Waarom dient de onafhan-
keiijke zoo'eleer verworpen
OE FORTUINZ0E(ERS
Be LeeBin^van^iaTmilIiaril.
Nieuwjaarsgiften voor den Paus.
Dinsdag
Decern. 1920
Ean Schuring hij ds Belgische
Socialisten
misBasaairaaitisssTagR?
Kerkstraat, 9 en 22, Aalst.Tel. 114
XXVP JAARGANG NUMMER 233
X> A. Gr IS 3Lj A. X> 7 CENTIEMEN Uitgever: J. Van Ndffel-De Gehbt
Publiciteit buiten het Arrondissement Aalst, zich te wenden tot het Agentschap Havas.8, Martelaarplein, te Brussel8, Place de la Bourse, Parijs on C, Bream's Buildings Londre3 K.C.-i
a
IT. 1 liornas
Zon OP 7, LM. onder -1.03
Volle iMaan den 25
In wat kan de inrichting van een
xtirsus van leelte moraal de kaibolie-
Kcn wel hinderen Dat riep do libe
rale volksvertegenwoordiger Davéze,
thans minister, onlangs uit in de Ka
mer. Sindsdien is zijn venijnige vraag
reeds dikwijls herhaald geweest door
do anti-klerikale Kamerpolitiekers en
in de vrijzinnige pers.
Bezield door een ongewone bezorgd-
lioid, wilion zij een wijl rekening
houden met onzo godsdienstige over
tuiging en verklaren dat het hun in
zicht niet is, deze ook maar eenigzins
te krenken Onbekwaam om te be
grijpen hoe het mogelijk is dat do ka
tbolioken geen vrede hebben met de
plannen van minister Destrée, stellen
ze ganscb onnooze! de vraag Staat
liet leerplan van bet ministerie van
kunsten en wetenschappen vijandig
tegenover de kerkelijke moraal
Hun antwoord daarop is natuurlijk
ontkennend, en zij besluiten met de
oponlijke verklaring van M. Devèze,
dio ook de aigemeene strekking weer-
geeit van bet ministerie Destrée In
onzo meening moet do cursus van
lecke uioraal gegeven worden aan al
do kinderen, al of niet ontslagen van
de godsdienstlessen.
Dat is bet plan dat onze politieke
tegenstrevers uitwerken en als een ai
gemeene verplichting opdringen op
feiten en gezegden word reeds her
haaldelijk gewezen.
Daartegenover stellen jwij bepaald
onze houding vast.
Wij maken front tegen de strekking,
die uit bet ministerie Deslré uitgaat,
om de onafhankelijke zedenleer in bet
onderwijs in to voeren. Hot is onze
bedoeling, hierbij ons stelling-namen
le verrechtvaardigen, en aan te geven,
om welke grondige redenon do onzij
dige moraal ten strengste moet ver
worpen worden.
Onder al de bewijsstukken, die go-
tuigen dat hot huidig ministerie van
kunsten en wetenschappen het begin
sel der onafhankelijke moraal huldigt
is liet ministerieel leerplan van 20
jOogst wel do zuiverste weerspiegeling
van zijn meaning en bedoeling voor
ons onderwijs.
Afbreuk van bet onderricht der
zedenleer, afbreuk der zedelijke op
voeding met don godsdienst is er de
kern van.
Afbreuk met don godsdienst, door
bet uitschakelen der plichten van bet
rnenscbdom jegens zijn Schepper en
Meester.
Afbreuk met den godsdienst, door
bet doodzwijgen en miskennen van het
gezag van God. Dit laatste geeft den
doorslag: een moraal zonder een god
delijk gezag als basis is 'geen eigen-
6» VERVOLG,
Er staat geschreven een glas wator in
3eu naam van God gegeven, zal zijne beioo-
aing in den hemel hebben ik wil, dat deze
geheiligde spreek voor u reeds op deze we-
reld bewaarheid wordt. Luister dus aan
dachtig, en onthoud alles goed wat ik u zal
zeggen.
Hyde Maryan ging aan do zijde van
ten ouden kapitein zitten, die met zwakke
«tem liet volgende verhaal deed
ik bezat verscheidene sbopen op zee,
eene groote woning met verscheidene pak
huizen en magazijnen in Amsterdam, dreef
esn uitgebreiden handel, zoowel op de Oost
als op de West, mijne bedienden waren bijna
ontelbaar, daar ik bovendien nog in de
meeste steden stapelplaatsen had, om mijne
koopwaren op lo slaan; een kasteel zelfs
Ivor in de nabijheid eene prachtige buiten
plaats bij Weesp, dit is eene kleine stad in
lie nabijheid, van Amsterdam gelegen, ein
delijk, en dat was nog hot beste van allee
ik had een brava deugdz-me vrouw en lieve
kinderen. Hier moest de grijsaard even op.
houden, zeker door de herinneringen aan
zijne familie na een wuinig tijd ging hij
voort Inmiddels brak de oorlog 'uit met
Frankrijk. Ons land naïverig en ontevreden
n-cr de overwinningen van Lodewijk do
XIV, die aan de Spanjaards reeds al hunne
Vtaamsche gewesten bad ontnomen, en do
lijhe moraal meer, dio do monschen
in hun daden nog voorlichten kan.
Dr Van Tichalen schrijft daarom
trent in hot Decembernummer van
Ons Geloof Om moer dan een re
den houden wij er aan zijn gezagheb
bend woord mede to deelen.
Het hoofdbezwaar tegen de ministe-
rieole moraal is dit zij mist allen
grond en is derhalve geen moraal,
want een zedenleer bestaat niet uit
voorschriften alleen, zooals bet minis
terie schijnt te meenen, maar cn uit
voorschriften, èn uit motieven of uit
één motief. De voorschriften jsiaan of
vallen met de motieven, Als wij, in
onze godsdienstlessen, aan onze kinde
ren voorhoudenGij moogt niet
liegen, gij moet rechtzinnig, eorlijk,
kuisch, enz. zijn, dan voegen wij er
do reden bij, het motief.;.door le wij
zen op den grondslag der zedenleer
Omdat God, de opperste Meester, bet
gebiedt. Onze leer steunt op bet gezag
van God.
Waaruit komt de kracht van onze
leer voort 1 haars invloed op de hou
ding van don wil Niet uit bet voor
schrift zeil gij moet eerlijk zijn
maar wèl uit het motie!bet gezag
van God.
Niet do inhoud der moraal is baar
gewichtigste factor voor de zedelijke
vorming, maar wel haar motief, baar
grond. Niet bet hoe onzer daden,
maar het waarom is de hoofdzaak.
Een moraal, die geen motief, geen
grond, geen waarom kan aanwijzen,
is geen moraal, en is zonder vat op
de houding der menschen.
En dat is wel bet geval bij de ze
denleer van liet ministerie door God
te weren beeft zij don grondslag onder
hare voeten weggeslagen.
Van dit standpunt bekeken, blijkt
de zoo genaamde moraal zonder God
ganseli waardeloos, en mist zij bet
karakter van moraal.
'f* k-
Het leerplan van minister Destrée
verwerpthet gezag van God alsgrond-
slag van de zedenleer. Wat stelt hij in
do plaats Niets. Wel geeft bij een
wenk do onderwijzer zal daarbij zijn
toevlucht nemen tot de verstandelijke
en gevoelsredenen van de zedelijkheid
zijner leerlingen. Een basis voor de
leer is dit echter goenszins, zelfs niet
in de meening der opstellers, die hun
zedelijke opvoeding beperken tot een
bloot schema van familie- en beroeps
plichten.
Zijn stolsel van zedenleer kent geen
waarom. Het heeft dan ook geen bin
dende kracht, en is geen moraal.
Minister Destrée schrijft voor aan
de kinderen te leeren Eert vader
en moeder Vraagt bet kind: waar
om bet daartoe verplicht is dan kan
volgens het officieel leerplan, de onder
wijzer antwoorden met vage woorden
dat bet zoo behoort, dat vader en
moeder voor ben zorgen enz. maar
grenzen van zijn rijk, reads tot tegen de on-
zen had verlegd, sloot met Engeland en
Zweden een verdrag, liet drievoudig verbond
van don Haag genoemd. liet werd geteekend
in het jaar 1G68. De Fransche Koning v
klaarde er zich wel niet terug tegen maar
zocht tijd te winnen,, om ons nog meer te
kunnen verdrukken. De beleedigingen, dio
hij op elke wijze van ons ondervond, en
vooral den voorspoed die zich in onzen koop
handel vertoonde, deden hem eindelijk be
sluiten, oii3 den oorlog te verklaren.
Op den 12 Juni 1672 stak hij bij Arnhem,
den Rijn over aan liet hoofd van honderd
duizond man, en viel met dit ontzaggelijk
ieger in onze provinciën, die slechts door
een klein getal troepen'onder hevel van den
prins van Oranje, een der hoofdleiders van
de oorlogspartij, werden verdedigd,
Een panische schrik verspreidde zich
ovor het geheele land de meeste steden
openden hunne poorten voor het vijandelijk
leger. Iedereen was radeloos men verborg
zijne schatten men verliet de woningen, en
vluchtte naer alle kanten zij, wien hunne
middelen het eenigzins toelieten, maakten
zich zelfs gereed om naar Batavia over le
steken. Ik zelf wilde met mijn gezin ook liet
land verlaten. Mijne schepen waren allen
rijk bevracht uit de Indien teruggekeerd
hierdoor waren rrijno bezittingen ëp dusda-
nige wijze vermeerderd, dat ik onnoembare
schatten bezat, in goud, zilvor en diamanten
zeker op een fortuin van honderd vijftig
millioon kon rekenon.
voor bet grootste vraagteeken
waarom bohoort bet zoo (lat bet
hoofdbelang uitmaakt in de moraal,
blijft steken. Mocbt bij antwoorden
omdatGod hetgebiod dan was de
zaak opgehelderd en zette bij zijn leer
lingen op vasten grond voor ganscb
bun leven.
Minister Destrée schrijft voor aan
de kinderen te leeren Gij moogt
niet liegen, niet stelen enz., omdat
bet loelijk is, omdat bet ten slotto tot
uw nadeel zal zijn, omdat go uwen
naaste geon onrecht mocbt aandoen
bij schrijft verplichtingen voor, maar
za mogen enkel .gestaafd worden door
verstandelijke en gevoelsredenen, wel
ke niet bestand zijn togen da aanrakin
met de werkelijkheid.
In opzicht van zedelijke vorming
voor 't leven, moet hot stelsel der
leoke moraal van Destrée schipbreuk
lijdon.
Voorstanders der vrijzinnige ge
dachte zijn dan in de bres gesprongen,
om die leemte aan grondslag van do
moraal aan te vulleu buiten bet god
delijk gezag om.
Hip beeft ons vorweten dat wij
bet geweien uitschakelen. Ongelooflijk,
dat bij zulks aan do katholieken moot
komen zeggen i Maar bij slaat den bal
mis. Wij erkennen een geweten bet
is bet vorstand van den menscb in
zooverre het over de zedelijkheid van
ons eigen, vrije, to stellen of gestelde
daden oordoelt. Het geweten is dus
geen eigenmachtig wetgever bet
maakt geen zedenwetten, maar past
deze enkel toe op onzo eigen, vrije
handelingen.
Toch wil hij van bet geweten den
grondslag maken van de leeke moraal,
en noemt dit, een samenstel van
ingeboren rechtvaardigheidsgevoel,
van natuurlijke goedheid, on behoefte
aan zelfvoldoening Een vraagsken:
Waarom moet men zijn geweten invol
gen Heeft het een eigen gezag om
wetten voor te schijven en verplich
tingen op te loggen Komt ook die
verplichting dan niet van elders van
hooger van God
t
De onafhankelijke zedenleer beeft
geen grondslag waarop zij een bin-
dendo verplichting kan steunen. Zij
kan geen leidend beginsel wezen voor
's menschen leven. Zij is ten slotte
geen moraal, en kan geen bezielin;
geven voor de zedelijke opvoeding
Daarom moot zij verworpen worden.
Iiel wetsontwerp van de Regeering, waar
van liet doel is de intresten en de aflossing ie
waarborgen van een leening met loten ten
bedrage van een nominaal kapitaal van één
milliard frank (1,000,000,000 fr.) hetwelk
door bet Verbond der Samenwerkende Ven
nootschappen van Oorlogschade zal uitge
schreven worden, luidt als volgt
Art. 1 —liet Verbond der Samenwerkende
Vennootschappen voor Oorlogschade, samen
werkende Vennootschap den 25 Juli 1919
opgericht, wordt gemachtigd eene leening
met loten uit tc geven ten beloope van één
nominaal kapitaal van één milliard frank
(1,000,000.000 fr.) aflosbaar ten hoogste in
90 jaar.
Art. 2. De Regeering waarborgt tegen
over derden, onder de voorwaarden door
haar te bepalen, den intrest en de aflossing
vaa gemelde leening.
De annuiteit van noode tot den dienst der
intresten, der aflossing en der loten zal elk
jaar op de begrooting der Openbare schuld
uitgetrokken worden.
Art. 3. De zuivere opbrengst der lee
ning, na aftrekking der kosten van uitgifte,
wordt uitsluitend besteed aan de betaling
door het Verbond, ter ontlasting van den
Staat, der toelagen verleend, overeenkomstig
do ter zake geldende wetgoving, voor schade
voortspruitende ujt de oorlogsleden.
Art, 4. Het Verbond der Samenwer
kende Vennootschappen voor Oorlogsschade
legt elk jaar, aan den Minister van Finan-
ciëD, de rekening over van de aanwending
der fondsen opgebracht door de leening.
Die rekening wordt als bijlaee gehecht aan
het ontwerp der begrooting van de Openbare
Schuld.
Art. 5. De handteekeningen te stellen
door het Verbond op de obiigatiën uit te
geven tot vertegenwoordiging dezer leening,
mogen door naamstempels vervangen worden.
Art. 6. Met afwijking van art. 14,
secundo en 17 der wet van 29 October 1919,
zijn de coupons der obiigatiën van deze lee
ning vrijgesteld van alle cedulaire belastingen
ten bate van den Stact cn van alle laxen ten
bate der Provinciën en der gemeenten.
Daar er geen gedachte van was, dezo ko
lossale schatten mede te nemen, verborg ik
ze in eon der kelders van mijne buitenplaats
le Weesp, waarvan ik de deur liet dicht
metselen, om als het gevaar geweken was,
ze weder voor den dag le brengan.
Het ieger van Lodewijk XIV, was
reeds in de nabijheid van Weesp gekam
peerd, en wij maakten ons gereed, om ten
allen tijde die prachtige woning tc verlaten.
Alles was voor het vertrek klaar, dooh wij
stelden het telkens uit, daar het Fransclie
leger niet verder voorttrok, on zeer geneigd
scheen onderhandelingen aan teknoopen.
Dit uitstellen is voor mij de grootste ramp
goworden luister slechts. Bijna alle steden
stemden voor den vrede Amsterdam alleen
wilde den oorlog tot het uiterste. Da Fran
sche koning had zich hierop zeer verbolgen
getoond, en tegen, de stad alle bedreigingen
uitgebraakt deze beantwoordde die door
eone verschrikkelijke daad; de zeeslnizen
werden eensklaps geopend, de dijken door
gasloken, en onze Yruchtbare velden aan de
golven overgeleverd, die altijd onzen grond
bedreigen, dewijl die lager dau de zee gele
gen is.
Tegelijkertijd kwam Admiraal de Ruy-
ter met zijne schepen op het verdronken
land, ea bracht die, over onze overstroomde
tuinen en ingestorte buitenplaatsen, tot voor
de muren der stad. Niemand had dit wanho
pig besluit verwacht redenen waarom er
zoovelen do slachtoffers van zijn geworden.
De ontboeide golven Torswolgon mijn huis-,
De voorzitter van den Bond der katholieke
dagbladschrijvers van België, M. J. Van Men-
ten, heelt van Z. Em. kardinaal Gasparri,
Staatssekretaris van Zijne Heiligheid, den
volgenden brief ontvangen, dien de Belgische
katholieken met genoegen zullen lezen
In het Vatilcaan, den 23 November 1920.
Mijnheer de Voorzitter,
Tijdens het bijzonder gehoor u den 7 No
vember verleend, heeft Zijne Heiligheid u
betuigd hoe diep Hij getroffen was door de
edelmoedigheid-en dc getrouwheid waarmee
de katholieke Delgen, uw edelen oproep be
antwoordend, eene dierbare overlevering had
den willen hernemen, met Hem het offer van
hun kinderlijke genegenheid, onder den naam
van Nieuwjaarsgiften voor den Paus te
doen toekomen.
Uit den mond zelf van den Stadhouder van
Jezus-Christus hebt gij gehoord waarvoor de
Heilige Vader die giften wilde doen dienen,
't zij voor de dringende noodwendigheid van
uw land. Want iedereen weet hoe, in de pijn
lijke oorlogsjaren-, Belgie geleden beeft in
zijne goederen, zijne kerken, zijne beroemde
Leuvensche Hoogeschool, en hoe het hulp
behosft voor den heropbouw en de herstelling
van deze roemvolle monumenten.
U, mijnheer de voorzitter, alsook aan uw
verkleefde medewerkers en aan de leden van
den katholieken drukpersbond nogmaals zijn
vurigsten dank uitdrukkend voor uw edel
moedig initiatief, hernieuwt de Heilige Vader
tevens zijn erkentelijkheid aan de godvruch
tige inschrijvers, aan allen als waarborg van
over doedige geestelijke gunsten de weldaad
schenkend van den Apostolicken Zegen.
Gelukkig de tolk te zijn dezer gevoelens
van den Heiligen Vader, neem ik de gelegen
heid te ,baat om u, mijnheer de voorzitter,
nogmaals de verzekering uit te drukken mij
ner hooge waardeering.
D. Kard. GASPARRI.
vrouw en kinderen verdronken. Hoe ik het
gevaar ontkomen ben, is en blijft mij een
raadsel.
Volgens zeggen, heeft men mij verkleumd
afgemat en halfdood op een stuk plank vast
gebonden, drijvende gevonden, in eene boot
opgenomen en naar Amsterdam gebracht.
Toen het vijandelijke leger ons land
verlaten, en het water zich weder achter
de dijken bad teruggetrokken, spoedde ik
mij naar Weesp. Maar er was geeu spoor
van mijne woning meer te zien langzamer
hand begon ik toch de plaats te herkennen,
waar hal vroeger gestaan had.
Dat was ook alles. De lijken van mijne
vrouw en kinderen had men gevonden en
begraven ik.kon dus sleehts op hunne gra
ven bidden en tronen storten, Ik wenschte
niet getroost te worden in mijn ongeluk,
wraak alleen bezielde mij ik heb het ook
nimmer aan de Franschen kunnen vergeven,
dewijl zij alleen er de oorzaak van zijn. Se
dert dien tijd hob ik altijd in liet Hollandsche
leger gediend, waarin ik hel nu let den rang
van kapitein heb gebracht. Duizendmaal heb
ik den dood gezocht, thans heb ik liern ge
vonden; het grootste verdriet dat mij nu nog
kwelt, bestaat alleen daarin, dat ik de vol
komens zegepraal onzer wapenen niet meer
zal mogen belev*i.
TJw© ongelukken, zijn inderdaad bui.
tongewoon groot geweest, zeide de jonge
man met modelijdende stern.
En toch gevoel ik mij thans gelukkig,
omdat ik in mijn laatste uur uwe edelraoe-
Jacquomottö on zijn geestverwanten ver
iaten de partij
Zooals men er zich aan verwachten mocht,
verlaten de h. Jaequemollc cn zijn volgelingen
de socialistische partij ten gevolge van de
besluiten door het kongres van Zondag, 15
dezer, aangenomen in zake het behoud dei
eenheid cn dc versteviging der partijlucht
We vernemen het bepaald uit het b!a«
L'Exploité, het «socialistisch-revolulionnair*
orgaan, waarin gemeld wordt, door Jacquiv
motte zelf, dat hij, Massart en Everling, dt
socialistische partij verlaten.
Naar aanleiding van die beslissing schrijft
Le Penple van gisteren
Wij weten dat de drie scheurmakers een
zeker getal Brusselsche strijdende leden der
partij bobben willen meesleuren, maar zonder
uitslag. De pogingen der scheurmakers zullen
waarschijnlijk voortgezet worden. De arbei
dende klasse moet vereenigd blijven. We|
met de scheurmakers
BEGL1E EN HOLLAND.
Den Haag, 19 December. In zijn Me
morie van Antwoord betreffende de bespreking
der begrooting van Buitcnlandsche Zaken,
zegt minister van Karnebeck aangaande de
onderhandelingen met België
Wat betreft den door verscheidene leden
gouiten wensch omtrent den huidigen stand
der Nedc-rlandsch-Belgische onderhandelin
gen nopens de herziening van de traktaten
van 1839 iugelicht te worden, wordt opge
merkt, dat sinds de door Belgie naar aanlei
ding van de Wielingenlcweslie in Mei jl. in
het leven geroepen schorsing dier onderhan
delingen, geen feitelijke verandering in den
stand van zaken is gekomen.
De Nederlandsche regeering zou niet kun.
nen ingaan op een eventueel initiatief van
Belgie tot hervatting der onderhandelingen,
'hetwelk gericht zou zijn op prijgeven of wij
ziging van de eenmaal verkregen basis var
o ereenstemming. Een initiatief tol hervatting
der onderhandelingen zou slechts uilkomst
kunnen hebben, indien het ten dool Lad to;
afdoening tc geraken van nog niet gereld*
onderwerpen als vaststelling van hel door de
Kommissie van XIV" aan de betrokken regee
ringen uit tc brengen rapport, overleg om
trent den Nederlandschcn tekst van hel Ne-
derlandsch-Belgisch traktaat enz.
Het standpunt van de Nederlandsche regce-
ring met betrekking tot militaire verbondet
is bekend. Onder geen voorwaarde zou d<
regeering aanleiding kunnen vinden hiervai
af te wijken.
IN IERLAND
Nog steeds misdaden.
Soldaten, in twee autos, zijn in 't graaf
schap Cork in eene hinderlaag gevallen.
Twee zijn gedood en t.wee gewond.
In het graafschap Cavan is eene policie-
patroelje aangevallen een agent is gedood,
twee zijn gowond.
Een niet ontplofte bom van dezelfde soort
als die, welke zijn ontdekt in de bommeii-
labriek te Dublijn, waar den iln een raid
op werd uitgevoerd, werd gisteren opgeraapt
op Merrion Square, de meest gedistingeerde
woonwijk van Dublijn.
Een strijdmacht uit militairen en policif
bestaande heeft den voorraad van een muui-
tiebergplaals der opstandelingen le Temple-
more in beslag genomen. Do voorraad be
stond uit revolvers, kruit, geliguict en 150C
schoten munitie.
Een ware slag.
In het graafschap Clarc, nabij Ennïstyman.
is een ware slag geleverd tussciien politie
agenten, soidaten en burgers.
dige daad nog kan beloonen Hvde Marryan
ik vermaak u mijr.e schatten die begraven
liggen onder de puinhoopen van mijn huis tc
Weesp.
Hoe gij hebt die dau niet daar uitge
haald
Neen. Wal zoude ik met dat noodlot
tige goud gedaan hebben, zonder hetwelk ik
misschien mijne vrouw en kinderen Dog
zoude bezitten Ik geef ze u met een waar
genot moge ze u geluk aanbrengen
Toen bogon de oude kapitein van Dick-
raar, daar hij vermoeid scheen, zachter lo
sproken en vervolgde
Ik zal u liet middel zeggen, Iioe of gij
dien schat zoudt vinden. Maar van le voron
zoude ik gaarne weten waar het kasteel St.
Amand ligt weet gij dat
Ja, daar ginds.
Welnu, indien gij kunt, Lrang mij daar
naar toe ik wenschte binnen die muren te
stervon.
Ik zal mijn best doen om aan uw ver
langen te voldoen, dooh vrees dat mijne
kjachlon zullen le kort schieten.
Ik denk wel, dat als ik op uwe arnr
loun, te kunnen loopen. Alhoewel doodelijk
gewond, gevoel ik mij nog vol moed het
bloed vloeit niet moer uit de wonden, en er
blijven mij nog wel eenige uren, misschien
eenige dagen over le leven.
Marryau hielp van Dickmar opstaan, en
zouder mij te bemerken, zag ik die twee man.j
non op tien pas Yan mii lasfizaam voort^
strompelen.
'i