22
Eupen en Malmédy
terug aan België
De strijd om vijf miiliwB
De zegels opde kwijtsohrifteii
Woensdag
Sept. 1920
Ter overweging aan onze
Staatsarbtfiders
Welverdiende onderscheiding.
Ter bestrijding der Runderpest
Oemeentekiezingen.
Het ontslag van M. Deschanel
Onze vorsten op reis
Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Tel. 114
tm-
XXVI' JAARGANG NUMMER 212
P A Car B I_i JA. O ~J CENTIEMEN Uitgever: J. Van Nuffel-De Qbndt
H. Maritius
Zon op5,49, onder 6,57
Volle Maan den 28
Publiciteit bulten het Arrondissement Aalst, zicli te wenden tot het Agentschap Havas,8, Martelaarplein, te Bruisel8, Place de la Bourne, Parijs en 6, Bream's Buildings Londres E.C.4.
Proclamatie der Regeering aart dé Belgische
bevolking ter gelegenheid van de bepaal*
de wederloevoeging der kringen Eupen
en Maimêdy bij Belgjë.
Eene groote gobeurtenis heeft zich in
onze geschiedenis voorgedaan. Na eene schei-
ding van meer dan ééne eeuw worden twee
cantons aan het moederland teruggeschon
ken.
Het heldhaftige België, bij het ontstaan
van den grooten krijg, geplaatst tusschen
eene schandelijke verzaking en de zware of
fers van den plicht, aarzelde niet den weg
der eer op te gaan. Ook mag het zich dubbe'
er op beroemen bij de bevrijding van den
nationale» bodem diegene zijner kinderen te
hebben herwonnen welke vrij bewust toena
dering zochten.
«Elk Belgisch hart verheugt zich om de
wedortoegeving der cantons Eupen en Mal
médy bij Belgic. Vertrouwend in de toekomst
van ons roemrijk Vaderland, durven wij aan
de gewesten die ons worden teruggeschon
ken eene gelukkige en vreedzame deelnemin-
aan ons nationaal leven beloven.
Onze broeders van Eupen on Malmédy
zullen zich |mnnen grooten Koning en de
edele overleveringen van het Belgische volk
waardig toor.en.
Uit ganscher harte zegt de Regeerin
üun welkom.
Brussel, 20 September 1920.
De Eerste Minister,
Leon DELACROIX.
Nopens de kwestie der kwittancie-
zegels deelen onze lezers die bevoegd
zijn, hunne opmerkingen mede.
We danken hun daarvoor, en ma
ken hunne bemerkingen over aan onze
lezers, aan wien ze geheel nuttig zul
len zijn.
Vooreerst arlikel 1248 van bet
Burgerlijk Wetboek legt alle kosten
spruitende uit oenen verkoop ten laste
van den verkooper.
Als de kooper dus eene kwittancie
wil hebben van de som die bijbe
taald, moet bij den liwittanciezegel
betalen.
Artikel 1248 luidt als volgt
Do kosten van betaling znn (ei,
laste van den schuldenaar.
Dat komt te pas bijzonderlijk
de betaling bij middel van posiinvit-
tancie, waarvan nu voel gebruik ge
maakt wordt.
De verzender van eene postkwittan-
cie is dus gerechtigd de kosten van
den zegel bij het bedrag der kwittan
cie te voegen. De schuldenaar mag do
kwittancie niet weigeren omdat die
kosten erbij gerekond zijn. Indien de
zaak voor de rechtbank moest komen,,
bij zou zijn proces verliezen.
De kwittancie, gegeven in nota-
rieele akten, zijn niet onderhevig aan
den nieuwen kwittancie-zegel, daar
do notarieele akte reeds door een ze
gelrecht getroffen is.
Door deze opmerkingen is er wat
meer licht in de zaak gekomen, wat
zeer gelukkig is ze zullen vele be
twistingen en baarklieverijen vermij
den.
Het is te betreuren dat de wet op
de kwittanciezegels niet uitdrukkelijk
zegt wien den zegel moet betalen.
Dan ware geene betwisting mogelijk
geweest.
Nu zou men wel heel bet wetboek
moeten kennen om de eenvoudigste
wet ter wereld te kunnen verstaan.
In Hongarie stond eene regeering met
bolschewistische neigingen aan het roer. Door
dwingelandij en dictatoriale strengheid kon
zij zich slaande houden, want het volk walgde
van het bolschevisme. Wat noodzakelijk ge
beuren moest kwam en de geweidenaards
werden vervangen door eene regeering met
humaner gevoelens.
De socialisten over Europa gingen aan
't roepen als speenvarkens zij, die zich de
alleenheerschersder wereld wanen, kondigen
den boycot tegen Hongarie af. Hongarie ging
uitgehongerd worden, vrouwen, kinderen
grijzaards geslachtofferd.
Aan die misdaad schonk het Nationaal
Syndikaat van IJ. P. T. T. Z. zijne goed-
keyring en toerhte er aan mee. Spijts alles
blijft het zich onpartijdig heelen en zijn er
sukkelaars, die er nog aan gelooven.
't Is oorlog tusschen Rusland en Polen.
Naar wie gaat onze voorliefde Als Sijndikaat
hebben we het recht niet er ons over uit te
spreken, 't Is een internationaal politiek
vraagstuk, dat in debevoegheid valt der leden
van beide kamers. Het Nationaal Sijndikaat
neemt positie, en kiest de partij van bolsche-
wistisch Rusland tegen Polen. Waar gaat
het heen? En toch... ja toch... zou het onpar.
tijding zijn
Vrienden, oogen open. Helpt het land niet
naar den ondergang leiden. Sluit aan bij het
Christen Sijndikaat dat de herstelling van het
land krachtig steunt doch vooraf voor de
staatsarbeiders een menschwaardig beslaan
eischt.
elke maand, van 7 tot 10 uren 's morgends.
De veehouders, die veranderingen willen
uitvoeren moeten minstens £drie dagen voor
de vastgestelde datums, den burgemeester
een aanvraag zepden, waarin zij het aantal
te verplaatsen dieren en de ligging van de
nieuwe te benuttigen weiden moeten vermei,
den.
De burgemeester zal een getuigschrift met
bovenvermelde aanduidingen afleveren, in-
dien de veranderingen geschieden op het
grondgebied zijner gemeente.
Wanneer de dieren overgebracht worden
naar een weide gelegen buiten het grondge
bied der gemeente -vaar zij verblijven, mag
de burgemeester de veranderingsvergunning
slechts afleveren op eensluidend advies van
den opziener-veearts of van zijn afgevaar
digde.
De aanvragen om veranderingen moeten
per aangeteekenden brief minstens vijftien
dagen voor den datum der verandering ge
zonden worden aan de veearts opziener.
De dieren die tijdens deze veranderingen
langs den openbaren weg geleid worden,
moeten, alvorens in de nieuwe weide te gaan
door een bad van versche kalkmelk gaan.
De dieren die zich bevinden in eene ver
boden strook van een runderpeslhaard, of
die uit zulke strook komen, zullen aanzien
werden als verdacht van runderpestbesmet-
ting of bekwaam om de ziekte te verspreiden.
Deze dieren moeten van ambtswege en onver
wijld bij bevel des burgemeesters afgemaakt
worden.
Bij Koninklijk besluit wordt de Eerw.
Heer Moyersoen, gewézen bestuurder van het
Werk der Vlamingen le Parijs, thans pastoor
van Sl. Eligius te Gentbiugge, benoemd tot
ridder in de Leopoldsorde.
62® Vervolg.
Nu giüg hij door de kleine stegen naar de
straat de Clery, en toon naar de straat Mom
martre.
En nu gaat hij de straat d' Argenson in
zeide Sanspeur ik verwed er mijn hoofd on
der, dat er iets op handen is, hij heeft een
plan, wie zou hij hier opzoeken.
Dat zal ons weldra duidelijk worden,
zoide de bloemenverkoopster, ontkomen zal
hij ons nu niet meer.
Stil hij gaat in het huis No. 3.
Blijft gij hier, ik zal eenige huizen ver
der gaan. Wij wachten hier beneden, tot hij
terugkomt, zeide de bloemenverkoopster,
toen ging zij verder. De bloemenverkoopster
ging eenige huizen verder, en zette zich op
een drempel neder, en begon haar bloemen
te regelen, die zij in een mandje had.
Louis had de bloemenverkoopster die
voorzichtig- en sluw was, niet opgemerkt. Hij
bereikte het huis, waarin de weduwe Brion
woonde, en vloog snel do trap op.
Toen hij klopte snelde Engeline naar de
deur en opende. De weduwe groette den
paohterszoon vriendelijk.
Zijt gij te Montpellier geweest, Louis
vroeg Engeline vol verwachting, nadat Louis
had plaats genomen.
Heden morgen vroeg reed ik er een.
Heeft men u van uit liet slot gezien
Neen Engeline, ik hoorde in het dorp,
dat de graaf zich reeds sedert geruiraen tijd
Het Staatsblad van 18 September kondigt
een omstandig Koninklijk besluit af waarbij
de vroeger genomen maatregelen ter bestrij
ding van de Runderpest eenigssins verzacht
orden.
De bij-onderste nieuwe bepalingen luiden
■os volgt
I Van af 26 September 1920 zullen de run-
ders mogen benuttigd worden voor den arbeid
onder de volgende voorwaarden:
De voor den arbeid gebruikte rnnders
mogen slechts benuttigd worden buiten een
straal van minstens 2,-000 meter van een
runderpesthaurd. De aldus bepaalde verboden
strook mag door den gouverneur der provin
cie uitgebreid worden, op voorstel van den
opziener-veearts. De gemeentebesturen moe
ten nauwkeurig de strooken, waar het vee-
verkeer verboden is, aanduiden door goed
zichtbare leekens en opschriften, die gansch
den duur van 't verbod dienen gehandhaallï.
De veehouders, die runders willen gebrui
ken voor het werk, moeten zulks aanvragen
bij den burgemeester der gemeente waar de
dieren zich bevinden.
De herkauwers, die in de weide staan of
er moeien heengeleid worden, mogen te dien
einde, buiten de verboden strooken langs den
openbaren weg gaan op den 1 en 15 van
niet meer in bet slot maar waarschijnlijk
hier te Parijs ophoudt, en dat de gravin hem
eenige dagen geleden gevolgd is.
Wien hebt gij gesproken Louis 1
Den herbergier en later (len ouden Re-
mund gij kent hem wel. De oude boer was
nooit een vriend van de bewoners op het
slot.
De oude Remund is grof en brutaal.
Ja, hij heeft eene ruwe buitenzijde,
maar bij is niet slecht Engeline, ik heb dat
heden weer eens duidelijk gezien, ik ontr
moeite hem in de herberg toen ging hij met
mij mede. Wij geraakten aan het praten. Hij
was overtuigd dat u onaangename dagen in
de tint van Judas had gehad, en dat men u
op liet kasteel niet goed had behandeld. Ik
vertelde hem van liet lijden, dat gij door
uwe getuigenis voor het gerecht geleden hebt
Ja zeide hij, dat zal wel nooit aan bet dag
licht komen, wie de rechtmatige erfgenaam
is, zeide hij.
Ik ondervroeg Remand verder, zeide
Louis ik trachtte hem uit te hooren, en wer
kelijk kwam zijn tong los.
Dat is een wonder, zeide Engeline, hij
spreekt anders nooit.
Hij had in de herberg een glas gedronken,
hij zwaaide mot de hand en meende, dat hij
den jongen heer graaf niet herkend had, en
dat hij niet wist, of die daar in het slot woon-
de, de rechte was of niet, maar de tuinman
Jan had wat geweten. De onnoozele Jan
vroeg ik verder.
Ja, zeide Remind, die heeft mij eens
gezegd dat hij veel wist, on daarbij lachtte
IN IERLAND
Eene bloedige botsing
LONDEN 20 September. Heden mor-
gend had te Dublijn een hevig gevecht plaats
tusschen soldaten en gewapende Sinn-feiners
Twee soldaten werden gedood en twee ande
ren erg gekwetst. Men weet niet hoeveel
Sinn-feiners gevallen zijn.
Het gevecht had plaats voor eene bakkerij
in de Shortstreet.
Een autokamion van het leger hield voor
de bakkerij stil, om het dagelijksch rantsoen
brood voor het vliegplein van Collinstown
at te halen.
Terwijl men bezig was het brood op te la
den, naderden een twintigtal Sinn-feiners,
die de soldaten geboden de handen op te
steken. Voor alle antwoord begonnen de sol
daten onmiddelijk te schieten. De Sinn-feiners
schoten terug en gedurende een paar minuten
was hel vuren zeer hevig.
Een der Sinn-feiners stortte ten gronde en
weldra lagen ook vier soldaten in bloedplas
sen.
Toen versterking kwam opdagen, verdwe
nen de Sinn-feiners, hunne gekwetsten mede
nemende.
De burgemeester van Cork.
Zijne behandeling in de geyangënis
Mac Swiney houdt het nog steeds vol.
Niettegenstaande zijn uiterst zwakken toe
stand blijft zijn geest steeds helder, eene ver
andering in dezen of genen zin is nog niet
ingetreden. Zijn oogen kan hij niet meer
openen.
In het gasthuis ligt hij te bed in een ruime
kamer. De beste geneeskundige zorgen wor
den hem toegediend. Twee zielen verpleeg
sters, waarvan er eene dag en nacht bij hem
is, verzorgen hem.
Een uitstekend voedsel, in verhouding tot
zijn zwakken toestand staat voortdurend naast
hem. De verpleegsters hebben hun beste ge
daan hem tot eten te bewegen.
Het Home Office heeft in antwoord op wat
Amerikaansche bladen schreven, laten weten
dat Mac Swiney de voorrechten van een po
litiek gevangenen geniet en nooit de kleeding
der gevangenen heeft moeten dragen.
Ernstige onlusten worden in Ierland
gevreesd.
Zoo de lord mayor van Cork sterven zou,
worden door de.overheid ernstige onlusten in
Ierland gevreesd.
Te Dublin heeft men in al de wapenwin
kels al de wapens en munitie in beslag doen
nemen. Met gepantserde autos gingen de
soldaten daartoe over. De gebouwen van de
North Western Railway worden met prik
keldraad en zandzakken beschermd.
De Sinn Feiners zitten niet stil. Zij hebben
de postzakken uit een trein naar Rathraore
geplunderd en in talrijke huizen wapens en
munitie opgeëischt.
Te Athlone zijn 40Sinn Feiners, rechters,
advokaten, enz. door de militairen verrast en
aangehouden tijdens een zitting der Sinn
Feiner rechtbank.
Rond het ministerie
PARIJS, 21 September, Daar de kan
didatuur van M. Millerand sinds gisteren een
voldongen feit is, wordt er nu meer en meer
over de wijzigingen in het ministerie gespro
ken.
Volgens de eenen, zou M. Briand gelast
worden met de samenstelling van het nieuwe
kabinet. Dit zou nagenoeg al de leden van
liet oude kabinet omvatten.
Anderen opperen de meening, dal M.
Poincaré met de samenstelling van bet nieuw
kabinet gelast worden. M. Briand zou mi
nister van Buitenlandsche Zaken zijn in dat
kabinet.
Verder worden ook nog de namen van
MM. Jonnart, Georges Leygnes, Barthou en
Douraergue genoemd.
Het winteruur.
Er werd tot thans toe nog geene beslissing
genomen in zake van het invoeren der nor
male tijdregeling. Zekere bladen beweren
dat er zelfs spraak zou zijn van het unr niet
meer te veranderen en bepaald het uur van
Praag, of midden-Europeesche tijdregeling
aan te nemen.
Nationale Vergadering.
De Nationale Vergadering der gewezen
tijdelijke geraeentebedienden en werklieden
belooft ten volle le zullen slagen. Het inrich-
tingskomiteit beeft reeds verscheidene toetre
dingen ontvangen, zoowel van het Walen- of
Vlaamsche land.
Het komiteit herinnert de afgevaardigden
van gansch het land dat de vergadering ge
houden wordt te Gent, den 26 September, in
het koffiehuis Het Center Walpoortbrug-
slraat, nevens Minardschouwburg, om 2 ure
slipt. Diegenen welke in de onmogelijkheid
zijn naar Gent te komen worden verzocht
hunne toetreding schriftelijk te laten gewor
den aan liet Sekretariaat, Haspelstraat, 18,
Gent.
De gemeentekiezingen zullen waarschijn
lijk einde Decerabcrof in 't begin van Januari
plaats hebben.
hij heel geheimzinnig. Zij wilden den ouden
man altijd gek noemen en gek maken, maar
die wist wel wat hij deed en wilde.
Dat geloof ik ook, Remund heeft wel
gelijk, zeide Engeline, de oude Jan was een
goed, dankbaar monsch, die in 't geheel niet
;ek was. Hij sprak gaarne met zichzelf, maar
lij wist )steeds wat hij deed of sprak.
Ja, zeide Remund verder, de onnoozele
Jan zeide mij eens, dat dadelijk, toen de za
lige heer graaf zijne oogen had gesloten, een
gesprek beneden in het park had afgeluis
terd.
Zoo en wat mag het dan wel geweest zijn,
wat lijj gehoord heeft vroeg ik.
Dat heef tjhij mij' niet gezegd, antwoordde
Remund, maar men kon bemerken dat het
iets bizondors is geweest. De oude man heeft
er altijd over gezwegen maar dat is zeker,
zij in het slot wel vermoeden, dat Jan wat
geweten heeft, want anders hadden zij hem
niet in dienst gehouden en overal en altijd
over zijn onverstand gesproken.
Hel is toch ongelukkig dat de ouden
tuinman Jan dood is zeide Engeline.
Dat is juist het eerste, niemand weet
waar hij gebleven is, zeide Louis ik kwam
toen op i.oii avond wel toevallig er bij, toen
Jndas den ouden tuinman sloeg maar liet
merkwaardigste is, dat, toen de boeren mij
vonden, en toen ik tot bezinning kwam, en
wij naar den ouden tuinman Jan zochten,
niets meer van hem te vinden of te zien was.
Hij en Judas verdwenen, en het is toch aan
te ueraen, dat de tuinman nog zooveel kracht
moeNn.iben gebad om zich voort te slepen.
M. Millerand zal kandidaat zijn
PARIJS, 20 September. M. Millerand
deed aan een medowerker van het Havas
agentschap, volgende verklaring
In mijne redevoering van 7 November
heb ik aangeduid welke politiek van socialen
vooruitgang, van orde, arbeid en eendracht
wij te volgen hadden, voor wat betreft liet
buitenland, door de toepassing van bet ver.
drag van Versailles en de verdediging der
beginselen waarop dat verdrag gesteund is,
voor wat betreft het binnenland," het behou
den en naleven der grondwet der Republiek,
de herstelling en ontwikkeling van al onze
ekonomische krachten, de centralisatie en zoo
noodig, verbetering onzer grondwet.
Sinds acht maanden heb ik, gesteund
door het vertrouwen van het parlement, die
politiek stelselmatig verdedigt! eo loegepasi.
Ik heb gedacht en ik heb er de redenen voor
opgegeven dat ik nergens beter diensten kon
bewijzen dan als voorzitter van den minister,
raad. Indien de meerderheid der Kamers
evenwel oordeelt, dat ik beter deze nationale
politiek zou volgen en toepassen als president
der Republiek, indien de Kamers oordeelen,
dat de president niet de man eener partij,
doch de man eener duidelijk afgebakende
politiek moet zijn, in nauwe samenwerking
en eensgezindheid met de ministers, dan zal
ik mij aan den oproep van de nationale ver
gadering niet onttrekken.
Misschien heeft Judas hem w
zeide Engeline.
Wij zochten toen in een wijden kring
alles af, maar hel was te vergeefs, er was
geen omgeworpen grond, geen spoor, geen
heuvel van bladeren of iets dergelijks le vin
den. Of Judas den tuinman doodgeslagen
heeft, of dat het hem gelukt is, zich ie red
den, weet ik niet, het is mij ook niet moge
lijk geweest, dat te doorgronden, hoewel ik
overal gevraagd en gezocht heb, en eigenlijk
voor dit doel naar Montpellier gereden was.
Nu wil ik Judas opzoeken, en dit 7an hom
trachlen te vernemen.
Neen Louis, dat moogt gij niet gij
kent dezen bosohwachter niet goed. Hij haat
u. Hij weet, dat gij zijne misdaad gezien
hebt, zeide Engeline.
In weerwil daarvan moet ik hem spre
ken. Er is geen ander middel. Dat hij hier is
weet ik, ik heb hem gezien, dat hij mij haat,
weet ik evenzeer, want hij heeft mij, zooale
ik u verteld heb vervolgd, maar ik vrees
hem niel. Ik zal hem opzoeken en hem, in
geval hij mij zegt, waar de ouden tuinman is
beloven, hem voor zijne daad niet te vervol
gen.
Gij moest toch liever eerst uwen ouden,
ervaren raadgever om inlichting vragen,
zeide Engeline.
Hel bruine heertje meent gij j ik was
reeds hij hem, maar ik trof hem niet tehuis
Op dit oogenblik werd er geklopt.
Eene bloemenverkoopster drong naar bin
nen en bood haren mand mot bloemen aan
om eene keuze daaruit te doen.
Geestdriftig onthaal.
In ons nummer van gisteren deelden wij
reeds in eenige woorden mede, dat onze
vorsten in Brazilië aangekomen waren.
Het overheerlijk weder had eene ontelbare
op geen duizenden tc schatten, menigte naar
Rio de Janeiro gelokt.
De president der Braziliaansche republiek
M. Epitacio Pessoa, vergezeld door zijne
dawe, zijne dochter en M. Scheider minister
van buitenlandsche zaken, vaarden onze vor
sten te gemoet.
Aan boord van de historische galjoot
Joao VI al wit om goud wat men ziel en
door zestig roeiers in beweging gebracht,
schepen de president, zijne dame en hunne
dochter in.
Terwijl een salvo weerklinkt, nadert het
vaartuig den kruiser. De bemanning op de
brug roept driemaal hoerah
De ontmoeting was allerhartelijks. Na deze
eerste korte begroeting leidde de president
Koning Albert en Koningin Elisabeth van
boord, waar aan de kaai de commissies door
Krmer en Senaat afgevaardigd, al de over
heden en de notabelen der stad onze vorsten
opwachten en begroetten te midden van Let
onbeschrijflijk en aanhoudend /gejuich en
hoerageroep van duizenden gelukkige toe
schouwers.
Onder andere werden opgemerkt de voor
zitters van Kamer, Senaat, hooger gerechts
hof, al de winisters en onder-staatssecretaris
sen, de bevelvoerders van leger en marine,
de prefect der hoofdstad, de leden van hef
burgerlijk en militair huis van den presdenl
en hunne damen.
De begroetingsrede.
Het is de prefekt der hoofdstad die de be
groetingsrede uitspreekt.
Beleefdsheidsgroeten zullën wij niet uit
spreken, zegde hij. Wij hopen dat de reis
van Belgie's vorsten meer dan een dankbe.
tooging zal beteekenen voor wat Brazilië voor
België deed. Wij hopen dat de reis de han
delsbetrekkingen tusschen onze landen zal
ontwikkelen, en dat-de Belgische nijverheid
èn de Braziliaansche landbouw elkaar zullen
vervolledigen. Namens het Braziliaansche
volk wensch ik den Koning en de Koningin
van België welkom.
Bloemen werden aan de Koningin aange
boden, die in een wit kleed en met haren
glimlach' er stralender uitzag dan ooit.
De Koning antwoordde, zeggende dat het
Louis die op een afstand bij het raam zat,
lelte niet op de bloemenverkoopster, er gin
gen toch zoovele van zulke meisjes van huig
lot huis andera had by in haar wel dezelfde
herkend, die hij in De Welkomst had gezien.
De bekende bloemenverkoopster had bui
ten aan de deur geluisterd en wilde nog
langer luisteren, zij kwam slechts in de ka
mer om haar te zien, die Louis met de naam
Engeline had toegesproken. Het rechte spoor
was gevonden. De beide personen, die de
nieuwe voorname klant aan Sanspeur had
opgegeven, waren hjer bijeen en spoediger
dan de schelmen gedacht hadden, door hen
gevonden.
De weduwe Brion die veel van schoons
rozen hield, kocht van de bloemenverkoop
ster een bouquet, en liet haar weder uit, zou-
der dat het haar opgevallen was, dal de
loerende oogen van de bloemenverkoopster
in de kamer een en weer gleden, en op En
geline gericht waren geweest.
loen de deur zich achter de bloemenver
koopster gesloten had, bleef zij staan en leg
de haar oor tegen het slot.
Nu wil ik heden avond dadelijk beproe
ven om Judas te vinden, zeide Louis die zich
levendig met het vinden van den ouden tuin
man bezighield, daar hij van dezen slechts
eene wending in den toestand der dingen
verwachtte Ik ontmoette Judas eeuigeu
tijd geleden in een wijnhuis, zeide Louis, ik
geloof, dat het de Paradijsstraat was, ik zal
die wol terugvinden.
Ver volgt.)