1 15
Os strijd em vijf miliioen
Ministerie van Spoorlos.
Geweldige brand te Antwerpen
Woensdag
Octob.3920
Koninklijk besluit
over de voorschotten
De Nationalen Bond
Be gevolgen vaa den draak-
Wederom eea persoon vergiftigd
Us Poölscli-Riïssisclis oorlog.'
Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Tel. 114 TT> .A. Car
XXVI» JAARGANG NÜMMER 233
T O -7 CENTfEMEN Uitgever: J. Van Nüffel-De QendT
j II. Edoaardus
Zon op 6, i 1onder 5,13
Eerste kwartier don 20
Publiciteit buiten het Arrondissement Aalst, zich te wenden tot het Agentschap Havas,8, Martelaarplein, te Brussel8, Place de la Boarse, Parijs en G, Bream's Buildings Londros E.G. I.
Boiangrijke beslissingen.
Op vooral der ministers van binnenland-
jche zaken en van landbouw heeft de Koning
ien besluit goleekend, hetwelk in het Staats
blad van 7 October laatst is verschenen en
hetwelk in eene reeks van tien hoofdstukken
en zes-en-twintig artikels handelt over de
beschikkingen aangaande de voorschotten
langs bestuurlijken weg in afkorting op de
oorlogsschade en de overeenkomsten
Het besluit is voorafgegaan door eene reeks
u Gezien de wet van dit, gezien de wet van
'dat, enz., om te eindigen metOverwegen
de dat het noodig is door nieuwe maatregelen
het spoedig herstel van de verwoeste gewesten
en het herstel *an de door den oorlog veroor-
taakte schade te begunstigen
Tusschen deze nieuwe maatregelen zijn er
jnderdaad verschillende, die voor de geteis-
terden groot belang opleveren. Daarom zullen
wij trachten den tekst van dit koninklijk be-
siuii wat te verdietschen, want in zijn oor-
spronkelijken vorm is hij zoo duister, dat
wen er baast niet wijs uit wordt.
Voor de vernielde gebouwen.
Hoofdstuk 1 handelt over de .voorschot
ten voor het heropbouwen of herstellen van
vernielde ot beschadigde gebouwen
Er wordt een voorschol van HOOGSTENS
30,000 fr. verleend per vernield of bescha
digd gebouw. Voor de boerderijen van meer
dan 20 hektaren, kan die som vermeerderd
worden met 1000 fr per hectaar (boven de
20 hectaren), doch in geen geval mag het
(voorschot grooter zijn dan 50,000 fr.
Wat moet er gedaan worden om dit voor
schot te bekomen f
A) In da AANGENOMEN gemeenten moet
daartoe de Iloofdkommissaris van den Slaat
J)ij de rechtbank van oorlogsschade geroepen
worden om zijn advies te geven aan de Ko
ninklijke Iiooge Kommissarissen, over de al
pf niet noodzakelijkheid der verleening van
uet. voorschot. De Hooge Kommissarissen
tullen dan de voorschotten kunnen verleenen
flie noodig zijn tot het bewoonbaarmaken van
'de vernielde of beschadigde gebouwen.
B) In de N1ET.AANGENOMEN gemeenten
tullen de voorschollen verleend worden door
Hen gouverneur der provincie, die hier daar
toe hetzelfde gezag heeft als de Koninklijke
kommissarissen in de aangenomen gemeen
ten. De goeverneur kan echter zijn gezag
overdragen op een zijner ambtenaars of op
|Cen Koninklijken Kommissaris uit de aange
komen gemeenten.
Dus, de aanvragen moeten gestuurd wor
den in het eerste geval aan den hoofdkom-
toissaris hij do rechtbank van oorlogsschade
In het tweede geval aan de» gouverneur der
provincie.
Vcorsrhotier. voor de Kooperatief
Het tweede hoofdstuk handelt over de
voorschollen door lusschenkomst der koo-
Jaraiieven voor geteislerden
Door de lusschenkomst der kooperatieven,
flie door den minister van binnenlandsche
taken erkend en aangenomen zijn, kunnen er
•oorschotten verleend worden, waarvan hel
'roogste bedrag vastgesteld is op 70 ten
londerd van de waarde der vernielde goede-
ten op 1 Augustus 1914.
Dit voorschot kan vermeerderd worden
jioor de wederbelegging. Maar, hoe groot
tooet die wederbelegging zijn Er bestaat
geen vaste vermenigvuldiger. De minister
van binnenlandsche zaken zal in 't vervolg
bepalen welke vermenigvuldigers er
loeten toegekeod worden.
80® Vervolg.
Marinu3 Bloemist, schrijver, woont
itraat de la Terrasse Nr 7, zeide zij zacht.
Hot consult was spoedig afgeloopen. De
Onbekende en mijnheer Pellelier verlieten
Mclit de kamer.
Gij zult zien hoe nauwkeurig de ant
woorden van de waarzegster zijn, zeide de
onbekende zacht.
Het bruine heertje, dat den geheelen sa
menhang kende, antwoordde niet, maar
vroeg hoeveel hij schuldig was, betaalde de
gevraagde twee franks en ging weg.
Half lachend verliet hij het buis en keerde
baar zij tie woning terug.
Een uur later besteeg de oude bediende
Tan Mijnheer Pellelier de woning van den
ickrijver.
Toen hij boven aan de deur het bordje
Md gelezen, klopte hij.
Dadelijk hoorde hij voetstappen naar de
«our komen, die geopend werd. Marlnus
.Bloemist in zijn slaaprok met slaperige oogon
bn verwonderd gelaat, zag den bediende
Aan.
VejT" ^aar w*en Z0B^t £'j vroeg de schrij»
Naar den heer Marinus Bloemist.
Die ben ik, wat wilt gij van mij vroeg
ge voormalige schrijver, en liet den be-
Wieode binnenkomen.
t lk kom op last van mijnheer Pellelier,
Voorschotten in Maturna
In het derde hoofdstuk worden de vredes
verdragen van Versailles en Trier er bij ge
sleurd. Het verdrag van Versailles zegt in
zijn VIII* deel dat België, door de tusschen-
komst der intergeallieerde herstellingskom
missie, recht heeft op sommige waarden.
Het aanvullend verdrag van Trier zegt ook
dat Belgic zijn paart moet bekomen in de
verdeeling van allerlei materiaal, denkelijk
voortkomende van buit, heropeisching of
herinzameling in de vijandelijke landen.
Welnu, de Belgische regeering zal deze
waarden en dit materieel ten beste kunnen
geven aan de geteisterden, maar het is wel
verstaan dat die waaiden en dit materieel
beschouwd worden als afkorting op de oor-
logschade van de geteisterden. De prijs van
die levering wordt vastgesteld door de, inter
geallieerde herstellin^skommissie of, bij ge
breke daarvan, door eene voorloopige schat
ting door de ministers van binnenlandsche
zaken en van landbouw.
Er wordt niet bijgevoegd of de geteisterde
die leveringen van waarden en materieel
MOET aanvaarden, of mag WEIGEREN. Er
wordt ook niet gezegd waar ol tot wie de
geteisterden zich moeien wenden.
Voor de landbouwers.
De hoofdstukken 4, 6 en 7 betreffen bij
zonder de landbouwers. Het eerste dezer drie
handelt over de voorschotten in natura, door
het ministerie van landbouw toegekend aan
de landbouwers op afkorting hunner oorlogs
schade. Het ministerie van landbouw heelt
hier en daar, aan de geteisterden dieren,
alaam, meststoffen, en andere landbouwbe-
hoeften uitgedeeld. Deze geleverde dieren of
alaam zullen nu beschouwd worden als afkor
ting op de oorlogsschade van degenen, die ze
ontvangen hebben. De prijs of waarde dei-
ontvangen dieren of alaam zal geschat wor
den door het ministerie van landbouw. De
geteisterde, die hiervan geniet, moet een stuk
teekenen, waarop zijne geleden schade ver
meld staat en waarop hij de ontvangst der
voorwerpen, evenals de geschatte waarde
ervan, erkent. Deze voorschollen moeten
naderhand terugbetaald worden. De terugbe
taling geschiedt op eenvoudig vertoon van
dit geteekend stuk door het ministerie van
landbouw. Dit stuk moet aan de goedkeuring
van deo Staatskooimissaris onderworpen
worden.
Hoofdstuk 6 handelt over de kontrakten
tot landbouwherstel. De landbouwgronden
zijn in de frontalreek deerlijk verwoest ge
worden. Het vullen der obusputten, bet weg
nemen der munitie, het uitbreken van beton,
blokken, enz. was een echt slavenwerk. En
de geteisterden weten welke moeite hei heeft
gekost om den landbouw eenigszins te doeo
herleven.
Men weet dat de ministers van landbouw
en van binnenlandsche zaken met de eige
naars of met de huurders van gronden kon
trakten hebben gesloten voor het dekken der
onkosten, dio zijn moeten gedaan worden
voor de ontginningen der velden. De som
men geld. welke in uilvooring dier kontrak-
ten aan de geteisterden betaald werden,
zullen voortaan ook beschouwd worden, als
voorschotten op afkorting hunner oorlogs
schade.
Hoofdstuk 7 is gewijd aan de voorschotten
aan de landbouwers, die werken hebben uit
gevoerd op gronden in de verwoeste ge
westen.
In de NIET-AANGENOMEN gemeenten
kunnen er aan de landbouwers, die aan de
verwoeste gronden herstellingswerken hebben
uitgevoerd, voorschotten toegekend worden
op afkorting hunner oorlogsschade. Hier
zullen alle beslissingen genomen worden
rechtstreeks door den minister, zonder de
tussclienkomst van- de kommissie der voor-
Van mijnheer Pellelier vroeg de
schrijver verbaasd.
Ja, straat Saint Denis, Nr 121.
Dat was zonderling. Zond de graaf een
bediende af maar Bloemist had dezen in
het slot vroeger nooit gezien.
Wat verlangt mijnheer Pellelier vroeg
Bloemist.
Ik heb bevel om te vernemen, waarom
u aan de uilnoodiging van den Leer Pelie-
tier nog niet heeft voldaan.
Uilnoodiging zeide Bloemist, die door
dit bericht niet wist wat hij van het vorig
schrijven van den graaf denken moest.
Veroorloof mij een vraag in vertrou
wen, zeide Bloemist, heeft uw heer den bij
naam van het bruine heertje
Ik geloof ja, antwoordde do bediende
eenigszins terughoudend.
Zeg mij dan wat u verlangt, zeide
Bloemist.
Mijnheer Pellelier heeft voor eenige
dagen een brief aan u gezonden.
Wat is dat dacht Blooraist, Iiad de graaf
de uitnoodiging dan toch niet geschreven
Was deze toevallig buiten gewoest, en had
hij het bruine heertje gemist
Zendt werkelijk mijnheer Pellelier u
vroeg hij.
Zeker mijnheer, ik ben zijn bediende.
Dat begrijp ik niet, ik hen dien avond
op de aangeduide plaats geweest, maar ik
hob niet den heer Pellotier maar een ande
ren heer getroffen. Mijnheer Pelletier tfSnscM,
een secretaris aan te riemen.
schotten op oorlogsschade. De landbouwers,
die deze voorschotten wenschen te genieten,
moeten hunne aanvraag sturen tot den hoofd-
kommissaris van den Staat, en zulks door de
lusschenkomst van den afgevaardigde van
het ministerie van landbouw, die gelast is
met hot toezicht der werken.
Meitbdls en kleederen.
Het hulpkomiteit voor de verwoeste ge
westen heeft aan talrijke geteisterden meubels
en kleergoed geleverd. Deze moeten niet
denken dat zij hier giften of geschenken ont
vangen hebben. Hoofdstuk 5 van bet Konink
lijk besluit zegt dat de waarde van die meu
bels en kleedeien als voorschot zal afgehou
den worden op hunne oorlogsschade. De
waarde van die gsederen kan ook door het
hulpkomiteit terug geöischt worden.
Voor de burgerlijke slachtoffers.
De burgerlijke slachtoffers van den oorlog
kunnen ook, zooals men weet, schadevergoe
ding bekomen. De rechtbanken van oorlogs
schade moeien het bedrag door een vonnis
bepalen. De uitbetaling der vergoedingen
wil, over 't algemeen niet vooruit, bij zoo
verre dat hoofdstuk 8 van dit besluit den
minister van binnenlandsche zaken toelaat
voorschotten te verleenen op den achterstel
der toelagen van de burgerlijke slachtoffers.
Deze welen dus dat zij zich daartoe tot den
minister van binnenlandsche zaken hoeven le
wenden.
Voorschotten van 10.000 fr.
Het Koninklijk besluit van 21 Juni 1920
liet de geteisterden toe, Aoorschotten beneden
de 10.000 fr. aan te vragen. Dit besluit van
21 Juni 1920 wordt nu afgeschaft, behalve
voor de volgende bepaling
De aanvragen tot voorschotten van min
der dan 10,000 fr. mogen nog lot 1 Novem.
1920 ingediend worden, en zulks in het
staalskommissariuat bij de rechtbank van
Oorlegsschade
liet afgeschaft besluit van 21 Juni 1920
bepaalde ook dat er voorschotten kunnen
verleend worden op rekwisitiebons. Die be
paling blijft door het huidige besluit behou
den voor al de aanvragen, die vóór den 31
Juli 1920 ingediend waien.
Ziedaar de bijzonderste bepalingen van het
Koninklijk besluit. Ongetwijfeld zal het
voor vele geteisterden eene ontgoocheling
zijn,daar men in de verwoeste gewesten door»
gaans geloofde dat de bekomene meubelen,
Uleederee, ontginningsgelden, enz. GRATIS
toegekend waren, als hulp, aanmoediging of
troost voor de geleden miserie. Men ziet nu,
dat er niets GEGEVEN is geworden,
maar wel «TOEGEKEND* als voorschot
en dat alles zal afgehouden worden op de
oorlogsschade. Dat zaf voor velen eene mis
rekening zijn.
De Olympische postzeggels.
Het beheer van Posterijen acht het nuttig
er aan te herinneren, {(dat de verkoop van de
verkoop van de bijzondere zoogenaamde
postzegels Olympische Spelen op 30 dezer
zal ophouden.
Die zegels, welke verkocht worden met
een. bijrecht van 5 centiem dat gestort wordt
ten voordeele van het Nationaal werk der
Oorlogsgebrekkelijkeu, mogen worden ge
bezigd zoowel tot frankeering van de post
stukken binnenslands als voor de zendingen
naar Frankrijk, Groot-Brittannië, Zwitser
land, Italië, de Vereèoigöe Staten van Ame
rika, Japau, Belgisch Congo en het Ruanda-
en Urundi gebied, alsmede de Australische
Confederatie.
Zij blijven geldig tot 15 Januari 1921.
Die betrokking wil ik gaarne aan
vaarden. Weet mijnheer Pelletiar, wie ik
ben, vroeg Bloemist,
Dat weet ik niet, maar ik vermoed
van wel daar het een post van vertrouweu
is, zeide de bediende, mijnheer Pellelier
heeft veel met^ geld le doeD, de secretaris
wordt belast met de afzending, boeking en
ontvangst der gelden. Zoo, zoo.
Wat moet ik mijn patroon boodschap
pen, vroeg de bediende.
Ik Iaat dui/.endmaal mijn verontschul
diging vragen, dat ik dien avond mijnheer
niet heb ontmoet, maar morgen zal ik bij
mijnheer Pellelier komen.
Gij zult dan al het verdere vernemen,
zeide de bediende. -Ik heb mijn last volbracht
en heb de eer u te groeten, mijnheer.
De voormalige schrijver geleidde den be
diende tot de deur. Toen hij alleen was bleef
hij nadenkend slaan hij wiet niet, wat hij
er van denken moest, maar hij besloot spoe
dig van deze gelegenheid niet to laten voor
bijgaan, om in dienst van deze rijke heer te
komen.
Een kwartier ha het vertrek van den be
diende, besloot Bloemist om dadelijk naar
Montpellier te gaan en daar zooveel geld als
het mogelijk was af te persen.
Om geen tijd te verliezen nam hij een
rijtuig maar hoeijel de koetsier do paarden
aandreef, werd het toch reeds avond, toen
hij bij hel slot aankwam. De portier van
rliet slot kwam bij zijn rijtuig, en
Lvroeg hem naar den graaf.
Verjaring der assignaties, [postwissels en
postbons. Verlenging dar gedurende
den oorlog loopende termijnen.
Een koninklijk beslnit van 26 October 1914
bepaalt dat de uitoefening van het recht van
verjaring, in burgelijke zaken, geschorst is
tijdens den duur van den oorlog.
Dit beslvit zoo dient ^opgevat dat het tijd
perk van bezetting door de vijandelijke troe
pen in de verjaringstermijnen niet mag
medegerekend worden. Deze laatste, onder
broken van het begin der bezetting of, zijn
terug aangevangen naar gelang van de be
vrijding van het grondgebied de voor den
inval verloopen tijd wordt bij den nieuwen
tijd gevoegd om den termijn te volledigen.
Het uitgangspunt van de schorsing en dit
van de hervatting der verjaring, bangt, voor
iedere provincie, af van het oogenblik waarop
zij eindigde. Deze opvatting geldt voor de
zaken te regelen ep eene bepaalde plaats. Wat
de postwissels en andere stukken aangaat,
betaalbaar heel het land door, voegt het de
schorsing uit te breiden over het geheele
tijdperk begrepen tusschen het oogenblik
van de schending van het grondgebied en
dit van de volkomen bevrijding gemaks
halve, mag deze schorsing op een duur van
4 jaar en 4 maand berekend worden.
Zoo hoeven de titels, die redelijkerwijze,
op 31 Maart 1915 verjaarden, beschouwd
als verjaard sedert 31 Juli li. deze waarvan
de verjaringstermijn eindigde op 30 Novem.
1918 zijn mits voorafgaandelijke toelating
van het Bekeer, nog betaalbaar tot 30 Maart
1924.
De Algemeene Bestuurder»
P1RARD.
van 's Rijks politie-kommissarisssn en
adjunkt-kommissarisscn.
Dezen -bond heeft in zijne algemeene ver
gadering beslist, datoniyiddelijke voetslappen
zouden gedaan worden bij al de wetgevende
leden, ten einde, tijdens den eerstkomenden
zittingstijd, de aanneming te hekomen van
den loonrooster die op hel bureel der Kamer
neergelegd is.
Het gaat er wel mee met de geheimzinnige
sterfgevallen, veroorzaakt door het overmatig
gebruik van drank, waardoor eene vergifti
ging ontslaat.
Nu is het te Borgerhout le doen geweest
ten huize van het gezin J. Seven, Langcstraat,
101, De 33 jarige zoon was Vrijdag avond
rond 9 ure thuisgekomen en had zich dade
lijk ten ruste begeven daar hij geweldige
hoofdpijn had. Hij had npgal wat gedronken
bekende hij aan zijne moeder.
Zaterdag morgend was zijn toestand niet
beter. De hoofdpijn had toegenomen en hij
was zoodanig zwak dat hij te bed moest blij
ven. Bij eenen apotheker werden wat poeders
gehaald. Buiten deze dronk hij nog melk
en een paar malen ging hij tot braken over.
Een geneesheer werd gehaald, doch toen
dokter Koninckx Zondag morgend ter plaats
kwam was de jongen reeds dood. Door den
geneesheer werden teekens vim vergiftiging
vastgesteld.
De policie werd verwittigd die een onder
zoek begonnen heeft. Het is geweten dat hij
Vrijdag avond in eene herberg der Bleekhof-
6lraat komend, reeds kloeg van hoofdpijn,
maar toch nog twee glazen half en half, 't is
te zeggen gersten met stout had gedronken.
Het lijk is naar het doodenhuis van liet
St. Era6musgasthuis gevoerd, waar de wets
dokters tot de lijkschouwing zullen overgaan.
De graaf is niet tehuis, evenmin als de
gravin. Mevrouw is naar hel jachtslot gere
den, zeide de portier,
Is dat ver vroeg Bloemist uit het rij
tuig slappende.
De portier beschreef hem den weg nauw
keurig en de schrijver gelastte den koetsier
opzijn terugkeer le wachten.
Hij wilde niet onverrichter zake vertrek
ken, en besloot dadelijk te voet naar tet
jachtslot te gaaö.
Misschien vindt u er ook den graaf,
zeide de portier. Zijne genade is een kwar
tier na de gravin naar het jachtslot gegaan.
Dat was juist iets wat Bloemist verlangde.
Hij mocht nu hopen heiden te treffen, en er
waft, hem veel aangelegen hen spoedig te
spreken.
De weg was niet heel lang en liep door
het woud. Bloemist hield zich zoo levendig
bezig met hetgeen hij zou zeggen, dat hij
niet bemerkte, dat het donker werd. Intus-
schen bereikte hij spoedig het slot.
De schrijver vreesde niet voor zijn leven.
Met bewonderenswaardige kalmte begaf hij
zich in het hol van hen, die reden hadden
om zich van hem te ontdoen.
Hij zag liet grafelijk rijtuig, en vroeg den
koetsier of mevrouw de gravin nog in het
jachtslot was. Op het bevestigend antwoord
ging Bloemist naar binnen.
Gedurende dezen tijd had de gravin de
boachwachter Judas in de stal gezien.
De.boschwachter wilde zich verontschuldig
gen. dat hij zich hier verscholen hield.
Nog da Wapenstilstand
Nog andere voorwaarden worden thans
opgegeven voor den wapenstilstand welke
besloten is tusschen Polen en het gouverne^
ment der Sovjets. Daaronder zijn namelijk:1
De vijandelijkheden zullen ophouden 444
uren na het teekenen van het wapenstilstand^
De ontruiming moet beginnen 24 uren na
het aanvaarden van den wapenstilstand i
Eene onzijdige strook van 30 kilometers
breedte zal getrokken worden ten oosten dec,
wapenstilstandslijn;
Ieder persoon die bovenstaande voorwaar
den overtreedt zal krijgsgevangen genomen
worden; i
De wapenstilstand zal 25 dagen duren,
doch beide partijen gunnen hem opzeggen
mits voorbericht van 36 uren Na de 251
dagen duurt de wapenstilstand zelfwerkend
voort, doch om hem dun op te zeggen is cac
voorbericht van 10 dagen noodig.
Eene netelige kwestie
Hel opperbevel van het Poolse li leger heeft
tijding ontvangen, dat generaal Zeligowsk:
en geheel zijnen staf, hun ontslag ingediend
hebben en op eigen hand met hun leger Vil-
na of Wilno bezet hebben.
Zulks is geschied ten gevolge van ees
misverstand.
De stad werd na een kort gevecht bezel
door de Uthausch-Wit Russische divisie on
der generaal Zeligowski, bestaande uit vrij
willigers, allen afkomstig uit de districten
Wilno en Grodno.
Het nieuws van den wapenstilstand tö
Soewalki, tusschen Lithauen en Polen geslo
ten en krachtens welken Polen er vau af ziet
zijne troepen thans te NVilno le doen binnen
rukken, verwekte groote verslagenheid in de
streek.
De Poolsche meederheid vreesde er dat
men Wilno zou ohgeven en de ontroering,
hierdoor verwekt ivond haren weerklank ia
de actie der divisie Zeligowski.
Deze, om hare rasgenootcn voor de Ilali-
aansche verdrukking te vrijwaren, heeft ia
strijd met de orders van het hoofdkwartier,
te Warschau, Wilno bezet en werd door de
bevolking als redders begroet.
De pers te Warschau, alhoewel krachtda
dig protesterend tegen het laten van Wilno
buiten de Poolsche linies, laakt op dubbelzin
nige wijze generaal Zeligowski, die zich
plichtig gemaakt heeft aan een ernstig ver
grijp tegen de tucht.
De regeoring laakt streng de handcljoge»'
der divisie en beraadslaagt over de maatrege
len die te nemen zijn.
Een magazijn der Noord-natie met koop
waren gevuld in brand. Groote scbada
Maandag middag werden werklieden dei
Noordnatie eeoea brandreuk gewaar, maai
konden de oorzaak ervan niet ontdekken.
Kwaart na 12 ure kwam het tot eene uitbar
sting, zoo geweldig dat geheel het tweede
verdiep van een der magazijnen in J)raud
stond. Dit magazijn is het oud magazijn
Nisuwland, twee verdiepen hoog, gelegen op
den hoek der Lange- en Korte Briislraten.
Het gebouw is verhuurd aan de Noordoatie,
die op hare beurt het aan bijzonderen ver
huurd, voor het stapelen van allerlei koop
waren. Zoowel kolder, als gelijkvloers eit
twee verdiepen, liet al was opgepropt mc.
koopwaren, waaronder balen kemp, vet, gm
weereo, kousen, turf, paralinetwist, matten
piassava, een goedje om borstels te maken,
terwijl in den kelder ledige tamboers voor
wol en 33 vaten teer geborgen waren.
Waarom doet gij dat vroeg de gravis
misschien om den ouden tuinman Gij zijl
met hem in een strijd geraakt, zei dot gn
mij. Gij tad hem doodgeslagen maar myitj
man zegt, dan kan dit zoo nie^ zijn.
Ik weet ook niet wat ik er van denken
moot, zeide Judas, de boom was loog, da
oude tuinman is weg.
Dan is hij ook niet dood.
Anderen kunnen hem dan weggehaald
hebben.
Wist dan iemand, waar gij hem ver
scholen had,
Neen, maar het is mij onbegrijpelijk,
de duivel is in t spel.
Gij vreest voor spoken, en ik geloof,
dat de oude tuinman niet als een geest maai
levend uit den bpom gekomen ij, zeide de
gravin. J
Hij was dpod, zoo dood als een pier,
uwe genade.
Bezwijmd, 'Jat geloof ik wel, maar
dood geloof ik ni'el. Ik zeg u dat den ouden
tuinman leeft.
Weet tfv/e genade dat, vroeg Judas
verbaasd.
Ik wefct alleen, dat hij leven moet,
omdat hij weg is. Waar hij is, daar moet gij
u nu zekerheid over verschaffen.
Ik durf mij niet te laten zien.
Wie zegt dat Kent gij de maeht niet
van do graaf Montpellier.
De pachlerszoon heeft mij toeu gezie»1
j Wie is dat 1
(Vervolgt)