22 Eupen en Malmédy terug aan België De strijd om vijf miiliwB De zegels opde kwijtsohrifteii Woensdag Sept. 1920 Ter overweging aan onze Staatsarbtfiders Welverdiende onderscheiding. Ter bestrijding der Runderpest Oemeentekiezingen. Het ontslag van M. Deschanel Onze vorsten op reis Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Tel. 114 tm- XXVI' JAARGANG NUMMER 212 P A Car B I_i JA. O ~J CENTIEMEN Uitgever: J. Van Nuffel-De Qbndt H. Maritius Zon op5,49, onder 6,57 Volle Maan den 28 Publiciteit bulten het Arrondissement Aalst, zicli te wenden tot het Agentschap Havas,8, Martelaarplein, te Bruisel8, Place de la Bourne, Parijs en 6, Bream's Buildings Londres E.C.4. Proclamatie der Regeering aart dé Belgische bevolking ter gelegenheid van de bepaal* de wederloevoeging der kringen Eupen en Maimêdy bij Belgjë. Eene groote gobeurtenis heeft zich in onze geschiedenis voorgedaan. Na eene schei- ding van meer dan ééne eeuw worden twee cantons aan het moederland teruggeschon ken. Het heldhaftige België, bij het ontstaan van den grooten krijg, geplaatst tusschen eene schandelijke verzaking en de zware of fers van den plicht, aarzelde niet den weg der eer op te gaan. Ook mag het zich dubbe' er op beroemen bij de bevrijding van den nationale» bodem diegene zijner kinderen te hebben herwonnen welke vrij bewust toena dering zochten. «Elk Belgisch hart verheugt zich om de wedortoegeving der cantons Eupen en Mal médy bij Belgic. Vertrouwend in de toekomst van ons roemrijk Vaderland, durven wij aan de gewesten die ons worden teruggeschon ken eene gelukkige en vreedzame deelnemin- aan ons nationaal leven beloven. Onze broeders van Eupen on Malmédy zullen zich |mnnen grooten Koning en de edele overleveringen van het Belgische volk waardig toor.en. Uit ganscher harte zegt de Regeerin üun welkom. Brussel, 20 September 1920. De Eerste Minister, Leon DELACROIX. Nopens de kwestie der kwittancie- zegels deelen onze lezers die bevoegd zijn, hunne opmerkingen mede. We danken hun daarvoor, en ma ken hunne bemerkingen over aan onze lezers, aan wien ze geheel nuttig zul len zijn. Vooreerst arlikel 1248 van bet Burgerlijk Wetboek legt alle kosten spruitende uit oenen verkoop ten laste van den verkooper. Als de kooper dus eene kwittancie wil hebben van de som die bijbe taald, moet bij den liwittanciezegel betalen. Artikel 1248 luidt als volgt Do kosten van betaling znn (ei, laste van den schuldenaar. Dat komt te pas bijzonderlijk de betaling bij middel van posiinvit- tancie, waarvan nu voel gebruik ge maakt wordt. De verzender van eene postkwittan- cie is dus gerechtigd de kosten van den zegel bij het bedrag der kwittan cie te voegen. De schuldenaar mag do kwittancie niet weigeren omdat die kosten erbij gerekond zijn. Indien de zaak voor de rechtbank moest komen,, bij zou zijn proces verliezen. De kwittancie, gegeven in nota- rieele akten, zijn niet onderhevig aan den nieuwen kwittancie-zegel, daar do notarieele akte reeds door een ze gelrecht getroffen is. Door deze opmerkingen is er wat meer licht in de zaak gekomen, wat zeer gelukkig is ze zullen vele be twistingen en baarklieverijen vermij den. Het is te betreuren dat de wet op de kwittanciezegels niet uitdrukkelijk zegt wien den zegel moet betalen. Dan ware geene betwisting mogelijk geweest. Nu zou men wel heel bet wetboek moeten kennen om de eenvoudigste wet ter wereld te kunnen verstaan. In Hongarie stond eene regeering met bolschewistische neigingen aan het roer. Door dwingelandij en dictatoriale strengheid kon zij zich slaande houden, want het volk walgde van het bolschevisme. Wat noodzakelijk ge beuren moest kwam en de geweidenaards werden vervangen door eene regeering met humaner gevoelens. De socialisten over Europa gingen aan 't roepen als speenvarkens zij, die zich de alleenheerschersder wereld wanen, kondigen den boycot tegen Hongarie af. Hongarie ging uitgehongerd worden, vrouwen, kinderen grijzaards geslachtofferd. Aan die misdaad schonk het Nationaal Syndikaat van IJ. P. T. T. Z. zijne goed- keyring en toerhte er aan mee. Spijts alles blijft het zich onpartijdig heelen en zijn er sukkelaars, die er nog aan gelooven. 't Is oorlog tusschen Rusland en Polen. Naar wie gaat onze voorliefde Als Sijndikaat hebben we het recht niet er ons over uit te spreken, 't Is een internationaal politiek vraagstuk, dat in debevoegheid valt der leden van beide kamers. Het Nationaal Sijndikaat neemt positie, en kiest de partij van bolsche- wistisch Rusland tegen Polen. Waar gaat het heen? En toch... ja toch... zou het onpar. tijding zijn Vrienden, oogen open. Helpt het land niet naar den ondergang leiden. Sluit aan bij het Christen Sijndikaat dat de herstelling van het land krachtig steunt doch vooraf voor de staatsarbeiders een menschwaardig beslaan eischt. elke maand, van 7 tot 10 uren 's morgends. De veehouders, die veranderingen willen uitvoeren moeten minstens £drie dagen voor de vastgestelde datums, den burgemeester een aanvraag zepden, waarin zij het aantal te verplaatsen dieren en de ligging van de nieuwe te benuttigen weiden moeten vermei, den. De burgemeester zal een getuigschrift met bovenvermelde aanduidingen afleveren, in- dien de veranderingen geschieden op het grondgebied zijner gemeente. Wanneer de dieren overgebracht worden naar een weide gelegen buiten het grondge bied der gemeente -vaar zij verblijven, mag de burgemeester de veranderingsvergunning slechts afleveren op eensluidend advies van den opziener-veearts of van zijn afgevaar digde. De aanvragen om veranderingen moeten per aangeteekenden brief minstens vijftien dagen voor den datum der verandering ge zonden worden aan de veearts opziener. De dieren die tijdens deze veranderingen langs den openbaren weg geleid worden, moeten, alvorens in de nieuwe weide te gaan door een bad van versche kalkmelk gaan. De dieren die zich bevinden in eene ver boden strook van een runderpeslhaard, of die uit zulke strook komen, zullen aanzien werden als verdacht van runderpestbesmet- ting of bekwaam om de ziekte te verspreiden. Deze dieren moeten van ambtswege en onver wijld bij bevel des burgemeesters afgemaakt worden. Bij Koninklijk besluit wordt de Eerw. Heer Moyersoen, gewézen bestuurder van het Werk der Vlamingen le Parijs, thans pastoor van Sl. Eligius te Gentbiugge, benoemd tot ridder in de Leopoldsorde. 62® Vervolg. Nu giüg hij door de kleine stegen naar de straat de Clery, en toon naar de straat Mom martre. En nu gaat hij de straat d' Argenson in zeide Sanspeur ik verwed er mijn hoofd on der, dat er iets op handen is, hij heeft een plan, wie zou hij hier opzoeken. Dat zal ons weldra duidelijk worden, zoide de bloemenverkoopster, ontkomen zal hij ons nu niet meer. Stil hij gaat in het huis No. 3. Blijft gij hier, ik zal eenige huizen ver der gaan. Wij wachten hier beneden, tot hij terugkomt, zeide de bloemenverkoopster, toen ging zij verder. De bloemenverkoopster ging eenige huizen verder, en zette zich op een drempel neder, en begon haar bloemen te regelen, die zij in een mandje had. Louis had de bloemenverkoopster die voorzichtig- en sluw was, niet opgemerkt. Hij bereikte het huis, waarin de weduwe Brion woonde, en vloog snel do trap op. Toen hij klopte snelde Engeline naar de deur en opende. De weduwe groette den paohterszoon vriendelijk. Zijt gij te Montpellier geweest, Louis vroeg Engeline vol verwachting, nadat Louis had plaats genomen. Heden morgen vroeg reed ik er een. Heeft men u van uit liet slot gezien Neen Engeline, ik hoorde in het dorp, dat de graaf zich reeds sedert geruiraen tijd Het Staatsblad van 18 September kondigt een omstandig Koninklijk besluit af waarbij de vroeger genomen maatregelen ter bestrij ding van de Runderpest eenigssins verzacht orden. De bij-onderste nieuwe bepalingen luiden ■os volgt I Van af 26 September 1920 zullen de run- ders mogen benuttigd worden voor den arbeid onder de volgende voorwaarden: De voor den arbeid gebruikte rnnders mogen slechts benuttigd worden buiten een straal van minstens 2,-000 meter van een runderpesthaurd. De aldus bepaalde verboden strook mag door den gouverneur der provin cie uitgebreid worden, op voorstel van den opziener-veearts. De gemeentebesturen moe ten nauwkeurig de strooken, waar het vee- verkeer verboden is, aanduiden door goed zichtbare leekens en opschriften, die gansch den duur van 't verbod dienen gehandhaallï. De veehouders, die runders willen gebrui ken voor het werk, moeten zulks aanvragen bij den burgemeester der gemeente waar de dieren zich bevinden. De herkauwers, die in de weide staan of er moeien heengeleid worden, mogen te dien einde, buiten de verboden strooken langs den openbaren weg gaan op den 1 en 15 van niet meer in bet slot maar waarschijnlijk hier te Parijs ophoudt, en dat de gravin hem eenige dagen geleden gevolgd is. Wien hebt gij gesproken Louis 1 Den herbergier en later (len ouden Re- mund gij kent hem wel. De oude boer was nooit een vriend van de bewoners op het slot. De oude Remund is grof en brutaal. Ja, hij heeft eene ruwe buitenzijde, maar bij is niet slecht Engeline, ik heb dat heden weer eens duidelijk gezien, ik ontr moeite hem in de herberg toen ging hij met mij mede. Wij geraakten aan het praten. Hij was overtuigd dat u onaangename dagen in de tint van Judas had gehad, en dat men u op liet kasteel niet goed had behandeld. Ik vertelde hem van liet lijden, dat gij door uwe getuigenis voor het gerecht geleden hebt Ja zeide hij, dat zal wel nooit aan bet dag licht komen, wie de rechtmatige erfgenaam is, zeide hij. Ik ondervroeg Remand verder, zeide Louis ik trachtte hem uit te hooren, en wer kelijk kwam zijn tong los. Dat is een wonder, zeide Engeline, hij spreekt anders nooit. Hij had in de herberg een glas gedronken, hij zwaaide mot de hand en meende, dat hij den jongen heer graaf niet herkend had, en dat hij niet wist, of die daar in het slot woon- de, de rechte was of niet, maar de tuinman Jan had wat geweten. De onnoozele Jan vroeg ik verder. Ja, zeide Remind, die heeft mij eens gezegd dat hij veel wist, on daarbij lachtte IN IERLAND Eene bloedige botsing LONDEN 20 September. Heden mor- gend had te Dublijn een hevig gevecht plaats tusschen soldaten en gewapende Sinn-feiners Twee soldaten werden gedood en twee ande ren erg gekwetst. Men weet niet hoeveel Sinn-feiners gevallen zijn. Het gevecht had plaats voor eene bakkerij in de Shortstreet. Een autokamion van het leger hield voor de bakkerij stil, om het dagelijksch rantsoen brood voor het vliegplein van Collinstown at te halen. Terwijl men bezig was het brood op te la den, naderden een twintigtal Sinn-feiners, die de soldaten geboden de handen op te steken. Voor alle antwoord begonnen de sol daten onmiddelijk te schieten. De Sinn-feiners schoten terug en gedurende een paar minuten was hel vuren zeer hevig. Een der Sinn-feiners stortte ten gronde en weldra lagen ook vier soldaten in bloedplas sen. Toen versterking kwam opdagen, verdwe nen de Sinn-feiners, hunne gekwetsten mede nemende. De burgemeester van Cork. Zijne behandeling in de geyangënis Mac Swiney houdt het nog steeds vol. Niettegenstaande zijn uiterst zwakken toe stand blijft zijn geest steeds helder, eene ver andering in dezen of genen zin is nog niet ingetreden. Zijn oogen kan hij niet meer openen. In het gasthuis ligt hij te bed in een ruime kamer. De beste geneeskundige zorgen wor den hem toegediend. Twee zielen verpleeg sters, waarvan er eene dag en nacht bij hem is, verzorgen hem. Een uitstekend voedsel, in verhouding tot zijn zwakken toestand staat voortdurend naast hem. De verpleegsters hebben hun beste ge daan hem tot eten te bewegen. Het Home Office heeft in antwoord op wat Amerikaansche bladen schreven, laten weten dat Mac Swiney de voorrechten van een po litiek gevangenen geniet en nooit de kleeding der gevangenen heeft moeten dragen. Ernstige onlusten worden in Ierland gevreesd. Zoo de lord mayor van Cork sterven zou, worden door de.overheid ernstige onlusten in Ierland gevreesd. Te Dublin heeft men in al de wapenwin kels al de wapens en munitie in beslag doen nemen. Met gepantserde autos gingen de soldaten daartoe over. De gebouwen van de North Western Railway worden met prik keldraad en zandzakken beschermd. De Sinn Feiners zitten niet stil. Zij hebben de postzakken uit een trein naar Rathraore geplunderd en in talrijke huizen wapens en munitie opgeëischt. Te Athlone zijn 40Sinn Feiners, rechters, advokaten, enz. door de militairen verrast en aangehouden tijdens een zitting der Sinn Feiner rechtbank. Rond het ministerie PARIJS, 21 September, Daar de kan didatuur van M. Millerand sinds gisteren een voldongen feit is, wordt er nu meer en meer over de wijzigingen in het ministerie gespro ken. Volgens de eenen, zou M. Briand gelast worden met de samenstelling van het nieuwe kabinet. Dit zou nagenoeg al de leden van liet oude kabinet omvatten. Anderen opperen de meening, dal M. Poincaré met de samenstelling van bet nieuw kabinet gelast worden. M. Briand zou mi nister van Buitenlandsche Zaken zijn in dat kabinet. Verder worden ook nog de namen van MM. Jonnart, Georges Leygnes, Barthou en Douraergue genoemd. Het winteruur. Er werd tot thans toe nog geene beslissing genomen in zake van het invoeren der nor male tijdregeling. Zekere bladen beweren dat er zelfs spraak zou zijn van het unr niet meer te veranderen en bepaald het uur van Praag, of midden-Europeesche tijdregeling aan te nemen. Nationale Vergadering. De Nationale Vergadering der gewezen tijdelijke geraeentebedienden en werklieden belooft ten volle le zullen slagen. Het inrich- tingskomiteit beeft reeds verscheidene toetre dingen ontvangen, zoowel van het Walen- of Vlaamsche land. Het komiteit herinnert de afgevaardigden van gansch het land dat de vergadering ge houden wordt te Gent, den 26 September, in het koffiehuis Het Center Walpoortbrug- slraat, nevens Minardschouwburg, om 2 ure slipt. Diegenen welke in de onmogelijkheid zijn naar Gent te komen worden verzocht hunne toetreding schriftelijk te laten gewor den aan liet Sekretariaat, Haspelstraat, 18, Gent. De gemeentekiezingen zullen waarschijn lijk einde Decerabcrof in 't begin van Januari plaats hebben. hij heel geheimzinnig. Zij wilden den ouden man altijd gek noemen en gek maken, maar die wist wel wat hij deed en wilde. Dat geloof ik ook, Remund heeft wel gelijk, zeide Engeline, de oude Jan was een goed, dankbaar monsch, die in 't geheel niet ;ek was. Hij sprak gaarne met zichzelf, maar lij wist )steeds wat hij deed of sprak. Ja, zeide Remund verder, de onnoozele Jan zeide mij eens, dat dadelijk, toen de za lige heer graaf zijne oogen had gesloten, een gesprek beneden in het park had afgeluis terd. Zoo en wat mag het dan wel geweest zijn, wat lijj gehoord heeft vroeg ik. Dat heef tjhij mij' niet gezegd, antwoordde Remund, maar men kon bemerken dat het iets bizondors is geweest. De oude man heeft er altijd over gezwegen maar dat is zeker, zij in het slot wel vermoeden, dat Jan wat geweten heeft, want anders hadden zij hem niet in dienst gehouden en overal en altijd over zijn onverstand gesproken. Hel is toch ongelukkig dat de ouden tuinman Jan dood is zeide Engeline. Dat is juist het eerste, niemand weet waar hij gebleven is, zeide Louis ik kwam toen op i.oii avond wel toevallig er bij, toen Jndas den ouden tuinman sloeg maar liet merkwaardigste is, dat, toen de boeren mij vonden, en toen ik tot bezinning kwam, en wij naar den ouden tuinman Jan zochten, niets meer van hem te vinden of te zien was. Hij en Judas verdwenen, en het is toch aan te ueraen, dat de tuinman nog zooveel kracht moeNn.iben gebad om zich voort te slepen. M. Millerand zal kandidaat zijn PARIJS, 20 September. M. Millerand deed aan een medowerker van het Havas agentschap, volgende verklaring In mijne redevoering van 7 November heb ik aangeduid welke politiek van socialen vooruitgang, van orde, arbeid en eendracht wij te volgen hadden, voor wat betreft liet buitenland, door de toepassing van bet ver. drag van Versailles en de verdediging der beginselen waarop dat verdrag gesteund is, voor wat betreft het binnenland," het behou den en naleven der grondwet der Republiek, de herstelling en ontwikkeling van al onze ekonomische krachten, de centralisatie en zoo noodig, verbetering onzer grondwet. Sinds acht maanden heb ik, gesteund door het vertrouwen van het parlement, die politiek stelselmatig verdedigt! eo loegepasi. Ik heb gedacht en ik heb er de redenen voor opgegeven dat ik nergens beter diensten kon bewijzen dan als voorzitter van den minister, raad. Indien de meerderheid der Kamers evenwel oordeelt, dat ik beter deze nationale politiek zou volgen en toepassen als president der Republiek, indien de Kamers oordeelen, dat de president niet de man eener partij, doch de man eener duidelijk afgebakende politiek moet zijn, in nauwe samenwerking en eensgezindheid met de ministers, dan zal ik mij aan den oproep van de nationale ver gadering niet onttrekken. Misschien heeft Judas hem w zeide Engeline. Wij zochten toen in een wijden kring alles af, maar hel was te vergeefs, er was geen omgeworpen grond, geen spoor, geen heuvel van bladeren of iets dergelijks le vin den. Of Judas den tuinman doodgeslagen heeft, of dat het hem gelukt is, zich ie red den, weet ik niet, het is mij ook niet moge lijk geweest, dat te doorgronden, hoewel ik overal gevraagd en gezocht heb, en eigenlijk voor dit doel naar Montpellier gereden was. Nu wil ik Judas opzoeken, en dit 7an hom trachlen te vernemen. Neen Louis, dat moogt gij niet gij kent dezen bosohwachter niet goed. Hij haat u. Hij weet, dat gij zijne misdaad gezien hebt, zeide Engeline. In weerwil daarvan moet ik hem spre ken. Er is geen ander middel. Dat hij hier is weet ik, ik heb hem gezien, dat hij mij haat, weet ik evenzeer, want hij heeft mij, zooale ik u verteld heb vervolgd, maar ik vrees hem niel. Ik zal hem opzoeken en hem, in geval hij mij zegt, waar de ouden tuinman is beloven, hem voor zijne daad niet te vervol gen. Gij moest toch liever eerst uwen ouden, ervaren raadgever om inlichting vragen, zeide Engeline. Hel bruine heertje meent gij j ik was reeds hij hem, maar ik trof hem niet tehuis Op dit oogenblik werd er geklopt. Eene bloemenverkoopster drong naar bin nen en bood haren mand mot bloemen aan om eene keuze daaruit te doen. Geestdriftig onthaal. In ons nummer van gisteren deelden wij reeds in eenige woorden mede, dat onze vorsten in Brazilië aangekomen waren. Het overheerlijk weder had eene ontelbare op geen duizenden tc schatten, menigte naar Rio de Janeiro gelokt. De president der Braziliaansche republiek M. Epitacio Pessoa, vergezeld door zijne dawe, zijne dochter en M. Scheider minister van buitenlandsche zaken, vaarden onze vor sten te gemoet. Aan boord van de historische galjoot Joao VI al wit om goud wat men ziel en door zestig roeiers in beweging gebracht, schepen de president, zijne dame en hunne dochter in. Terwijl een salvo weerklinkt, nadert het vaartuig den kruiser. De bemanning op de brug roept driemaal hoerah De ontmoeting was allerhartelijks. Na deze eerste korte begroeting leidde de president Koning Albert en Koningin Elisabeth van boord, waar aan de kaai de commissies door Krmer en Senaat afgevaardigd, al de over heden en de notabelen der stad onze vorsten opwachten en begroetten te midden van Let onbeschrijflijk en aanhoudend /gejuich en hoerageroep van duizenden gelukkige toe schouwers. Onder andere werden opgemerkt de voor zitters van Kamer, Senaat, hooger gerechts hof, al de winisters en onder-staatssecretaris sen, de bevelvoerders van leger en marine, de prefect der hoofdstad, de leden van hef burgerlijk en militair huis van den presdenl en hunne damen. De begroetingsrede. Het is de prefekt der hoofdstad die de be groetingsrede uitspreekt. Beleefdsheidsgroeten zullën wij niet uit spreken, zegde hij. Wij hopen dat de reis van Belgie's vorsten meer dan een dankbe. tooging zal beteekenen voor wat Brazilië voor België deed. Wij hopen dat de reis de han delsbetrekkingen tusschen onze landen zal ontwikkelen, en dat-de Belgische nijverheid èn de Braziliaansche landbouw elkaar zullen vervolledigen. Namens het Braziliaansche volk wensch ik den Koning en de Koningin van België welkom. Bloemen werden aan de Koningin aange boden, die in een wit kleed en met haren glimlach' er stralender uitzag dan ooit. De Koning antwoordde, zeggende dat het Louis die op een afstand bij het raam zat, lelte niet op de bloemenverkoopster, er gin gen toch zoovele van zulke meisjes van huig lot huis andera had by in haar wel dezelfde herkend, die hij in De Welkomst had gezien. De bekende bloemenverkoopster had bui ten aan de deur geluisterd en wilde nog langer luisteren, zij kwam slechts in de ka mer om haar te zien, die Louis met de naam Engeline had toegesproken. Het rechte spoor was gevonden. De beide personen, die de nieuwe voorname klant aan Sanspeur had opgegeven, waren hjer bijeen en spoediger dan de schelmen gedacht hadden, door hen gevonden. De weduwe Brion die veel van schoons rozen hield, kocht van de bloemenverkoop ster een bouquet, en liet haar weder uit, zou- der dat het haar opgevallen was, dal de loerende oogen van de bloemenverkoopster in de kamer een en weer gleden, en op En geline gericht waren geweest. loen de deur zich achter de bloemenver koopster gesloten had, bleef zij staan en leg de haar oor tegen het slot. Nu wil ik heden avond dadelijk beproe ven om Judas te vinden, zeide Louis die zich levendig met het vinden van den ouden tuin man bezighield, daar hij van dezen slechts eene wending in den toestand der dingen verwachtte Ik ontmoette Judas eeuigeu tijd geleden in een wijnhuis, zeide Louis, ik geloof, dat het de Paradijsstraat was, ik zal die wol terugvinden. Ver volgt.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1920 | | pagina 1