EEÜE BURGERSBANK
De strijd ora vijf RilliHn
Srsfslelon m ovsrlatien milüairen
Hof @orl3gsspoek dreigt opnieuw
Bs eÈisleriseie krisis opgelost
EEN LEVENDE DOODE
DE VOLKSSTEM
XXVI* JAARGANG NUMMER 262
Kerkstraat, 9 en 22, Aalst. Tel. 114 3D A. G ES X_, A. D -I O CENTIEMEN Uitgever: J. Van Ntofel-De Oendt
Publiciteit bulten het Arrondissement Aalst, zich te wenden tot het Agentschap Havas,8, Martelaarplein, te Brussel; 8, Place de la Bourse, Parijs-—en G, Bream's Buildings Londres E.G.4
Opdracht
Cecilia
onder 4
Maan
TB AALST.
Daar da Burgersbank van Aalst,
tene inrichting is, alleen tot welzijn
in heropbeuring van onze burgerij,
landbouwers, kleine nijvoraars, han
delaars, neringdoenden, bedienden,
inz., enz., tot stand gebracht en enkel
de behartiging aller leden's belangen
beoogt, is doze inrichting onvermijde
3ijk geroepen, om bet machtigste wa
pen, do 'kloekste beiboom te worden
der burgerij, in baron strijd om bel
bestaan.
Ontelbare brieven zijn deze week bij
de leden van den beheerraad aange
komen, om ben geluk te wenschen en
ben (ovens aan te sporen op den in
geslagen weg voort te gaan.
Alhoewel de werking pas eenigo
dagen begon, mogen zij fier zijn op
den bekomen uitslag. Het overgroot
getal inschrijvingen op oenige dagen
ingekomen zal hen een spoorslag we
zen, om do enkele dagen welke ons
van de definitieve siicktingszitting
scheiden, waar te nemen om de bur
gerij aan le zetten zich tot den laatsten
man als lid te laten inschrijven.
Het weze nogmaals herhaald, dat
CtlSa B"ffl©9*de©8esi door de Bur
gersbank verwezontlijkt, ten goede
komen aan de leden. De bijval is van
nu af verzekerd en de toekomst mag
hoopvol tegomoet gezien worden,
vooral, daar de ieverige, verstandige
sn ondervindingrijke bestuurder niet
alleen bet volle vertrouwen geniet van
den beheerraad, doch door zijne
dienstvaardigheid, wilskracht en an
dere gaven welke den eerlijken finan-
cieman kenmerken, spoedig de geno-
genbeid aller loden zal weten te win
nen.
Do zetel der bank gevestigd te
Aalst, Sr. Jopjsstraat, (oud-huis
Jouret).
Het maatschappelijk kapitaal zal
bestaan uit do ondersctirovene aandoo-
len dor stichtende en der later te
aanvaarden leden.
I)e aandoalen zijn ieder van honderd
frank, waarop wijf-en-ltajatig
frank gses* sasadiee! reaeiet
gesêo«*t mrdeih
Iedere stichter zal een sticiilers-
aar.deel per onderschreven aandeel
toegekend worden. De waarde dezer
zal door bot beboer vastgesteld wor
den.
Om lid ta worden der Burgersbank
moot men in het Kanton Aalst of in
een dor aanpalende Kantons woner;
en door den Beheerraad aangenomen
worden.
Uet getal leden is onbeperkt, Elk
iid mag niet meer dan vijftig aandao-
!en bezitten.
Op dit oogenblik zijn meer dan
412° Vervolg.
Ik wilde naar hem vernemen, maar ver
ontrustte mij.
Wat wenscht u nog freule Montpollier?
Engeline zweeg was het slechts eene
gelijkenis die zij zag en haar aan den vorst
herinnerde, in wiens tuin zij eenmaal was
-gevlucht, toen zij door den graaf vervolgd
werd.
Treedt binnen freule Montpellier, zeide
het bruine heertje, terwijl hij de deur opendo
hier is mijnheer Louis.
Er volgde eenige oogeoblikken van grooto
vreugde, zoodra Engeline en Louis elkander
weder zagen, en mijnheer Pelletier zag deze
vreugde van wederzien met welgovallon.
Eindelijk zijl gii dus vrij, zeide Louis,
maaivik geloof dat gij den gelieeien weg te
voet hebt afgelegd.
Dat is zoo, to voet, maar ik ban blijde,
dat ik hier ben en u bob gevonden, maar
hebt gij het testament
i Hebt gq het testament niet.
Dan is het verolre», riep Engeline als
vernietigd, daar de hoop, dal Louis hel zou
Rebben, haar oog altijd was by gebleven,
flan ii het verbrand. Ik hoopte dat gij het
gered hadt.
Het testament is dos weg, zeide Louis
klagend tot mjyaheer ïtelletier»
J Ik heb dat al laag gevreesd, seide het
Jirtjine beertje, maar winti nitt bezorgd q[
200 leden ingeschreven voor een ge
zamenlijk bedrag van ongoveer
EÉN m$U@m FRA53&
Zooals men ziet een prachtig bewijs j
van wat onderlinge samenwerking dor
Burgerij tot stand kan brengen. Alle
Burgers, Landbouwers, Handelaars,
Stioldoeners, kleine Nijvoraars, Be
dienden, Ambachtslieden, die hunne
belangen niet uit 't oog verliezen
mooten ten spoedigste hunne inschrij
ving laten geworden aan do leden van
den Beheerraad, daar zij zoodoende
van de voordeelen als medestichter
zullen genieten.
De Beheerraad is samengestold
als volgt
Dr. Jules Schelfhout, Nijveraar, Zonnestraal
Arth, Clinckaert.Vleeschhouwer, Molenstr
Modeste Gercelet, Nijveraar, Leopoldstraat.
Leopold Bost eels. Nijver aar, Zonnestraal.
Ein. Danckacrt, Nijveraar, Gentscheateenweg
Jan DeSomer, Ondernemer, Nieuwstraat.
Zcnon De Fos, Bediende, Denderstraat.
Leo Herssens, Notaris, Korte Zoutstraat.
Albert Mertcns, Handelaar, Korte Zoutstraat
Henri Van de VeldeSecretaris der Mutuali
teiten en Herverzekeringskas., Korte Zoutslr.
Jan Van Nuffel, Bestuurder-Beheerder van
het Dagblad De Volksstem Kerkstraat
Felix ClinckaertVleescbh. Brusselschestraat
Arthur De Paepe, Handelaar, Leopoldstraat.
Allen te Aalst.
De gemeenteoverheden brengen ter kennis
van het publiek en zulks1 op wensch van den
Minister van Landsverdediging, dat de Re
geering, ter uilvoering van het wèt-besluit
van 5 September 1917, schikkingen getroffen
heeft, om aan onze roemvolle soldaten, voor
eeuwig eene grafslede le verschaffen in bij
zondere kerkhoven of, op daartoe bestemde
plaatsen, in gemeentekerkhoven.
Die militaire grafplaatsen, aangelegd op
het Vlaandersfroïit en op menige plaatsen op
Belgischen bodem, getuigen van den helden
moed onzer dapperen, zullen treffelijk ge
maakt en onderhouden blijven. Ieder graf zal
versierd worden met eene zuil, met den naam
op van den afgestorvene, de eenheid waartoe
uij behoorde, de opgaven zijner Ocreonder-
scheidingen, geboortedatum en plaats, den
datum en de plaats waarop liij is gesneuveld,
en de melding «Gesneuveld voor Belgen-
land deze opschriften, in de door den
overledene gesproken taal, zuilen aangevuld
worden mei een zinnebeeldig teeken ter her
innering aan zijne godsdienstige overtuiging.
Op die wijze aangelegd, zullen de militaire
kerkhoven bedevaartplaatsen worden, waar
nabestaanden, vrienden, landgenooten en
vreemdelingen, hel bewijs hnoncr bewonde
ring zullen komen laten blijken. Zij zullen
aan de toekomende geslachten den helden
moed onzer dapperen en hunner offervaar
digheid voor de zaak van 't Recht herinneren.
Het nageslacht dient de beteekenis van den
dood onzer helden niet te vergeten, en het is
gewis, dat dit doel best zal bereikt worden
met ze bijeen laten te rusten in volle gelijk
heid, op de plaats zelf waar zij gevallen zijn
voor dezelfde heilige zaak.
Er valt te vreezen, dat de uiteenstrooiïng
onzer roemvolle dooden eens hun aandenken
doe verzwakken, en dal hun offer, waarvan
de herinnering nochtans onuitwischbaar moet
blijven, vergeten gerake.
Anderzijds dienen de families eene daad
an gemeenschapsgevoel te plegen, tegenover
de talrijke ouders die het stoffelijk overschot
niet hebben kunnen vindeta van hunne kinde
ren vermist in de beroerde ^evechtsdagen, of
die, zonder naam op de militaire kerkhoven
rustend, verlaten zouden blijven liggen in de
begraafplaatsen, waar .niemand hen zal be
zoeken, indien al de gekende lichamen wor
den teruggegeven.
Diensvolgens rekent de Regeering er op,
dat de Belgische families het als plicht zullen
aanzien, hunne persoonlijke belpngen op te
offeren aan het algemeen belang, en dat zij
zullen begrijpen, dat de gepaste begraafplaats
van den soldaat het slagveld is, dat^ffij met
zijn bloed heeft gedrenkt.
Mochten echter sommige families, om ge
voelsredenen de teruggave der stoffelijke
overblijfsels aanvragen, dan zou de regeerin,
de mogelijkheid onderzoeken, dien weg in te
slaan onder de volgende voorwaarden De
stoffelijke overblijfsels zouden aan de families
worden overgegeven in de dichts bij de dooi
de ouders gekozen begraafplaats gelegen
spoorwegstatie de ontgravingskosten, het
kisten op gepaste wijze voor eene verre reis,
en tiet vervoer tot in die statie zou ten laste
vallen van den Staatalle verdere onkosten
zoudeu ten laste blijven van de families (ver-
voer van aan de aankomststatio naar de riieu-
we begraafplaats herbegraving, eigen graf
onderhoud van bet graf, enz.)
Om de Regeemigin staat te stellen, voor
goed aangaande dit vraagstuk eene beslissing
te treffen, worden de families verzocht, bij
aangeteekenden brief, tot het Bestuur van
den Dienst der militaire grafsteden, 18a
Hoogstraat, te Brugge, voor 30 November
1920, te laten welen, of zij verlangen aan het
Land de zorg over le laten aan hunne onder
den oorlog overleden militaire bloedverwan
ten voor eeuwig eene eigen grafstede blijven
te verzekeren, zooais zulks in de bedoeling
ligt der Regeering, ofwel of zij vragen, dat
het stoffelijk overblijfsel hun onder de boo-
gerstaande voorwaarden teruggegeven worde.
ontmoedigd, ik zal u heden bewijzen dat de
roden tot hoop grooteria geworden.
Ach, Louis v'erteMe mij zooveel van
uwe goedheid, zoide Engeliüe met zoo'n
dankbare blik dat mijnheer Pelletier er door
eroard werd en haar verzekerde, dat hij
hoopte haar oagelukkigen vader tot zijn recht
te kunnen brengen.
U zijt dus ook yan onze rechten over
tuigd. dat is mij oenen troost, zeide Enge
line, en mijn gevoel zegt mij nu, dat uw
bijstand, uw raad ons lot ons doel zal voeren.
Ja, gij hebt gelijk Engeline, zeide
Louis, mijnheer Pelletier bezit zooveel macht
dat hij alle politiemannen in de schaduw zot.
Voor alles willen we een klein verhoor
doeD, zeide het liruine heertje, ga daarvoor
met mij naar mijne schrijfkamer, daar zul
len wij ons ouderzoek instellen.
Engeline en Louis volgden hem, en toen
zij gezeten waren, belde mynheer Pelletier.
De oude bediende trad binnen.
Zijn de beide nieuw gehaurde mannek
te buis vroeg Uij.
Ja, antwoordde de bediende,
Brengt ze dan hier, beval het bruine
heertje, maar eerst de tuinman.
De oude bediende ging, eu kwam weldra
met den ouden tuinman Jan ia de kamer
terug. Toen Engeline den ouden tuinman zag,
sloeg zij van verbazing de handen ïaeeo.
Jan... gij hier Zyt gij bet dan werke
lijk, goed oude Jan, zeide zij en stond Op om
den oude, die u vergenoegd glimlacht de
hand te geven.
Een zonderling avontuur is aan een Aine
ikaanschen luitenant overkomen.
Deze luitenant, John C. GramstorS, die
mal het Amerikaanse!* leger in Frankrijk
vochi, en thans bij zijne ouders, te Everett in
Massachusetts verblijft, was niet weinig ver
baasd, toen hij dezer dagen een officieel tele
gram ontving, hem meldend, dat men aijn
ijk in Frankrijk ontgraven had en dit hem
weldra zou toegezonden worden...
Luitenant Cramstorll wist dat bij op zijne
regiinenlslijst als dood opgegeven was en hij
had zulks in Amerika doen opmerken. In
Frankrijk hield men daar echter geen reke
ning van. Men heeft er een lijk opgegraven,
dal op liet papier aangegeven stond als dat
van den luitenant tn daar de luiteoant bij
zijne ouders woont, zendt men hen het lijk
van hun kind met het passende rouwbeklag.
Nu vraagt luitenant Cramstorff zich af wat
hij met.... zijn lijk zal beginnen. Hij zou het
wel laten ter aarde bestellen met de plechtig,
heid welke een onbekenden held verdient,
doch ongelukkiglijk is de luitenant niet a! te
wel bij kas, daar hij, vermits hij adminia.
lintief ten minste dood is, geen loon, geen
soldij, geen pensioen kan trekken...
En intussehen dobbert zijn lijk op den
Oceaan
-W*-
Ministerie van Spoorwegen.
Het Beheer van Posterijen vestigt de aan
dacht van het publiek en vooral van de han
delaars in postkaarten op het feit dat het ver
voer met de post van prentkaarten waarvan
de teekening is opgewerkt met schilfertjes,
gestompt glas enz., verboden is.
Dit verbod geldt evenwel alleen de zendin
gen die niet onder omslag verzonden worden.
Ja, freule Engeline, ik ben het, ant
woordde hij, ik bon nu in dienst bij dezen
hear. Het ia goad, dat ik u hier ontmoet, nu
bevalt hot mij hier dadelijk veel bater.
Hij meent, dat hij, omdat hij u hier
ziet, vertrouwen in mij te stellen, zeide het
bruino heertje.
Ach mijn goede Jan, den heer Pelletier
kunt gij alles toevertrouwen.
Als freule Engeline het zegt, zal het
wel waar zije, zeide de oudo Jan, want haar
goloof ik, zij meende het altijd goed met mij.
Ik wilde hem eenige vragen doen,
freule Engeline, zeide het brnine heertje,
spoort gij bom aan de waarheid te zeggen.'
Hoort gij wel, zeide Engeline, mijn
heer Pelletier wil u ieta vragen, nu moet gij
zeggen wat gij weet.
Jan knikte toestemmend.
Sohrijft gij op, mijnheer Louia, zeide
het brnine heertje, en wendde zieh toen tot
de oude tuinman.
Gij waart vroeger tuinman te Mont
pellier niet waar
Ja, mijnheer, tot aan den dood van dei*
vorigen graaf.
Toen de nieuwe graaf kwam en het hu.
vel ijk met da vroegere hniahoudeter had
plaate gevonden, ontsloeg men u
Al de bedienden worden outelagen, mij
lieten zij nog in het alot, maar er kwant eene
nieuwe tuinman uit Parijs.
Herinnert gij a nog Jan, dat gij dea
nachts in het park een gesprek hebt afge
hoord 'i vroeg het brnine heertje.
Za! da Poolsch-Russiscbe oorlog
herbeginnen
Men verzekert dat M. Tchitchérine het
Franscli gouvernement bericht heeft, dat Po
len de vijandelijkheden tegen Rusland nog
niet gestaakt heeft, dat Polen hulp verleent
aan Pethoura en dat het gouvernement der
Sovjets op die wijze niet in vrede kan leven
met Polen.
In de Poolsche middens logenstraft men
de bewering van Tchitchérine. Het Poolsch
gouvernement loochent eenige hulp te ver
strekken of verstrekt te hebben aan Pethoura
erf aan generaal Balakovitch; zelfs zijn afdee-
lingen van het leger van Balakovitch, die in
Polen gebleven waren, ontwapend geworden.
Het Poolsch gouvernement is echter van
oordeel dat het gouvernement der Sovjets, nu
Wrangel uit den weg geruimd is, een voor
wendsel zoekt om den wapenstilstand met
Polen te verbreken. De voorbereiding van
den winterveldtocht en het Linnenroepen van
nieuwe klassen door het Sovjetgouvernement
schijnt zulks te bevestigen.
W*
De Adriatische kwestie.
Hel verdrag van Rspailo.
De commissie van buitenlandsche zaken
der ïtaliaansche Kamer heeft het verdrag
lusschcn Italië en Yongo Slavië goedgekeurd.
d'Annunzio's taak geëindigd.
MM. Garibaldi en Marconi, uit Zava weer
gekeerd, verklaarden dat zij overtuigd zijn
na hun bezoek aan Dalmatie dat het verdrag
van Rapallo volledig zal nageleefd worden,
zoowel door de bevolking als door d'Annunzio
en admiraal Mello.
2bj hebben den indruk dal d'Annunzio vol
daan is over Fiume's onathankelijkheid en
dat hij als bevelhebber zal aftreden zoohaast
een plaatsvervanger aangeduid is.
Het ministerie samengesteld
Da vsrgadaring der liberale linkerzijden
De vergadering der liberale linkerzijden
van Kamer en Senaat. Vrijdag namiddag ge
houden, is nog al woelig geweest.
De liberale linkerzijden, waarvan verschei
dene leden reeds met M. Carton- de Wiarl
onderhandeld hadden, vernamen Donderdag
namiddag toevallig, dat M. Garton de Wiart
de portefeuille van landsverdediging had aan
geboden aan Rl. Lippens, gouverneur van
Oost Vlaanderen, die geen deel maakt van de
liberale linkerzijden.
Talrijke leden der liberale linkerzijden
oordeelden dat zulke doenwijze zeer onkiescii
was ten opzichte der liberale parlementsle
den waarmede M. Carton de Wiart in onder
handeling was.
Zij deden opmerken dat M. Carton de
Wiart de kandidaten aanvaard had. voorge
steld door de Vlaamschc rechterzijde en door
de socialisten, en konden dus niet aannemen
dat M. Garton de Wiart, terwijl de onderhan
delingen nog aan gang waren, zich tot eene
>ersonaliteit wendde, wiens waarde niemand
)etwist, doch die geen deel maakt van het
parlement.
Bij het openen der zitting van Vrijdag na
middag, wenschte 31. Neven M. Devéze ge
luk om zijne krachtdadige houding tijdens
de onderhandelingen met M. Carton de Wiart
alwaar hij liet liberaal programma verdedig
de. Verscheidene leden sloten zich bij die
gelukwenschen aan en eene geestdriftige
hulde werd aan M. Devèze gebracht.
Deliberate linkerzijde stemde met alge-
meene stemmen tegen 2 en enkele onthou
dingen, de deelneming aan bet ministerie
Dat was in den eenen nacht, ja. De
nieuwe tuinman was aangekomen en ik er-
garde er mij over, toen stond nog hot oude
tuiniershuis, daar moest ik met den nieuwen
tuinman samen wonen, en ik bleof liever
buiten.
En wat gebeurde toen
Het is roeds zoolang geleden.
Heriunert gij u dien nacht niet meer
Ik weet niet, zeide hij verlegen.
Hij vreest ora te zeggen wat hij weet,
zeide mijnheer Pelletier.
Hebt geen zorg Jan, gij kunt alles zeg
gen, ik heb altijd gehoord, dat gij wel wist,
zeide Engeline, denkt nu maar, dal gij het
mij toevertrouwt.
Jan was thans gerustgesteld en begon nu
te vertellen. Ik had mij in het groote prieel
neergezet en was ingeslapen. Plotseling ont
waakte ik door een hevigen woordentwist.
Wat zy toen zeiden heb ik niet kuoaeu ont
houden. Wie waren aan hst twisten? vrotg
mijnheor Pelletier.
De nieuwe graaf en de vroegere huis.
houdster Lerouz.
Wat zeiden zij ongeveer
De oude dacht een oogenblik na,
Ik weet het niet meer, zeide hy toen.
Bezint u goed Jan, er komt veel op
aan, zeide Engeline.
Er kwam nog een derde by zy had
den een lamp in het prieel, ik zag den derde,
en mij was het ala zag hij er uit als de schrij
ver, die vroeger daar zet, waar nu mynhser
Louis zit.
Carton de Wiart. Verder werd ernstig aange-:
drongen, opdat M. Paul-Emiel Janson def
portefeuille van landsverdediging zou aan
vaarden. M. Janson weigerde echter.
Om 51/2 ure, na afloop der vergadering,]
begaven MM. Lemonnier, Franck, Neujeao
en P. E. Janson zich bij M. Carton de Wiart
en hadden mei dezen een langdurig onder
houd.
M. Carton de Wiart bij den Koning
Na dit onderhoud begaf M. Carton d*
Wiart zich naar het Koninklijk Paleis en had
er mdt den Koning een onderhoud dat nage
noeg een half uur duurde.
M. Lippens weigert de portefeuille van
landsverdediging
M. Lippens, die verklaard had, dat hij er
enkel zou in toestemmen deel te maken van.
het ministerie, indien de liberale linkerzijde
daarmede t'akkoord was, liet Vrijdag avond
aan M. Carton de Wiart weten dat hij het
aanbod niet kon aanvaarden,
(V). Carlon de Wiart ontbiedt M. Devèze
Teruggekeerd van het Koninklijk Paleis,
deed M. Carlon de Wiart, M. Albert Devèze
naar het Natiepaleis ontbieden. In een lang
durig onderhoud drong M. Carton de Wiart
er op aan dat M, Devèze, de portefeuille van
landsverdediging zou aanvaarden.
M. Devèze, t'akkoord met zijne politieke
vrienden op het programma van het gouver
nement, aanvaardde ten slotte het voorstel
van den kabinetsoverste.
He! nieuw ministerie
Eenige minuten voor 9 ure ontving M'
Carton de Wiart de parlementaire dagblad-'
schrijvers en zegde hen dat hij er in geslaagd
was het ministerie samen tc stelten als volgt;
Eerste minister en minister van Binnen-
landsche Zaken M. Henry Carton de Wiart,'
katholieke volksvertegenwoordiger vooi
Brnsael.
Justicie M. Emiel Van der Velde, socia-'
listische volksvertegenw. voor Brussel.
Buitenlandschc Zaken M. Henri Jaspar/
katholieke volksvcrtegenw. voor Luik,
Wetenschappen en Kunsten M. Jules
Destrée, socialistische volks ver tegenwoordig.:
voor Charleroi.
Financen Kolonel Theunis, afgevaardig-j
de van Belgie bij de Vergoedingskomraissiei
te Parijs.
Landsverdediging M. Albert Devèze, li-'
berale volksvertegenwoordiger voor Brussel;'
Landbouw Baron Ruzelle, katholieke
senator voor Brugge
Ekonomische Zaken M. Alois Van de
Vyvere, katholieke- volksvertegenwoordiger,
voor Thielt
Spoorwegen, enz. M. Xavier Neujean,1
liberale volksvertegenwoordiger voor Luik
Openbare Werken M. Edward Anseele,
socialistische volksvertegenwoordiger voor
Gent.
NijverheidArbeid en Bevoorrading Mj
Jozef Wauters, socialistische volksvertegen.1
woordiger voor Hoci-Borgworm
Koloniën M. Louis Franck, liberate
volksvertegenwoordiger voor Antwerpen.
Het ministerie lelt dus 4 katholieken, 4
socialisten, 3 liberalen en 1 technieker, kolo
nel Theunis, tot geene politieke partij behoo-
rende.
Het kabinet bevat acht advokaien, 1 inge-
nier, 1 eigenaar, 1 gewezen bestuurder van
socialistische coöperatieven en i dokter in'
scheikundige wetenschappen.
Eene verklaring van M. Carlon de Wiarl.
Hier volgt de verklaring door den heer
Garton de Wiart aan de pers gedaan
e Ik heb in de samenstelling van de nieuws
Regeering rekening gehouden met liet feit'
Wat, Marinui Bloemist dus, dat is ge-
wichlig, riep mijnheer Pelletier vol vreugde,:
de schrijver van den notaris werd door d»
slotbewoners in den naeht ontvangen I en
verder. Hij sprak met den graaf en toen wer,
den veie bankbiljetten en ook goud geld uita
betaald, de gebeele tafel in het prieel wat
er mede bedekt, dat alios nam de mijnheer
die bier altijd schrijft, en toen vielen de
graaf en de gravin weder in een woorden-,
twist, Ik geloof om den vreemde, hij mocht
iets niet weten, en eindelijk riep de graaf
wie anders zou het doen, als hij, en toon
antwoordde de huishoudster, dis schrijver
brengt ons in het ongeluk,
Wat zoiden zij nog meer Jan
Verder went ik niets dan alleen dat
toen de graaf mij zag, hij hevig op mij schold
omdat ik nog zoo laat in 't park was ik;
weet wel, dat hij boos was omdat ik te veel
had gezien maar wat ging het mij aan;'
zij hielden mij in 't .lot als noodhulp zoeal.
zij vertelden, maar ik geloof, omdat ik t«
veel gezien Jhad.
Toen onlangs de kogel a trof, onder-
zooht de gravin uwe zakken, niet wear l
vervolgde het brnine heertje.
Ja, dat is waar, en ook mjjne hal.'
maar Engeline had het document roker wet
gevonden onder den ouden boom 1
Ik heb het daar gevonden. Jan, maan
het is nu waarschijnlijk verbrand. 1
Verbrand niet meet in uwe handen t
riep de oude tuinman.