DE FORTUINZOEKERS
Buitschland en de
schadevergoeding.
Be Belgische grondwet
Mei 592!
De deken der rechterzijde
door twee socialisten overtreden
XXVII' JAARGANG NUMMER 821
Kortstraat, 9 en 22, Aalst.— Tel. 114 DAG-BI^A-P - CENTIEMEH WEKELIJKS 0.50 - Uitgever: J. Van Npff3L-Db Gaan*
Publiciteit buiten het Arrondisssmant Aalst, zich te vter.dea lot list Agentschap IiAVAS,8, Martelaarplein, te BrusseiS, Piaeo de la Bourse, Parijs au 5, Breatn a Buildings l.ondres E.C.4
H. PliiUppua
I Zon op d,ijS. orttfer 7,37
f.aatato Kwartier den Si
Do plechtige gedachtenis van het
(Allerheiligste Sacrament met bevoor
recht of octaaf of achtdaagsche teost-
viering wordt op heden door de H.
Kerk herinnerd.
Bij decreet of Pauselijk besluit van
2 Juli 1911werd de nieuwe benaming
van Iloogivaardigdag aan het Corpus
Christi of Fèle-pieu verleend.
't ls 't Sakrament van Zijne liefde j
Die Liefde die nooit einda zag,
Die Liefde die Hem bloedig, ach 1
Aan 't harde Kruis tot sterrens griefde
'lis 'tSakrament, dat,Brood van't Laven
Gedaald van uit den Hemel Kwam,
En als onschuldig Godlijk Lam
Zich zalven heoft tot spijs gegeven I
't Is 't Sakrament de Slachtofferande
Die op de Calvarie sterven zou,
Opdat elk onzer erven zou
De Kroon van heil ten hemoliaale
Het II. Sacrament wierd in 't Oud
L ei-bond voorafgebeeld door den boom
des Lerens, want wia eet van dezen
Boom, wie bet H. Sakrament des Au-
taars weordig ontvangt, voedt daar
mede het geestelijk leven van zijne
ziel en hij kentde dood der zonde niet
door hel offer van Me'chisedeehdat
onbloedig olïor was liet zinnebeeld van
het onbloedig- offer der Nieuwe Wet,
het II. Sacrificie der Mis, .in hetwelk
onder de gedaanten van brood en wijn,
Jezus-Cbristus. zich zeiven opoffert
doorliet manna, dat uit den hemel
daalde, en eone wonderbare spijs was,
zoo ook olken dag, komt uit den He
mel on voedt ons liet II. Sacrament,
zoolang wij reizen moeten in de woes
tijn dezer wereld, op weg naar het
Beloolde Land des Hemels dooi
t'ltas gespijsd in de icoeslijn,_ want
wij ook wij moeten vluchten voor den
wrok van den duivel. En in de woes
tijn der weroid Kunnen wij ook op
wonderbare wijze gevoed worden
door bet Brood der Engelen, opdat
wij, sterk in den Heer, voortstappen
tot den berg Gods die de Hemel is.
Gaan wij dikwijls ter H. Talel om
die bovennatuurlijke voeding onzer
ziel te Kunnen genieten.
O Jezus Heer des Hemels
Wij willea zijn aan U,
Wil onzen wil versterken,
Behoud ons immer nu 1
Op Witten Donderdag, daags vóór
zijnen dood, heeft Jezus-Cbristus, het
II. Sacrament des allaars ingesteld
doch in dien tijd van rouw past eene
feestviering niet. Daarom heelt Urba-
eus IV, in 1264, op aandringen der
II. Juliana van Luik, waar die Paus
vroeger aartsdiaken was, eenen bij
zonderen leestdag ter eere van het
Hoogwaerdige ingesteld.
In ons land vieren wij de Plechtig
heid van het II. Sacrament op schitte
rende wijze. Dan gaat in al onze
steden en dorpen de plechtige proces
sie uit. Deze processie dientlot eene
openbare belijdenis van ons geloof aan
de wezenlijke tegenwoordigheid van
Jezus in het II. Sacrament en om ons
te verzetten tegen de ongeioovigheid
der ketters en goddoloozen tot lof'
en dank voor de gröote weldaad van
dit aanbiddelijk Sacrament tot her
stelling van de oneer en den smaad
welke Jezus in ziju H. Sacramont zoo
dikwijls worden aangedaan tot het
verkrijgen van den hemelscken zegen
over de plaatsen waar het II. Sacra
ment plechtig rondgedragen wordt.
Houden wij er aan de processie bij
te wonen, en vergezellen wij Onzen
Lieven Heer met een levendig geloof,
een diepen eerbied en een kinderlijk
betrouwen. liet is hoogst loffelijk de
processie zooveel mogelijk op te luiste
ren en de buizen on de straten te ver
sieren met vaandels, wimpels, licht
en bloemen.'t Is immers de Koning der
Koningen die de straten en plaa.tsen
onzer, steden en dorpen doorwandelt
Op zekeren dag kwam Jozef II te
Gent in de Slijpstraat eene berechting
tegen, seffens deed de keizer stilhou
den, steeg uit zijn rijtuig, knielde
zonder een der talrijke zetels te willen
aanvoerden, die man van alle kanten
kwam aanbieden, en 't was in deze
nederige en godvruchtige houding dat
bij den [zegen van bot Allerheiligste
ontving. Dit schoon voorbeeld van
godsdienstigheid, door don keizer
gegeven, trof zoodanig de inwoners,
dat zij da slraatsteonen uithaalden, op
dewelke de keizer geknield bad, en in
de plaats legden zij eonen steen met
bet volgende opschrift Don 17
Juni 1781, ontving bier de Keizer
Jozef II den zogen met bet Allerhei
ligste. Volgen wij dat voorbeeld na
Hoog boven 't tabernakel
In gouden Romonstrans
Daar blinkt de H. Hostie
Omringd van hemelglans
En hooger stijgt de lofzang
En de engels zingen mei-
En op de-jeugd' ge schare
Ziet neer de God- van vree
Daar balgen alle hoofden
Ea aller oogen gloèn
En vreugde en zielsgenoegen
Al' herten kloppen doen
De Remonstrantie schittert
En Jnsna rijst en daalt
En aller zielen siddren
Van zoet genot bestraald.
"•■rarr-rrrTïcs-'rETSgsa
135 VERVOLG.
Op dat oogenblik hield da troep - slil, en
de neger daalde af in de rivier, en nadat hij
wjn eigen dorst gestild had, kwam hij terug
met eene groote pompoen vol water. Nooit
hadden de twee vrienden eene teug water
met zooveel genot gebruikt en hij dronk de
pompoen leeg hij verzocht-om hen van het
juk to ontslaan daar hij geene pogingen tot
ontvluehtiog zou doen.
Men beraadslaagde, waarna de aanvoerder
van de troep hij hem kwam en hem onder
hevige bedreigingen en gebaren te kennen
gaf, dat hij in geval van poging tot ont
vluchting onmiddelijJc zou ter dood gebracht
worden. Daarop haalde hij een mes uit eene
schede, die aan zijn Knkerarm boven den
elleboog was gehouden, en aneed daarraeö
het lonw door, waarmede do hals in de vork
vastzat en maakte tevens zijne armen los.
Nomraen was zoo stijf, dat hij met moeite
zijne hauden aan zijn voorhoofd kon brengen
lol teekeo van dankbaarheid over zijne vrij
heid. en toonde dit door eenvoudige daad
ran beleefdheid.
Dat is een mooi gevalletje, Nommen
riep Klapdorper uitjammer dat gij niet de
dochter van het oude opperhoofd heb ge
trouwd Nu we weggeloopen zijn, zitten we
haardigiu de klem. Ik ken dat werk 't i;
niet de eerste maal. dat ik met mijn hoofd in
vork heb gezeten. Die zwarte korels zijn
jroote sohnrken,' we zijn slaven.
De Brusselsche briefwisselaar van Lc
Rappel van Charleroi, geeft als volgt den
indruk weer, verwekt door de redevoering
verleden week door M. Woeste in de Kamer
uitgesproken
Do oude athleet der rechterzijde, zegt hij,
heeft zooeven een nieuwen triomf behaald.
Do zichtbare indruk op alle banken, was
eene zeer levendigs voldoening roerende
hulde aan een talent dat zrcli niet de jaren
nog schijnt uit tc bretdon, aan een waarlijk
verrassend meesterschap met pittig on geest
en hoogste w'ijsbegoerte tc.'i *?ft£hste van het
vaderland.
r Algemeene thesis de orde zal den vrede
terugbrengen arbeid en voorspoed, de ge
nezing onzer ekönomisch® en (jnanciesle
kwalen, dat alleS is slechts mogelijk in orde
en vrede.
De socialistische partij, niettegenstaande
eer.ige harcr leiders bezield zijn met de beste
inzichten, is nog steeds onder den invloed
van revolutionaire vriendjes.
De liberale partij verkwijnt en is veeleer
een nog levond aandenken van bet verledene.
Het is geene partij der toekomst, geene werk-
dadige partij meer.
Rechts is het leven. De rechterzijde pul
haar leven uit de bestendige bronnen van de
uitbreiding cn de grootheid van het land.
De socialisten hadden er blijkbaar go-
noegen in, toén hel onfeilbare parlementslid
de kleine overlevendo ^roep. der partij van
Fiére Grban zoo meesterlijk schelste. Doch
de liberale partij had niet min plezier gehad,
toon M. Woeste beloonde dat de socialisti
sche partij niets kon doen voor het welzijn
van het land en voor de nationale herop
beuring. Kortom, liberalen ei\, socialisten
vergaten hoe zij zelf afgeranseld waren, met
de gedachte dat hunne wederzijdsche geburen
hun deel gekregen hadden.
Wat bijzonder in 't oog viel was de
houding van M. Vandervelde. Deze had zich
vlak voor M. Woeste geplaatst en met de
handen aan de ooi en, om geen woord te laten
'ontglippen, kon hij zijn misnoegen niet ver
bergen toen een of andere gezél Falony of
een torugkecrende geest als Domblon, onbe
zonnen trachtten dan redenaar te onderbre
ken. Zij waren er echter telkens aan voor
hunne moeite en werden dadelijk, heel be
leefd doch zonder mogelijk wederantwoord
op hunne plaats .gezet.,. oo«er het algemeen
gelach dor Kamer.
M. Carton de Wiart wen3clite den eer-
biedwnardigen staatsminister geluk en drukte
hem de hand. en alle volksvertegenwoordi
gers zouden hem volgaarne nagedaan heb
ben.
Hier mag nog bijgevoegd worden, dat de
voorzitter der Kamer, M. Brunei, wiens
breeds gedachten en onafhankelijken geest
men kent, het na de zitting niet verborg, dat
zulke redevoeringen als deze van M,
Woeste prachtige voorbeelden van parle
mentaire welsprekeuheid zijn.
De rijkskanselier over Duitschiand 's
verplichtingen.
Hel Berliner Tageblatt geeft een onder-
derhoud met den rijkskanselier Dr Wirth,
waarin deze zich zeer scherp uitspreek tegen
da Duitsche partijpolitiek, die in den laatsten
tijd in Duitschiand gevoerd wórdt. Dr Wirtli
gal de verzekering dat hij zijn taak met de
onderteekening van het ultimatum niet als
geëindigd beschouwde.
Thans, zegde hij, moet de kwestie der
schadeloosstelling door ons opgelost worden
Klapdorper sprak bij ervaring en met recht
bevroedde hij dus, dat hij en Nommeu ge-
vaugen waren met het doel om aan een na
bil rigen slam verkocht te worden gedu
rende bet overige van hun leven stond het
hun alzoo te wachten, dat zij als slaven van
den een aan den ander eouden overgeleverd
worden. Hoewel hij nadacht over Nommens
gebrek aan staatkunde, dat hem gebleken
wa^in het weigeren van do dochter van het
oude opperhoofd, wankelde hij geenszins in
zijne vriendschap hij had er zich op voorbe
reid alle ongelukken samen te dragen.
Denkt ge dat zo ons zullen verkoopen
vroeg Nommeu.
Ja, zonder twijfel, misschien mij aau
den een en u aan oen ander.
Honden riep Nommen uit, die slaven
handel is waarlijk een vervloekte handel
Ja, mijn vriend, zeido Klapdorper, eene
zeer slechte zaak bijua zoo slecht als de
zaak van Koning George.
Wat bedoeltagevroeg Nommen.
Wel, hernam Klapdorper, de zwarten
zijn bijna even slecht als de pressers. maar
toch niet zoo slecht. De pressers van Koning
George stelen jongens om ze door de Fran-
schen te laten doodschieten de negers ste
len ze om ze te laten werken het pressen is
veel slechter, omdat men de blanke slaven
vangt om ze door de Franschen te laten
doodschieten.
Nommen wilde deze redeneeringon niette-
ge spreken. Aan iiuo toestand viel niet te
twijfelen de stammen waren onderling in
eeuwigdurenden oorlog, met het doe! om
wij moeten daartoe wotsontwerpsn maken.
Wanneer deze werkzaamheden verricht zijn,
begint de eigenlijke polotieke arbeid. Zal
Duitsehland weder vrijgemaakt worden van
den druk die de tegenstanders uitoefenen, dsn
zal die vrijmaking slechts kunnen geschieden
door harden arbeid van alle kringen van het
Dailsche volk, niet gedurende een paar weken
doch gedurende langen tijd De partijen die
thans de regeering steunen en die dit in de
toekomst zullen doen, zullen niet slechts ge
durende ecnige weken haar meêwerki ng aan
het programma voor den wederopboaw heb
ben te verleencn.
Betrekkelijk de redenen waarom hij het
ultimatum aanvaardde verklaarde Dr Wirth
Het afstand doen van liet kolenbekken zou
het Duitsche economische leven gedood heb
ben. Bij een bezetting zouden de lasten niet
geringer, doch grooter zijn geworden, omdat
de bczeltmgskoston hooger zouden zijn ge
weest.
Verder zegde de rijkskanselier "Wanneer
wij gedurende den oorlog niet vreesden om
de gezondheid van millioenen onzer burgers
op te offeren en een greot deel van ons geheele
volk op de been te brengen om ons vaderland
vau vijanden vrij te houden, hoe znlleu wij
dan thans niet bereid zijn, alles te doen om
de vrijheid van Duitschiand in de toekomst te
redden
De oorlogsuitgaven bedroegen per maand
eenige millioenen goud marken, ongeveer zoo
veel als de vaste unnuiteit, die wij thans heb
ben te betalen. Ik was er van overtuigd,
de uren. waarin ik door een ja ot neen te
beslissen had over de aauvaardigdj)f verwer
ping vau het ultimatum, dat de gehoele toe
komst van het Duitsche volk op het spel
stond. Daarom moeten wij een oiler aan goed
brengen, opdat wij het hoogste, dat wij be
zitten, ons vaderland kunnen redden.
Het voorrangsrecht van Beigia
De berichtgever van Le Soir te Parijs,
seint aan zijn blad, dat de besprekingen
welke minister Loucheur Maandag te Brus
sel had met de hli. Jaspar en Theunis, hoofd
zakelijk liepen over de wijze van verdeeling
vau het milliard, dat binnenkortdoor Duitseh
land woreft betaald. Er moest worden nage
gaan of de geallieerden er niet meer belang
zouden bij hebben dit milliard te gebruiken
als waarborg voor de leeningen die spoedig
op al de markten der wereld zulieo worden
uitgegeven, in plaats van het te verdeelen
ouder do geallieerden xooals vroeger werd
bepaald.
De kwestie van Belgiö'a voorrangsrecht
werd dus opgeworpen; het bleef echter ge
handhaafd zooals het te Boulogne, Brussel
en Spa werd vastgesteld.
Do h.Theunis wordt overeen achttal dagen
te Parify verwacht.
!n den Franschan ministerraad
Parijs, 24 Mei. De ministers kwamen
heden morgend, te 9 u. 30, in het Elyseum
bijeen, onder voorzitterschap van den h.
Millerand. De voorzitter van den minister
raad, de heer Briand, deelde de hoofdpunten
mede van liet antwoord dat hij in de Kamer
geven zal aan de inlerpellanten.
De Nieuwe Duitsche Minister voor
Buitenlandsche Zaken
Uil Bel lijn wordlaan de Maasbode gemeld
De benoeming van Dr Rosen wordt door
de geheele Duitsche pers niet sympathie
ontvangen.
De nieuwe minister vau buitenlandsche
zaken is 65 jaar. Een groot deel vau zijn
leven heeft hij als diplomaat m het buiten
land vertoefJ.
Dr Rosen werd te Leipzig geboren. Reeds
zijn eerste onderwijs ontving hij in het bui
tenland, n. I. in Jeruzalem, waar zijn vader
Duitsoh consul was. In zijn jeugd verwierf
slaven te vangen, waarvan sommigen uit
verwijderde landen tegen ivoor geruild, en
anderen naar Zanzibar, de groote fortugee-
sche factorij, gevoerd worden. Zlj zagende
noodzakelijkheid in, van te trachten zich van
de gunst hunner eigenaars te verzekeren, eu
hun verder lot aan do Voorzienigheid toe te
vertrouwen. Mei dit voornemen bezield
stond Nommen, hoe vermoeid ook, van den
grond op en hielp den troep met het verza
melen van liout voor de vuren, dia lien des
nachts tegen de wilde dieren moesten ha-
schermen.
Er lag eene groote hoeveelheid afgevallen
hout in het bosch, en in korten tijd waren
door de negers eene menigte stammen
takken van doode boomen bijeengebracht en
in verscheidene stapels opgezet. Toen alles
gereed was, begon een neger op de gewone
wijze der wilden vuur la makcu, door de
wrijving van twee stukken hout. Hij nam
eerst een stok, waarin hij eene kneep sneed;
toeu zocht hij een recht eu droog stuk hout,
omtrent zoo d& ais aijn pink, maakte er een
punt aan. die hij io de keep stak en terwijl
hij het eerste met zijne teencn sterk tegen
den grond drukte, draaide hij het andore
snel rond tusscben de palmen van zijne han
den, zoodat de punt zich als eene hoor in de
keep bewoog.
Na verloop van ongeveer tien minuten be
gon het to rooken, doch daar het maken van
vuur op die wijze afiiangt vau do hoedanig
beid van het hout, werd er tc vergeefs ge
werkt door de wrijving ontstonden er
geene vonken, omdat het hout niet van de
hij zich een rijke kennis der Oostcrsche talen
en daarom in 1SSS werd hij ais lecraar in de
Perzische en Hindosstaiiische taal naar Bei-
lijn geroepen.
Maar in 1890 trad hij ir. dienst van het
ministerie van buitenlandsche zaken. Ecist
als consul naar Beirooth. Later eene tolk hij
het gezantschap te Teheran. In 1899 werd
hij consul in Jerusalen en een jaar later weor
in het ministerie van buitenlandsche zaken te
Berlijn teruggeroepen. Uier bleef hij tol in
1903. Da.» werd hij benoomd tot buitenge -
wood gezant aan het hof van Mcucrlik en
Abbessinia eu vertrok na het vervullen dezer
missie als gezant naar langer. Vijf jaren
bleef hij op dezen post. in 1910 volgde zijn
benoeming tot gezant le Boekarest. I* 1912
ging hij naar Lissabon. Daar bleefLij tot
Portugal in oorlog ging in 1916 en werd
vervolgens naar von Kïüh mann tot staatsse
cretaris was benoemd Duitseh vertegenwoor
diger in Den Haag.
Reeds herhaalde malen hebben wij er op
gewezen, doch volkomen vruchteloos, hoe
gezel Auseelo, minister van openbare werken,
met den centen van den staal omspringt.
Hier volgt nog een nieuw staalken.
Zooals men weet is de sociaüstieche senator
Coppietors, schepene der stad Goat, enz.
enz., t»ok - Hooj Koninklijk Kornmissaris. -
Men weet ook dat hij ten dezen laatsten
titel over twee staalsautomobielen vrijelijk
mag beschikken. Wat men echter minder
weet, is" dat hij als Hoog Kornmissaris
zes en twintig duizend frank 'sjaars trekt.
Hij kan het er dus voor doen.
De socialistische senator Coppieiers ii
tevens ook eene soort hofmeester van hel
ministerie van openbare we.ken.
Als ondernemer heeft hij daar verstand
van en door dit bijgevoegd postje beschikt
hij nogmaals overeen prachlaulo. Daar zijne
reizen nog al vermoeiend zijn biedt hij.alia
drie maanden eene rekening in, in den aard
als volgt
Schuldig aan M. Coppietera, senator,
wonende te Gent, de som van zes duizend
twee honderd vijf en twintig frank (6.225 £r.)
voor diensten bewezen gedurende den eer
sten trimester van ha1, jaar '1921, als afge
vaardigde van M. de Minister van openbare
werken.
Brussel 20 April 1921,
(Get.) E. Coppietersw
Goedgekeurd.
De minister van Openbare Werken.
(Get.) Anseele.
De socialistische senator Coppieters 'u
geen gulzigaard, men moet het bekennen.
Hij rekent zijne diensten als afgevaardigde
van den minister slechts aan 68 frank daags.
Doch er is iets anders.
Artikel 36 der Belgische Grondwet zegt
«i Het lid van een der twee Kamers, door
het gouvernement tot eeu ander betaald ambt
dan dat van minister geroepen, moet zoo hij
aanvaardt, onmiddclijk ophouden te zetelen
en kan slechts opnieuw zetelen, na herkozen
geworden te zijn.
Indien de bevoegde socialistische minister
en zijn senateriale afgevaardigde de grond
wet overtreden uit onwetendheid, is zulks
erg te betreuren, doch de liefde voor he»
arme volk verontschuldigt vee!.
Wij zijn benieuwd te weteQ, of de voor*
zitter van den Senaat, die voor alles recht
voor de vuist is, zijn koilega zal uilnoodigen
zijn ontslag te geveu en zich uaar de wet U
gedragen. Wij zouden ook wel eens willen
weten of men in het rekenhof niets vau al
dez?e vetbetaalde postjes weet
rechte soort was. Nommeu haalde dadelijk
een staal en een vuursteen uit zijn zak met
een tondel van zeildoek gemaakt hiermede
sioeg hij in eens vuur, tot verbazing zijner
inboorlingen, die zich om hem verdrongen
om die buitengewone werking te zien.
Minstens tien minuten was hij verplicht
den regen van voakeu te laten voortduren
door het slaao van het staal legen den vuur
steen. tot groot vermaak van de inboorlin
gen, die het te vergeefs probeerden, eu het
niet verder konden brengen dan het vel van
hunne handeu le slaan.
Het was bijna donker en het bosch zag e»1
somber uit, toen de stapel hout zeer helder
brandde en de boomen aan den kant van de
rivier, waar de troep gebiyaqueerd had ver
lichtte.
liet opperhoofd was met een neger eeni-
gen tijd afwezig geweest om wilde wortelen
te zoeken, en die in overvloed in het bosch
voorhanden waren, en als reusachtige slan
gen zich om de stammen der boomen slinger
den.
Klapdorper had dan reeds zijn pot op het
vuur geplaatst en het water, waarin de
groenten zouden gekookt worden, was reeds
aan de kook, toen men plotseling gillen in
het bosch hoorde bijna op hetzelfde oogen-
blik werd dit gevolgd door een akelig gebrul:
nogmaals werden er alarmkreten gehoord
en alle mannen vlogen naar hunne wapenen
onder den uitroep, do leeuw do leeuw
Oogcnhlikkelijk groep Nommo.t «jou gela
den geweer en bide zoudor de minste aarze
ling uaar de plek dwars door de dichiQ bosch.-
jes, gevolgd door Nero en den geheelen
troep.
Door de opgewondenheid was de ver
moeienis verdwenen en hij vloog vooruit
met zulk eene snelheid^ dat de naakte negera
die hem vergezelden, hem ter nauwernood
konden bijhouden.
Al spoedig hoorden zij een gedruiseh iu
het kreupelhout voor hen. Nommen haalde
dadelijk den haan vau zijn geweer over,
doch op dat oogenblik verscheen de ge
daante van het negeropperhoofd, hen le ge-
moet snellende onder het uitgillen van dee
gevreesdeu naam de leeuw.
Thans kon men duidelijk het gebrul, eet
honderd schreden van hen verwijderd, hoo.
ren, en de negers aarzelden verder te gaan.
Nommeu liep voorwaarts, gevolgd door
Klapdorper en Nero.
Dadelijk sprong de hond, die het vreesa-
Iijke gebrul had gehoord, vooruit naar de
plek waar het dier zich ophield en hoorde
men hem luid legen den leeuw blaffen. It>
weinige oogenhlikken kwam Nommen op
eene kleine opens plaats in bet midden van
het woud tot zijne groote ontsteltenis aag-;
hij daar den leeuw, die het lichaam van eert,
neger bij de keel had gegrepen, terwijl Nero
op een paar ellen afstands van hem woedend
aanblafte. f
Toen Nommen op de opene plaats kwum,
schudde de leeuw den man hevig bij zijn
bals, even als een hoed eene rat beCiF or.
weer kan slinger©.i e i sleepte daarop het
lichaam naar het dichte bosch.
(Vervolgt.)