DE FORTUINZOEKERS Buitschland en de schadevergoeding. Be Belgische grondwet Mei 592! De deken der rechterzijde door twee socialisten overtreden XXVII' JAARGANG NUMMER 821 Kortstraat, 9 en 22, Aalst.— Tel. 114 DAG-BI^A-P - CENTIEMEH WEKELIJKS 0.50 - Uitgever: J. Van Npff3L-Db Gaan* Publiciteit buiten het Arrondisssmant Aalst, zich te vter.dea lot list Agentschap IiAVAS,8, Martelaarplein, te BrusseiS, Piaeo de la Bourse, Parijs au 5, Breatn a Buildings l.ondres E.C.4 H. PliiUppua I Zon op d,ijS. orttfer 7,37 f.aatato Kwartier den Si Do plechtige gedachtenis van het (Allerheiligste Sacrament met bevoor recht of octaaf of achtdaagsche teost- viering wordt op heden door de H. Kerk herinnerd. Bij decreet of Pauselijk besluit van 2 Juli 1911werd de nieuwe benaming van Iloogivaardigdag aan het Corpus Christi of Fèle-pieu verleend. 't ls 't Sakrament van Zijne liefde j Die Liefde die nooit einda zag, Die Liefde die Hem bloedig, ach 1 Aan 't harde Kruis tot sterrens griefde 'lis 'tSakrament, dat,Brood van't Laven Gedaald van uit den Hemel Kwam, En als onschuldig Godlijk Lam Zich zalven heoft tot spijs gegeven I 't Is 't Sakrament de Slachtofferande Die op de Calvarie sterven zou, Opdat elk onzer erven zou De Kroon van heil ten hemoliaale Het II. Sacrament wierd in 't Oud L ei-bond voorafgebeeld door den boom des Lerens, want wia eet van dezen Boom, wie bet H. Sakrament des Au- taars weordig ontvangt, voedt daar mede het geestelijk leven van zijne ziel en hij kentde dood der zonde niet door hel offer van Me'chisedeehdat onbloedig olïor was liet zinnebeeld van het onbloedig- offer der Nieuwe Wet, het II. Sacrificie der Mis, .in hetwelk onder de gedaanten van brood en wijn, Jezus-Cbristus. zich zeiven opoffert doorliet manna, dat uit den hemel daalde, en eone wonderbare spijs was, zoo ook olken dag, komt uit den He mel on voedt ons liet II. Sacrament, zoolang wij reizen moeten in de woes tijn dezer wereld, op weg naar het Beloolde Land des Hemels dooi t'ltas gespijsd in de icoeslijn,_ want wij ook wij moeten vluchten voor den wrok van den duivel. En in de woes tijn der weroid Kunnen wij ook op wonderbare wijze gevoed worden door bet Brood der Engelen, opdat wij, sterk in den Heer, voortstappen tot den berg Gods die de Hemel is. Gaan wij dikwijls ter H. Talel om die bovennatuurlijke voeding onzer ziel te Kunnen genieten. O Jezus Heer des Hemels Wij willea zijn aan U, Wil onzen wil versterken, Behoud ons immer nu 1 Op Witten Donderdag, daags vóór zijnen dood, heeft Jezus-Cbristus, het II. Sacrament des allaars ingesteld doch in dien tijd van rouw past eene feestviering niet. Daarom heelt Urba- eus IV, in 1264, op aandringen der II. Juliana van Luik, waar die Paus vroeger aartsdiaken was, eenen bij zonderen leestdag ter eere van het Hoogwaerdige ingesteld. In ons land vieren wij de Plechtig heid van het II. Sacrament op schitte rende wijze. Dan gaat in al onze steden en dorpen de plechtige proces sie uit. Deze processie dientlot eene openbare belijdenis van ons geloof aan de wezenlijke tegenwoordigheid van Jezus in het II. Sacrament en om ons te verzetten tegen de ongeioovigheid der ketters en goddoloozen tot lof' en dank voor de gröote weldaad van dit aanbiddelijk Sacrament tot her stelling van de oneer en den smaad welke Jezus in ziju H. Sacramont zoo dikwijls worden aangedaan tot het verkrijgen van den hemelscken zegen over de plaatsen waar het II. Sacra ment plechtig rondgedragen wordt. Houden wij er aan de processie bij te wonen, en vergezellen wij Onzen Lieven Heer met een levendig geloof, een diepen eerbied en een kinderlijk betrouwen. liet is hoogst loffelijk de processie zooveel mogelijk op te luiste ren en de buizen on de straten te ver sieren met vaandels, wimpels, licht en bloemen.'t Is immers de Koning der Koningen die de straten en plaa.tsen onzer, steden en dorpen doorwandelt Op zekeren dag kwam Jozef II te Gent in de Slijpstraat eene berechting tegen, seffens deed de keizer stilhou den, steeg uit zijn rijtuig, knielde zonder een der talrijke zetels te willen aanvoerden, die man van alle kanten kwam aanbieden, en 't was in deze nederige en godvruchtige houding dat bij den [zegen van bot Allerheiligste ontving. Dit schoon voorbeeld van godsdienstigheid, door don keizer gegeven, trof zoodanig de inwoners, dat zij da slraatsteonen uithaalden, op dewelke de keizer geknield bad, en in de plaats legden zij eonen steen met bet volgende opschrift Don 17 Juni 1781, ontving bier de Keizer Jozef II den zogen met bet Allerhei ligste. Volgen wij dat voorbeeld na Hoog boven 't tabernakel In gouden Romonstrans Daar blinkt de H. Hostie Omringd van hemelglans En hooger stijgt de lofzang En de engels zingen mei- En op de-jeugd' ge schare Ziet neer de God- van vree Daar balgen alle hoofden Ea aller oogen gloèn En vreugde en zielsgenoegen Al' herten kloppen doen De Remonstrantie schittert En Jnsna rijst en daalt En aller zielen siddren Van zoet genot bestraald. "•■rarr-rrrTïcs-'rETSgsa 135 VERVOLG. Op dat oogenblik hield da troep - slil, en de neger daalde af in de rivier, en nadat hij wjn eigen dorst gestild had, kwam hij terug met eene groote pompoen vol water. Nooit hadden de twee vrienden eene teug water met zooveel genot gebruikt en hij dronk de pompoen leeg hij verzocht-om hen van het juk to ontslaan daar hij geene pogingen tot ontvluehtiog zou doen. Men beraadslaagde, waarna de aanvoerder van de troep hij hem kwam en hem onder hevige bedreigingen en gebaren te kennen gaf, dat hij in geval van poging tot ont vluchting onmiddelijJc zou ter dood gebracht worden. Daarop haalde hij een mes uit eene schede, die aan zijn Knkerarm boven den elleboog was gehouden, en aneed daarraeö het lonw door, waarmede do hals in de vork vastzat en maakte tevens zijne armen los. Nomraen was zoo stijf, dat hij met moeite zijne hauden aan zijn voorhoofd kon brengen lol teekeo van dankbaarheid over zijne vrij heid. en toonde dit door eenvoudige daad ran beleefdheid. Dat is een mooi gevalletje, Nommen riep Klapdorper uitjammer dat gij niet de dochter van het oude opperhoofd heb ge trouwd Nu we weggeloopen zijn, zitten we haardigiu de klem. Ik ken dat werk 't i; niet de eerste maal. dat ik met mijn hoofd in vork heb gezeten. Die zwarte korels zijn jroote sohnrken,' we zijn slaven. De Brusselsche briefwisselaar van Lc Rappel van Charleroi, geeft als volgt den indruk weer, verwekt door de redevoering verleden week door M. Woeste in de Kamer uitgesproken Do oude athleet der rechterzijde, zegt hij, heeft zooeven een nieuwen triomf behaald. Do zichtbare indruk op alle banken, was eene zeer levendigs voldoening roerende hulde aan een talent dat zrcli niet de jaren nog schijnt uit tc bretdon, aan een waarlijk verrassend meesterschap met pittig on geest en hoogste w'ijsbegoerte tc.'i *?ft£hste van het vaderland. r Algemeene thesis de orde zal den vrede terugbrengen arbeid en voorspoed, de ge nezing onzer ekönomisch® en (jnanciesle kwalen, dat alleS is slechts mogelijk in orde en vrede. De socialistische partij, niettegenstaande eer.ige harcr leiders bezield zijn met de beste inzichten, is nog steeds onder den invloed van revolutionaire vriendjes. De liberale partij verkwijnt en is veeleer een nog levond aandenken van bet verledene. Het is geene partij der toekomst, geene werk- dadige partij meer. Rechts is het leven. De rechterzijde pul haar leven uit de bestendige bronnen van de uitbreiding cn de grootheid van het land. De socialisten hadden er blijkbaar go- noegen in, toén hel onfeilbare parlementslid de kleine overlevendo ^roep. der partij van Fiére Grban zoo meesterlijk schelste. Doch de liberale partij had niet min plezier gehad, toon M. Woeste beloonde dat de socialisti sche partij niets kon doen voor het welzijn van het land en voor de nationale herop beuring. Kortom, liberalen ei\, socialisten vergaten hoe zij zelf afgeranseld waren, met de gedachte dat hunne wederzijdsche geburen hun deel gekregen hadden. Wat bijzonder in 't oog viel was de houding van M. Vandervelde. Deze had zich vlak voor M. Woeste geplaatst en met de handen aan de ooi en, om geen woord te laten 'ontglippen, kon hij zijn misnoegen niet ver bergen toen een of andere gezél Falony of een torugkecrende geest als Domblon, onbe zonnen trachtten dan redenaar te onderbre ken. Zij waren er echter telkens aan voor hunne moeite en werden dadelijk, heel be leefd doch zonder mogelijk wederantwoord op hunne plaats .gezet.,. oo«er het algemeen gelach dor Kamer. M. Carton de Wiart wen3clite den eer- biedwnardigen staatsminister geluk en drukte hem de hand. en alle volksvertegenwoordi gers zouden hem volgaarne nagedaan heb ben. Hier mag nog bijgevoegd worden, dat de voorzitter der Kamer, M. Brunei, wiens breeds gedachten en onafhankelijken geest men kent, het na de zitting niet verborg, dat zulke redevoeringen als deze van M, Woeste prachtige voorbeelden van parle mentaire welsprekeuheid zijn. De rijkskanselier over Duitschiand 's verplichtingen. Hel Berliner Tageblatt geeft een onder- derhoud met den rijkskanselier Dr Wirth, waarin deze zich zeer scherp uitspreek tegen da Duitsche partijpolitiek, die in den laatsten tijd in Duitschiand gevoerd wórdt. Dr Wirtli gal de verzekering dat hij zijn taak met de onderteekening van het ultimatum niet als geëindigd beschouwde. Thans, zegde hij, moet de kwestie der schadeloosstelling door ons opgelost worden Klapdorper sprak bij ervaring en met recht bevroedde hij dus, dat hij en Nommeu ge- vaugen waren met het doel om aan een na bil rigen slam verkocht te worden gedu rende bet overige van hun leven stond het hun alzoo te wachten, dat zij als slaven van den een aan den ander eouden overgeleverd worden. Hoewel hij nadacht over Nommens gebrek aan staatkunde, dat hem gebleken wa^in het weigeren van do dochter van het oude opperhoofd, wankelde hij geenszins in zijne vriendschap hij had er zich op voorbe reid alle ongelukken samen te dragen. Denkt ge dat zo ons zullen verkoopen vroeg Nommeu. Ja, zonder twijfel, misschien mij aau den een en u aan oen ander. Honden riep Nommen uit, die slaven handel is waarlijk een vervloekte handel Ja, mijn vriend, zeido Klapdorper, eene zeer slechte zaak bijua zoo slecht als de zaak van Koning George. Wat bedoeltagevroeg Nommen. Wel, hernam Klapdorper, de zwarten zijn bijna even slecht als de pressers. maar toch niet zoo slecht. De pressers van Koning George stelen jongens om ze door de Fran- schen te laten doodschieten de negers ste len ze om ze te laten werken het pressen is veel slechter, omdat men de blanke slaven vangt om ze door de Franschen te laten doodschieten. Nommen wilde deze redeneeringon niette- ge spreken. Aan iiuo toestand viel niet te twijfelen de stammen waren onderling in eeuwigdurenden oorlog, met het doe! om wij moeten daartoe wotsontwerpsn maken. Wanneer deze werkzaamheden verricht zijn, begint de eigenlijke polotieke arbeid. Zal Duitsehland weder vrijgemaakt worden van den druk die de tegenstanders uitoefenen, dsn zal die vrijmaking slechts kunnen geschieden door harden arbeid van alle kringen van het Dailsche volk, niet gedurende een paar weken doch gedurende langen tijd De partijen die thans de regeering steunen en die dit in de toekomst zullen doen, zullen niet slechts ge durende ecnige weken haar meêwerki ng aan het programma voor den wederopboaw heb ben te verleencn. Betrekkelijk de redenen waarom hij het ultimatum aanvaardde verklaarde Dr Wirth Het afstand doen van liet kolenbekken zou het Duitsche economische leven gedood heb ben. Bij een bezetting zouden de lasten niet geringer, doch grooter zijn geworden, omdat de bczeltmgskoston hooger zouden zijn ge weest. Verder zegde de rijkskanselier "Wanneer wij gedurende den oorlog niet vreesden om de gezondheid van millioenen onzer burgers op te offeren en een greot deel van ons geheele volk op de been te brengen om ons vaderland vau vijanden vrij te houden, hoe znlleu wij dan thans niet bereid zijn, alles te doen om de vrijheid van Duitschiand in de toekomst te redden De oorlogsuitgaven bedroegen per maand eenige millioenen goud marken, ongeveer zoo veel als de vaste unnuiteit, die wij thans heb ben te betalen. Ik was er van overtuigd, de uren. waarin ik door een ja ot neen te beslissen had over de aauvaardigdj)f verwer ping vau het ultimatum, dat de gehoele toe komst van het Duitsche volk op het spel stond. Daarom moeten wij een oiler aan goed brengen, opdat wij het hoogste, dat wij be zitten, ons vaderland kunnen redden. Het voorrangsrecht van Beigia De berichtgever van Le Soir te Parijs, seint aan zijn blad, dat de besprekingen welke minister Loucheur Maandag te Brus sel had met de hli. Jaspar en Theunis, hoofd zakelijk liepen over de wijze van verdeeling vau het milliard, dat binnenkortdoor Duitseh land woreft betaald. Er moest worden nage gaan of de geallieerden er niet meer belang zouden bij hebben dit milliard te gebruiken als waarborg voor de leeningen die spoedig op al de markten der wereld zulieo worden uitgegeven, in plaats van het te verdeelen ouder do geallieerden xooals vroeger werd bepaald. De kwestie van Belgiö'a voorrangsrecht werd dus opgeworpen; het bleef echter ge handhaafd zooals het te Boulogne, Brussel en Spa werd vastgesteld. Do h.Theunis wordt overeen achttal dagen te Parify verwacht. !n den Franschan ministerraad Parijs, 24 Mei. De ministers kwamen heden morgend, te 9 u. 30, in het Elyseum bijeen, onder voorzitterschap van den h. Millerand. De voorzitter van den minister raad, de heer Briand, deelde de hoofdpunten mede van liet antwoord dat hij in de Kamer geven zal aan de inlerpellanten. De Nieuwe Duitsche Minister voor Buitenlandsche Zaken Uil Bel lijn wordlaan de Maasbode gemeld De benoeming van Dr Rosen wordt door de geheele Duitsche pers niet sympathie ontvangen. De nieuwe minister vau buitenlandsche zaken is 65 jaar. Een groot deel vau zijn leven heeft hij als diplomaat m het buiten land vertoefJ. Dr Rosen werd te Leipzig geboren. Reeds zijn eerste onderwijs ontving hij in het bui tenland, n. I. in Jeruzalem, waar zijn vader Duitsoh consul was. In zijn jeugd verwierf slaven te vangen, waarvan sommigen uit verwijderde landen tegen ivoor geruild, en anderen naar Zanzibar, de groote fortugee- sche factorij, gevoerd worden. Zlj zagende noodzakelijkheid in, van te trachten zich van de gunst hunner eigenaars te verzekeren, eu hun verder lot aan do Voorzienigheid toe te vertrouwen. Mei dit voornemen bezield stond Nommen, hoe vermoeid ook, van den grond op en hielp den troep met het verza melen van liout voor de vuren, dia lien des nachts tegen de wilde dieren moesten ha- schermen. Er lag eene groote hoeveelheid afgevallen hout in het bosch, en in korten tijd waren door de negers eene menigte stammen takken van doode boomen bijeengebracht en in verscheidene stapels opgezet. Toen alles gereed was, begon een neger op de gewone wijze der wilden vuur la makcu, door de wrijving van twee stukken hout. Hij nam eerst een stok, waarin hij eene kneep sneed; toeu zocht hij een recht eu droog stuk hout, omtrent zoo d& ais aijn pink, maakte er een punt aan. die hij io de keep stak en terwijl hij het eerste met zijne teencn sterk tegen den grond drukte, draaide hij het andore snel rond tusscben de palmen van zijne han den, zoodat de punt zich als eene hoor in de keep bewoog. Na verloop van ongeveer tien minuten be gon het to rooken, doch daar het maken van vuur op die wijze afiiangt vau do hoedanig beid van het hout, werd er tc vergeefs ge werkt door de wrijving ontstonden er geene vonken, omdat het hout niet van de hij zich een rijke kennis der Oostcrsche talen en daarom in 1SSS werd hij ais lecraar in de Perzische en Hindosstaiiische taal naar Bei- lijn geroepen. Maar in 1890 trad hij ir. dienst van het ministerie van buitenlandsche zaken. Ecist als consul naar Beirooth. Later eene tolk hij het gezantschap te Teheran. In 1899 werd hij consul in Jerusalen en een jaar later weor in het ministerie van buitenlandsche zaken te Berlijn teruggeroepen. Uier bleef hij tol in 1903. Da.» werd hij benoomd tot buitenge - wood gezant aan het hof van Mcucrlik en Abbessinia eu vertrok na het vervullen dezer missie als gezant naar langer. Vijf jaren bleef hij op dezen post. in 1910 volgde zijn benoeming tot gezant le Boekarest. I* 1912 ging hij naar Lissabon. Daar bleefLij tot Portugal in oorlog ging in 1916 en werd vervolgens naar von Kïüh mann tot staatsse cretaris was benoemd Duitseh vertegenwoor diger in Den Haag. Reeds herhaalde malen hebben wij er op gewezen, doch volkomen vruchteloos, hoe gezel Auseelo, minister van openbare werken, met den centen van den staal omspringt. Hier volgt nog een nieuw staalken. Zooals men weet is de sociaüstieche senator Coppietors, schepene der stad Goat, enz. enz., t»ok - Hooj Koninklijk Kornmissaris. - Men weet ook dat hij ten dezen laatsten titel over twee staalsautomobielen vrijelijk mag beschikken. Wat men echter minder weet, is" dat hij als Hoog Kornmissaris zes en twintig duizend frank 'sjaars trekt. Hij kan het er dus voor doen. De socialistische senator Coppieiers ii tevens ook eene soort hofmeester van hel ministerie van openbare we.ken. Als ondernemer heeft hij daar verstand van en door dit bijgevoegd postje beschikt hij nogmaals overeen prachlaulo. Daar zijne reizen nog al vermoeiend zijn biedt hij.alia drie maanden eene rekening in, in den aard als volgt Schuldig aan M. Coppietera, senator, wonende te Gent, de som van zes duizend twee honderd vijf en twintig frank (6.225 £r.) voor diensten bewezen gedurende den eer sten trimester van ha1, jaar '1921, als afge vaardigde van M. de Minister van openbare werken. Brussel 20 April 1921, (Get.) E. Coppietersw Goedgekeurd. De minister van Openbare Werken. (Get.) Anseele. De socialistische senator Coppieters 'u geen gulzigaard, men moet het bekennen. Hij rekent zijne diensten als afgevaardigde van den minister slechts aan 68 frank daags. Doch er is iets anders. Artikel 36 der Belgische Grondwet zegt «i Het lid van een der twee Kamers, door het gouvernement tot eeu ander betaald ambt dan dat van minister geroepen, moet zoo hij aanvaardt, onmiddclijk ophouden te zetelen en kan slechts opnieuw zetelen, na herkozen geworden te zijn. Indien de bevoegde socialistische minister en zijn senateriale afgevaardigde de grond wet overtreden uit onwetendheid, is zulks erg te betreuren, doch de liefde voor he» arme volk verontschuldigt vee!. Wij zijn benieuwd te weteQ, of de voor* zitter van den Senaat, die voor alles recht voor de vuist is, zijn koilega zal uilnoodigen zijn ontslag te geveu en zich uaar de wet U gedragen. Wij zouden ook wel eens willen weten of men in het rekenhof niets vau al dez?e vetbetaalde postjes weet rechte soort was. Nommeu haalde dadelijk een staal en een vuursteen uit zijn zak met een tondel van zeildoek gemaakt hiermede sioeg hij in eens vuur, tot verbazing zijner inboorlingen, die zich om hem verdrongen om die buitengewone werking te zien. Minstens tien minuten was hij verplicht den regen van voakeu te laten voortduren door het slaao van het staal legen den vuur steen. tot groot vermaak van de inboorlin gen, die het te vergeefs probeerden, eu het niet verder konden brengen dan het vel van hunne handeu le slaan. Het was bijna donker en het bosch zag e»1 somber uit, toen de stapel hout zeer helder brandde en de boomen aan den kant van de rivier, waar de troep gebiyaqueerd had ver lichtte. liet opperhoofd was met een neger eeni- gen tijd afwezig geweest om wilde wortelen te zoeken, en die in overvloed in het bosch voorhanden waren, en als reusachtige slan gen zich om de stammen der boomen slinger den. Klapdorper had dan reeds zijn pot op het vuur geplaatst en het water, waarin de groenten zouden gekookt worden, was reeds aan de kook, toen men plotseling gillen in het bosch hoorde bijna op hetzelfde oogen- blik werd dit gevolgd door een akelig gebrul: nogmaals werden er alarmkreten gehoord en alle mannen vlogen naar hunne wapenen onder den uitroep, do leeuw do leeuw Oogcnhlikkelijk groep Nommo.t «jou gela den geweer en bide zoudor de minste aarze ling uaar de plek dwars door de dichiQ bosch.- jes, gevolgd door Nero en den geheelen troep. Door de opgewondenheid was de ver moeienis verdwenen en hij vloog vooruit met zulk eene snelheid^ dat de naakte negera die hem vergezelden, hem ter nauwernood konden bijhouden. Al spoedig hoorden zij een gedruiseh iu het kreupelhout voor hen. Nommen haalde dadelijk den haan vau zijn geweer over, doch op dat oogenblik verscheen de ge daante van het negeropperhoofd, hen le ge- moet snellende onder het uitgillen van dee gevreesdeu naam de leeuw. Thans kon men duidelijk het gebrul, eet honderd schreden van hen verwijderd, hoo. ren, en de negers aarzelden verder te gaan. Nommeu liep voorwaarts, gevolgd door Klapdorper en Nero. Dadelijk sprong de hond, die het vreesa- Iijke gebrul had gehoord, vooruit naar de plek waar het dier zich ophield en hoorde men hem luid legen den leeuw blaffen. It> weinige oogenhlikken kwam Nommen op eene kleine opens plaats in bet midden van het woud tot zijne groote ontsteltenis aag-; hij daar den leeuw, die het lichaam van eert, neger bij de keel had gegrepen, terwijl Nero op een paar ellen afstands van hem woedend aanblafte. f Toen Nommen op de opene plaats kwum, schudde de leeuw den man hevig bij zijn bals, even als een hoed eene rat beCiF or. weer kan slinger©.i e i sleepte daarop het lichaam naar het dichte bosch. (Vervolgt.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

De Volksstem | 1921 | | pagina 1