nemen van haren ongelukkige:) vader, en haar be sluit, oin te Parijs alles te beproeven om het verloren testament terug te vinden, en Ue onschuld van den zwaar lijdenden vader te bewijzen. Ik weet alles en ik zal u behulpzaam lijn, zooveel als in mijn vermogen is, verze- aerde de weduwe, wat echter vervulde u op itraat met zooveel angst, mijn arm kiüd De angst wil ik vergeteD, nu ben ik bij u in zekerheid, antwoordde Engeline rui mer ademhalende de graaf vervolgde mij. Uw zoogenaamde vader Hij wil mij tegen eiken prijs te Mont- pellier hebben, en daar wacht mij de dood De gewezen huishoudster en vleze vreemde man, die mijo vader zou zijn, zijn vreeselijk. Ik kan niet tot iien terug, ik vrees hen, houdt mij hier, lever mij niet aan die verschrikkelijke meuschen in het slot uit. Behoudt mij bij u, ik zal er u altijd dankbaar ■voor zijn. Het hartroerend smeeken van Engeline trof de weduwe, tranen van roedelijden vloei den uit haré oogen. Met vreugde vervul ik «wen vveusob, arm kind, zeide de weduwe der Conferentie» van St-Vincen. 'u>s4^ Paulo; den heer Arnould Duval, afgevaardigd# v«?or Parijs. De stoet trekt naar Nolre-Dame, waar hij wordt opgewacht door talrijke persoonlijk heden van aanzien, dieniet naar hét aarts bisdom zijn gekomen. Seminaristen dragen het Kruis van 't Kapittel pn de onderschei- diogsteckenen van den Kardinaal. Bijgestaan door de vicarissen-generaal ,Iéïut Mgr Roland-Gossenlï utïj rouw, foor- afgegaan door de leden der familie. Mejuffrouw Amette, eene zuster van den Kardinaal en de vrouwelijke leden der fami lie begeven zich in rijtuigen naar Notre-Dame. Het volk toont zich in hooge mate inge togen. Niet min dan 5 kardinaal en 40 bisschop- m hebben in de hooge koor plaats genomen. Ificieele vertegenwoordigers van talrijke landen zijn aanwezig naast generaals en di plomalen. Om 10 uur begint de dienst pontifikaal door Mgr Lucon gecelebreerd. Na de mis vertrekt traagzaam het volk en worden de poorten gesloten. 's Avonds wordt het stoffolijk overschot in de kript onder het altaar bijgezet. Verleden nacht, rond 3 ure, is brand ont staan in de schrijnwerkerij Chaland te Angleur. Daar het vuuv ruim voedsel vond in de groote hoeveelheid hout in het werkhuis op gestapeld, namen de vlammen weldra groote uitbreiding en vooralleer men de reddings werken kon aanvangen stond heel het werk huis in laaie vlam. Het vuur deelde zich weldra mede aan het woonhuis van den beer Chaland. De pompiers van Angleur waren machte' loos om het vuur te omschrijven en vroegen de pompiers van Luik ter hulp. De vlammen waien reeds overgeslagen tot eene school. Hier werd geheel het dak vernield. Van de schrijnwerkerij en het woonhuis van M. Chaland blijft enkel een puinhoop over. De schade is zeer aanzienlijk doch door verzekering gedekt. De loopbaan van generaal Budieny Generaal Budieny, de bevelhebber der roo de ruiterij, die thans in Galicië van de Polen eene klopping van belang kreeg, heeft al zijne graden op het slagveld gewonnen. Bij het uitbreken van den wereldoorlog was hij een voudig soldaat. Na twee jaar werd bij achter eenvolgens tot onderofficier en officier be vorderd. H ij trad op het voorplan toen hij er aan het hoofd zijner ruiters in gelukte het leger van generaal Denikine in twee te splitsen. Toen de rooden naar Warschow oprukten, doorbrak Budieny hel Poolsche front in den sektor Dwina-Minsk. Hij werd dan naar het front in Galicië gezonden, om te trachten, door eene zwenkende beweging, het Poolsche leger, dat bezig was de rooden te verdrijven, in den rug te vallen. Budienij weigerde dat bevel uit te voeren en trok niet zijne ruiterij op Lemberg af. Op twaalf kilometers van Lemberg botste Budieny op de Polen en deze dwongen hem 'tot den'aftocht. Hij trok in Noordelijke rich ting weg. AVat men maar al te wel ondervindt, is dat overal waar Budieny met zijne woeste benden komt, onmeedoogend geplunderd en gemoord wordt en het zou eene ware verlichting zijn, indien de Polen er konden in gelukken Bu dieny voor goed onschadelijk te maken. Poolsch legerbericht In den zuidsektor hebben de troepen van majoor Lukawski, na een hardnekkig ge vecht den vijand uit Relz gejaagd. Wij ver overden viar machiengeweren, twaalf be spannen wagens en een aanzienlijke hoeveel heid materiaal. In den omtrek van Lemberg werden onze voorposien aan de lijn Boug-Gnila-Lupa ver- scheidene malen aangevalen, doch de aan vallers werden door onze tanks verjaagd. Een Engelsch schip te Kiel aangehouden 1000 ton oorlogstuig voor Polen aan boord Uit Kiel wordt volgens een telegram uit Berlijn gemeldt, dat in desluizen van Hol- half snikkend. Hoe zon ik u aan uwe beulen kunnen overgeven Neen, nooit, nooit zal dat geschieden. Gij blijft hier bij mij en ik zal u zooveel mogelijk helpen. Toen ik te Toulon in doe postwagen zat, vertelde Engeline verder trad plotseling de graaf uit het posthuis, en steeg in den wagen. Hij was mij naar Toulon gevolgd, om mij in zijne macht te krijgen. Mijn hart stond stil van schrik, toen hij zich naast mij plaatste. Ik wilde uit deu wagen springen, maar hij hield mij vast eu gebood mij te blijven. Waart gij dan alleen met hem in den postwagen Neen er waren nog meerdere reizigers, en toen ik mij van schrik en ontsteltenis her steld had, hoopte ik op bescherming van hen. In de stad waar wij voor het eerst een lan gere rust namen, trachtte ik mij aan het toezicht en het geweld van den graaf te onttrokken, maar hij liet mij niet gaan. Ik wendde mij tot de medereizigers, maar zij haalden de schouders op, eu gaven mij te schikken in de omstandigheden. Ik verkeerde in vreeselijken angst toen ik met den graaf de reis moest voortzetten en mij hulpeloos in zijne macht zag, ik ge loofde mij verloren. Ik had voor het gerecht openlijk eeu vreemde genoemd, had mijn vader, luid en met vreugde erkend, «lat ver geeft hij mij nooit. Hij en de ceweze huis houdster zullen mij bij de eerste guostigr gelegenheid het leven benemen. Verschrikkelijk zeidede weduwe. En hoe ontkwaamt gij nu eindelijk nog aan den tenau een Engelsch sloomschip, dat van Frankrijk naar Danzig onder weg was aan gehouden werd. Hèt had eon lading van 1000 Ion aan boord. De overheden verboden het schip naar de Oostzee door te slóómeri. Fransch ultimatum aan Sovjet-Rusland De bevrijding der Fransohe krijgsgevan genen giëischt Uit Helsingfors wordt gemeld De Fran sehe regeering heeft aan Tchitcherine het volgende, door Millerand onderteekende, ultimatum gericht: De Frausche marine^over- heden hebben voorbereidingen voor de te rugzending van dq laatste transportschepen op 15 en 26 September getroffen. Alle Franschen, die zich in Rusland be vinden, moeten daarom naar de Finsche grens worden gebracht. Wanneer een enkele Franscbman na den 30 September tegen zijn wil in Rusland wordt teruggehouden, zal de Fransehe re- gcering daarin een reden zien om de Fran sehe vloot bevel te geven in Zuid-Rusland die maatregelen te nemen, welke noodzake lijk worden geacht. Oneenigheid in het Roode kamp Parijs, 6 Sept. Een telegram uit Copen hagen meldt, dat een opstand is uitgeborsten te Petrograd. In het gouvernement van Samara weiger den afdeelingen van het roode leger te ge hoorzamen aan de ontvangen bevelen* Andere afdeelingen sloten zich bij de revolutionaire beweging, welke legen de Sovjets gericht is aan. De algemeene misnoegdheid werd veroor- taakt doordien alle manften van 18 tot 50 jaar opgeroepen werden om dienst te nemen in het roode leger. Dramatische schietoefening Een ongeluk, dat erge gevolge had kunnen hebben, had Zaterdag plaats te Granville, nabij Sommesou& ten westen van het kamp van Mailly. (Frankrijk. Ten gevolge van eene vergissing in het mikken, zijn twee obussen, afgeschoten door eene batterij van 152* artillerie, op twee huizen terecht gekomen. Beide gebouwen werden zwaar beschadigd. Mev. Gcmbaud, 68 jaar oud en hare dochter werden erg gekwetst, Een onderzoek is geopend. Voor de gedemobiliseerde soldaten, Men heeft den Minister van Landsverdedi ging de vraag gesteld of gedemobiliseerde soldaten, die gedurende den veldtocht het bekwaamheidsbrevet voor het ambt van hulp- onderluitenant bekomen hebben, opnieuw dienst mogen nemen met behoud van hunne aanspraken op vordering tot den graad van officier. De minister heeft aan |alle militaire overheden laten weten dat deze vraag bevèsti- gender wijze dient opgelost te worden. Zoodra de belanghebbenden eene verbin tenis bij het leger aangegaan hebben, mogen zij op de lijst dér kandidaten-onderluitenanten ingeschreven worden. Een voorstel om den g^aad van onderluitenant te bekomen zal te hunnen voordeele ingediend worden, wan neer zij, volgens Jmeening hunner hiërarchi sche oversten, ue vereischle voorwaarden zullen vervullen, om het ambt van peloton- overste uil te oefenen. De beroepsyrijwilligers. Zekere militaire overheden zenden aan de heeren Gouverneurs der provinciee aanvragen om vrijstelling of verkorting van dienst, uit gaande van beroepsvrijwilligers die ten onrechte meeneo dat zij kunnen voordeel trekken uit verschillende schikkingen der railitia-welten. De beer Minister van Lands verdediging herinnert hun eraan dat alleen de vrijwilligers die in dienst getreden zijn vóór 1 Maert 1919, (datuum waarop de wervingswet voor de bijzondere lichting van 1919 werd bekend gemaakt), mogen aanzoek doen om vrijstelling van dienst, indien zij zich bevinden in een der voorwaarden voor zien in nr IV, hoofdstuk III, art. 2 van deze wet, wijzigende en aanvullende het art. 15 der samengevoegde militiewetten. Hun aanvraag gevreesde, die zich, in de plaats van uw waren vader, in het bezit van het slot had gesteld Ik had slechts eene gedachte, om hem te ontvluchten. Hij echter bewaakte mij voortdurend als eeD gevangene, te Parijs gelukte het mij in het gedrang, mij van hem los te rukken en met achterlating van mijn bagage te ontvluchten. Hoeveel zelfstandigheid hebt gij in dien neteligeu toestand getoond, zeide de weduwe. Als het «eu strijd, op leven of dood betreft, zeide Eogeline Dederig, dan wordt men besloten, dan voelt men plotseling der. moed der vertwijfeling in zich. Hij wilde mij vervolgen, mij grijpen, maar ik was vlugger dan hij. Zooals een paling in het water ont komt, en zioh wringgend door dichte water planten aan zijp vervolger oDtsnapt. zoo ging ik door de verzamelde menigte, en stormde vooruit.ilk zag, dat hij ver aobter mij het gebouw verlie», eo mij aan den hoek der straat nog zag toen had ik geen tijd meer om te zien, ik vloog verder, to» ik hem eindelijk meende, te zijn ontgaan. Toen vroeg ik eenige vrouwen naar de straat d'^rgen- (jon, liep verder.., en vond n, toen u uit de kerk ging. Engeline werd eensklaps aDgslig en zweeg zij klemde zich, aisof ee.) doodsangst naar overviel aan mevrouw Brio»; *iat. Mijn arm» ongelukkig kind, zeide deze. j Wat overkomt o Waarom schrikt »nj lloor* gij niets veo/j Ën<<ui!»o met fluisterende sten* on wees naar de utur van moet dan overgemaakt worden aafi den heer Gouverneur dei' provincie, waarvan zij fff' bangig zijn in zake militie (zie onderricht van 5 Mèi 1920, 2e Alg. Beheer, ie Bureel, nr 147/7/1, bladz. 12). Zoo de aanvraag van den belanghebbende gegrond schijnt, mogen zij met voorloopig verlof gezonden worden, in afwachting dat ovfer huil geval beslist zij. De Minister brengt insgelijks in herinne ring dat S II, 2° alenea der aanschrijving van 17 Maart, 2* Alg. Beheer, 4* Bureel, N. 133/2.61 en 135/1-40 bepaalt dat de schik kingen, voorzien in nr V, hoofdst. III, art. 2 der wet van 1 Maart 1919, in geen geval toepasselijk zijn op de vrijwilligers. Wanneer er spiaak is van een beroeps- vrijwilligers ingelijfd nal Maart 1919 en die, indien hij militieplichtige ware, zou kunnen genieten van eene vrijstelling of eene vermin dering van dienst zooals door de wet voorzien behoort liet den korpsoverste vast tegstellen of de staat van zaken de nietlg-verklaring der verbintenis verrechtvaardlgt, ^j(Te dien einde zal hij Jrekening» houden met S 35 van het onderricht van 2 Juli 1913 Groenboekje, Militiewet, bladz. 313). Zoo ja zal men den belanghebbenden vrijwilliger verwittigen dat hij voor den Militieraad hoeft te verschijnen met de| andere jongelin gen van gelijken ouderdom en dat, zoo bij voor den dienst aangeduid wordt, de tijd dien hij eeeds onder de wapenen doorbracht als vrijwilliger niet kan afgetrokken worden van den termijn van werkelijken dienst, die hem als militieplichtige zal opgelegd wor den. Daarenboven, het bericht aan de burgerlij ke overheid, overeenkomstig 37 van boven gemeld onderricht van 21 Juli 1914 dient niet uit het oog verloren. (Zie (desaangaande insgelijks mijn berinneringsschrljven van 11 Mei 1920J 2° Alg. Beheer, 4e Bureel, Nr 135/1/85). Ten slotte, de nietigverklaring der verbin tenis,zooals hierboven beschouwd is eveneens alléén toepasselijk wanneer het een beroeps- vrijwilliger geldt die dienst genomen heeft voor in Maart 1919 en die zonder gerechtigd te zijn tot het bekomen der vrijstelling door toepassing van Nrl4, hoofdstuk III, art. 2 der wet van 1 Maart 1919, zich nochtans, indien hij militieplichtige was, in de ver eischle voorwaarden zou bevinden om van een andere wettelijke schikking te genieten. Om geen enkele reden kon er in de hier boven bedoelde gevallen sprake zijn van de vrijwilligers, die dienst genomen hebben na 31 Dec. 1918, gewoonweg naar huis te zen den met verlof zonder soldij. Dezen zij gehouden den werkelijken dienst- termijn, voortspruitende uit hunne verbinte nis, uitte dienen, behalve in de hoogerver- melde gevallen (wettelijk vergunde vrijstel lingen of nietig verklaarde verbintenissen). Het onderzoek Het parket van Gent kwam Vrijdag namid dag met den trein van 1 1/2 uur in Eekloo aan, en begaf zich in rijtuig, vergezeld van den heer policiekoromossaris Bigot, die het eerste onderzoek deed, naar het buis der mis daad, op Blommekens. Gansch den dag verdrong zich eene groote menigte in de stad en, zooals bij iedere mis daad doen de meest tegenstrijdige geruchten de ronde. Na de lijkschouwing en verschillige foto- grafiën van het lijk om het plan der misdaad samen le stellen, werd Virginie Van Vlaan deren, het slachtoffer, naar het doodenhuis overgebracht. Verscheidene personen werden door de heeren magistraten onderhoord en ook in een paar woningen werd een onderzoek gedaan. Hoewel inen nog geen vast spoor heeft, koestert men de hoop dat er klaarte in de vreeselijke misdaad zal koipen. Wij willen het gerecht in zijn onderzoek niet vooruilloo- pen, hoewel zekere vermoedens de vervulling van den wenscb, dat weldra de ellendelingen zouden gevat worden, niet uitsluiten. Bet parket keerde met den trein van 1/2 ure naar Gent terug. Een Spoor Naar inlichtingen door de gerechtsdie naars, met het onderzoek gelast, ingewonnen zoekt men het spoor van twee soldaten of de kamer, waarin het reeds flonker begon te worden* Het is, alsof iemand de trap opkomt. Aoh goede hemel, snikte Engeline als hel de graaf maar niet is. Maar hoe zou hij dan... In dit oogenblik werd het gesprek afge broken... er werd geklopt. Dit kloppen had op dit oogenblik eene on beschrijfelijke uitwerking op de weduwe en Engeline, zij zaten stom en als verlamd zij waagden zich niet te verroeren. Wie begeerde te worden toegelaten zeidede weduwe met bevende stem, maar zoo zacht dat de kloppende het niet kon hoo- ren. Hij is het, lluiBterde Engeline. Er werd nog eens geklopt, en dadelijk ging de deur langzaam open. Engeline sliet een kreet van schrik uit, haar vonnoeden, haar Jvreeselijk vermoeden had haar niet bedrogen. De donkere, onaangename gestalte van den graaf verscheen in de deur... hij richtte zijne dreigende blikken op de weduwe, en de zich aan baar klemmende en van achrik be vende Engeline. Hier was het brave kind dat de graaf nog vreesde en dat hij na het proces haatte. D# weduwe Brion stond op, terwijl zij, Engeline beschermend, een etap vooruit deed Wie zijl gij, mijnheer, en wat zoekt gij bij nr.ij vroeg zij den binnentredende, die de deur aobter ziel) sloot. Ik bon grasf van Monlpellier en kom, om mijae onwillige dochter at.te halen, die in soldaten gekleede mannen en eend vr.fiuw' die Vrijdag morgend in de statie een reisbiljet hebben genomen voor Brussel en met den trein van 7 ure uit Eekloo naar Gent vertrokken zijn. Daar het Vrijdag was, en veel volk mei dien trein naar Gent ter markt gaat, hebben talrijke personen de drie bedoelde vreemde lingen opgemerkt en zouden zij, in geval van aanhouding wel herkend worden. Of zij te Brussel zijn aangekomen zal het ingesteld onderzoek bewijzen' en of men wel de daders zou hebben, blijft ook een raadsel, doch vermoedens wegen op hen, daar er een persoon van Blommekens die driefiverdachte personen op gezegde $ijk heeft gezien. De officieele verontschuldigingen Berlijn, 5 Sept. M. Van Simons, Duit- sche minister van Buitenlabdsche Zaken, vergezeld door M. Severling minister van Binnenlandsche Zaken, begaf zich heden middag naar het Fransch gezantschap, om er officieel de verontschuldiging van het Duits'ch gouvernement aan te bieden betrekkelijk de incidenten van Breslau. Anderzijds wordt gemeld, dat kapitein von Arnim zal verplaats worden. De Duitsche bladen maken niet veel com mentaar over het bezoek, doch keuren het algemeen goed. Berlijn, 5 Sept. De policieprefckt van Breslau heeft de premie van 3000 mark, beloofd voor de aanwijziging der daders, van den aanslag op het Fransch consulaat ver hoogd tot 15.000 mark. Gisteren namiddag is zekere M. Verwimp, wonende Hooge Weg, 70, te Berchem, op bet Viaduc-Kiel, met zijn rijwiel onder den electrieken tram gerold. De ongelukkige werd van onder het voer tuig gehaald met gebroken ±>il en zeer zware kneuzingen over gansch hèt lichaam. De logge trammasSa moest opgeheven worden om het slachtoffer er onder uil te halen. Hij werd ter verpleging naar het St. Elisa- bethgastbuis overgebracht. Een Amerikaansche duitboot gezonken. De bemanning gered. Een Reuler telegram uitNew-York gewaagt van de wonderbaarlijke redding van de be manning van een Amerikaansche duikboot op 80 mijlen len Oosten van Kaap Hin lopen, welke ten gevolge van averij -38 uren in ver- tikalen stand onder water isjgebleven. Hel uansporlscbip Goellials a vond de boot en een telefoonboei met telefoon, welke de Goeliials in staat stelde mét de beman, ning van de boot te spreken, die om hfllp vroeg, daar de lucht in de boot opraakte. Ue Goëjbab seinde draadloos om hulp die spoedig in den vorm van duikers en lich ters ter plaatse was. De bemanning werd met de grootste moeite gered, ongedeerd, of« schoon velen half bewusteloos waren. Een Fransohe stoomer gestrand Een telegram uit Singapoor meldt dat de Fransehe stoomer Camranb met 700 soldaten en eene lading van 6.000 too koopwaren aan boord, op weg naar Marseille nabij den vuur toren van Hornsburg gestrand is. Men is thans bezig de ladiDg op den stoomer Génè- ral Galliénie - over te brengen. Verscheidene sleepbooten bevinden zich ter plaatè. Verschrikkelijke hongersnood in Gbiua 20 millioen inwoners met den dood bedreigd Talrijke telegrammen ontvangen uit Ho- nun, Shantung en het Zuiden van Tchi-Lj melden dat de slechte oogst van verleden jaar weer door een slechten oogst gevólgd is. De hongersnood bedreicd ten minste 26 millioen inwoners. Duizenden vrouwen en mannen, door den honger gekweld, voe den zich met gras. Vele zelfmoorden zouden zich reeds heb ben voorgedaan en ontaarde ouders verkoo- pen hunne kinderen om eenige dollars. bij u gevlucht is, antwoordde de graaf op bijna dreigenden toon, zijn somber, bleek gelaat het vreeselijkste voorspelde. Meent gij Engeline Montpellier, mqo- heer, die zich onder mijne bescherming be vind, geeft u dan geen verdere moeite dm het ongelukkige kind te verkrijgen, zeide de weduwe ernstig, zij heeft mij verklaard,, dat zij tot geen prijs naar uw kasteel terug wil. Gij vergeet, dame, dat ik als vader het reoht heb, mijne dochter op te eischen, riep de graaf, ik hoop, dat gij mij er niet zult toé dwingen, om van mijn vaderlijke maoht ge-« bruik te maken. Hij ia mijn vader niet, mevrouw, riep Engeline met eene stem die van angst sWr, derde, erbarm u mijner lever mij niet ui'«< Gij hoort het zelf, mijnheer In weer wil van uw verlangen ben ik besloten, om dit arme meisje bij mij een toevluohtsoord te verleenen. Gij onthoudt mij inijne dochter, vroeg de graaf op rawen toon, terwijl hij zijn© hand in toegeknoopten rok etak. Engeline verborg zioh sidderend achter d© weduwe, zooals een bescherming zo^k«n^ vogeltje zich onder de paunen der daken verbergt. Engeline siddert voor uwen toorn, uwé wraak, zeide de weduwe, zij vreenfoalft dood bij u te vinden. Dan zal zij dien niet vevergeefs vrees©? die slang, riep de graaf in ontvlamde wóéde, Jan zal zij sfervèn, voor zij mij nog moei belasterd. ('I Verfolgt).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1920 | | pagina 2